Centraal zenuwstelsel

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Samenvatting over het centrale zenuwstelsel

Citation preview

Centraal zenuwstelsel

Grote hersenen vrijwillige beweging, cognitie en emotieTussenhersenenKleine hersenen grove en fijne motoriekHersenstam organen, temperatuur, ademhaling en bloeddrukRuggenmerg

Perifeer zenuwstelsel

Schakeling tussen het centrale zenuwstelsel en de doelorganen

Sensoriek afferente vezels gaan naar het centrale zenuwstelsel toeMotoriek efferente vezels gaan van het centrale zenuwstelsel af

Autonoom zenuwstelsel regelt onbewust grote lichaamsfunctiesSomatische zenuwstelsel controleert de interactie met de buitenwereld

Neuronen

Motorische eindplaat Axon Myelineschede Dendriet

Interosensoren receptoren in de inwendige organenExterosensoren receptoren die in of op de huid liggen Mechanosensoren reageren op druk en trilling Thermosensoren registreren temperatuurveranderingen Nocisensoren waarschuwen bij pijn/ beschadiging Fotosensoren oog Mechanosensoren oor Chemisch smaak en reuk

Propriosensoren receptoren die in de spieren banden en pezen zitten

Acetylcholine neurontransmitter die betrokken is bij de impulsoverdracht van een zenuw naar een skelet spierRetina netvlies

De oorschelp (wetenschappelijke naam: pinna of auricula) is een uitwendig deel van het gehoororgaan De gehoorgang is een holle buis die de oorschelp met het middenoor verbindt Het middenoor bestaat uit de trommelholte die normaliter met lucht gevuld is, die via de buis van Eustachius in verbinding staat met de keelholte. Die verbinding zorgt ervoor dat de luchtdruk in het middenoor gelijk blijft met de atmosfeer.In de trommelholte bevindt zich een keten van drie gehoorbeentjes (hamer, aambeeld en stijgbeugel).De belangrijkste functie van het middenoor is de versterking van het geluid, zodat het beter waargenomen kan worden door de in het binnenoor gelegen haarcellen Het trommelvlies zorgt dat het geluid in een trilling wordt omgezet en wordt doorgegeven Het binnenoor bestaat uit twee delen. Het evenwichtsorgaan en bevat het slakkenhuis, dat vanwege zijn spiraalvorm zo wordt genoemd. Deze zorgt ervoor dat het geluid wordt omgezet i een trilling

Spijsvertering

Mond voedsel wordt met behulp van de tanden en de tong fijn gemalen en met speeksel vermengd

Slokdarm transport van voedsel van de mond naar de maag

MaagIn het bovenste gedeelte van de maag wordt maagsap (slijm, zoutzuur en pepsine) toegevoegd aan de voedselbrij. Vervolgens komt het voedsel in het onderste deel van de maag terecht. Hier wordt het gekneed, fijngemalen en goed vermengd met het maagsap. Op deze manier wordt ons voedsel voorbereid op de vertering, die voor het grootste deel in de dunne darm plaatsvindt.

Dunne darmIn de dunne darm vindt het belangrijkste deel van de spijsvertering plaats. Belangrijke voedingsstoffen die hierbij vrijkomen, worden via de dunne darmwand in ons lichaam opgenomen. De onverteerbare voedselresten worden in de dikke darm bewerkt door darmbacterin. Vervolgens worden ze tijdelijk opgeslagen in de endeldarm, en verlaten ze het lichaam als ontlasting. De enzymen die in de spijsverteringssappen zitten zijn Maltase, Sacharase, Lactase en Peptidase

Dikke darm onverteerbare voedselresten worden in de dikke darm bewerkt door darmbacterin. Vervolgens worden ze tijdelijk opgeslagen in de endeldarm, en verlaten ze het lichaam als ontlasting.

LeverIn de lever bevinden zich heel veel bloedvaten. Iedere minuut stroomt er ongeveer anderhalve liter bloed door de lever. En van de belangrijkste bloedvaten is de poortader. Via de poortader stroomt het bloed de lever in. Dit bloed is afkomstig van de bloedvaten in het darmstelsel en de milt. Dit bloed is daardoor rijk aan voedingsstoffen, die via de darmwand in het bloed zijn opgenomen. De lever zal de voedingsstoffen vervolgens opnemen, omzetten, bewaren en/of weer afgeven aan het bloedvatsysteemIn de dunne darm speelt de galvloeistof een belangrijke rol bij de vetvertering.

GalblaasIn de galblaas wordt de galvloeistof iets ingedikt. Als er vetdeeltjes in de maag en dunne darm aankomen, gaat er via de hersenen een seintje naar de galblaas. Deze zal dan samentrekken. Op die manier wordt galvloeistof, via de galwegen, afgegeven aan de dunne darm. Daar is de galvloeistof nodig voor een goede vertering van vetten. De galblaas is dus in feite alleen een opslagorgaan.

AlvleesklierDe endocriene functie, die een belangrijke rol speelt bij de suikerstofwisseling en het regelen van de bloedsuikerspiegel.

Energiebalans

Als je niet mr eet dan je nodig hebt, kom je ook niet aan. Zo simpel is het. Dit heet energiebalans. Wie in energiebalans is, blijft dus op gewicht.

Vitamine a gezonde huid/pigment en anti infectieVitamine b rode bloedcellenVitamine c opname van ijzer en aanmaken van bindweefsel en weerstand tegen ziektesVitamine d opname calcium voor stevige botten en tandenVitamine e in vet oplosbaar en beschermt cellenVitamine k bloedstolling en aanmaak van botten

Macronutrinten grote ketens vetten (20-40E) koolhydraten (40-70% energie) eiwitten (10-20%E)Micronutrinten zoals ijzer jodium magnesium natrium kalium Glycogeen dierlijke aard zetmeelplantaardigGlykemische index snelheid van de opname van suiker

Monosachariden zijn de eenvoudigste koolhydratenDisacharidenzijn suikers die uit precies twee met elkaar verbonden monosachariden bestaanOligosachariden zijn koolhydraten die zijn opgebouwd uit een klein aantal (3-9) monosacharide-eenhedenPolysachariden zijn koolhydraten die zijn opgebouwd uit tien of meer monosacharide-eenheden

Aminozuren Bij de spijsvertering worden de aminozuren onder invloed van enzymen uit de eiwitten vrijgemaakt. Uit de vrijgekomen aminozuren kan het organisme zijn eigen specifieke eiwitten weer opbouwen. Het organisme kan een aantal aminozuren zelf synthetiseren, andere echter niet. Deze laatste moeten in het voedsel aanwezig zijn

Functie Vitaminen Metabolisme, zenuwprikkels, synthese van vetten, immuunsysteem vorming hemoglobine en rode bloedcellen, uitscheiding water, botsterkte, vertragen veroudering

Organen en hormonen

Thyroideus (schildklier) Thyroxine (T4) (Trijodo)thyronine (T3)

Hypofyse Thyreotropine (TSH) groeihormoon

Adren (bijnier) Adrenaline Noradrenaline

Pancreas (alvleesklier) Insuline Glucagon

Adren cortex (bijnierschors) Cortisol

Ovaria (eierstokken) / placenta (moederkoek) Oestrogeen Progesteron

Testes (teel- & zaadbal) testosteron

Thyroxine Toename cel metabolisme Verhoogde HF en contractiliteit Concentratie calcium in bloed

Cortisol zorgt ervoor dat dat de bloedsuikerspiegel omhoog gaat en onderdrukt het immuunsysteem

Huid en temperatuur regulatie

Lichaam bestaat 60% uit water Intracellulair > 30% Extracellulair > 25 % Transportmiddel > 5% Per dag minimaal 1,5 liter drinken Uitscheiding via zweet, ademhaling, feces en urine

Samenwerking tussen Hypothalamus temperatuur regulerend centrum (thermostaat) Thermosensoren in hypothalamus (bloedtemperatuur) en huid (zenuwuiteinden) Thermo-effectoren skeletspieren, gladde spieren, arteriolen

Geleiding (conduction) overdracht van warmte van het ene materiaal naar het andere door direct moleculair contact. Stroming (convection)overdracht van warmte van de ene naar de andere plek door beweging van een gas of een vloeistof over het verwarmde oppervlak.Straling (radiation) warmte wordt afgegeven in de vorm van infrarode stralen.Verdamping (evaporation) warmte wordt afgegeven door verdampen van vloeistoffen.

Hittekrampen zware kramp in de skeletspieren (vooral in de gebruikte spieren) Oorzaken verlies van mineralen en dehydratie

Warmtestuwing extreme vermoeidheid, ademnood, duizeligheid, overgeven, flauwvallen, een koude en klamme of warme en droge huid, hypotensie en een zwakke, snelle polsslag. OorzakenCardiovasculair systeem is niet in staat om te voorzien in de behoeften van het lichaam, and/or rarely sodium

HitteberoerteStijging kerntemperatuur >40, actief zweten stopt, snelle polsslag en ademhaling, verwardheid en mogelijk bewusteloosheid. OorzaakFalen van het thermoregulatiecentrum