Upload
fame
View
233
Download
3
Embed Size (px)
DESCRIPTION
FAME Magazine nr 1
Citation preview
Jules van der Lindengeen luchtkastelen
Hennie van der Mosthysterisch van de regelgeving
FAMEmagazineover ontwerp en ontwikkeling van vastgoed
voorjaar 07
Eigenzinnig Lichtenvoorde
Icoon aan
het water
10
Impuls voor
volkswijk
Amby
12
architectuur en stedenbouw
planontwikkeling
bouwmanagement
Jaargang 1 nummer 1
Fame Magazine is een uitgave van
FAME GroepArnhem-Zuidwolde-Zwolle
Spiekampenweg 2
7921 PA Zuidwolde
Postbus 40
7920 AA Zuidwolde
(0528) 229 700
www.famegroep.nl
EindredactieHenk Vonk
FotografieMaarten Corbijn
www.corbino.nl
VormgevingBy Frank, vormgeving bno
www.byfrank.nl
Co�rdinatie en realisatieRoyal Publishers
www.royalpublishers.nl
Inhoud
fame 3
Voorwoord
De activiteiten van de FAME Groep laten zich
niet in een paar plaatjes vatten. Die zeggen na-
tuurlijk wel iets over het proces en het eind-
resultaat, maar dat wordt ingegeven door veel
invloeden. Elk project heeft zijn reden. Wij zien
het als onze taak om die reden te formuleren,
te beïnvloeden en te sturen om zo te komen
tot bijzondere en succesvolle projecten.
De belangrijkste factor in ons werk zijn men-
sen. Onze eigen medewerkers, opdrachtge-
vers, gebruikers, passanten en al die anderen
met de meest uiteenlopende visies en menin-
gen. We hebben te maken met bewegingen in
de samenleving, maatschappelijke processen,
cultuur en milieu.
In ons nieuwe magazine geven wij telkens een
kijkje in deze wereld van FAME. We laten men-
sen aan het woord, wij geven onze mening, we
laten onze projecten zien en geven uiting aan
onze visie.
Ik wens u veel leesplezier!
Henk Vonk
Directeur FAME Groep
Tom Verloop
Sturing geven
Hennie van der Most
Adviseurs zijn
zakkenvullers
32
4
Hennie van der Most
Hennie
van der Most
Adviseurs zijn
fame 5
zakkenvullers
Heel ondernemend Nederland kent hem inmiddels.Van zijn eigen ondernemersnetwerk, ÔDe KoperenHoogteÕ, mogen alleen directeur-eigenaren lid zijn.Hij is beroemd om zijn eigenzinnige ondernemer-sinzicht en berucht om zijn uitspraken die daarmeegepaard gaan. Hennie van der Most zegt wat hijdenkt en doet wat hij zegt.
Wíj treffen hem echter in een mellow mood. Onze gespreks-
partner leunt ontspannen achterover op een zeer comfortabel
ogende stoel, de benen hoog, de handen achter het hoofd ge-
vouwen. Centraal in het kantoor dat meer weg heeft van een
huiskamer, voeren twee grasparkieten luidruchtig hun eigen ge-
sprek.
Gouden greep
Vanaf begin jaren tachtig begint de ‘Van der Most methode’ lang-
zaam maar zeker bekendheid te krijgen. Onrendabele of leeg-
staande bouwwerken worden opgekocht, opgeknapt en vervol-
gens geëxploiteerd volgens de all-in formule: één bedrag voor
een compleet pakket aan activiteiten dan wel voorzieningen.
Het blijkt een gouden greep.
De Bonte Wever in Slagharen zet de toon van wat een reeks
aan markante projecten zal worden. Speelstad Oranje, Preston
Palace in Almelo, de tot horecacomplex verbouwde watertoren
De Koperen Hoogte en het attractiepark Kernwasser
Wunderland in Kalkar. Wie er niet is geweest, heeft er in ieder
geval van gehoord.
Momenteel werken FAME Architectuur en Van der Most samen
aan een uitbreiding van sport- en evenementencentrum De
Smelt in Assen. Een complex bestaande uit een ijsbaan, tropisch
zwemparadijs, feest- en vergaderzalen en een uitgaanscentrum.
Het ligt in de bedoeling om het geheel compleet te maken met
een groot hotel (350 kamers). Gemikt wordt op een landelijke
doelgroep met jaarlijks 500.000 tot 600.000 bezoekers die ko-
men voor dagrecreatie dan wel een langer verblijf. Want ook
hier is straks alles onder één dak mogelijk.
Tarieven
Toch kan ook Van der Most het niet alleen en is de prangende
vraag of en zo ja, hoe een adviseur hem de helpende hand kan
bieden. Hij is zoals altijd duidelijk: ‘Ik werk niet graag en dus niet
snel samen met adviesbureaus. Zakkenvullers, dat zijn het!’ Hij zal
het nog regelmatig met klem herhalen. ‘Moet je kijken naar die
tarieven die ze berekenen. Ik kreeg laatst een rekening van een
accountant: een uurloon van 300 euro! Dat kan toch niet. Maar
wat ik nog erger vind, is dat ze niet luisteren naar de wensen
van de opdrachtgever. Een adviseur moet toegevoegde waarde
‘Architecten
moeten eerst
maand in fabriek
werken’
hebben, je moet er geld mee kunnen verdienen. Maar nu moet
ik natuurlijk zeggen dat FAME anders is omdat jullie dit artikeltje
gaan schrijven en dan moeten jullie uiteraard zelf goed uit de
bus komen nietwaar?’
Hij kan er zelf smakelijk om lachen. Om de bevestiging hoeft
trouwens niet gevraagd te worden. ‘De samenwerking met
FAME is anders. Simpel. FAME heeft als ondernemer meege-
dacht met mijn plannen in Assen, vanaf het begin ging dat prima.
Ik heb zelf mijn ideeën bij het nieuwe complex, ik zie het als het
ware al voor me. Die ideeën hebben ze bij FAME goed vertaald
in een plan. Daarbij heeft de architect het plan met name logis-
tiek beter gemaakt. Ik ben er heel blij mee. Super! Dat vind ik
nou mooi; niet alleen je eigen architectonische ideeën naar vo-
ren duwen maar meedenken met de opdrachtgever en samen
het plan beter maken. Zo heb je wat aan elkaar.’
Of De Smelt een concurrent wordt van de andere Van der
Most-projecten, ontkent hij ten stelligste. Wat hem betreft vullen
ze elkaar prima aan. Ook is hij van mening dat hoe meer hotels
een stad heeft, hoe beter. Ze versterken elkaar. Als het gesprek
zich wat verdiept in het genoemde project blijkt dat Van der
Most meer weet te vertellen dan alleen het honorarium wat hij
kwijt is. Van berekeningen aangaande de overkappingsconstructie
van de ijsbaan tot en met het spuitwerk, niks is hem vreemd. Dit
onderstreept zijn kijk op het èchte ondernemerschap.
Eigenwijs
Want er zijn drie ondernemers, aldus Van der Most: de èchte
ondernemer die met niks is begonnen en voor wie geld een
middel is en geen doel. De oppas-ondernemer die uiteindelijk
wel kan uitgroeien tot echte ondernemer en de overname on-
dernemer voor wie geld het doel en ook macht is. . ‘Een echte
ondernemer weet wat er op de vloer gebeurt. Hij weet precies
wat hij wil en wat er kan. Een architect is vaak eigenwijs en
denkt niet mee. Wat mij betreft moet iedere architect minstens
één maand in een fabriek werken om gevoel te krijgen voor de
werkvloer en op die manier gevoel voor datgene wat in de
praktijk mogelijk is. De kern is dat je je moet kunnen verplaatsen
in de ondernemer, gevoel krijgen van hetgeen je opdrachtgever
wil.’
Samenwerken met dergelijke partijen gebeurt dan ook niet vaak
ook al wordt zo nu en dan wel een poging in die richting ge-
daan. ‘FAME is wat dat betreft wel een uitzondering en dat mag
je best opschrijven in dat blad van jullie. ’ Van de Most heeft
geen goede ervaringen met architecten. ‘Als ik met een idee
kom, stelt de architect zich vaak arrogant op en komt hij met
iets compleet anders terug. Het lijkt ook wel hoe groter mijn
fantasie wordt, hoe creatiever zij uren gaan schrijven.’
Een adviseur mag dus best bij Van der Most aanschuiven, als hij
maar goed kan meedenken en met een redelijke prijs komt.
Maar met of zonder architect, Hennie van der Most blijft bou-
wen. Ook in mindere tijden, juíst in mindere tijden, moeten we
blijven bouwen is zijn devies. ‘De bouw is de spil van de econo-
mie. Bouwen is puur het toevoegen van waarde. Kijk maar; zand
zit in de grond, ijzer ook en hout zit in de boom. Alles wat met
bouwen te maken heeft, is het toevoegen van waarde aan de
drie basiselementen die gewoon voor handen zijn.’ Het juridisch
gesteggel om de bouw heen staat hem enorm tegen. ‘Ik word
hysterisch van de regelgeving.’ n
fame 7
Winkelcentrum ‘De Gerven’ in Putten
4500 m2 winkels
45 appartementen
parkeergarage
Architect: Ir. Jules van der Linden. FAME Architectuur & Stedenbouw Zwolle
Management: Jan Belksma. FAME Bouwmanagement
In aanbouw
Wat hebben de nieuwe landverhuizers ‘de
provincie’ te bieden en andersom.
Trendanalist Justien Marseille, directeur van
The Future Institute in Rotterdam, vertelt
over een onderzoek waarin onder meer
FAME, AM Wonen, Ontwikkelbedrijf
Rotterdam en de provincie Noord-Holland
participeren. Over de hang naar slow towns.
Nu 33 % van de Nederlanders aangeeft te dromen over emi-
gratie moeten we constateren dat ‘het nieuwe landverhuizen is
doorgedrongen tot ‘de early majority’. De vroege massa die het
volume heeft om van een hype een trend te maken. The Future
Institute inventariseerde de stand van zaken en bracht de moge-
lijke gevolgen van deze ontwikkeling in kaart. Reden hiervoor
was niet alleen het groeiende aantal vertrekkers (130.000 in
2006) maar vooral het type mensen dat vertrekt. Het zijn de
ondernemende, vaak jonge, initiatiefrijke lieden die het land ver-
laten, de early adopters. De groep die trend zet en door de
massa gezien wordt als invloedrijk.
Het gewone gezin verkast steeds vaker naar net over de grens,
senioren vertrekken naar streken waar de botten minder pijn
doen en waar het eten gewoon naar thuis smaakt. Ze vertrek-
ken op zoek naar rust en ruimte. Omdat ze zowel het feitelijke
als het sociale klimaat zat zijn, men zich gevangen voelt en de
kinderen een andere toekomst gunt: minder gehaast en minder
gericht op materiële status, meer ruimte voor ontwikkeling, ini-
tiatief, eigen vrijheid en eigen regels.
Stroomversnelling
Nu externe factoren als vertrouwen in eigen kunnen, vergroting
van de actieradius en de komst van het internet een aantal be-
langrijke barrières slechten, komt de ontwikkeling in een
stroomversnelling. Vrienden en familie blijken voor ‘de gewone
Nederlander’ de voornaamste reden om te blijven. Maar die ge-
wone Nederlander gelooft ook dat het internet in staat is de
eventuele afstand tot deze vrienden te overbruggen.
De vraag is hoe de grote massa, de majority, deze trend over-
neemt. Bekend is dat deze groep, die het volume maakt, meer
behoefte aan zekerheid heeft. De majority neemt pas nieuw ge-
drag over als het naar duidelijke en herkenbare concepten ver-
taald is. Niet op de bonnefooi opnieuw beginnen in Italië, wel
verkassen naar een ‘Nederlandse nederzetting’ in Spanje, met
Joling in het theater en gehaktballen op het menu. Het ver-
moeden is dat de onrust die zich bij de voorlopers vertaalt naar
emigratie, bij de vroege massa leidt tot het herontdekken van
de kleinere stad,
Slow towns
fame 9
Slow towns
Trend
het dorp en de meer afgesloten, private wijk. Koedijkslanden
bijvoorbeeld, een wat gedateerde wijk in Meppel, waar Henk
Vonk ons op wees. Een wijk die - zoals zo vele uit de jaren vijftig
en zestig - gedomineerd wordt door een sterk vergrijsde bevol-
king. De wijk heeft samen met het enorme aanbod van scholen
ook bijzonder veel aan kinderen te bieden.
Slow towns
Kortom: Koedijkslanden heeft alle kenmerken van de plots zo
populaire slow towns, waar de gehaastheid van de wereld aan
voorbij gaat. Een wijk die ook nog eens omzoomd is door iet-
wat verouderde eengezinswoningen. Niet helemaal volgens de
heersende mode en eisen, maar zeker goed genoeg in de ogen
van veel jonge gezinnen. Mensen die nu even meer waarde
hechten aan het samenzijn en de kansen voor de kinderen dan
aan de lengte van de oprijlaan of de naam van de architect.
Juist trager leven, aandacht voor de kinderen, meer zorg voor
de ouderen, meer solidariteit zijn waarden waar de massa van
de landverhuizers naar op zoek is. Zowel binnen de verloren
generatie, (nu tussen de 30 en de 45), als bij de generatie 9/11
(de jongeren tot 25) zien we deze hang naar eenvoud sterk te-
rug. De kleine stad, het dorp, een wijk met een duidelijke signa-
tuur, dat is wat ze willen. Tenminste, mits ze de verworvenhe-
den van hun jeugd niet hoeven te missen: een bioscoop en een
goede kroeg voor hem, het filmhuis en een paar goede mode-
zaken voor haar. Geen zoveelste Megaplex, geen vier H & M’s
in een straat. Gewoon, van alles wat, maar vooral niet te veel.
Dat is waar de binnenlandse landverhuizer naar smacht. n
In het volgende nummer van FAME Magazine een analyse over
welke concrete kansen deze trend biedt voor platteland en
slow towns.Justien
Marseille
ICOON AAN HET WATER
We hebben een uurtje voor het interview ingepland op het nieuwe kantoor
van Meeuwsen ten Hoopen in Lelystad. Het gesprek zal veel langer duren.
Tekenend voor de gedrevenheid en betrokkenheid van Theo Afman, directeur
van dit accountantskantoor.
Meeuwsen ten Hoopen Accountants en Belastingadviseurs be-
gon in 1950 in Emmeloord en is sindsdien uitgegroeid tot één
van de vijftien grootste kantoren in Nederland met veertien
vestigingen in het midden van het land. Theo Afman begon in
1987 met een nieuw kantoor in Lelystad en is sindsdien het ge-
zicht van Meeuwsen in die regio. In het blad Incompany, een za-
kenblad met onafhankelijk onderzoek over imago & klanttevre-
denheid, kwam Meeuwsen ten Hoopen in 2006 met stip op
nummer twee binnen als beste accountantsbureau van
Nederland. De pijler onder het succes van Meeuwsen is volgens
het blad de service. Verder scoren de adviseurs hoog op know-
how, prijs en resultaat.
Het resultaat van dit onderzoek onderstreept het profiel van
het kantoor. Afman: ’Ik begon in 1987 met twee mensen. We
hebben het kantoor klant voor klant opgebouwd. Geen overna-
mes, gewoon telkens weer de nieuwe klant maximaal bedienen.
Dat heeft de basis gelegd voor onze bedrijfscultuur. We zijn
enorm betrokken bij onze klanten. We kennen ze van binnen en
buiten en hebben inmiddels veel met hen meegemaakt.
Dat schept wederzijdse betrokkenheid’. De vestiging heeft een
brede klantenkring in het midden- en kleinbedrijf, maar is ook
sterk vertegenwoordigd bij non-profitorganisaties en overheden.
Identiteit
Afman onderkent de marketingfunctie van zijn bedrijfspand in
hoge mate. Waarom is dit zo belangrijk? ‘Wij hebben een papie-
ren dienstverlening. Het is heel moeilijk iets van ons product fy-
siek te maken en klanten kunnen slecht navertellen wat het pro-
duct inhoud. De uitstraling van het kantoor is heel erg belangrijk
om onze identiteit te onderstrepen. In het ontwerpproces heb-
ben we heel nauwkeurig samen met architect Jules van der
Linden de overweging gemaakt wat het gebouw moet uitstralen.
Het moet een weergave zijn van onze identiteit, maar overdrij-
ving gaat onherroepelijk tegen je werken.’
De directeur is heel erg tevreden over het resultaat. ‘Kort ge-
zegd is dit precies de jas die ons past. Het gebouw staat op een
fantastische plek. De buitenkant is rijk uitgevoerd, maar de
fame 11
Jules van der Linden van FAME Architectuur & Stedenbouw ontwiep het nieuwe
kantoorpand voor Meeuwsen ten Hoopen in Lelystad. Op de bodem van de
voormalige Zuiderzee moest een expressief kantoor verrijzen dat vertrouwen
uitstraalt en waarbij het water een rol speelt.
Het gebouw moest symbool staan voor de identiteit van Meeuwsen ten Hoopen. De plek waar het
nieuwe kantoor staat zou je een A1 locatie kunnen noemen: pal aan een concentratie van verbin-
dingswegen in Lelystad en dus een ideale plek om te investeren in een gebouw met een belangrijke
marketingfunctie.
Het gebouw heeft twee ‘voorkanten’ met elk een eigen verrassende uitstraling. Aan de waterkant,
de meest prominente plek, wordt een groots gebaar gemaakt met stalen pijlers, een overstekende
dakrand en veel glas. De landzijde van het gebouw is in contrast hiermee uitgevoerd in keramische
elementen. Voor de medewerkers en relaties is een fraai buitengebied gecreëerd van hardhouten
vlonders en in de toekomst zal de glazen gevel deels uit het zonlicht onttrokken worden door
klimplanten langs staalkabels.
Theo
Afman
binnenkant is sober en functioneel. Precies zoals we het wilden.
We zijn geen bedrijf voor marmer en dikke vloerkleden. De
combinatie van dít ontwerp op déze plek maakt het pand heel
prominent. De samenwerking met Jules was fantastisch. Hij heeft
ons goed aangevoeld, het proces liep voorspoedig en we heb-
ben dit gebouw voor een mooi budget gerealiseerd.’
Trots
De beste manier om jullie doel te meten is de reactie van jullie
klanten. Heb je er in de praktijk iets van gemerkt? ‘We hebben
gigantisch veel positieve reacties gehad. In de eerste plaats van
onze eigen klantenkring. Veel klanten hebben een plaatsvervan-
gende trots. Het wordt gevoeld als een bevestiging van de kwa-
litatieve relatie en ze gunnen ons ook het succes. Maar we heb-
ben ook letterlijk een aantal nieuwe klanten te danken aan dit
nieuwe pand. Gewoon ondernemers die voorbijreden en zich
aangesproken voelden. Een groter compliment kun je niet krij-
gen’.n
‘We zijn geen bedrijf voor
marmer en dikke vloerkleden’
Expressief
In volkswijk Amby van de mooie stad Maastricht wordt een project ontwikkeld dat één van de impulsen
vormt voor de upgrading van de wijk. Initiatiefnemer Plus Vastgoed - van de landelijke Plus-supermarkt-
formule - wilde in de wijk een nieuw vestigingspunt, wat geresulteerd heeft in een integrale aanpak van
het gebied.
Amby is een modale volkswijk met ongeveer 4000 inwoners. De huidige Maastrichtse woonwijk was vroeger een zelfstandig
dorp aan de rand van Maastricht en heeft die identiteit bewaard. De bewoners hebben hart voor hun wijk en zijn er erg op ge-
richt, ook voor de voorzieningen.
Nieuwe hart
‘Onze opdrachtgever heeft er goed aan gedaan alle winkels in het gebied te verwerven’, zegt ontwikkelaar Stefan Fieten van
FAME Planontwikkeling. ‘Op die manier hadden we het totale nieuwe winkelconcept volledig in eigen hand. Dat resulteert nu in
een compact en compleet aanbod, dat een hele goede binding binnen de wijk zal genereren en zelfs goed zal kunnen concurre-
ren met andere wijken grenzend aan het gebied. Bewoners zijn trots op hun nieuwe hart.’
Het nieuwe gebied wordt functioneel goed geïntegreerd met de woonwijk. Qua ontsluiting ontstaat er een groene verbindings-
zone voor fietsers en voetgangers naar de wijk. Er is voldoende parkeerruimte voor de winkels op maaiveld en er zijn parkeer-
garages voor de nieuwe bewoners. Het winkelaanbod wordt stevig, en concurrerend: een grote Plus supermarkt als trekker, met
daarbij een Blokker, Kruitvat, Zeeman en een slijterij. In totaal gaat het om 3500 vierkante meter.
Het woningprogramma is divers, met een stevig component voor een nieuwe doelgroep in de wijk: senioren. In totaal worden er
Impuls voor volkswijk
fame 13
Planontwikkeling
Impuls voor volkswijk64 woningen ontwikkeld, 22 appartementen worden ontwikkeld in samenwerking met woningcorporatie Maasvallei uit
Maastricht. De schaal en architectuur heeft een hedendaagse en stedelijke allure, maar wel met veel gevoel voor de dorpse con-
text. Stefan Fieten is vanaf het initiatief bij het project betrokken. ‘Bij veel van dit soort opdrachten is het voor de haalbaarheid
noodzakelijk integraler naar de opgave te kijken. Gemeenten vragen in dit soort gevallen - terecht - om een bredere aanpak. Als
je waarde toe wilt voegen aan een locatie moet je ook kijken naar upgrading van het omliggende gebied.’
Voor de snelheid van het project is het vaak lastig, erkent Stefan Fieten. ‘Je krijgt te maken met allemaal eigenaren in een gebied
die je op één lijn moet zien te krijgen. Maar voor het totale project is het gewoon beter. Dat is meteen ook de reden waarom
wij er door dit soort opdrachtgevers bij worden gehaald. Het gaat ineens niet meer om het maken van een nieuwe supermarkt,
maar om het ontwikkelen van een grote locatie, met een breder winkelaanbod en in de meeste gevallen woningbouw.’
Mooie oplossingen
Stefan Fieten ontwikkelt met name projecten met integrale functies. ‘Daar ligt ook mijn hart. Het is altijd weer een uitdaging om
alle functies in een gebied goed tot hun recht te laten komen. In eerste instantie lijkt het alsof wat voor de ene functie goed is,
slecht is voor de andere functie. In dit geval dus winkelen en wonen. Je moet je goed verdiepen in de optimale uitgangspunten.
In het spanningsveld van de integratie kom je tot mooie oplossingen. In dit kader hebben we ook uitstekend samengewerkt met
architect Fons Rats van bureau Boost en Rats uit Maastricht. Ze begrijpen het heel goed.’
Namens FAME was Stefan Fieten vanaf het begin bij deze ontwikkeling betrokken en verantwoordelijk tot en met de oplevering.
Stefan: ‘Dat is onze werkmethode en daar voel ik me prettig bij. Ik ben verantwoordelijk voor het totale proces, het concept, de
planning, het budget en de aansturing van alle adviseurs. Ik denk dat mijn kracht ligt in het overzichtelijk en simpel maken van
problemen. Zo kan de opdrachtgever gemakkelijk beslissen en blijft het project voortgang houden.’n
Yvon Beeke
We hebben ons gesprek op
het bureau in Arnhem.
Sinds een half jaar is Yvon
Beke daar in dienst als offi-
cemanager/management
assistent. We praten over
haar opleidingen, haar werk
én haar grootste passie, de
triathlon.
fame 15
Na haar hbo-opleiding volgde Yvon een universitaire studie be-
drijfskunde in Nijmegen. Aanvankelijk ambieerde ze een manage-
mentfunctie. Maar enkele management trainees – onder meer
bij Nuon - brachten haar op andere gedachten. ‘Ik vond het niet
leuk genoeg. Ik kwam erachter dat ik breed geïnteresseerd ben.
En ik ben een doener. In managementfuncties laat je toch ande-
re mensen het leuke werk doen. Ik wilde daar meer midden in
staan, ook zelf praktisch dingen aanpakken.’
Na je studie heb je veel gereisd. Nieuw Zeeland,
Amerika, Afrika. Je hebt bij verschillende bedrijven
gewerkt. Wat sprak je aan bij FAME?
‘Eigenlijk heeft iedereen dagelijks met architectuur te maken. Je
loopt er door heen, je woont en werkt erin. Iedereen heeft er
wel een mening over. Het vak en de impact fascineren mij.
FAME in Arnhem was de afgelopen jaren behoorlijk gegroeid.
Veel nieuwe mensen en een groeiende portefeuille. Er lag een
uitdaging om in deze functie meer structuur en teamgeest te
brengen. Dat is iets wat me ligt en waarin ik uitdaging zie.
Organiseren, faciliteren, coördineren. Maar vooral ook zelf de
handen uit de mouwen steken. Ik maak veel presentaties, offer-
tes, planningen. Ik doe de projectadministratie en heb veel con-
tact met klanten.’
Wat voor team kwam je tegen toen je bij FAME
kwam?
‘Een heel gedreven club mensen. Klantgericht, gedreven om het
goed te doen voor de klant en vooral mooie dingen willen ma-
ken. Het viel me wel op dat het allemaal individuele prestaties
waren. Ik had het gevoel dat er nog veel meer uit het team als
totaal te halen viel.
Een goed bruggetje om het over jouw grootste pas-
sie te hebben, de triathlon. Hoe kijk je in dat kader
aan tegen het team?
‘Je kunt meer uit het individu halen als de groep ‘spelers’ elkaar
gaat opzoeken. Dat begint op het persoonlijke vlak. Je moet iets
over elkaar te weten komen om competenties beter op elkaar
af te kunnen stemmen. In de sport moet je als trainer mensen
individueel stimuleren en leren dat competenties van anderen
jou beter kunnen maken. Ik ben daar bij FAME overigens niet
geforceerd mee bezig, maar ik merk wel dat ik van nature de
neiging heb om dat proces in gang te zetten.’
Buiten werktijd train je veel voor de triathlon.
Zwemmen, fietsen, lopen. Typisch een sport voor
mensen die niet kunnen kiezen.
‘Ja, het is een veelzijdige sport. De onderdelen spreken mij ook
afzonderlijk heel erg aan. Het gaat me niet om de topprestatie,
maar ik heb er gewoon heel veel plezier in dat ik het kan. Ik
train gemiddeld vijf dagen per week en in de zomer zes dagen.
Ik kijk er naar uit om voor een wedstrijd een paar uur over de
hei te rennen. Heerlijk is dat.’
Naast de triathlon loop je ook wel eens de
marathon. New York was het hoogtepunt?
‘De eerste marathon heb ik gelopen in Londen. Dat ging heel
goed en ik vond het heel erg leuk om te doen. Van m’n ouders
heb ik toen een ticket naar New York gekregen. Dat is echt te
gek. Een heel goede sfeer met prachtig publiek. Ik krijg er weer
kippenvel van als ik erover praat. In het blad van de New York
Road Runners (NYRR) is een verslag van mijn ervaringen als
buitenlandse loper gemaakt.’
Welke nieuwe uitdaging ligt er nog in het verschiet?
‘Een triatleet wil de ‘Ironman’ doen, de zwaarste triatlon. 3,8 km
zwemmen; 180 km fietsen en 42,2 km lopen. Ik hoop dat dat er
ooit nog van komt.’n
Heerlijk rennen
EIGENZINNIG LICHTENVOORDEOntwikkelen in een plattelandsomgeving
Voor wie het niet weet, Lichtenvoorde is een dorp in de Gelderse
Achterhoek. Gelegen tussen Aalten en Winterswijk. Niet echt een
plek waar grote ontwikkelaars hun oog op laten vallen als het gaat
om ingrijpende centrumontwikkelingen. Ondernemer, ontwikkelaar
en belegger Theo Gerretsen, geboren en getogen in de regio, geeft
het dorp een belangrijke impuls.
Theo Gerretsen heeft een eigenzinnige aanpak en visie, die is gericht op een hoog
doel: Lichtenvoorde als één van de trekpleisters van de regio. Het heeft er inmid-
dels alle schijn van dat die droom heel erg waar wordt. Het centrum wordt geher-
structureerd en verrijkt met 7500 meter winkels, 120 appartementen en een grote
parkeergarage.
Ondernemend
Theo Gerritsen en zijn vrouw José hebben een druk en ondernemend verleden.
Theo heeft een studie sociale geografie gedaan. Daarna is hij begonnen met zijn
doctoraal planologie. Deze laatste studie kon hij niet afmaken, omdat hij wegens het
overlijden van zijn vader de zaak over moest nemen. Ook José komt uit een onder-
nemersgezin. Vader Verhoeven zat in het vastgoed als ontwikkelaar, belegger en han-
delaar. José heeft een eigen winkelketen met 8 modezaken gerund en beiden had-
den een groot horecabedrijf met 125 werknemers.
Tien jaar geleden kocht Gerretsen samen met schoonvader Verhoeven een hecta-
re grond met daarop het ziekenhuis van Lichtenvoorde. Aanvankelijk was het de be-
doeling om deze positie solitair te ontwikkelen. De gemeente echter had ook gro-
fame 17
EIGENZINNIG LICHTENVOORDE
te plannen met het dorp. Er werd een centrumcommissie opgericht, met daarin on-
der andere de middenstandvereniging (LOV), de gemeente, KvK, mkb, Rabobank en
VOG beheer, het bedrijf van Theo Gerritsen.
Gezamenlijk werd een centrumvisie ontwikkeld. Alle lopende ontwikkelingen in het
dorp werden stilgelegd om tot een eenduidig en haalbaar totaalplan te komen. De
gemeente trok 6 miljoen euro uit voor aanpassingen aan infra en uitstraling van het
centrum. In 2004 benaderde Theo Gerretsen FAME Architectuur & Stedenbouw in
Arnhem om zijn visie om te zetten in daadwerkelijke plannen.
Er werd gestart met het ontwikkelen van een masterplan met als doel een aantrek-
kelijk winkelgebied te creëren in aansluiting op het door hem reeds gerevitaliseer-
de plein met horecafuncties. Het nieuwe winkelgebied moest tevens gecombineerd
worden met een nieuw binnenstedelijk woonmilieu, met een bijzondere mix voor
starters, het midden- en topsegment.
Enquête
Om tot een goed woonprogramma te komen, gericht op met name de eigen be-
volking voerde Gerritsen een grootschalige enquête uit. Hierop kreeg hij 250 reac-
ties op basis waarvan hij 6 segmenten met doelgroepen formuleerde, waaronder
starters, alleenstaanden en senioren. Van de woningen is 30 procent bestemd voor
de huur. De rest zijn middeldure tot dure koopwoningen.
Qua architectuur is een eigenzinnig concept bedacht, met respect voor de omge-
ving en cultuur, maar met een geheel eigentijds elan. Gerritsen is positief over de
Opdrachtgever: VOG beheer Lichtenvoorde
Architectuur: Ir. Johan Blokland.
FAME Architectuur & Stedenbouw Arnhem
Bouwmanagement: Ing. Arie Bottema. FAME Bouwmanagement
www. plannieuwmarkt.nl
constructieve samenwerking met architect Johan Blokland. Ook gemeente, omwo-
nenden en kopers zijn heel enthousiast over de plannen en de architectuur.
Het project moet de subregionale functie van Lichtenvoorde versterken met het
aantrekken en herschikken van voorzieningen op een hoog niveau. De branchering
van het project betreft nieuwe winkels en voorzieningen en herpositionering van
bestaande winkels en voorzieningen.
Het kernwinkelgebied wordt opgespannen tussen twee plaatsen, die worden geken-
merkt door een ruime parkeergelegenheid en één of enkele trekkers. Aan de
noordkant van het centrum ligt de bestaande Albert Heijn en aan de zuidkant ko-
men twee nieuwe supermarkten.
Winkelmachine
Bij het opstellen en uitwerken van het stedenbouwkundige plan is de basis gegeven
voor een goed lopende ‘winkelmachine’. Zaken als bevoorrading, routing, oriëntatie,
‘winkelrondjes’, landmarks en parkeren zijn op een wijze geplaatst en vormgegeven
die een goed draaiend winkelgebied nodig heeft: compact, compleet en comforta-
bel met goed afgezoomde gevels voor een fraai winkelbeeld.
De woningen hebben zicht op het winkelgebied en sluiten via de lift direct aan op
het winkelgebied. Bewoners parkeren hun auto onder de winkels in een stallingsga-
rage. Via de twee centraal gelegen liften is er vanuit de garage direct toegang tot de
royale daktuin, waaraan de appartementen zijn gelegen. De groen ingerichte tuin is
een rustplek in het centrum. Aan deze daktuin hebben de woningen een eigen ter-
ras en liggen de entrees. Het wonen op deze plek kent dus twee gezichten: de rui-
me en groene entreezijde via de daktuin en het levendige winkelgebied aan de
straatzijde.
Het handhaven van waardevolle historische panden/structuren is van groot belang
voor een project waar zeer veel zaken rigoureus worden aangepakt. Bewoners
moeten het verleden kunnen blijven herkennen en niet alles uit het verleden kan zo
worden weggegooid. In Lichtenvoorde is ervoor gekozen om de doorsteek naar de
markt te verleggen om enkele panden te kunnen handhaven en (verfrist) op te ne-
men in de nieuwe ontwikkeling.n
fame 19
Winkelcentrum Dronten
Ahold Vastgoed won in 2005 de tender met een grondbieding en een visiepresentatie voor een nieuw winkelcentrum in
Dronten West. In eerste instantie was FAME betrokken als architect. Ahold gaf aan het project niet zelf te willen ontwikkelen.
FAME bood daarop met succes een Ontwerp-Realisatie-Overeenkomst (ORO) aan, waarbij FAME verantwoordelijk werd voor
de totale ontwikkeling met het risico voor het totale stichtingskostenbudget. De winkels worden aan Ahold Vastgoed geleverd
en de appartementen zijn gekocht door de plaatselijke woningcorporatie.
Architect: Ir. Jules van der Linden. FAME Architectuur & Stedenbouw Zwolle
Management: ing Arie Bottema. FAME Bouwmanagement
Turnkey
Johan Blokland is een gedreven architect. In
zijn relatief korte carrière bij FAME won hij
reeds vele selecties. In de evaluaties daarvan
wordt hij geroemd om zijn analyses en zijn
inlevingsvermogen waar het gaat om de ge-
bruiker, cultuur en omgeving.
Sinds januari 2005 is Johan Blokland het gezicht van FAME
Architectuur & Stedenbouw in Arnhem. Na zijn studie aan de
TU in Delft werkte hij als projectleider aan de oprichting van de
eerste woningcorporatie in Zuid- Afrika.
Hij zette zijn carrière voort als architect en partner bij Atelier
Pro in Den Haag. Daar ontwierp en realiseerde hij zijn eerste
spraakmakende projecten, zoals Floriande Eiland 12 in
Hoofddorp, de Pascalisschool in Den Haag (bekroond met een
prestigieuze Amerikaanse prijs), Vanheek garage in Enschede, het
opvallende Poldermuseum in Lelystad en een nieuw woon-zorg-
centrum in Almere.
ArchitectJohan
Blokland
Inlevingsvermogen
Bij FAME Architectuur & Stedenbouw in Arnhem wijzigde hij
zijn teamopstelling om op hoger niveau invulling te geven aan
nieuwe opdrachten en excelleert hij op het gebied van vaak
complexe (binnenstedelijke) locatieontwikkelingen en doeltref-
fende gebouwconcepten voor scholen, multifunctionele centra
en winkelcentra.
Om de kern van de Drentse dorpen Aalden en Zweeloo vitaal
te houden is Johan Blokland gevraagd om voor deze bijzondere
en kwetsbare locatie een ontwikkelingsvisie te maken. Het is een
locatie aan een beekdal en wordt gezien als cultureel erfgoed.
De plannen voorzien in de concentratie van dagwinkels, appar-
tementen en grondgebonden woningen.
Blokland heeft zich ingeleefd in de plaatselijke cultuur en con-
text en ontwierp een functioneel en haalbaar plan dat met de
positieve kwalificatie ‘bijzonder en ingetogen’ is ontvangen door
alle betrokken partijen. Het plan wordt gekarakteriseerd door
markante kappen in plaats van gevels, springende rooilijnen,
integratie van landschap en bebouwing en erven als openbare
ruimte.n
fame 21
Ontwikkelingsvisie voor
kern Aalden-Zweeloo
Het oudste stukje Ermelo wordt onder gro-
te maatschappelijke belangstelling heront-
wikkeld tot een nieuw woon-winkelgebied.
Vanwege de historie gaat het om een gevoe-
lige plek. In het plan is zelfs ruimte gemaakt
voor een replica van het oorspronkelijke
‘huis van barmhartigheid’.
De ingrijpende reconstructie in het centrum van de Veluwse
plaats wordt gedaan door Multi Vastgoed en Assen Projecten
(MVAP). Vanuit FAME is vanaf de initiatieffase een projectteam
betrokken met Johan Fieten (Planontwikkeling), Ton ten Brinke
en Jan Belksma (beide van Bouwmanagement). Zij zijn verant-
woordelijk voor concept en visie (in samenwerking met TNT
design), kosten en techniek.
De inspanningen van het FAME-team hebben geresulteerd in
een haalbare exploitatie, een gedragen stedenbouwkunig plan
en een gedreven projectorganisatie met overheid, marktpartijen
en grondeigenaren. Na de afronding van de conceptfase is
FAME Bouwmanagement door de opdrachtgevers gecontrac-
teerd voor de totale technische ontwikkeling van het project.
Ton ten Brinke is verantwoordelijk voor de totale procesbewa-
king en inhoudelijk eindverantwoordelijk. Jan Belksma is verant-
woordelijk voor de uitvoerende projectleiding.
Visie
De opdrachtgevers zijn heel duidelijk over de ontwikkelvisie: ze
willen een heel mooi project realiseren, met veel aandacht voor
context, kwaliteit en detail. Hoge ambities dus voor de steden-
bouwkundige opzet en architectuur, maar ook een goede mix
van doelgroepen. En dat alles tegen een gezonde exploitatie.
FAME Bouwmanagement stelde het programma van eisen op, is
verantwoordelijk voor de stichtingskosten, selectie en contracte-
ring van het ontwerpteam en andere adviseurs. Doel is het
creëren van samenhang tussen kwaliteit, draagvlak, voortgang,
kosten en opbrengsten.
GEVOEL VOOR HISTORIEHet management van het ontwerpproces is een vak apart, ver-
tellen Jan Belksma en Ton ten Brinke. ‘Het gaat bij aanvang om
een goede visie over wat je met kwaliteit beoogt. Vanuit dat ka-
der is kwaliteit dus niet primair een kostenpost, maar een duide-
lijke overweging van de product-markt combinatie. Je weet welk
prijskaartje er aan hangt, maar ook welke opbrengsten je ermee
beoogt. In de aansturing van het ontwerpteam moet je dus heel
goed weten hoeveel ruimte je kunt creëren om een optimaal
product te kunnen maken binnen de context van alle andere
belangen. We hebben bij dit project een zeer ervaren en ambiti-
eus ontwerpteam met wie we tot nu toe vlekkeloos onze kwali-
tatieve koers weten vast te houden.
Voortgang
Binnen drie jaar is het totale ontwerpproces gerealiseerd tot
bestemmingswijziging en bouwaanvraag. Het totale project zal in
drie fasen worden gerealiseerd. Waarschijnlijk wordt in de twee-
de helft van 2007 met de bouw begonnen.n
fame 23
Ermelo krijgt nieuw
centrumgebied
OpdrachtgeverMVAP
Concept FAME – TNT design
Architectuur PBV architecten; Lanfemeijer architecten
ManagementFAME Bouwmanagement
Julesvan der Linden
Geen luchtkastelen
fame 25
Geen luchtkastelenFAME Architectuur & Stedenbouw
in Zwolle viert haar tienjarig
bestaan. In die periode heeft het
bureau in heel Nederland projecten
gerealiseerd. Een gesprek met
Jules van der Linden. Architect,
Zwollenaar en ondernemer.
We spreken af op het bureau van FAME Architectuur & Steden-
bouw in de Blauwvingerveste aan de Burgemeester Roelenweg
in Zwolle. Er hangt een bedrijvige en inspirerende sfeer. Het
kantoor hangt vol met schetsen, maquettes en foto’s van gereali-
seerde projecten. Enkele springen in het oog. Een groot R.O.C.
in Delft (20.000 m2), een luxe appartementencomplex in
Noordwijk aan Zee, een 20 verdiepingen hoge woontoren in
Voorburg. Architect Jules van der Linden komt binnen met een
dikke portfoliomap in zijn hand. ‘Ik praat gemakkelijker met mijn
ontwerpen erbij.’
Veel projecten van FAME in de Randstad.
Hoe zit het met de regio Zwolle?’
‘Dan moet je nog eens goed kijken. Het is inderdaad zo dat we
in het westen van het land flink wat mooie architectuurprojec-
ten realiseren. Je rolt eigenlijk van het ene project in het andere.
Zo gaat dat. Toch realiseren we het leeuwendeel van onze pro-
jecten in het noordoosten van Nederland. Tussen Enschede,
Groningen en Amersfoort.’
‘‘Ik begon in 1997 met vijf mensen en we hebben hier nu ruim
dertig bouwkundigen in dienst. We zijn destijds in Zwolle ge-
start, omdat we in Drenthe moeilijker aan medewerkers konden
komen en omdat we steeds meer projecten richting het midden
van het land gingen doen. Vanuit het midden en westen van het
land klinkt Zwolle nog redelijk, maar Drenthe is in de beleving
van mensen uit de Randstad echt het andere eind van
Nederland. We hebben sinds de oprichting hier in Zwolle de
wind goed in de zeilen gehad, diverse prijsvragen gewonnen en
elk jaar weer een gestage groei. Voor dit jaar ziet het er ook
weer prima uit.’
Welke projecten van jouw hand kennen we
hier in de regio?
‘Of jij ze kent weet ik niet, maar de BMW- en Minishowroom
van Oolbekkink in Zwolle vind ik een heel geslaagd project. We
hebben van BMW Nederland destijds de vrijheid gekregen om
er een geheel eigen concept van te maken. Het ontwerp zit
heel goed in elkaar en we hebben de kans gekregen om het ge-
bouw tot in detail perfect te realiseren. Verder is Villa Molenkule
BMW garage Zwolle
Zwembad de Peppel Beilen
fame 27
in Hattem een opvallend project geworden dat ‘de TV en de
bladen’ heeft gehaald. Een supermoderne villa midden in het
bos. Meer voorbeelden? In Assen realiseren we op dit moment 350 woningen. Een complete woonwijk. ‘Wordt ook heel erg
mooi’. We zijn volop aan het ontwerpen met het centrumplan
voor Zwartsluis, een Kulturhus voor IJsselmuiden (12.000 m2
multifunctioneel), een inbreidingsplan met grondgebonden wo-
ningen in de stad Groningen en het centrumplan voor
Nieuwleusen is inmiddels in uitvoering. Verder zijn we bijvoor-
beeld bezig met projecten in Enschede, Almelo, Hengelo en
Deventer’
Wat is nou typisch Jules van der Linden-
architectuur?
‘Dat verhaal heeft twee kanten. Ik ontwerp graag in modern en
strak design. Wit stucwerk, metaal en matglas. Moderne materia-
len, symmetrie, ruimte, je kent het wel. Ik ben een bewonderaar
van de Amerikaanse architect Richard Meier. Toch is dit moder-
ne handschrift niet overal te gebruiken. Je moet als architect
voor de keuze van een ontwerp niet alleen naar je eigen primai-
re voorkeuren kijken. De omgeving en de gebruikers bijvoor-
beeld moeten naar mijn mening een grote rol spelen. Ik maak
projecten van romantisch modern tot strak design. Nooit histo-
riserende architectuur. Die klanten verwijs ik door naar collega’s
Ik zie hier ook maquettes staan van gebieds-
ontwikkelingen.
‘Klopt. We doen veel op het gebied van herstructurering en re-
constructie van stedelijke gebieden, woonwijken en dorpscentra.
We maken veel winkelcentra in combinatie met woningbouw,
onderwijs, medische centra, cultuurcentra en noem maar op.
Niet alleen nieuwbouw, maar ook revitalisering en herontwikke-
ling van bestaande gebouwen. Bij dit soort projecten is steden-
bouw heel belangrijk. We ontwerpen hier vanuit een steden-
bouwkundige visie. Het gaat primair om een sterk functioneel,
ruimtelijk concept en daarna om de architectuur.
‘FAME heeft een gespecialiseerde divisie Bouwmanagement. Die
is verantwoordelijk voor de realisatie van de projecten. We heb-
ben deskundigen op het gebied van kosten, installaties, wet- en
regelgeving. Het gaat er uiteindelijk om dat de projecten op een
perfecte manier worden gerealiseerd. Bouwmanagement werkt
ook zelfstandig voor opdrachtgevers. We hebben bijvoorbeeld
het bouwmanagement gedaan voor de uitbreiding van
Hogeschool Windesheim hier in Zwolle. Opdrachtgevers heb-
ben recht op een goed proces en product, van A tot Z. Ik bena-
druk bij ons intern op het bureau altijd dat we geen kostenpost
mogen zijn, maar de reden moeten zijn van een goed eindresul-
taat.’
‘We werken veel voor ontwikkelaars, woningcorporaties en be-
leggers, maar ik werk zelf ook heel graag voor de eindgebruiker.
Ondernemers bijvoorbeeld die hun eigen kantoor of bedrijfs-
pand willen realiseren. Die één op één relatie is heel inspire-
rend. Je hebt dan met mensen te maken die vanuit de dagelijkse
praktijk exact weten hoe hun gebouw moet functioneren. Ik
maak bijvoorbeeld voor Hennie van der Most in Assen een
groot hotel met 360 kamers, met restaurants, evenementen-
ruimten, ijsbaan, zwembad, bioscoop en vergaderzalen. Die man
weet als ondernemer precies hoe het straks allemaal in z’n werk
moet gaan. Aan mij de uitdaging om zijn visie te vertalen in een
ontwerp en het dan nóg een stapje beter te maken, snap je. We
zijn allebei tevreden over het resultaat. Heel erg leuk, daar krijg
ik energie van.’
Noorderpoort Drachten
Nog ambities in Zwolle?
‘Natuurlijk. Kijk, wanneer je voor de eerste keer wordt geselecteerd
voor een project in de Randstad, dan doet dat als ‘provinciaal’ wel
wat met je. Je hebt het opgenomen tegen grote bekende bureaus
uit die regio. Ik blijf dat ook doen, maar ik weet ook dat het fantas-
tisch is om in je eigen stad mooie gebouwen te realiseren. Je hebt
er extra gevoel bij. Ik heb me ook voorgenomen om m’n gezicht
nadrukkelijker te laten zien in de regionale wandelgangen. Wij heb-
ben de vormgeving gedaan voor de door BAM Woningbouw ont-
wikkelde ? 100.000 starterswoning, ter gelegenheid van het 75-jarig
bestaan van Delta Wonen in Zwolle. Dit concept heeft de voorpa-
gina van de Telegraaf gehaald. Er moet in Zwolle nog veel gebeuren.
In Stadshagen is nog veel te doen en de bedrijvigheid neemt toe,
dus er zullen nog heel wat mooie woningen,
kantoren en bedrijfspanden bij moeten
komen. Ik heb heel veel zin om daar mijn steentje
meer in bij te dragen.’n
fame 29
‘Ik ben een bewonderaar
van de Amerikaanse
architect Richard Meier’
Sturing geven
Bij FAME Bouwmanagement is niet alleen
nieuwbouw, maar ook herontwikkeling en re-
vitalisering van bestaand vastgoed een seri-
eus onderwerp. Ruim vijftien bouwkundigen
houden zich dagelijks bezig met deze mate-
rie. Een gesprek met Tom Verloop
fame 31Sturing geven
Tom Verloop is één van de specialisten bij FAME
Bouwmanagement. Als het over herontwikkeling en revitalisering
gaat vult de ruimte zich met enthousiasme. Aan de Academie
voor Bouwkunde in Rotterdam studeerde hij af op dit onder-
werp.
Je bent architect, maar ontwerpen doe je vrijwel
nooit.
‘Klopt, ik kwam er al vrij snel achter dat ik liever projecten initi-
eer en organiseer. Sturing geef aan het proces én de inhoud. Die
veelzijdigheid past bij me en bij de projecten van FAME kan ik
mijn ei daar prima in kwijt. Mijn opleidingen zijn in deze rol niet
voor niets geweest. Ik heb veel voordeel van het feit dat ik zo-
wel ruimtelijk als technisch een groot inlevingsvermogen heb
ontwikkeld. Dat versterkt mijn plek als coördinator en opdracht-
gever. Verder ben ik erg betrokken bij de sociale component van
veel van dit soort opgaven. Zeker als het gaat om woonwijken
speelt dit heel erg. Fysieke en sociale verpaupering gaan vaak
hand in hand. Om dat proces te keren moeten de oplossingen
ook uit die twee richtingen worden gestuurd.’
Met welke projecten ben je nu bezig?
‘Ik zit in de afrondingsfase van een groot project in Arnhem. Ik
ben bezig in Winschoten, Veenendaal, Wateringen en Baarn. Het
gaat allemaal om revitalisering en herontwikkeling op wijk- en
complexniveau. Voor woningcorporatie De Alliantie Gooi en
Vechtstreek ben ik bijvoorbeeld bezig met de aanpak van een
aantal wooncomplexen in Hilversum. In totaal ruim 280 wonin-
gen in verschillende types en complexen. De corporatie wilde
aanvankelijk deels slopen en nieuwbouwen. Na onze analyse
hebben we gekozen voor een totale revitalisering.
Hoe is je werkwijze?
‘Ik begin altijd met een portfolio analyse, of het nu gaat om een
hele wijk of een complex. Daarmee krijg je inzicht in het totale
bezit, de doelgroepen en de ontwikkeling daarin. Daarna wordt
op wijkniveau gekeken naar leefbaarheid, omgeving, sociale inte-
gratie, veiligheid en voorzieningen. Tenslotte wordt naar de com-
plexen zelf gekeken. Woonkwaliteit, technische kwaliteit, veran-
derbaarheid en natuurlijk geld, de kosten-batenanalyse. Een
analyse op deze manier is áltijd essentieel om conclusies te kun-
nen trekken voor de aanpak van een complex. Je moet rationele
beslissingen nemen, die gericht zijn op een duurzame exploitatie
en sociale samenhang van de wijk. Veel te vaak wordt alleen
maar naar geld of techniek gekeken.’
In Hilversum is gekozen voor totale revitalisering.
‘In de wijk wordt al veel gesloopt. De portiek- en galerijflats
waar het om gaat hebben een redelijke woonkwaliteit en kun-
nen worden gerevitaliseerd op een hoog niveau voor verschil-
lende doelgroepen. Uit het bewonersonderzoek en de financiële
analyse bleek dat mensen eraan hechten in deze flats te blijven
wonen en financieel - kosten én opbrengsten- was het ook de
meest interessante optie’
Hoe wordt de overlast in de wijk aangepakt?
‘Er komt in de wijk steeds meer overlast in en rond deze com-
plexen. Dit heeft grotendeels te maken met een te grote com-
ponent van grote allochtone gezinnen in te kleine woningen. In
het plan richten we ons op gemengde 1-2 persoons huishou-
dens. Starters, alleenstaanden en senioren. Voor grote gezinnen
wordt andere huisvesting gezocht. Samen met Johan Blokland
van FAME in Arnhem heb ik een visie gemaakt over het tech-
nisch verbeteren van de appartementen. Veiliger galerijen en
portieken en betere ontsluitingen. Daarnaast worden de flats
cosmetisch verbeterd. Heel belangrijk tijdens het totale project
is de communicatie met bewoners en betrokkenen. Het is niet
alleen techniek en geld, maar vooral de sturing op sociale sa-
menhang en draagvlak voor de wijk. Ik stel programma’s hier-
voor op en coördineer de communicatie en huurdersbegelei-
ding.’
Je werkt sinds 2005 bij FAME. Hoe bevalt het je?
Wat mij bij FAME aanspreekt is dat projecten niet vanuit traditi-
oneel denken worden aangepakt. Adviesbureaus zijn in
Nederland verregaand gespecialiseerd. Je hebt architecten, ste-
denbouwers, allemaal adviesbureaus, managementbureaus en
noem maar op. Je ziet vaak dat een project door een adviseur
te veel vanuit zijn eigen discipline wordt opgepakt, terwijl de op-
gave veel breder is. Bij FAME wordt veel integraler gekeken van-
uit de ruimtelijke component, markt en opbrengsten, kosten en
techniek, ruimtelijke ordening, positie en draagvlak. Dat sprak me
destijds aan en ik ben nog steeds heel enthousiast.’ ’n
‘Niet alleen naar geld
en techniek kijken’
UitbreidingHogeschool Windesheim Zwolle
Architect:architektenburo Vegter, Leeuwarden
Management:Anton de Ruiter en Harmen Timmerman. FAME Bouwmanagement
Opgeleverd
Uitbreiding Hogeschool Windesheim
fame 33
Erasmuspark Den Haag
In opdracht van woningcorporatie Kristal in Rijswijk verzorgt de
FAME Groep de planontwikkeling van het project ‘Erasmuspark’
in Den Haag. Het betreft de herontwikkeling in de naoorlogse
Vredewijk in Den Haag. Het project omvat de ontwikkeling van
350 koopwoningen.
Binnen de opdracht verzorgt FAME de leiding aan het project-
team en de aansturing van alle bij het project betrokken adviseurs
en interne medewerkers. Daarnaast is FAME verantwoordelijk
voor de financiële haalbaarheid, realisatie van de stichtingskosten-
begroting en de zorg voor de algehele voortgang van het project.
Voor wat betreft de commerciële ontwikkeling draagt FAME
zorg voor de organisatie en bewaking van de locatiepromotie,
marketing en verkoop.n
Ontwikkelaar:Ing. Peter Vermeulen. FAME Planontwikkeling
Ing. Peter
Vermeulen
Herstructurering
Henk Vonk
Ondernemingsgeest
Alhoewel ik erg in geschiedenis ben geïnteresseerd, heb ik het niet zo op terugblik-
ken. Behalve wanneer het een periode markeert waarmee de huidige status en voor-
al de toekomst beter begrepen kan worden. Dat is dan ook de reden dat ik me in
dit verband voor één keer waag aan terugkijken: Een periode markeren en dan weer
vooruit.
FAME is medio jaren tachtig opgericht als bouwkundig architectenbureau, met een be-
langrijk kenmerk: ondernemingsgeest. De portefeuille zat overvol met retailprojecten.
De landelijke retailketens hadden grote expansiedrift en gaven ons de opdracht nieu-
we vestigingspunten ‘turnkey’ – van ontwerp tot en met realisatie – op te leveren.
Als kool Het bureau groeide als kool, in de retail, maar ook op het gebied van recreatie, bedrijfs-
gebouwen en woningbouw. Er ontstond ook vraag naar onderhoud en beheer van be-
staand vastgoed en collega’s schakelden ons zelfs in voor tekenwerk en advies. Er kwa-
men vestigingen bij en we bedienden de landelijke markt. De omzet groeide met
sprongen en we hadden constant druk op vacatures. In de sector waren we een groot
bedrijf geworden, dat zich op één punt met gemak kon beroemen: ‘All services availa-
ble’.
Het faciliterende karakter en de uitgebreidheid van onze activiteiten had ondanks veel
tevreden klanten een nadeel: hoe houd je je concept begrijpelijk voor de markt. Onze
kracht moest niet tegen ons gaan werken en we wilden verder met onze gezamenlij-
ke ambitie: waardevolle concepten bedenken, ontwerpen en realiseren. We stelden ons
ambitieniveau bij: omhoog.
Er werden activiteiten afgestoten, nieuwe zeer ervaren mensen aangenomen en we
specialiseerden ons in een moeilijk segment: herstructurering en reconstructie van ste-
delijke gebieden, wijken en dorpscentra. Hoe buig je twintig jaar ervaring in tal van ac-
tiviteiten en segmenten om in een krachtig profiel in dat nieuwe, complexe segment.
ValkuilDe gevreesde valkuil van diversiteit bleek onze kracht. Herstructurering en reconstruc-
tie vereisen kennis en inzicht in het planmatig combineren van veel functies om wijken
en centra weer vitaal te maken. We hadden veel kennis en ervaring opgebouwd in win-
kelcentra, woningbouw, multifunctionele centra, zorg, onderwijs en we beheersten alle
facetten van het ontwikkelproces. Zowel op het gebied van nieuwbouw als herontwik-
keling en revitalisering. Deze ervaring, gecombineerd met nieuwe, zeer ervaren ‘kar-
trekkers’ heeft FAME sinds enige jaren de nieuwe gewenste positie gegeven. Deze
wordt gestaag uitgebouwd.
Inmiddels is onze portefeuille drastisch veranderd. Van de aanpak van ‘prioriteitswijken’
tot groene plattelandskernen. Maar nog steeds winkelcentra, woningbouw, onderwijs,
multifunctionele centra, kantoren en bedrijfsgebouwen. Eén ding hebben we overigens
trouw bewaard. En dat is onze ondernemingsgeest. We houden nog steeds niet van
blabla. We willen nog steeds sterke, marktconforme producten maken en als het moet
garanderen we nog steeds het resultaat.n
Henk VonkDirecteur FAME Groep
www.famegroep.nln