Upload
doliem
View
214
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
eeeeeeENERGIEZORG IN HET GEMEENTELIJK GEBOUWENPARKDraaiboek voor het opstellen van een plan van aanpak
2
3
Inleiding 4
Doelstellingen 5
Voorbeeld actieplan 6
Stap 0 -Kader scheppen voor energiezorg binnen de gemeente 8
Stap 1 - Analyse van de bestaande situatie en opstellen van een globaal actieplan 9
Analyse van de bestaande situatie 9
Uitvoeren van een nulmeting 9
Energieboekhouding invoeren 9
Benchmarking met andere gebouwen 11
Analyse van de auditrapporten en afleiden mogelijke maatregelen 13
Rangschikking van de beschreven maatregelen 14
Definieer duidelijke doelstellingen 15
Indicatoren opstellen 15
Stap 2 - Acties en maatregelen uitvoeren 16
Opmaak gedetailleerd actieplan per maatregel 16
Inschatting van de moeilijkheid en kostprijs van uitvoering 16
Voorbeeld van een actieplan voor de uit te voeren maatregel 16
Uitvoeren van de acties 17
Acties waarvoor technische werken nodig zijn 17
Communicatie en sensibilisering 17
Stap 3 - Acties opvolgen, controleren en meten 18
Opvolging van de energieboekhouding en monitoring 18
Opvolgen van de resultaten van de uitgevoerde maatregelen 20
Stap 4: Actieplan bijstellen en uitbreiden 22
Mogelijke valkuilen 23
Tijd 23
Details 23
Bijkomende info 23
Inhoud
4
Inleiding
Dit document is bedoeld voor degenen die binnen de gemeente verantwoordelijk zijn voor het thema energie en het energiebeheer
in de gemeentelijke gebouwen. Dit plan van aanpak beschrijft de belangrijkste stappen om tot systematische energiezorg te komen
in het gemeentelijk gebouwenpark.
Het invoeren van een gemeentelijk energiebeleid gebeurt idealiter in 4 grote stappen:
Plan energiezorg een plaats geven binnen het gemeentelijk beleid, audits uitvoeren, indicatoren vaststellen, de doelstelling definiëren, energieboekhouding opstarten en een concreet actieplan opstellen;
Do
de actieplannen per maatregel verder detailleren en uitvoeren;
Check
controle van de uitgevoerde acties door monitoring van de verbruiken, aftoetsen tegenover de doelstelling en rapportering van de resultaten;
Act
blijven verbeteren, de plannen bijstellen op basis van de gemeten bevindingen.
Eén van de belangrijkste onderdelen van een plan van aanpak is het opstellen van een zo concreet mogelijk actieplan, zoals bij wijze
van voorbeeld geïllustreerd op pagina 6 en 7. In de komende paragrafen overlopen we de belangrijkste stappen om tot dergelijk
actieplan te komen. Een goed uitgewerkt actieplan vergemakkelijkt immers het uitvoeren van de acties, omdat het meteen duidelijk
is wat er moet gebeuren, door wie, tegen welke datum, en met welke indicator de resultaten worden geëvalueerd. Voor de energie-
verantwoordelijke vormt het actieplan op die manier een houvast om periodiek de stand van zaken op te volgen.
Plan
Do
Check
Act
Continue verbetering
Borging via managementsysteem
tijd
perf
orm
anti
e
5
Dit draaiboek voor het opstellen van een plan van aanpak is bewust algemeen geschreven en staat stil bij de methodiek en de logica
van de verschillende te nemen stappen om tot een goed plan van aanpak voor energiezorg te komen binnen de gemeente. Om deze
theorie concreet te maken zijn er in dit document een aantal praktijkvoorbeelden opgenomen.
De doelstelling van een plan van aanpak is tweeledig:
een kwantitatieve doelstelling: de daling van het energieverbruik en de CO2-uitstoot van het gemeentelijke gebouwenpark;
een kwalitatieve doelstelling: de invoering van een echt beleid voor energiebeleid in de gemeentelijke administratie.
De kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen zijn heel nauw met elkaar verbonden. De ervaring leert dat er in het besluitvormings-
proces enkel daadwerkelijk met energie rekening wordt gehouden als de resultaten (energiebesparingen) snel volgen.
En omgekeerd moeten de gerealiseerde besparingen om duurzaam te zijn en niet stil te vallen na enkele acties, gebaseerd zijn op
kwalitatieve, structurele en diepgaande veranderingen in de organisatie.
De kwalitatieve doelstelling is wel degelijk een doelstelling en niet louter een middel om de kwantitatieve doelstelling (energiebe-
sparing) te bereiken!
Het doel “energie besparen” kadert in een ruimere context van ‘beter beleid’: het comfort voor de gebruikers wordt veelal verhoogd
en er komen middelen vrij die nuttiger kunnen aangewend worden, bij voorkeur voor het uitvoeren van nieuwe energiebesparende
maatregelen.
Doelstellingen
6
ACTIES DEELACTIES OPMERKING TERMIJNENEXTERNE
KOSTBEOOGDE BESPARING
VERANTWOORDELIJKETOELICHTING OP PAGINA
STAP 1 - ANALYSE VAN DE BESTAANDE SITUATIE EN OPSTELLEN VAN EEN ACTIEPLAN ENERGIEZORG
ANALYSE VAN DE BESTAANDE SITUATIEenergieboekhouding opzetten en interpreteren, energieaudits uitvoeren, ...
9
Uitvoeren van een nulmetingvolledig gebouwenpark oplijsten met bijhorend energie-verbruik (energiekadaster), uitvoeren meetcampagne, ...
vertrek hierbij waar mogelijk van reeds uitgevoerde energieaudits en de eventuele energieboekhouding
9
Energieboekhouding voor alle ge-meentelijke gebouwen > 500m²
(sub)meters bijplaatsenga na waar dit nuttig is; vooral gebouwen met grote energie-verbruiken en diverse gebruikersgroepen zijn interessant
april 2012 5.000 euro hoofd technische dienst 9
energieboekhouding invoeren instrument oprichten/aankopen: Excel, softwarepakket augustus 2012 6.800 euro
meterstanden op vaste tijdstippen noteren en invoeren maandelijks vanaf september 2012
trimesterieel nazicht van de verbruiksgegevensom de 4 maanden
vanaf september 2012
evaluatie, communicatie en terugkoppeling omtrent realisaties, anomalieën, …
om de 4 maanden vanaf september 2012
persoon die met verschillende diensten en gebouwverantwoordelijken communiceert en een zeker gezag heeft
Benchmarking met andere gebouwen 11
Analyse van de auditrapporten en afleiden mogelijke maatregelen
13
RANGSCHIKKING VAN DE BESCHREVEN MAATREGELEN
uit de audits komen diverse mogelijk uit te voeren maatregelen naar voren
selecteer de op korte termijn uitvoerbare maatregelen
kies eerst de acties die gemakkelijk uit te voeren zijn (quick wins, maatregelen met korte terugverdientijd (TVT), ...)
wijs de maatregelen toe binnen de kaders gesteld door het beleidsplan (doelstelling en beschikbare budgetten)
energieteam in samenspraak met hoofd technische dienst
14
DEFINIEER DUIDELIJKE DOELSTELLINGEN 15
INDICATOREN OPSTELLENkies indicatoren om de uit te voeren acties op te volgen
het aantonen van een lager energieverbruik motiveert en zet aan tot een verdere uitvoering van het actieplan
15
STAP 2 - ACTIES UITVOEREN (ACTIEPLAN PER MAATREGEL) 16
VOORBEELD 1: VERVANGING BUITEN-SCHRIJNWERK VOORZIEN VAN ENKEL GLAS
inventarisatie van de hoeveelheden in de verschil-lende gebouwen
juni 2012
prioritaire gebouwen vastleggen september 2012
inschatting van de kostprijs en de moeilijkheid van uitvoering
opstellen van bestekaandacht voor isolatiewaarde (U-waarde) van glas en profiel, materialisatie, ZTA-waarde, luchtdichtheid, wind-dichtheid, duurzaamheid, ...
december 2012 1.000 euro
openbare aanbesteding opstarten + aannemer selecteren
februari 2013
opmeting van het buitenschrijnwerk april 2013(20%)
15.000 euro
uitvoeringde uitvoering gebeurt best in de vakantieperiode voor scholen, of bij mildere temperaturen
september 2013
oplevering eventueel blowerdoortest voor en na de werken. oktober 2013(80%)
75.000 euro
VOORBEELD 2: RENOVATIE STOOKPLAATS
VOORBEELD 3: ISOLATIE PLATTE DAKEN
COMMUNICATIE EN SENSIBILISERING opzetten campagneteam 17
brainstormen ideeën
STAP 3 - ACTIES OPVOLGEN, CONTROLEREN, METEN
OPVOLGEN VAN DE ENERGIE-BOEKHOUDING EN MONITORING
maandelijks meterstanden opnemen in prioritaire gebouwen, gegevens interpreteren door nakijken grafieken, kwartierwaarden, ...
18
OPVOLGEN VAN DE RESULTATEN VAN DE UITGEVOERDE MAATREGELEN
tijdelijke meetcampagne 20
STAP 4 - ACTIEPLAN BIJSTELLEN EN UITBREIDEN 22
Voorbeeld actieplan
7
ACTIES DEELACTIES OPMERKING TERMIJNENEXTERNE
KOSTBEOOGDE BESPARING
VERANTWOORDELIJKETOELICHTING OP PAGINA
STAP 1 - ANALYSE VAN DE BESTAANDE SITUATIE EN OPSTELLEN VAN EEN ACTIEPLAN ENERGIEZORG
ANALYSE VAN DE BESTAANDE SITUATIEenergieboekhouding opzetten en interpreteren, energieaudits uitvoeren, ...
9
Uitvoeren van een nulmetingvolledig gebouwenpark oplijsten met bijhorend energie-verbruik (energiekadaster), uitvoeren meetcampagne, ...
vertrek hierbij waar mogelijk van reeds uitgevoerde energieaudits en de eventuele energieboekhouding
9
Energieboekhouding voor alle ge-meentelijke gebouwen > 500m²
(sub)meters bijplaatsenga na waar dit nuttig is; vooral gebouwen met grote energie-verbruiken en diverse gebruikersgroepen zijn interessant
april 2012 5.000 euro hoofd technische dienst 9
energieboekhouding invoeren instrument oprichten/aankopen: Excel, softwarepakket augustus 2012 6.800 euro
meterstanden op vaste tijdstippen noteren en invoeren maandelijks vanaf september 2012
trimesterieel nazicht van de verbruiksgegevensom de 4 maanden
vanaf september 2012
evaluatie, communicatie en terugkoppeling omtrent realisaties, anomalieën, …
om de 4 maanden vanaf september 2012
persoon die met verschillende diensten en gebouwverantwoordelijken communiceert en een zeker gezag heeft
Benchmarking met andere gebouwen 11
Analyse van de auditrapporten en afleiden mogelijke maatregelen
13
RANGSCHIKKING VAN DE BESCHREVEN MAATREGELEN
uit de audits komen diverse mogelijk uit te voeren maatregelen naar voren
selecteer de op korte termijn uitvoerbare maatregelen
kies eerst de acties die gemakkelijk uit te voeren zijn (quick wins, maatregelen met korte terugverdientijd (TVT), ...)
wijs de maatregelen toe binnen de kaders gesteld door het beleidsplan (doelstelling en beschikbare budgetten)
energieteam in samenspraak met hoofd technische dienst
14
DEFINIEER DUIDELIJKE DOELSTELLINGEN 15
INDICATOREN OPSTELLENkies indicatoren om de uit te voeren acties op te volgen
het aantonen van een lager energieverbruik motiveert en zet aan tot een verdere uitvoering van het actieplan
15
STAP 2 - ACTIES UITVOEREN (ACTIEPLAN PER MAATREGEL) 16
VOORBEELD 1: VERVANGING BUITEN-SCHRIJNWERK VOORZIEN VAN ENKEL GLAS
inventarisatie van de hoeveelheden in de verschil-lende gebouwen
juni 2012
prioritaire gebouwen vastleggen september 2012
inschatting van de kostprijs en de moeilijkheid van uitvoering
opstellen van bestekaandacht voor isolatiewaarde (U-waarde) van glas en profiel, materialisatie, ZTA-waarde, luchtdichtheid, wind-dichtheid, duurzaamheid, ...
december 2012 1.000 euro
openbare aanbesteding opstarten + aannemer selecteren
februari 2013
opmeting van het buitenschrijnwerk april 2013(20%)
15.000 euro
uitvoeringde uitvoering gebeurt best in de vakantieperiode voor scholen, of bij mildere temperaturen
september 2013
oplevering eventueel blowerdoortest voor en na de werken. oktober 2013(80%)
75.000 euro
VOORBEELD 2: RENOVATIE STOOKPLAATS
VOORBEELD 3: ISOLATIE PLATTE DAKEN
COMMUNICATIE EN SENSIBILISERING opzetten campagneteam 17
brainstormen ideeën
STAP 3 - ACTIES OPVOLGEN, CONTROLEREN, METEN
OPVOLGEN VAN DE ENERGIE-BOEKHOUDING EN MONITORING
maandelijks meterstanden opnemen in prioritaire gebouwen, gegevens interpreteren door nakijken grafieken, kwartierwaarden, ...
18
OPVOLGEN VAN DE RESULTATEN VAN DE UITGEVOERDE MAATREGELEN
tijdelijke meetcampagne 20
STAP 4 - ACTIEPLAN BIJSTELLEN EN UITBREIDEN 22
15
16
20
22
8
Kader scheppen voor energiezorg binnen de gemeente
STAP 0
Energiebeleid zou als speerpunt structureel in het gemeentelijk
beleid opgenomen moeten worden (via de beleids- en beheers-
cyclus (BBC), het gemeentelijk milieubeleidsplan, ...). Om resulta-
ten te boeken, moet energiezorg immers in de structuur van de
gemeente ingebed worden.
Daarnaast wordt een energieverantwoordelijke aangesteld die
tijd, bevoegdheden en middelen krijgt om zich te ontfermen
over dit plan van aanpak en de coördinatie van de praktische
uitvoering ervan. De functie van energieverantwoordelijke heeft
raakvlakken met de milieudienst, de duurzaamheidsambtenaar
en met de technische diensten (gebouwenbeheer, HVAC, elektrici-
teit, …). Net omwille van dit dienstenoverschrijdend karakter van
energiezorg stelt de energieverantwoordelijke tevens een ener-
gieteam samen, met bij voorkeur minstens één afgevaardigde per
betrokken dienst en een verantwoordelijke per gebouw.
Voorzie regelmatig concrete en praktische opleidingen, vormingen
en informatie, ... voor het energieteam.
9
Analyse van de bestaande situatie en opstellen van een globaal actieplan
STAP 1
ANALYSE VAN DE BESTAANDE SITUATIE
Om te weten wat er kan verbeteren, dient eerst de huidige
toestand in beeld gebracht te worden. Deze analyse wordt
steeds grondig uitgevoerd in de energieaudit omdat het de basis
is om verder correcte conclusies te trekken in verband met de be-
sparingsmogelijkheden. Maar wellicht werden niet alle gemeen-
telijke gebouwen geaudit.
In deze stap is het daarom de bedoeling om, net als in een ener-
gieaudit voor een bepaald gebouw, kritisch rond te kijken naar
de bestaande toestand van het volledige gebouwenpark
(energiekadaster) en gestructureerd op te lijsten hoeveel ener-
gie elk gebouw verbruikt (nulmeting) en wat er allemaal voor
verbetering vatbaar is. Men kan hiertoe inspiratie opdoen bij de
voorbeelden die opgesomd staan in de kaders op pagina 10 en 11
(energieboekhouding) en pagina 13 en 14 (verbetermogelijkhe-
den) van dit document.
Bij het opstellen van een energiekadaster wordt het gebouwen-
park onder de loep genomen.
De status van het gebouw wordt bepaald en er wordt kennis
genomen van de verbruikniveaus. Op basis van deze informatie
wordt een lijst opgesteld waarin de gebouwen geklasseerd wor-
den volgens hun besparingspotentieel.
Uitvoeren van een nulmeting
Bij de opstart van een energieboekhouding en alvorens er acties
worden ondernomen, is het goed om de bestaande toestand
(per gebouw én van het gehele gebouwenpark) in beeld te bren-
gen met een nulmeting. Voor de gebouwen die reeds geaudit
werden, kan hiervoor vertrokken worden van de verbruiksanalyses
die in de auditrapporten werden opgenomen. Ook kan men bij-
voorbeeld vertrekken van de gecorrigeerde verbruiksgegevens uit
de energieboekhouding voor een bepaald jaar. Ter aanvulling kan
bijvoorbeeld een meetcampagne opgezet worden om verbruiken,
draaiuren, ruimte- en watertemperaturen te registreren. De nul-
meting kan na het uitvoeren van acties gebruikt worden om na
te gaan of de beoogde energiewinst wel werd bereikt. Eventueel
kunnen op basis van deze nulmeting ook resultaatsverbinte-
nissen worden opgenomen in het contract met de uitvoerder van
de energiebesparende maatregel waarvoor veranderingswerken
vereist zijn.
Energieboekhouding invoeren
Er wordt een energieboekhouding ingevoerd. De doelen van
energieboekhouding zijn onder meer:
het verwerven van een beter inzicht in het energieverbruik;
het opsporen van abnormaal (sluip-)verbruik en daardoor korter
op de bal spelen dan wanneer enkel jaarlijkse energiefacturen
worden opgevolgd;
het helpen evalueren van het energetisch gedrag van een
gebouw en van zijn technische installaties en met deze inzichten
het verder optimaliseren van de energiehuishouding;
het evalueren van de getroffen energiebesparingsmaatregelen
door kwantitatieve indicatoren te monitoren en te toetsen aan
de doelstelling;
het energiebewustzijn aanmoedigen;
het creëren van een beter inzicht in de rentabiliteit van toekom-
stige investeringen;
de terugkoppeling naar de begroting en nacalculatie;
een transparante rapportering over het energieverbruik van de
verschillende gebouwen (energiekadaster).
De volgende informatie kan per gebouw van het gemeentelijk
patrimonium geïnventariseerd worden:
de energiestromen (gas, stookolie, elektriciteit, hout, …) en het
water die in het gebouw verbruikt worden met per stroom:
de locatie;
het type;
de meters in het gebouw met hun bijhorende EAN-nummer;
het energieverbruik van het gebouw per energiestroom (door
het uitpluizen van facturen uit het verleden, door het opvolgen
10
van de meterstanden doorheen de tijd (maandelijks) en/of door
het plaatsen van extra meters waar nodig);
kengetallen: het vergelijken van de gebouwen onderling kan via
kengetallen (benchmarking/energiekadaster);
de locatie van het gebouw;
de functie van het gebouw (handig om het verbruik te bench-
marken met andere gebouwen die een gelijkaardige functie heb-
ben);
de (verwarmde) oppervlakte van het gebouw.
Wanneer het over grote gebouwen gaat of wanneer men iets
meer in detail wil/kan treden, kan de energieboekhouding wor-
den verfijnd tot op het niveau van gebouwdelen of installaties.
Zo kan het bijvoorbeeld nuttig zijn om niet alleen het totale
elektriciteitsverbruik van het gebouw maar ook de deelverbruiken
voor verlichting, verwarming, ventilatie, koeling, kantoorappara-
ten, pompen, … te monitoren. In de rapporten van energieaudits
zijn dergelijke energiebalansen meestal opgenomen. De inzichten
op deelverbruiken laten toe om prioriteiten te bepalen.
VOORBEELD VAN EEN ENERGIEBOEKHOUDING
Op de website www.steekwattinjezak.be (een initiatief van VOKA) kan men gratis een aantal Excelrekenbladen downloaden die
sjablonen bevatten voor het opvolgen van het energieverbruik. Zulke rekenbladen zijn natuurlijk perfect zelf op te stellen. Daarbij kan men
bv. de mogelijkheid voorzien om meerdere gebouwen in 1 registratietabel in te voeren.
Het eerste voorbeeld is een Excelrekenblad dat gebruikt kan worden om één gebouw of afnamepunt op te volgen. Het tweede voorbeeld
voorziet de mogelijkheid om de gegevens van meerdere gebouwen op te volgen en zou ook als masterrekenblad kunnen opgevat
worden dat alle info uit de aparte rekenbladen haalt.
STEEK WATT IN JE ZAK !Registratie Electriciteitsverbruik Naam bedrijf Jaar : 2011
EAN-code : Vul hier de EAN-code van de aansluiting inOmschrijving meter : meter dagtarief
Maand Datum opname begin maand
Datum opname einde maand
meter stand begin maand
meter stand einde maand
2011 Verbruik
per maand (kWh)
Aantal gewerkte
dagen
2011 Verbruik / werkdag
(kWh)
2011 Kost per maand (in €)
Opmerkingen
januari 0 0 0februari 0/01/1900 0 0 0maart 0/01/1900 0 0 0april 0/01/1900 0 0 0mei 0/01/1900 0 0 0juni 0/01/1900 0 0 0juli 0/01/1900 0 0 0augustus 0/01/1900 0 0 0september 0/01/1900 0 0 0oktober 0/01/1900 0 0 0november 0/01/1900 0 0 0december 0/01/1900 0 0 0
TOTAAL 0 0 0GEMIDDELDE 0,0 0,0 0,0
STEEK WATT IN JE ZAK!
Voorbeeld van de energieboekhouding beschikbaar op www.steekwattinjezak.be
Registratie elektriciteitsverbruik
11
Lokale overheden kunnen ook beroep doen op software en (al dan niet gratis) dienstverlening die via de netbeheerders wordt aangebo-
den. Meer info is o.m. terug te vinden op:
• www.eandis.be/eandis/klant/k_energieboekhouding.htm
• www.infrax.be/nl/over-infrax/infrax-in-detail/taken-en-missie
Voorbeeld van een zelf opgesteld werkblad voor het opvolgen van meerdere gebouwen (energiekadaster)(Bron: PLAGE handleiding leefmilieu Brussel)
Benchmarking met andere gebouwen
Benchmarking is de oefening waarbij het specifieke verbruik van
het gebouw (kWh/m².jaar) wordt vergeleken met dat van andere
gebouwen van dezelfde categorie of sector. Er kan dus vergeleken
worden met andere gebouwen binnen het eigen gebouwenpark of
met externe cijfers. Hoewel de resultaten van een dergelijke oefening
steeds relatief moeten gezien worden (de gebouwen waarmee wordt
gebenchmarkt zijn zo gelijkaardig mogelijk maar natuurlijk nooit
identiek), geeft dit toch een indicatie van de huidige toestand.
Let op: de benchmark is niet de referentie waarnaar moet gestreefd
worden! Bij het formuleren van doelen is het aan te raden om
ambitieus te zijn en het (stukken) beter trachten te doen dan de
benchmark of het sectorgemiddelde! Het bereiken van het gemid-
delde kan in sommige gevallen natuurlijk wel al een mijlpaal zijn.
VOORBEELDEN VAN DE MEEST COURANTE BENCHMARKGEGEVENS
Onderstaande tabellen zijn een selectie van de belangrijkste kengetallen in een aantal gebouwfuncties die kunnen voorkomen binnen
het gemeentelijk gebouwenpatrimonium. Deze zijn gebaseerd op studies van het VITO en Novem (Agentschap NL). Meer informatie en
gebouwfuncties zijn terug te vinden op volgende websites:
• de website van VITO: www.vito.be
• www.agentschapnl.nl/programmas-regelingen/energiecijfers-energie-gebouwde-omgeving
(let op de jaartallen bij het interpreteren van gegevens)
Bron: Energiekengetallen Vito 2003, gemiddelde waarde van 153 gebouwen
Energieverbruik bij openbare besturen Brandstof [kWh/(m².jaar)] Elektriciteit [kWh/(m².jaar)]
203 73
12
Bron: Energiekengetallen Vito 2003, gemiddelde waarde van 42 vrije scholen en 131 gemeentelijke, provinciale en gemeenschapsscholen
Bron: Energiekengetallen Vito 2000, gemiddelde waarden
Bron: Energiekengetallen Vito 2003, gemiddelde waarden van 46 zwembaden
Bron: Agentschap NL 2007
Bron: Agentschap NL 2008
Energieverbruik in scholen Brandstof Elektriciteit kWh/(m².jaar) kWh/(leerling.jaar) kWh/(m².jaar) kWh/(leerling.jaar) Vrij onderwijs 147 1.319 32 260 Gemeentelijk, provinciaal en gemeenschaps-onderwijs
256 2.730 30 442
Energieverbruik in rusthuizen
Brandstof Elektriciteit kWh/(m².jaar) kWh/(bed.jaar) kWh/(m².jaar) kWh/(bed.jaar) 50-100 bedden 233 11.111 53 2.777
Energieverbruik in zwembaden Brandstof Elektriciteit
kWh/(m².jaar) kWh/(m² wateropp.jaar) kWh/(m².jaar) kWh/(m² wateropp.jaar) 858 4.017 228 1.455
Energieverbruik in u�liteitsgebouwen, verdeeld naar energiedrager Gas Elektriciteit m³/(m².jaar) kWh/(m².jaar) Kantoren 20 83 Onderwijs 15 33 Ziekenhuizen 34 104 Verzorging 31 73
Energieverbruik in u�liteitsgebouwen, verdeeld naar func�e [kWh/(m².jaar)] Kantoren Sporthallen Zwembaden Ziekenhuizen Verpleging Basisonderwijs Ruimteverwarming 139 128 467 186 200 114 Koeling 19 0 0 33 1 0 Warm tapwater 2 14 58 42 11 3 Bevoch�ging 1 0 0 6 0 0 Diversen 7 7 67 51 11 3 Horeca 14 17 50 11 3 3 ICT-centraal 42 1 3 14 1 7 ICT-decentraal 25 0 2 6 2 10 Pompen 4 8 169 11 7 2 Productbereiding 0 0 56 6 8 0 Productkoeling 0 0 0 3 4 0 Transport 4 0 0 6 4 0 Ven�la�e 11 28 222 42 11 0 Verlich�ng binnen 72 72 131 106 108 24 Verlich�ng buiten 3 6 7 3 4 1 Verlich�ng nood 1 1 3 3 2 2 Totaal 344 281 1.234 526 378 168
13
De gegevens die in de auditrapporten van de energieaudits wer-
den neergeschreven, dienen nauwgezet onderzocht te worden.
De voorgestelde maatregelen moeten overlopen worden om er
zeker van te zijn dat er in de audit geen praktische details
werden vergeten die bij uitvoering een belemmering zouden
kunnen vormen voor het uitvoeren van de maatregel.
Bijvoorbeeld:
zijn de kosten voor steigers meegerekend bij de investering om
ramen te vervangen?
is de stookplaats voldoende toegankelijk om de ketel te vervangen?
kan de verlichting aan het plafond van het zwembad vervangen
worden wanneer er water in staat?
Een ander doel van de analyse is er zeker van te zijn dat de volle-
dige inhoud van het auditrapport goed begrepen werd: alle even-
tuele onduidelijkheden dienen opgehelderd te worden.
Vervolgens kan de energieverantwoordelijke inspiratie putten
uit de auditrapporten en de investeringsmatrix om analoge
maatregelen voor andere vergelijkbare gebouwen uit het
gebouwenpark uit te voeren. Bij vragen of problemen kan de
provinciale Helpdesk Energiezorg ingeschakeld worden.
Analyse van de auditrapporten en afleiden mogelijke maatregelen
VOORBEELD VAN EEN OVERZICHTSTABEL VAN DE BELANGRIJKSTE MAATREGELEN IN EEN KANTOORGEBOUW
Onderstaande tabel geeft een voorbeeld van een overzicht van enkele maatregelen die typisch kunnen voortvloeien uit een energieaudit
van een kantoorgebouw. De tabel geeft een ruwe raming van het besparingspotentieel, investeringskosten en terugverdientijd. Op een
schaal van 0 tot 5 werd in dit geval vervolgens het potentieel, de rentabiliteit, het risico en de complexiteit gekwantificeerd, waarbij 0
staat voor zeer laag en 5 voor zeer hoog.
MaatregelBesparing (kWh/j )
Besparing (€/j)
Investering (€)
TVT excl. sub (jaar)
Poten�eel rentabiliteit risico complexiteit
sens ibi l i sering verwarming 87.000 3.300 0 0 4 5 0 4
sens ibi l i sering elektrici tei t 25.200 3.700 0 0 4 5 0 4
Thermosta�sche kranen voorzien 6.500 250 2.800 11 1 1 1 3
Aanpass ing van de cv-s turing 109.000 4.120 2.400 6 5 3 1 2
radiatorfol ie 20.000 750 4.200 6 3 3 0 1
spouwisola�e 130.000 4.900 53.000 11 5 1 2 3
vervanging van oude ramen 135.000 5.000 320.000 >30 5 0 2 2
isoleren warme leidingen in de 6.000 230 1.300 6 2 3 0 1
dichten schouwopeningen ? ? ? ? 2 2 0 2
rel igh�ng 75.000 11.000 130.000 12 5 1 1 3
klokken op elektrische boi ler 3.000 450 500 <1 2 5 0 1
PV-panelen (80kWp) 68.000 8.000 180.000 7 4 3 1 2
14
DE MEEST COURANTE VERBETERINGSMAATREGELEN
Op de website www.infomil.nl/onderwerpen/duurzame/energie/energiebesparing zijn bovendien verschillende lijsten met
maatregelen te raadplegen voor een aantal sectoren waaronder kantoren, scholen, zorg- en sportinstellingen, ... Uit deze lijsten kan men
vervolgens een checklist extraheren of meer info onder de vorm van een naslagwerk genereren. Daarin kan zowel een technische uitleg,
een inschatting van het besparingspotentieel en de terugverdientijd teruggevonden worden.
aanw
ezig
ontb
reek
t
n.v.
t.
TECHNISCHE RUIMTE
Is de cv-ketel een HR-ketel?
Is de temperatuur van het cv-water juist ingesteld?
Is de starttijd voor het opwarmen van het gebouw geoptimaliseerd?
Indien dit nog niet is gebeurd in het auditrapport dienen de po-
tentiële maatregelen gerangschikt te worden op basis van finan-
ciële en praktische haalbaarheid. Daarnaast wordt het actieplan
ook uitgebreid met acties voor gebouwen waarvoor nog geen
energieaudits werden uitgevoerd.
De zogenaamde quick wins (maatregelen die quasi geen in-
vestering vergen en (daardoor) op korte termijn winst opleveren)
verdienen prioriteit. Op de tweede plaats komen maatregelen
waar wel een zekere investering voor nodig is maar een korte
terugverdientijd hebben. Op de derde plaats komen maatrege-
len met een langere terugverdientijd maar met een hoge IRR*
(bv. PV-panelen: de initiële investering is aanzienlijk, waardoor de
terugverdientijd meer dan 5 jaar bedraagt, maar daarna blijft de
opbrengst van de investering wel nog een tijd hoog). De laagste
prioriteit wordt ten slotte gegeven aan de minst haalbare of minst
rendabele maatregelen.
RANGSCHIKKING VAN DE BESCHREVEN MAATREGELEN
* De interne opbrengstvoet (internal rate of return, IRR) of effectief rendement is een getal, meestal uitgedrukt als percentage, dat het netto rendement van de investeringen in een project weergeeft. Het is de opbrengstvoet (ook disconteringsvoet genoemd) waarbij de netto contante waarde van het geheel van kosten en baten nul is. Een project is aantrekkelijk als de IRR hoog is.
15
Definieer per uit te voeren maatregel een duidelijke doelstelling
en dit in het bijzonder naar de uitvoeringstermijn en de beoogde
besparing.
DEFINIEER DUIDELIJKE DOELSTELLINGEN
Om de vooruitgang op het gebied van energieverbruik te kun-
nen opvolgen, dienen indicatoren opgesteld te worden. Met
deze indicatoren kan nagegaan worden in welke mate de
vooropgestelde doelstellingen bereikt worden en waar nodig
de acties bijgestuurd moeten worden.
Enkele voorbeelden van indicatoren voor specifieke doelstellingen:
Indicatoren bij de doelstelling “energieverbruik vermin-
deren”:
energieverbruik per gebouw per m²
energieverbruik per graaddag** per m² (voor verwarming)
procentuele evolutie van het energieverbruik tussen twee jaarlijkse
facturen
percentage gebouwen waarvan het dakoppervlak volledig
geïsoleerd is
...
Indicatoren bij de doelstelling “de gebruikers sensibili-
seren voor energiebesparingen”:
daling van het verbruik
vaststelling van nieuwe energiezuinige gedragingen
de mate waarin rekening wordt gehouden met energiecriteria
bij de aanschaf van nieuwe installaties
verdwijning van een aantal energieverslindende gedragingen
Deze indicatoren doen tevens dienst als communicatiemiddel
en helpen bij het nemen van beslissingen. Indicatoren die aan-
tonen dat er in een bepaald gebouw resultaten werden geboekt,
kunnen als hefboom gebruikt worden om in de rest van het
gebouwenpark gelijkaardige resultaten na te streven. Dergelijke
voorbeelden uit het gemeentelijk gebouwenpark hebben immers
een veel grotere overtuigingskracht dan voorbeelden die extern
aangereikt worden.
Het is aanbevolen om de indicatoren te definiëren met het hele
energieteam samen. Zo worden ze gemakkelijker aanvaard en
kan specifieke kennis omtrent verbruiken, gedrag, … van de ver-
schillende diensten of gebouwen in de indicatoren opgenomen
worden.
INDICATOREN OPSTELLEN
** De graaddagen geven een invers beeld van de temperatuur (de warmte) weer. De graaddagen zijn dus een maatstaf voor de koude over een periode. De graaddagen voor alle dagen van het jaar vanaf 2001 zijn terug te vinden op www.aardgas.be/consumenten/over-aardgas/nieuws-en-publicaties/graaddagen
16
Per uit te voeren maatregel wordt op basis van de verzamelde
informatie een gedetailleerd actieplan opgemaakt. Dit is een lijst
van acties, hun timing, begroting, de beoogde energiewinst
en de betrokken en verantwoordelijke personen of instanties. Bij
elke actie kan ook de indicator vermeld worden die zal gebruikt
worden om achteraf te controleren of de actie uitgevoerd is en
om op te volgen wat het resultaat ervan is. Het geheel van al
deze maatregelen vormt het globaal actieplan voor energiezorg.
Acties en maatregelen uitvoeren
STAP 2OPMAAK GEDETAILLEERD ACTIEPLAN PER MAATREGEL
Sommige maatregelen vergen een simpele gedragswijziging van
de gebouwgebruikers (wat nog niet wil zeggen dat het simpel
zal zijn om hen die aan te leren…), andere maatregelen vergen
technische ingrepen.
De moeilijkheid van uitvoering kan bepalend zijn of deze wer-
ken kunnen uitgevoerd worden door eigen personeel (tech-
nische dienst), dan wel of er externe bedrijven/aannemers
moeten ingeschakeld worden. Behalve de moeilijkheids-
graad van de uitvoering, kan ook kwaliteitsgarantie een
rol spelen. Het al dan niet in eigen beheer uitvoeren van wer-
ken zal een invloed hebben op de geraamde kostprijs ervan. In
deze stap wordt dus ook getracht een nauwkeuriger inzicht te
krijgen in de uitvoeringskosten. Samen met de analyse van
de investeringsruimte (welk budget is er beschikbaar?) leidt dit
tot het bepalen van de prioritaire en minder prioritaire acties.
Zowel de betrokken personen en diensten als een begroting van
de kosten worden mee opgenomen in het actieplan. Er zullen
wellicht nog heel wat stappen aan te pas komen om het beschik-
bare budget, de timing en de prioritair uit te voeren investeringen
op elkaar af te stemmen. Het is van belang om op het actieplan
concrete en realistische termijnen te plakken.
INSCHATTING VAN DE MOEILIJKHEID EN KOSTPRIJS VAN UITVOERING
VOORBEELD VAN EEN ACTIEPLAN VOOR DE UIT TE VOEREN MAATREGEL
Het gedetailleerd actieplan hoeft geen uitgebreide roman te worden, maar moet zo concreet en overzichtelijk mogelijk inzoomen op Wie?
doet Wat? Wanneer?.
Aan het begin van dit document vindt u een voorbeeld van een actieplan, met daarin een aantal acties als voorbeeld uitgewerkt (installeren
energieboekhouding en vervangen buitenschrijnwerk). Hoe dit actieplan er uit ziet is niet eenduidig vast te leggen. Volgende kolommen
kunnen bijvoorbeeld nog toegevoegd worden om het actieplan verder te concretiseren:
op te volgen indicatoren
ontvanger of degene die de uitvoering controleert
beoogde besparing
eventueel nog een verdere opsplitsing van de verschillende deeltaken
…
Het actieplan behoort concreet en duidelijk te zijn, zodat een goede uitvoering en opvolging met de bijhorende timing voor de verschil-
lende betrokkenen duidelijk is. Het actieplan is maatwerk voor elke gemeente op zich, waarbij de gemeente bijgestaan kan worden door
de Provinciale Helpdesk Energiezorg om mogelijke subtaken, realistische termijnen en prioriteiten te definiëren.
Acties waarvoor technische werken nodig zijn
Wanneer er technische werken worden uitgevoerd die implicaties
hebben op energiezorg, is het van belang om aan de uitvoerder
van de werken of de leverancier van de installatie voldoende
nauwkeurige randvoorwaarden op te leggen. Aarzel daarom niet
om waar nodig de hulp van de Helpdesk Energiezorg in te roepen
voor:
het beoordelen van studies en voorontwerpen voor de uitvoering;
het nalezen van de bestekken en de beoordeling van de offertes
voor de uit te voeren werken;
het begeleiden bij het plannen en de uitvoering van de werken,
bijvoorbeeld door aanwezigheid op een projectvergadering.
Er moet ook op toegezien worden dat een postinterventiedossier
opgemaakt wordt. Dit kan later dienst doen als handleiding voor
de gebruikers en toekomstige beheerders. Ook bij het uitvoeren van
werken in eigen beheer wordt er best door de betrokken personeels-
leden van de technische dienst een gebruikershandleiding op-
gemaakt. Deze dient vooral te focussen op details die achteraf
moeilijk te achterhalen zijn (bijvoorbeeld welke installaties of ge-
bouwdelen allemaal aangesloten zijn op een bepaalde meter, hoe
de sturing van installaties werkt en kan aangepast worden, enz.).
Communicatie en sensibilisering
Openbare gebouwen groter dan 500 m² (vanaf 2015: > 250 m²)
moeten verplicht een energieprestatiecertificaat (EPC) uithangen.
Vaak wordt daar echter verder niets mee gedaan. Nochtans kan
de informatie uit het EPC gebruikt worden om te communiceren
met de gebouwgebruikers over de prestaties van het gebouw.
Bedenk één of (bij voorkeur) meerdere strategieën (affiches,
nieuwsbrief, …) om over het energieverbruik in de gemeentelijke
gebouwen (en de evolutie daarvan) te communiceren. Meteen
kunnen toekomstplannen, acties en sensibiliserende tips worden
verspreid.
UITVOEREN VAN DE ACTIES
VOORBEELD: COMMUNICATIE VIA AFFICHES
Mogelijke informatie die kan gecommuniceerd worden:
het aandeel van dit gebouw in het totale energieverbruik van
het gemeentelijke gebouwenpark;
het gemiddelde verbruik bij andere gelijkaardige gebouwen;
de evolutie van het verbruik gedurende de laatste jaren en de
beoogde doelstelling;
geboekte resultaten in de kijker zetten;
tips voor het verlagen van het energieverbruik;
energieweetjes (bv. een TL-lamp verbruikt bij de opstart niet zoveel
meer energie dan wanneer ze brandt, dus van zodra ze enkele minu-
ten uit kan blijven, is dat energetisch al voordeliger dan ze te laten
branden; het ’s morgens heropstarten van de verwarming “verslindt”
niet de besparingen van een verlaagd ingestelde nachttemperatuur);
...17
Eventueel kan gewerkt worden met een mascotte om alle communi-
catie m.b.t. energiezorg te stroomlijnen (bv. een getekend stripfiguur-
tje). (bron van voorbeeld: http://cms.dordrecht.nl/ )
18
Eén van de (te plannen en) uit te voeren acties is ongetwijfeld het
up-to-date houden van de energieboekhouding. Voor de prio-
ritaire gebouwen komt het er op neer dat maandelijks alle
meterstanden worden opgenomen en ingevoerd in het energie-
boekhoudsysteem. Voor minder prioritaire gebouwen kan dit
eventueel met een groter interval, maar als dat praktisch mogelijk
is, wordt toch aangeraden om alle meterstanden simultaan op
te nemen, zodat de gegevens homogener zijn en de verwerking
ervan gemakkelijker wordt.
Behalve het verzamelen van gegevens, is uiteraard ook de inter-
pretatie ervan belangrijk. Een goed energieboekhoud-systeem
genereert automatisch verschillende grafieken waarop een histo-
riek van ruwe data, genormaliseerde data (vb. gasverbruik t.o.v.
graaddagen), trends, uitschieters en prestaties tegenover gemid-
delden direct zichtbaar zijn. Bij het invoeren van de meterstanden
wordt best ook even onmiddellijk naar deze visualisaties ge-
keken omdat eventuele fouten bij het noteren of ingeven van de
meterstanden sneller visueel te detecteren zijn dan in een tabel
met waarden. Soms kan ook een automatische check voorzien
worden die de energieverantwoordelijke alarmeert wanneer de
ingevoerde gegevens (te ver) afwijken van het verbruik dat te
voorspellen valt aan de hand van historische data.
Acties opvolgen, controleren en meten
STAP 3OPVOLGING VAN DE ENERGIEBOEKHOUDING EN MONITORING
Voorbeeld 1: waterverbruik in een verzorgingstehuis. De watermeterstanden werden een aantal malen per dag genoteerd om een evolutie
van het waterverbruik gedurende de dag te kunnen beschouwen. In onderstaande grafiek visualiseren we het berekende waterverbruik per
uur over verschillende periodes van de dag.
Waterverbruik per uur (m³/h)
0
0,5
1
1,5
2
2,5
3
3,5
4
10u
- 12
u
12u
- 15u
45
15u4
5 - 6
u30
6u30
- 8u
15
8u15
- 10
u15
10u1
5 - 1
2u
12u
- 14u
14u
- 16u
16u
- 6u3
0
6u30
- 8u
8u -
10u
10u
- 12u
12u
- 14u
14u
- 17u
15
17u1
5 - 7
u
7u -
9u
9u -
10u3
0
10u3
0 - 1
2u
12u
- 14u
14u
- 16u
16u
- 6u3
0
6u30
- 8u
8u -
10u1
5
10u1
5 - 1
2u
12u
- 14u
14u
- 16u
Maandag16/4/07
Dinsdag 17/4/07 Woensdag 18/4/07 Donderdag 19/4/07 vrijdag 20/4/07
We zien dus een vrij constant verbruik per dag van 33 – 34 m³. Opvallend is echter de verdeling van het verbruik. Zo valt slechts 55% van
het dagverbruik tussen 6:00 en 16:00 terwijl gedurende deze periode de grootste waterbehoefte is. We zien wel een hoger gemiddeld
VOORBEELD: INTERPRETEREN VAN PERIODIEKE GEGEVENS IN EEN ENERGIEBOEKHOUDSYSTEEM
19
waterverbruik per uur tijdens de ochtenduren. Het wassen van de bewoners valt immers tussen deze periode.
Tijdens de avonduren wordt gemiddeld per uur nog 1 m³ of 1.000 liter water verbruikt. Na nader onderzoek naar dit hoge nachtelijk
waterverbruik, bleek er sprake te zijn van een ondergronds waterlek!
Voorbeeld 2: gecorrigeerd maandelijks aardgasverbruik t.b.v. verwarming van kantoorgebouwen en werkplaatsen in een recreatiedomein.
0
10.000
20.000
30.000
40.000
50.000
60.000
70.000
jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec
2006 2007 2008 2009 2010
kWh
Uit deze gegevens kan men afleiden dat men in 2006 en 2009 er in geslaagd is veel minder aardgas te verbruiken. Ook zien we nog een
aanzienlijk verbruik in de zomermaanden (mei - september) terwijl de verwarming dan perfect uit kan. Beide waarnemingen kunnen wijzen
op aanzienlijke besparingsmogelijkheden qua regeling van de stookinstallaties, wat ook hier het geval bleek te zijn.
Sommige (grotere) gebouwen hebben telemetrisch gelezen
meters. Dat wil zeggen dat het verbruik op die bepaalde
EAN-code om het kwartier automatisch wordt gemeten en
wordt doorgestuurd naar de netbeheerder. Deze zogenaamde
kwartuurwaarden zijn nog veel interessanter dan de maan-
delijkse registraties. In de systemen eSight (Infrax) en Comeet
(Eandis) zijn deze verbruiken rechtstreeks te raadplegen. Voor
gebouwen die niet over dergelijke meters beschikken of voor het
monitoren van gebouwdelen of bepaalde installaties, kunnen
voor een bepaalde periode ook verbruiksloggers gehuurd worden
die bv. om het kwartier het opgenomen vermogen registreren. Dit
kan erg nuttig zijn voor het zoeken naar de oorzaak van (abnor-
maal) hoge maandelijkse verbruiken.
20
In het Technisch Reglement voor Distributie van Elektriciteit in het Vlaams Gewest lezen we in artikel V.3.10.2 (aanvraag
van gedetailleerde verbruiksgegevens) dat elke distributienetgebruiker maximaal één keer per jaar zijn verbruiksgegevens van de laatste
drie jaar op eenvoudig verzoek, met opgave van zijn EAN-code, gratis kan verkrijgen bij de distributienetbeheerder. Hij kan die taak ook
toevertrouwen aan een leverancier aan wie hij de nodige volmacht verleent. De opgevraagde verbruiksgegevens moeten door de distribu-
tienetbeheerder aan de aanvrager ter beschikking gesteld worden uiterlijk vijftien werkdagen na de aanvraag. Bij continu (of tele)gelezen
netgebruikers kan men zo de digitale waarden van het verbruik per kwartier (kwartuurwaarden) ontvangen voor de afgelopen 3 jaar. Bij
maandelijks of jaarlijks uitgelezen afnamepunten zijn deze waarden helaas niet beschikbaar.
Onderstaande grafiek geeft ter illustratie het verloop van het opgenomen elektrisch vermogen over één werkweek in een kantoorgebouw.
0
5
10
15
20
25
30
35
0:00
0:00
0:00
0:00
0:00
0:00
0:00
Kwartierwaarden week 9 van 22/2 tot 28/2/2010 (kW)
VOORBEELD: INTERPRETEREN VAN KWARTUURWAARDEN IN EEN ENERGIEBOEKHOUDSYSTEEM
Uit zulke meetgegevens kunnen zeer interessante conclusies getrokken worden, zoals in dit voorbeeld:
er is een basislast van circa 8 à 10 kW die opvalt als ‘sluimer’verbruik. Het loont de moeite om uit te klaren welke verbruikers hiervoor
verantwoordelijk zijn. Hierop wordt dieper ingegaan bij de maatregelen;
op werkdagen start om 7u een installatie op waar om 8u er een volledige doorstart is wanneer de mensen toekomen;
vanaf omstreeks 16u30 tot 21u loopt het elektriciteitsverbruik traag af, wat mogelijks kan wijzen op een aantal apparaten die te lang
aan blijven staan.
Na het uitvoeren van de acties wordt best een systeem van
tijdelijke of blijvende monitoring opgezet om het effect ervan
te kwantificeren. Onder een tijdelijke monitoring verstaan
we een meetcampagne, bijvoorbeeld met externe (gehuurde)
apparatuur om het verbruik van een bepaald systeem of ge-
bouwdeel te registreren. Een blijvende monitoring zit vervat
in de energieboekhouding. De indicatoren die eerder werden
opgesteld kunnen nu aangewend worden om een evolutie te
registreren relatief ten opzichte van de nulmeting.
OPVOLGEN VAN DE RESULTATEN VAN DE UITGEVOERDE MAATREGELEN
21
Het is essentieel om in te zien dat de bovenstaande stappen niet
lineair opeenvolgend zijn, maar dat ze cyclisch dienen doorlopen
te worden. Energiezorg vormt op die manier een kader voor een
voortdurend verbeteringsproces, een positieve spiraal. In dit ka-
der is het ook belangrijk om de nieuwe norm omtrent energie-
management te vermelden: ISO 50001.
De ISO 50001-standaard kan interessant zijn voor de ge-
meente, omdat ze een aantal procedures bevat die eveneens
helpen bij het opzetten en uitvoeren van energiemanagement.
De ISO-standaard voegt daar bovendien een opvolgingstraject
voor de lange termijn aan toe. Dat garandeert dat de eerder
uitgevoerde inspanningen opgevolgd en gecontroleerd wor-
den en dat er bijkomende initiatieven worden genomen wan-
neer dat nuttig of nodig is. Meer informatie kan men terugvin-
den op www.iso.org/iso/iso_50001_energy.pdf
22
In deze fase gaan we kijken of we het bestaande actieplan kun-
nen bijstellen op basis van de gemeten bevindingen. Dit kan
bijvoorbeeld door de bestaande acties nog te verbeteren door
een betere uitwerking (bijvoorbeeld door uitbreiding van sen-
sibiliseringsacties, door verfijning van de energieboekhouding
door het plaatsen van onderbemetering en telemetrie).
Actieplan bijstellen en uitbreiden
STAP 4
Daarnaast moet vanuit het energieteam aandacht besteed worden
aan langetermijnacties door het opstellen van een meerjarenplan
voor de uitvoering van energiebesparende maatregelen. Door
overleg met de verantwoordelijke schepen(en) en diensthoofden,
moet er ook samen op toegezien worden dat er tijdig nieuwe
maatregelen voorgesteld worden aan het schepencollege of de
bevoegde organen. Enkel wanneer de beoogde maatregelen
ingebed worden in het lokaal gemeentelijk beleid en deze een
invulling krijgen in de ‘Beleids- en Beheerscyclus’, worden toe-
komstige maatregelen en bijhorende budgetten geborgd.
Om het energieverbruik in processen of gebouwen op te volgen en te analyseren, biedt de informatie van de hoofdteller onvoldoende
houvast. Er is steeds meer behoefte aan onderbemetering door middel van het plaatsen van tussenmeters voor verschillende energie-
soorten, zoals elektriciteit en gas.
Bijvoorbeeld omdat er afgerekend dient te worden met (onder)huurders op werkelijk energiegebruik of omdat u wilt weten wat het
energiegebruik van verschillende afnemers (bv. de luchtbehandelingkast, airco of liftinstallaties) is.
Daarnaast geven de verbruiksprofielen van een gebouw, gebaseerd op de kwartuurwaarden of de gegevens van een submeter per instal-
latie een beter beeld van het energiegebruik en de potentiële besparingen t.o.v. verbruiken in een staafdiagram op basis van gegevens
die slechts één maal per maand worden uitgelezen. Voor het monitoren van kwartuurwaarden wordt gebruikt gemaakt van telemetrie
waardoor deze meetgegevens digitaal worden uitgelezen.
23
Mogelijke valkuilen
Het proces van beslissingen nemen en acties uitvoeren kost tijd.
Daarom is een goede planning van groot belang. Zorg ervoor dat
de termijnen van onderhoudscontracten, looptijden van subsidies,
nodige termijnen bij aanbestedingen, jaarlijkse begrotingen, enz.
ingecalculeerd worden bij het plannen van acties.
Verlies u niet in details. Bij het opstellen van de energieboek-
houding is het verleidelijk om bijvoorbeeld van alle gebouwen
nauwkeurige oppervlaktes te bepalen (indien deze nog niet
beschikbaar zijn). Soms moet de middenweg gevonden worden
om met snel beschikbare gegevens toch werkbare actieplannen
op te maken. Geef ook prioriteit aan de belangrijkste gebouwen
met betrekking tot de grootte van hun energieverbruik. Focus de
beschikbare tijd en middelen in het begin eerst op die gebouwen
die samen meer dan 50% van het totale energieverbruik uitma-
ken, dit zal minder dan de helft van het aantal gebouwen zijn. Een
kleine actie in een energieverslindend gebouw heeft vaak meer
resultaat dan een reeks intensievere acties in gebouwen die maar
voor een klein aandeel van het energieverbruik staan.
TIJD DETAILS
Bijkomende info
Meer algemene informatie over dit thema is verder terug te vinden op:
PLAGE-handleiding Leefmilieu Brussel: Plan voor Lokale Actie voor het Gebruik van Energie, een uitgebreide
handleiding opgesteld ten behoeve van energieverantwoordelijken.
http://documentatie.leefmilieubrussel.be/documents/PLAGE_manuel_RE_Prof_NL.PDF
Handleiding ‘Realiseren van projecten “duurzaam energieverbruik”’, samenwerkingsovereenkomst 2008-2013,
thema energie
www.lne.be/doelgroepen/lokale-overheden/so_2008-2013/handleiding-gemeenten/handleiding-per-thema/energie
Handleiding cluster Energie 2005-2007 ‘Opstarten en uitbouwen van energiezorg’
www.lne.be/doelgroepen/lokale-overheden/so-2005-2007/algemene-informatie/handleiding-per-cluster/energie/
so_voorlopigehandleiding_EN.pdf
www.vlaamsbrabant.be/helpdeskenergiezorg