Upload
robert-ossevoort
View
216
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Jaarverslag 2013 van het DAVINC3I project. DAVINC3I is het logistieke innovatieproject van de sierteeltsector. We zoeken mogelijke manieren om handel/logistiek/coördinatie op afstand te realiseren.
Citation preview
Jaarverslag 2013
Dutch Agricultural Virtualized International Network
with Consolidation, Coordination, Collaboration
and Information availability
DaVinc3i
2
Jaarverslag 2013
3
VOORWOORD In 2011 zijn we met het vierjarige DaVinc3i project gestart in
samenwerking met vele partijen uit alle schakels van de sierteeltketen.
Omdat elk van die partijen ontwikkelingen op zich zag afkomen, zagen zij
de noodzaak om over hun strategie en logistiek concept na te denken.
Denk hierbij aan een toenemende internationalisering van
productielocaties en afzetmarkten, een toenemend gebruik van ICT in de
kas, transport en handel en de groei van virtuele marktplaatsen en
webshops. Ook de toename van directe stromen tussen kweker en klant,
zonder fysieke tussenkomst van de veiling of zelfs van Nederland, is een
sprekend voorbeeld. Deze ontwikkelingen hebben een zeer sterke
invloed op de inrichting en besturing van de logistieke stromen in het
internationale speelveld en op de rol die elke speler in de keten vervult.
Men realiseerde zich dat het ontwikkelen van een gezamenlijke
toekomstvisie en uitwerken van verschillende scenario’s nieuwe
inzichten zou opleveren. Natuurlijk is het wel zo dat elke partij zijn eigen
conclusies aan de inzichten verbindt en een eigen plan trekt – eventueel
in samenwerking met andere partijen.
Nu, in 2014, kijken we terug op alweer de afronding van het derde
DaVinc3i jaar. Denkende aan de recente ontwikkelingen in de
sierteeltsector is de relevantie en het belang van een dergelijk project
alleen maar groter geworden. Misschien is mede daarom het afgelopen
jaar het aantal bedrijven dat intensief betrokken is bij het project
wederom gestegen. Zo hebben in totaal 37 studenten van de Technische
Universiteit Eindhoven, Vrije Universiteit Amsterdam en Wageningen
Universiteit hun afstudeerproject gedaan in samenwerking met zo’n 30
bedrijven. In elk project zijn de huidige processen geanalyseerd, is
literatuur bestudeerd en is gekomen tot nieuwe inzichten voor effectieve
logistieke besturings-, bundelings- of samenwerkingsconcepten. Van
meerdere van deze onderzoeken zijn artikelen geschreven in vakbladen
en presentaties gegeven op (inter)nationale congressen; immers,
kennisontwikkeling en -verspreiding staat centraal in ons project.
Ik hoop dat dit jaarverslag u zal informeren over de voortgang van het
DaVinc3i project en zal inspireren tot het nemen van eigen initiatieven.
Om dit verder te stimuleren zullen we dit laatste jaar een aantal
themagerichte Masterclasses organiseren waarin we de bevindingen op
dat thema zullen presenteren en bediscussiëren met de deelnemers,
zowel vanuit de theorie als de praktijk.
Rest mij alle betrokken bedrijven en onderzoekers hartelijk te danken
voor hun inzet en bijdragen.
Prof. dr. ir. Jack G.A.J. van der Vorst
Projectleider DaVinc3i
Hoogleraar Logistics and Operations Research
Wageningen Universiteit
DaVinc3i
4
Jaarverslag 2013
5
Voorwoord ................................................................................................... 3
Project in cijfers ........................................................................................... 7
Project in het kort ........................................................................................ 8
Presentaties en publicaties ........................................................................ 9
Voor en door de sector ............................................................................. 10
Orders voor de retail ................................................................................. 12
Samenwerken aan waarde ....................................................................... 13
Inrichten van een logistiek netwerk ........................................................ 14
Onderzoek: metromodel .......................................................................... 15
Virtualisering in sierteeltketens ............................................................... 16
Studenten aan het woord ......................................................................... 18
De online consument ................................................................................ 22
Kenniscafé, hoe werk je succesvol samen? ............................................ 23
Onderzoeken in het kort .......................................................................... 24
Onderzoeken & onderzoekspublicaties ................................................. 26
Vooruitblik op 2014 ................................................................................... 28
Onderzoek meerdere modaliteiten ........................................................ 29
Onze mensen ............................................................................................. 30
Partners & financiers ................................................................................ 31
Colofon ....................................................................................................... 32
INHOUD
DaVinc3i
6
Jaarverslag 2013
7
PROJECT IN
CIJFERS
Betrokkenheid
bedrijfsleven
Outputs
Betrokken
personen
Budget
Gebruik website
Deze kengetallen zijn voor
2012 niet beschikbaar
DaVinc3i
8
Hoe kan Nederland zijn leidende positie in de sierteelt op termijn
handhaven? Welke wegen moeten worden bewandeld om ‘handel,
logistiek en coördinatie op afstand’ te realiseren? In het kort is dat de
kern van het DaVinc3i project.
Technologische ontwikkelingen maken het mogelijk om zaken te doen in
een meer gevirtualiseerde wereld. Fysieke stromen zijn dan in
toenemende mate ontkoppeld van de aansturing en coördinatie van die
stromen. Dat vereist samenwerking en afstemming binnen de
sierteeltsector, zodat producten met de juiste informatie, op het juiste
moment op de correcte plek aankomen.
De vraag rijst welke invloed virtualisering op al die terreinen zal hebben,
welke logistieke scenario’s logisch zijn en hoe de vereiste collectie– en
distributienetwerken er uit kunnen zien. Die invloed staat centraal in het
project.
Het onderzoek in DaVinc3i is daarom gericht het analyseren van de
noodzaak en mogelijkheden voor:
1. Nieuwe besturingsconcepten in logistiek en commercie
2. Nieuwe bundelingsconcepten via synchromodale
transportnetwerken
3. Nieuwe samenwerkingsconcepten in internationale tradepark
netwerken
We geven hierbij specifieke aandacht aan de mogelijkheden om
keteninformatie direct en real-time beschikbaar en bruikbaar te maken
voor besluitvormingsondersteuning in het hele ketennetwerk.
Scenario’s
Met DaVinc3i willen we een bijdrage leveren aan de toekomst van de
Nederlandse sierteeltsector. Daarvoor is het nodig om een idee te
hebben hoe die toekomst er uit zou kunnen zien. We hebben daarom
scenario’s ontwikkeld. Deze scenario’s zijn beschrijvingen van mogelijke
commerciële ketens voor bloemen en planten. Daarmee maken we
duidelijk welke schakels samen de verantwoordelijkheid hebben voor
het bedienen van de Europese consument.
Er zijn in totaal 12 commerciële scenario’s. Daarbij houden we rekening
met waar de consument koopt, of dat bloemen of planten zijn en in
welke mate de keten verandert (evolutie of revolutie).
PROJECT IN
HET KORT
Jaarverslag 2013
9
PRESENTATIES
EN PUBLICATIES
Ook in 2013 hebben diverse vakbladen en websites aandacht besteed
aan DaVinc3i. Hieronder vindt u een overzicht.
Sierteelt kan tot 28% besparen met Artikel op
Europese Distributiehubs bloembollenvisie.nl
Hubs leiden tot 28 procent besparing Artikel op
NieuweOogst.nu
Sierteeltsector kan tot 28% besparen met Artikel op Logistiek.nl
Europese distributiehubs
Hubs sneller, schoner en goedkoper Artikel in Vakblad
voor de Bloemisterij
Distributie goedkoper door hub Artikel in Nieuwe Oogst
Kenniscafé, hoe werk je succesvol samen Artikel op FreesiaNet
Kenniscafé, hoe werk je succesvol samen Artikel op SierteeltNet
Innovatieproject leidt naar digitaal platform Artikel op Logistiek.nl
Veranderingen kun je maar Artikel in Vakblad
beter zien aankomen voor de Bloemisterij
Nieuwe logistieke concepten Artikel op Logistiek.nl
voor de sierteeltsector
Future Applications of Virtualization Presentatie bij
in Agri-Food Logistics Logistics CIO Europe
Internationale kansen Tuinbouwsector Presentatie bij
Greenport Holland
Mixed-Integer Linear Programming with Presentatie bij
simulation feedback for design of a Conference on
perishable product network Operational Research
A mathematical model for multimodal Presentatie bij
horticultural transportation planning Conference on
Operational Research
Moving Towards Responsive Presentatie bij
Hub Network Designs Vervoerslogistieke
Werkdagen
Process and inventory allocation in a Presentatie bij
perishable product logistics network Rijksuniversiteit
Groningen
A multimodal model for horticultural Presentatie bij
transportation planning DINALOG Winter School
Ketenoptimalisatie door slimme RFID, Presentatie bij
sensor-, en internettechnologie Floricode
Kwaliteitsgestuurde Tracking & Tracing Presentatie bij
Tuinbouw Digitaal
Plants & Flowers Trial Presentatie bij
FISpace Smart
Logistics in Horticulture
Duurzame agri-food logistiek Presentatie bij
Greenport Holland
DaVinc3i
10
In DaVinc3i zijn kwekers, handel en logistiek dienstverleners
vertegenwoordigd door ongeveer 30 bedrijven, naast FloraHolland
en VGB. We laten een aantal deelnemers aan het woord de redenen
waarom zij aan het project meedoen en wat het project tot nu toe
heeft opgeleverd.
Stephan van Maldegem is een deelnemer van het eerste uur.
Aanvankelijk vanuit Oudendijk, maar na de fusie vertegenwoordigt hij OZ
Import. “Deelname aan DaVinc3i betekent voor ons het verwerven van
nieuwe kennis en inzichten en draagt bij aan de toekomst ontwikkeling
van onze organisatie en mensen. Wij zien dat de wereld om ons heen
verandert en willen onze rol daarin graag blijven houden. Samen met
ketenpartners zoeken we naar die rol.”
Hij vervolgt “verder verwachten we dat door onze bijdrage en kennis
over de internationale aanvoer, DaVinc3i een beter inzicht in de markt te
geven, zodat we uiteindelijk branche virtueel efficiënter en
effectiever kunnen maken, want zonder goede virtualisering wordt het
voor Nederland lastig om de centrale positie die het nu vervult, vast te
houden en te versterken.”
De tot nu toe gepubliceerde resultaten van DaVinc3i hebben tot op
heden gezorgd voor nieuwe inzichten en kennis. “De verdiepende
onderzoeken, dragen bij aan de ontwikkeling van onze OZ Import als
geheel. De nieuw verworven kennis en inzichten, helpen ons richting te
geven aan de gedachte dat de komende paar jaar de wereld snel zal
veranderen door virtualisatie. DaVinc3i geeft ons nieuwe tools en
benaderingswijze om in te spelen op de veranderende markt
omstandigheden” aldus Van Maldegem.
Een van de kwekers die intensief bij DaVinc3i betrokken is, is Bunnik
Plants. In het project vertegenwoordigt Johan van Barneveldt het
bedrijf uit Bleiswijk. Hij ziet dat het bedrijf opereert in een snel
veranderende omgeving. “Voor de toekomst van het bedrijf en de sector
in het algemeen, is het noodzakelijk om ons te blijven richten op de
mogelijkheden in de nabije toekomst. Wij werken daarom graag mee aan
de toekomst van een duurzaam florerende sector.”
VOOR EN DOOR
DE SECTOR
Stephan van Maldegem
Jaarverslag 2013
11
“Wij werken momenteel hard aan het sterker maken van ons bedrijf.
Daarvoor hebben we het programma B-Leaf geïntroduceerd. In B-Leaf
draait het om Bunnik Plants als de beste kweker. Daarbij gaat het niet
alleen om het product, maar ook om bijvoorbeeld logistiek of nieuwe
verkoopkanalen. Dat sluit dus perfect aan bij DaVinc3i.”
Inmiddels hebben twee studenten onderzoek gedaan bij Bunnik Plants.
Van Barneveldt zegt hierover: “Met deze studenten hebben we
onderzocht of onze ideeën goed zijn en wat de precieze gevolgen er van
zijn. Daardoor weten we nu dat B-Leaf in de juiste richting marcheert en
in zelfs een stroomversnelling is geraakt. De geleerde lessen delen we
graag met onze collega’s. Immers, we hebben allemaal belang bij een
sterke sector!”
Arnoud de Vries vertegenwoordigt Greenport Logistics, een samen-
werkingsverband van logistiek dienstverleners in de sector. Zij zijn vanaf
het begin van het project betrokken. “In de eerste periode spraken we
veel over ontwikkelingen in de logistiek in onze sector. Je hoort hoe
wetenschapper en andere ketenpartijen hier over denken. Met deze
informatie kun je als bedrijf veel beter je positie bepalen en strategische
keuzes maken.”
“Naast het verkrijgen van algemene inzichten en lessen van andere
bedrijven, hebben wij ook zelf een student aan het werk gezet,” zo
vervolgt De Vries. “Het rapport van de student over verbetering van het
waardeverdelingsmodel is door de coöperatie aangenomen en wordt
geïmplementeerd. Dankzij de nabijheid van de universiteiten in het
onderzoeksproject, hebben we gemakkelijk toegang tot de academische
wereld.”
Arnoud de Vries
Johan van Barneveldt
DaVinc3i
12
Kwekers en handelsbedrijven die veel aan retailers leveren, hebben te
maken met andere uitdagingen dan bedrijven waarvan de producten
vooral bij detaillisten belanden. Voor een deel zijn die uitdagingen
bekend, maar vaak genoeg lopen bedrijven toch tegen nieuwe
uitdagingen aan. Zeker als die retailers in toenemende mate direct
inkopen bij kwekers die voorheen via de veiling en/of een handelsbedrijf
hun producten verkochten.
Een van onze studenten heeft in dit kader onderzoek gedaan naar
projectorders. Dit zijn orders waarbij het veelal om grote aantallen gaat
en waar toegevoegde-waardeartikelen en -activiteiten bij komen kijken.
Voorbeelden zijn een bijzondere pot of doos of misschien zelfs een
’bijzondere’ logistieke drager als een europallet.
Projectorders stellen hoge eisen aan interne informatie en communi-
catie, mede omdat projectorders van elkaar verschillen. De samen-
stelling van een projectorder moet helder en eenduidig zijn voor alle
betrokkenen. Terugkoppeling en controles gedurende het proces
versterken de afhandelingsprocessen omdat eventuele afwijkingen tijdig
gesignaleerd kunnen worden. Dat voorkomt duur improviseren.
Bij voorkeur gebruikt het bedrijf hiervoor een IT-toepassing: een
ordervolgsysteem. Zo kunnen de orders en alle mijlpalen goed worden
bijgehouden voor en door alle betrokken medewerkers. Goed gebruik
van zo’n systeem is wel afhankelijk van de flexibiliteit er van: de
diversiteit aan klantwensen is groot en het systeem moet daar ruimte
aan bieden. Dit geeft bovendien de mogelijkheid om analyses te doen.
Met die analyses kunnen processen en prestaties worden verbeterd.
Een ordervolgsysteem is echter geen doel op zich, het is een middel dat
moet passen in de algemene organisatie en de processen van de kweker
of het handelsbedrijf. Daarom is het belangrijk dat voor de afwikkeling
van projectorders gefaseerd worden aangepakt en op basis van heldere
afspraken worden afgewikkeld. Die fases en afspraken vormen
vervolgens de basis voor het ordervolgsysteem.
De waarde van een ordervolgsysteem neemt toe als het gekoppeld is
aan andere systemen binnen het bedrijf. Denk hierbij aan het voorraad–
of kasplanningsyteem, maar ook het financiële systeem. Zulke
koppelingen verkleinen de kans op fouten en maken het werk minder
arbeidsintensief.
Tot slot, een ordervolgsysteem kan meer dan een toepassing hebben.
Als een systeem geschikt is om projectorders mee te begeleiden,
betekent dat niet dat het niet gebruikt kan worden om kleinere
eenmalige bestellingen mee af te wikkelen.
ORDERS
VOOR DE RETAIL
Jaarverslag 2013
13
Een coöperatie van kwekers heeft uniek product. De bloem heeft, in
vergelijking met soortgelijke bloemen, een hogere kwaliteit. De
coöperatie beoogt onder andere om dat concurrentievoordeel om te
zetten in een relatief hoge prijs voor de bloem en meer waarde voor de
consument. De coöperatie slaagt er echter niet in om deze waarde in de
keten te bewaren, waardoor de doelstellingen van de coöperatie
onvoldoende gerealiseerd worden.
Een van onze studenten heeft daarom op verzoek van de coöperatie
onderzoekt verricht naar de oorzaak of oorzaken. Het vinden van de
oorzaak was direct gekoppeld aan het doen van aanbevelingen.
Na een uitgebreide serie van interviews met betrokkenen, legde de
student een aantal duidelijke oorzaken bloot en heeft hier oplossingen
voor aangedragen. Het werk van de student is uiteraard in
vertrouwelijkheid uitgevoerd, maar er zijn wel algemene beelden te
schetsen die breder in de sierteelt toepasbaar zijn.
Een van de meest opvallende resultaten is dat zonder een goede en
directe samenwerking tussen de partners het probleem niet kan worden
opgelost. Concreet kan de samenwerking tussen de partners worden
verbeterd door:
1. Het ontwikkelen van een duidelijke en gedeelde visie op de
toekomst van de coöperatie en het product
2. Het verbeteren, structureren en directer maken van de
communicatie tussen de partners
3. Het professionaliseren van de samenwerking door het vaststellen
van regels en afsluiten van contracten
Op verzoek van een andere DaVinc3i deelnemer heeft een student
onderzoek gedaan naar de verdeling van waarde binnen een
samenwerkingsverband. De gedachte achter samenwerking is vaak dat
het de prestaties van de partners vergroot en de kosten verminderd. Het
is vervolgens echter wel een uitdaging om die kosten en baten eerlijk te
verdelen tussen de partners.
De student heeft het samenwerkingsmodel geëvalueerd en concrete
aanbevelingen gedaan over verbeteringen aan dat
samenwerkingsmodel. De leden van het samenwerkingsverband hebben
de aanbevelingen overgenomen in de statuten. De aanbevelingen zelf
zijn vertrouwelijk, maar gebaseerd op de volgende elementen die van
belang blijken in de verdeling van kosten en baten.
De motivatie van partners om samen te werken, de bijdrage die zij aan
een samenwerkingsverband doen en de principes van het
samenwerkings-verband zijn van groot belang voor de waardeverdeling
in een samen-werkingsverband. Zeer belangrijk voor de toe-eigening van
waarde is het bestaan van meerdere lidmaatschapsvormen. Dit stelt
partner in staat om binnen bepaalde afspraken hun eigen bijdrage aan
een samenwerkings-verband te leveren.
Tevens stelde de student vast dat de aanwezigheid van een neutrale
partij de beslissingen omtrent de toe-eigening van waarde kan
beïnvloeden. De precieze resultaten van de aanwezigheid van een
neutrale partij is afhankelijk van de rol van die partij. Het gevolg van het
betrekken van zo’n buitenstaander dient daarom dus zorgvuldig te
worden geregeld.
SAMENWERKEN
AAN WAARDE
DaVinc3i
14
In het DaVinc3i project wordt onder andere onderzoek gedaan naar
logistieke netwerken. De vraag is hoe het opnieuw inrichten van zo’n
netwerk Nederland kan helpen in het bedienen van de Europese markt.
Marlies de Keizer, PhD student aan Wageningen Universiteit, licht haar
onderzoek toe.
De Nederlandse sierteeltsector is een draaischijf voor de Europese detail
en retail markt. Door nieuwe technologieën wordt virtueel handelen
steeds belangrijker en komt ook de e-tail markt (virtuele marktplaatsen,
webshops, etc.) erbij. Fysieke productstromen worden daarmee steeds
meer losgekoppeld van de besturing en coördinatie van
productstromen. Dit geeft mogelijkheden om het logistieke netwerk
opnieuw in te richten. Dit onderzoek richt zich op de optimalisatie en
analyse van netwerk inrichting vanuit een theoretisch en toegepast
perspectief. Netwerk inrichting is in de eerste plaats een strategisch
vraagstuk, maar in dit onderzoek wordt vooral ook gekeken naar hoe
rekening gehouden kan worden met de operationele gevolgen voor
product kwaliteit en responsiviteit (leversnelheid).
In de eerste stap is gekeken naar strategische netwerk inrichting voor de
Europese potplantensector. Vertrekpunt voor dit onderzoek was een
logistiek netwerk met Aalsmeer, Naaldwijk en Bleiswijk als logistieke
hubs om productstromen te consolideren en distribueren. Met behulp
van een wiskundig optimalisatiemodel is vervolgens aangetoond dat
logistieke kosten, werktijden en emissies substantieel kunnen worden
verminderd met een netwerk van logistieke hubs verspreid over Europa.
Het zijn met name hubs in het economisch centrum van Europa die
bijdragen aan dit effect.
als er logistieke hubs verspreid over Europa, en vooral in het
economische centrum van de sector, aan het netwerk worden
toegevoegd. Wel is er een substantieel deel van de Europese
productstromen nodig om de voordelen te behalen.
In de tweede stap is onderzocht hoe strategische netwerk inrichting
uitgebreid kan worden zodat rekening gehouden wordt met
operationele gevolgen. Hiervoor is een model ontwikkeld dat uit twee
delen is opgebouwd:
1. een wiskundig model dat de netwerk inrichting op strategisch
niveau bepaalt
2. een simulatiemodel dat de netwerk inrichting op meer operationeel
niveau evalueert
In de simulatie kunnen onzekerheden en dynamiek worden
gemodelleerd, waardoor in meer detail geanalyseerd kan worden welke
netwerk inrichting voldoet aan eisen omtrent responsiviteit en product-
kwaliteit. De resultaten tonen aan de inrichting van een netwerk
veranderd bij verschillende niveaus van dynamiek en onzekerheid. In de
derde stap zal dit laatste model worden toegepast in de Europese
snijbloemensector.
INRICHTEN VAN
EEN LOGISTIEK
NETWERK
Jaarverslag 2013
15
ONDERZOEK:
METROMODEL
Het netwerk voor sierteeltlogistiek kenmerkt zich op het moment
waarschijnlijk nog het beste als een hub-en-spoke model: de meeste
producten komen Nederland binnen in een van de greenports en gaan
van daaruit naar bestemmingen in heel Europa. Dit netwerk is ingesteld
op grote volumes, er is echter een toenemende vraag naar kleinere
volumes en frequentere leveringen.
We hebben daarom onderzocht wat de potentie is van een ‘metromodel’
voor goederen. In dit model worden bloemen en planten vanaf de
productielocatie via inhoud hubs verspreid over Europa. Tussen de
inbound hubs en de inland hubs waar toegevoegde waarde activiteiten
plaats vinden, gaan producten in dikke stromen heen en weer. Transport
vindt in vaste frequenties plaats, waardoor transport van producten niet
precies gepland hoeft te worden: er is namelijk altijd snel een slot
beschikbaar. Transport gaat op basis van een dienstregeling, of het nu
truck, trein, schip of vliegtuig is. Hierdoor kunnen ook kleine zendingen
makkelijk op weg naar hun bestemming.
Het metromodel gaat uit van drie verschillende eisen die een eindklant
kan hebben: het product moet goedkoop, snel of milieuvriendelijk bij
hem of haar voor de deur staan. Via de beschikbare verbindingen vinden
de producten dan ‘vanzelf’ hun weg. Dit kan gaan om een (mono)boeket,
een fust of een grotere hoeveelheid.
De eerste verkennende berekeningen geven aan dat de gemiddelde
levertijd in vergelijking met de huidige situatie met ongeveer 10 tot 30%
omlaag kan. Ook emissies nemen af. Het kosteneffect is sterk afhankelijk
van de scope van het model. Het is daardoor de vraag of een
metromodel kostentechnisch beter zou uitpakken dan de huidige
situatie.
In 2014 doen diverse studenten onderzoek naar onderdelen van het
model om een beter beeld te kijken van de potentie van het model.
Het metromodel is besproken is het artikel Nieuwe logistieke concepten
voor sierteeltsector op logistiek.nl.
DaVinc3i
16
Virtualisering van ketennetwerken met behulp van ICT is een kernonderwerp van het project. In zulke ketens is de planning, besturing en coördinatie gebaseerd op virtuele objecten (zoals producten, karren, pallets of trucks). Die virtuele objecten worden continu geactualiseerd op basis van automatische identificatie en sensors. Hierdoor kan de besturing van ketens op afstand via internet plaatsvinden. Zo wordt het mogelijk om met nieuwe toepassingen keteninformatie te delen. Dat kan vervolgens als basis dienen voor slimme (logistieke) beslissingen. Voorbeelden van toepassingen zijn voorraadbeheersing, productieplanning en –management, productontwerp, logistieke planning, kwaliteitsbeheersing of commerciële systemen.
In 2013 is gewerkt aan het ontwerp van een informatievoorziening voor het virtualiseren van sierteeltnetwerken. Hiervoor is eerst een besturingsmodel ontwikkeld waarmee het mogelijk is om toepassingen van virtualisering in kaart te brengen en de eisen aan de daarvoor benodigde informatiesystemen te definiëren. Tevens zijn een aantal pilots gestart die in 2014 verder hun beslag zullen krijgen.
Indeling van toepassingen van virtualisering in ICT
De verschillende gebruiksdoeleinden van virtualisering zijn in te delen volgens onderstaand figuur, waarin twee dimensies worden onderscheiden. De eerste dimensie beschrijft de mate waarin de producten in het echt bestaan. In veel gevallen is het nodig om producten van tevoren te virtualiseren. Er wordt dan gewerkt met referentievoorwerpen.
Twee concrete voorbeelden zijn virtueel veilen en webshops. In het eerste geval kunnen klanten overal ter wereld realtime deelnemen aan veilingen deelnemen. Bij webshops kopen klanten op basis van gestandaardiseerde informatie online bijvoorbeeld bloemen of planten. In beide gevallen wordt er gebruik gemaakt van de weergave van een product zoals dat er op enig moment uit zag of ziet, maar betreft het respectievelijk werkelijke producten of referentieproducten.
De tweede dimensie geeft het tijdaspect weer. Enerzijds is het mogelijk
om producten weer te geven op basis van de huidige status of die uit het
verleden, zoals bijvoorbeeld in track & trace toepassingen. Anderzijds is
het mogelijk om iets te zeggen over de toekomst van het product. Dat
kan bijvoorbeeld door het verwachte vaasleven van een bos bloemen
weer te geven op basis van kwaliteitsverloopmodellen.
VIRTUALISERING IN
SIERTEELTKETENS
Jaarverslag 2013
17
Toepassingen in de keten
Als virtualisering van logistieke besturing een grote vlucht neemt, dan kan het combineren van toepassingen uit bovenstaand model grote voordelen bieden. Denk bijvoorbeeld aan het combineren van historische gegevens over producten met actuele waarnemingen. Zo zouden met sensoren gegevens verzameld kunnen worden over bijvoorbeeld temperatuur en luchtvochtigheid die kunnen worden gecombineerd met kwaliteitsgegevens over de planten of bloemen verzameld op de kwekerij. Door het combineren van deze gegevens kunnen vervolgens voorspellingen worden gedaan over de toekomstige kwaliteit van de producten. Die voorspellingen kunnen dan een rol spelen in logistieke beslissingen.
Op dit moment staan veel van deze toepassingen nog in de kinderschoenen. Echter, de onderliggende technologieën worden snel volwassen. De mogelijkheden en kansen die ze bieden, zullen zich dus snel manifesteren. Daarbij zijn de uitdagingen echter niet alleen technologisch naar vooral ook functioneel en organisatorisch.
Zie onder andere ons Jaarverslag 2012 voor een discussie van de uitdagingen waar de sector mee te maken heeft en krijgt.
VIRTUALISERING IN
SIERTEELTKETENS
DaVinc3i
18
In het DaVinc3i project zijn veel studenten actief. Zij doen
onderzoek voor de deelnemende bedrijven of nemen juist een
algemene vraag ter hand. Graag laten we u kennis maken met
studenten van de drie deelnemende studenten.
Aan het woord is Okke van der Eijk, student Bedrijfs- en Consumentenwetenschappen aan Wageningen Universiteit. “In mijn Bachelor heb ik mij onder andere gericht op consumenten en informatica, bijvoorbeeld om de rol van informatietechnologie binnen bedrijven. Daarbij kwam onder andere het online kopen van producten aan bod. Zo ben ik uiteindelijk uitgekomen op het onderzoek ‘Online kopen voor bloemen: wanneer en voor wie interessant’.“
Hij vervolgt “Hierbij heb ik voornamelijk gekeken naar de fases in online aankoop: hebben consumenten al eerder online producten aangeschaft en zo ja, welke producten. Daarnaast heb ik gekeken naar de momenten waarvoor consumenten bloemen kopen (zoals een verjaardag): zijn bepaalde aankoopmomenten interessanter voor het online aanschaffen van bloemen interessanter dan andere momenten?”
Een van de studenten die een logistiek onderzoek heeft gedaan, is Natasha Theeuwen. Natasha studeerde Technische Bedrijfskunde `(specialisatie in Operations Management and Logistics) aan de Technische Universiteit Eindhoven. Enthousiast vertelt ze over haar opdracht. “Ik heb een van de toekomstscenario’s voor 2020 uitwerken: e-tail. Zo’n 60% van de bloemenverkopen verloopt dan via webwinkels. Hierbij heb ik een ontwerp gemaakt voor het distributienetwerk, waarbij ik meerdere vervoerswijzen heb meegenomen.”
“Daarvoor heb ik eerst een kort marktonderzoek gedaan naar welke webwinkels er al zijn en hoe zij hun klanten beleveren. Met een aantal tussenstappen heb ik een wiskundig model gemaakt om aantal scenario’s te modelleren en te optimaliseren.” Op de vraag wat er uit de opdracht is gekomen, geeft Natasha aan dat de sector daarmee een globaal beeld heeft over hoe webwinkels samen hun Europese logistiek kunnen inrichten.
Dirk Oorbeek volgt de opleiding agrotechnologie aan Wageningen Universiteit. Vanuit zijn interesse in optimalisatieproblemen heeft hij ervoor gekozen om daarnaast enkele logistieke vakken te volgen. “Mijn afstudeeropdracht sloot daar perfect bij aan. Voor een combinatie van een handelsbedrijf en enkele kwekers heb ik onderzocht hoe zij hun logistiek het beste konden organiseren. De producten van de kwekers zijn van hoge kwaliteit en belanden daarom vooral bij bloemisten in de winkel. Het gaat echter wel om kleine volumes. De vraag is dan vooral: hoe kun je slim het ophalen van de bloemen bij de kwekers organiseren?”
“Voor het ophalen van de bloemen heb ik verschillende scenario’s
opgesteld. Deze scenario’s zijn verwerkt in simulatiemodellen. Met
behulp van die modellen kan per alternatief berekend worden wat de
collectietijd, de kosten en de CO2-uitstoot van een bepaald scenario is.
Mede gezien de kleine volumes, is het per kweker ophalen van de
bloemen het goedkoopste, maar wel het meest vervuilende alternatief is.
Een scenario waarbij alle leverende kwekers hun bestelling elke dag bij
de kweker in de regio met de grootste order brengen bleek de duurste
oplossing te zijn. Voor het bedrijf was vooral het laatste resultaat een eye
-opener.” Hij vervolgt: “Zo heb ik een echte bijdrage kunnen leveren aan
het succes van het bedrijf!”
STUDENTEN AAN
HET WOORD
Natasha Theeuwen
Okke van der Eijk
Jaarverslag 2013
19
Vanuit de Vrije Universiteit Amsterdam is Karen Hooijschuur aan de slag gegaan bij Greenport Logistics. Karen volgde de masteropleiding Business Administration met Management Consulting als specialisatie. Enthousiast vertelt Karen “het vak Strategy, Control & Design sprak mij erg aan. Het ging in dit vak onder andere over het strategisch ontwerpen van allianties. Dit wekte mijn interesse voor het ontwerpen van allianties en de complexiteit die gepaard gaat met een business model voor allianties.” Vanuit het DaVinc3i project leefde bij Greenport Logistics de behoefte om een nieuw waardeverdelingsmechanisme te ontwerpen. “De perfecte afstudeeropdracht dus!”
De opdracht gaf Karen de mogelijkheid om een concrete bijdrage te leveren. “Mijn opdracht heeft geresulteerd in een nieuw waardeverdelingsmechanisme voor Greenport Logistics, dat goed ontvangen is door de leden.” Ze heeft ook een theoretische bijdrage geleverd: “verder bleek uit mijn onderzoek dat acht elementen invloed kunnen hebben op het ontwikkelingsproces van een waardeverdelings-mechanisme binnen een multi-partner alliantie. Denk aan de motivatie van de partners en de principes van de samenwerking, maar ook eventuele meerdere lidmaatschapsvormen.”
Na haar afstuderen is Karen aan de slag gegaan bij één van de alliantie- partners, De Winter Logistics, als Supply Chain Management Consultant. In deze functie richt zij zich op de verdere optimalisatie van de planning van De Winter Logistics. Ook zo dragen projecten als DaVinc3i bij aan de sierteeltsector.
Niet alle studenten die aan het project meewerken kennen de sierteeltsector. Dat gold ook voor Okke, Natasha, Dirk en Karen. Daarom de vraag aan alle vier wat hun beeld van de sector nu is. Okke steekt van wal: “Mijn bachelor thesis heeft mij laten zien hoe omvangrijk de sierteeltsector in Nederland eigenlijk is. Het is op vele gebieden een indrukwekkende branche: de teelt zelf, de logistiek eromheen en ook de internationale focus. Het maakte meer indruk op mij dan ik aanvankelijk had gedacht. Het DaVinc3i project is een mooie bron voor kennis waar de sierteeltsector in de toekomst mogelijk zelf veel aan heeft.”
Karen stemt hiermee in. “Ik heb mogen ervaren hoe snel producten uit de sector door de keten gaan en wat voor invloeden het weer en nationale en internationale feestdagen kunnen hebben op de handel. Tevens begrijp ik beter welke impact veranderingen in de sector, zoals lagere volumes per order en de daling van het aandeel klokhandel, kunnen hebben op een logistiek dienstverlener. De onvoorspelbaarheid en de veranderingen maken het erg interessant om in deze sector te werken.”
Natasha omschrijft zich als iemand met een sterke interesse in Supply Chains. “ Ik zocht een opdracht in die richting en één waarbij ik affiniteit heb met het product. Bij bloemen kon dat natuurlijk niet missen. Op het moment dat ik deze opdracht zag, was ik meteen verkocht.” “Natuurlijk wist ik wel dat Nederland een bloemenland was, maar pas toen ik er daadwerkelijk mee bezig was zag ik pas hoe groot het was. Echt iets om trots op te zijn!”
Dirk had al enige ervaring in de sierteeltsector. “Maar door het bezoeken van verschillende bedrijven en mijn gesprekken met ondernemers, heb ik de sierteeltsector veel beter leren kennen.” De sector blijkt een stuk complexer dan hij dacht. “Ik vond het interessant om een gedeelte van sector van dichtbij mee te maken. Ik ben me gaan realiseren welke bijzondere positie wij als Nederland hebben. Ik hoop dat we met alle ondernemers en innovatieve concepten deze positie ook in de toekomst vast kunnen houden.” Hij sluit af met de hoop dat “DaVinc3i daar in ieder geval een mooie bijdrage aan kan leveren.”
Karen Hooijschuur
Dirk Oorbeek
DaVinc3i
20
Jaarverslag 2013
21
DaVinc3i
22
Online zoekgedrag kan veel vertellen over de online consument. Niet
alleen waar ze internet voor gebruiken, maar ook waar ze bij bloemen en
planten aan denken. Een van onze studenten heeft kort in kaart
gebracht wat de zoekresultaten van Google ons kunnen vertellen over
de online sierteeltconsument.
‘Bloemen’ (17%) is veruit het populairst, op enige afstand gevolg door
‘bloemen bezorgen’ (12%). ‘Bruidsboeket’ (4%) en ‘planten’ (3%) maken de
top vier compleet. In de top 10 komen ook ‘bloemen bestellen’ en
‘bloemen versturen’ voor, maar pas na ‘bloemschikken’. Er lijkt dus
duidelijk interesse te zijn voor internet als (hulp)middel bij het kopen van
bloemen en planten. De hekkensluiter is ‘rouwboeket.’ Consumenten
lijken online nauwelijks te zoeken naar verzorgingsadvies: het gaat om
maximaal 0.1% van de zoekopdrachten.
Als het gaat om bloemsoorten, zijn er duidelijke verschillende met de top
10 verkochte bloemen. Consumenten zoeken het vaakst naar roos ,
lotus, iris, margriet, jasmijn en tulp zijn de nummers 2 tot en met 6.
Behalve bij tulp gaat het hier ook om een luxe auto en meisjesnamen,
wat aangeeft hoe moeilijk het is om de online consument goed te
plaatsen.
Consumenten zoeken ook naar bloemen en planten voor specifieke
gelegenheden. Zoals al enigszins blijkt uit de algemene zoekwoorden is
bruiloft de meest populaire gelegenheid, op ruime afstand gevolgd door
begrafenissen. Andere gelegenheden zijn duidelijk mindere populair.
DE ONLINE
CONSUMENT
Jaarverslag 2013
23
KENNISCAFÉ
HOE WERK JE
SUCCESVOL
SAMEN?
Op 21 november 2013 vond het tweede DaVinc3i Kenniscafé plaats bij
het Productschap Tuinbouw in Zoetermeer. Met ongeveer 60 personen,
was de zaal goed vol.
Inhoudelijk was het een divers programma. Na een korte toelichting op
het DaVinc3i project, was Lean and Green het onderwerp. Caroline Koiter
legde uit waarom Lean and Green zo’n succes is geworden en hoe
samenwerking daarin van belang is. Albert Douma (Dinalog) lichtte de
aanwezigen hierna in over de mogelijkheden die er zijn om logistieke
innovatie te subsidiëren. Vervolgens was RoseLife het onderwerp van
discussie; Madelon Balm presenteerde haar bedrijf en ging uitgebreid in
discussie over het belang van samenwerking voor een bedrijf als het
hare. RoseLife was de case waarmee de principes achter en
aandachtspunten bij samenwerking werden toegelicht.
Zij deed dat aan de hand van de elementen van het business model
canvas van Osterwalder en Pigneur. Dit canvas bestaat uit negen
elementen die aangeven hoe een organisatie waarde kan creëren. Alle
elementen van het canvas zijn met elkaar verbonden.
Het succes van het business model is in grote mate afhankelijk van
succesvolle samenwerking tussen de betrokken partijen. Andere
wetenschappelijke onderzoeken zeggen daar meer over dan het canvas
van Osterwalder en Pigneur. Die elementen passen in de ‘magische
driehoek’ van succesvolle samenwerking. Uit die onderzoeken blijkt dat
succesvolle samenwerkingsprojecten zijn meestal gebaseerd op de
volgende punten:
Een sponsor van elk van de samenwerkingspartners om
bedrijfsbelangen te behartigen en strategische afstemming te
waarborgen - een kampioen
Het vermogen van een organisatie om de samenwerking te beheren
door middel van processen, tools en best practices van
alliantiemanagement - geschiktheid
De persoonlijke vaardigheden van de betrokkenen die nodig zijn om
virtuele teams te leiden, conflicten op te lossen, vertrouwen winnen,
en productief te werken binnen samenwerkingen - bekwaamheid
De normen, waarden en attitudes die aan partnervriendelijk gedrag
ten grondslag liggen en succesvolle samenwerking ondersteunt -
cultuur
Over het Kenniscafé zijn in meerdere media berichten verschenen.
DaVinc3i
24
Onze studenten hebben bij veel bedrijven en samenwerkingsverbanden
specifiek onderzoek gedaan. Hieronder lichten wij een aantal van die
onderzoeken uit. De bevindingen zijn in eerste instantie vooral
toepasbaar voor de specifieke case. Gelukkig kunnen de algemene
lessen ook breder worden toegepast.
Waarde toevoegen
In de loop van de jaren is het toevoegen van waarde aan producten
steeds verder teruggelegd in de keten. Met name in het retailkanaal
wordt steeds meer van kwekers verwacht. Zeker in het geval van planten
moet het product vaak winkelklaar worden geleverd. Dit betekent dat de
juiste prijssticker, hoes en pot al op de kwekerij bij de plant moet worden
gedaan. Dit werkt natuurlijk het meest efficiënt als het gaat om grote,
bulkorders of projectorders (zie ook <<pagina nummer>>).
Het is wel belangrijk om in het achterhoofd te houden dat het geen wet
van Meden en Perzen is dat het uitvoeren van toegevoegde-
waardeactiviteiten door kwekers altijd efficiënter of effectiever is. Zo kan
het bundelen en uitvoeren van VAL activiteiten bij een derde partij (die
verderop in de keten actief is) de kosten van voorraden van toegevoegde
-waardeartikelen drukken. Schaalvoordelen zijn de meest gebruikelijke
oorzaak hiervan.
Als een derde partij in staat is voorraden dichterbij de klant aan te
houden, kan de responsiviteit omhoog. Dit is natuurlijk met name
relevant als de fysieke afstand tussen kweker of handelaar en afnemer
groot is. In de huidige situatie vervullen Cash & Carry winkels en
groothandelsmarkten deze functie, maar er zijn andere invullingen
denkbaar. Een daarvan is dat logistieke-dienstverleners voorraad
aanhouden namens een kweker of handelspartij. Dit is een ontwikkeling
die reeds gaande is.
Voorraden in de keten
De potentie van vooruitgeschoven voorraadpunten heeft onder andere
te maken met de mate van regie die ketenpartijen voeren over de
logistiek. In dit opzicht is het natuurlijk het meest interessant om te
kijken naar de logistiek die hoort bij de export van sierteeltproducten.
In sommige gevallen dragen Nederlandse exporteurs de
verantwoordelijk-heid voor het afleveren van de bloemen en planten bij
de buitenlandse klant. Er zijn echter ook buitenlandse klanten die hun
voorraden in Nederland komen ophalen. Voor deze klanten zouden
nieuwe oplossingen wel een duidelijke toegevoegde waarde moeten
bieden, voordat ze zouden kunnen overwegen om ervan gebruik te gaan
maken.
Om op deze manier toegevoegde waarde te kunnen leveren, is het van
belang te begrijpen waarom buitenlandse partijen hun bloemen en
planten zelf in Nederland (laten) ophalen. Kosten zijn uiteraard een
voorbeeld, maar ook de benutting van vrachtwagens. Dit zijn redenen
die eventueel ondervangen kunnen worden. Dat geldt helaas niet voor
lokale omstandigheden waardoor Nederlandse bedrijven zich
genoodzaakt zien om het vervoer door een bedrijf uit het land van
bestemming te laten verzorgen.
Online winkelen
Online shoppen is steeds gewoner. In 2013 hebben Nederlandse
consumenten ongeveer € 10,6 miljard online uitgegeven. Het aantal
ONDERZOEKEN
IN HET KORT
Jaarverslag 2013
25
bestellingen is met ongeveer 11% toegenomen. De groei zit met name in
kleding en telecomartikelen. Deze cijfers van Thuiswinkel.org tonen de
groei die in de markt zit. Hoewel de verkoop van bloemen en planten op
dit moment nog mee valt, staan steeds meer supermarkten op om een
webwinkel te openen. In het online assortiment vallen ook de
versartikelen. Als consumenten hier gewend aan raken, zijn bloemen en
planten misschien ook niet zo’n stap meer.
Als consumenten in de toekomst online bloemen en/of planten gaan
kopen, is het van belang om goed na te denken over het logistieke
aspect van zo’n webwinkel. De logistiek van webwinkels is namelijk van
groot belang voor het succes. Daarbij kan de logistiek van, bijvoorbeeld,
een kledingwinkel natuurlijk niet zo maar worden toegepast op bloemen
en planten.
Een vergelijkend onderzoek in wetenschappelijke literatuur maakt
duidelijk welke mogelijke strategieën er zijn en wat de kansen van die
strategieën voor webwinkels in bloemen en planten zijn. Het blijkt dat er
twee cruciale beslissingen zijn. De ene betreft de voorraadstrategie, de
ander de ‘laatste meter’ ofwel hoe de consument te bereiken. Er bestaat
daarom geen algemene keuze die voor online bloemisten van toepassing
is waar het gaat om het afleveren van hun producten.
Leren van andere bedrijven
Ook in 2013 hebben studenten weer een benchmark uitgevoerd. Hierbij
bekeken zij bedrijven die in een supply chain actief zijn die lijkt op een
van de DaVinc3i scenario’s. De bedrijven die de studenten onder de loep
genomen hebben zijn FrieslandCampina en Zara voor de retailscenario’s,
Coolblue en Amazon voor de e-tailscenario’s en CB (het voormalige
Centraal Boekhuis) voor de detailscenario’s. Hieronder vindt u een kleine
selectie van de aanbevelingen.
Voor retailscenario's bevelen de studenten aan dat de retailer volledige
regie over zijn keten moet houden, maar daarin werkt met zelfstandige
bedrijven vanuit de gedachte van wederzijdse afhankelijkheid.
Bovendien raden de studenten dat retailers niet alleen zelf innoveren,
maar daarin actief samen werken met ketenpartners. De studenten
benadrukken dat succesvolle retailers hierbij niet bang zijn voor heilige
huisjes.
Voor de verkoop van bloemen en planten online, in de e-tailscenario's,
hebben de studenten onder andere de volgende twee aanbevelingen.
Ten eerste, suggereren zij dat een webwinkel parallelle business
modellen zou moeten hanteren. De webwinkel kan dan een zo breed
mogelijk publiek bedienen. Daarnaast raden zij aan klanten een breed
scala aan opties te bieden. Het gaat dan niet alleen om de producten,
maar ook voor bezorging en betaling.
Voor de detailscenario’s is dus slechts naar een bedrijf gekeken. De
studenten hebben op basis echter wel een aantal aanbevelingen gedaan.
Een daarvan is dat informatie een bron van kennis en kracht is. Zij raden
de sector dan ook aan om informatie uit een handelsplatform te
benutten voor het signaleren van trends. Tevens achten de studenten
het verstandig als ‘de sector’ een breed assortiment aanbiedt, inclusief
aanverwante producten. Voor detaillisten is er dan een ‘one stop shop.’
Over deze benchmark is in het Vakblad voor de Bloemisterij van week 41
een artikel verschenen: Sierteelt kan leren van neutrale dienstverlener
CB-logistics.
ONDERZOEKEN
IN HET KORT
DaVinc3i
26
Onderzoeken door Master studenten
Design of the Distribution Network for an E-tail Scenario in the
Floriculture Sector: the Metro Model, N. Theeuwen
Master thesis
Floricultural Network Design with Process and Inventory
Allocation, Z. Guo
Master thesis
Inventory Pooling in the Floricultural Supply Chain, Y. He Master thesis
Sourcing strategies for flora providers in the detail scenario,
L. de Kooter
Master thesis
Order fulfilment strategies of (flower) web shops, S. Bongaerts Master thesis
Post-Harvest Product Quality in the UK Cut Flower Distribution Chain, J. Nibber
Master thesis
The Impact of Retail on a Pot and Bedding Plant Nursery, C. Drost
Master thesis
State of the Art Dutch Floriculture Exports, T. Weiss, C. van Dijke,
E. Kok en D. de Jong
Master project
Virtualization of quality oriented Supply Chain networks in
Dutch floriculture, J. Sotelo Ramos
Master thesis
Business Model for a B2C Flower Webshop, C. de Azeredo Mello Master thesis
Business Models and Value Networks, Creating Value as Multi-
Sided Platform, V. Beenen
Master thesis
Collaboration in the Value Chain in order to Sustain the
Business Model’s Value Creation, D. Vredevoort
Master thesis
Investments in Inter-Organizational Collaborations, Case
Studies in the Dutch Horticulture Sector, B. de Vaal
Master thesis
ONDERZOEKEN &
Jaarverslag 2013
27
Onderzoeken door Bachelor studenten
Quality Controlled Planning, H. Zhang, N. Enfon, N. Leijnse en T.
Dankers
Bachelor project
Projectorders: Succesfactoren voor plantenkwekers in het
retailkanaal, M. Kuijf
Bachelor thesis
Online kopen van bloemen, wanneer en voor wie interessant,
O. van der Eijk
Bachelor thesis
Efficiënte collectie van snijbloemen voor de detailhandel,
D. Oorbeek
Bachelor thesis
Lessons from other industries in the DaVinc3i scenarios,
R. Gilsing, D. Haug, S. Pepping, M. Vermeulen en T. Wijnberg
Bachelor project
Wetenschappelijke publicaties door de onderzoekers
Supply Chain Virtualization, a Conceptual Framework for
Analysis of Virtual Supply Chains from an Internet of Things
Perspective, C. Verdouw, A.J.M. Beulens en J.G.A.J. van der Vorst
Wetenschappelijke publicatie, verschijnt in
Computers and Electronics in Agriculture
Logistics orchestration scenarios in a potted plant supply chain
network, M. de Keizer, J.J. Groot, J.M. Bloemhof en J.G.A.J. van
der Vorst
Wetenschappelijke publicatie, verschijnt in
International Journal of Logistics Research &
Applications
Multimodal freight transportation planning a literature review,
M. Steadie Seifi, N.P. Dellaert, W. Nuijten, T. Van Woensel en R.
Raoufi
Wetenschappelijke publicatie, verschijnt in
European Journal of Operational Research
ICT in de Nederlandse sierteelt: analyse van de huidige situatie
en uitdagingen voor de virtualisering van sierteeltnetwerken,
C. Verdouw en A.J.M. Beulens
Wetenschappelijke publicatie
A multimodal network flow problem with product quality
preservation, transshipment, and asset management, M.
Steadie Seifi, N. Dellaert, T. Van Woensel
Wetenschappelijke publicatie
ONDERZOEKS-
PUBLICATIES
DaVinc3i
28
2014 Is het laatste volledige jaar voor DaVinc3i. Het jaar zal dus in het
teken staan van afronding, maar bovenal ook van het delen van onze
inzichten met de sector. Het doel van het project is immers om bij te
dragen aan de succesvolle toekomst van de Nederlandse sierteeltsector.
We zullen daarom een aantal initiatieven ontplooien om onze
bevindingen met de sector te delen. Zo zullen na de zomer van 2014
Masterclasses worden georganiseerd. In deze Masterclasses delen we de
kennis uit het project met hoger management en directieleden van
bedrijven uit de keten: zowel theorie als toepassing komen aan bod. Via
onze nieuwsbrief, onze website, de projectpartners en andere kanalen
houden we u graag op de hoogte.
Naast het delen van kennis, werken we ook in 2014 nog aan diverse
onderzoeken die nieuwe inzichten moeten opleveren. Een greep uit de
onderzoeken door studenten:
De interne logistiek bij kwekers als gevolg van “vaker, verser, vlugger”
Het succesvol opzetten van een webshop voor bloemen/planten
Het verder inrichten van het metromodel met bijvoorbeeld inzichten
over de locaties van hubs, het uitvoeren van toegevoegde-
waardeactiviteiten, het houden van voorraad
Het combineren van Cash & Carry winkels en afhaalpunten
Het succesvol in de sector zetten van een IT platform om informatie
te delen
De voorwaarden voor internationaal ondernemerschap voor
sierteeltbedrijven
Daarnaast werken de vier onderzoekers hard aan meer algemene
inzichten op het gebied van:
Het ontwerpen van een Europees distributienetwerk waarin
responsiviteit voorop staat
Het plannen van synchromodaal transport en het oplossen van
eventuele verstoringen in die planning
Het testen van mogelijkheden om met behulp van IT oplossingen
slimme logistieke beslissingen te kunnen nemen
De geschikte verdienmodellen voor samenwerkende bedrijven en de
manier waarop die verdienmodellen geïmplementeerd kunnen
worden
VOORUITBLIK
OP 2014
Jaarverslag 2013
29
Naast het leveren van nuttige inzichten voor de sierteeltsector, wil
DaVinc3i ook bijdragen aan de ontwikkeling van wetenschappelijke
kennis. De onderzoekers die binnen het project hun onderzoek
verrichten, publiceren hun werk in diverse wetenschappelijke journals.
Zo heeft Maryam Steadie Seifi (Technische Universiteit Eindhoven)
onderzocht wat er in de wetenschappelijke literatuur al geschreven is
over het plannen van transport waarbij van verschillende vervoerswijzen
(modaliteiten) gebruik gemaakt wordt en hoe dit zich verhoudt tot haar
werk.
Gezien de ontwikkelingen in Europese regelgeving in het algemeen en de
sector in het bijzonder, zal er in de toekomst steeds vaker gebruik
gemaakt worden van alternatieve vervoerswijzen. Een voorbeeld is
bijvoorbeeld de beperking van de rijtijden van chauffeurs. Ook het
sluiten van de Zwitserse tunnels voor doorgaand vrachtverkeer kan de
relevantie van alternatieve modaliteiten vergroten. Het komt de kracht
van de Nederlandse sierteeltsector ten goede als er al in een vroeg
stadium over de impact van deze veranderingen wordt nagedacht.
Voor het plannen van transport bij het gebruik van meerdere
modaliteiten wordt in de literatuur niet altijd gebruik gemaakt van alle
modaliteiten. Vaker gaat het om een aantal modaliteiten, zoals weg– en
treinvervoer of lucht– en zeevaart. Er is dus ruimte om te onderzoeken
hoe al deze modaliteiten in een planning opgenomen kunnen worden.
Planningen worden bovendien vaak gemaakt om op een beperkt aantal
voorwaarden zo optimaal mogelijk te zijn. Voorbeelden hiervan zijn
kosten, aflevertijden of robuustheid. Zeker in het geval van beperkt
houdbare producten, als bloemen en planten, kan het nodig zijn om aan
meerdere voorwaarden te voldoen.
Tot slot, retourstromen zijn enigszins onderbelicht in de wetenschap-
pelijke literatuur. De sierteelt kent een divers beeld aan retourstromen:
karren, fusten en sommige dozen komen altijd terug van hun
bestemming in Europa om hergebruikt te worden. Uit de literatuur blijkt
wel dat er behoorlijke besparingen in tijd en kosten mogelijk zijn als
retourstromen goed gepland worden.
ONDERZOEK
MEERDERE
MODALITEITEN
DaVinc3i
30
Het projectteam van DaVinc3i bestaat uit:
Prof. dr. ir. Jack G.A.J. van der Vorst (WU, projectleider)
Prof. ir. Adrie Beulens (WU)
Prof. dr. Ard-Pieter de Man (VU)
Prof. dr. Tom Van Woensel (TUE)
Dr. Cor Verdouw (WUR-LEI)
Souren Arzlanian (VU)
Marlies de Keizer (WU)
Maryam Steadie Seifi (TUE)
Anton Bril (VGB)
Rob Koppes (FloraHolland)
Edwin Wenink (FloraHolland)
Robbert van Willegen (VGB)
Robert Ossevoort (WU, projectmanager)
In de stuurgroep van DaVinc3i is de sector vertegenwoordigd via:
Herman de Boon (VGB)
Rens Buchwaldt (FloraHolland)
Erik de Vries (Greenport Logistics)
Jerre de Blok en Jaap de Vries (Productschap Tuinbouw)
Daarnaast hebben vertegenwoordigers van onze partners deelgenomen aan diverse
bijeenkomsten. Ook hebben 37 studenten zich voor DaVinc3i ingezet.
ONZE MENSEN
Jaarverslag 2013
31
PARTNERS
FINANCIERS
COLOFON
Dit jaarverslag is een uitgave van Wageningen Universiteit
namens het DaVinc3i consortium.
Samenstelling, vormgeving en teksten door het
projectteam DaVinc3i.
Bij de samenstelling van dit overzicht is gestreefd naar de
grootst mogelijke nauwkeurigheid in de opgenomen ver-
meldingen. De uitgever stelt zich niet aansprakelijk voor
eventuele (druk)fouten en onvolledigheden.
COPYRIGHTS van gebruikte foto’s
1 - FloraHolland/DaVinc3i
2/3, 4/5, 6/7, 10, 12/13, 20/21 - Bloemenbureau Holland
16/17 - DGI
24/25 - DB Schenker
26 - FloraHolland
11, 22, 27, 30 - Photl.com
29 - Scania
Prof. dr. ir. J.G.A.J. van der Vorst
Hoogleraar Logistics and
Operations Research
projectleider DaVinc3i
Wageningen Universiteit
T 0317 – 485 645
Robert Ossevoort
Projectmanager DaVinc3i
Wageningen Universiteit
Leeuwenborch, Gebouw 201,
Hollandseweg 1, 6706 KN Wageningen
Postbus 8130, 6700 EW Wageningen
M 0317 – 481 367
W www.davinc3i.com
T @davinc3i