Beroepscompetentieprofiel: Trappenmaker · 2017. 11. 27. · bij het machinaal houtbewerken als bij het opsluiten en (af-) monteren van diverse producten. • De trappenmaker is verantwoordelijk

Beroepscompetentieprofiel: Trappenmaker Algemene informatie

datum: 2 februari 2005

versie: 1

Onder regie van kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven

Stichting Hout & Meubel

Ontwikkeld door: Stichting Hout & Meubel, afdeling Ontwikkelcentrum

Brondocument(en) Beroepsprofielen in de timmerindustrie (Dijk 12, Beleidsonderzoek, 2001)

Legitimering beroepscompetentieprofiel:

- op format vereisten - op de inhoud

Stichting Hout & Meubel d.d. 2 februari 2005 Bestuur Stichting Scholings- en Werkgelegenheidsfonds Timmerindustrie d.d. 23 mei 2005

Mogelijke functiebenamingen − trappenmaker − ambachtelijk trappenmaker − werkplaatstimmerman

1

Inhoud 1. Beroepsbeschrijving ........................................................................................... 3 2. Trends/innovaties ............................................................................................... 7 3. Kerntaken van het beroep .................................................................................. 9 4. Kernopgaven van het beroep ............................................................................ 15 5. Competentiematrix ........................................................................................... 16 6. Beroepscompetenties ........................................................................................ 17

2

1. Beroepsbeschrijving Beroepscontext/ werkzaamheden

De trappenmaker verricht zijn werkzaamheden bij uiteenlopende bedrijven (zowel klein als middelgroot) in de timmerindustrie, die (ondermeer) trappen vervaardigen. Dit kunnen zowel bedrijven zijn die uitsluitend trappen vervaardigen als bedrijven die naast trappen ook andere producten vervaardigen (bijvoorbeeld kozijnen, ramen, deuren, gevelelementen en dergelijke). Deze bedrijven zijn vaak toeleveranciers voor aannemers, bouwbedrijven of andere bedrijven in de timmerindustrie, maar een deel van de bedrijven levert ook aan particulieren. De trappenmaker wordt vooral aangetroffen bij bedrijven die ‘unieke of specialistische’ trappen vervaardigen (maatwerk). Bij bedrijven die standaard trappen vervaardigen en seriematig produceren zijn de verschillende taken en werkzaamheden van de trappenmaker vaak verdeeld over meerdere en verschillende medewerkers, zoals machinaal houtbewerker en montagemedewerker. Binnen het bedrijf is de trappenmaker werkzaam in de werkplaats. Bij bedrijven die naast trappen ook andere producten vervaardigen, is de trappenmaker werkzaam op een aparte afdeling trappen in de werkplaats. Sommige trappenmakers verrichten ook werkzaamheden op locatie (plaatsen en stellen van trappen). De trappenmaker vervaardigt zelfstandig trappen. De trappenmaker verricht alle voorkomende werkzaamheden en handelingen die nodig zijn voor het vervaardigen van een trap, zowel eenvoudig als complex (o.a. afkorten, zagen, schaven, schuren, frezen, boren). Hiervoor maakt hij gebruik van uiteenlopende conventionele machines en diverse handgereedschappen. In sommige bedrijven worden de werkzaamheden uitgevoerd met CNC-gestuurde machines. De taken en werkzaamheden bestaan uit het vervaardigen van verschillende traponderdelen en het monteren van verschillende traponderdelen tot een geheel product. Bij het werk dat de trappenmaker uitvoert, werkt hij volgens productiegegevens en mondelinge/schriftelijke werkinstructies. De werkzaamheden van de trappenmaker worden uitgevoerd volgens door het bedrijf vastgestelde richtlijnen. De werkzaamheden van de trappenmaker beginnen bij de aanlevering van de werkopdracht, tekeningen en werkinstructies. De werkzaamheden eindigen wanneer de vervaardigde traponderdelen of de gemonteerde trappen gereed zijn gemaakt voor transport naar locatie. Soms monteert, plaatst en stelt de trappenmaker de trap op locatie. De trappenmaker heeft in zijn werk vooral te maken met de leidinggevende in de productie (meewerkend voorman, werkplaats chef) en assisterende collega’s. Daarnaast heeft de trappenmaker te maken met werkvoorbereiders (tekenaars). Bij het plaatsen en stellen van trappen op locatie voert de trappenmaker overleg met klant, opdrachtgever en/of bouwopzichter.

3

Rol en verantwoordelijkheden • De trappenmaker werkt zeer zelfstandig en werkt over het algemeen individueel. Bij het monteren of stellen (op locatie) van grote trappen wordt meestal wel in teamverband gewerkt.

• De trappenmaker is binnen het bedrijf bijna uitsluitend bezig met

het vervaardigen en monteren van trappen. Doordat de trappenmaker meerdere en verschillende technieken toepast en machines kan beheersen, is de trappenmaker binnen de productie van een bedrijf allround inzetbaar. Hij kan zowel worden ingezet bij het machinaal houtbewerken als bij het opsluiten en (af-) monteren van diverse producten.

• De trappenmaker is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn

eigen werk. Hij verricht de eindcontrole van zijn eigen werkzaamheden (maatvoering, bewerkingskwaliteit, beschadigingen). De werkzaamheden van de trappenmaker worden over het algemeen niet gecontroleerd door zijn leidinggevende.

• De trappenmaker is verantwoording schuldig aan zijn direct leidinggevende (voorman, projectleider, bedrijfsleider of directeur).

Complexiteit

• De werkzaamheden kunnen als complex worden omschreven. De trappenmaker maakt vanaf werktekeningen en werkinstructies een compleet product. Hij verricht hiervoor zelfstandig alle benodigde handelingen en moet alle benodigde technieken beheersen. Het vervaardigen van trappen vergt een grote mate van nauwkeurigheid en vakmanschap. Een trap wordt als een moeilijk te vervaardigen product beschouwd. De trappenmaker moet namelijk meerdere en verschillende bewerkingen toepassen en moet in principe met alle voorkomende machines en gereedschappen werken. De werkzaamheden worden verricht binnen de geldende wet-en regelgeving en binnen de door het bedrijf vastgelegde procedures en richtlijnen.

• Binnen het beroepsprofiel treedt enige gradatie in complexiteit op.

De complexiteit van het werk wordt vooral bepaald door de volgende aspecten: o breedte van het takenpakket. Sommige trappenmakers

verrichten naast het vervaardigen en monteren van het product aanvullende werkzaamheden, bijvoorbeeld op het gebied van de werkvoorbereiding of het stellen van trappen op locatie;

o vorm van trap of traponderdelen. Het vervaardigen van trappen met ‘afwijkende’vormen wordt als complexer beschouwd (cilindervormige trappen, wenteltrappen, veel schuine hoeken of het draaien van spijlen);

o typen machines: sommige trappenmakers werken met CNC-gestuurde machines.

• De afbreukrisico’s zijn groot. De afbreukrisico’s worden vooral

bepaald door de volgende aspecten:

4

o lezen van tekeningen en/of werkinstructies; o maken van uitslagen; o bepalen van werkvolgorde; o instellen van machines; o inmeten; o monteren van trappen; o stellen van trappen (op locatie).

• Wanneer er iets fout gaat bij de uitvoering van het werk, heeft dit

vaak gevolgen voor de kwaliteit van het product. Doordat de trappenmaker het hele product zelfstandig maakt, is de kans dat ergens iets fout gaat, ook groter. Afhankelijk van de fase waarin eventuele fouten optreden, betekent dit een (groot) verlies aan materiaal, onderdelen en uren. Het is daarom erg belangrijk dat de trappenmaker voortdurend zijn werkzaamheden controleert.

Typerende beroepshouding

Voor de trappenmaker zijn de volgende houdingsaspecten en capaciteiten van belang om adequaat te kunnen functioneren. • Zorgvuldigheid en nauwkeurigheid: de trappenmaker moet rustig,

bedachtzaam en geconcentreerd kunnen werken omdat er hoge eisen worden gesteld aan de maatvoering en kwaliteit van zijn werk. De nauwkeurigheid en zorgvuldigheid bepalen in grote mate de kwaliteit van het product.

• Zelfstandigheid: de trappenmaker werkt volledig zelfstandig, maar

heeft daarbij wel overleg met leidinggevende in de productie en met de werkvoorbereiding.

• Kwaliteitsbewustzijn: de trappenmaker vervaardigt een compleet

product en is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn eigen werk.

• Communicatieve vaardigheden: de trappenmaker communiceert

veel met leidinggevenden in de productie alsmede met de werkvoorbereiding.

• Sociale vaardigheden en samenwerken zijn van belang voor de

collegialiteit en de sfeer op de werkvloer. Tevens moet de trappenmaker kunnen werken in teamverband. Vooral bij het monteren en/of stellen van de trap kan de Trappenmaker samenwerken met een collega.

• Initiatiefrijkheid: de trappenmaker moet, eventueel in overleg met leidinggevende, zelfstandig beslissingen en nieuwe acties kunnen ondernemen.

• Flexibiliteit is belangrijk om te kunnen omgaan met veranderingen

in het productieproces en werkwijze. Flexibiliteit is mede van belang met het oog op de vereiste inzetbaarheid en allroundheid.

• Signalerend en oplossend vermogen: afwijkingen aan het product

of de machine moet de trappenmaker tijdig kunnen signaleren

5

(indien mogelijk) zelfstandig kunnen verhelpen.

• Besluitvaardigheid: de trappenmaker moet zelfstandig beslissingen kunnen nemen binnen de vastgestelde normen en richtlijnen.

• Leerbereidheid is van belang om de ontwikkelingen op het

vakgebied te volgen en te integreren. Dit houdt onder meer in een bereidheid om zich aanvullend bij te laten scholen.

• Organisatiebewustzijn: de trappenmaker moet zich bewust zijn

van zijn plaats in het productieproces en het belang van zijn werkzaamheden.

• Veilig werken is van belang om zijn gezondheid en die van zijn

collega’s niet in gevaar te brengen. • Klantvriendelijkheid is van belang voor het voeren van overleg

met klanten/opdrachtgevers.

6

2. Trends/innovaties Marktontwikkelingen • Toenemende complexiteit producten en productieproces.

Producten worden steeds complexer door afwijkende vormen en afmetingen (specialistisch en maatwerk). Ook worden bij trappen steeds vaker naast hout andere materialen toegepast (staal). Het vervaardigen van deze andere materialen wordt uitbesteed. Bij het monteren en stellen van de trap, moet de trappenmaker wel met deze materialen werken.

• Verschuiven van nieuw bouw- naar renovatieprojecten.

Er treedt een verschuiving op van nieuwbouwprojecten naar renovatieprojecten. Bij renovatieprojecten komt de nadruk te liggen op het verwijderen en repareren van bestaande trappen in plaats van het stellen en plaatsen van nieuwe trappen.

Wetgeving/ overheidsregulering

• Toenemende wet- en regelgeving. Hierbij gaat het om de wet- en regelgeving met betrekking tot het vervaardigen van het product (bijvoorbeeld Bouwbesluit) en het productieproces (arbo en milieu). Bij de uitvoering van de werkzaamheden moet de hiermee in bepaalde mate rekening houden (vooral ten aanzien van de veiligheid van machines en gereedschappen en traponderdelen).

• Heftruckcertificaat noodzakelijk

Sommige trappenmakers besturen een heftruck voor de aan- en afvoer van hout en materialen. Hiervoor is een heftruckcertificaat verplicht.

• Milieucertificaat noodzakelijk. Een deel van de trappenmakers verft, spuit of lakt onderdelen van de trap. Hiervoor is een milieu certificaat noodzakelijk.

• Toenemend belang VCA-certificaat voor werken op locatie. Voor het verrichten van werkzaamheden op locatie wordt steeds vaker een VCA-certificaat verlangd.

Technologische ontwikkelingen

• Toenemende automatisering van het productieproces. Binnen het productieproces is sprake van een toename van CNC-gestuurde machines. Dit geldt vooral voor bedrijven die reeds deels met CNC-gestuurde machines werken. Door de komst van CNC-gestuurde machines zijn meerdere bewerkingen tegelijkertijd mogelijk. Bovendien neemt de nauwkeurigheid en snelheid toe. Door de komst van CNC-gestuurde machines wordt een deel van de werkzaamheden en handelingen overgenomen door de CNC-machine.

Bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen

Niet van toepassing.

Internationale ontwikkelingen

Niet van toepassing.

7

Loopbaanmogelijkheden • De trappenmaker kan doorstromen naar de functie van meewerkend leidinggevende. De trappenmaker kan ook doorstromen naar de functie van tekenaar of werkvoorbereider bij grote trappenfabrieken.

• De trappenmaker is veelal werkzaam in kleine bedrijven,

waardoor de doorstroommogelijkheden beperkter zijn.

8

3. Kerntaken van het beroep

1. Stelt houtbewerkingmachines en/of elektrische/pneumatische handgereedschappen in.

2. Produceert onderdelen of halfproducten met houtbewerkingmachines en/of

elektrische/pneumatische handgereedschappen.

3. Stelt trappen samen en plaatst trappen. Kerntaak 1 Stelt houtbewerkingmachines en/of elektrische/pneumatische handgereed- gereedschappen in Proces

Input: De trappenmaker verzamelt de instructies, de productiegegevens en de overige gegevens (offerte en aangeleverde gegevens van de opdrachtgever). Verwerking: • Overlegt eventueel met de klant; • Verzamelt eventueel gegevens op locatie; • Bepaalt werkvolgorde en werkwijze; • Stelt productiegegevens samen; • Monteert en controleert de snijgereedschappen die in de machine

moeten worden bevestigd; • Stelt het snijgereedschap af; • Controleert de machine en/of het elektrische/pneumatische

handgereedgereedschap voordat de machine en/of het gereedschap wordt opgestart;

• Stelt de beveiligingen in; • Verricht (kleinschalig) preventief onderhoud, zoals het smeren en

schoonmaken van de machine en/of het elektrische/pneumatische handgereedgereedschap.

Output: Juist ingestelde houtbewerkingmachines en/of elektrisch/ pneumatisch gereedschap waarmee grondstoffen of halfproducten bewerkt kunnen worden.

Rol/verantwoordelijkheden

De trappenmaker is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn eigen werk. Hij werkt zelfstandig.

Complexiteit

De complexiteit van het werk is beperkt. Binnen het beroepsprofiel is wel sprake van enige gradatie in complexiteit. De mate van complexiteit wordt vooral bepaald door: • het type houtbewerkingmachine; • de mate waarin het productieproces is gestandaardiseerd;

9

• vorm van de trap, specialistisch maatwerk of een standaard trap.

Betrokkenen

De trappenmaker heeft te maken met zijn direct leidinggevende, medewerkers op de machinale en/of montage afdeling en eventueel met de opdrachtgever.

(Hulp-)middelen

Voor de werkzaamheden kan de trappenmaker gebruik maken van meetapparatuur, instructies, productiegegevens, CNC-programma’s en diverse gereedschappen. Daarnaast kan hij gebruik maken van voorschriften op het gebied van (kleinschalig) preventief onderhoud en voorschriften op het gebied van kwaliteit, arbo en milieu. Ook maakt hij gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen.

Kwaliteit van proces en resultaat

De trappenmaker moet bij de uitvoering van zijn werkzaamheden rekening houden met de voorschriften en richtlijnen op het gebied van kwaliteit, arbo en milieu. Bij het instellen van de machine houdt hij rekening met de materiaaleigenschappen van de te bewerken grondstoffen en halfproducten.

Keuzes en dilemma’s

• Tijd versus kwaliteit De trappenmaker moet ook onder tijdsdruk nauwkeurig en efficiënt blijven werken. Hij kan in de verleiding komen onzorgvuldiger te gaan werken, wanneer hij ziet aankomen dat de planning niet gehaald wordt. De trappenmaker moet kwaliteit boven kwantiteit laten gaan en problemen met betrekking tot de planning met zijn leidinggevende bespreken.

• Goedkeuren versus afkeuren

De trappenmaker moet een afweging maken wanneer hij een grote serie grondstoffen of halfproducten moet verwerken of hij het snijgereedschap verwisselt of hij het huidige snijgereedschap gebruikt.

• Zelf beslissen versus overleggen

De trappenmaker moet de juiste afweging maken een probleem zelf op te lossen of hierover te overleggen met zijn leidinggevende. Problemen kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op storingen of eventuele gebreken aan machines. Eenvoudige storingen kan hij zelf verhelpen. Bij meer ingewikkelde problemen waarschuwt hij zijn leidinggevende.

• Uitvoeren versus uitstellen

De trappenmaker moet een afweging maken welke (CNC-) machine en/of welk elektrisch/pneumatisch handgereedschap hij gebruikt voor welke bewerking. Het kan voorkomen dat machines bezet zijn of dat een machine stilstaat, vanwege een storing. De trappenmaker moet hierin een afweging maken, gebruik ik een andere machine of wacht ik tot de meest geschikte machine gebruikt kan worden.

10

Kerntaak 2 Bewerkt onderdelen of halfproducten met houtbewerkingmachines en/of

elektrische/pneumatische handgereedschappen. Proces

Input: De trappenmaker beschikt over een volledig en juist ingestelde houtbewerkingmachines en/of elektrische/pneumatische handgereedschappen. Verwerking: • Verzamelt de te bewerken grondstoffen of halfproducten; • Controleert de te bewerken grondstoffen of halfproducten op

kwaliteit; • Verwerkt met de houtbewerkingmachine en/of elektrische/

pneumatische handgereedschappen de grondstoffen of halfproducten;

• Verricht tussentijdse- en eindcontroles van de eigen werkzaamheden;

• Stuurt de machines en elektrische/pneumatische handgereedschappen bij wanneer zich tijdens het productieproces onregelmatigheden voordoen;

• Onderneemt indien nodig actie bij problemen; • Stapelt en merkt de bewerkte grondstoffen en de halfproducten

voor de volgende productiefase. Output: Traponderdelen die in de vereiste kwaliteit zijn vervaardigd en gereed zijn gemaakt voor transport naar locatie.


De trappenmaker is verantwoordelijk voor zijn eigen werk. Hij werkt zelfstandig.

Complexiteit

De complexiteit van het werk is beperkt. Binnen het beroepsprofiel is wel sprake van enige gradatie in complexiteit. De mate van complexiteit wordt vooral bepaald door: • het type houtbewerkingmachine; • de mate waarin het productieproces is gestandaardiseerd; • vorm van de trap, specialistisch maatwerk of een standaard trap.

Betrokkenen

De trappenmaker heeft te maken met zijn direct leidinggevende, andere medewerkers op de machinale afdeling en eventueel medewerkers in de montage.

(Hulp-)middelen

Voor de werkzaamheden kan de trappenmaker gebruik maken van instructies en productiegegevens. Daarnaast kan hij gebruik maken van voorschriften op het gebied van kwaliteit, arbo en milieu. Ook maakt hij gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen en benodigde transportmiddelen.


De trappenmaker moet bij de uitvoering van zijn werkzaamheden rekening houden met de voorschriften en richtlijnen op het gebied

11

van kwaliteit, arbo en milieu.


• Tijd versus kwaliteit De trappenmaker moet ook onder tijdsdruk nauwkeurig en efficiënt te blijven werken. Hij kan in de verleiding komen onzorgvuldiger te gaan werken, wanneer hij ziet aankomen dat de planning niet gehaald wordt. De trappenmaker moet bijvoorbeeld een afweging maken op welke snelheid hij hout door de machine voert. De snelheid van doorvoeren heeft consequenties voor de bewerkingskwaliteit. Sneller doorvoeren levert in kortere tijd meer bewerkte grondstoffen en halfproducten op, maar levert vaak een mindere bewerkingskwaliteit. De trappenmaker moet kwaliteit boven kwantiteit laten gaan en problemen met betrekking tot de planning met zijn leidinggevende bespreken.

• Goedkeuren versus afkeuren

De trappenmaker moet alert zijn op de kwaliteit van het materiaal (het hout kan bijvoorbeeld niet geschikt zijn door te veel vervorming) en op de kwaliteit van de bewerkingen (bijvoorbeeld machineslag). Hij moet kunnen beoordelen of een eventuele afwijking acceptabel is of niet. Als dit niet het geval is moet hij passende maatregelen nemen. Van hem wordt verwacht dat hij een keuze maakt tussen afkeuren of niet en dat hij voorstellen doet voor alternatieve oplossingen.


De trappenmaker moet de juiste afweging maken een probleem zelf op te lossen of hierover te overleggen met zijn leidinggevende. Problemen kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op storingen aan productiemiddelen of afwijkingen aan onderdelen. Eenvoudige storingen en afwijkingen kan hij zelf verhelpen. Bij meer ingewikkelde problemen waarschuwt hij zijn leidinggevende.

12

Kerntaak 3 Stelt trappen samen en plaatst trappen Proces

Input: De trappenmaker werkt met de door hem vervaardigde traponderdelen. Aan de hand van de productiegegevens voert hij de opdracht uit. Verwerking: Voor het samenstellen van trappen en bijbehorende delen van trappen (zoals balustrades) voert de trappenmaker in de werkplaats (of eventueel op locatie) de volgende werkzaamheden uit: • hij monteert de gehele trap en bijbehorende delen van de trap; • hij monteert eventuele toebehoren zoals (antislip)strippen en

tijdelijke voorzieningen (trede-beschermers); • werkt het product af (zoals het uitvoeren van kleine reparaties, het

bijschuren van onderdelen). Voor het verzendklaar maken van losse traponderdelen en bijbehorende delen van trappen voert de trappenmaker de volgende werkzaamheden uit: • hij verzamelt en verpakt per trap de afzonderlijke onderdelen. Voor het eventueel plaatsen, stellen en bevestigen van de trap en bijbehorende delen van trappen voert de trappenmaker de volgende werkzaamheden uit: • hij vervoert de afzonderlijke onderdelen naar de locatie; • hij stelt de trap op locatie samen; • hij plaatst, stelt en bevestigt de trap en bijbehorende delen van de

trap. Output: Een in de vereiste kwaliteit gemonteerde trap en bijbehorende traponderdeel. Verpakte losse traponderdelen zodat kwaliteitsverlies tijdens transport en opslag op locatie wordt voorkomen. Een op locatie juist geplaatste en bevestigde trap.


De trappenmaker is verantwoordelijk voor zijn eigen werk. Hij werkt zelfstandig. Voor het samenstellen en plaatsen van trappen werkt hij vaak in teamverband.

Complexiteit

De werkzaamheden zijn redelijk complex. Binnen het beroepsprofiel is sprake van enige gradatie in complexiteit. De mate van complexiteit wordt vooral bepaald door het type trap (standaard of maatwerk).

Betrokkenen

De trappenmaker heeft te maken met zijn direct leidinggevende en eventueel medewerkers in de montage.

(Hulp-)middelen

Voor het samenstellen van trappen maakt de trappenmaker gebruik van productiegegeves, diverse handgereedschappen en opsluitapparatuur. Voor het verzendklaar maken van traponderdelen maakt de

13

trappenmaker gebruik van inpakmaterialen. Voor het plaatsen en stellen van trappen maakt de trappenmaker gebruik van waterpasinstrument, diverse handgereedschappen. Daarnaast maakt hij gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen en benodigde transportmiddelen. Ook maakt hij gebruik van voorschriften op het gebied van kwaliteit, arbo en milieu.


De trappenmaker moet bij de uitvoering van zijn werkzaamheden rekening houden met (bedrijfs)voorschriften op het gebied van kwaliteit, arbo en milieu.


• Tijdsdruk versus kwaliteit De trappenmaker moet ook onder tijdsdruk nauwkeurig en efficiënt blijven werken. De trappenmaker kan in de verleiding komen onzorgvuldiger te gaan werken, wanneer hij ziet aankomen dat de planning niet gehaald wordt. De trappenmaker moet kwaliteit boven kwantiteit laten gaan en problemen met betrekking tot de planning met zijn leidinggevende bespreken.

• Goedkeuren versus afkeuren:

De trappenmaker moet gedurende het gehele montageproces afwegen en beoordelen of het eindproduct nog voldoet aan de kwaliteitsnormen en eisen van de klant. Hij moet kunnen beoordelen of een eventuele afwijking nog acceptabel is of niet.


De trappenmaker moet de juiste afweging maken een probleem zelf op te lossen of hierover te overleggen met zijn leidinggevende. Problemen kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op storingen aan productiemiddelen of afwijkingen aan onderdelen en producten. Eenvoudige problemen kan de trappenmaker zelf verhelpen. Bij meer ingewikkelde problemen waarschuwt hij zijn leidinggevende.

• Bedrijfsbelang versus klantbelang De trappenmaker kan bij het plaatsen van trappen geconfronteerd worden met onverwachte omstandigheden. Onderdelen kunnen kapot gaan of de locaties zijn nog niet gereed voor plaatsing. Hij moet dan praktische en creatieve oplossingen bedenken. Hij moet een inschatting kunnen maken wanneer de opdracht nog gehaald kan worden met bijvoorbeeld overwerk. Hij moet prioriteiten stellen, de kosten en baten tegen elkaar afwegen en keuzes maken. Hij moet de consequenties van zijn beslissingen kunnen overzien. Van belang is dat hij overlegt met betrokkenen en belangrijke zaken terugkoppelt.

14

4. Kernopgaven van het beroep Kernopgave 1 Tijd versus veiligheid De trappenmaker staat voor de opgave om ook onder tijdsdruk zijn werk uit te voeren met inachtneming van de voorschriften met betrekking arbo en milieu. Snelheid van werken staat hier tegenover veiligheid en gezondheid van zichzelf en anderen. De trappenmaker moet alert zijn op onveilige situaties en zichzelf en anderen niet in gevaar brengen. Kernopgave 2 Tijd versus kwaliteit De trappenmaker staat voor de opgave om ook onder tijdsdruk nauwkeurig en efficiënt te blijven werken. De trappenmaker kan in de verleiding komen onzorgvuldiger te gaan werken, wanneer hij ziet aankomen dat de planning niet gehaald wordt. De trappenmaker moet kwaliteit boven kwantiteit laten gaan en problemen met betrekking tot de planning met zijn leidinggevende bespreken. Kernopgave 3 Goedkeuren versus afkeuren De trappenmaker staat voor de opgave om gedurende het gehele productieproces alert te zijn op de kwaliteit van de grondstoffen en halfproducten (het hout kan bijvoorbeeld niet geschikt zijn voor productie door te veel vervorming) en op de kwaliteit van de bewerkingen (bijvoorbeeld machineslag). Hij moet kunnen beoordelen of een eventuele afwijking acceptabel is of niet. Als dit niet het geval is, moet hij passende maatregelen nemen. Van hem wordt verwacht dat hij een keuze maakt tussen afkeuren of niet en dat hij voorstellen doet voor alternatieve oplossingen. Kernopgave 4 Zelf beslissen versus overleggen De trappenmaker staat voor de opgave om de juiste afweging te maken een probleem zelf op te lossen of hierover te overleggen met zijn leidinggevende. Problemen kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op storingen aan productiemiddelen, afwijkingen aan onderdelen en producten. Eenvoudige problemen kan de trappenmaker zelf verhelpen. Bij meer ingewikkelde problemen waarschuwt hij zijn leidinggevende.

15

5. Competentiematrix

Kerntaak

Kernopgave Beroepscompetenties 1 2 3 1 2 3 4

1 Voorbereiden eigen werkzaamheden x x x x x x x 2 Grondstoffen en halfproducten verzamelen x x x x x x 3 Machines instellen x x x x x 4 Bewerkingen uitvoeren met machines x x x x x 5 Productiemiddelen beheren x x x x x x x 6 Zorgdragen voor kwaliteit x x x x x x 7 Omgaan met problemen x x x x x x x 8 Samenwerken x x x x 9 Veilig en milieubewust werken x x x x x x 10 Rapporteren over werkzaamheden x x x x x 11 Communiceren tijdens werkzaamheden x x x x x 12 Overleg voeren x x x x x 13 Instructies geven x x x x x 14 Beroepscompetenties blijven ontwikkelen x x x x x

15 Werkzaamheden met elektrisch, pneumatisch en handgereedschappen uitvoeren x x x x x x

16 Samenstellen en afmonteren van trappen x x x x x 17 Klantgericht handelen x x 18 Adviseren x x Kerntaken

1. Stelt houtbewerkingmachines en/of elektrische/pneumatische handgereedschappen in.

2. Produceert onderdelen of halfproducten met houtbewerkingmachines en/of elektrische/pneumatische handgereedschappen.

3. Stelt trappen samen en plaatst trappen

Kernopgaven

1. Tijd versus veiligheid 2. Tijd versus kwaliteit 3. Goedkeuren product versus afkeuren product 4. Zelf beslissen versus overleggen

16

6. Beroepscompetenties Dimensies die aan beroepscompetenties toegekend dienen te worden: Dimensie Toekennen aan competenties: VM Vakmethodische dimensie die gericht zijn om met behulp van technieken en

hulpmiddelen kerntaken en kernopgaven uit te voeren. BOS Bestuurlijk organisatorische

en strategische dimensie die gericht zijn op het beroepsmatig functioneren in de context van arbeidsorganisaties.

SC Sociaal-communicatieve dimensie

die gericht zijn op het leggen en onderhouden van contacten, samenwerken, functioneren in een team etc.

ON Ontwikkelingsdimensie die bijdragen aan de ontwikkeling van een individu, team, beroep, organisatie of bedrijf.

17

1. Voorbereiden eigen werkzaamheden

Beroepscompetentie 1. (VM/BOS)

De allround trappenmaker is in staat om op adequate wijze zijn werkopdracht voor te bereiden, zodat deze efficiënt wordt uitgevoerd.

Succescriteria Proces

1. Verzamelt op basis van de ontvangen werkopdracht alle relevante informatie en interpreteert deze.

2. Controleert de compleetheid, juistheid en actualiteit van de aangeleverde productiegegevens en lost eventuele problemen op.

3. Bepaalt of er productiegegevens samengesteld moeten worden. 4. Beoordeelt de werksituatie. 5. Neemt voor aanvang van zijn werkzaamheden kennis van de vastgestelde

planning. 6. Stelt zonodig benodigde en de juiste hoeveelheid grondstoffen vast. 7. Maakt zonodig een schets van (een deel van) de opdracht. 8. Maakt zonodig een uitslag. 9. Deelt hout en plaatmaterialen optimaal in. 10. Stelt vast welke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd. 11. Bepaalt de optimale volgorde voor de uitvoering van de werkzaamheden. 12. Schat in hoelang de werkzaamheden gaan duren. 13. Houdt rekening met mogelijke knelpunten. 14. Verdeelt (delegeert) zonodig de werkzaamheden 15. Stemt de aanpak van werken zonodig af met de leidinggevende en/of

andere betrokkenen. 16. Verzamelt de juiste materialen, gereedschappen en materieel en maakt ze

klaar voor gebruik. 17. Bepaalt indien nodig welke snijgereedschappen nodig zijn. 18. Controleert indien van toepassing de benodigde snijgereedschappen en lost

eventuele problemen op. 19. Meet de situatie op locatie in. 20. Maakt werktekeningen. 21. Bepaalt in welke gevallen producten afgeschreven moeten worden en wat

er afgeschreven moet worden. 22. Schrijft nauwkeurig met de juiste hulpmiddelen alle benodigde producten

af. 23. Controleert of de afgeschreven producten voldoen aan de juiste vorm en

maatvoering. 24. Kiest de benodigde mallen. 25. Controleert of de mallen voldoen aan de exacte vorm, maatvoering en

toepasbaarheid en lost eventuele problemen op. 26. Past mallen aan of maakt nieuwe mallen als dat nodig blijkt (bijv. slijtage)

met behulp van de juiste productiemiddelen. Resultaat Een goed voorbereide werkopdracht.

18

2. Grondstoffen en halfproducten verzamelen en transporteren Beroepscompetentie 2. (BOS/SC)

De allround trappenmaker is in staat om op adequate wijze de benodigde grondstoffen en halfproducten te verzamelen, zodat de daaropvolgende werkzaamheden efficiënt uitgevoerd worden.


1. Verzamelt de juiste grondstoffen, halfproducten en aantallen op basis van de productiegegevens.

2. Controleert de juistheid van de afmetingen van grondstoffen en halfproducten en lost eventuele problemen op.

3. Selecteert grondstoffen en halfproducten op kwaliteitsafwijkingen. 4. Controleert de compleetheid van grondstoffen en halfproducten en lost

eventuele problemen op. 5. Overlegt met zijn leidinggevende wanneer onderdelen aangevoerd of

afgevoerd moeten worden. 6. Gebruikt uitsluitend de transportmiddelen waar hij een bevoegdheid voor

heeft. 7. Plaatst volgens richtlijnen grondstoffen en halfproducten in/op

transportmiddelen (bijvoorbeeld omvallen en beschadigingen voorkomen). 8. Plaatst maximaal verantwoord aantal grondstoffen en halfproducten in/op

transportmiddelen. 9. Rangschikt grondstoffen en halfproducten voor een logische

verwerkingsvolgorde. Het juiste aantal, soort en kwaliteit grondstoffen en halfproducten is verzameld. Resultaat De grondstoffen en halfproducten zijn naar de juiste locatie getransporteerd.

19

3. Machines instellen Beroepscompetentie 3. (VM)

De allround trappenmaker is in staat om op adequate wijze machines in te stellen, zodat er m.b.v. de machine productie gedraaid kan worden.


1. Zoekt aan de hand van productiegegevens de juiste snijgereedschappen of delen van snijgereedschappen op.

2. Verwisselt volgens richtlijnen snijgereedschappen. 3. Bepaalt de te gebruiken machines. 4. Bepaalt de juiste snijgereedschappen of delen van snijgereedschappen. 5. Stelt indien nodig snijgereedschappen samen tot volledige verspanings

eenheden. 6. Stelt de snijgereedschappen en machines in voor de gewenste bewerkingen

volgens bedieningsinstructies. 7. Monteert de benodigde hulpstukken en beveiligingen aan of op de

machines. 8. Stelt de juiste aanvoersnelheden en toerentallen volgens de

bedieningsinstructies in. 9. Controleert of alle instellingen voldoen aan de voorgeschreven

veiligheidseisen en lost eventuele problemen op. 10. Controleert of de ingestelde machines voldoen door het maken van een

proefstuk en lost eventuele problemen op. 11. Gebruikt de juiste en veilig functionerende gereedschappen. 12. Houdt tijdens werkzaamheden rekening met materiaal eigenschappen. 13. Slaat snijgereedschappen volgens richtlijnen op. Resultaat Goed ingestelde machines om productie mee te draaien zodat het

productieproces efficiënt verloopt.

20

4. Bewerkingen uitvoeren met machines Beroepscompetentie 4. (VM)

De allround trappenmaker is in staat om op adequate wijze bewerkingen op grondstoffen en halfproducten uit te voeren met machines.


1. Start de machines en bijbehorende randapparatuur volgens de bedieningsinstructies op.

2. Controleert of alle ingeschakelde functies actief zijn en lost eventuele problemen op.

3. Controleert of alle beveiligingen werken en lost eventuele problemen op. 4. Bedient de machine en de randapparatuur volgens de bedieningsinstructies. 5. Controleert de grondstoffen en halfproducten met de juiste hulpmiddelen

(aantal, maatvoering, kwaliteit) en lost eventuele problemen op. 6. Houdt rekening met materiaaleigenschappen in relatie tot de bewerkingen

(draadverloop, hardheid etc. van het materiaal. 7. Voert grondstoffen en halfproducten in en uit de machines eventueel

gebruikmakend van een mal. 8. Controleert de bewerkte halfproducten met de juiste hulpmiddelen (aantal,

maatvoering, kwaliteit) en lost eventuele problemen op. 9. Stapelt de bewerkte halfproducten op en merkt indien nodig de

halfproducten. 10. Rapporteert aan leidinggevende als de mallen niet voldoen. 11. Schakelt de machines en randapparatuur uit na beëindiging van

werkzaamheden. 12. Slaat mallen volgens richtlijnen op. 13. Voert niet gestandaardiseerde- en niet routinematige bewerkingen op de

machine uit. Resultaat De grondstoffen en halfproducten zijn op de juiste wijze bewerkt, voldoen aan

de gestelde eisen en kunnen naar de volgende procesgang. 5. Productiemiddelen beheren Beroepscompetentie 5. (BOS/ON)

De allround trappenmaker is in staat om op adequate wijze de productiemiddelen, die hij gebruikt voor zijn eigen werkzaamheden, te beheren.

Succescriteria 1. Past de aangeleverde onderhoudsgegevens toe. Proces 2. Pleegt volgens richtlijnen onderhoud. 3. Registreert de onderhoudsbeurten. 4. Helpt indien nodig met het opstellen van een onderhoudsschema. 5. Controleert volgens richtlijnen de juiste werking van de productiemiddelen

en lost eventuele problemen op. Resultaat Goed functionerende productiemiddelen die optimaal beschikbaar zijn voor

uitvoering van opdrachten. Er is voldaan aan de voorwaarden om de kans op storingen zo klein mogelijk te

houden. Er is voldaan aan de voorwaarden voor een lange levensduur van de

productiemiddelen.

21

6. Zorgdragen voor kwaliteit Beroepscompetentie 6. (BOS/ON)

De allround trappenmaker is in staat om op adequate wijze zijn werk in de vereiste kwaliteit af te leveren, zodat zowel aan de belangen van de klant als die van het eigen bedrijf tegemoet gekomen wordt.

Succescriteria 1. Werkt volgens het kwaliteitssysteem van de werkgever. Proces 2. Werkt volgens de kwaliteitsvoorschriften van de

werkgever/fabrikant/leverancier. 3. Komt gemaakte afspraken na. 4. Presenteert zichzelf en het bedrijf aan de klant als bewust optredend

beroepsbeoefenaar. 5. Doet voorstellen voor verbetering van de kwaliteit van het werk. 6. Werkt (gedurende een lange periode) nauwkeurig, geconcentreerd en met

oog voor detail. 7. Ziet erop toe, dat gewerkt wordt volgens de relevante voorschriften op het

gebied van kwaliteit en grijpt indien nodig in. 8. Controleert na afloop het resultaat van het eigen werk en lost eventuele

problemen op. 9. Evalueert het eigen werk-/productieproces en dat van anderen. 10. Is kritisch over eigen prestaties. 11. Toont initiatief om verbeterpunten aan te dragen. 12. Registreert werkzaamheden in verband met kwaliteitsborging. 13. Oriënteert zich op de externe markt om de eigen producten en diensten te

kunnen verbeteren en onderneemt hierop actie. Resultaat Een goede kwaliteit van het afgeleverde werk. Kwalitatief goed verlopende werken productieprocessen.

22

7. Omgaan met problemen Beroepscompetentie 7. (BOS/SC)

De allround trappenmaker is in staat om op adequate wijze met problemen met betrekking tot zijn eigen werkzaamheden (zoals storingen aan productiemiddelen, afwijkingen aan producten, planningsproblemen, etc) om te gaan, zodat deze verholpen en indien mogelijk in de toekomst voorkomen worden.

Succescriteria 1. Signaleert het probleem. Proces 2. Analyseert het probleem (of brengt het probleem in kaart). 3. Raadpleegt zonodig collega’s, leidinggevende(n) en/of deskundige(n). 4. Meldt problemen bij leidinggevende. 5. Brengt oplossingen in kaart. 6. Maakt de juiste overweging om het probleem zelf te verhelpen of het te

melden bij leidinggevende en/of andere belanghebbenden. 7. Blijft kalm in moeilijke situaties. 8. Weegt mogelijke oplossingen af en kiest de meest geschikte oplossing. 9. Lost in overleg met zijn leidinggevende planningsproblemen op. 10. Verhelpt indien mogelijk het probleem. 11. Biedt hulp bij het verhelpen van het probleem. 12. Test of het probleem niet meer optreedt. 13. Registreert gegevens over het probleem. 14. Maakt op verzoek een rapportage van het probleem. 15. Evalueert resultaat van werkzaamheden. 16. Neemt maatregelen ter voorkoming van het probleem. 17. Neemt zelf initiatief door zijn werkwijze bij te stellen als de situatie hier

om vraagt. 18. Speelt in op onverwachte en/of urgente zaken. Resultaat Het probleem is verminderd, beheersbaar gemaakt of opgelost. Indien mogelijk zijn maatregelen ter preventie van verdere problemen

opgenomen.

23

8. Samenwerken Beroepscompetentie 8. (BOS/SC)

De allround trappenmaker is in staat om op adequate wijze samen te werken, zodat het werk zo goed mogelijk wordt uitgevoerd.

Succescriteria 1. Past zich aan de bedrijfscultuur aan. Proces 2. Houdt rekening met verschillen tussen mensen en hun manier van werken. 3. Maakt werkafspraken met collega’s. 4. Komt gemaakte werkafspraken na. 5. Wijzigt werkwijze indien nodig naar aanleiding van gekregen feedback. 6. Communiceert met zijn collega’s. 7. Vraagt collega’s om hulp als hij er zelf niet uitkomt. 8. Stimuleert en helpt collega’s als de situatie daarom vraagt en het werk het

toelaat. 9. Stelt het gemeenschappelijke resultaat van het team centraal. 10. Heeft inzicht in de werkzaamheden van collega’s. 11. Gaat flexibel om met wisselende taken. 12. Draagt bij aan een positieve werksfeer en toont interesse in het werk van

anderen. 13. Levert op positieve wijze kritiek en staat zelf open voor kritiek. 14. Gaat respectvol om met mensen van andere disciplines, houdt rekening met

de werkzaamheden van derden en overlegt bij eventuele problemen. 15. Zorgt voor een duidelijke werkoverdracht naar collega’s. 16. Onderhoudt, indien nodig, externe relaties in relatie tot zijn

werkzaamheden. Resultaat De allround trappenmaker functioneert effectief en efficiënt binnen een team. De allround trappenmaker levert in een prettige werksfeer met anderen een

gezamenlijke prestatie om doelen te realiseren.

24

9. Veilig en milieubewust werken Beroepscompetentie 9. (BOS/SC)

De allround trappenmaker is in staat om op adequate wijze volgens voorschriften voor arbo en milieu te werken, zodat het werk verantwoord wordt uitgevoerd.


1. Handelt conform de richtlijnen/relevante voorschriften en bedrijfsvoorschriften op het gebied van arbo en milieu.

2. Zorgt dat de voorschriften op het gebied van arbo en milieu bekend zijn bij de medewerkers.

3. Ziet erop toe, dat gewerkt wordt volgens de relevante voorschriften op het gebied van arbo en milieu en grijpt indien nodig in.

4. Doet voorstellen voor het open bijstellen van richtlijnen/voorschriften op het gebied van arbo en milieu.

5. Reageert alert en actief op (het ontstaan van) onveilige situaties. 6. Neemt preventieve maatregelen om problemen te voorkomen. 7. Meldt optredende lichamelijke klachten aan leidinggevende 8. Wijst collega’s op risico’s van onveilige situaties. 9. Gaat milieubewust om met het materiaal. 10. Meldt de situaties, waarin de richtlijnen op het gebied van arbo en milieu,

niet worden nageleefd. 11. Brengt voorzieningen aan ter voorkoming van onveilige situaties op de

werkplek. 12. Zorgt voor een ordelijke en veilige opslag van materiaal bij de werkplek. Resultaat Het werk wordt conform de voorschriften voor arbo en milieu uitgevoerd. 10. Rapporteren over werkzaamheden Beroepscompetentie 10. (SC)

De allround trappenmaker is in staat om op adequate wijze mondeling en schriftelijk over zijn eigen werkzaamheden te rapporteren, zodat alle belanghebbenden doelmatig worden geïnformeerd.

Succescriteria 1. Bepaalt welke informatie wel en niet van belang is om vast te leggen. Proces 2. Bepaalt welke informatie relevant is voor degene aan wie hij rapporteert. 3. Geeft duidelijke en complete informatie. 4. Controleert gegevens op juistheid en lost eventuele problemen op. 5. Gebruikt de gebruikelijke (éénduidige) vaktermen. 6. Vult alle vereiste formulieren, werkbonnen en checklists volledig en

duidelijk in. 7. Doet zo nodig aanbevelingen voor de volgende persoon die werk aan het

project zal verrichten. 8. Legt verbetervoorstellen vast. 9. Legt relevante gegevens vast. 10. Maakt indien nodig een schets 11. Slaat registratieformulieren volgens richtlijnen op. 12. Rapporteert over de voortgang van de werkzaamheden. 13. Ziet er op toe dat het logboek volledig en duidelijk ingevuld wordt en grijpt

indien nodig in. Resultaat Alle belanghebbenden zijn adequaat geïnformeerd over de werkopdracht of de

werkzaamheden.

25

11. Communiceren tijdens werkzaamheden Beroepscompetentie 11. (SC)

De trappenmaker in staat om op adequate wijze met alle betrokkenen in het werkproces te communiceren, zodat dit ten goede komt aan het verloop van de werkzaamheden.

Succescriteria 1. Hanteert correcte omgangsvormen. Proces 2. Stemt de communicatie af op de ander en op de situatie. 3. Luistert aandachtig en toont geduld. 4. Spreekt helder en duidelijk Nederlands en/of vreemde taal. 5. Stimuleert collega’s om vragen te stellen. 6. Stelt gerichte vragen om relevante informatie te achterhalen. 7. Vraagt zonodig door om de noodzakelijke informatie helder te krijgen. 8. Brengt een boodschap kort en duidelijk over. 9. Vraagt of de ander de boodschap begrepen heeft. 10. Geeft na een ontvangen opdracht aan wat hij gaat doen. 11. Vraagt feedback aan collega’s. 12. Deelt relevante informatie tijdig mee. 13. Stemt relevante informatie af met anderen. 14. Zorgt voor een goede overdracht van het werk. 15. Legt een probleem op duidelijke wijze voor aan de leidinggevende. Resultaat Een vlot lopend werkproces. Adequaat geïnformeerde betrokkenen. De onderlinge werkverhoudingen zijn optimaal. 12. Overleg voeren Beroepscompetentie 12. (ON)

De trappenmaker is in staat om op adequate wijze overleg te voeren met betrokkenen.

Succescriteria 1. Past gesprekstechnieken toe. Proces 2. Past vergadertechnieken toe. 3. Neemt actief deel aan werkbesprekingen 4. Brengt eigen mening op een heldere manier in Resultaat Geïnformeerde betrokkenen.

26

13. Instructies geven Beroepscompetentie 13. (SC)

De trappenmaker is in staat om op adequate mondelinge en/of schriftelijke instructies te geven.


1. Geeft duidelijk aan wat er moet gebeuren, hoe, waarmee, wanneer en met wie.

2. Instrueert medewerkers op een voor hen duidelijke wijze hoe het gewenste resultaat bereikt kan worden.

3. Geeft duidelijk en expliciet aan wat de eisen zijn t.a.v. kwaliteit, arbo en milieu.

4. Geeft duidelijke en gerichte aanwijzingen en/of voorbeelden aan medewerkers.

5. Geeft duidelijk de ruimte aan waarbinnen de medewerkers de werkzaamheden zelfstandig kunnen uitvoeren.

6. Geeft onderbouwing / reden van gemaakte keuzes. 7. Helpt indien nodig bij het opstellen van instructies. Resultaat De medewerkers zijn geïnstrueerd. Instructies zijn op schrift gesteld. 14. Beroepscompetenties blijven ontwikkelen Beroepscompetentie 14. (ON)

De allround trappenmaker is in staat om op adequate wijze zijn beroepscompetenties te ontwikkelen om gedurende de loopbaan goed te blijven functioneren in zijn beroep.

Succescriteria 1. Reflecteert zelf op het beroepsmatig handelen. Proces 2. Evalueert de eigen werkzaamheden. 3. Reflecteert met de leidinggevende op het beroepsmatig handelen. 4. Brengt met de leidinggevende in kaart wat goed en nog niet goed gaat. 5. Bepaalt met de leidinggevende welke beroepscompetenties hij verder moet

ontwikkelen. 6. Bepaalt met de leidinggevende welke activiteiten hij daartoe moet

ondernemen. 7. Onderneemt de met de leidinggevende afgesproken activiteiten. 8. Overziet ontwikkelingen in de branche. 9. Past in overleg nieuwe werkwijzen toe. 10. Informeert regelmatig in- en extern naar nieuwe ontwikkelingen. 11. Leest regelmatig vakliteratuur. 12. Bezoekt vakbeurzen, trainingen, cursussen en seminars. Resultaat Constante ontwikkeling en toepassing van de eigen beroepscompetenties. Bijdrage aan de kwaliteitsverbetering van de werkzaamheden.

27

15. Werkzaamheden met elektrisch, pneumatisch en handgereedschappen uitvoeren Beroepscompetentie 15. (VM)

De allround trappenmaker is in staat om op adequate wijze werkzaamheden met elektrisch, pneumatisch en handgereedschappen uit te voeren.

Succescriteria 1. Kiest de juiste gereedschappen. Proces 2. Scherpt indien nodig de gereedschappen. 3. Verwisselt aanwezige gereedschappen (bijvoorbeeld boren). 4. Gebruikt de juiste en veilig functionerende gereedschappen volgens

bedieningsinstructies. 5. Stelt, indien nodig, de gereedschappen in voor de gewenste bewerkingen /

handelingen. 6. Monteert de benodigde hulpstukken en beveiligingen aan of op de

gereedschappen. 7. Stelt toerental of druk in. 8. Bedient volgens richtlijnen gereedschappen. 9. Stelt zonodig instellingen bij. 10. Houdt tijdens werkzaamheden rekening met materiaal eigenschappen. 11. Controleert het werk met de juiste hulpmiddelen (maatvoering, kwaliteit)

en lost eventuele problemen op. Resultaat De grondstoffen en halfproducten zijn op de juiste wijze bewerkt, voldoen aan

de gestelde eisen en kunnen naar de volgende procesgang.

28

16. Samenstellen en afmonteren van trappen Beroepscompetentie 16. (VM)

De allround trappenmaker is in staat om op adequate wijze trappen en traponderdelen samen te stellen, zodat deze op locatie geplaatst kunnen worden


1. Controleert de aangeleverde onderdelen met de juiste hulpmiddelen (aantal, maatvoering, kwaliteit) en lost eventuele problemen op.

2. Maakt de juiste lijmen, afwerkmiddelen, reparatie- en egalisatiemiddelen aan.

3. Verwerkt lijmen, reparatie- en egalisatiemiddelen. 4. Zet de samen te stellen onderdelen in elkaar.

5. Stelt apparatuur en hulpmiddelen in om de producten op te sluiten.

6. Sluit de producten op en borgt volgens richtlijnen de verbindingen. 7. Bevestigt stootborden en plaatst slijtstrippen. 8. Stelt en bevestigt trap en balustrade. 9. Controleert het uitgevoerde werk en lost eventuele problemen op. 10. Beoordeelt welke voorzieningen aangebracht moeten worden. 11. Brengt voorzieningen aan tegen gevaren van vervorming, beschadiging en

kwaliteitsverlies tijdens het transport.. 12. Gebruikt interne transportmiddelen.

13. Plaatst de onderdelen voor een logische verwerkingsvolgorde.

14. Levert de juiste hulpmiddelen bij voor het transport. 15. Levert de juiste producten verwerkingsgegevens voor de afnemer. 16. Registreert de aflevering. 17. Plaatst de trap op locatie. 18. Bevestigt de trap op locatie aan de constructie. Resultaat De afgemonteerde trappen en traponderdelen zijn op de juiste wijze

samengesteld, voldoen aan de gestelde eisen en zijn getransporteerd. De trap is op de juiste wijze geplaatst.

29

17. Klantgericht handelen Beroepscompetentie 17. (SC)

De allround trappenmaker is in staat om op adequate wijze klantgericht te handelen, zodat de werkzaamheden naar tevredenheid van de klant worden uitgevoerd.

Succescriteria 1. Is representatief, afgestemd op de klant. Proces 2. Stemt zijn manier van communiceren af op de klant en de situatie. 3. Vraagt naar wensen en behoeften van de klant. 4. Herkent (on-)uitgesproken wensen en behoeften van de klant. 5. Vertaalt de wens(en) van de klant naar het uit te voeren werk. 6. Informeert de klant over de werkzaamheden. 7. Speelt in op de veranderde situatie en past werkwijze hierop aan. 8. Is de klant van dienst, ook bij ongeplande werkzaamheden, maar houdt het

bedrijfsbelang in de gaten. 9. Verwijst zo nodig door naar (gespecialiseerde) collega’s. 10. Beperkt hinder tengevolge van de werkzaamheden tot een minimum. 11. Voorkomt aanleidingen voor klachten zoveel mogelijk. 12. Vraagt aan de klant of alles naar wens (verlopen) is. 13. Neemt elke klacht serieus en zorgt dat de klacht wordt afgehandeld. 14. Komt afspraken na. Resultaat De klant is tevreden over:

- de gegeven adviezen - de wijze waarop hij behandeld is de manier waarop de werkzaamheden zijn uitgevoerd - het eindresultaat.

30

18. Adviseren Beroepscompetentie 18. (SC)

De trappenmaker is in staat om op adequate wijze de gesprekspartner(s) te adviseren zodat deze een weloverwogen beslissing kan (kunnen) nemen.

Succescriteria 1. Analyseert de situatie van de gesprekspartner(s). Proces 2. Inventariseert de wensen van de gesprekspartner. 3. Put voor het advies uit de eigen deskundigheid. 4. Brengt mogelijkheden helder onder woorden. 5. Betrekt de nieuwste ontwikkelingen in zijn advies. 6. Stemt advies qua vorm, taal en inhoud af op de voorkennis en

belevingswereld van de gesprekspartner(s). 7. Informeert de gesprekspartner(s) over de verschillende mogelijkheden,

uitgaande van diens situatie en wensen. 8. Geeft zo volledig mogelijk voor- en nadelen aan bij de verschillende

mogelijkheden die de gesprekspartner(s) heeft (hebben). 9. Stelt vragen ter verduidelijking. 10. Beantwoordt vragen van de gesprekspartner(s). 11. Schakelt zo nodig een specialist of de leverancier in voor gedetailleerde

informatie over een bepaald product of toepassing. 12. Vat het gezegde samen en vraagt of het advies door de gesprekspartner(s)

begrepen is. 13. Denkt actief mee over oplossingen. 14. Toont betrokkenheid. Resultaat Een passend advies, waarmee de gesprekspartner(s) is (zijn) in staat om een

weloverwogen beslissing te nemen.

31

Documents

Beroepscompetentieprofiel: Trappenmaker · 2017. 11. 27. · bij het machinaal houtbewerken als bij het opsluiten en (af-) monteren van diverse producten. • De trappenmaker is verantwoordelijk