Upload
karen-verbeke
View
218
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Coaching inleiding en consument
Soorten behoeften
• Behoeftepiramide van Maslow
Bron: www.floor.nl/management/maslowpiramide.html
Primaire behoeften
secundaire behoeften
Behoefte Maslow Individueel
of collectief Voorbeeld
goed/dienst Soort
goed/dienst
bescherming
niveau 2: veiligheid
beiden
huis, politie
individueel,
zuiver collectief
Zwemmen (recreatief bewegen)
niveau 1: fysiologische
behoeften
individueel
Zee, publiek zwembad, zwembad
thuis
vrij goed, quasi
collectief, individueel
liefde
niveau 3: affectie
individueel
vrienden
-
persoonlijke ontwikkeling
niveau 5:
zelfactualisatie
indivdueel
studeren aan hogeschool
quasi collectief,
individueel
status
niveau 4: aanzien
individueel
luxewagen
individueel
Vraag 2
Welke uitspraak over deze figuur is correct? a) Een daling in het inkomenb) Een prijsstijging van CD’s en boekenc) Een prijsdaling van boeken en CD’sd) Een grotere oppervlakte onder de budgetrecht wijst op een
lager reëel inkomen
•
Qboeken
Qcd’s
B2
X
YB
B1
A
2 4 10 12 14 16 186 8
2
0
2422201816141210
468
•
•
•
•
Oefening 1
• Een gezin heeft een budget voor ontspanning van 300 euro per maand. Ze gaan graag naar de film en bezoeken graag een binnenspeeltuin. Een dagje in de binnenspeeltuin kost het gezin 60 euro. Een avondje naar de film kost 30 euro.
a) Teken de budgetrechte (aantal keer naar de film op de X-as)b) Wat gebeurt er met de budgetrechte als het budget stijgt tot
420 euro per maand als gevolg van een promotie van de moeder.
c) Geef de correcte economische term voor de inkomenswijziging uit vraag b.
d) Wat gebeurt er met de oorspronkelijke budgetrechte (vertrek dus van de gegevens van vraag a) als naar de film gaan het gezin 60 euro per avond kost (de filmtickets zijn dus duurder geworden). Teken dit op een grafiek waarop je de oorspronkelijke budgetrechte (vraag a) en de nieuwe budgetrechte (vraag d) voorstelt.
Oefening 1 a
B = 300 PS = 60 PF = 30
Budgetlijn? Min 2 coördinaten zoeken (QF , QS )
B = PS * QS + PF * QF
300 = 60 * QS + 30 * QF
Stel QF = 0
300 = 60 * QS + 30 * 0
QS = 300/60 = 5 ( 0 , 5 )
Stel Qs = 0
300 = 60 * 0 + 30 * QF
QF = 300/30 = 10 ( 10 , 0 )
Oefening 1 a
0 2 4 6 8 10 120
1
2
3
4
5
6
Budgetrechte 1
aantal film
aanta
l bin
nenspeelt
uin
Oefening 1 b
B = 420 PS = 60 PF = 30
Budgetlijn? Min 2 coördinaten zoeken (QF , QS )
B = PS * QS + PF * QF
420 = 60 * QS + 30 * QF
Stel QF = 0
420 = 60 * QS + 30 * 0
QS = 420/60 = 7 ( 0 , 7 )
Stel Qs = 0
420 = 60 * 0 + 30 * QF
QF = 420/30 = 14 ( 14 , 0 )
Oefening 1 b
0 2 4 6 8 10 12 14 160
1
2
3
4
5
6
7
8
Budgetrechte 2
Budgetrechte 1Budgetrechte 2
aantal film
aanta
l bin
nenspeelt
uin
Oefening 1 C
B = 300 PS = 60 PF = 60
Budgetlijn? Min 2 coördinaten zoeken (QF , QS )
B = PS * QS + PF * QF
300 = 60 * QS + 60 * QF
Stel QF = 0
300 = 60 * QS + 60 * 0
QS = 300/60 = 5 ( 0 , 5 )
Stel Qs = 0
300 = 60 * 0 + 60 * QF
QF = 300/60 = 5 ( 5 , 0 )
Oefening 1 C
0 2 4 6 8 10 120
1
2
3
4
5
6
Budgetrechte 3
Budgetrechte 1Budgetrechte 3
aantal film
aanta
l bin
nenspeelt
uin
Oefening 2
• Je krijgt 3 sets van voorkeuren van het gezin. Binnen een set is het gezin indifferent. Teken de indifferentiecurven die bij de sets voorkeuren horen op een grafiek. Let op: assen en curven moeten benoemd zijn. (noteer Film op X-as)
Set 1 Set 2 Set 3
S F S F S F
1 6 2 8 3 10
2 3 3 4 4 6
3 2 4 3 5 4
4 1 6 2 6 3
Oefening 2
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 110
1
2
3
4
5
6
7
IC3IC2IC1
Film
Speelt
uin