35

Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Cultuurbeleidsplan Beersel

Citation preview

Page 1: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013
Page 2: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

2

Page 3: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

3

1. Inleiding Pag. 3 2. Missie 3 3. Visie 4 4. Sterktezwakteanalyse van de culturele en maatschappelijke situatie 4 5. Strategische en operationele doelstellingen 13 6. Ondersteuning van het culturele werk door de gemeente: beleidsinstrumenten en middelen 21 7. Beschrijving van het participatieproces 34 Bijlagen I. Gemeenteraadsbeslissing houdende de goedkeuring van het cultuurbeleidsplan II. Het advies van de cultuurraad over het cultuurbeleidsplan III. Het advies van het beheersorgaan van de bibliotheek over het cultuurbeleidsplan IV. De samenstelling van het beheersorgaan van de bibliotheek V. Het advies van het beheersorgaan van het cultuurcentrum over het cultuurbeleidsplan VI. De samenstelling van het beheersorgaan van het cultuurcentrum

In dit lokaal cultuurbeleidsplan opgesteld voor de periode 2008-2013 worden de beleidsplannen voor de bibliotheek en het cultuurcentrum geïntegreerd. Het plan is opgesteld conform het Ministerieel besluit van 13 februari 2007 houdende vastlegging van de structuur van het cultuurbeleidsplan. De huidige bestuurscoalitie koos ervoor, aangemoedigd door de positieve audit van de Vlaamse gemeenschap in 2004 en door de goede werkingsresultaten van de culturele instellingen in de vorige beleidsperiode, het gevoerde beleid verder te zetten en enkele nieuwe accenten te leggen.

Het gemeentebestuur Beersel creëert kansen en stimuleert alle Beerselaars om zich te ontwikkelen tot cultureel, competente mensen die erin slagen om alle drempels te overwinnen en deel te nemen aan het 21ste-eeuwse rijke socio-culturele en maatschappelijke leven in de Vlaamse zuidrand van Brussel. Cultuur is inherent aanwezig in de Beerselse gemeenschap. Deze gemeenschap vindt cultuur een evidentie.

1. Inleiding

2. Missie

Inhoud

Page 4: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

4

Alle Beerselaars moeten kunnen genieten van alle mogelijke kunst- en cultuuruitingen. Daarom willen we Beerselaars stimuleren om vaardigheden en culturele bagage te verwerven. Tegelijkertijd zien we cultuur als een hefboom om gemeenschappen dichter bij elkaar te brengen. Erfgoed willen we voor het eerst expliciet als peiler uitbouwen. E-cultuur heeft een vaste plaats in het Beersels cultuurbeleid.

De SWOT-analyse is een methode om een bestaande situatie te analyseren. De afkorting SWOT staat voor Strengths, Weaknesses, Opportunities en Threats. In deze analyse worden zowel de sterke als de zwakke punten, de kansen en bedreigingen binnen het lokaal cultuurbeleid geïnventariseerd. De sterktes zijn troeven die verder moeten uitgespeeld worden, de zwaktes zijn aandachtspunten die best zo vlug mogelijk verholpen worden. Het lokaal cultuurbeleid moet voluit de kansen benutten die zich voordoen en anticiperen op de bedreigingen die op haar afkomen. De SWOT werd gerealiseerd voor de verschillende functies van het cultuurbeleid: 1. Cultuurspreiding en cultuurparticipatie: Hierbij wordt gekeken of alle leeftijden en alle lagen van de bevolking de kans krijgen om aan cultuur deel te nemen. Een breed en divers cultuuraanbod, goede cultuurcommunicatie, doelgroepenwerking en laagdrempeligheid zijn hierbij parameters. 2. Behoud, beheer en ontsluiten van erfgoed: Het erfgoedbeleid omvat drie functionele pijlers, nl. behoud (conservatie, restauratie), beheer (verzamelen en inventariseren) en ontsluiten (toegankelijk maken) van erfgoed. Er wordt gekeken of de verschillende pijlers voldoende aandacht krijgen en of de voorwaarden aanwezig zijn om een degelijk erfgoedbeleid uit te bouwen. 3. Verhogen van culturele competentie en bevorderen van cultuurcreatie via levenslang en levensbreed leren: Culturele competentie is de mate waarin mensen beschikken over de vaardigheden en culturele bagage nodig om te kunnen participeren aan cultuur en maatschappij en om te kunnen overgaan tot cultuurcreatie. In dit punt worden de initiatieven in het kader van levenslang en levensbreed leren geanalyseerd. 4. Gemeenschapsvorming en interculturalisatie: Er wordt nagegaan of cultuur wordt aangewend om ontmoeting te stimuleren en om de sociale cohesie en binding tussen generaties, autochtone en allochtone bevolkingsgroepen en taalgemeenschappen te versterken. Per functie van het cultuurbeleid worden sterktes en zwaktes nagegaan op het niveau van aanbod en participatie, actoren, middelen (infrastructuur, financieel, personeel), dienstverlening, communicatie en beleidsopties. Nieuwe ontwikkelingen kunnen organisatorisch, maatschappelijk- demografisch of technologisch zijn. De SWOT-analyse is hoofdzakelijk gebaseerd op de gebruikersonderzoeken van bibliotheek en cultuurcentrum, op een bevraging van het verenigingsleven en op de bevindingen van de stuurgroep en de werkgroep erfgoed. Een beschrijving van het participatieproces vindt u in hoofdstuk 7 van dit beleidsplan. Nieuwe initiatieven gerealiseerd in het kader van het vorige cultuurbeleidsplan 2002-2007 worden in blauw aangeduid. Op die manier wordt aandacht besteed aan de uitvoering van het vorige beleidsplan.

4. Sterktezwakteanalyse van de culturele en maatschappelijke situatie

3. Visie

Page 5: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

5

SWOT-ANALYSE VAN CULTUURSPREIDING-CULTUURPARTICIPATIE Sterkte punten

AANBOD EN PARTICIPATIE Het aanbod en de werking van het cultuurcentrum heeft een grote uitstraling en is afgestemd op publieksvergroting, -vernieuwing en -verdieping. *Het aanbod wordt niet als te serieus en elitair ervaren. *Met populaire en elitaire genres wordt zowel hoog- als laaggeschoold publiek bereikt. *De doelgroepenwerking richt zich tot jeugd (schoolprogrammatie en film), gezinnen en senioren (laatbloeiersacademie, namiddagfilm). *Muziek en film zijn laagdrempelig voor anderstaligen. *Senioren (27%) worden goed bereikt en de jeugd (19%) beter dan het Vlaams gemiddelde. *De participatie bij film, humor-cabaret, jazz-folk en kunsteducatie is hoger dan het Vlaamse gemiddelde. *CC de Meent heeft een grotere uitstraling (18%) dan gemiddeld (14%). *Abonnementsformules zijn een middel tot klantenbinding en ambassadeurschap voor het cultuurcentrum. *Verhouding eigen en receptieve activiteiten bedraagt in 2004 respectievelijk 700 t.o.v. 384. De bibliotheek beschikt over een brede en geactualiseerde collectie en heeft een werking afgestemd op een gevarieerd publiek. *De doelgroepenwerking en de uitbreidingsactiviteiten zijn o.a. gericht naar de jeugd tot 15 jaar (jeugdboekenweek, kinder-en jeugdjury), senioren (computercursussen), verenigingen (Ontmoetingen met Beerselaars) en de veelvuldige lezers (leeskring). *De beschikbaarheid van de werken is verhoogd door interbibliothecair leenverkeer en wisselcollecties. *Elk jaar wordt de collectie geactualiseerd. *De jeugdcollectie maakt 40% uit van het aanbod. Er is sterk geïnvesteerd in audiovisueel materiaal (16%). *Digitale databanken werden uitgebreid. *De Bibliobus is goed voor een vierde van de uitleningen, vnl. schooluitleningen. *De jeugdcollectie (zowel verhalend als informatief ) en DVD’s scoren qua uitleningen het best.

Zwakke punten AANBOD EN PARTICIPATIE

De probleemdoelgroepen in het cultuurcentrum (30 tot 44-jarigen) en in de bibliotheek (60-plussers) zijn verschillend. *40% van de bezoekers van CC de Meent is bibgebruiker in Beersel. *Er is een ondervertegenwoordiging van 30-44 jarigen in het cultuurcentrum (hoofdreden: geen tijd). Slechts 10% van de 30-44jarigen is abonnee van CC de Meent (30% Vlaams gemiddelde). *Slechts 14% van de volwassen bibgebruikers is 60-plus, in Beersel is dit 28% van de volwassenen. De laaggeschoolde, kansarme doelgroep en de anderstaligen zijn moeilijk te bereiken. *De culturele actoren bereiken eerder een hooggeschoold (hogere studies) dan een laaggeschoold publiek (geen HSO). In het cultuurcentrum is 16% laag- en 55% hooggeschoold, in de bibliotheek respectievelijk 12% en 71%. *Beersel is een welstellende gemeente met rijke inwoners. Bij 6,5% van de Beerselaars is er sprake van een laag inkomen (voorkeursregeling ziekteverzekering). De zeer lage inkomens vertegenwoordigen 6% van de bezoekers in CC de Meent en 5% in de bibliotheek. *36% van de Meentgebruikers duidt de dure prijs als hoofdreden aan om niet te participeren. *Er zijn minder veelvuldige lezers (25% t.o.v. Vlaams gemiddelde 33%) door de hoge graad van anderstaligheid. *De bibliotheek wordt geconfronteerd met een probleem van wanbetalers. Klantenbinding is een aandachtspunt voor het cultuurcentrum. Het publiek participeert regionaal. *CC de Meent heeft een regionale werking: 49% van de gebruikers is Beerselaar, de rest is afkomstig uit de regio (zone 30 km). *Het Meentpubliek participeert ook in andere cultuurcentra, hoofdzakelijk (88%) in de regio Zuidwest Brabant. *Het groter aanbod elders in de regio zorgt voor een minder trouw publiek bij dans,

Page 6: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

6

De bibgebruiker is een trouw en frequent gebruiker. *59% van de bibgebruikers zijn regelmatige lezers, 60% is lid sinds de kindertijd. 44% is ook lid van een andere bibliotheek. *82% komt maandelijks of vaker naar de bibliotheek. *70% van de bibgebruikers zijn Beerselaars. *81% is op zoek naar een goed boek of ander medium, 55% zoekt informatie over onderwerpen die hem/haar bezighoudt, 45% bezoekt de bib omwille van de kinderen, 31% zoekt informatie voor de studies. Alle gebruikers van CC de Meent en de bibliotheek komen in aanraking met beeldende kunst door het gebruik van de infrastructuur als permanente tentoonstellingsruimte. Het aanbod beeldende kunsten in de gemeente bevat zowel werken van professionele als van amateurkunstenaars. *De foyer van het cultuurcentrum en de bibliotheek bieden samen 10 à 15 tentoonstellingen jaarlijks. Het aanbod richt zich vooral op de semi-professionele kunst en werken van amateurkunstenaars. *De kunstgalerie van het Herman Teirlinckhuis biedt jaarlijks een zestal tentoonstellingen van professionele beeldende kunsten. Laagdrempelige evenementen overtuigen mensen om aan cultuur te participeren. Onder andere de optredens tijdens de kasteelfeesten in Beersel en de jaarlijkse culturele zomerhappenings zijn publiekstrekkers door hun laagdrempelig karakter.

ACTOREN Doelgroepenwerking naar kinderen, jongeren en gezinnen gebeurt grotendeels in samenwerking met scholen en de lokale afdelingen van de Gezinsbond. Projectmatig werden enkele initiatieven in samenwerking met de jeugddienst en jeugdverenigingen opgezet. Het samenwerkingsproject Zennetour ging op zoek naar lokaal jong muzikaal talent. Tijdens de kasteelconcerten en de zomerse thema-avonden werkten jeugdverenigingen mee door de bar open te houden. Kunsteducatieve jeugdverenigingen werden bij verschillende gelegenheden in de kijker gezet.

theater, vorming en in mindere mate voor muziek. *23% van de gebruikers komen maandelijks of vaker naar het cultuurcentrum. 24% van de klanten zijn abonnee t.o.v. 28% gemiddeld in Vlaanderen. Uitleningen in de bibliotheek zijn zeer trendgevoelig. De beschikbaarheid van nieuwe werken is een aandachtspunt. *De uitleningen van muziekcd’s, cd-roms (betere verspreiding internet) en volwassen fictie zitten in een dalende trend. *Het krediet voor de collectie is niet geïndexeerd. Hierdoor scoort de beschikbaarheid van nieuwe werken iets lager dan het provinciale en Vlaamse gemiddelde. *Nieuwe werken zijn niet zichtbaar. De kunstgalerie van het Herman Teirlinckhuis is nog niet genoeg gekend bij de Beerselaars en heeft nood aan meer publiekswerking. Een toekomstvisie voor het Teirlinckhuis dient geactualiseerd. Participatie wordt bemoeilijkt door een mobiliteitsprobleem. *De theaterbus voor senioren lenigt onvoldoende het mobiliteitsprobleem. *13% van de gebruikers van CC de Meent kan niet participeren wegens gebrekkig openbaar vervoer.

ACTOREN Er wordt in de gemeente nog te weinig integraal gewerkt. Er is nood aan afstemming van programmatie binnen de sector vrije tijd en overleg tussen de verschillende diensten en adviesraden. De cultuurprogrammatiecel, in 2002 in het leven geroepen om het aanbod van gemeentelijke instellingen en onafhankelijke actoren te coördineren, te registreren en te streven naar complementariteit en samenwerking, stierf wegens te weinig interesse een stille dood. Er is nood aan samenwerking tussen de cultuursector en het sociaal beleid. Het initiatief van cultuurcheques dat kansarmen toeliet om gratis filmvoorstellingen bij te wonen, kende geen succes. Binnen de culturele sector is er dan ook nood aan expertise om participatiedrempels van kansengroepen weg te werken. Samenwerking met sociale actoren (OCMW) biedt mogelijkheden.

Page 7: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

7

Samenwerking tussen gemeentelijke actoren enerzijds en onderwijs, academies, socio-culturele verenigingen e.a. creëert een win-winsituatie. Voor verenigingen is er het logistieke voordeel en de grotere uitstraling van activiteiten, de gemeentelijke actoren bekomen meer lokale inbedding van hun programmatie. CC de Meent verzorgde minstens voor 5 receptieve activiteiten de ticketverkoop. De cultuurraad is geen organiserende raad maar vooral het aanspreekpunt voor verenigingen, een adviesraad en stimulator tot samenwerking. Regionale samenwerking komt voor zowel bij bibliotheek als cultuurcentrum. Voor het cultuurcentrum betekent dit vnl. afstemming van programmatie en expertise-uitwisseling, voor de bibliotheek is er vnl. expertise-uitwisseling en zijn er gezamenlijke projecten (cfr. mobiele internetklas). Vrijwilligers zijn ambassadeurs voor het cultuurcentrum en een instrument tot groei. Vrijwilligerswerk (selectie, motivering) verloopt positief binnen CC de Meent.

MIDDELEN - INFRASTRUCTUUR - PERSONEEL *Het cultuurcentrum en de bibliotheek krijgen zowel werkingsmiddelen als personeelstoelagen vanuit de gemeente als vanuit de hogere overheden. Projectsubsidies en de uitvoeringssubsidie maken éénmalige initiatieven mogelijk. *De Gebuikers van CC de Meent en de bibliotheek geven de infrastructuur een hogere quotering dan gemiddeld (Meent 95%, bib 99%). *Het tickettingsysteem van CC de Meent wordt positief geëvalueerd. De bibliotheek beschikt over een volledig geautomatiseerd systeem. *In de bibliotheek wordt op een inventieve manier gebruik gemaakt van de infrastructuur. Door rekken op wieltjes te plaatsen kan een deel van de bib gebruikt worden als ruimte voor lezingen. *Er is voldoende parkeergelegenheid in de buurt van het cultuurcentrum en de bibliotheek.

Er wordt nog niet genoeg samengewerkt met niet-gemeentelijke culturele actoren met infrastructuur. Cfr. Vormingscentrum Destelheide, Provinciedomein, Herisemmolen Er weinig overleg en afstemming tussen verenigingen uit dezelfde sector. Verenigingen verkiezen projectmatig samenwerken boven structurele samenwerking. *Waar wel overleg en afstemming is, bijv. toneel, zijn er resultaatssprongen vast te stellen. *Verenigingen werken bij voorkeur samen met verenigingen uit dezelfde sector. Structurele samenwerking schrikt verenigingen af. Verenigingen zijn bereid samen te werken bij goed uitgewerkte projecten, maar willen zelf niet de rol van projectontwikkelaar invullen. Regionale erfgoedsamenwerking is nog niet uitgebouwd, maar kan een meerwaarde betekenen op vlak van expertise, uitstraling van projecten en middelen. Grotere betrokkenheid en inbreng van de bestuursleden in de raden van bestuur van bibliotheek en cultuurcentrum is wenselijk. De vergaderingen zijn nog te formeel en te theoretisch. Verenigingen vinden het geen prioriteit actief betrokken te worden bij het cultuurbeleid. 38% van de verenigingen is bereid hun mening te laten horen. Een aantal verenigingen sluit aan bij de Cultuurraad louter om opportunistische redenen. Er is nog geen centraal coördinatie- en aanspreekpunt voor vrijwilligerswerk binnen de culturele sector.

MIDDELEN – INFRASTRUCTUUR - PERSONEEL Bibliotheek *Het indexvast maken van het krediet voor aankoop van boeken en audiovisuele materialen is een aandachtspunt. *De bibliotheek heeft nog geen een draadloos netwerk.

Page 8: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

8

Verenigingsleven *De gemeente voorziet subsidies voor socio-culturele verenigingen en een toelage aan de cultuurraad. *Er werd een nieuw subsidiereglement gerealiseerd. De tevredenheid bij de verenigingen over de subsidieregeling is gemiddeld tot goed. *Verenigingen vinden het aanbod aan uitleenbaar materiaal zeer goed, de huurprijs vrij goed.

DIENSTVERLENING De dienstverlening is klantvriendelijk en verloopt vlot. *Het personeel van CC de Meent en de bibliotheek krijgen hoge scores in de gebruikersonderzoeken. Het secretariaat van het cultuurcentrum werd met een nieuwe balie klantvriendelijker gemaakt. *79% van de Meent- en bibgebruikers zijn tevreden met de openingsuren. *Verenigingen quoteren de dienstverlening door de gemeentediensten vrij goed tot zeer goed. Reservatiemodaliteiten zijn door de meeste verenigingen voldoende gekend, de reservatie verloopt vrij vlot. De verenigingen vinden de website en de nieuwsbrief goede informatiekanalen. De algemene vergadering scoort minder goed als medium om verenigingen op de hoogte te brengen van nieuwe initiatieven. Niet alle communicatie met verenigingen dient via e-mail te verlopen.

COMMUNICATIE

De gebruikte communicatiekanalen voor cultuur zijn divers, de informatie is duidelijk en gericht naar doelgroepen. *Van de gebruikers van CC de Meent is 77% tevreden over voldoende duidelijke en juiste informatie. *45+ en hoger opgeleid publiek gebruikt de huidige kanalen: programmaboekje (70%) en de Applauswebsite (25%). Een maandaffiche met de Meentprogrammatie wordt in heel Beersel verspreid. *De elektronische nieuwsbrief is een belangrijk communicatiemedium bij film, klassieke muziek, folk en jazz. *De bibliotheek gebruikt de gemeentekanalen (website, infoblad en Beersel

*Het leesterras wordt nog niet optimaal gebruikt. *Het toegankelijkheidsonderzoek van provincie Vlaams-Brabant (2006) duidt gebreken aan in toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers. Cultuurcentrum De infrastructuur en het personeel zijn niet meegegroeid met het aanbod. CC de Meent heeft deels een verouderde infrastructuur (podium, sanitair in loges, warmte-regeling, …). Een gebrek aan vergader- en leslokalen en repetitieruimtes legt druk op de programmatie. Verenigingsleven *Er is nood aan een stimulerend ondersteuningsbeleid voor culturele verenigingen met een jeugdwerking. *Het is nodig de middelen voor ondersteuning van het verenigingsleven indexvast te maken. *Voor sommige verenigingen is het huren van infrastructuur een zware kost. *Niet alle deelgemeenten hebben voldoende aanbod aan socio-culturele infrastructuur (Dworp en Lot).

DIENSTVERLENING Reservatie van socio-culturele infrastructuur en informatieverlening over reservatiemodaliteiten en materiële dienstverlening kan nog niet via digitale weg.

COMMUNICATIE De promotie van culturele activiteiten dient verder geoptimaliseerd. De (e-) communicatie dient aangepast te worden aan hedendaagse noden. *Het gemeentelijk informatieblad scoort als publiciteitskanaal voor het cultuurcentrum minder goed dan het Vlaams gemiddelde. *Het cultuurcentrum heeft nog geen eigen website. *Het programmaboekje wordt nog niet efficiënt ingezet. Niet elke Beerselaar die het in de bus krijgt wordt met dit medium bereikt.

Page 9: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

9

Boordevol) en folders om publiciteit te voeren. *Elektronische borden geven culturele informatie kort op de bal. *Een brochure met het kinder- en jeugdaanbod in CC de Meent wordt verspreid via de scholen. De seniorenvoorstellingen van het CC en de computercursussen van de bib worden kenbaar gemaakt via de seniorenbonden. *Het hele cultuuraanbod wordt gebundeld door de activiteitenkalender van de verenigingen, de activiteiten van de bib en het programma van CC de Meent aan elkaar te koppelen. *De herkenbaarheid van de vereniging (voorstelling op website en in de cultuurgids) en de promotie van activiteiten via activiteitenkalender zijn zeer belangrijk voor verenigingen. Er is een affichewand voor verenigingen voorzien in de affichezaal van het cultuurcentrum.

BELEID *Kunst in de straat is toevertrouwd aan dienst Ruimtelijke Ordening. Hierdoor is overleg met cultuur wenselijk. *Het cultuurbeleid heeft nood aan meer overleg en afstemming met het sociaal beleid en het jeugdbeleid.

Kansen ORGANISATORISCH

*Het nieuwe gemeentedecreet biedt kansen tot verzelfstandiging. *De integratie van de infrastructuur van de gemeenteschool binnen het cultuurcentrum biedt nieuwe mogelijkheden.

MAATSCHAPPELIJK - DEMOGRAFISCH *De vergrijzing van de samenleving zorgt voor een groeiende doelgroep met veel vrije tijd. 24% van de gebruikers van CC de Meent is gepensioneerd. *Het gemiddelde gezinsinkomen in Beersel is hoog. De inwoners kunnen dus gemiddeld meer budget spenderen aan vrije tijd.

TECHNOLOGISCH *Nieuwe technologische ontwikkelingen bieden nieuwe mogelijkheden voor promotie van activiteiten en optimaliseren van dienstverlening en creëren nieuw aanbod (digitale media, databanken,…). *Bovenlokale aanpak van e-cultuur biedt mogelijkheden voor de bibliotheek.

Bedreigingen MAATSCHAPPELIJK - DEMOGRAFISCH

*De vergrijzing van de samenleving zorgt voor een groeiende doelgroep die mindermobiel is. 27% van de meentbezoekers is vandaag 60+, deze groep is binnen enkele jaren mindermobiel. *Er is sprake van een aanzuigeffect van Brussel en Halle voor cultuurparticipatie. *Beersel is in toenemende mate een residentiële slaapgemeente waar men steeds minder betrokken is bij de gemeenschap en dus minder geneigd is om aan cultuur te participeren. Ook de toenemende anderstaligheid bemoeilijkt de betrokkenheid en participatie. *Toenemende individualisering in de maatschappij en het niet willen aangaan van een langdurig engagement zorgt ervoor dat verenigingen steeds meer moeite hebben met ledenwerving en met het vinden van actieve en geëngageerde bestuursleden.

SWOT- ANALYSE VAN ERFGOEDBEHOUD – BEHEER – ONTSLUITING

Sterkte punten AANBOD EN PARTICIPATIE

*Beersel beschikt over een rijk en veelzijdig aanbod aan erfgoedsites,

Zwakke punten AANBOD EN PARTICIPATIE

*Het aanwezige erfgoed (privé en openbare collecties) is onvoldoende in kaart

Page 10: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

10

erfgoedcollecties en immaterieel erfgoed. *Gemeenschapsvormende projecten rond erfgoedthema’s (cfr. Van Steendorp naar Lot) kennen veel succes. *Erfgoed is een inspiratiebron voor integraal en interdisciplinair werken binnen de gemeente. (cfr. 175 jaar kanaal) *Er wordt ingespeeld op Vlaamse initiatieven met veel uitstraling zoals Erfgoeddag om ontsluitingsprojecten op te zetten. *De interesse voor lokale geschiedenis en het aantal particuliere verzamelaars en amateurgenealogen neemt toe. *De genealogische databank is een laagdrempelig medium om mensen aan te zetten tot onderzoek. *Het aanbod publieksgerichte erfgoedactiviteiten is evenwichtig gespreid in de verschillende deelgemeenten. Alleen in deelgemeente Huizingen was het aanbod tot voor kort minder groot.

ACTOREN *Verschillende actoren (gemeentediensten, verenigingen, musea) nemen erfgoed mee op in hun werking. *Het heemkundig genootschap levert een sterke basis vrijwilligers om in samenwerking met gemeentediensten erfgoedactiviteiten op te zetten. *Erfgoed biedt veel mogelijkheden voor het onderwijs inzake intergenerationele projecten en initiatieven tot kennismaking met de schoolomgeving. (Cfr. Van Steendorp naar Lot)

MIDDELEN - INFRASTRUCTUUR -PERSONEEL

*De gemeente maakt door de toelage aan de cultuurraad (en haar werkgroep het heemkundig genootschap) ontsluitingsprojecten mogelijk. *De uitvoeringssubsidie van de Vlaamse Gemeenschap wordt o.a. gebruikt voor gemeenschapsvormende projecten rond erfgoed.

gebracht en geïnventariseerd. *De collectie historische documenten, voorwerpen en iconografisch materiaal van het heemkundig genootschap heeft nood aan een professioneel beheer. *Er is nood aan een actief verzamelbeleid opdat roerend erfgoed niet verloren zou gaan of zou verdwijnen uit de gemeente. *Het Beersels erfgoed zou meer moeten gebruikt worden om het imago en de identiteit van de gemeente uit te bouwen. (cfr kasteel van Beersel en Teirlinckhuis) In de maanden juli en augustus is het Teirlinckmuseum gesloten voor het publiek. *Er zijn te weinig erfgoedactiviteiten die het Beersels erfgoed ontsluiten voor onderwijsdoeleinden. *Het gemeentearchief vormt voor sommige mensen een hoge drempel om aan onderzoek te doen. Er is nog geen gebruiksvriendelijke leeszaal.

ACTOREN *Het werkveld erfgoed is nog teveel versnipperd en mist coördinatie. Er is nood aan overleg en afstemming tussen de verschillende actoren die werkzaam zijn binnen het erfgoeddomein. De rol en de taken van de verschillende actoren zijn niet altijd even duidelijk. *Er is nood aan een procedure voor adviesverlening door deskundigen in erfgoedzorg.

MIDDELEN - INFRASTRUCTUUR -PERSONEEL *Er werden geen middelen (financiën, personeel, infrastructuur) aangewend voor de coördinatie van het erfgoedbeleid, voor het verzamelen en inventariseren van roerende collecties erfgoed (uitgezonderd het gemeentearchief) en voor ontsluitingsprojecten erfgoed voor scholen.

BELEID Er is nog onvoldoende langetermijnvisie rond erfgoed. Binnen het ruimtelijk structuurplan wordt hier verder aan gewerkt.

Kansen ORGANISATORISCH

*Erfgoed wordt binnen het gemeentebestuur voor het eerst als bevoegdheid genoemd. *Een erfgoedcoördinator zal worden opgenomen binnen het gemeentelijk organigram.

Bedreigingen ORGANISATORISCH

Toerisme en Monumentenzorg zijn beleidsmatig losgekoppeld van het erfgoedbeleid. Hierdoor is dit een aandachtspunt voor overleg en coördinatie.

Page 11: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

11

*Het H. Teirlinckhuis maakt deel uit van een inventarisatieproject voor schrijversmusea in Vlaanderen.

TECHNOLOGISCH Nieuwe ICT-toepassingen maken het mogelijk databanken aan te leggen om erfgoed te ontsluiten en te inventariseren.

MAATSCHAPPELIJK - DEMOGRAFISCH *Toenemende verstedelijking plaats druk op het aanwezige onroerende erfgoed (vnl. landschappen en dorpskernen) in de gemeente. *Verjonging dringt zicht op binnen het vrijwilligerswerk om de erfgoedwerking in stand te houden.

SWOT-ANALYSE VAN LEVENSLANG EN LEVENSBREED LEREN Sterke punten

AANBOD EN PARTICIPATIE *Het vormingsaanbod van het cultuurcentrum is verbreed: beeldende kunsten, persoonlijke groei en algemene vorming. *De programmatie van het cultuurcentrum wordt steeds voorzien van informatieve omkadering. *De Bibliotheek biedt materialen aan voor zelfstudie, geeft instructielessen rond mediagebruik voor kwetsbare doelgroepen en organiseert bibliotheekintroducties voor scholen. *Verenigingen organiseren vormingsaanbod voor volwassen in de verschillende deelgemeenten. *De leemte van beeldend kunstonderwijs voor jonge kinderen werd ingevuld.

ACTOREN Volkshogeschool Archeduc en het onderwijs in de gemeente zijn belangrijke partners bij het organiseren van vormingsaanbod.

COMMUNICATIE Het niet-formele educatief aanbod binnen de gemeente wordt jaarlijks in kaart gebracht en d.m.v een brochure verspreid.

Zwakke punten AANBOD EN PARTICIPATIE

De lessen Nederlands NT2 en de conversatiegroepen hebben weinig succes wegens het te formele karakter en een falende promotiecampagne.

ACTOREN Te weinig afstemming van het vormingsaanbod van de gemeentelijke actoren, de vormingsinstellingen (Destelheide en Hanenbos) en van het socio-culturele leven, leidt tot een versnipperd aanbod.

INFRASTRUCTUUR *Er zijn geen voorzieningen voor jongeren die muzikaal talent willen ontplooien na de muziekschool of alternatieve school. *Gebrek aan lokalen legt druk op de uitbreiding van het educatief aanbod. Er is geen pc-lokaal waar mensen kunnen oefenen en toegang krijgen tot internet. *De bibliotheek heeft geen afgebakende ruimte voor zelfstudie. *De gemeente speelt nog te weinig een faciliterende rol voor vormingsaanbod van verenigingen. De uitleendienst cultuur beschikt nog niet over voldoende educatieve uitrusting.

Kansen MAATSCHAPPELIJK - DEMOGRAFISCH

De vergrijzing van de samenleving schept behoefte aan vormingsaanbod overdag.

Bedreigingen MAATSCHAPPELIJK - DEMOGRAFISCH

De digitale kloof tussen generaties neemt toe.

Page 12: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

12

SWOT- ANALYSE VAN GEMEENSCHAPSVORMING EN INTERCULTURALISATIE Sterke punten

AANBOD EN PARTICIPATIE *In Beersel vinden elke zomer buurtfeesten plaats. Deze feesten zijn uitstekende gelegenheden om maatschappelijke participatie van buurtbewoners te bevorderen. *Wijkwerking met de bibliobus en extra-murosactiviteiten georganiseerd door het cultuurcentrum brengen cultuur tot bij de mensen. *Gemeenschapsvormende projecten rond erfgoed kennen een groot succes in de gemeente. (Cfr Van Steendorp naar Lot) *Het culturele aanbod (vb. film, muziek, dans, collectie anderstalige boeken) biedt veel mogelijkheden tot projecten rond interculturalisatie.

ACTOREN Beersel heeft een breed sociaal-cultureel veld (meer dan 100 socio-culturele verenigingen) dat een belangrijke partner is bij het ontwikkelen van gemeenschapsvormende projecten.

MIDDELEN De gemeenschapsvormende initiatieven waarbij ontmoeting rond cultuur centraal stond, konden tijdens de voorbije legislatuur genieten van de uitvoeringssubsidie.

Zwakke punten AANBOD EN PARTICIPATIE

Ontmoeting is niet altijd een prioriteit bij cultuurparticipatie. *Slechts 17% bezoekt CC de Meent met als hoofdreden ontmoeting t.o.v. 64% voor ontspanning en 62% voor de interessante activiteit. *Ontmoeting was in 2004 slechts voor 1,4% van de bibgebruikers een reden voor een bezoek. Ondertussen is hier aan gewerkt met o.a. een leeshoek met koffie en de lezingenreeks ‘Ontmoetingen met Beerselaars’. Sommige inwoners hebben geen interesse voor socio-culturele participatie. Beersel telt een hoog percentage anderstaligen en buitenlanders (6%, waarvan 85% Europeanen) die zich niet aangetrokken voelen tot het gemeenschapsleven. Veel inwoners participeren niet wegens geen sociaal netwerk. *22% van gebruikers van het cultuurcentrum zegt niet te participeren wegens geen gezelschap. *De gemeente heeft nood aan initiatieven naar nieuwe inwoners toe om hun maatschappelijke participatie te bevorderen.

ACTOREN

*De gemeenschapsvormende projecten groeien niet altijd bottom-up. (vanuit de basis) *Het culturele veld heeft geen aanspreekpunten en ambassadeurs binnen de anderstalige gemeenschap.

INFRASTRUCTUUR Het cultuurcentrum en andere socio-culturele infrastructuur in de gemeente zijn niet ingericht als permanente ontmoetingsplaatsen.

Kansen ORGANISATORISCH

Het Europabeleid wordt opgenomen binnen het cultuurbeleid.

Bedreigingen MAATSCHAPPELIJK - DEMOGRAFISCH

De sociale cohesie van de samenleving verwatert door individualisering, inwijking en het toenemend residentiële karakter van de gemeente.

Page 13: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

13

STRATEGISCHE DOELSTELLING 1: CULTUURSPREIDING - CULTUURPARTICIPATIE Een zo breed en gevarieerd mogelijk publiek is bereikt doordat de gemeentelijke culturele actoren in samenwerking met lokale en bovenlokale actoren een kwalitatief en divers cultuuraanbod uitbouwen en drempels wegwerken die participatie belemmeren. Alle Beerselaars moeten kunnen genieten van alle mogelijke kunst- en cultuuruitingen. Het gemeentebestuur wil een participatief beleid voeren om zoveel mogelijk doelgroepen in contact te brengen met kunst en cultuur. Een divers en kwalitatief aanbod, doelgroepenwerking, drempelverlaging en een optimale dienstverlening zijn constante aandachtspunten binnen de culturele werking. Het publieksbereik wordt verbreed door integrale samenwerking en door modernere en efficiëntere communicatie van het cultuuraanbod. Regiowerking wordt ingezet als middel tot afstemming en spreiding van het cultuuraanbod, vergroting van het publieksbereik en uitbreiding van de dienstverlening. Vernieuwende culturele initiatieven moeten zich in de gemeente goed kunnen ontwikkelen. Het verenigingsleven en de vele vrijwilligers zijn de zuurstof voor een bloeiend socio-cultureel leven. Door middel van een ruime, consequente en transparante ondersteuning op vlak van subsidiëring, materiaal, promotie van culturele activiteiten en huisvesting en door het uitbouwen van een coördinatiepunt vrijwilligerswerk wil de gemeente de voorwaarden scheppen voor een dynamisch en vernieuwend cultuurbeleid. Operationele doelstelling 1: Elke doelgroep en elke leeftijdsgroep met zijn specifieke drempels participeert aan een kwalitatief en divers cultuuraanbod. Indicatoren *CC de Meent bouwt een trouw (50%) publiek op dat ook gevarieerd is naar interesse en leeftijd. *Familievoorstellingen in CC de Meent kennen steeds meer succes. (Beginwaarde 2007) We zien mensen die nieuw binnenkomen met hun kinderen en terugkomen. *De participatie van 30-45-jarigen neemt toe zowel aan podiumvoorstellingen als aan andere activiteiten van CC de Meent. Beginwaarde 2007. *Het aantal abonnementen stijgt. (Beginwaarde 2007) De buurtabonnementen kennen succes. *Samenwerking van het cultuurcentrum met de regio en de buurt wordt intenser. *Een belbussysteem wordt vanaf 2008 voorzien bij alle voorstellingen in de Meent. *Jaarlijkse werkingsresultaten van de bibliotheek getuigen van een gunstig evoluerende werking. Uitleengegevens, gebruikersgegevens, collectiegegevens, impalastatistieken worden vergeleken met de jaarlijkse gemiddelde waarden in Vlaanderen en Vlaams-Brabant. *Gebruikers maken levenslang gebruik van de bibliotheek. (Gebruikersgegevens) *Resultaten van de jaarlijkse evaluatie bij de leerkrachten en feedback van andere gebruikers wijzen op tevredenheid over de dienstverlening. *Tarieven zijn betaalbaar voor iedereen en in overeenstemming met het decreet lokaal cultuurbeleid. *Het probleem van wanbetalers wordt onder controle gehouden. Het aantal wanleners of afbetalingen van schulden neemt af. Beginwaarde 2007. *De signalisatie is conform de opmerkingen van het toegankelijkheidsonderzoek. Ook de gebruiker met visuele handicap of rolstoel vindt gemakkelijk de weg in de bibliotheek. Aanbevelingen van het toegankelijkheidsonderzoek van Provincie Vlaams-Brabant (2006) zijn uitgevoerd in 2009. *De verschillende afdelingen zijn herkenbaar bij het binnenkomen van de bibliotheek. *De bibliobus doet alle deelgemeenten aan. *Het interbibliothecair leenverkeer wint aan belang. *Jaarlijks minstens tien tentoonstellingen in het cultuurcentrum en de bibliotheek en zes tentoonstellingen in de kunstgalerie van het Teirlinckhuis.

5. Strategische en operationele doelstellingen

Page 14: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

14

*Minstens één laagdrempelig initiatief jaarlijks in elke deelgemeente dat mensen aanzet tot cultuurparticipatie. Zie ook doelst. 8 en 9. Operationele doelstelling 2: Het socio-cultureel verenigingsleven en onafhankelijke culturele actoren kunnen een veelzijdig aanbod realiseren. Vernieuwende culturele initiatieven kunnen zich goed ontwikkelen. Indicatoren *Het gemeentebestuur maakt vanaf 2008 de kredieten voorzien voor subsidiëring van het verenigingsleven indexvast. *Verenigingen kunnen vanaf 2008 beroep doen op didactisch materiaal voor lezingen (beamer). *De activiteitenkalender van het verenigingsleven wordt door de cultuurraad drie maal per jaar uitgegeven. Zie ook doelst. 4 *Twee-jaarlijkse bevraging van verenigingen wijst op een algemene tevredenheid op vlak van ondersteuning. Zie ook doelst. 8 *Het aantal samenwerkingsverbanden ondersteund door de Cultuurraad. *Verenigingen en andere actoren kunnen vanaf 2008 op een gebruiksvriendelijke manier de reservatiemodaliteiten en geplande activiteiten op de website raadplegen. *Een nieuwsbrief brengt de verenigingen op de hoogte van nieuwe initiatieven. Operationele doelstelling 3: De gemeentelijke culturele actoren zorgen in overleg en samenwerking met lokale en bovenlokale actoren voor afstemming en spreiding van het cultuuraanbod, voor vergroting van het publieksbereik en uitbreiding van de dienstverlening. Indicatoren *De vrijetijdsactiviteiten in de gemeente zijn beter gespreid. (Analyse op basis van digitale kalender) *De adviesraden en vrijetijdsdiensten zijn op de hoogte van elkaars werking. Verslagen worden uitgewisseld. *Het aantal acties naar OCMW-cliënten i.s.m. de sociale actoren. *Het aantal acties naar jeugd i.s.m. de jeugdsector. *De jaarlijkse evaluatie van uitbreidingsactiviteiten in de bibliotheek is positief. Er is een verantwoorde afweging van kosten en baten. *Het cultuurcentrum en de lokale culturele actoren ervaren hun aanbod als complementair. Het aantal omkaderingsactiviteiten door lokale actoren bij Meent-programmatie neemt toe. Beginwaarde 2007. Zie ook doelst. 10. CC de Meent doet ticketting van minstens tien receptieve activiteiten. *Regionaal overleg (CC, bib, cubelco’s) gebeurt op regelmatige basis, met duidelijk doel voor ogen en met aanwijsbare resultaten. Operationele doelstelling 4: Elke inwoner is op de hoogte van het cultuuraanbod en de dienstverlening. Indicatoren *De website van CC de Meent werkt in 2007. Zie ook doelst. 16. *CC de Meent bereikt nieuwe klanten, meer mensen uit Beersel, en mensen die niet lang op voorhand kunnen/willen reserveren (30-45jarigen). *Het aantal acties om gebruikers van de bibliotheek op een zelfstandige, snelle manier de gewenste informatie of het gewenste materiaal te laten vinden. *Informatie over het cultuuraanbod en de dienstverlening is terug te vinden in de onthaalmap cultuur voor nieuwe inwoners (2008). Zie ook doelst. 9. *Informatie over verenigingen op de gemeentelijke website wordt up to date gehouden. *De digitale kalender op de gemeentelijke website is operationeel in het najaar 2007.

Page 15: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

15

STRATEGISCHE DOELSTELLING 2: LEVENSLANG EN LEVENSBREED LEREN De inwoner krijgt de mogelijkheid en wordt gestimuleerd om levenslang en levensbreed te leren. Mensen moeten worden gestimuleerd om vaardigheden en culturele bagage te verwerven opdat zij kunnen participeren aan het socio-culturele leven en kunnen overgaan tot cultuurcreatie. Vorming, toeleiding en informatieve omkadering zijn de media bij uitstek om culturele competentie en cultuurcreatie te bewerkstelligen. Speciale aandacht gaat naar kinderen en jongeren die via kunsteducatie worden gestimuleerd om deel te nemen aan het culturele leven. Operationele doelstelling 5: Elke doelgroep komt aan zijn trekken in het vormingsaanbod. Indicatoren *Het vomingsaanbod in CC de Meent is divers, afgestemd in de regio en voldoet aan de verwachtingen van de deelnemers. Zowel het aanbod als de participatie groeit jaarlijks. Beginwaarde 2007. *Het cursusaanbod media-instructie in de bibliotheek is gevarieerd en aangepast aan het niveau en de wensen van de deelnemers. (evaluatieformulieren) *Het aanbod en de spreiding van de lessen Nederlands zijn aangepast aan de behoeften. Participatie aan de lessen Nederlands op verschillende niveau’s neemt toe. (Beginwaarde studentenaantal 2006-2007) *Een cursussengids geeft jaarlijks het overzicht van het educatieve vrijetijdsaanbod in de gemeente. *Het educatieve vrijetijdsaanbod in de gemeente is divers en gespreid. (Analyse op basis van cursussengids) Operationele doelstelling 6: Elke inwoner heeft voldoende culturele bagage om te participeren. Indicatoren *Leermaterialen in de bibliotheek worden meer gebruikt. Beginwaarde 2007 is de norm. (collectiegegevens en uitleengegevens) *De faciliteiten voor zelfstudie in de bibliotheek zijn uitgebreid tegen 2009. *Studenten met eigen laptop kunnen tegen 2010 in de bibliotheek op het internet via hotspots. *De bezettingsgraad van de internet-pc’s geeft aan dat er voldoende pc’s zijn voor het publiek in de hoofdbibliotheek. *Elke activiteit in CC de Meent heeft een infofiche die men de dag zelf kan krijgen, kan raadplegen op de website, of per mail kan toegestuurd krijgen. Operationele doelstelling 7: Elke inwoner kan zich vanaf jonge leeftijd creatief en cultureel ontplooien. Indicatoren *De Kunstacademie Meiboompje wordt jaar na jaar verder uitgebouwd, tot de zes leerjaren zijn ingericht (2009-2010). *Het aantal initiatieven om het kunsteducatieve aanbod in de gemeente in de kijker te zetten. *Alle Beerselse scholen komen naar de bib of bibliobus. *Het aantal uitbreidingsactiviteiten in de bibliotheek voor scholen en kinderen, deelname en de tevredenheid. *Alle Beerselse scholen nemen jaarlijks deel aan minstens twee schoolvoorstellingen in CC de Meent.

Page 16: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

16

STRATEGISCHE DOELSTELLING 3: GEMEENSCHAPSVORMING - INTERCULTURALISEREN Het sociale weefsel van de gemeente is versterkt door het uitbouwen van socio-culturele ontmoetingsmogelijkheden en door het stimuleren van gemeenschapsvormende projecten en initiatieven tot culturele integratie. Cultuur is een hefboom om gemeenschap te vormen en om gemeenschappen dichter bij elkaar te brengen. Cultuur zal worden aangewend om ontmoeting te stimuleren en om de sociale cohesie en binding tussen generaties, autochtone en allochtone bevolkingsgroepen en taalgemeenschappen te versterken. Operationele doelstelling 8: Er zijn voldoende socio-culturele ontmoetingsmogelijkheden in elke deelgemeente. Indicatoren *De maatregelen die het beleid neemt op basis van de conclusies uit de inventarisatie van socio-culturele infrastructuur en de jaarlijkse gebruiksmeting. *Het aantal buurt- en wijkinitiatieven die cultuur brengen en hierbij genieten van een ondersteunende subsidie. *Het cultuurcentrum organiseert minstens één extra-murosactiviteit jaarlijks. *Het cafetaria met ingang Brusselsesteenweg is vanaf 2011 permanent open en wordt druk bezocht. *Het aantal gebruikers dat niet alleen naar de bibliotheek komt om materialen te ontlenen, maar ook om langere tijd in de bib te verblijven en om ervaringen uit te wisselen, neemt toe. (Gebruikersonderzoek VCOB) Operationele doelstelling 9: De binding tussen generaties en tussen gemeenschappen wordt versterkt. Indicatoren *Realisatie van minstens één gemeenschapsvormend project jaarlijks. *Realisatie van een onthaalmap cultuur in 2008. *Nieuwe inwoners en mensen uit andere taalgemeenschappen komen naar CC de Meent. Operationele doelstelling 10: De inwoners zijn betrokken bij het cultuurbeleid. Indicatoren *Vrijwilligers vormen een trouwe kern binnen de culturele sector. Alle leeftijdscategorieën zijn vertegenwoordigd bij de vrijwilligers van CC de Meent. Ze zijn ambassadeur van cultuur in hun omgeving. *Het aantal omkaderingsactiviteiten door lokale actoren bij Meent-programmatie. *Het aantal adviezen en nieuwe ideeën geformuleerd door de raden van bestuur van de Meent en de bibliotheek. *Het aantal adviezen en nieuwe ideeën geformuleerd door de cultuurraad. *Tweejaarlijkse bevraging van verenigingen geeft verenigingen de kans hun mening over het cultuurbeleid weer te geven. (2009, 2011)

Page 17: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

17

STRATEGISCHE DOELSTELLING 4: ERFGOED Elke inwoner van Beersel ontdekt het Beersels erfgoed en is zich bewust van het rijke aanbod in de gemeente. Het gemeentelijk beleidsplan voor de bestuursperiode 2007-2012 noemt het domein ‘Erfgoed’ voor het eerst als afzonderlijk deel van het cultuurbeleid. Drie functionele peilers worden centraal gesteld in het erfgoedbeleid opdat alle inwoners in optimale omstandigheden het erfgoed zouden kunnen ontdekken, nl. behoud, beheer en ontsluiten van erfgoed. Hiermee benadrukt de gemeente het belang van erfgoed in het gemeentebeleid en wil zij haar rol als stimulator en coördinator vorm geven. Er zal een lange termijn en integrale visie rond erfgoed worden ontwikkeld. Op die manier zal het erfgoed het imago van de gemeente versterken en zullen de inwoners zich bewust worden van het Beersels erfgoed, het waarderen en het promoten. Operationele doelstelling 11: Het erfgoed in de gemeente is in kaart gebracht. Indicator: Kwalitatieve en kwantitatieve inventarisatie. Operationele doelstelling 12: Het Beersels erfgoed is bewaard voor toekomstige generaties en waar nodig gerestaureerd. Indicatoren *Er wordt een adviescommissie erfgoed (monumenten/landschappen/roerend erfgoed) samengesteld met mensen uit de erfgoedsector (professionelen en deskundige vrijwilligers). Het aantal adviezen geformuleerd door de adviescommissie. *Realisatie klimaatbeheersingssysteem voor het gemeentelijk archief. *Realisatie tijdens de beleidsperiode van een langetermijnvisie rond erfgoed binnen het ruimtelijk structuurplan. *Er is regelmatig integraal overleg rond erfgoed (monumenten-landschappen- roerend erfgoed). *Het aantal waardevolle archiefstukken die zijn gerestaureerd. *Het aantal dossiers behandeld door RO in het kader van monumentenzorg. Opvolging restauratie van het kasteel van Beersel door dienst OW en verdere voorbereiding fase 2. Operationele doelstelling 13: Lacunes in roerende erfgoedcollecties zijn waar mogelijk aangevuld. Indicatoren *Procedures voor het verwerven van erfgoed zijn uitgeschreven. *Er is een adviescommissie voor het verwerven van roerend erfgoed samengesteld. Zie ook doelst. 12. *Het aantal lacunes in erfgoedcollecties die zijn aangevuld. *Er is overleg voor het afbakenen van de collecties, tussen de verschillende gemeentelijke actoren die erfgoed beheren. Operationele doelstelling 14: Elke inwoner heeft toegang tot het gemeentelijk erfgoed. Indicatoren *De publicaties van het Heemkundig Genootschap zijn divers qua inhoud en hebben betrekking op elk dorp. *Er is jaarlijks minstens één thematentoonstelling en/of voordracht rond een erfgoedthema. *De bibliotheek en collectie van het Heemkundig Genootschap is toegankelijk gemaakt voor het publiek. *Er is een leeszaal ingericht voor het raadplegen van het gemeentelijk archief.

Page 18: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

18

*De genealogische databank is aangevuld met beelden tot 100 jaar terug. *Het aanbod digitale erfgoeddatabanken is uitgebreid. Digitale erfgoeddatabanken zijn raadpleegbaar tijdens bezoeksvriendelijke openingsuren. *Tweejaarlijkse realisatie van een ontsluitingsproject of activiteit rond immaterieel erfgoed *Alle basisscholen maken gebruik van de erfgoedlespakketten. *Jaarlijks is er minstens één erfgoedactiviteit gericht naar de jeugd. *Het aantal erfgoedwandelingen en educatieve panelen (kasteel van Beersel) gerealiseerd i.s.m. de toeristische dienst. *Er is overleg en samenwerking met niet-gemeentelijke erfgoedactoren (vb.Herisemvrienden vzw, Provinciedomein, kerkfabrieken) Operationele doelstelling 15: Elke inwoner kan participeren aan erfgoedactiviteiten. Indicatoren *Tweejaarlijkse realisatie van een sociaal-historisch project. *Er wordt jaarlijks minstens één erfgoedactiviteit georganiseerd tijdens een publiekstrekkende activiteit (vb. jaarmarkt) *Elk jaar wordt minstens één keer deelgenomen aan een Vlaams erfgoedinitiatief met grote uitstraling.

STRATEGISCHE DOELSTELLING 5: E-CULTUUR De inwoner erkent de gemeentelijke cultuuractoren als bemiddelaars tussen de nieuwe maatschappelijke e-ontwikkelingen en de burger. E-cultuur is een vrij recente term geïntroduceerd om het potentieel aan te duiden van digitale media en technologie voor het maken (aanbod), verspreiden van (communicatie) en deelnemen aan cultuur. De digitale leefwereld evolueert steeds verder. Het cultuurbeleid in Beersel kan en mag niet achterblijven. Operationele doelstelling 16: De culturele actoren worden druk gefrequenteerd in de virtuele wereld. Indicatoren *Het ICT-aanbod volgt de ontwikkelingen op bovenlokaal niveau en op softwareniveau. *Via internet kan men op een gebruiksvriendelijke manier het aanbod van de bibliotheek en Meent consulteren, reserveren en tickets kopen. De website van CC de Meent werkt in 2007 en is interactief tegen 2008. De digitale kalender op de gemeentelijke website is operationeel in het najaar 2007. Operationele doelstelling 17: Burgers worden gestimuleerd om digitale informatiekanalen en interactieve communicatiemiddelen te gebruiken. Indicatoren *De online informatie die de bibliotheek aanbiedt (databanken) houdt een meerwaarde in t.o.v. informatie die men via andere kanalen kan opsporen. *De bezettingsgraad geeft aan dat er voldoende internet-pc’s voor het publiek zijn in de hoofdbibliotheek. *In de bibliobus kan men gebruik maken van een internetaansluiting tegen 2010. *Het personeel aan de uitleenbalie kan omgaan met en stimuleren tot het gebruik van ‘zoeken.be’ en ‘webwijzer’. *Het aantal initiatieven dat de bibliotheek neemt op het terrein van media-instructie neemt toe. *Het aantal gebruikers dat via OPAC spontaan een kwalitatieve indicatie geeft aan bibmaterialen. *Het internetlokaal wordt vanaf 2011 veelvuldig gebruikt voor cursussen en andere activiteiten.

Page 19: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

19

STRATEGISCHE DOELSTELLING 6: INTERNE ORGANISATIE De Beerselaar heeft culturele instellingen die wat betreft interne organisatie transparant en toekomstgericht alle kansen benutten. De interne organisatie van de culturele instellingen heeft betrekking op de beschikbare kredieten voor werking en investeringen, het personeel en de infrastructuur. Gezien al deze middelen cruciale voorwaarden zijn voor de realisatie van dit beleidsplan wordt de interne organisatie tot op een strategisch niveau getild. Operationele doelstelling 18: Het cultuurbeleid laat zich kenmerken door een rationeel personeelsbeleid en een uitgebouwd vrijwilligerswerk. Indicatoren *Het gemeentepersoneel binnen de sector cultuur beschikt over de noodzakelijke competenties om de doelstellingen te realiseren. Ontbrekende competenties worden verminderd door het volgen van aangepaste vorming. (Evaluatie competenties personeel, inventarisatie vormingsbehoeften binnen elke dienst) *De vervanging wegens pensionering van een werkman zal de verdere uitbouw van CC de Meent niet belemmeren. *Bibliotheekpersoneel wordt meer ingeschakeld voor frontoffice taken door het verminderen van de back office. Er is voldoende personeel om de uitleenfunctie te verzorgen en de gebruikers wegwijs te maken in de bib. *De taken binnen het erfgoedbeleid worden geïnventariseerd en herschikt bij de aanwerving van een erfgoedcoördinator. *Het aantal initiatieven die erfgoedvrijwilligers kunnen realiseren ondersteund door het gemeentepersoneel. *De personeelsbehoefte van het Herman Teirlinckhuis is ingevuld volgens de toekomstvisie. *Vrijwilligers vormen een trouwe kern binnen de culturele sector. Alle leeftijdscategorieën zijn vertegenwoordigd bij de vrijwilligers. Ze zijn ambassadeur van cultuur in hun omgeving. Zie ook doelst. 10. Operationele doelstelling 19: De gemeentelijke culturele actoren kunnen hun werking uitbouwen in een goed uitgeruste, aantrekkelijke en ruime infrastructuur. Indicatoren *De nodige investeringen zijn uitgevoerd:

Meent: klimaatregeling: 2008 Bib: Meubilair om luisterboeken, cd’s, taalcursussen te beluisteren: 2008 Bib: Toetreding PBS: 2009 Bib: Aanpassing signalisatie en toegankelijkheid: 2009 Bib: internetaansluiting op bibliobus: 2009 Bib/Meent: hot spots: 2010 Meent: Repetitielokaal en atelier, uitbouw 3 vergaderzalen en danslokaal: 2011 Bib: Radio Frequentie Identificatie RFID en zelfscanbalie met betalingsautomaat: 2011 Meent: Centrale cafetaria met terras en eigen toegang Brusselsesteenweg: 2012

*Op piekmomenten heeft elk personeelslid in de bib een pc en een werkplek. In 2012 (uitbreiding van het Meentcomplex) is in de bibliotheek personeelsruimte bijgecreëerd. *De Kunstacademie Meiboompje wordt jaar na jaar verder uitgebouwd, tot de zes leerjaren zijn ingericht (2009-2010). *Realisatie van een trefpunt erfgoed. *De inrichting van het gemeentelijk museum en de werking rond het Teirlinckhuis worden gerealiseerd volgens de toekomstvisie. *Er is een bezoeksvriendelijke leeszaal voor het raadplegen van het gemeentelijk archief ingericht.

Page 20: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

20

Operationele doelstelling 20: De werking van de culturele actoren is geoptimaliseerd door de implementatie van nieuwe maatschappelijke tendensen. Indicatoren *Vzw de Meent heeft binnen de wettelijke termijn de aanpassingen aan de gemeentewet doorgevoerd. *Voor de bibliotheek is er naar een flexibeler manier gezocht voor uitgaven die betrekking hebben op de dagdagelijkse werking en besteding van projectsubsidies. De administratie van projecten verloopt eenvoudiger. Operationele doelstelling 21: Het gemeentebestuur maakt voldoende financiële middelen vrij voor de realisatie van het lokaal cultuurbeleidsplan. Indicatoren *Het collectiebudget van de bibliotheek, de gemeentelijke toelage aan het cultuurcentrum en de subsidiëring van socio-culturele verenigingen is indexvast. *Jaarlijkse evaluatie van de erfgoedwerking is positief.

Page 21: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

21

STRATEGISCHE DOELSTELLING 1: CULTUURSPREIDING – CULTUURPARTICIPATIE Operationele doelstelling 1: Elke doelgroep en elke leeftijdsgroep met zijn specifieke drempels participeert aan een kwalitatief en divers cultuuraanbod. Beleidsinstrumenten Middelen 1.1. Het cultuurcentrum bereikt met doordachtheid, durf en lef in programmering en

met afstemming binnen de regio, publieksvergroting (meer mensen naar CC de Meent), publieksbinding (mensen meer naar cc de Meent), publieksverdieping (mensen intenser laten beleven in CC de Meent) en publieksvernieuwing (nieuwe doelgroepen).

De doelgroepenwerking wordt verder uitgebouwd met o.a. gerichte acties naar gezinnen, het uitbreiden van namiddagactiviteiten voor senioren en het organiseren van een belbussysteem. Abonnementsformules zijn een middel tot klantenbinding en ambassadeurschap voor het cultuurcentrum.

Financiële middelen gebruikt voor programmatie: *Programmatiegeld ter beschikking gesteld door gemeente Beersel wordt indexvast gemaakt. 74.090 euro in 2007 *Andere: subsidies van Vlaamse gemeenschap, regiomiddelen provincie en projectsubsidies, sponsoring, inkomsten uit ticketverkoop Investeringen om de infrastructuur aantrekkelijk te houden en te optimaliseren: zie doelst. 19 Personeelsinzet: zie doelst. 18 Samenwerking met andere actoren bij doelgroepenwerking (o.a. gezinsbond) en regionaal. Bij acties naar doelgroepen (o.a. 6-jarigen) wordt de gemeentelijke bevolkingsdatabank gebruikt.

1.2. De bibliotheek heeft een actuele, gevarieerde en beveiligde collectie in functie van recreatie, persoonlijke ontwikkeling en informatie. De collectie vormt voor elk van de doelgroepen een kwalitatieve meerwaarde. Het aanbod wordt uitgebreid door een efficiëntere promotie van het interbibliothecaire leenverkeer. Trouwe bibliotheekgebruikers krijgen op één of andere manier erkenning. Op die manier worden zij extra gestimuleerd tot levenslang, frequent bibliotheekgebruik Elke doelgroep wordt bereikt door rekening te houden met mobiliteit, toegankelijkheid en financiële drempels. Er wordt een gezinsvriendelijke strategie ontwikkeld. Alle objecten worden snel gevonden dankzij een betere attendering en efficiënte ontsluiting en plaatsing.

Het probleem van wanbetalers wordt onder controle gehouden. Instrumenten hierbij zijn het dienstreglement, aanmaningen, kassarapport, overzicht wanleners en invorderingsprocedure via financieel beheerder.

Werkingsmiddelen: *Het budget voor collectie-aankopen en collectieverzorging worden indexvast gemaakt. 70.000 euro voor aankoop collecties, 13.000 euro voor documentatie en abonnementen, 6.500 euro voor collectieverzorging (2007) *Andere: subsidies Vlaamse Gemeenschap en provincie en projectsubsidies, IBL: provinciale toelage per geslaagde aanvraag of levering Investeringen: *Aanpassing signalisatie en toegankelijkheid *Toetreding PBS

Personeelsinzet

6. Ondersteuning van het culturele werk door de gemeente

Page 22: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

22

Samenwerking met andere actoren *Vlotte samenwerking met gebruikers (vb. scholen) en leveranciers. *Samenwerking met dienst bevolking bij acties naar gezinnen. *Regionale samenwerking. *Samenwerking met technische diensten voor bibliobus. *Bovenlokale ondersteuning bij Impala, wisselcollecties, IBL en De Leeswolf.

1.3. Het tentoonstellingsaanbod biedt zowel werken van (semi-) professionele als van amateurkunstenaars.

Werkingsmiddelen Teirlinkhuis: 4.350 (drukwerk, frankeringskosten in 2007) Personeelsinzet Inzet medewerker bib en CC de Meent Inzet voltijds medewerker kunstgalerie TH

1.4. Laagdrempelige initiatieven in de verschillende deelgemeenten overtuigen mensen om aan cultuur te participeren.

Werkingsmiddelen Één-eurosubsidie Personeelsinzet

Operationele doelstelling 2: Het socio-cultureel verenigingsleven en onafhankelijke culturele actoren kunnen een veelzijdig aanbod realiseren. Vernieuwende culturele initiatieven kunnen zich goed ontwikkelen. Beleidsinstrumenten Middelen 2.1. Dankzij een ruime, consequente en transparante ondersteuning op vlak van subsidiëring, materiële ondersteuning, promotie van culturele activiteiten en huisvesting kunnen socio-culturele verenigingen en onafhankelijke culturele actoren een veelzijdig cultuuraanbod realiseren. De logistieke uitrusting bij de uitleendienst cultuur is uitleenbaar door verenigingen en wordt verder uitgebouwd met o.a. didactisch materiaal voor lezingen.

Toelagen *Het gemeentebestuur maakt de kredieten voorzien voor subsidiëring van het verenigingsleven indexvast. Werkingssubsidies 15.657 euro, bijzondere subsidies 2.750 euro, Alternatieve scholen 24.789,36 euro (2007) *Werkingstoelage aan de cultuurraad en haar werkgroep: 24.450 euro (2007) Investeringen in het kader van de uitleendienst

2.2. De Cultuurraad speelt de rol van stimulator en ideeënleverancier bij vernieuwende samenwerkingsverbanden.

Maandelijkse bestuursvergadering cultuurraad

2.3. Gemeentelijke dienstverlening wordt verder geoptimaliseerd door een effectieve en snelle communicatie met socio-culturele verenigingen en onafhankelijke culturele actoren o.a. door de publicatie van reservatiemodaliteiten op de website, een nieuwsbrief, het invoeren van een digitale activiteitenkalender en het opvoeren van communicatie per e-mail.

Samenwerking personeel dienst cultuur, communicatieambtenaar en websiteverantwoordelijken van de verschillende websites.

Page 23: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

23

Operationele doelstelling 3: De gemeentelijke culturele actoren zorgen in overleg en samenwerking met lokale en bovenlokale actoren voor afstemming en spreiding van het cultuuraanbod, voor vergroting van het publieksbereik en uitbreiding van de dienstverlening. Beleidsinstrumenten Middelen 3.1. De vrijetijdsactiviteiten binnen de gemeente worden op elkaar afgestemd door o.a. een digitale kalender, uitwisseling van verslagen van adviesraden en de realisatie van integrale samenwerkingsprojecten. In overleg met de sociale actoren worden laagdrempelige locatieprojecten opgezet en begeleiding georganiseerd naar het cultuurcentrum en de bibliotheek. In samenwerking met de jeugdsector wordt o.a. een culturele werking rond het jeugdhuis Moesjebaaz opgezet.

Werkingsmiddelen Inzet personeel en vrijwilligers van de samenwerkende actoren.

3.2. Bij uitbreidingsactiviteiten van de bibliotheek wordt er zoveel mogelijk samengewerkt met lokale en bovenlokale actoren.

Werkingsmiddelen *voor promotie en folders en erelonen: 3.200 euro (2007) *Andere: projectsubsidies, ontvangsten van toegangsgelden, één-eurosubsidie Samenwerking met lokale en bovenlokale partners, inzet vrijwilligers.

3.3. Het cultuurcentrum werkt voor omkadering van eigen programmatie samen met verenigingen en andere onafhankelijke culturele actoren. Er wordt een evenwicht gerealiseerd tussen de eigen en receptieve programmatie. Het cultuurcentrum trekt lijnen van programmatie naar bibproducten (crossmediale werking).

Samenwerking met verenigingen en andere lokale actoren

3.4. De regionale culturele samenwerking wordt op de voet opgevolgd, mee vorm gegeven en ingevuld door o.a. gebruik te maken van de opportuniteiten die de provinciaal ondersteunde regiowerking inzake cultuur biedt. Het aanbod en dienstverlening van de bibliotheek wordt vergroot door o.a. aan te sluiten op het provinciaal bibliotheeksysteem (PBS). Het cultuurcentrum bewerkstelligt met regionaal overleg en samenwerking afstemming van programmatie binnen de regio en vergroting van het publieksbereik en aanbod. Regionale erfgoedsamenwerking zorgt voor een grotere uitstraling van het aanbod en is een middel om participatie en betrokkenheid te vergroten.

Regionale middelen

Operationele doelstelling 4: Elke inwoner is op de hoogte van het cultuuraanbod en de dienstverlening. Beleidsinstrumenten Middelen 4.1. Informatie over het cultuuraanbod wordt op een rationele manier verspreid via alle mogelijke informatiekanalen. De promotie van het cultuuraanbod gebeurt gericht en is afgestemd op de verschillende doelgroepen.

Werkingsmiddelen *Affiches, folders, programmaboekje, advertenties, spandoeken, abonnement simkaart elektronische infoborden,… in 2007 bib: 1.100 euro, Meent: 26.000 euro (eigen vzw-middelen)

Page 24: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

24

Aandachtspunten zijn: *De moderne media die de bevolking kort op de bal informeren (elektronische borden). *Een vaste pagina/katern voor cultuur in het gemeentelijk informatieblad en een digitale kalender op de gemeentelijke website. *Een gebruiksvriendelijke website voor het cultuurcentrum afgeleid van de cultuurdatabank. *Bibliotheek: Aanwinstenlijsten worden via diverse kanalen kenbaar gemaakt. Er zijn themastands en keuzelijsten. Realisatie eigen huisstijl.

*Begroting andere gemeentelijke diensten: Rondenboskrant, gemeentelijke website *Middelen gebruikt door Cultuurraad voor drukwerk activiteitenkalender 8.000 euro *Eigen website CC de Meent 15.000 euro (cipal-cultuurdatabank): eigen middelen en provincie Inzet personeel

4.2. De informatie over verenigingen (cultuurgids) wordt stelselmatig geactualiseerd en is gemakkelijk raadpleegbaar door de inwoners.

Werkingsmiddelen Inzet personeel dienst cultuur en cultuurraad

STRATEGISCHE DOELSTELLING 2: LEVENSLANG EN LEVENSBREED LEREN Operationele doelstelling 5: Elke doelgroep komt aan zijn trekken in het vormingsaanbod. Beleidsinstrumenten Middelen 5.1. Het cultuurcentrum organiseert een breed vormingsaanbod (beeldende kunsten, persoonlijke groei en algemene vorming) met cursussen overdag en ’s avonds.

Werkingsmiddelen Inzet personeel Investeringen: 3 vergaderlokalen, atelier, repetitielokaal, danslokaal Samenwerking met o.a. Archeduc

5.2. De bibliotheek leert specifieke doelgroepen omgaan met nieuwe media en nieuwe informatietechnologieën. Via ervaringsgericht leren worden leeservaringen uitgewisseld.

Werkingsmiddelen en projectsubsidies Inzet 1 personeelslid Investeringen: *Hot spots *publiekspc’s worden worden regelmatig vernieuwd *Meubilair om luisterboeken, cd’s en dvd’s te beluisteren of af te spelen Samenwerking met andere partners en vrijwilligers o.a. bij Leeskring, KJV en mobiele internetklas

5.3. Het aanbod van lessen Nederlands voor anderstaligen wordt verder uitgebouwd Samenwerking met CVO, CBE, Huis van het Nederlands, OCMW en scholen.

Page 25: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

25

naar verschillende opleidingsniveaus. De scholen zijn partners in het verspreiden van promotie.

5.4. De gemeente zorgt voor promotie en logistieke ondersteuning van het vormingsaanbod van socio-culturele verenigingen en onafhankelijke culturele actoren.

Werkingsmiddelen Inzet personeel dienst cultuur

5.5. Het vormingsaanbod van gemeentelijke culturele actoren, socio-culturele verenigingen en vormingsinstellingen wordt op elkaar afgestemd.

Inzet cultuurbeleidscoördinator

Operationele doelstelling 6: Elke inwoner heeft voldoende culturele bagage om te participeren. Beleidsinstrumenten Middelen 6.1. De bibliotheek is een open leercentrum en stimuleert het zelfstandig leren door een ontsloten aanbod van brede informatie en studiemateriaal per niveau en ruimte en infrastructuur voor zelfstudie.

Werkingsmiddelen: abonnement Mobiele Internetklas 800 euro (2007) Investeringen: Hot spots Zitgelegenheid, consultatietafels, internetpc’s,… Luistermeubilair

6.2. De programmatie van het cultuurcentrum wordt voorzien van informatieve omkadering (infofiches). Een aantal concerten en films krijgen voorbeschouwingen met spreker. Lessenreeksen worden aan de programmatie gekoppeld.

Inzet 2de administratieve kracht vanaf 2008

Operationele doelstelling 7: Elke inwoner kan zich vanaf jonge leeftijd creatief en cultureel ontplooien. Beleidsinstrumenten Middelen Kunsteducatieve initiatieven worden door het gemeentebestuur verder ondersteund. Culturele verenigingen met een specifieke jeugdwerking krijgen extra financiële ondersteuning. In het cultuurcentrum wordt ruimte voorzien voor creatieve ateliers en repetitieruimte. Het kunstonderwijs (muziek, beeldende kunsten, dans) wordt in de gemeente verder uitgebouwd.

Werkingsmiddelen kunstacademie Meiboompje + huisvesting, onderhoud, energie Het gemeentebestuur voorziet middelen voor extra ondersteuning culturele verenigingen met een specifieke jeugdwerking. Één-eurosubsidie voor kunsteducatieve projecten en promotie van de sector. Investeringen: CC de Meent: atelier en repetitielokaal

De bibliotheek stimuleert het ontwikkelen van leesgewoonte en leesplezier vanaf jonge leeftijd. *Jeugdboekenweek

Werkingsmiddelen *Andere: Provinciale ondersteuning Inzet personeel en vrijwilligers

Page 26: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

26

*Kinder- en jeugdjury *Oprichting van voorleespunt *Voorleesrugzakjes STRATEGISCHE DOELSTELLING 3: GEMEENSCHAPSVORMING - INTERCULTURALISEREN Operationele doelstelling 8: Er zijn voldoende socio-culturele ontmoetingsmogelijkheden in elke deelgemeente. Beleidsinstrumenten Middelen 8.1. In elke deelgemeente staat tegen gunstige tarieven infrastructuur (zalen, vergader- en leslokalen) ter beschikking als ontmoetingsplaats voor het socio-culturele leven. Waar een gebrek is aan infrastructuur, zoals in de gemeenten Dworp en Lot, wordt naar oplossingen gezocht. Waar mogelijk worden ook afspraken gemaakt met privé-eigenaars. Bij de restauratie van het kasteel van Beersel wordt rekening gehouden met het toekomstige gebruik voor culturele evenementen.

Werkingsmiddelen *Krediet voor technische kosten gebouwen, onderhoud en uitrusting.

8.2. Bestaande initiatieven rond buurtcultuur (wijk- en buurtfeesten) worden ondersteund en waar nodig wordt ook een pro-actief beleid gevoerd.

Eén-eurosubsidie

8.3. Laagdrempelige extra-murosactiviteiten georganiseerd door de gemeentelijke culturele actoren en verspreid over de gemeente, bevorderen ontmoeting rond cultuur.

Eén-eurosubsidie

8.4. Het gebouwencomplex de Meent met een centraal cafetaria groeit uit tot dé ontmoetings- en werkplek voor Beerselaars en mensen uit de brede regio. De infrastructuur en inrichting van de bibliotheek is een aangename ontmoetingsruimte (leeshoek met gratis koffie en water). Ontmoeting wordt aangemoedigd door aangepaste uitbreidingsactiviteiten.

Werkingsmiddelen uitbreidingsactiviteiten bibliotheek Investeringen: *Cafetaria *Klimaatregeling en zonnescherm leesterras (afhankelijk van studieopdracht) Samenwerking met andere actoren bij uitbreidingsactiviteiten.

Operationele doelstelling 9: De binding tussen generaties en tussen gemeenschappen wordt versterkt. Beleidsinstrumenten Middelen 9.1. Er worden gemeenschapsvormende projecten ontwikkeld die vanuit de basis groeien en die de binding tussen generaties en tussen gemeenschappen versterken. Sociaal-historische en sociaal-artistieke thema’s worden aangewend om dergelijke projecten te realiseren. Eveneens rekening houdend met het Lokaal Sociaal

Één- eurosubsidie

Page 27: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

27

Beleidsplan.

9.2. Een onthaalpakket cultuur moet de integratie van nieuwe inwoners bevorderen en hen vlugger vertrouwd maken met het socio-culturele aanbod in de gemeente, aanvullend bij het onthaalpakket inburgering in toepassing van het integratiedecreet.

Één- eurosubsidie Samenwerking dienst bevolking: gebruik databank.

9.3. Aanspreekpunten binnen de verschillende taalgroepen treden op als ambassadeurs voor het Beersels cultuuraanbod. Binnen het Europabeleid worden initiatieven tot interculturalisatie opgezet. Vier maal per jaar wordt een land in de kijker gezet met gelinkte programmatie en omkadering.

Werkingsmiddelen Programmatiemiddelen CC de Meent + subsidie Inzet personeel en vrijwilligers, samenwerking met bib en andere actoren Databank dienst bevolking

Operationele doelstelling 10: De inwoners zijn betrokken bij het cultuurbeleid. Beleidsinstrumenten Middelen 10.1. Een coördinatiepunt vrijwilligerswerk moet de burgers gemakkelijker de weg laten vinden tot vrijwillig engagement binnen de culturele sector. Vrijwilligers worden volgens interesse en vermogen ingeschakeld om de doelstellingen mee te helpen realiseren.

Werkingsmiddelen vrijwilligersbeleid Inzet personeel voor werving en blijvende motivering van vrijwilligers. Bib: Werving van vrijwilligers i.s.m. andere partners. Coördinatiepunt vrijwilligerswerk (dienst cultuur) zorgt voor doorverwijzing en promotie.

10.2. De programmatie van gemeentelijke culturele actoren krijgt meer lokale inbedding door samenwerking met socio-culturele verenigingen en andere lokale actoren.

Samenwerking met verenigingen en andere lokale actoren

10.3. De raden van bestuur van het cultuurcentrum en de bibliotheek zijn divers samengestelde discussiefora waar adviezen en nieuwe ideeën worden geformuleerd.

Via de cultuurraad worden Beerselse verenigingen bij het cultuurbeleid betrokken. De cultuurraad blijft verenigingen aanzetten om de doelstellingen van het cultuurbeleid in hun werking te integreren. Verenigingen worden gesteund bij de motivatie van hun vrijwilligers o.a. door vorming rond het thema vrijwilligers aan te bieden.

Inzet nieuwe Raden van bestuur Meent en bibliotheek en bestuur cultuurraad vanaf 2007.

STRATEGISCHE DOELSTELLING 4: ERFGOED Operationele doelstelling 11: Het erfgoed in de gemeente is in kaart gebracht. Beleidsinstrumenten Middelen 11.1. Op basis van welomschreven criteria wordt het bestaande referentiekader van Inzet personeel dienst archief en deskundige vrijwilligers

Page 28: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

28

inventarissen aangevuld met lokale inventarisatie van niet-beschermd erfgoed aanwezig in de gemeente.

Operationele doelstelling 12: Het Beersels erfgoed is bewaard voor toekomstige generaties en waar nodig gerestaureerd. Beleidsinstrumenten Middelen 12.1. Bewaren: -Er worden procedures (wie, wat, wanneer) uitgetekend voor het adviseren rond behoud van erfgoed. -Archivalisch erfgoed wordt in de best mogelijke omstandigheden bewaard. -Er wordt een integrale en langetermijnvisie rond behoud van erfgoed ontwikkeld.

Integrale samenwerking Investering: Klimaatbeheersingsysteem archief Inzet personeel en deskundige vrijwilligers

12.2. Restaureren: -De meest fragiele en waardevolle archiefstukken worden waar nodig gerestaureerd. - Monumentenzorg krijgt aandacht.

Werkingsmiddelen Dienst archief Dienst Openbare Werken en dienst Ruimtelijke Ordening Inzet personeel: dienst archief (roerend), dienst RO-OW (onroerend)

Operationele doelstelling 13: Lacunes in roerende erfgoedcollecties zijn waar mogelijk aangevuld. Beleidsinstrumenten Middelen 13.1. Verwerven: -Er worden procedures (wie, wat, wanneer) uitgetekend en doorgevoerd voor het verwerven (aankopen, schenken) van erfgoed. -Waar de kans zich aanbiedt en waar een lacune bestaat in een collectie worden stukken aangekocht. -De inwoners worden gesensibiliseerd om erfgoed niet verloren te laten gaan en om waardevolle privé-collecties te schenken aan de gemeente.

Werkingsmiddelen Aankoopbudget Inzet personeel dienst archief

13.2. Afbakenen: De bestaande collecties worden duidelijk afgebakend (in tijd en ruimte of thematisch) en op elkaar afgestemd.

Inzet personeel dienst archief, bibliotheek, Terilinckuis

Operationele doelstelling 14: Elke inwoner heeft toegang tot het gemeentelijk erfgoed. Beleidsinstrumenten Middelen 14.1. Onderzoek wordt gestimuleerd door de organisatie van cursussen en bezoeken aan archieven en documentatiecentra.

Werkingsmiddelen Inzet personeel dienst archief en vrijwilligers

Page 29: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

29

14.2. Nieuw onderzoek wordt openbaar gemaakt via publicaties, thematische tentoonstellingen en voordrachten.

Werkingstoelage cultuurraad en haar werkgroep Inzet personeel dienst archief en vrijwilligers

14.3. Het roerend erfgoed is raadpleegbaar: Er wordt ruimte voorzien en ingericht voor het consulteren van archief en documentatie rond streekgeschiedenis. De bibliotheek en collectie van het Heemkundig Genootschap wordt toegankelijk gemaakt voor het publiek. In de gemeentelijke bibliotheek kunnen inwoners terecht voor informatie over erfgoed, geschiedenis van gemeente en documentatie over het streektoerisme. Digitale erfgoeddatabanken met een zoekmachine zijn een hedendaagse en zeer laagdrempelige toegang tot archief en documenten.

Werkingsmiddelen Realisatie databanken Investering: *Inrichten trefpunt erfgoed *Inrichten leeszaal voor het raadplegen van gemeentelijk archief en met pc-toestel voor de raadpleging van digitale erfgoeddatabanken. *Bibliotheek: 2 pc’s met A3-printer en comfortabele zitgelegenheid voor raadpleging databanken. Inzet personeel dienst archief en vrijwilligers

14.4. Het immaterieel erfgoed wordt ontsloten: Volksverhalen, tradities, gebruiken en dialecten worden opgetekend opdat zij niet verloren zouden gaan. De organisatie activiteiten rond immaterieel erfgoed moet dit soort erfgoed in de kijker plaatsen.

Werkingsmiddelen: Werkingstoelage cultuurraad en haar werkgroep Inzet personeel dienst archief en vrijwilligers

14.5. Het erfgoed wordt ontsloten voor jongeren: Er worden vaste lespaketten voor scholen ontwikkeld rond lokale erfgoedthema’s. Binnen de erfgoedactiviteiten is er ook aandacht voor de jeugd.

Werkingsmiddelen Erfgoededucatie Inzet personeel dienst archief en vrijwilligers

14.6. Het Beersels erfgoed wordt toeristisch ontsloten: door het uitstippelen van erfgoedwandelingen, het uitwerken toeristische brochures en het plaatsen van educatieve panelen. In het kader van toerismebeleid wordt onderzocht hoe samenwerkingsverbanden met niet-gemeentelijke actoren tot stand kunnen komen.

Integrale samenwerking: Inzet personeel dienst toerisme en archief en vrijwilligers Werkingsmiddelen dienst toerisme

Operationele doelstelling 15: Elke inwoner kan participeren aan erfgoedactiviteiten. Beleidsinstrumenten Middelen 15.1. Er worden laagdrempelige erfgoedactiviteiten georganiseerd evenwichtig gespreid over alle deelgemeenten: -Sociaal-historische gemeenschapsvormende projecten -Laagdrempelige erfgoedactiviteiten tijdens de jaarmarkten of kasteelfeesten -Deelname aan Vlaamse erfgoedinitiatieven met grote uitstraling (Erfgoeddag, OMD, Week van de Smaak)

Werkingsmiddelen: Werkingstoelage cultuurraad en haar werkgroep en projectsubsidies Eén-eurosubsidie Inzet personeel en vrijwilligers

Page 30: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

30

STRATEGISCHE DOELSTELLING 5: E-CULTUUR Operationele doelstelling 16: De culturele actoren worden druk gefrequenteerd in de virtuele wereld. Beleidsinstrumenten Middelen 16.1. De burger kan zich langs digitale weg informeren over het Beerselse cultuuraanbod en het aanbod digitaal reserveren (bib en Meent) en/of verlengen (bib). De gemeentelijke culturele actoren ontwikkelen een digitale dienstverlening of breiden de bestaande uit. De evolutie van de digitale bibliotheek wordt beïnvloed door nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen. Het cultuurcentrum ontwikkelt een hedendaags digitaal communicatienetwerk op maat van doelgroepen. Er wordt een gebruiksvriendelijke website gerealiseerd afgeleid van de cultuurdatabank en met eigen huisstijl.

Investeringen: *Website CC de Meent Inzet personeel: *ICT-dienst gemeente *2de administratieve kracht Meent Samenwerking vzw de Meent en Vlabraccent

Operationele doelstelling 17: Burgers worden gestimuleerd om digitale informatiekanalen en interactieve communicatiemiddelen te gebruiken. Beleidsinstrumenten Middelen 17.1. De Bibliotheek en de bibliobus zijn een open computerruimte (hot spot) en lokale toegangspoort tot digitale informatiebemiddeling. In de bibliotheek vindt de gebruiker unieke informatie dankzij de terbeschikkingstelling van goed gepromote, online databestanden. De drempel tot de informatie wordt zo laag mogelijk gehouden. Dankzij media-instructie, promotie en ontsluiting wordt de digitale kloof tussen de doelgroepen kleiner. Interactieve communicatie (o.a. via webopac) tussen bibliotheekgebruikers wordt aangemoedigd.

Werkingsmiddelen: Kosten internetaansluiting, databanken, MIK-abonnement, abonnement Webopac

Investeringen: *ICT-infrastructuur *Toetreding PBS Inzet personeel: *ICT-dienst gemeente Beersel *opleiding personeel die infobalie bemant

17.2. In het cultuurcentrum wordt een internet(cursus)lokaal ingericht en een hot spot geïnstalleerd. Het gebruik van digitale informatiekanalen en interactieve communicatiemiddelen door bezoekers van CC de Meent wordt bevorderd.

Inzet 2de administratieve kracht Investeringen: *Hot spot *Internetlokaal

Page 31: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

31

STRATEGISCHE DOELSTELLING 6: INTERNE ORGANISATIE Operationele doelstelling 18: Het cultuurbeleid laat zich kenmerken door een rationeel personeelsbeleid en een uitgebouwd vrijwilligerswerk. Beleidsinstrumenten Middelen 18.1. De deskundigheid van het personeel wordt verhoogd door het volgen van

aangepaste vorming. Kredieten voor vorming CC de Meent: 4.000 euro Cultuurdienst: 1.000 euro Bibliotheek: 1000 euro, gratis vorming aangeboden door SBB Inzet vormingsambtenaar

18.2. In CC de Meent wordt het technisch en administratief personeelskader geoptimaliseerd.

Budget gemeentepersoneel *Budget gemeente voor personeelskader CC de Meent *Personeelstoelagen hogere overheden Een 2de adminstratieve kracht in 2008. Een volwaardig toneeltechnieker in 2009.

18.3. In de bibliotheek wordt de interne taakverdeling geactualiseerd in functie van de evolutie van backoffice naar frontoffice werking.

Budget gemeentepersoneel *Budget gemeente voor personeelskader bibliotheek *Personeelstoelagen hogere overheden + subsidies gesco’s en andere statuten Investeringen: *Toetreding PBS *RFID en zelfscanbalie *Maandelijkse vergadering CRAC-team *Informatie- en ervaringsuitwisseling op het niveau van de regio

18.4. Het gemeentebestuur zet deskundig gemeentepersoneel in voor de realisatie van het erfgoedbeleidsplan en ondersteunt een uitgebouwd netwerk van vrijwilligers. Er wordt personeel ingezet om de gemeentelijke roerende erfgoedcollecties op deskundige wijze te beheren, inventarisatieprojecten te begeleiden en het erfgoedbeleid te coördineren. Coördinatie veronderstelt het organiseren van overleg en afstemming van de verschillende spelers in het erfgoedveld.

Budget gemeentepersoneel: Aanwerving Erfgoedcoördinator De wijzigingen in het personeelskader worden opgenomen in het personeelsbehoeftenplan/organigram

Page 32: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

32

18.5. Voor het H. Teirlinckmuseum wordt een personeelsbeleid ontwikkeld in samenhang met de toekomstvisie.

Budget gemeentepersoneel

18.6. Er wordt een coördinatiepunt cultureel vrijwilligerswerk opgezet dat de promotie verzorgt en het aanspreekpunt is voor vrijwilligers binnen de culturele sector. Vrijwilligers worden ingeschakeld om de doelstellingen mee te helpen realiseren. Vrijwilligers krijgen de nodige ondersteuning van deskundig gemeentepersoneel.

Inzet personeel voor werving en blijvende motivering van vrijwilligers. Bib: Werving van vrijwilligers i.s.m. andere partners. Coördinatiepunt dienst cultuur zorgt voor doorverwijzing en promotie. Budget gemeentepersoneel *Budget gemeente administratief medewerker cultuur *Personeelstoelagen hogere overheden cultuurbeleidscoördinator

Operationele doelstelling 19: De gemeentelijke culturele actoren kunnen hun werking uitbouwen in een goed uitgeruste, aantrekkelijke en ruime infrastructuur. Beleidsinstrumenten Middelen 19.1. Het gebouwencomplex de Meent wordt door integratie van de gebouwen van de gemeenteschool uitgebouwd tot een ruime, aantrekkelijke en goed uitgeruste culturele infrastructuur. De kunstacademie Meiboompje kan op deze locatie verder uitgroeien. Er wordt een oplossing gezocht voor de te krappe werkplek in de bibliotheek en het cultuurcentrum en er is een duidelijke afbakening tussen werk-, publieks- en archiefruimte.

De uitrusting van het cultuurcentrum en de bibliotheek wordt geoptimaliseerd: Klimaatregeling: afhankelijk van studie Bib: Meubilair om luisterboeken, cd’s, taalcursussen te beluisteren: 15.000 euro Bib: Toetreding PBS: 13.000 euro Bib: Aanpassing signalisatie: 10.000 euro Bib/Meent: hot spots: 10.000 euro Bib: internetaansluiting op bibliobus, incl. laptop, consultatiemeubel: 10.000 euro Meent: Repetitielokaal en atelier, uitbouw 3 vergaderzalen en danslokaal: 175.000 euro Bib: Radio Frequentie Identificatie RFID+ zelfscanbalie: 65.000 euro Meent: Centrale cafetaria met terras en eigen toegang Brusselsesteenweg: raming ontbreekt

19.2. De kunstacademie kan beschikken over het nodige meubilair en didactisch materiaal.

Werkingsmiddelen

19.3. Het trefpunt erfgoed wordt ingericht als locatie voor erfgoedactiviteiten (tentoonstellingen, lezingen,…) en als documentatie- (collectie heemkundig genootschap) en vergadercentrum.

Investering: Inrichting trefpunt erfgoed

19.4. Het gemeentearchief wordt voorzien van een publieksvriendelijke leeszaal met leestoestellen.

Investering: Inrichting leeszaal archief

19.5. Het Herman Teirlinckhuis en de bijhorende tuin worden onderhouden en ingericht volgens de geest en met respect voor leven en werk van de schrijver.

Werkingsmiddelen Investering: Inrichting museum

Page 33: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

33

Operationele doelstelling 20: De werking van de culturele actoren is geoptimaliseerd door de implementatie van nieuwe maatschappelijke tendensen. Beleidsinstrumenten Middelen 20.1. In het kader van het nieuwe gemeentedecreet en rekening houdende met de cultuurpactwetgeving die nog steeds blijft gelden, wordt de beheersvorm van het cultuurcentrum herbekeken.

Inzet cultuurfunctionaris

20.2. De bijsturingen van het Decreet Lokaal Cultuurbeleid worden opgevolgd en geïmplementeerd.

Inzet cultuurbeleidscoördinator

20.3. Dankzij grotere financiële onafhankelijkheid (kleine uitgaven en besteding projectsubsidies) kan de bibliotheek haar werking optimaliseren.

Inzet bibliothecaris Toepassing nieuw gemeentedecreet

Operationele doelstelling 21: Het gemeentebestuur maakt voldoende financiële middelen vrij voor de realisatie van het lokaal cultuurbeleidsplan. Beleidsinstrumenten Middelen 21.1 De middelen voor de uitvoering van het cultuurbeleid worden indexvast gemaakt, met name het collectiebudget van de bibliotheek, de gemeentelijke toelage aan het cultuurcentrum en de subsidiëring van socio-culturele verenigingen.

Werkingsmiddelen indexvast maken

21.2. In de begroting worden voldoende financiële middelen voorzien om een degelijk erfgoedbeleid uit te bouwen.

Werkingsmiddelen *Budget erfgoedcoördinatie *Werkingstoelage aan de cultuurraad en haar werkgroep Investeringen erfgoedcoördinatie

Page 34: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

34

7.1. Participatie bij de opmaak van het beleidsplan Als stuurgroep voor het beleidsplan werd een kleine werkbare groep gevormd met de cultuurfunctionaris, de bibliothecaris, de cultuurbeleidscoördinator en de schepen van cultuur. Deze mensen volgden het ondersteuningstraject van Cultuur Lokaal. De stuurgroep liet zich bij de opmaak van het beleidsplan niet alleen leiden door eigen ervaringen en bevindingen maar baseerde zich ook op de mening van anderen, bekomen via verschillende inspraakvormen.

7.1.1. Schriftelijke enquêtes Bevraging Verenigingen In het kader van de voorbereiding van het nieuwe beleidsplan werd een enquête voor verenigingen opgesteld. Het was de bedoeling langs deze weg te weten te komen wat de eventuele zorgpunten zijn van de Beerselse socio-culturele verenigingen, wat ze vinden van het ondersteuningsbeleid van de gemeente (subsidies, infrastructuur en materiaal, promotie van activiteiten en informatieverlening), hoe zij staan tegenover samenwerking met andere actoren en in welke mate zij willen participeren aan het lokale cultuurbeleid. De bevraging werd uitgebreid toegelicht op de Algemene Vergadering van 26 januari 2007. Meer dan 70% van de verenigingen nam deel aan de bevraging wat een representatief beeld opleverde. De resultaten werden vervolgens in detail besproken en geanalyseerd door een werkgroep van de cultuurraad en tenslotte teruggekoppeld naar de verenigingen tijdens een bijzondere algemene vergadering in juni. Gebruikersonderzoek Bibliotheek In 2004 nam de bibliotheek van Beersel deel aan het gebruikersonderzoek van het VCOB, gerealiseerd door de onderzoeksgroep TOR van de VUB. Er werden willekeurig een aantal volwassen (+18) steekproefleners uit het lenersbestand gehaald. Tussen januari en juli 2004 werden deze leners verzocht een vragenlijst in te vullen. Naast de antwoorden op de vragenlijst en de uitleengegevens van de respondenten, werden ook specifieke bibliotheekkenmerken (openingsuren, personeel, aanwezigheid van pc’s, lidgeld enz.) verzameld. Er werd gewerkt met deelrapportages. Eerst werd de analyse van de vragenlijst vergeleken met de cijfers voor Vlaanderen en die van gelijksoortige bibliotheken. Door in een tweede fase de uitleengegevens in de analyse te betrekken kon het profiel van de leners bepaald worden. Tenslotte werd nagegaan welke bibliotheekkenmerken bepalend zijn voor bepaalde gedragingen en meningen van gebruikers. De resultaten van het gebruikersonderzoek uit 2004 werden bij gebruik voor de SWOT-analyse getoetst aan de meest recent beschikbare uitleen- en collectiegegevens (2006). Gebruikersonderzoek CC de Meent Het gebruikersonderzoek van het cultuurcentrum in 2006 werd gevoerd door het studiecentrum CMS (Eshal) en de onderzoeksgroep TOR (VUB) in samenwerking met Cultuur Lokaal. Door de betrokkenheid van TOR was er ook een vergelijking mogelijk met het gebruikersonderzoek van de bibliotheek. Tussen november 2005 en februari 2006 werden adreskaartjes verzameld zowel tijdens eigen activiteiten als bij receptieve activiteiten en verdeeld over de verschillende genres van activiteiten in het cultuurcentrum. Een selectie van deze bezoekers kreeg een vragenlijst toegestuurd met basisvragen en centrumspecifieke vragen. De resultaten werden gepubliceerd in een driedelig rapport. Deel 1 bevat een beschrijvende analyse waarin CC de Meent in al haar aspecten (profiel gebruikers, bezoekfrequentie, drempels, participatie aan activiteiten, communicatie, tevredenheid,…) wordt geplaatst t.o.v. het gemiddelde cultuurcentrum. In deel 2 worden door een koppeling van variabelen verbanden zichtbaar. Deel 3 geeft de resultaten weer van de centrumspecifieke vragen. 7.1.2. Overleg met specifieke sectoren Er werd overleg gepleegd met specifieke sectoren die deel uitmaken van het cultuurbeleid (erfgoed) of er raakvlakken mee hebben (Jeugd, OCMW).

7. Beschrijving van het participatieproces

Page 35: Cultuurbeleidsplan 2008 - 2013

35

Binnen een tijdelijke werkgroep erfgoed, bestaande uit de voorzitter van het heemkundig genootschap, de voorzitter van de cultuurraad, de archivaris, de cultuurbeleidscoördinator en de schepen van cultuur, werd een analyse gemaakt van de huidige situatie (erfgoedsamenstelling, erfgoedactoren, erfgoedparticipatie) en het tot nu gevoerde erfgoedbeleid, dat vandaag voor het eerst expliciet opgenomen wordt binnen de cultuurbeleidsplanning. Vertrekkend van deze analyse werden doelstellingen geformuleerd. Met de jeugdsector werd overleg gepleegd i.v.m. subsidiëring van culturele verenigingen met een specifieke jeugdwerking. Het overleg met de secretaris van het OCMW handelde onder andere over samenwerking bij educatieve activiteiten zoals computercursussen. Het overleg bleef beperkt maar opende de weg voor verdere samenwerking. 7.1.3. Adviesraad en beheersorganen Nadat de stuurgroep de strategische doelstellingen en operationele doelstellingen had geformuleerd werd het beleidsplan voorgelegd aan de Raad van Bestuur van de programma-vzw van CC de Meent, aan de Raad van Bestuur van de Bibliotheek, aan het Bestuur van de Cultuurraad en haar werkgroep het heemkundig genootschap en tenslotte aan de Algemene Vergadering van de Cultuurraad, die het plan positief adviseerden.

7.2. Participatie bij uitvoering en evaluatie van het beleidsplan Tussen 2008 en 2013 zal het beleid regelmatig worden geëvalueerd en bijgestuurd. Dit zal gebeuren op basis van verschillende inspraakvormen. 7.2.1. Schriftelijke enquêtes Met een tweejaarlijkse bevraging van de socio-culturele verenigingen, willen we steeds op de hoogte blijven van de wensen, noden en zorgen van het lokale verenigingsleven. De bibliotheek en het cultuurcentrum zullen wanneer zich de kans aanbiedt deelnemen aan gebruikersonderzoeken om naast kwantitatieve uitleen- en bezoekersgegevens, ook kwalitatieve feedback te krijgen van de gebruikers. 7.2.2. Verhoging betrokkenheid via vrijwilligerswerk en werkgroepen Dit beleidsplan besteedt speciaal aandacht aan de uitbouw van een coördinatiepunt vrijwilligerswerk. Als vrijwilliger leren mensen de culturele instellingen en het beleid dat erachter zit van nabij kennen. Door naar eigen vermogen mee te draaien binnen de lokale culturele instellingen worden ze als vanzelf betrokken bij de uitvoering van het beleid. Werkgroepen bestaande uit professionelen en vrijwilligers zullen structureel-thematisch of projectmatig opgericht worden en zo de uitvoering van het beleid mee richting geven. 7.2.2. Adviesraad en beheersorganen De cultuurraad en de beheersraden van CC en bib geven jaarlijks hun advies over het jaarverslag en actieplan. In het jaarverslag zal telkens aan de hand van de opgesomde indicatoren (cfr. hfdst. 5) worden nagegaan of de doelstellingen en geplande acties werden bereikt. Een jaarlijks actieplan maakt het mogelijk waar nodig binnen het kader bij te sturen en andere accenten te leggen. De bestuurleden van de Cultuurraad, de schepen van cultuur en de cultuurbeleidscoördinator blijven belangrijke aanspreekpunten voor het verenigingsleven.

7.3. Communicatie aan de bevolking Om de communicatie met verenigingen te optimaliseren zal naast de Algemene Vergadering van de Cultuurraad en de traditionele briefwisseling een ‘nieuwsbrief voor verenigingen’ op regelmatige basis i.s.m. de Cultuurraad worden verstuurd. Binnen het cultuurblad ‘Beersel Boordevol’, dat driemaal per jaar verschijnt en dat bij elke Beerselaar in de bus valt, wordt één pagina gewijd aan nieuwe initiatieven in het kader van het cultuurbeleid.