Upload
others
View
6
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Checklists voor
selectie van ehealth en
domotica diensten
LeeswijzerIn dit rapport vindt u drie checklists die, hoewel er sprake
is van enige overlap, elk hun eigen doel dienen. Hieronder
leest u een korte omschrijving van elke checklist met
daarbij een toelichting over hoe u deze in de juiste fase
van een project kunt gebruiken. Waar in een checklist
over een gemeente wordt gesproken kunt u ook lezen
zorgaanbieder of woningcorporatie.
Checklist 1: Voorbereidend werk
De eerste checklist, VISD, is een checklist van
het voorbereidende werk, voorafgaand aan de
onderhandelingen met een leverancier van een
toepassing. Door de stappen één voor één te doorlopen,
doet u het voorwerk voor de bespreking met de
leverancier op een gedegen manier.
Checklist 2: Past de toepassing in onze organisatiedoelen en
structuur?
De tweede checklist, eHIT, is een checklist die is bedoeld
om de toepassing zelf te beoordelen en om vast te
stellen in hoeverre deze binnen uw organisatie past.
De checklist is opgebouwd uit een reeks stellingen die
elk onder een categorie, en soms subcategorie, vallen.
Eventueel kunt u in eerste instantie ook per categorie
kijken welke stellingen relevant zijn. Wij raden u aan om
de checklist zo volledig mogelijk te doorlopen. Bij elke
stelling wordt eerst de vraag gesteld in hoeverre deze
stelling relevant is voor de specifieke organisatie en/of
toepassing. Met deze eerste score wordt aangegeven hoe
belangrijk het is dat er aan de stelling wordt voldaan. Bij
een lage relevantie is een slechte score immers minder
cruciaal dan bij een zeer hoge relevantie. De tweede
score geeft aan in hoeverre een stelling van toepassing
is, aan de hand van de kleur rood, oranje of groen. Rood
geeft aan dat de stelling niet van toepassing is, oranje
geeft aan dat de stelling (nog) niet van toepassing is
maar dat er aan gewerkt wordt en groen geeft aan dat
een stelling klopt. Zet in het geval van een oranje score
ook direct actiepunten op papier die uitgevoerd moeten
worden! Door het werken met kleuren kunt u in één
oogopslag zien of een toepassing voldoende past binnen
uw organisatie en welke acties u moet ondernemen om
voldoende groene scores te krijgen.
Checklist 3: Beoordeling toepassing en samenwerking met
leverancier
De derde checklist, GEEF–functionaliteiten, is een lijst
met functionaliteiten waarmee u zowel de toepassing
als de voorgestelde samenwerking tussen de leverancier
en de toekomstige gebruiker kunt beoordelen. De
beoordeling gebeurt op dezelfde manier als bij de
tweede checklist, aan de hand van scores betreffende
relevantie en juistheid (het voldoen aan de stelling). Per
functionaliteit geeft u aan of dit voor deze toepassing
en/of samenwerking relevant is en of er aan de gestelde
eis wordt voldaan. In deze checklist zal een aantal
functionaliteiten genoemd worden dat mogelijk niet
van toepassing is, omdat deze is opgezet voor een
breed spectrum. Mocht een vraag niet passen bij de
situatie, kunt u deze overslaan of met een lage relevantie
wegzetten.
Voor u ligt het eindrapport van het GEEF-
project ‘Selectie- en implementatieprocessen’.
De checklists in dit rapport kunt u gebruiken
als hulpmiddel bij het selecteren en
implementeren van passende ehealth en
domoticatoepassingen. Doel van de
checklists is om mogelijke obstakels van
tevoren te herkennen zodat u passende
acties kunt nemen om een ehealth of
domoticadienst succesvol te implementeren
of tijdig te besluiten een toepassing of
dienst niet te gaan gebruiken.
1
Het GEEF selectieproces en selectiecriteria van ehealth en domoticadienstenHet bestuur van Platform GEEF gaf opdracht aan de
GEEF-organisatie om een selectie-instrument te
ontwikkelen waarmee de GEEF-participanten op een
effectieve en verantwoorde manier de juiste toepassingen
kunnen selecteren. Er is een immens aanbod van ehealth
en domoticadiensten gericht op wonen en welzijn van
ouderen en er is een scala aan leveranciers. De output van
dit project draagt bij aan het maken van een goede keuze
uit dat aanbod.
De opdracht luidde als volgt:
• Ontwikkel een beslisinstrument voor gemeenten,
woningcorporaties en zorgverleners voor de selectie en
implementatie van nieuwe ict-producten en -diensten
(voor ehealth en domotica) die een meerwaarde
opleveren voor langer prettig en veilig thuis wonen.
• Benoem indicatoren waarop leveranciers en producten
op soliditeit worden beoordeeld.
• Hanteer als randvoorwaarden:
• Aansluitend bij missie en visie van Platform GEEF
• Gestandaardiseerd voor GEEF-participanten
• Passend in de maatschappelijke business cases
• Ondersteund en beheerd binnen de GEEF-
participanten
• Opgeleide medewerkers.
Context en afbakening• De bewegingen in de zorg betekenen dat inwoners/
cliënten meer zelf moeten willen en kunnen. Het
versterken van eigen kracht leidt ertoe dat producten
en diensten op het gebied van ehealth en domotica
daarbij van groot nut kunnen zijn.
• Gemeenten, woningcorporaties en zorgaanbieders
hebben te maken met veel verschillende aanbiedingen
vanuit de markt, met name van leveranciers . Dat leidt
tot een (te) grote verscheidenheid aan producten en
diensten. Verder is het een reëel en geconstateerd
risico dat de gebruikersorganisatie wel iets heeft
gekocht maar dat zij vervolgens ook de verantwoorde-
lijkheid voor het in stand houden en beheer dient in te
vullen. De risico’s in de huidige situatie zijn
samengevat: inefficiëntie door versnippering,
ineffectiviteit door ontoereikende functionaliteit en
ineffectiviteit qua kosten.
• De Gemeenten Leeuwarden, Smallingerland en
Súdwest-Fryslân hebben, zich hiervan bewust zijnde,
al een vorm van samenwerking gekozen. Onder de vlag
van GEEF is een project gestart.
• Gegeven de moderne vormen van samenwerken is de
streefsituatie dat de leverancier medeverantwoordelijk
wordt voor het resultaat van zijn product of dienst.
Dat vereist een door de GEEF-participanten
ondersteund nieuw organiseermodel en voor de
leveranciers een nieuw businessmodel.
Globale aanpak• Bepaal de gemeenschappelijke uitgangspunten
voor dit project met betrokken en relevante GEEF-
participanten (gemeenten, woningcorporaties en
zorgaanbieders).
• Leer van eerdere ervaringen en van ervaringen elders in
Nederland.
• Probeer het uit in een testsituatie.
• Rol het uit bij de GEEF-participanten met
ondersteuning van actieve communicatie.
Het instrumentHet in dit document gepresenteerde GEEF selectie-
instrument voor ehealth en domoticadiensten voor
wonen en welzijn van ouderen is samengesteld uit een
drietal bronnen. Er is gebruik gemaakt van:
• Eindadvies Verkenning Informatievoorziening Sociaal
Domein (VISD) van het Kwaliteitsinstituut
Nederlandse Gemeenten;
• E-health Implementation Toolkit (eHIT), ontwikkeld
door het English National Health Institute;
• kennis en ervaring van de projectgroepleden vanuit de
GEEF-participanten.
Deze driedeling is binnen het instrument in stand
gehouden.
Werkwijze c.q. instructieWij adviseren u om de drie checklists door te nemen
SAMEN MET UW KANDIDAAT-LEVERANCIER. Dat
bevordert de scherpte over en weer en leidt tot relevante
en overeengekomen afspraken. Bij het invullen kunt
u de relevantie, oftewel de zwaarte, bepalen met een
score tussen 1 en 5. U noteert een 1 wanneer een stelling
of vraag totaal niet relevant is voor de betreffende
toepassing/leverancier, u noteert een 5 wanneer een
stelling of vraag van cruciaal belang is. Om aan te
geven in welke mate aan de richtlijn, het advies of de
functionaliteit is voldaan, kunt u scoren met kleuren.
Met de kleurencodes ROOD, ORANJE of GROEN is een
snelle interpretatie van de uitslagen mogelijk. Bij rood is
er duidelijk zorg en dat vereist actie of keuze, bij oranje is
er enige zorg en is actie of keuze te overwegen, bij groen
is er volstrekt geen zorg.
TestDe eerste versies van de checklists zijn getest in een
workshop met koper/gebruiker Gemeente Súdwest-
Fryslân en de leverancier van de Huistest. Enerzijds
leidde dat tot een testresultaat, namelijk de scores in
de respectievelijke tabellen, anderzijds tot de nodige
aanpassingen in de checklists. De GEEF-organisatie zal
de GEEF-participanten attenderen op het uitproberen
van de checklists. Verbetering of aanpassingen die daaruit
voortkomen kunnen het instrument en de uitkomsten
ervan ten goede komen.
Uitrol en implementatieDe besluitvorming en implementatie binnen de GEEF-
participanten verloopt als volgt:
• De stuurgroep van dit project heeft het instrument
geaccordeerd en roept het GEEF-bestuur op om het bij
alle GEEF-participanten te gaan implementeren.
• Het GEEF-bestuur verzoekt de GEEF-participanten
om het nodige te doen om het instrument in hun
organisaties ingevoerd te krijgen; elke participant
benoemt een contactpersoon die verantwoordelijk
wordt gesteld voor de implementatie.
• De projectleider (innovator) van het project
organiseert een bijeenkomst waarin hij/zij het
instrument presenteert aan die contactpersonen.
• De contactpersonen stellen het instrument
beschikbaar aan (kandidaat)leveranciers en passen het
gezamenlijk toe in hun praktijksituaties.
• De GEEF-organisatie verwerkt de gebruikerservaringen
van het instrument en brengt indien nodig een
vernieuwde versie uit.
3
1e Checklist: VISD (ontleend aan Eindadvies Verkenning Informatievoorziening Sociaal Domein)
Het doel van deze checklist is:
• om na te gaan of de koper/gebruiker van de toepassing
zich goed heeft voorbereid en de juiste richtlijnen
heeft gevolgd om de keuze van zowel de toepassing als
de leverancier te kunnen maken en
• als voorbereiding op het aangaan van onderhandelingen
met de leverancier van de toepassing.
Als een richtlijn is gevolgd, vult u in de eerste kolom ‘Ja’
in, met als bijbehorende kleur groen. Mocht dit (nog)
niet het geval zijn, vult u ‘Nee’ in, met daarbij de kleur
rood. Wij raden u aan om de richtlijnen zoveel mogelijk in
de aangegeven volgorde te volgen en niet teveel stappen
over te slaan.
Nr. Richtlijn
1.1 Ontwikkel geen nieuwe diensten maar sluit aan bij wat er al in de markt is.
1.2 Sta vooraf stil bij de rol die je als gemeente wilt hebben bij de implementatie en inzet van dit soort instrumenten.
1.3Kijk goed naar wat al gebruikt wordt door de organisaties en de gemeenten in jouw omgeving zodat er ook massa
ontstaat.
1.4Maak ruimte voor communicatie, zowel met zorg- en welzijnsorganisaties die een rol hebben in het gebruik van deze
instrumenten, als met de burgers die het instrument gaan gebruiken.
1.5Bepaal welke rol je als gemeente wilt spelen bij de implementatie en gebruik van een digitale informele zorgdienst. Is
dit een faciliterende, regisserende of stimulerende rol?
1.6 Bepaal welke effecten je als gemeente met het instrument wilt bereiken en welke investering hiervoor acceptabel is.
1.7 Kom met de leverancier overeen welke ondersteuning geleverd wordt bij de implementatie en het gebruik.
1.8Het aanschaffen van een ICT-systeem is niet voldoende. Bepaal hoe je als gemeente (direct of via zorg-
welzijnsinstellingen) het gebruik stimuleert en hoe je de burgers bij het gebruik ondersteunt.
1.9Communicatie is de rode draad in alle ervaringen. Bepaal dus wie jouw doelgroep is, welke boodschap je wilt
verkondigen, met wie en op welke wijze.
1.10
Leg een referentiebezoek af. Door het afleggen van referentiebezoek(en) krijg je een beter inzicht in de wijze waarop
implementaties zijn verlopen, de snelheid en de kwaliteit waarmee leveranciers problemen oplossen of inspelen op
gebruikerswensen, de snelheid van acteren van de helpdesk etc. Informeer bij de leveranciers of er een onafhankelijke
gebruikersvereniging is. Vraag eventueel de gebruikersvereniging om een modelcontract.
1.11Neem contact op met andere gebruikers, de gebruikersvereniging of andere gemeenten. Vraag aan deze gebruikers hoe
de leverancier omgaat met release- en planningsbeleid.
1.12Juridische positie: Bepaal in hoeverre de leverancier eigenaar/licentiehouder van de applicatie is. Dit in verband met
mogelijkheden tot aanpassen van software aan gemeentespecifieke wensen.
1.13 Capaciteit: bepaal o.a. welke vorm van gegevensopslag wordt gebruikt en wat de capaciteit is.
1.14 Eisen m.b.t. robuustheid, veiligheid en kwaliteit: wordt er bijvoorbeeld aan ISO normen voldaan?
1.15 Stabiliteit van de leverancier en beschikbaarheid voor afnemers: onderzoek de reputatie van de leverancier.
1.16Bepaal welke (management)informatie door het systeem kan worden gegenereerd. Kan dat op eenvoudige en
eenduidige wijze, kun je dat zelf en hoe vaak is dat mogelijk?
1.17Onderzoek de versiehistorie: hoe vaak zijn er in het afgelopen jaar nieuwe versies van het softwarepakket gereleased?
Hoeveel releases zijn er gemiddeld per periode? Welke wijzigingen zijn daarbij doorgevoerd en waarom?
1.18 Doe een risicoanalyse, of ga na of deze reeds gedaan is, wat misbruik van de toepassing of dienst betreft.
Ja / Nee
4
Beoordeling betreft:
Product/toepassing:
Leverancier:
Ingevuld door:
Organisatie:
Contactpersoon:
Datum:
2e Checklist: eHIT (met de nodige vrijheid aangepast en in het Nederlands vertaald)
Het doel van deze checklist is om:
• de soliditeit van de gebruiker in het gebruik van de
ict-toepassing te scoren en
• vast te stellen of de ict-toepassing past binnen de
organisatie en haar bestaande structuren.
De scoring gebeurt met gewicht, oftewel de relevantie
(score 1 t/m 5, waarbij 1 ‘geen relevantie’ betekent en 5
‘maximale relevantie’) en met de mate waarin de stelling
klopt (scoren met ROOD/ORANJE/GROEN).
Context - Voordat er wordt overgegaan tot implementatie van een nieuwe ict-toepassing, is het de moeite waard om de gehele context waarin deze plaatsvindt te bekijken en in het bijzonder te beoordelen in hoeverre
deze verandering binnen de organisatorische structuur en prioriteiten past.
Nr. Thema Subgroep StellingGewicht(1-5)
Scoreroodoranjegroen
2.1 Beleid Nationaal beleid voor ehealth/
domotica/wonen en welzijn
voor ouderen
Deze ict-toepassing is in lijn met het huidige
landelijke en provinciale beleid
2.2 Deze ict-toepassing zal het bereiken van
de landelijk en provinciaal gestelde doelen
bevorderen
2.3 Lokaal beleid voor ehealth/
domotica/wonen en welzijn
voor ouderen
Deze ict-toepassing is in lijn met het huidige
lokale beleid (gemeente/zorgverlener/
woningcorporatie)
2.4 Cultuur Organisatiecultuur
(gemeente/zorgverlener/
woningcorporatie)
De organisatie staat welwillend tegenover het in
gebruik nemen van dit soort ict-toepassingen
en ziet niet op tegen verandering
2.5 De communicatie en onderlinge samenwerking
tussen de verschillende afdelingen binnen de
organisatie is goed; deze afdelingen beschikken
over toereikend probleemoplossend vermogen
2.6 De lokale ondersteuning is voldoende en de
organisatie beschikt over een sterkte lokale
partner die de tijd en energie beschikbaar heeft
voor de promotie van de implementatie
2.7 Er zijn binnen de organisatie opinieleiders die de
implementatie van de ict-toepassing steunen
2.8 Hulp-
bronnen
en risico’s
Hulpmiddelen (uren, €’s) De organisatie beschikt over mensuren en €’s
voor de implementatie van deze ict-toepassing
(inclusief bijvoorbeeld trainingen, voortdurende
ondersteuning, onverwachte veranderingen etc.)
2.9 Deze ict-toepassing heeft geen effect op de
huidige toewijzing van middelen binnen de
organisatie en de normen aan de hand waarvan
dit momenteel gebeurt
roodoranjegroen
5
Beoordeling betreft:
Product/toepassing:
Leverancier:
Ingevuld door:
Organisatie:
Contactpersoon:
Datum:
Nr. Thema Subgroep StellingGewicht(1-5)
Scoreroodoranjegroen
2.10 Risico’s De voorgestelde veranderingen die deze ict-
toepassing met zich meebrengt, zijn volledig in
overeenstemming met het risicomanagement
van de organisatie
Interventie – De werkelijke aard van de verandering is vaak van doorslaggevend effect op het al dan niet succesvol implementeren hiervan.
2.11 Interventie
(impact
van de
verandering)
Impact op de operationele
processen
Deze ict-toepassing zal het contact tussen
de medewerker en de cliënt ondersteunen/
faciliteren, bijvoorbeeld doordat het de
communicatie bevordert of doordat taken
sneller kunnen worden uitgevoerd en doelen
sneller kunnen worden bereikt
2.12 De betrouwbaarheid, veiligheid en mate van
vertrouwelijkheid die deze verandering met zich
meebrengt zijn geloofwaardig bevonden en
bieden zekerheid
2.13 Gebruiksgemak van de
toepassing
De ict-toepassing is gemakkelijk te gebruiken en
doet wat deze bedoeld is te doen
2.14 (Kosten)effectiviteit De ict-toepassing is grondig geëvalueerd en
levert aantoonbaar een verbetering in de zorg
op, de toepassing is rendabel
Personeel – De werkvloer is cruciaal in de afweging of een toepassing inbedding in de organisatie gaat vinden. Medewerkers kunnen het gebruik van een ict-toepassing omarmen maar de bereidheid hiertoe wordt beïnvloed door de voor- of nadelen die aan het in gebruik nemen zijn verbonden. Pas wanneer een toepassing onderdeel wordt van de routine binnen de organisatie vallen deze voorwaardelijke factoren weg en zullen de medewerkers
zich op langere termijn committeren aan het gebruik van de ict-toepassing.
2.15 Werkproces
en training
Impact op werk en werkproces Er wordt geen verhoogde belasting op de
werkvloer verwacht met de implementatie van
deze toepassing
2.16 De verandering die de implementatie van
deze toepassing met zich meebrengt zal er
voor zorgen dat de bestaande werkprocessen
efficiënter worden
2.17 De verandering die de implementatie van deze
toepassing met zich meebrengt past goed
binnen de bestaande arbeidsverdeling, tussen
de betrokken afdelingen
2.18 Scholing Geen enkele medewerker die met de nieuwe
toepassing gaat werken zal enige vorm van
scholing of training nodig hebben
voordat ze hiermee kunnen gaan werken
roodoranjegroen
6
Nr. Thema Subgroep StellingGewicht(1-5)
Scoreroodoranjegroen
2.19 Werkver-
houdingen
Taken, bevoegdheden en
verantwoordelijkheden (TBV)
De verandering die de implementatie van
deze toepassing met zich meebrengt is in
overeenstemming met de huidige TBV-
verdeling, tussen de verschillende afdelingen
2.20
De verandering zal het vertrouwen in elkaars
expertise en de onderlinge werkrelatie
verbeteren
2.21
Er is in de implementatie van de toepassing
voldoende duidelijkheid over wie (welke
afdeling) verantwoordelijk is voor bijvoorbeeld
het gebruik van de toepassing of voor de
uitkomsten van de verandering
Naast de op eHIT gebaseerde checklist presenteren
wij ook een checklist gericht op functionaliteit en
leveranciersbetrouwbaarheid. Gegeven het feit dat er
ook alarmerings- en beveiligingstoepassingen zijn, is er
ook functionaliteit op het gebied van de infrastructuur
benoemd. Voor apps en websites zijn deze minder of
zelfs niet van toepassing. Het is aan de gebruiker om vast
te stellen welke functionaliteiten van toepassing zijn op
de situatie.
3e Checklist: GEEF-functionaliteiten
Het doel van deze checklist is om:
• de soliditeit te scoren van de ict-applicatie
(functionaliteit) en
• de soliditeit te scoren van de samenwerking tussen de
leverancier en de koper/gebruiker van de ict-
toepassing.
De scoring gebeurt met gewicht, oftewel de relevantie
(score 1 t/m 5, waarbij 1 ‘geen relevantie’ betekent en 5
‘maximale relevantie’) en met de score, oftewel de mate
waarin de stelling klopt (ROOD/ORANJE/GROEN).
Nr. Functionaliteit RationaleGewicht(1-5)
Score
Cliënt
3.1 De ict-toepassing voldoet aan de primaire
wensen van de cliënt; dit is aangetoond
Sowieso, omdat de behoefte van de cliënt
centraal staat en omdat er goed gebruik van zal
worden gemaakt
3.2 De behoeften van de cliënt zijn (in een
gesprek) geïnventariseerd; dit is aangetoond
Dat is de enige manier om wat je levert goed
af te stemmen op de behoeften en omdat dit
zorgt voor meer acceptatie
roodoranjegroen
roodoranjegroen
7
Beoordeling betreft:
Product/toepassing:
Leverancier:
Ingevuld door:
Organisatie:
Contactpersoon:
Datum:
Nr. Functionaliteit RationaleGewicht(1-5)
Scoreroodoranjegroen
3.3 De cliënt van de ict-toepassing heeft blijvend
vertrouwen in de applicatie
Kwaliteit van de toepassing is een elementaire
factor om dat te bereiken
3.4 De cliënt is zich bewust van het feit dat
technologie ook verandering en offers met
zich meebrengt; dit is aangetoond
Enerzijds door en in het gebruik in functionele
zin; anderzijds door het feit dat er ook kosten
voor eigen rekening zullen zijn
3.5 Bij tabletgebruik moet de combinatie mogelijk
blijven van ‘fun’, functionaliteit en beveiliging
Deze combinatie stimuleert juist gebruik
door de cliënt; in zekere zin een zogenaamde
hygiënefactor oftewel een basisvereiste
3.6 De toepassing past in de vigerende eisen op
het gebied van privacy
Het gaat om gezondheid en welbevinden,
privacy is dan extra belangrijk, ook om
stigmatisering te voorkomen
3.7 Er is onderscheid gemaakt tussen medische
indicatie (zorgtechnologie) en sociale indicatie
(gebruiksgemak)
Omdat hier veel verschil tussen kan zitten wat
de verantwoordelijkheid en financiering betreft
3.8 Prijs/prestatieverhouding moet aansluiten bij
de beleving van de cliënt
Omdat de financiering vaak voor een groot deel
bij de cliënt vandaan moet komen en de cliënt
niet onnodig zwaar belast wordt
3.9 Indien de toepassing niet gebruikt kan worden,
is er een alternatief in de vorm van een
papieren versie
Niet iedere cliënt is in staat om een tablet of pc
juist te gebruiken
Leverancier
3.10 De leverancier levert een beproefde en
goedgekeurde toepassing
Zodat er zekerheid is en er geen energie verspild
hoeft te worden aan de ontwikkeling van het
materiaal
3.11 Er zijn voorbeelden van een reeds ingevoerde
toepassing/applicatie bij andere organisaties
Om hiermee meer zekerheid over het effect van
de toepassing/applicatie te verkrijgen
3.12 De leverancier is betrokken is bij de
implementatie, hij/zij neemt dit op in het
contract
Om te zorgen dat de expert binnen bereik is bij
problemen die binnen zijn/haar expertise vallen
en zodat de ‘leek’ niet met deze problemen
opgescheept wordt
3.13 De leverancier is (mede)verantwoordelijk
voor het door de cliënt gewenste gebruik na
implementatie/uitrol, hij/zij neemt dit op in
het contract
Om te voorkomen dat leveranciers te snel uit
beeld raken en de bemiddelende partijen niet in
staat blijken de toepassing/applicatie duurzaam
te continueren
3.14 De toepassing/applicatie is uitbreidbaar om
extra subfunctionele eisen in de tijd mogelijk
te maken
Duurzaamheid van toepassing/applicatie, niet
aan einde functionele en technische levensduur
3.15 De toepassing/applicatie is ingebed in zorg- of
ondersteuningsprocessen
Denk aan: 1. advisering over gebruik door
zorgmedewerkers, 2. samenwerking en 3. beheer
roodoranjegroen
8
Nr. Functionaliteit RationaleGewicht(1-5)
Score
3.16 De gebruikerstechniek is voor iedereen te
begrijpen en 'kleinkindproof'
De technische kant moet puur de
verantwoordelijkheid van de leverancier zijn,
daar moet de cliënt geen last van ondervinden
3.17 De leverancier zorgt voor een veilig en gesloten
systeem en treft maatregelen om misbruik te
voorkomen
Het beschermen tegen externen met slechte
bedoelingen
Infrastructuur (t.b.v. systemen en applicaties op het netwerk)
3.18 In geval van toepassingen voor alarmering
en beveiliging is 100% betrouwbaarheid van
de infrastructuur noodzakelijk, alsmede een
voldoende prioriteit t.o.v. andere toepassingen
Denk aan: 1. elektriciteitsuitval bij
alarmeringssystemen en 2. concurrerend
gebruik, waarbij de alarmering ten koste
gaat van andere toepassingen/applicaties op
diezelfde infrastructuur (de ‘grid’)
3.19 De toepassing/applicatie is betrouwbaar, de
continuïteit is gewaarborgd
Uitval of beperkte beschikbaarheid
betekent voor bijvoorbeeld alarmerings-
en beademingssystemen ernstige
gebruikersproblemen, er kan sprake zijn van
aansprakelijkheidsstelling van de zorgverlener/
woningcorporatie/gemeente door de cliënt
3.20 De toepassing/applicatie wordt t.o.v. andere
toepassingen/applicaties op dezelfde
infrastructuur (‘grid’) geprioriteerd
Om te bereiken dat de juiste balans wordt
gevonden t.a.v. 1. betrouwbaarheid, 2.
beschikbaarheid en 3. betaalbaarheid
(zogenaamd Zweeds model)
3.21 De toepassing/applicatie is, zo mogelijk, NEN-
gecertificeerd
NEN-certificatie betekent dat de
vooraanstaande keuringsinstanties de
toepassing/applicatie hebben goedgekeurd en
gewaardeerd
3.22 De toepassing/applicatie is, zo mogelijk,
TNO-proof
TNO staat als staatsinstelling borg voor
deugdelijkheid van de toepassing/applicatie
3.23 Bij glasvezelgebruik is er besturing in een
coöperatie van eigenaren van toepassingen/
applicaties
Daarmee worden de belangen van de cliënten
en de middelende partijen onderling effectief
afgepaald en gerealiseerd
roodoranjegroen
10
Platform GEEF
NHL Hogeschool
Rengerslaan 10
8917 DD Leeuwarden
T 058 251 26 04
www.platformgeef.nl
November 2014
versie 1.0
Auteurs en projectgroepleden:
Gerrit Fokkema, Platform GEEF
Herman Kuipers, Hulpmiddelen Centrum
Albert Scheffer, Gemeente Smallingerland
Machiel Talsma, Kwadrantgroep
Laura Vuijk, Platform GEEF