Upload
others
View
2
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
1 Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017
Biovelddag Dinsdag 3 oktober 2017
Toelichting veldproeven
Proefbedrijf Biologische Landbouw
Gabriëlstraat 11, 8800 Rumbeke – Beitem
Voor uw agenda:
Zondag 15 en maandag 16 oktober 2017
BioXpo in Brussels Expo
Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017 2
3 Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017
TEELTPLAN BIOLOGISCH PROEFBEDRIJF 2017
TEELTPLAN BIOLOGISCH PROEFBEDRIJF 2016
NOTITIES
7
PREI
HOEVE
Nat Grasland
14
7
SPELT
wortelen
knolselder
witte kool
4
6 3
9 10
13
grasklaver
aardappelen
8
18
5
gras-
klaver
7
15
16
2 1
bloemkool
Nat Grasland - Natuurweide
12
Weide
Hoogstam
boomgaard
17
prei
11
7
courgette
boon
spinazie
aardappelen
zomer-
tarwe
bloemkool
grasklaver
soja
winter-
tarwe
broccoli
quinoa
spelt
7
PREI
HOEVE
Nat Grasland
14
7
SPELT
wintertarwe
zomertarwe
Perceel 1-6: rotatie 1
Perceel 7-12: rotatie 2
Perceel 13-18: diverse
4
6 3
9 10
TEELTPLAN 2017
13
8
18
5
prei
7
15
16
2 1
aardappel
Nat Grasland - Natuurweide
12
Weide
Hoogstam
boomgaard
17
kn
ols
eld
er
11
7
grasklaver
wortel
w
diverse
prei
aardappel
blo
em
ko
ol
wit
te k
oo
l
bro
cco
li
graskla
ver
Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017 4
5 Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017
INHOUD
01_ TEMPERATUUR EN NEERSLAG IN 2017 ....................................................... 6
02_ REGISTREER JE OP INAGRO.BE................................................................... 7
03_ PUBLICATIES .............................................................................................. 8
04_ INTERESSE “DIVERSIFICATIE VOOR LOKALE VOEDING OP VLAAMSE BIO-
AKKERS” ? ........................................................................................................ 10
06_ RASSENPROEF LATE HERFSTPREI ............................................................. 13
07_ KNOPKRUID .............................................................................................. 15
08_ BLOEMKOOL – TWEEDE VRUCHT ............................................................... 17
09_ BEHEERSING VAN KOOLVLIEG .................................................................. 18
10_ BLOEMKOOL - KNOLVOET ......................................................................... 20
11_ ROLLER CRIMPER ..................................................................................... 22
12_ SPRUITKOOL - BLADLUIS ......................................................................... 24
13_ RASSENPROEF ZAADVASTE RODE BIET .................................................... 26
14_ GROENBEMESTERS ALS RUWVOEDER ....................................................... 27
15_ MAAIMESTSTOF ........................................................................................ 28
16_ COURGETTE – WITZIEKTE ......................................................................... 29
17_ PLANTTIJDSTIP WINTERPREI .................................................................. 31
18_ PREI – MEERWAARDE VAN RUSTGEWASSEN ............................................ 32
19_ KNOLSELDER – RIJPADEN ........................................................................ 34
20_ AARDAPPEL – RITNAALDEN ...................................................................... 37
21_ RASSENPROEF AARDAPPEL ...................................................................... 38
Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017 6
01_ TEMPERATUUR EN NEERSLAG IN 2017
Bron: meetpaal Beitem
7 Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017
02_ REGISTREER JE OP INAGRO.BE
Schuif aan bij Inagro en groei als ondernemer. Met deze slogan lanceerde Inagro op 6 januari
2015 een nieuw initiatief om haar communicatie met en dienstverlening aan de land- en
tuinbouwers te verbeteren, te versterken en te personaliseren. Met enkele eenvoudige
muisklikken maken landbouwers of telers een persoonlijke account aan op het vernieuwde
www.inagro.be.
Nieuwsbrieven
Via uw inagro-account krijgt u in de eerste plaats een wekelijks nieuwsbericht in uw mailbox.
Dit bericht bundelt alle info en agendapunten volgens uw persoonlijke voorkeuren. Belangrijk
is dat u deze aanvinkt bij het aanmaken van uw account of in uw persoonlijk profiel. U kan
kiezen voor één of meerdere sectoren waarin u actief bent of u kunt ook bepaalde sector-
overschrijdende thema’s zoals bodem, water, energie,… opvolgen. Op die manier krijgt u een
op uw maat samengestelde nieuwsbrief.
Inagro’s gewasbeschermingsapplicatie
https://gewasbescherming.inagro.be is het adres van de webapplicatie van Inagro en de
opvolger van het boekje “vijanden van gewassen”. Deze applicatie, toegankelijk via elk
toestel (pc, laptop, tablet en smartphone), biedt u de meest actuele informatie inzake
beheersing van ziekten, plagen en onkruiden in meer dan vijftig teelten en is op elk moment
en eender waar onmiddellijk raadpleegbaar. Met een handige zoekfunctionaliteit vindt u
precies de informatie die u nodig heeft voor uw teelten.
De applicatie is in twee richtingen te gebruiken: ofwel kiest u een teelt en een vijand om na te
gaan welke handelsmiddelen erkend zijn, ofwel kiest u een handelsmiddel of een actieve stof
om op te zoeken in welke teelt en tegen welke vijanden u ze kunt gebruiken. Bovendien zijn
er handige filterfuncties die u toelaten om de zoekresultaten te beperken tot middelen met
een bepaalde maximale wachttijd of bufferzone of tot die middelen die toegelaten zijn in de
biologische teelt.
Meer info ?
Femke Temmerman
T 051 27 32 53
Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017 8
03_ PUBLICATIES
Publicaties biologische landbouw van Inagro
Inagro publiceerde de voorbije jaren verschillende brochures met telkens een specifieke
focus op een item van de biologische teelt. Gezien de regelmatige vraag hebben wij al
deze publicaties downloadbaar gemaakt op onze website. U vindt ze onder de rubriek
‘Diensten & Producten’ => ‘Publicaties’ => ‘Thema biologische productie’ of via volgende
link: https://leden.inagro.be/Publicaties. Ook nieuwe publicaties worden in deze rubriek
ondergebracht.
Teeltgids quinoa 2017
De landbouw van de 21ste eeuw kampt met uitdagingen door de
aangroeiende wereldbevolking en de veranderende
klimatologische omstandigheden. Hernieuwde aandacht gaat naar
het “super”gewas quinoa dat een belangrijke rol wordt
toebedeeld in de strijd tegen honger, ondervoeding en armoede
in de wereld. Onder het motto “een toekomst gezaaid duizenden
jaren geleden” werd 2013 door FAO (Food and Agriculture
Organisation) uitgeroepen tot internationaal jaar van quinoa.
Ook in Vlaanderen staat de teeltdiversificatie in de landbouw op
het programma en staan nieuwe teelten en teelten van vroeger
in de kijker. Quinoa is door zijn unieke eigenschappen een gewas
met een brede waaier aan toepassingsmogelijkheden die momenteel nog te weinig
gekend en benut worden.
In 2014 richtte ILVO (teelt gangbare landbouw) het “quinoa-platform” op, samen met
Inagro (biologische teelt), PCG (screening herbiciden), Proefcentrum Herent (demo
rassen) en Departement Landbouw en Visserij (demo rassen in Paulatem). HoGent
(screening herbiciden, rassen) versterkte de groep in 2016. De krachten werden
gebundeld om in Vlaanderen beschikbare quinoa-rassen uit te testen zowel in de
gangbare als de biologische landbouw. Naar aanleiding van het mini-symposium en
netwerkevent “Quinoa in Vlaanderen: van plant tot klant” (Melle, 8 juni 2017) maakten
we deze teeltgids waarin de technische ervaring opgedaan in het “quinoa platform”
gebundeld wordt.
Je vindt de gids op de website van ILVO:
http://www.ilvo.vlaanderen.be/Portals/68/documents/Mediatheek/Brochures/Quinoa_201
7.pdf
Teeltfiches vlinderbloemigen
In het kader van het demonstratieproject ‘Vlinderbloemigen en vergroening’ werden
teeltfiches opgesteld met alle praktische info voor de teelt van luzerne, rode klaver,
winterveldbonen, droge erwt als zomerteelt en zomerveldboon.
9 Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017
www.biopraktijk.be
Benieuwd naar de oogstresultaten van de voorgestelde proeven? Of wil je op de hoogte
blijven van de volgende activiteiten?
Schrijf je dan in op de nieuwsbrief van CCBT vzw op www.biopraktijk.be
www.farmknowledge.org
Biologische landbouw is complex en vraagt van boeren heel wat kennis en vaardigheden.
Toch bleef de uitwisseling van deze kennis over de landsgrenzen heen tot nog toe
beperkt. Zeventien partners uit 12 Europese landen vullen dit hiaat in en ontwikkelden
het online platform www.farmknowledge.org. Inagro en Bioforum zijn de Vlaamse
partners. Dit platform brengt de meest performante ‘tools’ voor biologische akkerbouw
uit de betreffende landen samen in een vijftal clusters: bodemkwaliteit en
vruchtbaarheid, nutriëntenbeheer, pest- en ziektebestrijding, onkruidbestrijding en
gewasspecifieke oplossingen. Daarnaast kunnen boeren en onderzoekers ook nieuwe
ideeën delen via het platform. Via digitale vertaling is dit platform ook beschikbaar in het
Nederlands.
This project has received funding from the European Union’s Horizon 2020 research and innovation programme under grant
agreement No. 652654.This communication only reflects the author’s view. The Research Executive Agency is not
responsible for any use that may be made of the information provided.
Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017 10
04_ INTERESSE “DIVERSIFICATIE VOOR LOKALE
VOEDING OP VLAAMSE BIO-AKKERS” ?
Kijken we naar onze naburige regio’s (Wallonië, Frankrijk, Duitsland,…) en naar ons verre
verleden, dan is duidelijk dat een brede traditie aan kennis en genetica in kleine
akkerbouwteelten verloren is gegaan. Spelt kende een kleine opleving de voorbije jaren.
Mogelijk is haver nu aan de orde. Erwten, bonen, lupinen, linzen,… zijn nagenoeg onbekend.
En wat betekent het om deze gewassen gemengd te telen ? Ondertussen spreken we van
‘innovatieve’ teelten als quinoa en gierst. We ervaren dat enkele biologische akkerbouwers
hierin terug verandering wil en opnieuw wil inzetten op menselijke voeding. Alleen, hoe begin
je hieraan ? Tegelijk neemt ook de interesse voor granen / eiwitgewassen van lokale origine
terug toe. Biobakkers zoeken hoogwaardige biologische baktarwe om de hoek. Vegetarische
voeding zit in de lift en zoekt naar meer identiteit. Volop marktkansen. Alleen vinden we
elkaar doorheen de keten moeilijk. Korte keten is niet steeds mogelijk. Vaak zijn ook
tussenschakels nodig. Hoe maken we de keten rond ?
Het Europese project ‘Diverimpact’ heeft als doel om het potentieel van gewasdiversificatie
voor optimale opbrengst en ecosysteemdiensten maximaal te benutten door
- De performantie van gewasdiversificatie door vruchtwisseling en intercropping in beeld
te brengen.
- Oplossingen aan te reiken voor ervaren knelpunten en drempels doorheen de keten.
Diverimpact wil hiertoe 25 ‘case-studies’ in Europa in hun ontwikkeling ondersteunen
gedurende de komende 4 à 5 jaar. Inagro en Bioforum stelden twee casestudies voor: (1)
Diversificatie voor lokale voeding op Vlaamse bio-akkers en (2) Samenwerking
gespecialiseerde biologische vee- en groentebedrijven.
Oproep
Heb je interesse om meerwaarde te halen uit je akkerbouwgewassen? Wil je hierbij
aansluiting vinden bij humane voeding? Wil je creatief met akkerbouwgewassen aan de slag?
Wil je met collega’s en andere partijen in de keten aan de slag gaan om lokale initiatieven
vorm te geven en de kennis hieromtrent onderling delen?
Dan nodigen wij jullie uit om samen de krachten te bundelen. Via Diverimpact
kunnen Inagro en Bioforum u hierin ondersteunen en krijgt elke ‘casestudy’ ook een
klein werkbudget.
Meer info ?
Lieven Delanote T 051 27 32 50 E [email protected]
An Jamart M 0487 90 51 05 E [email protected]
This project has received funding from the European Union’s Horizon 2020 research and innovation programme under grant
agreement No. 727482. This communication only reflects the author’s view. The Research Executive Agency is not
responsible for any use that may be made of the information provided.
11 Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017
05_ KNOLSELDER – TEELT EN RASSEN
Context
In de biologische teelt van knolselder is bladvlekkenziekte (selderroest/ Septoria apiicola)
vaak de beperkende factor in het najaar. Om een goede opbrengst te halen moet men de
aantasting voor zijn en is de rassenkeuze belangrijk. Anderzijds is een voldoende en
kwalitatieve opbrengst vereist.
Rassen
Nr. Type Zaadhuis Zaad*
1 Alicia Bejo Zaden BV NCB
2 Balena Bejo Zaden BV BIO
3 Bejo 3008 Bejo Zaden BV NCB
4 Ibis Bingenheimer Saatgut AG BIO
5 Markiz Bayer NCB
6 Prinz Bayer NCB
7 Rex Bayer NCB
8 Rowena Bejo Zaden BV BIO
9 Se52 Sativa BIO
10 Se54 Sativa BIO
*bio = biologisch zaaizaad, ncb = niet chemisch behandeld zaaizaad
Planten Plantafstand Ras Oogst
9 mei 2017 70 x 32 cm Rowena (Bejo) Oktober
Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017 12
Teeltverloop
Voorteelt
2016 Prei
Bemesting
30/03/17
12/04/17
09/05/17
Haspargit (0,6 ton/ha)
Runderstalmest (25 ton / ha)
Organische korrelmeststof OPF (50 E/ha)
Grondbewerking
27/03 – 20/04
05/05
08/05
Vernietigen groenbemester: cultivator + rotoreg
Niet kerend met diepwoeler (Neolab)
Rotoreggen
Planten
09/05/17 70 x 32 cm
Onkruidbestrijding
22/05 – 25/7
05/06, 09/08
Juni – augustus
September
wiedeggen
schoffelen met messen, vingerwieders en wiedegelementen
wieden met de hak of hand (12,5u/ha)
aanaarden
Gewasbescherming
Mei –juni
Omheind met kippendraad tegen hazen
Nihil
13 Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017
06_ RASSENPROEF LATE HERFSTPREI
Context
In de biologische preiteelt is de rassenkeuze het voornaamste instrument ter beheersing van
ziekten en sleet. In de herfst zijn vooral roest, purpervlekkenziekte en de houdbaarheid in het
veld bepalende factoren. Daarnaast dienen zich ook de eerste biologische hybriderassen aan.
Teeltverloop
Voorteelt
2016 Grasklaver
Bemesting
30/03/2017
21/04/2017
Haspargit 667 kg / ha
Runderstalmest 30 ton / ha
Grondbewerking
14/04/2017
18/04/2017
20/04 – 16/05
07/06/2017
Klepelen grasklaver
Infrezen resten grasklaver
Inwerken en bewerken met cultivator, rotoreg
Diepwoelen, rotoreggen, ponsen
Onkruidbestrijding
Combinatie van:
Schoffelen met messen, vingerwieders, wiedhark, wiedeg en aanaarden
met aanaardmessen
Manueel overblijvende onkruiden verwijderen
Gewasbescherming
26/06 - 5/09 Preimot: 8x Xentari (Bt) 1 kg/ha, 1x Boomerang (spinosad) 0,8 l/ha
Rassen
Nr. Ras Zaadhuis Zaad *
1 Aylton Nunhems NCB
2 Belton Hild Samen GmbH BIO
3 Cherokee Vitalis Biologische Zaden BIO
4 Curling Bejo Zaden BV BIO
5 Keeper Bejo Zaden BV NCB
6 Nunton Nunhems NCB
7 Pluston Nunhems NCB
8 Poulton Nunhems NCB
9 Skater Bejo NCB
Zaaien Planten Ras Oogst
14 maart 2017
(Skater: 30 maart)
8 juni 2017,
70x10 cm
Poulton, Cherokee
(buitenproef)
December
Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017 14
Besluit rassenproef late herfst 2016
De rassenproef biologische prei late herfst 2016 groeide minder door dan gewoonlijk vanwege
de late plantdatum en natte plantomstandigheden, gevolgd door droogte tot oktober. Als
gevolg hiervan is de gemiddelde opbrengst laag (24,6 ton/ha).
Cherokee en Keeper, twee hybrides die in biologische zaadvorm beschikbaar zijn, evenaren
het standaardras Poulton en zijn beloftevol voor de toekomst. Cherokee realiseert hierbij een
iets hogere opbrengst bij een voldoende kwaliteit. Keeper haalt een gemiddelde opbrengst en
presenteert mooi in de bak. Colletotrichum is mogelijk een aandachtspunt voor Keeper. Bij de
andere biologische hybrides bevestigen Belton en Pluston hun resultaten van voorgaande
jaren. Belton is gezond, maar iets te bleek. Beide rassen vormen vrij snel een (te) lange
schacht. Curling deed het in deze omstandigheden minder goed met een opbrengst onder 20
ton/ha.
Nunton is een nieuwkomer die het zowel in opbrengst als kwaliteit goed deed. Aylton haalde
een gemiddelde opbrengst met een goede presentatie in de bak.
De zaadvaste biologische rassen Blauwgroene Herfst en Herfstreuzen 2 zijn vrij ziektegevoelig
en behalen niet dezelfde standaard qua opbrengst en kwaliteit.
15 Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017
07_ KNOPKRUID
Context
Knopkruid is een snelle en oppervlakkige kiemer (<4 mm) en een probleemonkruid in de
biologische groenteteelt. Thermische en mechanische technieken kunnen, afhankelijk het
moment, slim gecombineerd worden om kieming te induceren of om kieming te verhinderen.
Bepalende factoren zijn o.a. diepte-instelling, timing en frequentie van de mechanische en
thermische behandelingen. Kunnen we deze mogelijkheden nog beter strategisch benutten?
Proefopzet en verloop
Wat is het effect op herkieming en de aanwezige zaadbank van knopkruid als we variëren in:
schoffeldiepte?
bestrijdingstechniek?
Op 2 juli werd het zaaibed aangelegd d.m.v. rotoreggen. Er werd 5 maal een
onkruidbestrijding uitgevoerd op 17/7, 26/7, 7/8, 16/8 en 23/8. Telkens voor de bewerking
telden we knopkruiden en andere onkruiden. Voor en na de proef werd de zaadbank van
knopkruid bemonsterd in de bodemlaag tot 5 cm diep.
Objecten:
Voorlopige vaststellingen
Meerdere soorten gemonitord: in de zaadbank vooral straatgras en knopkruid sterk
aanwezig. Knopkruid aan 200-500 kiemkrachtige zaden/m² (5 cm diep).
Knopkruid:
o De mechanische bewerkingen toonden geen significante verschillen in
herkieming. Herhaald branden zorgde in juli en augustus effectief voor een
reductie van herkiemend knopkruid, wat al na 2 toepassingen te merken was.
In het voorjaar was dit niet merkbaar.
o De herhaalde mechanische bewerkingen hadden een significant effect op de
grootte van de oppervlakkige zaadbank (30 - 60% reductie in kiemende zaden
tot 5 cm diep). Bij het branden was er geen reductie: enkel de knopkruidzaden
in de bovenste millimeters bodem worden uitgeput.
Nr Object
1 Schoffel 1cm diep
2 Schoffel 2 cm diep
3 Schoffel 3 cm diep
4 Schoffel 4 cm diep
5 Schoffel 1cm diep + wiedeg
6 Schoffel 2 cm diep + wiedeg
7 Schoffel 3 cm diep + wiedeg
8 Schoffel 4 cm diep + wiedeg
9 controle
Nr Object
1 Schoffel diep
2 Schoffel ondiep
3 2x schoffel diep
4 2x schoffel ondiep
5 Wiedeggen diep
6 Wiedeggen ondiep
7 Branden
8 controle
Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017 16
‘Knopkruid brongericht aanpakken op biologische groentebedrijven’
Het project ‘Knopkruid brongericht aanpakken op biologische groentebedrijven’ is mogelijk
dankzij de steun van de Vlaamse overheid – Departement Landbouw en Visserij en wordt
uitgevoerd door Universiteit Gent, Inagro en ILVO.
Meer info over dit project vind je in de BIOpraktijk nieuwsbrief:
http://www.ccbt.be/?q=node/943 & http://www.ccbt.be/?q=node/972
17 Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017
08_ BLOEMKOOL – TWEEDE VRUCHT
Teeltverloop
Voorteelt
2016
2017
Quinoa / zomertarwe
eerste vrucht bloemkool
Bemesting
12/07/2017 OPF korrelmeststof (11-0-5) 50 E/ha (toediening in de rij)
Grondbewerking
5/07/2017
12/07/2017
Infrezen resten bloemkool 1e vrucht
doortrekken met Neolab in combinatie met rotoreggen
Onkruidbestrijding
25/07/2017
9/08/2017
16/08/2017
Schoffelen met vingerwieders en wiedegelementen
Schoffelen met vingerwieders en wiedegelementen
aanaarden met aanaardmessen
Gewasbescherming
12/07/2017 plantbakbehandeling met Conserve Pro (spinosad) 48 ml/1000 pl
Beregening
27/07/2017
28/07/2017
30/07/2017
40 ml/m² (proef knolvoet)
45 ml/m² (proef knolvoet)
20 ml/m² (alles)
Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017 18
09_ BEHEERSING VAN KOOLVLIEG
Doel van de proef
Zoeken naar de optimale strategie om schade door koolvlieg te vermijden in een dubbelteelt
van kool op hetzelfde perceel: tijdelijk of continu afdekken met insectengaas of klimaatnet
en/of standaardbehandelingen met spinosad. De proef wordt aangelegd over twee vruchten
bloemkool op een perceel van het proefbedrijf. Dit seizoen loopt de proef voor het tweede
jaar.
Proefobjecten
Nr Eerste vrucht Tweede vrucht
1 Afdekken tot oogst Afdekken tot oogst
2 Afdekken 3 à 4 weken Afdekken 3 à 4 weken
3 Afdekken tot oogst Nihil
4 Afdekken 3 à 4 weken Nihil
5 Spinosad Nihil
6 Spinosad Spinosad
7 Nihil Afdekken tot oogst
Resultaten 2016
In 2016 was er in de 1e vrucht geen significant effect van de afdekkingen en de
plantbakbehandeling op de opbrengst van de bloemkool. Bij de beoordeling van de
achtergebleven wortels na de oogst, zagen we wel een effect op de schade van koolvlieg. De
wortels in de onbehandelde veldjes waren duidelijk meer aangetast dan de wortels in de
afgedekte of behandelde veldjes. In de langst afgedekte objecten (1 en 3), waren de wortels
het minst aangetast.
De behandelingen leidden ook in de 2e vrucht niet tot significante opbrengstverschillen. Bij de
eindbeoordeling van de wortels werd in alle veldjes schade aan de wortels vastgesteld, maar
deze keer waren er geen verschillen tussen de objecten. De ontwikkeling van de derde
generatie koolvlieg resulteerde in deze proef dus niet in significante verschillen in
wortelaantasting.
Als eerste voorzichtige conclusie zouden we kunnen stellen dat een bescherming van de
tweede teelt bloemkool tegen koolvlieg niet (altijd) nodig lijkt. Het afdekken van de tweede
vrucht blijkt in deze proef het risico op aantasting door koolvlieg ook niet te verhogen. Ten
slotte resulteerde ook een behandeling met spinosad (object 6) of opnieuw afdekken tot aan
de oogst (object 1) niet in minder aantasting.
Planten ras Oogst
13 juli 2017 Ansari okt - nov
19 Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017
Eerste resultaten 2017
In de eerste vrucht zijn er, net als in 2016, weinig planten uitgevallen door
koolvliegaantasting. De verschillen in aantasting van de wortels, beoordeeld na de oogst,
waren vergelijkbaar met deze in 2016.
In de tweede vrucht is er geen uitval door koolvliegschade waargenomen. Er was in het
proefveld wel veel uitval te wijten aan Rhizoctonia (zwartpoten).
Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017 20
10_ BLOEMKOOL - KNOLVOET
Doel van de proef
Het effect nagaan van het toedienen van kalkmeststoffen in de plantrij op de aantasting door
knolvoet. Naast varianten met verschil in dosis en soort kalkmeststof is er ook een variant
met een knolvoet resistent ras in de proef opgenomen.
Knolvoet wordt veroorzaakt door Plasmodiophora brassicae, een obligate biotrofe schimmel
die onder vorm van rustsporen jaren in de bodem kan overleven. Na kieming infecteert de
schimmel de wortels van kruisbloemige waardplanten waardoor bolvormige verdikkingen
ontstaan op de wortels. Een sterke aantasting van knolvoet in bloemkool kan leiden tot
opbrengstverliezen. De beheersing van knolvoet in de praktijk steunt vooral op het gebruik
van resistente rassen en voldoende vruchtwisseling. Verder heeft onderzoek aangetoond dat
een bekalking de aantasting kan onderdrukken. Hierbij blijkt ook de gebruikte soort
kalkmeststof een verschillende invloed te hebben.
Proefobjecten
Alle kalkmeststoffen werden toegediend in de plantrij vóór het planten. Er werden drie
soorten (snelwerkende) kalkmeststof getest in twee dosissen: Agrocarb (Deloof), zeewierkalk
(DCM), Miramag Superfine (Miramag). Daarnaast werd ook een variant aangelegd met het
knolvoetresistente ras Clarina.
Plantuitval
Nr Ras Kalkmeststof ZBW ZBW/ha
Dosis
(kg/ha)
1 Faraday Nihil 0 0 0
2 Faraday Agrocarb 47 260 553
3 Faraday Agrocarb 47 520 1106
4 Faraday Zeewierkalk 50 260 520
5 Faraday Zeewierkalk 50 520 1040
6 Faraday Miramag Superfine 52 260 500
7 Faraday Miramag Superfine 52 520 1000
8 Clarina Nihil 0 0 0
9 Clarina Agrocarb 47 260 553
10 Clarina Agrocarb 47 520 1106
Planten Ras Oogst
13 juli 2017 Ansari / Clarina okt - nov
21 Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017
Resultaten 2015 - 2016
In de afgelopen twee proefjaren was er geen of slechts zeer lage druk van knolvoet. Hierdoor
kon de invloed van de verschillende bekalkingsstrategieën op de aantasting door knolvoet niet
aangetoond worden.
Op basis van de pH metingen gedurende de teeltperiode (telkens een drietal metingen in de
rij) konden we wel aantonen dat het toedienen van Agrocarb of zeewierkalk, aan een dosis
van ongeveer 1000 kg/ha in de rij, de bodem pH voor bepaalde tijd boven de 7 kan brengen.
Bij deze licht basische bodem pH kunnen de sporen van de schimmel moeilijk kiemen
waardoor er geen secundaire zoösporen gevormd worden.
Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017 22
11_ ROLLER CRIMPER
Doel
Introduceren van wintergroenbedekkers zoals rogge en wintererwt en uittesten van de
rollercrimper voor vernietiging van de groenbedekkers in het voorjaar. Bij gebruik van de
rollercrimper worden de groenbedekkers in het voorjaar plat gerold en gekneusd. Het
hoofdgewas wordt vervolgens in deze platgerolde groenbedekker geplant of gezaaid.
Bedoeling van deze techniek is en beter bodembeheer en een lager brandstofverbruik. De
groenbedekker moet tijdens de teelt zorgen voor voldoende bodembedekking voor een goede
onkruidonderdrukking. De rollercrimper techniek wordt dit jaar vergeleken met klepelen en
laten liggen van de groenbedekker als mulchlaag of traditioneel inwerken (frezen en diepe
grondbewerking).
Teeltverloop
Frezen Klepelen Roller crimper
28/10/2016 Zaai groenbedekkers
16/03/2017 50 kg N/ha OPF
Vernietiging groenbedekker / bodembewerking
18/04/2017 Frezen
20/04/2017 Oppervlakkig rotoreggen
16/05/2017 Vaste tandeg
24/05/2017 klepelen
29/05/2017
Rollercrimper: 2x
30/05/2017 Diepe tand (Neolab) +
rotoreg
Balk met schijven en
tand
Balk met schijven en
tand
Planten
30/05/2017 70 * 38 cm (Kilazol)
Bemesting
30/05/2017 50 kg N/ha (OPF) in de rij bij planten
30/08/2017 75 kg N/ha OPF
Onkruidbeheersing
15/06/2017
schoffelen met kleine
mesjes, wiedegelementen
en vingers
+ manueel met hak - -
06/07/2017 Aanaarden + manueel - -
Planten Plantafstand Ras Oogst
30 mei 2017 70 * 38 cm Kilazol Oktober
23 Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017
Proefobjecten
nr Groenbedekker Vernietiging
1 Rogge (180 kg/ha) Frezen
2 Rogge Klepelen
3 Rogge Roller crimper
4 Erwt (120 kg/ha) Frezen
5 Erwt Klepelen
6 Erwt ingefreesd 25/05/2017
7 Rogge-erwt (90 + 70 kg/ha) Frezen
8 Rogge-erwt Klepelen
9 Rogge-erwt Roller crimper
10 Braak
Resultaten 2016
Uit de proef vorig jaar bleek dat er teelttechnisch nog een aantal verbeteringen nodig zijn om
groenten te kunnen planten (en oogsten) bij minimale grondbewerking waarbij
groenbedekkers worden vernietigd met de rollercrimper.
Verder blijkt dat een vlinderbloemige groenbedekker wat extra N levert in het volggewas. In
de veldjes met minimale bodembewerking (rollercrimper) ontwikkelden de planten traag.
Bovendien vormde de groenbedekker onvoldoende bodembedekking waardoor onkruid en
klaver sterk kon ontwikkelen. De uiteindelijke oogst was ondermaats in de rollercrimper
veldjes.
Tussentijdse resultaten 2017
De groenbedekkers waren onvoldoende ontwikkeld en zorgen daardoor voor onvoldoende
bodembedekking. Er dient voldoende aandacht besteed te worden aan een tijdige zaai van de
groenbedekkers zodat deze nog voor de winter voldoende kunnen ontwikkelen.
Wat betreft gewasontwikkeling van de witte kool en N-nalevering door de groenbedekkers
zien we dezelfde trend als vorig jaar. De stikstofbeschikbaarheid was echter algemeen dit jaar
zeer krap. Eind augustus werd nog 75 E N/ha bijbemest.
Proef uitgevoerd in het kader van het CORE Organic PLUS ERA-NET met financiële steun van de Vlaamse Overheid,
Departement Landbouw en Visserij. In samenwerking met ILVO en Ugent.
Bewerking Groenbedekker
7/jul 22/aug
0-60 cm 0-90 cm
3 roller crimper Rogge 82 22
6 ingefreesd Erwt 121 20
9 roller crimper Rogge-erwt 83 24
2 klepelen Rogge 71 16
5 klepelen Erwt 106 19
8 klepelen Rogge-erwt 58 17
1 standaard bewerking Rogge 111 15
4 standaard bewerking Erwt 131 16
7 standaard bewerking Rogge-erwt 121 19
10 standaard bewerking Braak 134 19
NO3 (kg/ha)
Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017 24
12_ SPRUITKOOL - BLADLUIS
Context
Bladluizen zijn kleine insecten die steek- en zuigschade aan het gewas veroorzaken. Het
speeksel van de bladluizen veroorzaakt groeistoornissen bij de plant, waardoor bladeren
bobbelig worden. Deze vervormingen kunnen ook wit tot paarsachtig verkleuren. Bovendien
kunnen de bladluizen de spruiten koloniseren. Eens de luizen in de spruiten zitten, zijn deze
niet meer te bestrijden en wordt het product onverkoopbaar.
Op spruitkool komen voornamelijk 2 soorten voor: de groene perzikluis (Myzus persicae) en
de melige koolluis (Brevicoryne brassicae). De ongevleugelde exemplaren van de groene
perzikluis zijn eerst groen van kleur waarna ze snel gelig verkleuren. Ongevleugelde melige
koolluizen zijn grijsgroen van kleur en zijn vaak bedekt met een wit wasachtig poeder
waardoor ze een grijze tot blauwige schijn krijgen.
Doel
Deze proef heeft als doel de werkingsefficiëntie na te gaan van verschillende middelen tegen
bladluizen in spruitkool. Alle geteste middelen zijn toegelaten voor gebruik in de biologische
teelt maar de producten hebben nog geen erkenning voor gebruik tegen bladluizen in
spruitkool. Sommige middelen zijn wel al erkend voor andere toepassingen.
Daarnaast experimenteren we voor het eerst met het uitzetten van gekweekte biologische
bestrijders in openluchtteelt: larven van de gouden gaasvlieg (Chrysopa carnea) en een
galmug (Aphidoletes aphidimyza) (Biobest).
Proefobjecten
Nr. Behandeling
1 Onbehandeld
2 Proefmiddel 1
3 Chrysopa carnea (gouden gaasvlieg)
4 Proefmiddel 2
5 Proefmiddel 3
6 Aphidoletes aphidimyza (Galmug)
7 Proefmiddel 4
8 Proefmiddel 5
9 Proefmiddel 6
25 Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017
Teeltverloop
Voorteelt
2015-2016
Groenbemester
Wintertarwe - spelt
Snijrogge/erwt
Bemesting
11 april 2017
25 juli 2017
VRM 30 ton/ha
75E/ha OPF (11-0-5)
Grondbewerking
11 april 2017
12 april 2017
5 mei 2017
8 mei 2017
Infrezen resten groenbemester
Inwerken VRM met vaste tandeg
Diep doortrekken met Neolab
Rotoreggen
Planten
9 mei 2017 40 cm x 70 cm
Gewasbescherming
9 mei 2017
9 mei 2017
6 juli 2017
Plantbakbehandeling Conserve Pro 48ml / 1000 pl.
Afdekken met wildnet
Verwijderen wildnet
29 augustus 2017
7 september 2017
27 september 2017
Behandelingen volgens het protocol
Onkruidbestrijding
22 mei 2017
26 mei 2017
5 juni 2017
12 juni 2017
Wiedeggen
Wiedeggen
Schoffelen met kleine mesjes en wiedegelementen + vingers
Aanaarden met aanaardmessen
Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017 26
13_ RASSENPROEF ZAADVASTE RODE BIET
Doel
In samenwerking met de werkgroep eigen zaadteelt (WEZ) wordt jaarlijks het zaadvaste
rassenaanbod van een bepaalde teelt onderzocht. Er liggen herhalingen aan op een aantal
praktijkbedrijven waaronder het proefbedrijf biologische landbouw van Inagro.
Teeltverloop
Voorteelt
2016 Courgette
Bemesting
11/04/2017 20 ton/ha vaste rundermest
Grondbewerking
Rotoreggen
Zaaien
07/07/2017 37,5 x 4,8 cm
Onkruidbestrijding
18/07, 25/07
25/07, 16/08
Rolschoffelen tussen de rijen
Met de hand (wiedbed)
Gewasbescherming
26/07/2017 Wildnet (tot 9 augustus)
Rassen in proef
Nr. Ras Zaadhuis Zaad *
1 Akela RZ Rijk Zwaan NCB
2 Alvro Mono Vitalis Biologische Zaden BIO
3 Detroit 2/Bolivar Hild Samen GmbH BIO
4 Detroit Dark Red Sakata Seed Europe NCB
5 Gesche Bingenheimer Saatgut AG BIO
6 Jannis Bingenheimer Saatgut AG BIO
7 Monty-F1 Rijk Zwaan NCB
8 Robuschka Bingenheimer Saatgut AG BIO
9 Rode Kogel Akelei BIO
10 Ronjana Bingenheimer Saatgut AG BIO
11 Rote Kugel 2/Hilmar Hild Samen GmbH BIO
12 Boro-F1 Bejo BIO
27 Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017
14_ GROENBEMESTERS ALS RUWVOEDER
Doel
Door het warme voorjaar werden een aantal teelten vroeg geoogst. Hierdoor was het mogelijk
reeds vroeg een groenbedekker in te zaaien. Anderzijds is er door de aanhoudende droogte
een tekort aan ruwvoeder op verschillende (biologische) veebedrijven. Dit maakt het
interessant om groenbedekkers te zaaien waarvan nog een snede kan geoogst worden als
ruwvoeder. Naast een aantal gekende groenbedekkers zoals Japanse haver en Italiaans
raaigras werd ook sorghum (of Soedangras) uitgetest, telkens in combinatie met
Alexandrijnse klaver en wikke.
Proefobjecten
Groenbedekker Kg/ha Kostprijs
Sorghum (bicolor x sudanese) + Perzische klaver 20 + 6
Sorghum (sudanese) + Alexandr. klaver + wikke 20 + 15 + 20
Italiaans raaigr + Alexandr. klaver + wikke 15 + 15 + 20
Japanse haver + Alexandr. klaver + wikke 40 + 15 + 20
Zomerhaver + Alexandr. klaver + wikke 50 + 15 + 20
Teeltverloop
Bij opkomst van de groenbedekkers was er een zeer sterke ontwikkeling van knopkruid.
Sorghum stond zeer dun en bleek. Japanse haver, Italiaans raaigras en zomerhaver
ontwikkelden goed. Wat betreft vlinderbloemigen waren de wikkes duidelijk aanwezig.
Alexandrijnse klaver werd wellicht weggeconcurreerd door het knopkruid dat massaal
aanwezig was.
groenbemester
1 Sorghomix 2 d 2,3 c 1 b 30,29 ab
2 Sorghum + Alex Klaver + Wikke 3 c 2,5 c 2 b 33,45 ab
3 Italiaans raaigras + Alex Klaver + Wikke 7,5 b 6,6 b 5,8 a 27,52 b
4 Japanse Haver + Alex Klaver + Wikke 8 a 7,3 ab 5,9 a 34,62 ab
5 Zomerhaver + Alex Klaver + Wikke 7,4 b 8 a 5,8 a 38,78 a
gewas-
ontwikkelingkleur
onkruid
ontwikkeling
beoordeling 19 septemberopbrengst
ton/ha
Zaai Zaaidichtheid Ras Oogst
26 juli 2017 Zie tabel 25 september 2017
Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017 28
15_ MAAIMESTSTOF
Context
Op biologische groenteteelt- akkerbouw bedrijven is niet steeds biologische mest vlot
beschikbaar. Daarnaast zorgt de mestwetgeving met strengere fosfaatnormen dat er gezocht
moet worden naar alternatieven voor dierlijke mest om zowel nutriëntentoevoer als aanvoer
van organische stof te kunnen verzekeren.
Maaimeststoffen kunnen hier een antwoord bieden.
Eerste resultaten
Verschillende bemestingsproeven hebben aangetoond dat grasklaver een bemestende waarde
heeft vergelijkbaar met stalmest.
In de rustgewassen proef (zie verder) werden de mogelijkheden van grasklaver in een
teeltrotatie nagegaan. De grasklaver die daarbij gemaaid wordt kan op verschillende
manieren benut worden: maaien en vers maaisel op een ander perceel benutten als
maaimeststof, maaien en inkuilen voor toediening als maaimeststof op een later tijdstip of
verkopen als veevoeder.
Kosten maaimeststof:
Zaaizaad: +/- 150 €/ha
Verse grasklaver verleggen: +/- 400€/ha per snede
Ingekuilde grasklaver: +/- 500€/ha per snede
Jaaropbrengst: 11 ton DS/ha met gemiddelde N-gehalte van 30 kg N/ton DS levert gemiddeld
330 kg N per ha
Gemiddeld 4€/kg N toegediend uit maaimeststof
Actie in het kader van het ADLO- demo project ‘Praktijkgerichte oplossingen voor OS-opbouw
in bio onder MAP5’
‘
29 Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017
16_ COURGETTE – WITZIEKTE
Context
Echte meeldauw of witziekte is een vaak voorkomende schimmelziekte bij courgette. De
schimmel tast voornamelijk de bladeren aan waarbij zowel aan de onderzijde als aan de
bovenzijde poederig wit schimmelpluis verschijnt. Na enige tijd sterven de aangetaste
bladeren af wat leidt tot een verminderde fotosynthese capaciteit en bijgevolg tot een lagere
opbrengst.
Doel
Met deze proef willen we de effectiviteit nagaan van beschikbare en van nieuwe, nog niet
erkende middelen die toegestaan zijn in de biologische teelt, voor de beheersing van witziekte
in courgette. Deze proef ligt voor het tweede jaar aan op het proefbedrijf.
Proefobjecten
Nr. Behandeling Werkzame stof Dosis Erkenning
1 Agricolle Natuurlijke polysachariden
(uit zeewier) 3 l/ha
Geen erkenning nodig
(fysieke werking)
2 Proefmiddel 1
Geen erkenning in
courgette
3 Proefmiddel 2
Geen erkenning in
courgette
4 Hermovit Zwavel (80%) 5 kg/ha Erkend
5 ProefMiddel 3
Geen erkenning in
courgette
6 Serenade ASO Bacillus subtilis strain QST
713 (13.96 g/l) 8 l/ha Erkend
7 Vacciplant Laminarine (45 g/l) 0,75 l/ha Erkend
8 Combinatie
proefmiddel 1 + 2
Geen erkenning in
courgette
9 Silicapower 3% orthokiezelzuur 0,5 l/ha
Geen erkenning nodig
(bladmeststof)
10 Combinatie
proefmiddel 1 +
Hermovit
Geen erkenning in
courgette
11 Controle (water)
Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017 30
Teeltverloop
Voorteelt
2016 Bloemkool
Bemesting
11 april 2017
13 juli 2017
VRM 20 ton/ha
50 E/ha OPF (11-0-5)
Grondbewerking
16 mei 2017
9 juni 2017
12 juli 2017
12 juli 2017
13 juli 2017
Opentrekken met vaste tandeg
Oppervlakkig bewerken met Steketee
Doortrekken met Neolab
Rotoreggen
Ruggen trekken + plastiek trekken
Planten
20 juli 2017 130 * 77 cm (Ras Aloha)
Gewasbescherming
31/07/2017
07/08/2017
16/08/2017
23/08/2017
29/08/2017
20/09/2017
Behandelingen volgens het protocol
Onkruidbestrijding
29 maart 2017
22 juni 2017
Maaien met bloter resten laatste stuk bloemkool
Oppervlakkig bewerken met schoffelmachine
Resultaten 2016
In 2016 werd aangetoond dat zwavel een effectieve werking heeft tegen witziekte. Door
omstandigheden werd er in toen laat gestart met de behandelingen, waardoor de middelen
met een preventieve werking minder kans kregen en van deze middelen dan ook geen
werking kon worden aangetoond.
Ondanks de aangetoonde werking van zwavel werd er in 2016 geen verschil in opbrengst en
kwaliteit van de courgettes tussen de objecten genoteerd.
Eerste resultaten 2017
Dit jaar werd er tijdig gestart met de behandelingen en konden de preventieve middelen 2
keer ingezet worden vooraleer er witziekte optrad. Veel van de geteste middelen vertonen
een potentiële remmende werking tegen witziekte en zwavel heeft ook in deze proef weer een
effectieve werking tegen witziekte.
31 Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017
17_ PLANTTIJDSTIP WINTERPREI
Doel en context
Zaai- en planttijdstip van winterprei heeft een invloed op opbrengst, de sleet en bewaring in
het veld op het einde van het seizoen.
Proefopzet
De hoofdgrondbewerking gebeurde op 07/06 (diepwoelen). Op vier data plantten we ras
Aylton. Alle planten werden de dag zelf getrokken uit het zaaibed, met uitzondering van het
laatste tijdstip (4 dagen eerder).
Teeltverloop
Voorteelt
2016 Grasklaver
Bemesting
30/03/17
22/04/17
Haspargit (0,6 ton/ha)
Runderstalmest (30 ton / ha)
Grondbewerking
14/04/17
April-mei
07/06/17
Planttijdstippen
Klepelen grasklaver
Vernietigen groenbemester: frees, cultivator + rotoreg
Diepwoelen (Carré Neolab of Amazone)
Rotoreggen
Planten
Zie objecten
Onkruidbestrijding
Juni - augustus
Combinatie schoffelen, vingerwieders, wiedeg, aanaarden
+ manueel
Gewasbescherming
Juni - september Preimot: 8x Xentari (Bt) 1 kg/ha, 1x Boomerang (spinosad) 0,8 l/ha
Object Zaaidatum Plantdatum
1 14/03/17 07/06/17
2 14/03/17 14/06/17
3 03/04/17 27/06/17
4 03/04/17 03/07/17
Planten Plantafstand Ras Oogst
Zie proefschema 70 x 10 cm Aylton Januari
Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017 32
18_ PREI – MEERWAARDE VAN RUSTGEWASSEN
Context
De strengere fosfaatwetgeving (MAP5) zorgt voor een beperking van de organische bemesting
die mag toegediend worden. Daarom willen we nagaan hoe bedrijfseigen organisch materiaal
maximaal kan benut worden om de nutriëntenaanvoer en de organische stofopbouw te
garanderen.
Doel
Demonstreren van de meerwaarde van graan of grasklaver als rustgewas in een
vruchtwisseling met groenten. Hieraan gekoppeld wordt nagegaan hoe de grasklaver die
hierbij wordt geproduceerd het best kan worden gevaloriseerd. Deze kan worden afgevoerd
als veevoeder, kan geklepeld worden en ter plaatse blijven liggen of kan op een ander perceel
op het groentebedrijf worden ingezet als ‘maaimeststof’.
Het effect van de verschillende voorteelten werd opgevolgd in een volgteelt prei. Zowel de N-
beschikbaarheid in de bodem als gewasontwikkeling en gewasopbrengst worden bepaald.
Objecten
Nr Voorteelt 2016
1 Grasklaver Mulch
2 Grasklaver Maaien + Afvoeren
3 Zomergerst met onderzaai klaver Stro laten liggen
4 Zomergerst met onderzaai klaver Stro afvoeren
5 Rode biet
6 Maïs
Teeltverloop
Voorteelt
2016 Zie proefopzet
Bemesting
22 april 2017 VRM 30 ton/ha
Grondbewerking
14 april 2017
22 april 2017
4 mei 2017
16 mei 2017
23 mei 2017
31 mei 2017
Klepelen + infrezen + rotoreggen grasklaver
Inwerken VRM met vaste tandeg
Oppervlakkig rotoreggen
Opentrekken met vaste tandeg
Rotoreggen
Doortrekken met Neolab + rotoreggen
Planten
Planten Plantafstand Ras Oogst
2 juni 2017 10 * 70 cm Krypton November
33 Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017
1 en 2 juni 2017 10 * 70 (ras Krypton)
Gewasbescherming
26 juni – 5 sept 2017
8 Behandelingen met Xentari (tegen preimot)
1 behandeling met Spinosad
Onkruidbestrijding
15 & 22 juni 2017
4 – 25 juli 2017
10 augustus 2017
Schoffelen met kleine mesjes, vingers en wiedegelement
4x wiedeggen
aanaarden
Eerste resultaten
De grasklaver werd ingezaaid in het najaar 2015. Deze werd in 2016 4 keer gemulchd waarbij
in totaal 14 ton DS/ha verspreid werd gedurende het jaar. De overige grasklaver werd 3 keer
gemaaid en leverde in totaal 11 ton DS/ha die werd afgevoerd (opraapwagen of in pakken).
Zomergerst werd geoogst eind augustus. De opbrengst was laag (2,5 ton/ha). Op het object
waar het stro bleef liggen werd 2,5 ton stro/ha achtergelaten.
Rode biet werd geoogst 12 oktober met een gemiddelde opbrengst van 75 ton/ha.
Maïs werd geoogst 11 november met een gemiddelde opbrengst van 35 ton/ha.
Op 22 november werd het restnitraat bepaald, dit was voor alle objecten laag (30 kg N/ha).
Uit de eerste resultaten blijkt dat in de objecten met een voorteelt (gras)klaver er gemiddeld
100 E N/ha extra beschikbaar is in de bodem 1 maand na planten. Tevens tonen de planten
met een (gras)klaver voorteelt een betere gewasstand en zijn ze donkerder van kleur.
Actie in het kader van het ADLO- demo project ‘Praktijkgerichte oplossingen voor OS-opbouw
in bio onder MAP5’
‘
Voorteelt 2016 gewasstand bladkleur
21/apr 3/jul 22/sep 22/sep
0-60 cm 0-60 cm
1 Grasklaver Mulch 34 197 7,3 6,5
2 Grasklaver Maaien + Afvoeren 28 159 7,3 6,5
3 Zomergerst met onderzaai klaver Stro laten liggen 27 146 7,4 6,5
4 Zomergerst met onderzaai klaver Stro afvoeren 25 186 7,1 6,5
5 Rode Biet 23 99 7,0 6,1
6 Maïs 17 86 7,0 6,0
NO3 (kg/ha)
Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017 34
19_ KNOLSELDER – RIJPADEN
Zelf aan de slag…
Met het pilootproject ‘meerjarig vaste rijpaden op breed spoor’ wil Inagro het concept van
‘Controlled Traffic Farming’ in Vlaanderen introduceren, aftoetsen en vorm geven. Het
kleinschalige en versnipperde karakter van de Vlaamse (biologische) landbouw vormt met
name een specifieke uitdaging. Naast de bevestiging van de buitenlandse ervaringen en
onderzoeksresultaten, hebben telers vooral ook vragen bij de praktische toepasbaarheid. Hoe
pakt dit systeem uit op kleinschalige akkers?
Reeds op de terugweg uit Nederland met een innovatiegroep van biologische telers in juni
2015 rijpte het idee omtrent de praktische aanpak op het proefbedrijf biologische landbouw
van Inagro. De insteek was dat er een nieuwe tractor aangekocht werd en aangepast werd
naar breed spoor, maar dat voor de rest zoveel als mogelijk zou uitgegaan worden van de
bestaande mechanisatie. Gezien veel teelten, zowel in eigen mechanisatie als in loonwerk, op
4 rijen met rijafstand van 70 cm worden geplant, kwamen we op een gewenste spoorbreedte
van 3 meter. Links en rechts van het bed wordt namelijk 10 cm marge genomen. Dit komt
ook goed uit met de standaard werkbreedte van machines voor bodembewerking. Op basis
van deze beslissing werd in het voorjaar 2016 een nieuwe tractor aangekocht en aangepast
naar breed spoor.
… zonder ploeg
Tegelijk wordt de ploeg aan de kant gezet en willen we de grond zo min mogelijk kerend
bewerken. Hiermee volgt het proefbedrijf een aantal voortrekkers in de sector. Buitenlandse
ervaringen geven aan dat het rijpadensysteem en niet-kerende grondbewerking elkaar
kunnen versterken. Daarnaast maakt het rijpadensysteem een performantere
proefveldwerking mogelijk. De verstorende impact van de tractorsporen bij voorafgaande
bodembewerkingen wordt tot een absoluut minimum beperkt. Bij combinatie van het vaste
rijpadensysteem met niet-kerende grondbewerking moet geen rekening worden gehouden
met de ploegvoor. Hierdoor kan elk ‘rijpad’ als een onafhankelijk proefperceel worden benut
en zijn er ook ruimtelijk meer vrijheidsgraden. Tijdens de winterperiode 2016 werden de
Planten Ras Plantafstand Oogst
16 mei 2017 Bejo 3008 70*32 cm november
35 Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017
nodige voorbereidingen in het veld genomen. Alle percelen werden uitgetekend in rijpaden
van 3m en van de nodige oogst- en spuitgangen voorzien.
Ervaringen 2016
Eind april, met de start van het nieuwe seizoen werd de nieuwe tractor op breed spoor in
gebruik genomen. De eerste ervaringen zijn positief. Verdere bevestiging is nodig.
- Gewenning nodig op de weg. Meer manoeuvreerruimte nodig in schuur. Minstens even
wendbaar als klassieke tractor op spoor 1,4 m op veld. Trekt stabieler dan klassiek spoor
door bredere wielbasis. Diepwoeler ‘Dent Michel’ mogelijk. Belangrijk dat machines gelijk
in grond trekken (o.a. probleem met cultivator zonder diepterol).
- Soms compromis nodig, gezien samenwerking met loonwerk (vb. ruggen trekken
wortelen). Ook oogstwerkzaamheden gebeuren ‘klassiek’.
- Afstandsbediening + beveiliging comfortabel.
- In het natte voorjaar 2016 effectief eerder op het land voor mechanische
onkruidbestrijding met wiedeg en schoffelmachine. Egaler en nauwkeuriger schoffelwerk
mogelijk in het teeltbed, gezien geen verstorende sporen (onder andere fijn schoffelen,
minder kluiten bij aanaarden,…). Doordat tractor hoger staat en niet tussen gewas rijdt,
ook op later tijdstip nog schoffelbewerking/aanaarden mogelijk zonder gewasschade. Meer
straatgras dan voorgaande jaren. Gevolg zachte winter/nat voorjaar of gevolg niet-
kerend?
- Combinatie rijpaden met niet-kerend, geeft algemeen egale bodem. Natte
voorjaarsomstandigheden wegen echter ook onvermijdelijk door. Rijpaden + niet-kerend
ook vlot mogelijk voor tweede teelt bloemkool. Over alle teelten heen, staat de rij naast
het spoor steeds minder dan de rijen in het midden van het bed. Hierdoor heterogeniteit
gewas (sortering, oogstdatum,…) Kan dit vermeden / beperkt worden? Lichtere tractor
voor schoffelwerk?
Resultaten sporenproef herfstprei 2016
Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017 36
Vlaamse telers aan de slag
Parallel met Inagro, tastten enkele Vlaamse biotelers de mogelijkheden voor CTF op hun
bedrijf af of waren ze minstens erg nieuwsgierig. Frank Schelfhout kocht recent GPS en heeft
al alle gewassen op dezelfde werkbreedte. Voor hem is CTF een logische stap. Thierry
Beaucarne is al langer geprikkeld om naar breedspoor te gaan, maar botst op praktische
problemen. Jakob Devreese maait sinds vorig jaar met een GPS-gestuurde tractor en is
bezorgd om de bodem onder het gras. Jacob Vandenborne, een grootschalige gangbare
aardappelteler, zorgt dan weer voor een totaal ander insteek. Binnen de Operationele Groep
‘Controlled Traffic Farming’ gaan we in 2017 samen aan de slag vanuit de concrete ervaringen
en vragen van deze bedrijven. Inagro en ILVO inventariseren relevante ervaringen en kennis.
In het dichte en verre buitenland is er al heel wat ervaring. Deze kennis moet de betrokken
bedrijfsleiders ondersteunen om, eventueel samen met machineconstructeurs, hun CTF-
variant verder te ontwikkelen op maat van hun bedrijf. Op hun beurt engageren Frank,
Thierry, Jakob en Jacob zich op hun ervaringen opnieuw te delen.
Als vervolg op deze operationele groep, verkennen we de mogelijkheid om een
ondernemersgroep op te starten in het kader van het Interregproject ‘Leve(n)de
bodem’. Vlaamse boeren die op vaste rijpaden werken of die hiermee aan de slag
willen en die ervaringen hieromtrent willen uitwisselen met hun collega’s, zijn van
harte welkom.
Meer info ?
Lieven Delanote
T 051 27 32 50
37 Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017
20_ AARDAPPEL – RITNAALDEN
Onderzoek naar ritnaalden in Vlaanderen
Sinds 2015 werken de Nationale Proeftuin voor Witloof (NPW), Inagro, Hooibeekhoeve en
ILVO samen in een Vlaams Landbouwtraject1 naar de beheersing van ritnaalden. Monitoring
van ritnaalden op meer dan 50 praktijkpercelen, identificatie van de gevangen
ritnaaldensoorten en proefveldwerking naar mogelijke beheersingsmethoden behoren tot de
belangrijkste projectactiviteiten.
Resultaten monitoring 2017
Er zijn in 2017 algemeen minder ritnaalden teruggevonden in de lokvallen dan de voorbije
twee jaren, ondanks dat er meer percelen zijn opgevolgd. Deze vastgestelde lage activiteit
van ritnaalden is te wijten aan de langdurige droogte dit seizoen.
De afdeling akkerbouw van Inagro, NPW en Hooibeekhoeve legden enkele proeven om diverse
beheersingsmethoden tegen ritnaalden uit te testen. De resultaten zullen in de komende
periode gecommuniceerd worden. Verder zullen de partners het volgend seizoen werken aan
de lancering van een online-tool om het risico op ritnaalden op een perceel in te schatten.
Samenwerking met andere Europese landen
Het internationale samenwerkingsverband ‘C-IPM’ (Coordinated Integrated Pest Management)
heeft als doel de geïntegreerde plaagbeheersing in Europa te stimuleren. Onder die koepel is
in 2016 het project ‘Spotting the needle in a haystack: Predicting wireworm activity in top soil
for integrated pest management in arable crops’ goedgekeurd. Het project verenigt 14
partners uit zes verschillende landen, met name Oostenrijk, Duitsland, Zwitserland, Italië,
Frankrijk en België. De projectpartners gaan elk met hun eigen expertise en in hun eigen
regio op zoek naar sleutelelementen die mede het complexe gedrag van ritnaalden in de
bodem kunnen verklaren.
De gezamenlijke analyse van al de verzamelde velddata heeft als ultieme doel een
voorspellingsmodel voor schade door ritnaalden te ontwikkelen dat op verschillende Europese
bodems kan worden toegepast. Niet alleen de ontwikkeling van het model, maar ook de
validatie en evaluatie ervan behoren tot de projectacties.
1 Landbouwtraject ‘Sectorbrede geïntegreerde beheersing van ritnaalden’ (2015 - 2018) met
financiële steun van IWT Vlaanderen, Boerenbond, AVEVE Group, ABS, Bayer CropScience, Belchim
Crop protection, Belgapom, Biobest, Certis, Colruyt, Fedagrim, Innoseeds, Joordens Zaden,
Pherobank, Pireco, Sanac, Storms Seeds, Synagra, Syngenta en de producenten.
Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017 38
21_ RASSENPROEF AARDAPPEL
Doel
In de biologische teelt van aardappelen kunnen geen chemische fungiciden worden ingezet
voor de bestrijding van de aardappelplaag (Phytophthora infestans). Het gebruik van
middelen met koper brengt enig soelaas, maar is onvoldoende krachtig bij hoge plaagdruk.
Rassen met een goede plaagtolerantie dragen bij tot de teeltzekerheid van biologische
aardappelen. Een nieuwe generatie rassen met een goede plaagtolerantie is in ontwikkeling.
Anderzijds maakt de snelle evolutie van de plaagschimmel dat een intensieve monitoring van
de aangeboden rassen noodzakelijk is om gericht en tijdig de markt te kunnen aansturen. Om
de raseigen plaagtolerantie goed in beeld te hebben, wordt er expliciet voor geopteerd om
geen plaagbestrijding uit te voeren.
Teeltverloop
Voorteelt
2016 Bloemkool
Bemesting
30/03/17
03/04/17
12/06/17
667 kg/ha Haspargit
30 ton/ha biologische runderstalmest
50 E/ha organische korrelmeststof (NPK 11-0-3)
Grondbewerking
29/03 – 03/04
04/04/17
Opentrekken met vaste tandeg, oppervlakkig rotoreggen
Diepwoelen en rotoreggen
Planten
16/02/17
05/04/17
Start voorkiemen (alle rassen)
Planten 70 * 33 cm, met carrouselplanter, kleine ruggen
Onkruidbestrijding
19/04 – 10/05
28/04, 22/05
03/06
Wiedeggen
Aanaardend schoffelen
Definitief aanaarden
Beregening
14/06, 15/06
20/6
29/6
25 + 25 mm
25 mm
25 mm
Planten Plantafstand Ras Oogst
05/04/2017 70 cm * 33 cm Carolus 13/09/2017
39 Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017
Rassen in proef
Nr. Zaadhuis Ras Bio*
1 Agria Agrico BIO
2 Alanis Interseed NCB
3 Alouette Agrico NCB
4 Cammeo Caithness BIO
5 Carolus Agrico BIO
6 Chenoa Interseed NCB
7 CMK 2006-070-005 Meijer BIO
8 Connect Den Hartigh NCB
9 Ecrin Desmazières BIO
10 Mabise Danespo NCB
11 Mayaya Danespo NCB
12 Passion Van Rijn BIO
13 Sevilla Niek Vos BIO
14 Tentation Van Rijn NCB
15 Vitabella Plantera BIO
16 Allians EURO-PLANT BIO
17 Ditta Agrico BIO
18 Jelly EURO-PLANT BIO
19 WW 11-43 Caithness NCB
*NCB = niet chemisch behandeld
Besluit 2016
Het proefjaar 2016 was in meerdere opzichten opmerkelijk. Het gewas kreeg in de
vegetatieve fase meermaals te maken met een waterverzadigde bodem. Eind juni stak
aardappelplaag een eerste keer de kop op. De rest van het groeiseizoen was warm en grote
regen bleef uit. Dit zorgde omwille van de bedorven bodemstructuur voor versteende en vaak
gebarsten ruggen. Door het slecht ontwikkelde wortelstelsel zorgde dit alsnog voor
droogtestress in de laatste groeifase. De rassen behaalden marktbare opbrengsten +35mm
van gemiddeld 33 ton/ha.
In de groep van plaagresistente of –tolerante rassen tellen we 13 exemplaren. Met
uitzondering van Bionica behaalden ze opbrengsten tussen 30 en 50 ton/ha.
Alouette is opnieuw een kwaliteitsvolle, vastkokende tafelaardappel met rode schil. Carolus
leent zich voor de frietindustrie en kan eventueel ook als bloemige tafelaardappel dienst doen.
Connect is sterk in het veld en is met een tijdige loofdoding geschikt als bloemige
tafelaardappel. Sevilla beproefden we reeds onder het VOS 2006-nummer en was dit jaar
zowel qua opbrengst als culinaire kwaliteit eerder matig. Bionica kon slecht overweg met de
moeilijke groeiomstandigheden.
Voor het eerst dienen zich ook enkele plaagresistente rassen aan in het vastkokende
segment. Passion en Tentation zijn voor het eerst in proef en ogen veelbelovend. Het zijn
vastkokende tafelaardappels met witgele schil en een goed opbrengstpotentieel. Cammeo is
interessant voor wie de witgele vleeskleur kan appreciëren. Twinner kon voorlopig minder
overtuigen.
De resterende plaagresistente rassen verdienen verder onderzoek in de toekomst: D08-12-
10, Mayaya, TW 08-1507, VOS 2009-049-002.
Van de plaaggevoelige rassen behaalden Agria, Almonda en Miss Malina elk een opbrengst
van zo’n 20 ton/ha. Agria houdt zich nog staande omwille van zijn kwalitatieve en polyvalente
opbrengst. Almonda is geschikt als vastkokende tafelaardappel, Miss Malina als frietaardappel,
maar voor beide rassen zijn er ondertussen resistente alternatieven. Rassen die wegens
plaaggevoeligheid niet in aanmerking komen voor de biologische teelt, zijn: Cronos, Lilly,
Montana, Noblesse en G07TT110-05.
Toelichting Veldproeven | Biovelddag 3 oktober 2017 40
INAGRO – AFDELING BIOLOGISCHE PRODUCTIE
Inagro vzw staat voor onderzoek en advies in land- en tuinbouw en maakt hierbij werk van
INnovatief en duurzaam AGRarisch Ondernemen.
De afdeling biologische productie verzorgt praktijkgericht onderzoek en voorlichting voor de
biologische akkerbouw, groenteteelt in open lucht en voederteelten. Belangrijke trefwoorden
in het onderzoeksprogramma zijn onkruidbeheersing, rassenonderzoek, ziekte- en
plaagbeheersing, bodemvruchtbaarheid, teelttechniek en bedrijfsmanagement. Voor de
aansturing en de uitvoering van het onderzoek wordt intensief samengewerkt met biologische
telers. Daarnaast heeft Inagro een proefbedrijf van 12 ha in beheer met een biologisch
bouwplan van akkerbouw- en groentegewassen.
De resultaten van het onderzoek worden bekendgemaakt via de vakpers, via de eigen website
www.inagro.be, via Open Dagen enz.
Inagro is partner van het Coördinatiecentrum Biologische Teelt (CCBT) vzw. CCBT brengt alle
informatie uit praktijkonderzoek biologische landbouw in Vlaanderen samen op de website
www.biopraktijk.be.
De afdeling biologische productie van Inagro is door de Vlaamse overheid erkend voor
bedrijfsbegeleiding in de biologische landbouw. Boeren met interesse in bio, boeren in
omschakeling naar bio en biologische boeren kunnen voor teelttechnisch en
bedrijfsorganisatorisch advies bij Inagro terecht.
Inagro vzw -afdeling biologische productie bouwt verder op de werking van het
Interprovinciaal Proefcentrum voor de Biologische Teelt (PCBT) vzw dat in juni 2011 fuseerde
tot Inagro vzw.
Contact
Lieven Delanote
Diensthoofd Inagro - afdeling biologische productie
T 051 27 32 50
F 051 24 00 20
www.inagro.be