6
Bernoulli Gazet Alumninieuws voor Wiskundigen van de Rijksuniversiteit Groningen Dorly Deeg en Ida Stamhuis kijken terug Het jaar: 1977. De plaats: de vijfde verdieping van het WSNgebouw in de Paddepoel. Nog preciezer: de kamer pal tegenover die van Willem Schaafsma, hoogleraar Mathematische Statistiek. In een keurige gelijkzijdige driehoek staan drie bureaus tegen elkaar aangeschoven: met de klok mee die van Hans Akkerboom, Ida Stamhuis en Dorly Deeg. In die tijd was het gebruikelijk dat afstudeerstudenten een plek in het Instituut had den, en wij waren alledrie hard bezig aan ons af studeerwerk in de Mathematische Statistiek. Toen de een na de ander de mooie titel van doctorandus had gekregen, verspreidden wij ons over Neder land. Hans naar het CBS in Heerlen, Ida naar de VU in Amsterdam, en Dorly naar de EUR in Rotterdam. Twintig jaar later had ook Dorly een baan bij de VU, en liep stomtoevallig in een gang van het Wis en Natuurkundegebouw (geen S tus sen de W en N!) Ida tegen het lijf. Sindsdien pra ten de dames regelmatig bij onder het nuttigen van een lunch. Hoe is het de dames na de studie ver gaan? Dorly: Nog tijdens mijn wiskundestudie begon ik aan een tweede studie: sociologie. Mijn inter esse in wat er in de samenleving speelt en mijn wens om dat beter te begrijpen waren begonnen met mijn deelname aan het in 1975 gelanceerde programma Wiskunde en Samenleving voor twee dejaarsstudenten. Ook mijn afstudeeronderwerp Inhoud • Bernoulli lezing 2013 • Dorly Deeg en Ida Stamhuis • Boekrecensie • Peter Arendz • Konstantinos Efstathiou • Herstructurering onderwijs organisatie • Docentendag 2012 • Wiskunde D maart 2013 Redactioneel In dit nummer prominent aan dacht voor de Bernoullilezing door Jeremy Gray. Verder zijn bijdragen opgenomen over de de nieuwe ontwikkelingen van de onderwijsorganisatie en een terugblik van de alumni Dorly Deeg en Ida Stamhuis naar hun studietijd rond 1975 op WSN. Een recent boek over leven en werk van Friese dichter en wetenschapper Obe Postma (oom van oudmede werker Schelte Elgersma) wordt besproken door Aernout van Enter. Verder nemen we afscheid van Konstantinos Efstathiou en Peter Arendz. Ten slotte, noteert u dat alvast, de RUG bestaat volgend jaar 400 jaar. Daar wordt een heel programma tussen half mei en half juni 2014 voor opgetuigd. Het plan is om in die periode ook weer (de vorige was in 2007) een wiskundereunie te organiseren, en wel op zater dag 10 mei 2014. Er is een al gemeen weekendprogramma voor RUGalumni vrijdag 13 juni t/m zondag 15 juni 2014. Volg www.rug.nl/research/jbi/ en www.facebook.com/rug400 Te houden op maandag 18 maart, 2013 in de Aula van het Academiegebouw, Broerstraat 5 te Groningen. De aanvang is 19:30 en de toegang is vrij. Jan van Maanen zal een inleiding verzor gen. Abstract. Henri Poincaré spent much of his working life exploring every branch of math ematical physics, and he wrote about it at every level from the advanced research paper to the popular essay. He was involved at the very start of the move to quantum mechanics, and he famously discovered many of the key ideas in special relativity before Einstein. This lecture considers how he tried to shape the mathemat ical physics at the start of the 20th century. Henri Poincaré (18541912) has had a tre mendous influence on the development of math ematics and mathematical physics. His work has led to fruitful fields of research, where ge ometry, groups and later also early traces of probability theory are effectively at work. In particular, under his influence the modern field of dynamical systems, grew out of the theory of ordinary differential equations; the inspiration came mainly from celestial mechanics. Poin caré lived in the happy days when the boun daries between mathematics and physics were still very permeable. He has made great contri butions to special relativity theory and to the beginning of statistical mechanics; his celebrat ed recurrence principle stood at the cradle of mathematical field ergodic theory. Jeremy Gray has studi ed mathematics at Oxford University from 1966 to 1969, and then at Warwick University, obtaining his Ph.D. in 1980 under the super vision of Ian Stewart and David Fowler. He has worked at the Open University since 1975, and has been a Pro fessor of the History of Mathematics there since 2002. He is also an Honorary Professor in the Mathematics De partment at the University of Warwick where he teaches a course in the history of mathematics. He believes strongly that the study of the history of mathematics is an important way for every one to understand the nature of the mathematics we have, and its place and role in the intellec tual and practical life of society. He has written several books, contributed to survey volumes, and has published extensively in relevant journals. He was a consultant on the television series The story of Maths and is an editor of Archive for History of Exact Sciences. In 2010 he was awarded a grant by the Lever hulme Trust to write a scientific biography of Henri Poincaré, which has been published by Princeton University Press in 2012, the centen ary of the death of Poincaré. Jeremy Gray Johann Bernoulli lezing 2013 On the cusp of the new physics: Henri Poincaré and mathematical physics one hundred years ago Jeremy Gray (Open University UK)

Bernoulli Gazet - University of Groningen · 2018-03-01 · hulme Trust to write a scientific biography of Henri Poincaré, which has been published by Princeton University Press

  • Upload
    others

  • View
    19

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Bernoulli Gazet - University of Groningen · 2018-03-01 · hulme Trust to write a scientific biography of Henri Poincaré, which has been published by Princeton University Press

Bernoulli GazetAlumninieuws voor Wiskundigen van de Rijksuniversiteit Groningen

enngs­­nr­

nr­nne­p

Inhoud• Bernoulli lezing 2013• Dorly Deeg en Ida Stamhuis• Boekrecensie• Peter Arendz• Konstantinos Efstathiou• Herstructurering onderwijsorganisatie

• Docentendag 2012• Wiskunde D

maart 2013

RedactioneelIn dit nummer prominent aandacht voor de Bernoulli­lezindoor Jeremy Gray. Verder zijbijdragen opgenomen over dde nieuwe ontwikkelingen vade onderwijsorganisatie eeen terugblik van de alumnDorly Deeg en Ida Stamhunaar hun studietijd rond 197op WSN. Een recent boeover leven en werk van Friesdichter en wetenschapper ObPostma (oom van oud­medewerker Schelte Elgersmawordt besproken door Aernouvan Enter. Verder nemen wafscheid van KonstantinoEfstathiou en Peter Arendz.Ten slotte, noteert u dat alvasde RUG bestaat volgend jaa400 jaar. Daar wordt een heeprogramma tussen half mei ehalf juni 2014 voor opgetuigdHet plan is om in die periodook weer (de vorige was i2007) een wiskunde­reunie torganiseren, en wel op zatedag 10 mei 2014. Er is een agemeen weekendprogrammvoor RUG­alumni vrijdag 1juni t/m zondag 15 juni 2014Volg www.rug.nl/research/jben www.facebook.com/rug40

­tn,n­ten,­fn­e.y­s­onen.­fy­

Johann Bernoulli lezing 2013

Dorly Deeg en Ida Stamhuiskijken terugHet jaar: 1977. De plaats: de vijfde verdieping vanhet WSN­gebouw in de Paddepoel. Nog preciezer:de kamer pal tegenover die van WillemSchaafsma, hoogleraar Mathematische Statistiek.In een keurige gelijkzijdige driehoek staan driebureaus tegen elkaar aangeschoven: met de klokmee die van Hans Akkerboom, Ida Stamhuis enDorly Deeg. In die tijd was het gebruikelijk datafstudeerstudenten een plek in het Instituut had­den, en wij waren alledrie hard bezig aan ons af­studeerwerk in de Mathematische Statistiek. Toende een na de ander de mooie titel van doctorandushad gekregen, verspreidden wij ons over Neder­

land. Hans naar het CBS in Heerlen, Ida naar dVU in Amsterdam, en Dorly naar de EUR iRotterdam. Twintig jaar later had ook Dorly eebaan bij de VU, en liep stomtoevallig in een ganvan het Wis­ en Natuurkundegebouw (geen S tusen de W en N!) Ida tegen het lijf. Sindsdien praten de dames regelmatig bij onder het nuttigen vaeen lunch. Hoe is het de dames na de studie vegaan?Dorly: Nog tijdens mijn wiskundestudie begoik aan een tweede studie: sociologie. Mijn inteesse in wat er in de samenleving speelt en mijwens om dat beter te begrijpen waren begonnemet mijn deelname aan het in 1975 gelanceerdprogramma Wiskunde en Samenleving voor tweedejaarsstudenten. Ook mijn afstudeeronderwer

­gnenni

is5kee­)tes

t,rln.ener­l­a3.

i/0

Te houden op maandag 18 maart, 2013 in deAula van het Academiegebouw, Broerstraat 5 teGroningen. De aanvang is 19:30 en de toegangis vrij. Jan van Maanen zal een inleiding verzor­gen.Abstract. Henri Poincaré spent much of hisworking life exploring every branch of math­ematical physics, and he wrote about it at everylevel from the advanced research paper to thepopular essay. He was involved at the very startof the move to quantum mechanics, and hefamously discovered many of the key ideas inspecial relativity before Einstein. This lectureconsiders how he tried to shape the mathemat­ical physics at the start of the 20th century.

Henri Poincaré (1854­1912) has had a tre­mendous influence on the development of math­ematics and mathematical physics. His work hasled to fruitful fields of research, where ge­ometry, groups and later also early traces ofprobability theory are effectively at work. Inparticular, under his influence the modern fieldof dynamical systems, grew out of the theory ofordinary differential equations; the inspirationcame mainly from celestial mechanics. Poin­caré lived in the happy days when the boun­daries between mathematics and physics werestill very permeable. He has made great contri­butions to special relativity theory and to thebeginning of statistical mechanics; his celebrat­ed recurrence principle stood at the cradle ofmathematical field ergodic theory.

Jeremy Gray has studied mathematics aOxford University from1966 to 1969, and theat Warwick Universityobtaining his Ph.D. i1980 under the supervision of Ian Stewarand David Fowler. Hhas worked at the OpeUniversity since 1975and has been a Professor of the History o

Mathematics there since 2002. He is also aHonorary Professor in the Mathematics Department at the University of Warwick where hteaches a course in the history of mathematicsHe believes strongly that the study of the historof mathematics is an important way for everyone to understand the nature of the mathematicwe have, and its place and role in the intellectual and practical life of society.

He has written several books, contributed tsurvey volumes, and has published extensively irelevant journals. He was a consultant on thtelevision series The story of Maths and is aeditor of Archive for History of Exact SciencesIn 2010 he was awarded a grant by the Leverhulme Trust to write a scientific biography oHenri Poincaré, which has been published bPrinceton University Press in 2012, the centenary of the death of Poincaré.

Jeremy Gray

On the cusp of the new physics:Henri Poincaré and mathematical physics one hundred years ago

Jeremy Gray (Open University UK)

Page 2: Bernoulli Gazet - University of Groningen · 2018-03-01 · hulme Trust to write a scientific biography of Henri Poincaré, which has been published by Princeton University Press

was sociaal getint:het ging over voor­

Longitudinal Aging Study Amsterdam, een on­derzoek bij intussen ruim 4000 ouderen in drie

ijksedste

l dejaar,hetvanzelfvantoen­heelt hetssenheidzoekNietder­die

en!),van­linktr: eruwegen,derendi.mo­dige

s intrek­dingk enairemenntenl) envol­eenen­jaar

n deende

hetond­

alsd ink er857

Gepubliceerde boekenS. Hassi, H.S.V. de Snoo anF.H. Szafraniec (editors)Operator methods for boundavalue problems.Cambridge University Pre2012.

2

spellers van de stu­dieduur van wiskun­destudenten (overle­vingsduuranalyse).De combinatie vanwiskunde en sociolo­gie bleek voor mijneerste werkgevers dedoorslag te geven ommij uit acht kandi­daten te kiezen voor

een baan bij het Instituut MaatschappelijkeGezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit.Die baan hield in het inventariseren wat erkwam kijken bij longitudinaal onderzoek naarmaatschappelijke invloeden op de gezondheid.Kennelijk vond men een beetje wiskundigdenken een pre, maar ik kreeg wel te verstaandat ik me niet moest verdiepen in de statis­tische methoden! Het ging om de logistiek vanzulk onderzoek.

In die eerste baan raakte ik steeds meergeïnteresseerd in gezondheid en ziekte. Maarik miste wel het "hands­on" statistisch analy­seren van gegevens, zoals ik dat voor mijnafstudeerwerk had gedaan. Bij toeval kreeg ikde kans om te werken met de gegevens van heteerste grootschalige longitudinale onderzoeknaar de gezondheid van ouderen, dat in 1955door TNO was gestart en tot 1975 longitudi­naal werd voortgezet. Met een subsidie vanwat toen nog heette de Nederlandse Organisa­tie voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek,kon ik een oude hobby van stal halen: hetvoorspellen van de overlevingsduur. Nu nietvan wiskundestudenten, maar van bejaarden.Met dit onderzoek werd de basis gelegd voormijn proefschrift, waarop ik, na eerst anderhalfjaar bij het National Institute on Ageing in deVerenigde Staten te hebben gewerkt, in 1989promoveerde.

Nu zijn alle ingrediënten voor mijn huidigewerk al de revue gepasseerd: longitudinaal on­derzoek, gezondheid in bredere sociale con­text, ouderen, en andere landen. In 1989 kreegik het aanbod om voor het toenmalige mini­sterie van Welzijn Volksgezondheid en Cultuur(WVC) te inventariseren of een multidiscipli­nair, longitudinaal onderzoek naar zelfstandigfunctioneren van ouderen in Nederland zinvolwas en zo ja, waar dat het beste uitgevoerd zoukunnen worden. Aan de Vrije Universiteit ble­ken de beste aansluitingsmogelijkheden voorzulk onderzoek. Het ministerie van WVC gafeen langlopende subsidie vanuit het inzicht dateen dergelijke onderneming te vergelijken wasmet een infrastructureel project als het bouwenvan een brug, waardoor ook voor een periodevan 10 jaar geld werd gereserveerd. Zelfmocht ik aan de slag om dit onderzoek op tezetten.

Sinds het jaar 1991 werk ik met onveranderdplezier als wetenschappelijk directeur van de

regio's van Nederland met driejaarlvervolgmetingen (www.lasa­vu.nl). De oudeelnemer is intussen 101 jaar, terwijsteekproef aan de "onderkant", vanaf 55regelmatig wordt aangevuld. Dit maaktmogelijk om steeds nieuwe generaties"jongere ouderen", bij welke groep ikintussen behoor, te vergelijken. Heel relein deze tijd van omhoogschietende pensileeftijd! Maar ook de groeiende groepoude mensen in onze samenleving maakonderzoek relevant: hoe leven zij, hoe pazij zich aan problemen met hun gezondaan, wat hebben zij daarvoor nodig?

Het uitvoeren van longitudinaal ondervereist een grote mate van continuïteit.alleen wat betreft de deelname van de onzochten en de meetinstrumenten (als jeverandert kun je geen verandering metmaar ook wat betreft de onderzoekerswege de opgebouwde know­how. Dit kmisschien saai, maar het tegendeel is waazijn steeds nieuwe vraagstellingen, niesubsidies, aanvullende dataverzamelinnieuwe samenwerkingspartners ook in anlanden, en natuurlijk een hele rij promoveHet is vooral bij de begeleiding van de provendi dat ik dankbaar van mijn wiskunbagage gebruik kan maken.Ida: Omdat ik (in 1978) afgestudeerd wade mathematische statistiek bleek ik aankelijk te zijn als docent aan de lerarenopleiVL­VU in Amsterdam. Ik gaf daar statistiewaarschijnlijkheidsrekening, maar ook linealgebra en analyse. Maar na een jaar kwaer prognoses over afname van aantal studein de exacte vakken (toen begon het dus aleek het erop dat de staf moest inkrimpengens de regel: last in­first out.

Ik werd aan de VU organisator vanlezingencyclus in "Wetenschap & Samleving" voor bètastudenten en na een paarkon ik een promotieonderzoek beginnen iwetenschapsgeschiedenis. Mijn sluimerhistorische interesse was toen al aanontwaken middels het volgen van een avopleiding in de geschiedenis. Ik koospromotieonderwerp: statistiek in Nederlande negentiende eeuw.

Het was voor mij verbijsterend toen iachter kwam dat er in Nederland al in 1een "Vereenigingvoor de Statistiek"was opgericht, diespoedig een bloeiendbestaan leidde, maardat statistiek in datgezelschap iets vol­komen anders wasdan waarmee ik sta­tistiek associeerde.Statistiek waren voor

Dorly Deeg

Ida Stamhuis

dryss

Page 3: Bernoulli Gazet - University of Groningen · 2018-03-01 · hulme Trust to write a scientific biography of Henri Poincaré, which has been published by Princeton University Press

mij data, maar vooral ook wiskundige formu­les. In de statistiek waarover ze het in die

maken en dat vergde een geheel andere maniervan denken dan waarin ik was opgeleid. Maar

efnisa,krkn

retetef

Dss,r

­t­r,ete­.rsfnntn2,ma­

was sociaal getint:het ging over voor­spellers van de stu­dieduur van wiskun­destudenten (overle­vingsduuranalyse).De combinatie vanwiskunde en sociolo­gie bleek voor mijneerste werkgevers dedoorslag te geven ommij uit acht kandi­daten te kiezen voor

een baan bij het Instituut MaatschappelijkeGezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit.Die baan hield in het inventariseren wat erkwam kijken bij longitudinaal onderzoek naarmaatschappelijke invloeden op de gezondheid.Kennelijk vond men een beetje wiskundigdenken een pre, maar ik kreeg wel te verstaandat ik me niet moest verdiepen in de statis­tische methoden! Het ging om de logistiek vanzulk onderzoek.

In die eerste baan raakte ik steeds meergeïnteresseerd in gezondheid en ziekte. Maarik miste wel het "hands­on" statistisch analy­seren van gegevens, zoals ik dat voor mijnafstudeerwerk had gedaan. Bij toeval kreeg ikde kans om te werken met de gegevens van heteerste grootschalige longitudinale onderzoeknaar de gezondheid van ouderen, dat in 1955door TNO was gestart en tot 1975 longitudi­naal werd voortgezet. Met een subsidie vanwat toen nog heette de Nederlandse Organisa­tie voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek,kon ik een oude hobby van stal halen: hetvoorspellen van de overlevingsduur. Nu nietvan wiskundestudenten, maar van bejaarden.Met dit onderzoek werd de basis gelegd voormijn proefschrift, waarop ik, na eerst anderhalfjaar bij het National Institute on Ageing in deVerenigde Staten te hebben gewerkt, in 1989promoveerde.

Nu zijn alle ingrediënten voor mijn huidigewerk al de revue gepasseerd: longitudinaal on­derzoek, gezondheid in bredere sociale con­text, ouderen, en andere landen. In 1989 kreegik het aanbod om voor het toenmalige mini­sterie van Welzijn Volksgezondheid en Cultuur(WVC) te inventariseren of een multidiscipli­nair, longitudinaal onderzoek naar zelfstandigfunctioneren van ouderen in Nederland zinvolwas en zo ja, waar dat het beste uitgevoerd zoukunnen worden. Aan de Vrije Universiteit ble­ken de beste aansluitingsmogelijkheden voorzulk onderzoek. Het ministerie van WVC gafeen langlopende subsidie vanuit het inzicht dateen dergelijke onderneming te vergelijken wasmet een infrastructureel project als het bouwenvan een brug, waardoor ook voor een periodevan 10 jaar geld werd gereserveerd. Zelfmocht ik aan de slag om dit onderzoek op tezetten.

Sinds het jaar 1991 werk ik met onveranderdplezier als wetenschappelijk directeur van de

Longitudinal Aging Study Amsterdam, een on­derzoek bij intussen ruim 4000 ouderen in drieregio's van Nederland met driejaarlijksevervolgmetingen (www.lasa­vu.nl). De oudstedeelnemer is intussen 101 jaar, terwijl desteekproef aan de "onderkant", vanaf 55 jaar,regelmatig wordt aangevuld. Dit maakt hetmogelijk om steeds nieuwe generaties van"jongere ouderen", bij welke groep ikzelfintussen behoor, te vergelijken. Heel relevantin deze tijd van omhoogschietende pensioen­leeftijd! Maar ook de groeiende groep heeloude mensen in onze samenleving maakt hetonderzoek relevant: hoe leven zij, hoe passenzij zich aan problemen met hun gezondheidaan, wat hebben zij daarvoor nodig?

Het uitvoeren van longitudinaal onderzoekvereist een grote mate van continuïteit. Nietalleen wat betreft de deelname van de onder­zochten en de meetinstrumenten (als je dieverandert kun je geen verandering meten!),maar ook wat betreft de onderzoekers van­wege de opgebouwde know­how. Dit klinktmisschien saai, maar het tegendeel is waar: erzijn steeds nieuwe vraagstellingen, nieuwesubsidies, aanvullende dataverzamelingen,nieuwe samenwerkingspartners ook in anderelanden, en natuurlijk een hele rij promovendi.Het is vooral bij de begeleiding van de promo­vendi dat ik dankbaar van mijn wiskundigebagage gebruik kan maken.Ida: Omdat ik (in 1978) afgestudeerd was inde mathematische statistiek bleek ik aantrek­kelijk te zijn als docent aan de lerarenopleidingVL­VU in Amsterdam. Ik gaf daar statistiek enwaarschijnlijkheidsrekening, maar ook lineairealgebra en analyse. Maar na een jaar kwamener prognoses over afname van aantal studentenin de exacte vakken (toen begon het dus al) enleek het erop dat de staf moest inkrimpen vol­gens de regel: last in­first out.

Ik werd aan de VU organisator van eenlezingencyclus in "Wetenschap & Samen­leving" voor bètastudenten en na een paar jaarkon ik een promotieonderzoek beginnen in dewetenschapsgeschiedenis. Mijn sluimerendehistorische interesse was toen al aan hetontwaken middels het volgen van een avond­opleiding in de geschiedenis. Ik koos alspromotieonderwerp: statistiek in Nederland inde negentiende eeuw.

Het was voor mij verbijsterend toen ik erachter kwam dat er in Nederland al in 1857een "Vereenigingvoor de Statistiek"was opgericht, diespoedig een bloeiendbestaan leidde, maardat statistiek in datgezelschap iets vol­komen anders wasdan waarmee ik sta­tistiek associeerde.Statistiek waren voor

Wiskundepromoties

G. IacobelliMetastates, non­Gibbsiannessand phase transitions: a strollthrough statistical mechanicsPromotores C. Kuelske,A.C.D. van Enter 10­02­2012

M. YounasScalable Parallel PoissonSolvers for CFD ProblemsPromoteres A.E.P. Veldman,H.L. Trentelman 24­02­2012

J. TolboomThe potential of a classroomnetwork to support teacherfeedbackPromotor H.W. Broer15­06­2012

X. LiuThe discontinuous Hopf­trans­versal system and its geometricregularizationPromotor H.W. Broer22­02­2013

3

vereniging hadden kwamen helemaal geenformules voor en zelfs maar spaarzaam getal­len. Statistiek was een systematische beschrij­ving van een staatkundige eenheid. Het vakge­bied werd vanaf de achttiende eeuw onder dienaam in Duitsland gedoceerd en was bestemdom toekomstige bestuurders en ambtenaren ophun latere taak voor te bereiden. Nederlandwas er snel bij: in 1806 werd Adriaan Kluit inLeiden hoogleraar in de statistiek. Voor juris­ten was dit vak verplichte kost. In Groningenwerd Otto van Rees in 1859 aan de juridischefaculteit benoemd tot hoogleraar in de statis­tiek, maar hij werd tevens hoogleraar in hetstaatsrecht, volkenrecht en staathuishoud­kunde. Er was in Nederland één wiskundigedie zich met statistiek bezighield, Rehuel Lo­batto, maar die moest, zowel in de toenmaligestatistische als de wiskundige wereld, tegen destroom oproeien.

Na mijn promotie in 1989 had ik het gelukdat ik aan de VU een vaste aanstelling in dewetenschapsgeschiedenis kreeg. Ik ben metoen in de geschiedenis van de genetica gaanverdiepen. Dat begon met studie van deGroningse Tine Tammes. Zij werd in 1919 inNederland de eerste hoogleraar met eenleerstoel in de genetica en de eerste vrouwe­lijke hoogleraar in Groningen. U kunt eenschilderij van haar bewonderen in de Senaats­zaal van het Groningse Academiegebouw. Zijwist, mede door haar samenwerking met debekende Groningse sterrenkundige Kapteyn,de Mendeliaanse genetica een stapje verder tebrengen door het gebruik van mooie data (al­lerlei metingen aan vlas) en een meer­probabi­listische benadering dan haar collega­geneticideden.

In mijn zoektocht naar informatie over haarvond ik in de Groningse universiteitsbiblio­theek ruim 400 brieven van de vermaardeAmsterdamse botanicus en geneticus Hugo deVries. Die brieven had Hugo de Vries geschre­ven naar zijn vriend en collega Jan WillemMoll, die tevens de leermeester van TineTammes was. De pers sprong bovenop dezevondst met onder meer de kop "Herontdekkerherontdekt". Hugo de Vries is namelijk eenvan de zogenaamde herontdekkers van de wet­ten van Mendel in 1900. Hij schreef in diebrieven onder meer over Tine Tammes, bij­voorbeeld reageerde hij op het verzoek vanMoll in 1898 of Tammes een poosje bij DeVries op het laboratorium kon komen werkenmet: "ik heb wel erg veel bezwaren tegen uwvoorstel, maar als u het wilt zal ik het natuur­lijk doen." terwijl Moll al had geschreven datze heel zelfstandig kon werken.

Zoals u misschien al hebt begrepen: ik hebme van mathematisch statisticus tot weten­schapshistoricus ontwikkeld en ik geniet ervanom in dit heel andere vakgebied bezig te zijn.Ik moest me een historische benadering eigen

mijn mathematisch­statistische opleiding bledaarnaast zeker een rol spelen. Hierdoor koik, zowel in mijn werk aan de geschiedenvan de statistiek als aan die van de geneticeen originele bijdrage leveren. En verder merik dat ik altijd erg let op de logische struktuuvan een historische redenering. Zou dat oomet mijn wiskundige achtergrond te makehebben?Dorly Deeg ([email protected]) is hoogleraaEpidemiologie van de veroudering aan hVrije Universiteit Medisch Centrum. Zij is, meen Duitse collega, "founding" editor­in­chivan de European Journal of Ageing.Ida Stamhuis ([email protected]) is UHaan de VU en honorary professor aan AarhuUniversity. Ze is editor­in­chief van Centauruhet tijdschrift van de Europese Vereniging vooWetenschapsgeschiedenis.

"Zekerheden in waarnemingen",een recensie van Aernout van Enter

Zekerheden in waarnemingen: Natuurwetenschappelijke ontwikkelingen rond 1900. Uigeverij Verloren. Redactie Jan GuichelaaGeorge B. Huitema en Hylkje de Jong, 2012.

Deze recensie is eerder verschenen in hNieuw Archief voor de Wskunde. Met tostemming geven we deze hier nogmaals weerObe Postma (1868­1963) is de meeste lezevan de Bernoulli Gazet waarschijnlijk niet onauwelijks bekend, tenminste als ze geeFriese connecties hebben, ook al is er recein het Nieuw Archief voor de Wiskunde eeartikel over hem verschenen (NAW 5/1198­202, 2011). Hij dankt zijn grootste roeniet zozeer aan zijn wetenschappeijke prest

Page 4: Bernoulli Gazet - University of Groningen · 2018-03-01 · hulme Trust to write a scientific biography of Henri Poincaré, which has been published by Princeton University Press

ties, maar aan zijn dichterschap en zijn volks­kundige artikelen over Friesland. Er bestaat

speelde zeker mee in de wetenschappelijkeeredivisie van zijn tijd. Het lijkt onvoorstel­

s tedis­

chapr­di­een

uur­doorh inedenteynoverals­aar­

enost­sta­en

doorlij­

lfdeiniesteleeen­be­aar­om­stenvan

spijt, eneenctu­om­

nsi­mendelsrok­r.gon­kan­denspro­met

in

Boeken voor VietnamDe afgelopen jaren zijn diverVietnamese wiskundigen geprmoveerd met een in Groninggeschreven proefschrift in de wkunde, bijvoorbeeld Nguyen AKhuong (2008), Ha Binh Mi(2009) en Le Quang Thu(2013). Twee van hen volgden evooropleiding aan Quy NhUniversity in Vietnam. De bibltheek van deze universiteit bliover veel ruimte te bezitten, matot nu toe staan daar nauwelijwiskundeboeken.Op initiatief van Marius van dPut verandert dat binnenkort:families van twee recent overledwiskundehoogleraren (Jan de Boen Erik Thomas) stelden ru1100 boeken ter beschikking,diverse Groningse collega's vulddat aan met in totaal nog een klne 900 boeken. Op kosten vQuy Nhon University is deze clectie eind januari 2013 van Grningen naar Rotterdam vervoeVan daaruit vertrekt in de tweeweek van februari een containschip naar Quy Nhon, met als heklein deel van de enorme ladiongeveer drie kubieke meter boken. Volgens de planning zal eimaart alles op de plaats van bstemming zijn. We verwachtdan zeker wat digitale foto's veen paar goedgevulde boekenkaten uit Vietnam!

4

een Obe Postma­prijs voor literaire vertaling­en van de provincie Friesland, en ook eenObe Postma "selskip" (genootschap) en eendaaraan verbonden website. Het meeste vanhet werk waarop zijn reputatie berust, ver­richtte hij evenwel na zijn pensionering. Hijwas gedurende veertig jaar (1894­1933)werkzaam als wiskundeleraar aan de Rijks­HBS te Groningen, na gepromoveerd te zijnbij Van der Waals, de Nobelprijswinnaar. InGroningen was hij actief lid van het lokaleNatuurkundig Genootschap, waar hij lezingenhield, hij publiceerde een aantal wetenschap­pelijke artikelen, bewerkte schoolboeken, enwas een gerespecteerd lid van de ontwikkeldeGroningse burgerij.

Het naar hem vernoemde genootschap or­ganiseerde vorig jaar een studiedag over denatuurwetenschappelijke aspecten van Post­ma, waarvan de lezingen nu gebundeld zijn.Ze geven een mooi tijdsbeeld van het intel­lectuele leven in die Groningse periode. Per­soonlijk apprecieerde ik met name de stukkenvan Jan Guichelaar over Postma en de statis­tische mechanica, van Martinus van Hoornover Postma als wiskundeleraar aan de Rijks­HBS te Groningen, en van Anne Kox over debloei van de Nederlandse wetenschap in de"tweede Gouden Eeuw" (die vaak aan dedoor Thorbecke gestichte HBS wordt toege­schreven, onderwijshervormingen kunnenook positieve gevolgen hebben...).

De artikelen die Postma schreef omtrentde statistische mechanica, zoals Boltzmanndie ontwikkeld had, en met name dat over deafleiding van de tweede hoofdwet en Boltz­mann's H­theorema en over het gebruik vaneen coarse­grained entropiebegrip, in eenversie geintroduceerd door Poincare, lijkennog steeds hun waarde behouden te hebben.Drie ervan werden vermeld in het klassiekeoverzichtsartikel van het echtpaar Paul enTatiana Ehrenfest en de omschrijving vanGuichelaar maakte me nieuwsgierig naar dedetails. Dat de afleiding van irreversibel ge­drag in het Boltzmann programma de gemoe­deren nog steeds bezig houdt kon deNAW­lezer recent nog zien bij de discussietussen Redig en Van Kampen (NAW 5/12134­140, en 240).

De positie van leraren aan gymnasia envooral aan de toen nog vrij jonge HBS'en wasonvergelijkelijk met heden ten dage. Menighoogleraar kwam op zijn leerstoel na eenaantal jaren onderwijs gegeven te hebben opmiddelbare scholen, en van een kloof tussenuniversiteit en middelbaar onderwijs was toenveel minder sprake dan nu.

Ook Obe Postma was een gerespecteerdleraar, die zeker de eerste jaren zijn vak opniveau bijhield, publiceerde, en correspon­deerde met grootheden als Lorentz en Korte­weg. Hij was dan wel geen grote ster, maar

baar hoe vaak dat toen voorkwam, en deonvoorstelbaarder in een periode waar decussie binnen de wiskundige gemeenserover gaat of een universitair bacheloploma voldoende zou moeten zijn vooreerstegraads lesbevoegdheid.

Als houder van lezingen voor het Natkundig Genootschap (beschrevenGuichelaar en Huitema) bevond hij zicgoed gezelschap, van Groningse groothals de sterrenkundigen De Sitter en Kapen de psycholoog Heymans (waarDouwe Draaisma een artikel bijdraagt),ook van fameuze bezoekers van elders, wonder de fysici Ehrenfest, SommerfeldLorentz en de bioloog Hugo de Vries. Pma's ideeen en bijdragen over kansen entistiek (beschreven door Klaas Nevels)neokantiaanse filosofie (beschrevenHerman Paul) boeiden me maar matig, enken flink verouderd te zijn geraakt. Hetzegeldt ook wel een beetje voor zijn opover het meten, metrologie, fundamenversus afgeleide grootheden, de rol vanheden, dimensieanalyse en dergelijke,schreven door Jaap Smit, al had Postma dover ook wel iets zinnigs te melden. Smige auteurs hebben Postma's Friese tek­met name uit zijn gedichten­ voorzieneen vertaling, andere hebben dat tot mijnnagelaten.

Ik heb het boek met plezier gelezenkan het ieder aanbevelen als portret vantijdperk, en ook van de toenmalige intelleele omgeving en de toenmalige onderwijsstandigheden in Nederland.Peter Arendz gepensioneerdIn November 2012 is Peter Arendz met peoen gegaan. Hij was een lange tijd samet Jurjen Bokma, Harm Paas (inmidook gepensioneerd), en Kees Visser betken bij de ondersteuning in de ICT secto

Na de middelbare school is Peter benen als economie student. Hij heeft hetdidaatsexamen economie behaald en tijdie studie al kennis gemaakt met hetgrammeren in ALGOL en het werkenponskaarten. Na een vijfjarig verblijfSchotland keerde hijterug naar Gronin­gen om zich in filo­sofie en logica, en inde algemene taalwe­tenschappen te ver­diepen. Na het beha­len van het kandi­daatsexamen filoso­fie was zijn eerstebaan van 1982­1984bij Sociologie waarhet programmeren Peter Arendz

seo­enis­n

nhanenonio­jktarks

erdeener

imenenei­anol­o­rd.deer­el

nge­nde­enans­

Page 5: Bernoulli Gazet - University of Groningen · 2018-03-01 · hulme Trust to write a scientific biography of Henri Poincaré, which has been published by Princeton University Press

ties, maar aan zijn dichterschap en zijn volks­kundige artikelen over Friesland. Er bestaateen Obe Postma­prijs voor literaire vertaling­en van de provincie Friesland, en ook eenObe Postma "selskip" (genootschap) en eendaaraan verbonden website. Het meeste vanhet werk waarop zijn reputatie berust, ver­richtte hij evenwel na zijn pensionering. Hijwas gedurende veertig jaar (1894­1933)werkzaam als wiskundeleraar aan de Rijks­HBS te Groningen, na gepromoveerd te zijnbij Van der Waals, de Nobelprijswinnaar. InGroningen was hij actief lid van het lokaleNatuurkundig Genootschap, waar hij lezingenhield, hij publiceerde een aantal wetenschap­pelijke artikelen, bewerkte schoolboeken, enwas een gerespecteerd lid van de ontwikkeldeGroningse burgerij.

Het naar hem vernoemde genootschap or­ganiseerde vorig jaar een studiedag over denatuurwetenschappelijke aspecten van Post­ma, waarvan de lezingen nu gebundeld zijn.Ze geven een mooi tijdsbeeld van het intel­lectuele leven in die Groningse periode. Per­soonlijk apprecieerde ik met name de stukkenvan Jan Guichelaar over Postma en de statis­tische mechanica, van Martinus van Hoornover Postma als wiskundeleraar aan de Rijks­HBS te Groningen, en van Anne Kox over debloei van de Nederlandse wetenschap in de"tweede Gouden Eeuw" (die vaak aan dedoor Thorbecke gestichte HBS wordt toege­schreven, onderwijshervormingen kunnenook positieve gevolgen hebben...).

De artikelen die Postma schreef omtrentde statistische mechanica, zoals Boltzmanndie ontwikkeld had, en met name dat over deafleiding van de tweede hoofdwet en Boltz­mann's H­theorema en over het gebruik vaneen coarse­grained entropiebegrip, in eenversie geintroduceerd door Poincare, lijkennog steeds hun waarde behouden te hebben.Drie ervan werden vermeld in het klassiekeoverzichtsartikel van het echtpaar Paul enTatiana Ehrenfest en de omschrijving vanGuichelaar maakte me nieuwsgierig naar dedetails. Dat de afleiding van irreversibel ge­drag in het Boltzmann programma de gemoe­deren nog steeds bezig houdt kon deNAW­lezer recent nog zien bij de discussietussen Redig en Van Kampen (NAW 5/12134­140, en 240).

De positie van leraren aan gymnasia envooral aan de toen nog vrij jonge HBS'en wasonvergelijkelijk met heden ten dage. Menighoogleraar kwam op zijn leerstoel na eenaantal jaren onderwijs gegeven te hebben opmiddelbare scholen, en van een kloof tussenuniversiteit en middelbaar onderwijs was toenveel minder sprake dan nu.

Ook Obe Postma was een gerespecteerdleraar, die zeker de eerste jaren zijn vak opniveau bijhield, publiceerde, en correspon­deerde met grootheden als Lorentz en Korte­weg. Hij was dan wel geen grote ster, maar

speelde zeker mee in de wetenschappelijkeeredivisie van zijn tijd. Het lijkt onvoorstel­baar hoe vaak dat toen voorkwam, en des teonvoorstelbaarder in een periode waar de dis­cussie binnen de wiskundige gemeenschaperover gaat of een universitair bachelor­di­ploma voldoende zou moeten zijn voor eeneerstegraads lesbevoegdheid.

Als houder van lezingen voor het Natuur­kundig Genootschap (beschreven doorGuichelaar en Huitema) bevond hij zich ingoed gezelschap, van Groningse groothedenals de sterrenkundigen De Sitter en Kapteynen de psycholoog Heymans (waaroverDouwe Draaisma een artikel bijdraagt), als­ook van fameuze bezoekers van elders, waar­onder de fysici Ehrenfest, Sommerfeld enLorentz en de bioloog Hugo de Vries. Post­ma's ideeen en bijdragen over kansen en sta­tistiek (beschreven door Klaas Nevels) enneokantiaanse filosofie (beschreven doorHerman Paul) boeiden me maar matig, en lij­ken flink verouderd te zijn geraakt. Hetzelfdegeldt ook wel een beetje voor zijn opiniesover het meten, metrologie, fundamenteleversus afgeleide grootheden, de rol van een­heden, dimensieanalyse en dergelijke, be­schreven door Jaap Smit, al had Postma daar­over ook wel iets zinnigs te melden. Som­mige auteurs hebben Postma's Friese teksten­met name uit zijn gedichten­ voorzien vaneen vertaling, andere hebben dat tot mijn spijtnagelaten.

Ik heb het boek met plezier gelezen, enkan het ieder aanbevelen als portret van eentijdperk, en ook van de toenmalige intellectu­ele omgeving en de toenmalige onderwijsom­standigheden in Nederland.Peter Arendz gepensioneerdIn November 2012 is Peter Arendz met pensi­oen gegaan. Hij was een lange tijd samenmet Jurjen Bokma, Harm Paas (inmiddelsook gepensioneerd), en Kees Visser betrok­ken bij de ondersteuning in de ICT sector.

Na de middelbare school is Peter begon­nen als economie student. Hij heeft het kan­didaatsexamen economie behaald en tijdensdie studie al kennis gemaakt met het pro­grammeren in ALGOL en het werken metponskaarten. Na een vijfjarig verblijf inSchotland keerde hijterug naar Gronin­gen om zich in filo­sofie en logica, en inde algemene taalwe­tenschappen te ver­diepen. Na het beha­len van het kandi­daatsexamen filoso­fie was zijn eerstebaan van 1982­1984bij Sociologie waarhet programmeren

bij de statistiek ondersteund moest worden. schafte. Hij heeft

nnate­ergfnj­0rs­

s­e.erikstetee,

it1a­e),s.fi­­

isetarnd­dniek­

e­s­ar

Agendamaandag 18 maart 2013

Johann Bernoulli lezingJeremy GrayAcademiegebouw, 19:30ubernoulli.math.rug.nl

zaterdag 10 mei 2014Wiskunde reünieBernoulliborgrug.nl/research/jbi

13 ­ 15 juni 2014Alumniweekend RUG 400Binnenstad Groningenwww.facebook.com/rug400

7 ­ 11 juli 2014International Symposium onMathematical Theory ofNetworks and Systems(MTNS 2014)Academiegebouw Groningenfwn06.housing.rug.nl/mtns2014

Alumni op LinkedInSpeciaal voor de alumni wiskundeis er een LinkedIn groep:

"Alumni Wiskunde enTechnische WiskundeRijksuniversiteit Groningen"http://linkd.in/XEijsD

Sluit u allen aan.

5

Daarna volgde een lange tijd bij Ruimte­onderzoek in Paddepoel waar gewerkt werdaan een kaart van de hemel in het infraroodop basis van de gegevens van de mede­Nederlandse kunstmaan IRAS (VS, VK, NL).In 1993 werd de overstap naar Wiskunde enInformatica gemaakt. Harm Paas was hem aleerder voorgegaan in de overgang vanRuimteonderzoek naar W&I. Eerst was Peteruitsluitend betrokken bij de practicumvoor­zieningen (WING domein!). Allengs werdzijn taak algemener van aard, vooral toen inhet kader van een verbetering van de dienst­verlening Harm Paas en Jurjen Bokma naarhet rekencentrum werden overgeheveld (KeesVisser was al eerder die richting uitgegaan)en Peter als enige locale ondersteuning vanuithet rekencentrum bij ons gestationeerd was.In November heeft het instituut afscheid vanPeter genomen en hem bedankt voor zijninzet. Wij wensen Peter alle goeds toe.Afscheid Konstantinos Efstathioudoor Henk BroerBegin 2013 hebben we afscheid genomen vanKonstantinos Efstathiou die vanaf 2005onderzoeker is geweest bij de groep Dynami­sche Systemen & Mathematische Fysica. Hijvertrok met zijn vrouw Lingyun Yu en hunzoon George naar China waar hij inmiddelsbegonnen is aan een mooie, nieuwe betrek­king aan de Xi'an Jiaotong­Liverpool Univer­siteit, te Suzhou. Konstantinos was eerder aande Université du Littoral te Duinkerken ge­promoveerd op een proefschrift Metamor­phoses of Hamiltonian Systems with Symme­tries, onder leiding van Boris Zhilinskii,Dmitri Sadovskii en Richard Cushman. Ditproefschrift handelt over het niet­triviaal zijnvan torus bundels waarbij hij het nieuwe be­grip fractionele monodromie introduceert.Deze onderzoekslijn is hij gedurende zijnGroningse verblijf verder blijven ontwikke­len. Daarnaast is Konstantinos diepgaand be­trokken geweest bij een drietal gevallen vanpromotie­onderzoek. Dit betrof Easwar NagaSubramanian (gepromoveerd 2008), OlgaLukina (2008) en Xia Liu (2013) In al dezegevallen trad hij ook op als co­auteur bij debijbehorende publicaties. Voor een overzichtdaarvan, zie www.mendeley.com/profiles/konstantinos­efstathiou/

Konstantinos' Groningse functie bestondin eerste instantie uit de ondersteuning vanHenk Broer die optrad als directeur van eennationaal onderzoekscluster, gefinancierdmiddels NWO en later van het JohannBernoulli Instituut. Behalve het waarnemenvan colleges verrichtte hij ook veel werk aanhet ontwikkelen van de website, posters voorworkshops en aanverwante zaken. Hierinwerkte hij onder meer nauw samen met TiniRoek, die secretariële ondersteuning ver­

ook de nodige, fraaieposters ontworpenvoor de in zijn tijdgehouden JohannBernoullilezingen enhij verzorgde veleillustraties voor arti­kelen en boeken. Alslid van de groep DS& MF was hij verderorganisator van hetDynamics Seminarwaar de groepsledenen gasten regelmatig voordrachten houdeover hun werk, vaak als dry run voor eeconferentie­voordracht elders.

Persoonlijk prijs ik mij gelukkig dKonstantinos zo lang in mijn naaste omgving heeft gewerkt. Trots ben ik onder meop onze gezamenlijke productie:K. Efstathiou and H.W. Broer, Uncoverinfractional monodromy. Preprint University oGroningen, 2011, die een verband legt tussefractionele monodromie en het oorspronkelike monodromie­begrip zoals dat rond 198geintroduceerd werd door de UtrechteRichard Cushman en Hans Duistermaat. Centraal in dit artikel is het begrip overdekkingruimte en de bijbehorende dek­symmetriVoor een indruk zie www.math.rug.nl/ ~broonder `Selected Publications'. Tenslotte wilnog zeggen dat Konstantinos een uitercharmante en loyale persoon is, die we mpijn in het hart laten gaan. Ik verheug mechter op een voortzetting van een collegialvruchtbare samenwerking.Herstructurering onderwijsorgansatie FWN, door Gert VegterDe onderwijsorganisatie van de FaculteWiskunde en Natuurwetenschappen is perjanuari 2013 ingrijpend gewijzigd. Alle bcheloropleidingen zijn ondergebracht bij dUndergraduate School of Science (USSwaarvan prof.dr. Theo Elzenga directeur iDaarnaast bestaat de Graduate School oScience (GSS), waaronder de masteropledingen en de opleidingstrajecten van promovendi ressorteren. Directeur van de GSSprof.dr. Gert Vegter, tevens werkzaam bij hJohann Bernoulli Instituut als hoogleraMeetkunde.

De ondersteuning van het bachelor­ emasteronderwijs van FWN is geconcentreerin een facultair centrum met de naam Education Support Center (ESC), met als hoofdrs. Evert Deelstra. Dit centrum zal wordegehuisvest in de Bernoulliborg, op de locatwaar tot de zomer van 2012 de bibliotheevan FWN was gehuisvest. Met de verbouwing van deze locatie moet nog een start gmaakt worden. Naar verwachting zal de huivesting van dit centrum per 1 september kla

KonstantinosEfstathiou

Page 6: Bernoulli Gazet - University of Groningen · 2018-03-01 · hulme Trust to write a scientific biography of Henri Poincaré, which has been published by Princeton University Press

zijn, en dan een 'eerstelijns' balie vormenvoor alle studenten van de FWN­opleidingen

worden, lijkt daarbij een onderwerp waaroverbiologen en wiskundigen nog maar eens va­

013van

rtue­inXolenkun­bie­cho­on­

euntat ersuc­bendit

ma­be­nde

. DitWOana­erg

gaatld in. Ertiek,dulePer

n deoles,

ge­ook, enver­tas­arnaolenakengent deWDaastgen

doorannTop

ruarien).eva­leer­klashet

ssenkrij­

ColofonBernoulli Gazet is een uitgave vandiscipline Wiskunde van het JohanBernoulli Instituut voor WiskundeInformatica van de RijksuniversiteGroningen.ADRESWIJZIGINGEN kunt u doorgevaan Ineke Kruizinga, Nijenborgh 99747 AG Groningen. E­mailp.j.kruizinga­[email protected]: Henk de Snoo,

George HuitemaLAYOUT: Igor HoveijnADRES: Bernoulli GazetAfdeling WiskundeNijenborgh 9Postbus 4079700 AK GroningenTEL: 050­3633977FAX: 050­3633800E­MAIL: [email protected],

[email protected]: http://www.rug.nl/wiskunde

6

op het Zernikecomplex. Het bevat dan ookwerkplekken voor de studie­adviseurs, de op­leidingscoordinatoren en de onderwijsbu­reaus. Met deze nieuwe organisatie wordteen betere dienstverlening aan de studentenbeoogd. Studieadviseurs zullen elkaar zonodig kunnen vervangen, zodat de dienstver­lening niet onderbroken hoeft te worden bijgrote drukte of in geval van langdurige afwe­zigheid van een studieadviseur. Daarnaastzullen alle opleidingen een beroep kunnendoen op meer specialistische expertise, bij­voorbeeld op het gebied van accreditatie vanopleidingen.

Met deze herstructurering komt een eindeaan de acht jaar geleden ingevoerde TRIPOS­structuur, en zijn de voormalige opleidingsin­stituten voor Natuurwetenschappen & Tech­nologie (ONT), Informatica & Cognitie(OIC) en Levenswetenschappen (OLW) op­geheven. Voor de onderwijsprogramma's, zo­als de curricula van de bachelor­ en master­opleidingen Wiskunde en Technische Wis­kunde, heeft deze herstructurering geen ge­volgen. Inhoudelijk kunnen alle studentenblijven rekenen op hoogwaardig wetenschap­pelijk onderwijs in alle bij FWN onderge­brachte disciplines.Docentendag 2012door Jaap TopTraditioneel op de laatste dinsdag voor kerst,werd op 18 december 2012 de jaarlijkse wis­kunde docentendag gehouden in ons instituut.Met ruim 50 belangstellenden kunnen weterugzien op een geslaagde dag. Jan vanMaanen nam de openingslezing voor zijn re­kening. Hij ging in op het middelbare schoolvak Wiskunde D: diverse scholen bieden ditvak niet eens aan, er bestaat geen centraalschriftelijk eindexamen voor, en geen enkelevervolgopleiding eist het vak als verplichtevoorkennis. Toch is het juist dit vak waar be­tere leerlingen meer uitdaging vinden en waarveel interessante onderwerpen aan de ordekomen. In 2012 is de RUG begonnen met eenwebklas Wiskunde D. Hoe dit in z'n werkgaat, maar ook in hoeverre dit juist een extraaanleiding zou kunnen zijn voor schoolleidin­gen om maar geen docenten voor WiskundeD in te roosteren, kwam aan de orde in VanMaanens voordracht.

De slotlezing werd verzorgd door biologeCharlotte Hemelrijk. Zij houdt zich bezig metde bewegingen die waargenomen worden inbijvoorbeeld scholen vissen en zwermen vo­gels. Met verrassend eenvoudige wiskundigemodellen zijn deze bewegingen te simuleren,en dat ziet er bijzonder realistisch uit. In hoe­verre binnen de gebruikte modellen eigen­schappen die in de praktijk worden waarge­nomen ook echt wiskundig bewezen kunnen

ker contact moeten hebben.Doe Wiskunde D met de R­U­GJan van MaanenSinds het begin van de cursus 2012­2volgen ongeveer 30 leerlingen uit klas 4zes VWO­scholen Wiskunde D in een vile klas, die vanuit het project Science Lvan de RUG wordt ondersteund. De schvinden zelf het aantal leerlingen dat Wisde D kiest te klein om het als vak aan teden. Door samen te werken brengen de slen de benodigde inzet van de docent totgeveer een vijfde terug. De RUG onderstdit initiatief omdat uit onderzoek blijkt deen sterke correlatie bestaat tussen studieces in de bètavakken en het gevolgd hebvan Wiskunde D. Waarschijnlijk heeftweinig met de inhoud van Wiskunde D teken en meer met de eigenschappen van detreffende studenten, die ook zonder WiskuD wel goede bèta's zouden zijn gewordenneemt niet weg dat studenten die in het Valleen Wiskunde B gedaan hebben, metlyse en een beetje meetkunde wel eeneenzijdige voorkennis hebben.

Doe Wiskunde D (of kortweg DWD)als volgt in zijn werk. Het jaar is verdeezes blokken van zes weken (`modulen')zijn drie modulen kansrekening en statiseen module vectormeetkunde, een morijen en reeksen en een module logica.module verzorgt een docent van een vadeelnemende scholen elke week een videdie via internet te zien is, via de leeromving Nestor van de RUG. Nestor deeltmee welke oefenopgaven er die week zijnwelke ingeleverd kunnen worden. Inlewerk en toetsen worden door een studensistent van Science LinX nagekeken, wade docenten van de deelnemende schvoor hun leerlingen de cijfers vaststellen.

Om de leerlingen kennis te laten mmet het team van de RUG, met de leerlinen docenten van de andere scholen en mewiskunde als wetenschap, organiseert Dook drie DWD­middagen in Groningen. Nkennismaking en uitwisselen van ervarinmet DWD is er een masterclass verzorgdeen van de wiskundigen van het JohBernoulli Instituut (in oktober 2012 Jaapover vermoedens en bewijzen en in feb2013 Ernst Wit over toetsen van hypothes

Hoewel we dit eerste jaar nog zullenlueren, tekent zich wel af dat er zoveellingen in klas 5 willen verder gaan en in4 opnieuw willen beginnen, dat DWD involgende cursusjaar met twee virtuele klaverder gaat. Nadere informatie is te vergen bij de coöordinator:[email protected]

denenit

en,