44
Universiteit Antwerpen Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen Master in de Filmstudies en de Visuele Cultuur Academiejaar 2009 -2010 Filmgroep 58 Promotor: Prof. R. Vande Winkel Medebeoordelaar: Prof. P. Huvenne Masterproef voorgelegd met het oog op het behalen van de graad van Master in de Filmstudies en de Visuele Cultuur Student: Marc Stevens Rolnummer: 20081910

Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

Universiteit Antwerpen

Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen

Master in de Filmstudies en de Visuele Cultuur

Academiejaar 2009 -2010

 

 

 

 

Filmgroep 58

Promotor: Prof. R. Vande Winkel

Medebeoordelaar: Prof. P. Huvenne

Masterproef voorgelegd met het oog op het behalen van de graad van Master

in de Filmstudies en de Visuele Cultuur

 

Student: Marc Stevens

Rolnummer: 20081910

 

 

 

Page 2: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

 

 

 

 

 

 

 

Opgedragen aan mijn moeder, Martha Haverhals, die op 6 augustus 1958  

overleed  en nog zo graag Expo 58 had bezocht 

 

Page 3: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

 

Inhoudstafel 

1. Inleiding                      5 

2. Tijdsbeeld                      7 

3. De Belgische filmwereld, anno 1958              10 

 4. Oprichting van Filmgroep 58                13 

5. Activiteiten                     20 

6. Rik Kuijpers                     24 

 7. Verdere ontwikkelingen: openbare omroep en Fugitive Cinema      27 

 8. Het einde                      30 

9. Producties                      32 

10. Conclusies                     33 

11. Bijlagen                      35 

12. Bibliografie                    42 

13. Bronnen                      44 

14. Persoonlijke archieven                  44 

15. Interviews                     44 

Page 4: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

 

 

 

 

 

Het kleine België in de wereld 

De grote wereld in ons land 

’t Atomium in de hemel perelt 

Reuzejuweel van geest en hand 

 

Een aardse ster met lange staart 

Een koning kwam hier festivallen, 

En Sophia Loren droeg een kroon. 

De film, de film, kunst voor ons allen, 

 

Stelde hier daad en droom ten toon 

Zo, in het schoonste paviljoen 

Wisselde muze en mens de zoen, 

 

Waardoor ’t bestaan van leven blijft bevallen! 

 

Johan Daisne  (1912 – 1978) 

 

Page 5: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

 

1. Inleiding:

Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische Films 1952-1969’, stootte ik regelmatig op ‘Filmgroep 58’. Ik was onder de indruk van de producties die de groep op deze festivals vertoonde, maar ook van de verontwaardiging die ex-leden Harry Kümel en Robbe de Hert vertoonden nadat de 8ste filmjury de film l’Etreinte had verbannen van het festival. Ze hielden een vurig pleidooi voor de vrijheid van de kunstenaar en het publiek dat als een onmondige werd behandeld. Als ex-voorzitter van de filmclub Go-d’Art en door mijn affiniteit met het toenmalige filmgebeuren, voelde ik dan ook hoe mijn nieuwsgierigheid naar deze filmgroep groeide. De vaststelling dat cineasten zoals Rik Kuijpers, Herman Wuyts, Harry Kümel en Robbe De Hert zich vanuit deze filmgroep ontwikkeld hebben, maakte mijn keuze voor dit onderwerp alleen maar vastberadener. Hun namen riepen herinneringen bij me op aan de tv-programma’s ‘Close up’, ‘Poëzie in 625 lijnen’ en filmproducties zoals ‘De Witte van Sichem’, ‘Monsieur Hawarden’ en ‘Meeuwen sterven in de haven’. Literatuur over Belgische filmclubs in het algemeen en Filmgroep 58 in het bijzonder is bijzonder beperkt. Ik heb mijn bronnen dan ook voornamelijk gehaald uit krantenknipsels, tijdschriften en interviews. Vanuit deze rijke broninformatie heb ik het ontstaan, de werking, de realisaties en de ontwikkelingen van de groep gereconstrueerd. Deze scriptie is geen saaie opsomming van gegevens maar is opgevat als een wandeling doorheen de algemene tijdsgeest en de periode van de Vlaamse film waarin Filmgroep 58 en andere toenmalige amateur kineastenclubs zich ontwikkeld hebben. Volgende vragen staan dan ook centraal in dit onderzoek: Wat was de motivatie om tot de oprichting van Filmgroep 58 te besluiten? Wat was de toegevoegde waarde van deze filmgroep voor haar leden en voor de Vlaamse film? Wat onderscheidde hen van de andere filmclubs uit deze periode? Dit onderzoek legt hiervoor een specifieke focus op het maatschappelijke en culturele tijdsbeeld waarin de groep zich profileerde, en op Rik Kuijpers, die het voorzitterschap gedurende 29 ononderbroken jaren heeft waargenomen. Dit onderzoek wordt vervolgens onderbouwd door verschillende interviews van betrokkenen bij Filmgroep 58, waaronder een interview met Robbe De Hert. Helaas heeft Harry Kümel mijn verzoek tot een interview afgewezen.

Page 6: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

 

Ik richt een woord van dank aan Prof. R. Vande Winkel voor zijn begeleiding en waardevolle adviezen, aan de verantwoordelijken van het Koninklijk Filmarchief Brussel, aan het Archief en Museum voor Vlaams Cultuurleven-Letterenhuis Antwerpen, de Muhka Mediabibliotheek Antwerpen, het Felix archief Antwerpen, de Stadbibliotheek Sint-Niklaas en het Historisch archief Agfa Gevaert N.V. Ook een woord van dank aan Robbe De Hert, aan de familieleden van de heer André Van Putte, die mij inlichtten dat hun overleden vader de resterende archieven van Filmclub 58 had overgemaakt aan het AMVC- Letterenhuis Antwerpen, aan Mevr. A. Goyvaerts die mij de kasboeken van de groep ter beschikking stelde, aan Paul Geens, Jean Pierre Grauwels, Wouter Hessels,Jos Hoeyberghs, Marc Huyghelen, Erik Martens, Laurent Roosens, Roger Voux.

Page 7: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

 

                                                           

2. Tijdsbeeld

“Tot 1960 leefden we in een homogene roomse maatschappij. Hierna is alles drastisch veranderd en schakelden we in overdrive (1) Om de de oprichting en evolutie van Filmgroep 58 juist te kunnen evalueren, lijkt een beschrijving van de tijdsgeest waarin de groep ontstond hier op zijn plaats. In de loop van de jaren vijftig veranderde het alledaagse leven grondig. De impact van de technologische vooruitgang liet zich in alle geledingen van de maatschappij voelen. Hoewel het conservatisme zich nog liet gelden, stond er geleidelijk een jongere generatie op die de promotoren waren van een nieuwe levenswijze. Wetenschap, atoomenergie, mobiliteit en vooruitgang stuwden het nieuwe geloof in de toekomst. De televisie bracht de bevolking in contact met een gloednieuwe, onontgonnen wereld. Die vooruitgangsidee werd gesymboliseerd in Expo 1958, de eerste wereldtentoonstelling na de Tweede Wereldoorlog. Het Atomium, het Amerikaans paviljoen, het Philipsgebouw met zijn moderne technische filmsnufjes zoals de Cinerama en Circlorama(2) en de voorstelling van de in 1957 gelanceerde Spoetnik,waren voorbeelden van technische innovaties. Op filmgebied schakelde men geleidelijk van zwartwit naar de kleurfilm over(3). Expo 58 was een toonbeeld van “modern humanisme dat geloofde in rationalisme, de universaliteit van de wetenschappelijke waarheid, technische vooruitgang en het populariseren van het modernistische denken door een technologisch geïnspireerde vormgeving(4). Er werd een utopie van een betere wereld geschapen waarin techniek en wetenschap alle noden konden oplossen. Zo kwam men tot twee verschillende mensbeelden. Een mensbeeld van wetenschappers die zochten naar algemene, causale wetten om een inzicht te bekomen in de wereld en de positie van de mens daarin(5). Daarnaast had men het wereldbeeld van de schrijvers, intellectuelen waarvoor het wereldbeeld draaide rond een unieke, persoonlijke en existentiële beleving die vertaald werd in gedachten, ideeën en zienswijzen zonder dat deze door objectieve feiten gestaafd werden. Dit geloof in de toekomst en vooruitgang stond centraal en kwam tot uiting in de ontwikkelingen op vlak van film, beeldende kunst en architectuur. In deze tijd volgden de experimenten elkaar in razend tempo op, steeds met de

 1 Interview Herman Van Rompuy ‐ Canvas TV ‐ 22.12.2009 2 De Hert, R. (1983).Het drinkend hert bij zonsondergang (p.52). Leuven: Kritak. 3 Verpoorten, B. De internationale vernieuwingsbeweging van 1960 en de Vlaamse filmsituatie (p.36) ,Leuven:    Centrum voor communicatiewetenschappen K.U. Leuven. 4 Kint, J. Expo 58, als belichaming van humanistisch modernisme (p.101), Rotterdam: Uitgeverij 010 5 Kint, J. Expo 58, als belichaming van humanistische modernisme (p.87), Rotterdam: Uitgeverij 010. 

Page 8: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

 

                                                           

boodschap: “weg met de overblijfselen van een burgerlijke levensbeschouwing, het protest, de bevrijding van het ik”(6). De Europese politieke scene werd gekenmerkt door de opstelling van verdragsontwerpen voor de oprichting van de Europese Gemeenschap en Euratom, en de afkeurende opstelling van Generaal de Gaulle tegenover het supranationale Europa van Robert Schumann, Jean Monnet en anderen. Nochtans werd tijdens deze periode de Frans- Duitse politieke samenwerking gesmeed door het bezoek van generaal de Gaulle aan bondskanselier Adenauer op 26 november 1958. Ook het dekolonisatieproces in de Belgische, Franse, Britse en Portugese kolonies ontwikkelde zich in snel tempo(7). Het optimistisch gevoel van de bevolking stak schril af tegen de littekens van de Tweede Wereldoorlog, de Holocaust, de bipolaire wereld met zijn toenemende kernbewapening en het pessimistisch rapport van de club van Rome over de grenzen van de groei. De besluiten gaven aan dat de mensheid niet kon blijven doorgaan zich met toenemende snelheid te vermenigvuldigen en materiële vooruitgang als hoofddoel te beschouwen, zonder daarbij in moeilijkheden te komen(8). Van 21 tot 27 april 1958 organiseerde Expo 58 verschillende wedstrijden voor experimentele, poëtische, surrealistische en abstracte films van alle formaten en technieken. De wedstrijden kenden geen enkele censuur en lieten de vrije artistieke creatie volledig aan bod komen. Een internationale jury onder het voorzitterschap van de franse schrijver, George Simenon, koos de vijf beste films uit vijftig jaar filmgeschiedenis. Plejaden van filmsterren bezochten de wereldtentoonstelling, waaronder Sophia Loren, Orson Welles, Jean Renoir, Charlton Heston, Jean Marais...(9) De impact van deze manifestaties op de Antwerpse kunstenaars was bijzonder groot. Zij groepeerden zich onder de naam “G 58” en zetten zich af tegen de axioma’s van de gevestigde artistieke waarden, het gebrek aan een forum en laboratorium om hun artistieke ideeën te testen en te realiseren. “G 58” was gewoon een afkorting van “Groep gesticht in 1958” omdat de leden zich niet aan een bepaald programma of kunstrichting wilden binden(10). Kunstenaars als Paul Van Hoeydonck, Filip Tas, Bert De Leeuw e.a. - die vandaag nog steeds als pioniers van het avant-gardisme gelden – verwierven hier naam en

 6 Film op de tweesprong tussen traditie en authenticiteit, in: Film nr 79,november 1967 7 Van de Meersche, P. (2006). Internationale politiek 1815‐2005 (pp. 102‐123). Leuven: Acco. 8 Meadows, T. & Meadows, D. & Randers, J. & Behrens, W. Rapport van de club van Rome (pp. 9‐10), Utrecht:    Het Spectrum 9 AMVC‐Letterenhuis, Dossier 27752, auteur onbekend, Modern romantisme als dominant, in: De Standaard,    2 mei 1958 10 AMVC‐Letterenhuis, dossier 27752, auteur onbekend, G58, in: Zondagsvriend n° 48, 27 november 1958. 

Page 9: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

 

                                                           

faam. Naast “G 58” bestonden er ook andere avant-gardegroepen zoals “De Tafelronde”, “Frontaal”, “het Kahier “, “Gard Sivikgroep”. In mei 1959 besloten zij zich te groeperen in het “Nationaal Centrum voor Moderne Kunst” (11) met als doel zich in te zetten voor een “esthetisch,existentiële structuurhervorming gebaseerd op de avant-garde-idee of de eigentijdse sensibiliteit. Men beschouwde het persoonlijk universalisme als exponent van een collectieve stijlbewustwording en zag in het steeds voortschrijdende proefondervindelijke, het enige medium om de taal van iedere kunstvorm tot “overschrijding” te bewegen” (12). Hun voornaamste actieterrein lag dan ook in de aanmoediging van kamertonelen, amateur cineastenclubs, cineclubs, schilderskringen, kunstambachten... Ze meenden dat filmkunst een eigen karakter had dat noch in nationale festivals, noch in festivals voor amateurs aan haar trekken kwam. Daarom richtten ze in 1963 en 1965 Benelux-filmfestivals in voor freelance cineasten. Filmgroep 58 sloot zich aan bij de vereniging. Paul De Vree, toen voorzitter van het Modernistisch Centrum, zou later actief deelnemen aan de organisatie en activiteiten van de filmgroep(13).

 11 AMVC‐Letterenhuis, map G groep, Janssens, F.  Hessenhuis houdt zee, in: Plek voor creatie en      presentatie van nieuwe kunst, april 2008. 12 AMVC‐Letterenhuis, map G groep, auteur onbekend,  De stichting van het Nationaal Centrum voor Moderne     Kunst, een historisch feit, in: Centrum voor moderne kunst, mededeling 1, november 1960. 13 AMVC‐Letterenhuis, dossier 27752, Brief filmgroep 58 aan Nationaal Centrum voor Moderne Kunst ‐       Groepsaansluiting, 7 juni 1960. 

Page 10: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

10 

 

                                                           

3. De Belgische filmwereld, anno 1958 In de jaren 50 werd nogal druk gefilmd in Vlaanderen wat het resultaat was van een koninklijk besluit van het Ministerie van Economische Zaken van 14 november 1952. Dit voorzag in een hulpverlening aan de Belgische film onder de vorm van een “detaxatie” van de vermakelijkheidsbelasting. Dit kwam erop neer dat de filmproducties konden rekenen op steunverlening door de betaling van een premie die berekend werd op de vermakelijkheidsbelasting, geheven bij de voorstelling van een film in de bioscoop(14). Dit detaxatiestelsel had echter geen enkele invloed op de productie van de lange speelfilm. “La subvention de l’ état - versée toujours sous forme de prime - pourcentage de la taxe sur les spectacles- ne pouvait en aucun cas, dépasses le côut du film...elle n’offrait au producteur indépendant que l’espoir d’un simple remboursement de ses frais” (15). Voorstellen om een quotum in te voeren voor de binnenlandse producties en contingentering van buitenlandse film, werden geopperd maar nooit geconcretiseerd(16). Er viel niets te vertellen, op Edith Kiel en Jan Vanderheyden na, die gedurende acht jaar low budget films draaiden die door hun inhoud, taal en vertolking volledig afgestemd waren op het Antwerpse publiek. Alleen de in 1934 gerealiseerde verfilming door Edith Kiel en Jan Vanderheyden van “De Witte” naar de gelijknamige roman van Ernest Claes kon een breder publiek bekoren. Daarnaast was er ook de productie van ‘Meeuwen sterven in de haven’ (1955) van het trio Rik Kuijpers, Ivo Michiels en Roland Verhavert(17). Speciaal voor deze film richtten deze drie intiatiefnemers de productiegroep “Metropool Films” op en werden er dan ook aandeelhouders van. De grote bezieler was echter Bruno De Winter, stichterhoofdredacteur van ‘’t Pallieterke’. Hij had zijn vrienden kunnen overtuigen geld te investeren in deze filmproductie. “Metropool Films” startte met een kapitaal van negenhonderdduizend Belgische franken(18). De drie cineasten en aandeelhouders aanvaardden zonder enige vergoeding te werken. Ze beschouwden hun werk en scenario als hun inbreng in het kapitaal van de productie en werden later vergoed met de filmopbrengsten. Ondanks de lovende pers, de buitenlandse interesse en een voorstelling op het festival van Cannes waren de geldschieters evenwel niet bereid om nog een volgende productie te

 14 “75% voor een lange speelfilm, 25% voor een korte film van minstens 300 m lang en 5 % voor een      aktualiteitenjournaal” in: Geens,P. Naslagwerk over de Vlaamse film (p.15), Brussel: C.I.A.M. 15 Thomas,P.(1995), Un siècle de cinéma belge (p.86),Ottignies:Quorum,  16 Verhavert, R. Het probleem: de nationale film (p.15), in: Film en Televisie nr 15, 1957 17 Geens, P.(1986). Naslagwerk over de Vlaamse film (p.16), Brussel: C.I.A.M. 18 Federale Overheidsdienst Justitie in:Bijlage tot het Belgisch staatsblad,Statuten Metropoolfilms, N 674,      Brussel, 9 februari 1954.  

Page 11: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

11 

 

                                                           

beginnen(19). Dit toonde nogmaals aan dat het toenmalige hulpverleningsstelsel van het ministerie van Economische zaken onvoldoende was om op een ernstige wijze te starten met de productie van Vlaamse films(20). Ook met het Koninklijk besluit van het Ministerie van Nederlandse Cultuur van 10 november 1964 dat strengere criteria oplegde was er geen verbetering te bespeuren in de wijze waarop de subsidies uitgekeerd werden(21). Cineasten die dan toch een subsidie toegewezen kregen, konden niet blijven wachten tot ze de eerste schijf getrokken hadden om hun werk aan te vatten en vroegen bankkredieten aan met hun subsidies als waarborg. Hierop rekende men vervolgens interesten, wat er soms toe leidde dat de termijn van het krediet reeds lang verstreken was nog vóór de subsidie uitgekeerd werd. Sommige cineasten werden bijgevolg met vervolging bedreigd omdat ze niet konden voldoen aan hun verplichtingen tegenover de kredietinstelling(22). In zijn standaardwerk ‘Histoire du cinéma mondial des origines à nos jours’ schreef Georges Sadoul in 1959 dat de Vlaamse films die tussen 1945 en 1958 tot stand kwamen slechts middelmatige lokale producties waren. Uit statistische cijfers van de Belgische filmproducties in 1958 blijkt trouwens dat slechts 45 speelfilms gerealiseerd werden op een totaal van 243 producties(23). De Franstalig Belgische filmcriticus en scenarioschrijver Théodore Louis oordeelde dat de Belgische film gekenmerkt werd door “une médiocrité, quasi légendaire”. Vandaar de uitdrukking “C’est du belge, donc c’est mauvais”. Paul Thomas omschreef de Belgische speelfilm als “ le parent pauvre”(24). Dit stak schril af tegen de belangrijke initiatieven die andere buitenlandse overheden zoals Frankrijk, Oostenrijk, Denemarken of Zweden toen namen ter bevordering van hun nationale filmindustrie(25). Bovendien voelden de kleine en gemiddelde bioscopen de concurrentie van de televisie doorwegen. Zij waren vooral aangewezen op een publiek van arbeiders en bedienden, die nu plots bij elkaar op bezoek ging om televisieprogramma’s te volgen. Vervolgens dwongen de filmverdelers hen om meerdere minderwaardige films te vertonen bij

 19 “Cependant ces jeunes gens venus de l’ amateurisme, de la littérature et de la critique, avaient compris et     appliqué des lois du langage cinématographique moderne d’ autant plus intéressant qu’il allait de pair avec     beuacoup de savoir‐faire”. in: Sojcher, F. (1999) La kermesse héroïque du cinéma belge (p.137), Paris:      L’Harmattan, 1999 20 Geens, P.(1986). Naslagwerk over de Vlaamse film (p.15), Brussel: C.I.A.M. 21 “Bij het KB van 10 november 1964 wordt uitdrukkelijk geëist dat een gesubsidieerde film in eigen land zou      worden vertoond in Nederlandstalige versie. Een andere eis was dat de film in kwestie als cultuurfilm kon     worden beschouwd om te kunnen betoelaagd worden” in:Verpoorten, B. De Vlaamse film, evolutie van de     Vlaamse langspeelfilm sedert 1960., Leuven, Centrum voor communicatiewetenschappen, K.U. Leuven. 22 Van Liempt, J., Vlaamse kineasten in moeilijkheden, in: Spot, december 1968. 23 Jaarboek van de Belgische film, Brussel, 1958. 24 Everaerts, J.P. (2000). Films in België, een permanente revolte. Brussel: Mediadoc. 25 Wood, M. (2007). Contemporary european cinema (p.8).London: Hoder Arnold. 

Page 12: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

12 

 

                                                           

het huren van één of meer goede films. Ook de openbare omroep N.I.R. toonde weinig interesse voor de Vlaamse film, aangezien de leiding van de omroep voornamelijk in handen was van radiomensen, journalisten en toneelmensen die weinig affiniteit hadden met het filmmedium(26). De tegenstelling tussen dit defaitistisch klimaat en de internationale producties en filmstromingen uit 1958 was bijzonder groot. De belangrijkste Amerikaanse producties waren “Vertigo”(Alfred Hitchcock), “Touch of evil” (Orson Welles), “Bonjour Tristesse”(Otto Preminger) .”Les amants” (Louis Malle),”Mon Oncle” (Jacques Tati), “Le Beau Serge” (Claude Cabrol) waren de eerste producties van de franse Nouvelle Vague(27). Andere buitenlandse cineasten zoals R. Rosselini, R. Polanski en Fritz Lang manifesteerden zich op de internationale filmscéne.

 26 De Hertogh, in: Film en Televisie n° 136, 1959 27 Lauwaert, D. (1976). 83 jaren filmgeschiedenis. Leuven: Centrum voor communicatiewetenschappen. 

Page 13: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

13 

 

                                                           

4. Oprichting van Filmgroep 58

“ Filmgroep 58 was de crème van de crème van wat film maakte in Vlaanderen. Het waren

de beste mensen die afgesplitst waren en die echt cinema wilden maken. De mensen van

Filmgroep 58 waren de elitetroepen die zich afgesplitst hadden van de Mortselse filmclub. Er

waren toen twee grote filmclubs: deze van de Gevaertfabriek en de Mortselse filmclub. Van

daaruit kwamen al die mensen: Harry Kümel, Rik Kuijpers, Marcel Gruyaert, Herman Wuyts.

De eerste mensen die iets van film kenden kwamen eigenlijk van Filmgroep 58”.( Robbe De

Hert)(28)

De amateurcineasten werkten in clubs om niet langer de stempel van amateur opgekleefd te krijgen en draaiden 8 en 16 mm films(29). Dit was echter een miskend kunstgenre. Economisch was het niet interessant en het werd soms als een sporadische bijfilm gebruikt. Door de synthetische sequenties en associatieve montages onderscheidde de kortfilm zich van de speelfilm, die zich meer op verhaal en productie richtte. Deze algemene benadering van de kortfilm was eerder een stimulans dan een nadeel voor de filmgroep. Ze beschouwden de kortfilm als een activerend, confronterend en bevrijdend medium(30). Ze bundelden hun krachten om de productiekosten zo laag mogelijk te houden en beoordeelden elkaars films. Zo perfectioneerden ze zich in de filmtaal en leerden ze hoe een filmidee filmisch kon vertaald worden. Het was een collectief van filmbewuste, filmkritische en creatieve krachten die binnen het kader van hun beperkte mogelijkheden film maakten(31). Een gelijkaardige trend tekende zich af in landen als Zweden. Tijdens de jaren 50 scheidden de experimentele cineasten zich er ook geleidelijk af van het amateurisme. The Independent Filmgroup werd in 1956 opgericht met als doel a-commerciële free films te maken. De producties werden gekenmerkt door een aparte, experimentele en persoonlijke stijl. Net als Filmgroep 58 organiseerden ze lezingen en workshops waarop eigen producties vertoond of besproken werden. Ook heersten er spanningen tussen de vernieuwende cineasten en de conservatieven, die niet wilden geassocieerd worden met de experimentele film omdat die hen een slecht imago bezorgden.

 28 Koninklijk Filmarchief Brusel, persoonlijk archief Erik Martens, ruwe transcriptie van interview door Erik      Martens met Robbe De Hert, Antwerpen, 22 april 2003. 29 “Dit blijkt uit de prijskamp die door Smalfilmclub Mortsel georganiseerd werd op 13 december 1953”.       in: dossier 27752, AMVC‐Letterenhuis 30 AMVC‐Letterenhuis, dossier 27752, Wat is kortfilm, auteursnaam en datum onbekend. 31 AMVC‐Letterenhuis,dossier 27752, De Vree P. Inleiding van brochure Filmclub 58 naar aanleiding van      galaproductie, 2 mei 1961 

Page 14: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

14 

 

                                                           

Peter Weiss(32) had een belangrijke invloed op de filmgroep en draaide verschillende surrealistische en innoverende documentaires. In 1956 werd hij geboycot op het Zweedse filmfestival voor amateurfilms omdat zijn films te controversieel waren. Als gevolg trok The Independent Group al zijn films terug(33). De parallellen met Filmgroep 58 en de figuur van Rik Kuijpers zijn treffend. De vernieuwende beweging zette zich zelfs voort in koloniale gebieden zoals Mozambique. De eerste Portugese filmclub , Clube Português de Cinematografia, opgericht in 1945 te Porto, gaf hiertoe de aanzet. Door die oprichting sloten er zich een aantal filmclubs in de overzeese provincies aan, die een broedplaats waren voor linkse anti-kolonialen. Via de filmclub in Porto beschikten ze over films zoals deze van Eisenstein (“Pantserkruis Potjomkin” ), Carl Dreyer (“La Passion de Jeanne d’Arc “ ) en Ingmar Bergmann (“ Wilde aarbeien” ). Oorspronkelijk beperkte die samenwerking zich tot de uitwisseling van films die niet in het commerciële circuit te zien waren. Later gingen de leden van deze filmclubs zelf aan de slag als cineast. In 1964 draaide José Cardoso met een aantal leden van de Beira filmclub zijn eerste kortfilm “O Anuncio” ( De aankondiging). José Cardoso groeide in de latere jaren uit tot de frontman van de Mozambikaanse films(34). In 1949 waren er tussen de zes- en zevenduizend Belgische amateurcineasten waarvan slechts enkele honderdtallen lid waren van een club(35). De federatie van amateurcineasten van België (Facineb) bood aan deze amateurcineasten een professionele structuur en ondersteuning aan. Zij organiseerde wedstrijden, stelde een filmoteek ter beschikking en gaf een tweemaandelijks tijdschrift uit. Uit mijn onderzoek blijkt dat de Oostendse Cinéclub de eerste vereniging was die amateurcineasten groepeerde en “Art et Essai” filmvoorstellingen organiseerde. Ze programmeerde avant-gardefilms van Sergej Eisenstein, Fritz Lang en Man Ray. Henri Storck stichtte in 1929, op twintigjarige leeftijd, de filmclub en de eerste vertoning vond plaats op 21 maart 1928(36). James Ensor, Constant Permeke, Michel de Ghelderode, Firmin Cuypers, Désiré Steyns en Félix Labisse waren onder andere de oprichters. Henri Storck realiseerde met “Images d’ Ostende” de eerste productie van deze filmclub en liet James Ensor figureren in een scène van “Une idylle à la plage”. Félix Labisse verzorgde de filmrubriek in “Le Carillon” dat zich meer en meer profileerde als het blad van de clan Ensor. Tijdens deze periode ontstonden er andere amateur - cineastenclubs in Brussel, Gent, Luik.

 32 Peter Weiss werd genomineerd op het internationaal filmfestival van de experimentele film (1958) te Brussel     voor de films “Enligt Lag” (de gevangenis) en “En Dag i Staden” (een dag in de stad). 33 Andersson L.G., & Sundholm J., (2008); Amateur and avant‐garde: minor cinemas and public sphere in 1950’s     Sweden( volume 5, number 3): Intellect Ltd. 34 Convents G., Het ontstaan en belang van filmclubs (pp. 52‐56) in: Cinemagie, zomernummer 2009 35  Boodschap van André Baken, in: Cine amateur digest (p15), juni 1958. 36 Biltereyst, D. & Stalpaert, Chr.(2007).Filmsporen.(p.39).Gent: Academia Press, Gent. 

Page 15: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

15 

 

                                                           

In Vlaanderen zaten enkele cineasten gekneld tussen de oude garde (Gaston Schoukens, Edith Kiel) en de pioniers die begonnen te bouwen aan een nationale filmproductie. Rik Kuijpers, Harry Kümel en Herman Wuyts waren zulke cineasten. Ze waren actief in de in 1947 opgerichte Smalfilmclub Mortsel. Reeds van jongsaf was dit trio gefascineerd door films. Op vijftienjarige jarige leeftijd had Harry Kümel zijn eerste 8mm-films ‘Een moederhart’ en ‘Perette et le pot au lait’ gemaakt(37). Op drieëntwintigjarige leeftijd vertoonde Rik Kuypers zijn eerste film ‘Idée fixe’. Deze drie cineasten scheurden zich af van Smalfilm Club Mortsel omdat ze zich geremd voelden in de realisatie van hun filmideeën. Bovendien voelden ze zich professioneel voldoende onderlegd om zelf een cineastenclub op te starten. Robbe De Hert formuleert hun vertrek als volgt:

“Hogervermelde cineasten waren het dure, semi -professionele gestoei van allerhande dokters en notarissen beu en zochten naar een meer artistieke en professionele aanpak, wat uitmondde in de oprichting van Filmgroep ’58” (38).

Dit vertrek heeft tot een breuk geleid tussen Rik Kuijpers en de smalfilmclub met zijn clubschorsing tot gevolg(39). Ze zochten hierna toenadering tot de Cineclub Lieven Gevaert maar hun aanvraag stootte op een afwijzing tijdens de bestuursvergadering van 4 november 1958. Aanvankelijk waren alle bestuursleden nochtans overtuigd dat ze de club een aanzienlijke meerwaarde konden bieden. De erevoorzitter en burgemeester van de stad Antwerpen L. Craeybeckx(40) merkte echter op dat, hoewel er geen statutair bezwaar was, de club een personeelsclub was en hun aanvaarding bijgevolg aanleiding kon geven tot een conflict met het fabrieksmanagement(41). De vele voordelen zoals de aankoop van filmmateriaal en gebruik van de filmzaal, die de fabriek aan de club gunde, konden hierdoor wegvallen wat de clubleden zeker niet zouden aanvaarden. Rik Kuijpers, niettegenstaande de banden van zijn grootvader met de fabriek, en Herman Wuyts kregen daarom het advies een eigen filmclub op te richten. Zes leden die zich niet met deze beslissing akkoord konden verklaren, scheidden zich vervolgens af van de Cinéclub Lieven Gevaert.

 37 De Laet, D. (1977). Harry Kümel en de Belgische film (p.31). Antwerpen: Walter Soethoudt. 38 De Hert, R. (1983). Het drinkend hert bij zonsondergang (p.63).Leuven: Kritak. 39 Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience Antwerpen, dossier 142585,  Cine amateur magazine (p.4), auteur     onbekend, december 1958. 40 A.H.S. Craeybeckx was voorzitter van de cineclub Lieven Gevaert en broer van de Antwerpse burgemeester     Lode Craeybeckx. in: Lieven Gevaertarchief Mortsel, map cineclub Lieven Gevaert. 41 “De vereniging bestaat uit effectieve, sympathiserende, ereleden en steunende leden. Ze is, in principe,       samengesteld uit leden van de firma Gevaert, maar de club behoudt zich het recht voor personen, vreemd       aan de firma Gevaert, als lid aan te nemen”, Lieven Gevaert archief Mortsel, map Cineclub Lieven Gevaert,      statuten, hoofdstuk 1, artikel 6. 

Page 16: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

16 

 

                                                           

Op 7 november 1958 werd “Filmgroep 58” (42) dan uiteindelijk boven de doopvont gehouden. De groep bestond uit drieëntwintig leden waaronder Rik Kuijpers, Harry Kümel , Herman Wuyts – allen leden van de Smalfilmclub Mortsel – en Wim Beunis, Gustaaf Dierickx, Emmanuel Duden, Marcel Gruyaert, Hendrik Herreman, Willy Verlinden en Jos Welffens, die zich inmiddels hadden afgescheurd van de Cineclub Lieven Gevaert (43). Rik Kuijpers werd als voorzitter aangesteld. Zij stelden zich tot doel de “technische en artistieke kennis van haar leden, inzonderheid op filmgebied, door onderlinge steun en samenwerking uit te breiden en mede te werken aan de vooruitgang van de kinematografie” (44). De vereniging stond buiten alle politiek. Nieuwe leden werden geselecteerd op basis van hun bekwaamheden als cineast, scenarist of regisseur en moesten door twee effectieve leden voorgesteld worden aan het bestuur. Een hoofdelijke stemming besliste of hun kandidatuur al of niet aanvaard werd(45). Vervolgens was elk lid vrij zijn ontslag aan de voorzitter aan te bieden(46). Leden die hun lidgeld niet betaalden of niet actief deelnamen aan de groepsactiviteiten werden uitgesloten. De filmgroep had geen gedetailleerd activiteitenprogramma, vertegenwoordigde geen bepaalde strekking en dekte geen enkele ideologische of kunstesthetische richting. Het was een laboratorium van de filmkunst. Zonder gestoord te worden door commerciële imperatieven, streefden ze naar een continue kwaliteitsverbetering van hun filmisch werk en wilden ze zoveel mogelijk aansluiten bij de realisaties van de internationale filmwereld. Iedereen haalden zijn voordelen uit de ervaringen en initiatieven en de inspiratie van iedereen(47). De oprichting van de groep leidde niet tot een conflict met Cinéclub Lieven Gevaert, wat wel het geval was geweest met de Smalfilmclub Mortsel. Reeds op 14 mei 1959 nodigde Cinéclub Lieven, Gevaert Filmgroep 58 uit om hun 12 kortfilms voor te stellen(48).

 42 Federale Overheidsdienst Justitie, Bijlagen tot het Belgisch staatsblad N.2493, Goedkeuring oprichting     door algemene vergadering, 7 november 1958. 43 Lieven Gevaert archief Mortsel, map cineclub Lieven Gevaert, Verslag bestuursvergadering, 4 november      1958. 44 “En 1958, Rik Kuijpers et Harry Kümel fondèrent le cinéclub Filmgroep 58, uea association sans statut bien      défini, réunissant quelques cinéastes se situant entre l’ amateurisme et le professionalisme et qui  à      l’occasion se consultant, se prêtaient main‐forte tout en gardant chacun leur liberté d’action”.Thomas, P.     (1995). Un siècle de cinéma belge (pp.92‐93).Ottignies, Editions Quorum. 45 “De film ‘Dreams’ van Erik Nayaert bleek nog niet in aanmerking te komen om de maker als effectief lid op     te nemen. Hij zal voorlopig als aspirant lid beschouwd worden”,AMVC‐Letterenhuis, dossier 27752,     citaat uit verslag vergadering 14 mei 1971. 46 Federale Overheidsdienst Justitie, Bijlage tot het Belgisch staatsblad N. 2493, paragraaf 1: Benaming, zetel,     doel, duur. 47 Van Liempt, J. Laboratorium van filmkunst, in: Gazet van Antwerpen, 5 juni 1964 48 Lieven Gevaert archief Mortsel, map cineclub Lieven Gevaert, “Bezoekrapport van filmclub 58 aan cinéclub     Lieven Gevaert”, 14 mei 1959. 

Page 17: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

17 

 

                                                           

Het organogram bestond uit een algemeen voorzitter, een voorzitter, een secretaris, een penningmeester, een bibliothecaris, een erelid en raadsleden. Rik Kuijpers heeft het algemeen voorzitterschap steeds waargenomen. De inkomsten beperkten zich tot lidgelden, subsidies, giften en leningen. De productiekosten werden uitsluitend door de leden gedragen. Vanaf de oprichting tot 1995 bedroegen de lidgelden 300 franken voor de filmgroep en 150 franken voor de cineclub. De dienst Volksontwikkelingswerk, een departement dat toebehoorde aan het Ministerie van Nederlandse Cultuur, kende de subsidies toe. Jozef Van Liempt was voorzitter van de selectiecommissie voor de Nederlandstalige culturele film voor de periode 1964-1978. Jaarlijks werd hiervoor een dossier samengesteld dat de data, de aard, het onderwerp van de activiteit, de plaats, het aantal aanwezigen, de inkomsten en uitgaven per activiteit en de bewijsstukken verzamelde. Op basis van deze gegevens en na controle werd vervolgens het subsidiebedrag bepaald. Persoonlijke leningen werden meestal door Rik Kuijpers verstrekt(49). De inkomsten dekten voornamelijk de algemene en administratieve kosten, de aankoop van filmliteratuur(50) en de huurkosten van kort- en speelfilms. Uit de lezing van de verslagen van de algemene, statutaire en gewone vergaderingen valt een sterke organisatorische, administratieve en financiële discipline op. Afhankelijk van de aard, verliepen de vergaderingen steeds volgens een bepaald stramien: opvolging van de implementatie van vroegere beslissingen, overzicht van films in voorbereiding, productie en bespreking, financieel verslag, verslag van nog te innen lidgelden, organisatie van bezoeken en uitnodigingen, voordracht van nieuwe leden en uitsluitingen, programmering van de eigen cineclub en inlichtingen over de programmering van andere filmclubs, beheer van de bibliotheek, actualisering van de ledenlijsten, bespreking van mediakritieken op eigen en vreemde producties. Het was geen gewone filmclub maar een collectief dat nieuwe wegen trachtte te zoeken voor de filmkunst. Zij wensten niet meer beschouwd te worden als amateurs maar als freelancers. Experimenten die zich voornamelijk uitten in filmische vormgeving namen een belangrijke plaats in hun oeuvre(51). Dit werd mogelijk gemaakt door de wekelijkse, diepgaande besprekingen tussen de leden over de eigen producties en over filmische vorm en inhoud in het algemeen. Aangezien er toen nog geen filmscholen bestonden, selecteerden ze hun leden uit amateurcineasten die zich creatief wilden uitdrukken via het filmmedium. Ze bundelden hun krachten om grote productiekosten te vermijden, om zich de filmtaal eigen te

 49 Persoonlijk archief Mevr. W. Goyvaerts, kasboeken Filmgroep 58, 1962‐1968, financiële verslagen 50 Persoonlijk archief Mevr. W. Goyvaerts, voorbeelden aankoop filmliteratuur: L’esthétique et psychologie du     cinéma, Filmographie universelle, Le surréalisme au cinéma, Les cents visages du cinéma, Principles of      cinematography, kasboeken Filmgroep 58, 1962‐1968. 51 Boiten H. Nieuwe wegen voor de filmkunst, in: Smalfilm,juni 1964 

Page 18: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

18 

 

                                                           

maken door onderlinge kritiek en om zo makkelijker een filmidee in een film om te zetten. Zowel cineasten als musici, dichters, auteurs, geluidtechnici en designers behoorden tot de groep(52). Jan Bruyndonckx verdient hier vermelding. Deze scheikundige, die in het department magnetische banden van de Lieven Gevaertfabriek werkte, bouwde thuis een eigen geluidslaboratorium op en stelde dit ter beschikking van de filmgroep(53). Ze ontsnapten niet aan de toenmalige kunststromingen. De oprichting van de groep viel samen met de opkomst van de abstracte kunst en de doorbraak van de Nouvelle Vague in zowel stijl als techniek(54). Tot 1963 produceerde de groep dan ook overwegend magisch-realistische, surrealistische, abstracte en existentieel-religieuze films(55). Het laboratoriumwerk van Filmgroep 58 leverde de film een belangrijke toegevoegde waarde. De professionele productie was afhankelijk van commercieel succes, en kon zich dergelijk laboratoriumwerk bijgevolg niet veroorloven, zelfs niet met staatstoelagen. Hierdoor werd het amateurisme ontdaan van zijn pejoratieve betekenis, voor zolang het zich niet wilde meten met het professionele(56). Een algemene evaluatie van de activiteiten van de groep werd het best weergegeven in volgend citaten:

“Indien er in verband met bepaalde prestaties van “Filmclub 58” nog over “amateurisme” kan gesproken worden, dan is het juist doordat zij geconcipieerd zijn in functie van niet-professionele realisatiemiddelen. Het niet kunnen werken met synchrone klankopnamen, het zich moeten beperken tot een 16 mm camera en een ondanks alles primitieve lichtinstallatie, het uitsluitend beroep kunnen doen op mensen die slechts toevallig eens voor de camera komen, zijn samen met nog andere, zoveel elementen die deze cineasten verplichten tot een uiterste soberheid in de keuze van hun onderwerpen en tot een exclusief vertellen bij middel van het beeldenspel “ (57).

 52 AMVC‐Letterenhuis, dossier 27752, Lijst van leden die geen cineast waren: Bruyndonckx Jan: scheikundige,     Dierickx Gustaaf: kunstschilder,De Vree Paul: dichter, Heynen Walter: componist, Nelissen Ivo: filmcriticus,     Verbeeck Herman: mimespeler, Ausloos Paul: kunstschilder, Conrad Patrick: dichter. 53 “Maar thuis heeft hij een klanklaboratorium en daar ontstaan ‐zomaar voor de pret en omwille van vrienden‐     ingenieuse geluidsbanden voor allerlei film, boordevol van de meest fantastische vondsten, die allemaal     vakkundig af zijn”,AMVCC‐Letterenhuis, dossier 27752, Van Liempt, J. De bezetenen van de camera, datum     onbekend. 54 Verpoorten, B. De Vlaamse film ‐ Evolutie van de Vlaamse langspeelfilm. Leuven: Centrum voor       Communicatiewetenschappen K.U. Leuven. 55 Voorbeelden: “Mijn Evanaaste” duidt op de cruciale plaats die het Eros in ons leven en levensbeschouwing     inneemt. “Amen” is een film over de moderne mens die wordt geboren, leeft en sterft tussen machines. 56 Nelissen Ivo, “Filmgroep 58”, in: De Nieuwe, 21 oktober 1966. 57 AMVC‐Letterenhuis,dossier 27752, Van Liempt, J. “Amateurisme of avant‐gardisme” in: Filmleven, datum     onbekend. 

Page 19: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

19 

 

                                                           

“Het is de grote verdienste van Filmgroep 58 van meet af aan tegen de discriminatie te hebben gevochten met als wapen het voortdurende bewijs dat met beperkte middelen een kwaliteit kan worden bereikt die vele professionelen,o.a. werkend voor de BRT, zouden moeten doen blozen van schaamte.(58)”

 58 AMVC‐Letterenhuis,dossier 27752, Filmgroep 58 ‐Laboratorium voor vormgeving, in: De Nieuwe, auteur      onbekend, 1963. 

Page 20: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

20 

 

                                                           

5. Activiteiten

“Men kan alleen een Vlaamse filmindustrie opbouwen met soortgelijke geobsedeerden, die

aan niets anders denken dan aan filmen en als het ware met de film opstaan en naar bed

gaan” (Rik Kuijpers) (59)

Het voornaamste doel van de groep was eigen filmproducties of scenario’s stimuleren en deze kritisch maar opbouwend bespreken(60). Door hun werk aan de anderen te tonen en ervaringen uit te wisselen, wilden de leden elkaar helpen en verbeteren. Het filmisch experiment werd tijdens deze kruisbestuivingen sterk aangemoedigd. Hoewel de films in groep werden gerealiseerd, vielen de productiekosten volledig ten laste van de individuele leden.

“De wekelijkse ervaringen stellen de leden in staat mekaar te vinden en als het ware door een soort oppervlaktespanning tot verschillende kernen samen te trekken. Deze verschillende kernen ontstaan in volle vrijheid en volgens de onberekenbare en zeker niet door de groep opgelegde wet der mutuele aantrekkingskracht, die niets anders is dan het intuïtief zoeken naar medewerkers die op dezelfde golflengte zijn afgestemd. Door de beperkte financiële middelen waarover de leden beschikten, werden de producties vooral op kortfilm afgestemd. De kortfilm had het voordeel dat de cineast geen slaaf was van een verhaal en van productieapparatuur maar toch de fundamentele filmwetten zoals de ordening van beeldmateriaal en compositie of camera-instelling moest volgen. De wekelijkse vergaderingen geven soms ook aanleiding tot homerische discussies, vooral rond de eigen producties maar ook rond alle problemen betreffende vorm en inhoud van de film in het algemeen” (61).

 59 AMVC‐Letterenhuis, dossier 27752, Van Liempt,J.,Filmgroep 58  Antwerpen‐De bezetenen van de camera,      Gazet van Antwerpen, datum onbekend 60 “Het merkwaardige van de filmgroep 58 is ook dat de aangeslotenen elkaar bij hun respectievelijke      realisaties helpen zodat het een voortdurende uitwisseling van ervaringen wordt. Paul De Vree die er altijd      bij is wanneer het erop aankomt jong talent een kans te geven, schrijft teksten en scenario’s voor de leden     van de groep die van hun kant een dankbare voorkeur voor de poëziefilm laten blijken”. AMVC‐Letterenhuis,     dossier 27752, Van Liempt, J., Filmgroep 58‐De bezetenen van de camera, in: Gazet van Antwerpen, datum      onbekend. 61 Persoonlijk archief Grauwels, J.P., Brochure galaproductie Filmgroep 58, Nelissen Ivo, 2 mei 1961.    

Page 21: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

21 

 

                                                           

Zeer regelmatig stelde men lijsten op van films in productie of voorbereiding en volgde men de vorderingen op of besprak ze(62). Om de leden zo professioneel mogelijk te begeleiden, stond er enerzijds een bibliotheek(63) ter beschikking met filmliteratuur, tijdschriften(64) en filmcursussen(65) en organiseerde men anderzijds gezamenlijke bioscoopuitstappen. Ook kwam de toekomst van de groep en zijn toegevoegde waarde regelmatig aan bod. Filmavonden en colloquia werden georganiseerd om de films van de leden of een actueel thema uit de filmwereld te bespreken en kritisch te evalueren. Al snel voelde men de nood om niet alleen 16mm- maar ook 35mm-filmmeesterwerken gezamenlijk te bekijken om zo een dieper inzicht in de filmkunst te verkrijgen.

“Er was niet alleen nood aan reflectie en discussie over film. Het fenomeen van filmclubs had betrekking op een meer kritische houding ten aanzien van de mainstream commerciële cinema, en op het promoten van de avant-garde- en de maatschappijkritische film “ (66).

Daarom besloot men samen te werken met Cineclub 16, een al bestaand initiatief waarover verder weinig bekend is, wat leidde tot de opsplitsing van de de filmgroep in twee afdelingen: een productiegroep en een cineclub(67) . Deze opdeling markeerde een duidelijk verschil tussen een filmclub, die vertoningen organiseerde, en een filmgroep, samengesteld uit amateurs en semi-professionele cineasten. De cinéclub werd zo een alternatief voor de verdwenen Keurcinema in Antwerpen(68).

 62 “ Verschillende leden zijn in productie: André Van Putte, Frans Celis, Karel De Bleser, Max Arab, Jos Pustjens,     Karel De Mesmaecker, Louis Van Maelder. Maken voorbereidingen: Hugo De Bleser, Louis Celis,      Robbe De Hert, André Van Putte, Roger Hullaert, Willy Verlinden, Koen Van Os, Rik Kuijpers”.      AMVC‐Letterenhuis,dossier 27752,Verslag vergadering februari 1967. 63 In het clublokaal stond de bibliotheek ter beschikking van de leden. Vanuit mijn onderzoek heb ik volgende      vier locaties weerhouden: Verdussenstraat,34 Antwerpen, Tabakvest,83 Antwerpen, Vlaslaan,17 Antwerpen,     Bredabaan, 828 Merksem, Leopoldstraat,23 2650 Boom. 64 “Wij blijven ons abonneren op volgende tijdschriften: Film‐spot, Skoop, Cahiers du cinéma, Sight and Sound”.      AMVC‐Letterenhuis,dossier 27752, Terugblik op jaarlijkse algemene vergadering 1969, auteur onbekend. 65 Voorbeelden van beschikbare cursussen, uitgegeven door L’institut des hautes études cinématographiques      de Paris: Analyse des films de René Clair, Introduction à l’esthétique et à la psychologie du cinéma,      L’architecture‐décoration dans le film, Le réalisateur de films face à son interpréte. AMVC‐Letterenhuis,     dossier 27752. 66 Biltereyst, D. & Meers, Ph. (2007). De verlichte stad. (p.59). Campus Leuven: Lannoo. 67 “Nu te Antwerpen helaas ook de Keurcinema ter ziele is gegaan, wordt de nood aan een actieve cineclub      weer nijpend. De filmliefhebber is op zoek naar een centrum, waar hij kennis kan maken met de waardevolle     realisaties uit de jonge filmhistorie”, AMVC‐Letterenhuis, dossier 27752, Rik Kuypers, Aankondiging van     samenwerking cinéclub 16, datum onbekend. 68 De keurcinema was een tegenhanger van de cinéma d’essai, opgericht door Jacques Delcorde, die zich liet     inspireren door de Parijse cinéma d’essai. Interview Robbe De Hert, 10 februari 2010. 

Page 22: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

22 

 

                                                           

Jarenlang werd het Vlaams filmclub landschap gedomineerd door de katholieke en socialistische filmclubs, die het filmbezoek van hun leden gedeeltelijk naar zich toetrokken(69). De “Katholieke Filmliga”,die een christelijke verantwoorde houding tegenover de film wilde bijbrengen, was samengesteld uit de “Katholieke keurraad”, die de morele quotering van de films vastlegde, het “DOCIP”(70), het documentatiecentrum voor katholieke dag-, week- en maandbladen, de “Filmcentrale S.V.”, die de programmatuur verzekerde van de katholieke filmzalen en “CEDOC”(71) die de methode en techniek behartigde om filmforums op een pedagogische wijze te leiden(72)(73). Zelf heb ik regelmatig deelgenomen aan filmforums, geleid door Jos Burvenich sj., die in zaal Elckerlyc te Antwerpen plaatsvonden. De socialistische filmclubs resulteerden onder de “Centrale voor Socialistische Cultuurbeleid”. Zij groepeerden “filmclub Randstad “, “Centrale filmclub - Instituut Emile Vandervelde (IEV)”, maandblad “Film’”en de “Socialistische Federatie van filmclubs”, die de activiteiten kanaliseerden(74). Als tegenpool van deze twee ideologische geïnspireerde filmclubs werd op 16 december 1950 “Het Linnen Venster” opgericht. “Karel Simons, Roland Verhavert, Lode Henderickx, Hubert Herremans, Jos Jacobs en Renier Van de Vlede waren de oprichters. “Ze trachtten een antwoord te geven op de bestorming van de Vlaamse bioscopen door Amerikaanse films, geproduceerd tussen 1939 en 1945 en de films,vertoond door de Katholieke Filmliga met een conservatieve strekking.”(75). Hun statuten stipuleerden dat zij bijzonder belang hechtten aan de Belgische film en zij zich a-ideologisch opstelden. Via de organisatie van filmvertoningen wensten ze de filmgeschiedenis te ontdekken. Film was hun studiemateriaal. Ze vertoonden films die moeilijk toegang kregen tot de bioscoop(76). De leden behoorden zowel tot linkse als nationalistische milieus. De cineclub van Filmgroep 58 onderschreef de ideologische opstelling van Het Linnen Venster, maar kaderden de programmering in een pedagogische ondersteuning van hun eigen producties.

“Filmgroep 58 heeft geen programma,heeft geen bepaalde strekking, dekt geen enkele richting, noch van ideologische, noch van kunstesthetische aard. Filmgroep verplicht zijn leden tot geen enkel ‘isme’ en propageert er geen enkel.(77)”

 69 Biltereyst, D. & Meers, Ph. (2007). De verlichte stad (p.177).Campus Leuven: Lannoo. 70 DOCIP: Documentatiecentrum voor cinematografische pers. 71 CEDOC: Centrale dienst voor onderwijs en cultuur. 72 Waarheen met de K.F.L., in: Film en Televisie (p.10), auteur onbekend, juli‐augustus 1960. 73 Cedoc nieuws in: Film en Televisie (p.16), auteur onbekend, december 1962. 74 Koninklijk Filmarchief Brussel, map filmclubs, Verslag 1960 ‐Socialistische federatie der cineclubs, gewest     Antwerpen, auteur onbekend, datum onbekend. 75 Magiels, W. & De Hert, R.(2004): Magie van de cinema (p.182). Antwerpen:Facet 2004. 76 Koninklijk Filmarchief Brussel, map filmclubs, persoonlijk archief Erik Martens, ruwe transcriptie van      interview Erik Martens met Roland Verhavert, afgenomen op 26 mei 2003 te Antwerpen. 77 Persoonlijk archief Grauwels, J.P., Brochure galaproductie Filmgroep 58, Nelisen Ivo, 2 mei 1961. 

Page 23: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

23 

 

                                                           

In de periode 1959-1960 vertoonde de cineclub van Filmgroep 58 iedere zaterdag speelfilms, films uit eigen productie of films over hedendaagse kunst in de projectiezaal van Lieven Gevaert Mortsel. De eigen groepsproducties dienden meestal als voorprogramma van de speelfilms. De groepsactiviteiten beperkten zich niet uitsluitend tot de interne werking en producties. Zo werd het groepswerk ook voorgesteld aan de “Bossche smalfilmamateurs” van ’s Hertogenbosch(78), bij Smalfilmgroep Dordrecht (79) en Smalfilmclub Brussel (80). Men nam deel aan de filmfestivals van Edingburgh(81), Oberhausen, Glasgow, aan de Beneluxfilmfestivals, georganiseerd door het Nationaal Centrum voor Moderne Kunst, aan alle Nationaal Belgische filmfestivals, georganiseerd door het Provinciebestuur van Antwerpen(82), en aan persvoorstellingen. Daarnaast nodigde men buitenlandse filmclubs zoals de vrije filmcontactgroep “Synoscoop” uit voor de projectie van hun recente producties(83).

 78 AMVC‐Letterenhuis, dossier 27752, “een delegatie van onze filmgroep zal een voorstelling geven te      ’s Hertogenbos bij de Bossche Smalfilm amateurs in Hotel Royal, Visstraat te 20.30u”, Verslag vergadering     Filmgroep 58, 1969. 79 AMVC‐Letterenhuis,dossier 27752, Projectie te Dordrecht op 2 juni 1967, Verslag vergadering Filmgroep      58,1969. 80 AMVC‐Letterenhuis,dossier 27752, “Dans le cadre des soirées de projection mensuelles, nous présentons     aujourd’hui Nationale Filmgroep 58”, Aankondiging smalfilmclub Brussel (SCB), 6 februari 1970. 81 AMVC‐Letterenhuis,dossier 27752, Filmgroep 58 neemt deel aan Edinburgh’s festival‐ Groeiende hoop in     Jonge Vlaamse filmindustrie, auteur onbekend, datum onbekend 82 Universiteit Antwerpen, Seminariewerk filmhistoriografie,Stevens Marc, “Nationaal Festival van Belgische     films 1952‐1969”, academiejaar 2008‐2009. 83 AMVC‐Letterenhuis,dossier 27752, “Vrijdag, 3 maart 1967 projecteren wij te Amsterdam op uitnodiging van     Synoscoop in het clublokaal op een bovenverdieping van de First National City Bank. Aanvang: 19.30u.”,     verslag vergadering filmgroep 58, 3 februari 1967. 

Page 24: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

24 

 

                                                           

6. Rik Kuijpers:

“Pygmalion is niet op Cyprus gebleven...Hij heeft zich van zijn eiland losgerukt om de wereld

te overzweven, om zich te vestigen in de ziel van elk kunstenaar,’t zij dichter, schilder,

beeldhouwer, componist, cineast. Waarom zouden wij smalfilmers, Pygmalion niet als

voorbeeld stellen...Waarom zouden wij ons niet met liefde, toewijding op onze realisaties

werpen, ze leven trachten te geven?” (Rik Kuijpers) (84)

Rik Kuijpers werd geboren op 11 april 1925 in Mortsel. 21 jaar later ruilde hij het Antwerpse Sint-Lievenscollege voor het Nationaal Radio- en Filmtechnisch Institituut in Brussel om er een filmtechnische opleiding te volgen(85). Dankzij zijn grootvaders positie als algemeen technisch directeur en medestichter van de firma Lieven Gevaert(86), beschikte Rik Kuijpers steeds over voldoende financiële middelen. Hij heeft dan ook nooit echt een beroep uitgeoefend. Kuijpers was een ongehuwde introvert, die niets liever deed dan zich op te sluiten met zijn muziek en film. Hij bezat een enorme jazzcollectie en was vriend van Jack Sels, een bekend tenorsaxofonist, die muziek leverde voor de film “Meeuwen sterven in de haven”(87). Reeds op tweeëntigjarige leeftijd maakte hij zijn eerste poëtische documentaire “Mechelen, paradijs aan de Dijle”. In 1950, tijdens de jaarlijkse nationale prijskamp georganiseerd door de Federatie der Amateurs van België, sleepte Kuijpers de eerste prijs in de wacht met zijn film “Ex Tenebris”, waarvan de buitenopnamen in Spanje gedraaid werden. “Ex Tenebris” was een vrije transcriptie van het Hamlet-thema, waarin niet alleen het avant-gardisme van Germain Dullac, Hans Richter en Jean Cocteau reeds te bespeuren viel, maar ook Kuijpers’ inzichten in de mogelijkheden van de film en zijn voorliefde voor ingewikkelde en ongewone onderwerpen(88). Drie jaar na de prijsuitreiking, in 1953, zette Kuijpers koers naar India om er in opdracht van de Paters Karmelieten een film te draaien over het missiewerk van deze oude congregatie. Hij verbleef er vijf maanden en bracht beeldmateriaal mee voor drie volledige films en zestig

 84 De geest van Pygmalion, Cine amateur magazine (p.11), januari 1959. 85 Thomas, P. (1995). Un siècle de cinéma belge.(p.88). Ottignies: Editions Quorum. 86 “Nabij de fabrieken lag een Lieven Gevaertstraat, en men voegde er in de gemeente, als erkentelijkheid voor       de menigvuldige diensten,nog een Hendrik Kuijpersstraat aan toe”. Mariën, P.C.  Kuijpers in woord en daad     (p.69‐70). Mortsel: Erfgoed Mortsel. 87 Koninklijk Filmarchief Brussel, Persoonlijk archief Erik Martens, ruwe transcriptie van interview door Erik     Martens met Roland Verhavert, afgenomen op 26 mei 2003 te Antwerpen. 88Een verdienstelijk amateur‐filmer op eigen bodem: Rik Kuijpers, in: De Gentenaar, auteur onbekend, 21 april      1950. 

Page 25: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

25 

 

                                                           

grammofoonplaten met originele Indische muziek. Zijn Indische producties oogstten heel wat lof in de kranten:

“Deze jongeman kan in beelden denken en uit die ritmische opeenvolging van die beelden een filmische beweging scheppen, m.a.w. hij kan werkelijk met camera en celluloid omgaan als een tekenaar met papier en stift en hij weet wat montage is”.(89)

Naast de opdracht der Paters draaide Kuijpers eveneens een documentaire in Gevacolorkleuren die inzicht verschafte in het leven van vissers, landbouwers en in de mysterieuze godsdienstplechtigheden met hun tempeldansen en pantomime spelen(90). De confrontatie met de dood, zijn geobsedeerdheid door de irrationaliteit van het leven, de menselijke eenzaamheid, de zoekende mens, de mystiek en fataliteit zijn steeds wederkerende thema’s in zijn filmisch oeuvre. Ook het literair-filosofische werk van Simone Weil heeft een grote indruk op hem gemaakt. Hij verdiepte zich in de christelijke mystiek en in de godsdiensten van het oude Egypte, wat zijn opnames in Marokko, Spanje, India, Brazilië, Egypte, Haïti en Peru enigszins verklaren(91). Ook zijn voorkeur voor cineasten als Kenji Mizoguchi(92) en Arika Kurosawa(93) toont zijn worsteling aan met deze levensvragen. Door zijn lidmaatschap met de Smalfilmclub Mortsel en zijn familieband met zijn grootvader Hendrik Kuijpers, medestichter van de Gevaertfabrieken te Mortsel, had hij ook contacten op het hoogste politiek niveau(94)(95). Kenmerkend voor zijn films is de drang naar het experimentele, het zoeken naar nieuwe uitdrukkingsvormen. Zo werd de film ‘Hollywood speaking’ beeld per beeld gemaakt(96). Sommige filmsequenties kunnen vergeleken worden met de Canadese experimentele

 89 Twee travancore‐films van Rik Kuijpers, in:Filmleven, V.G.,22 oktober 1954. 90 Rik Kuijpers terug uit Indië, in: Gazet van Antwerpen, auteur onbekend,15 mei 1953. 91 Producties‐Marokko: Boomerang(1952),de Obool(1966),Jillali(1965) ‐  Indië: Het kruis van Travancore (1953),     Atcha(1954) ,In de schaduw van de goden(1974) ‐ Brazilië: Saudade de Bahria(1975) ‐ Haïti: Een glimlach van     Haïti(1978) ‐ Peru:  No se puede sepulator la luz(1981). 92 Kenji Mizoguchi, Japans filmregisseur (1898‐1956). In zijn films geeft hij meestal blijk van een metafysische,     onthechte kijk op de wereld, die in schoonheid zijn verlossing vindt  en in het Boeddhisme zijn inspiratie. 93 Akira Kurosawa, Japans filmregisseur, scenarioschrijver en producer (1910‐1998). Kenmerkend voor zijn films     is zijn geloof in de mens en de dienstbaarheid. 94 “Inmiddels vernam ik dat de achtbare voorzitter van de Mortselse filmclub een meneer is op ’t ministerie.      Dat ook de nonkel van Rik Kuijpers, een meneer is op ’t ministerie. En dat die twee meneren bij Pee Wee     Zegers aandringen opdat Rik Kuijpers met officiële opdrachten zou belast worden”. (Pee Wee Zegers verwijst     naar P.W. Segers, toenmalige minister van defensie.) ’t Pallieterke, auteur onbekend, 27 april 1956. 95 De oom van Rik Kuijpers, Armandus Kuijpers, was directeur‐generaal aan de Kanselarij en de geschillen bij      het Belgisch Ministerie van Buitenlandse Zaken. Interview met Lydia Cassiers, Cultureel Centrum Mortsel op     18 januari 2010. 96 Hollywood speaking ‐ Filmexperiment van twee Antwerpse amateurcineasten,in: De Nieuwe Gazet,       24 oktober 1959. 

Page 26: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

26 

 

                                                           

cineast Mc Larren(97). Hij schreef ook diverse filmscenario’s(98) en bewerkte zijn filmideeën voor experimenteel toneel(99). In een vraaggesprek met Paul de Vree uit september 1968 verduidelijkte hij zijn doctrinaire visie op films. Op de vraag wat zijn indrukken zijn over de film “Cash?Cash!” van Paul Collet en Pierre Drouot, antwoordde hij:

“Als u tal van compromissen maakt, kan er uit de privéhoek wel geld vandaan komen, maar films zoals Cash?Cash! behoren tot een bijzondere klasse films. Sex en geweld teren op een internationaal patroon, dat met een specifieke uitdrukking, zoals ik mij dit voorstel, weinig te maken heeft.(100)”

Reeds vanaf 1961 aanvaardde hij ook opdrachten voor de televisie. Hij verleende zijn medewerking aan het programma ‘Close-up’ en draaide poëziefilms voor het programma ’Poëzie in 625 lijnen’. Zijn bijzondere aandacht voor het cinematografische stootte af en toe op perskritiek. Zo vond men dat hij aan overstilering en oversymbolisering deed en dat het zoeken naar het ongewone, het experimentele dreigde te verzanden in een steriele vormschoonheid zonder wezenlijke inhoud(101). Rik Kuijpers stelde zich nooit als een voorzitter op. Dit strookte niet met zijn visie op de functionering van dit collectief. Hij zag zich meer als een raadgever, een coördinator tussen de oudere en jongere generatie van een freelance beweging. De loopbaan van Rik Kuijpers wordt in hoofdstuk acht verder behandeld.

 97 Mac Laren, Canadees cineast (1914‐1987) en pionier in filmische animatietechnieken. 98 “Diverse filmscenario’s schreef hij zoals Tol en Adieu Filipi”.AMVC‐Letterenhuis,dossier 27752, in:       De Gentenaar, auteur onbekend, , datum onbekend. 99 “Ook bewerkt hij enkele filmideeën voor experimenteel toneel, zoals Idée fixe, wat Kuypers noemt een      scheppingsdrang in de ruimte, voor slagwerk, tenor‐sax, zes stemmen koor,choreografische actie en film”      in: De Gentenaar, auteur onbekend, 21 augustus 1959. 100 De Vree P.,Coproducties zijn witte raven in het Belgische filmbedrijf, in: Spot n°4, 4 september 1968. 101 AMVC‐Letterenhuis,dossier 27752, Filmgroep 58,in: De Standaard, auteur onbekend, datum onbekend. 

Page 27: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

27 

 

                                                           

7. Verdere ontwikkelingen: openbare omroep en Fugitive cinema

“Wel is het een opmerkelijk feit dat enkele zeer gegeerde en algemeen gewaardeerde

professionele kineasten, die sinds geruime tijd in opdracht van de BRT werkten, gedurende

enkele jaren lid waren van Filmclub 58” (102)

Belangrijke externe en interne ontwikkelingen hebben het voortbestaan en de groei van de groep in grote mate bepaald. Op 31 oktober 1953 startten de eerste officiële televisie-uitzendingen waarvan de exploitatie werd toegewezen aan het NIR/INR. De Vlaamse televisie kreeg een drieledige opdracht toegewezen: informatie, opvoeding en ontspanning. De wereldtentoonstelling van 1958 was de beste televisiepromotie en zorgde voor een echte doorbraak. Het aantal dagelijkse uitzendingen werd drastisch opgetrokken en de verkoop van televisietoestellen kende een explosieve groei(103). Dit had tot gevolg dat het bioscoopbezoek daalde en de amateurcineasten steeds vaker aangesproken werden voor het draaien van tv-documentaires. De nieuwe televisiemedewerkers kwamen immers uit het radiocircuit en hadden bijgevolg weinig inzicht in de verwerking van visuele beelden. Bovendien was een intensieve concurrentie onverantwoord, aangezien er toch goede documentaristen beschikbaar waren(104)(105). Nic Bal, toenmalig hoofd van de dienst culturele uitzendingen, en Jos Van Liempt speelden hier een belangrijke rol in. Harry Kümel verliet Filmgroep 58 in 1962 en verleende tot einde 1965 zijn medewerking aan de BRT uitzendingen ‘Première’ en ‘Close up’. Tijdens die periode draaide hij ook de documentaire films ‘Erasmus’(1963), ‘Hendrik Conscience’(1964) en ‘Waterloo’ (1965) voor de BRT(106). In 1964 verliet Robbe De Hert de groep en werd aangeworven bij de BRT als cameraman. De samenwerking bleef echter niet zo harmonieus. De televisie ging nieuwe vormen van documentaires en nieuwe opname- en montagetechnieken ontwikkelen. Men gaf de voorkeur aan eigen producties boven uitbestede documentairefilms. Privécineasten werden steeds vaker ongeschikt bevonden voor televisiewerk. Einde 1974 werd de uitbesteding van

 102 AMVC‐Letterenhuis, dossier 27752,Filmgroep 58‐ Laboratorium voor vormvernieuwing.in: De Nieuwe,        auteur onbekend,1963. 103 Dhoest A. & Van den Bulck (2007). Publieke televisie in Vlaanderen, een geschiedenis(pp.26‐27). Gent:       Academia Press. 104 Everaerts, J.P. (1987). Het turbulente verhaal van de Vlaamse film‐,televisie‐ en videodocumentaire(p.122).       Brussel, BRT. 105Mijn berekening toont aan dat in het jaar 1958, 243 nationale producties gerealiseerd werden waarvan      143 documentaire films, 45 speelfilms, 24 nijverheidfilms, 17 toeristische films, 13 wetenschappelijke films       en 11 kunstfilms. Koninklijk filmarchief Brussel, Jaarboek van de Belgische film 1958, mei 1960. 106 De Laet, D. (1997). Harry Kümel en de Belgische film (p.31).Antwerpen: Walter Soethoudt. 

Page 28: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

28 

 

                                                           

documentaires volledig stopgezet. De ambtenarenmentaliteit van de omroep begon te botsen met het vrijbuitersprofiel van de cineasten, waardoor er tussen beide een haat-liefdeverhouding groeide(107). Robbe De Hert omschreef die periode, wellicht met enige zin voor overdrijving, als volgt:

“Televisie, wat was dat in het begin: dat was een grote micro in het midden van het beeld waar de mensen gingen rondstaan. Cinema nada!...Ik heb veel last gehad met de hiërarchie van de BRT. Ik moest op het bureau komen van Bert Janssens. Hij wou me uitleggen wat televisie maken eigenlijk was. We hadden toen vier dagen en nachten gewerkt en ben op zijn bureau in slaap gevallen. Dat was het einde van mijn carrière als cameraman (108)”.

Harry Kümel formuleerde het als volgt:

“...maar als perfectionist viel het me in stijgende mate moeilijk met medewerkers te moeten opschieten die beneden peil waren, terwijl ook al dat gekonkel achter de schermen me dik de keel begon uit te hangen...(109)”.

Ook Jef Cornelis verliet de groep om zich bij de BRT te vervoegen. Tussen 1964 en 1998 regisseerde hij meer dan honderd films. Later zou ook Rik Kuijpers BRT-opdrachten aanvaarden. Zo nam hij in de periode 1962-1963 de montage op zich van de filmprogramma’s ‘Première’ en ‘Close up’ en verzorgde in de jaren 1963-1965 verschillende afleveringen voor het programma ‘Poëzie in 625 lijnen’. Reeds vanaf 1960 verzorgde Herman Wuyts het camerawerk van de uitzending ‘’t Manneke’. Deze leegloop van kwaliteitsvolle cineasten vormde een permanente dreiging voor het voortbestaan van de groep. Het proces van kruisbestuiving dreigde hierdoor stil te vallen. In 1964 werd het vrij filmcollectief ‘Fugitive cinema’ opgericht. Filmgroep 58 was hiervoor de broeiplaats geweest. Robbe De Hert, Louis Celis, Guido Henderickx en Patrick Lebon waren de oprichters. Het opzet was vergelijkbaar met dat van Filmgroep 58, met evenwel als wezenlijk verschil een nadrukkelijke aandacht voor militante en maatschappijkritische producties.

 107 Everaerts, J.P. (2000). Film in België, een permanente revolte (p.65).Brussel: Mediadoc. 108 Koninklijk Filmarchief Brussel, Persoonlijk archief Erik Martens, ruwe transcriptie van interview door Erik       Martens met Robbe De Hert, afgenomen op 22 april 2003. 109 Muhka Bibliotheek Antwerpen, dossier Harry Kümel, “Harry Kümel”(p.11),Brochure uitgegeven naar        aanleiding van de aan zijn werk retrospectieve in de “Decascoop” te Gent en de “Pentascoop” te Kortrijk       op 27 en 28 november 1985.Brussel: Vlaamse Gemeenschap.       

Page 29: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

29 

 

                                                           

“L’idée c’était de réunir dans un collectif différents réalisateurs flamands, qui pourraient exprimer leur talent en dehors des normes financières et commerciales, sauvages en somme, comme on dit des animaux de la forêt (110)”.

Deze nieuwe groep stelde avant-garde en experiment gelijk met maatschappijkritisch engagement, daar waar Filmgroep 58 de aandacht liever op het cinematografische aspect legde. “Fugitive cinema” veegde de vloer met het begrip ‘Vlaamse film’ als een vorm van zogenaamde Vlaamse identiteit. Het kwam er voor hen in de eerste plaats op aan degelijke films met inhoud te maken die een behoorlijk groot publiek aanspraken. De Vlaamse film mocht niet beperkt blijven tot het in beeld brengen van Vlaamse romans waarnaar de scholen hun leerlingen loodsten in het kader van literatuuronderricht. Ook de persoonlijkheid van Robbe De Hert, die als een icoon van extreem-links in Vlaanderen beschouwd werd, stond diametraal tegenover de rustige, introverte verschijning van Rik Kuijpers. De Hert was sterk beïnvloed door het filmisch oeuvre van John Cassavetes (1929-1989), terwijl Rik Kuijpers zich het meest aangesproken voelde door de films van Robert Bresson en Federico Fellini. De provocatieve uitspraken van de Fugitivegroep(111) joegen het establishment en de pers tegen hen in het harnas en door hun botsende temperamenten begonnen de financiële moeilijkheden al snel op de samenhang door te wegen. Filmgroep 58 heeft hen nooit als een concurrentiële filmgroep beschouwd doordat hun filmische opvattingen nogal verschillend waren. Als bewijs hiervan bleven de meeste leden, zoals Robbe De Hert, ook lid van Filmgroep 58 en bleven ze beroep doen op de technische kennis en nationale, internationale uitstraling van de filmgroep. Zo werden de films van “Fugitive Cinema” onder de naam van Filmgroep 58 ingezonden op de meest prestigieuze nationale en internationale filmfestivals, wat hen een belangrijke promotionele steun opleverde.

 110 Sojcher, F. (1999).La kermesse héroïque du cinéma belge – Le mirroir déformant des identités culturelles      1965‐1968 (p.83).Paris: L’ Harmattan. 111 “De films van Orson Welles zijn beter dan de mijne, want hij heeft bij zijn eerste camera drie uur uitleg       gekregen en ik maar vijftien minuten” in: De Hert, R. (1983). Het drinkend hert bij zonsondergang.(p. 61)       Leuven:Kritak. 

Page 30: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

30 

 

                                                           

8. Het einde De oprichting van filmscholen als het Hoger Rijksinstituut voor toneel en Cultuurspreiding (HRITC), het Institut National Supérieur des Arts du spectacle et téchniques de diffusion (INSAS) en het Sint-Lucasinstituut te Brussel stelde het nut en de overlevingskansen van de amateursector in vraag. De amateurcineasten konden steeds minder naar de professionele sector overstappen doordat men vaker uit de filmscholen begon te rekruteren. Filmgroep 58 meende dat deze filmscholen meestal technische kaders afleverden voor televisie of voor de productie van lange speelfilms maar dat een diploma niet a priori wees op de aanwezigheid van artistieke creativiteit. De groep verkoos zijn aandacht dan ook te schenken aan geïnteresseerden die nooit enige filmschool hadden gevolgd maar die zich wel creatief wensten uit te drukken door het filmmedium. Ze waren ervan overtuigd dat de amateursector zijn nut zou blijven behouden dankzij zijn laboratoriumwerk. Professionele producties waren immers afhankelijk van commercieel succes en konden zich dergelijk laboratoriumwerk bijgevolg niet veroorloven(112). Op een uitzonderlijke algemene vergadering in november 1966 werd Filmgroep 58 ontbonden en de Nationale Filmgroep 58 opgericht. De nieuwe groep breidde zijn activiteiten voor freelance cineasten uit op nationaal vlak en kon overgaan tot de financiering van eigen filmproducties en de inrichting van cineclub-voorstellingen. De integratie van de activiteiten van Cineclub 16 om filmvoorstellingen te organiseren vereisten trouwens statutaire aanpassingen(113). Op 6 december 1969 sloot de Nationale Filmgroep 58 zich aan bij de “Werkgroep van Vlaamse Kineasten “. Deze groep ontstond naar aanleiding van de selectieweigering van de films ‘De Obool’ van Rik Kuijpers en ‘Insane’ van Robbe De Hert op het zevende Nationaal festival van de Belgische film. Ze verklaarden de jury daarop onbekwaam om een verantwoorde selectie te maken uit de ingezonden films. De Werkgroep stelde zich tot doel de filmcultuur en filmproductie te bevorderen en acties te voeren die hiertoe konden bijdragen(114). De echte terugval in de activiteiten van de groep zette zich vanaf 1971 in. Op de algemene jaarlijkse statutaire vergadering van 28 januari 1971 waren nog amper dertien leden

 112 Filmgroep 58,in: de Nieuwe n°134, auteur onbekend, 21 oktober 1966 113 Federale Overheidsdienst Justitie, Ontbinding filmgroep 58, te Antwerpen, Oprichting Nationale        Filmgroep 58, te Antwerpen, Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad N 5940,N5941 (p. 2585), Brussel,       22 december 1966. 114 Federale Overheidsdienst Justitie, Oprichting Werkgroep van Vlaamse Kineasten, Bijlage tot het Belgisch       Staatsblad N. 394, 6 december 1969. 

Page 31: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

31 

 

en aldaar(118).

                                                           

aanwezig. Zeven leden die reeds vanaf het prille begin lid waren, werden geschorst omdat ze hun lidgeld niet meer betaalden of niets meer van zich lieten horen(115). Rik Kuijpers ging daarna verschillende films in het buitenland draaien waardoor hij niet meer dezelfde aandacht aan de groep kon schenken. In 1974 draaide Kuijpers de documentaire ‘In de schaduw van de goden’ over Zuid-Indië, waar hij vier weken vertoefde. In 1975 maakte hij de film ‘Saudade de Bahia’, een documentaire over Brazilië waarvan de opnames drie maanden duurden. In 1978 volgde ‘Een glimlach uit Haïti’ en tenslotte in 1981 ‘No se puede sepulator la luz’, een documentaire over Peru(116). Hij kocht een huis in Lima en verhuisde op 5 februari 1982(117). Hij motiveerde zijn vertrek omdat hij een groot tegenstander was van de installatie van midddellange afstandsraketten die men overwoog te installeren in Europa en dus ook in België. In Peru kwam hij in aanraking met acties van de maoïstische guerrillabeweging, “Het Lichtend Pad”. Momenteel zou hij zich ontfermen over de straatkinderHet voorzitterschap werd hierna waargenomen door Rik Herremans(119). Na zijn overlijden werd Antoine Coeck voorzitter waarna Jean Pierre Grauwels de leiding overnam. Op 19 januari 1999 werd de “Nationale Filmgroep 58” ontbonden(120).

 115 AMVC‐Letterenhuis, dossier 27752, Verslag vergadering 28 januari 1971 van Nationale Filmgroep 58. 116 Kroniek van de Vlaamse film 1955‐1990 n° 52728. 117 Jaarboek 2005, Mortselse heemkundige kring (p.72). 118 Bevestigd door  Jean Pierre Grauwels, ex voorzitter van de Nationale Filmclub tijdens het interview met       Marc Stevens van 6 januari 2010 te Sterrebeek. 119 Rik Herremans was de schoonvader van Harry Kümel. Bevestigd door Jean Pierre Grauwels tijdens het        interview met Marc Stevens van 6 januari 2010 te Sterrebeek. 120 Federale Overheidsdienst Justitie, Ontbinding Nationale Filmgroep 58, Bijlage tot het Belgisch Staatsblad       N 8182 (pag 4592), 

Page 32: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

32 

 

                                                           

9. Producties: een overzicht

“Petje af, wij zijn jaloers op u en in onze Noord-Nederlandse ernst en mistroostigheid zullen

wij dat uw volgende tien jaar ook wel blijven. Maar trekt u zich daar niets van aan. In elk

geval: al lijken sommige zaken bij ons beter geregeld en al kijkt u daar somtijds wat tegen

aan: u heeft uw speelterrein en dat is bij ons nog steeds dat mijnenveld. Dat u dus ver in het

voordeel bent is mijn enige conclusie...versterkt door het zien van uw vele voortreffelijke

films.”

(Uittreksel uit “Smalfilm”, maart 1969)

In bijlage vindt u een lijst van producties die in Filmgroep 58 gerealiseerd werden tijdens de periode 1959-1973. De filmproducties ontsnapten niet aan de heersende kunststromingen. De oprichting van Filmgroep 58 viel samen met de opkomst van het surrealisme en de abstracte experimentele kunst. Tot 1963 produceerde de groep overwegend magisch-realistische en surrealistische films (‘Raga to a red rose’, ‘De magische ring’, ‘Blackmail’).Ook poëzie (‘Mijn eva-naaste’) en kunstfilms (‘Dans van het leven’) behoorden tot het palmares. Naast abstracte films (‘Amen’, ‘Essentieel’ ) werden pogingen gewaagd om existentieel- religieuze onderwerpen te behandelen (‘De obool’). Vanaf 1963 werd met het estheticisme gebroken omdat de jongere garde meer ingesteld waren op de “cinéma vérité “.(“Tweekeer twee ogen”, “Insane”, “18 december”, “Credo”). Anno 1968 heeft dit alles geleid tot het nieuw realisme, met dramatische en humoristische tendens (“De bom”, “Kort verhaal”, “De vrienden”, “You got to stop”, “A funny thing happened on my way to Golgotha”. De kunstfilm (“Aluchromie”, “Spiegelbeeld in de wol”), de animatiefilm (“De geometrische eend”), de nijverheidsfilm (“Juwelen”, “Diamant”, “Protection”) bleven echter aan bod. De films van “Fugitive Cinema“ werden in deze productielijst opgenomen omdat zij onder de naam van Filmclub 58 werden gepromoot(121).

 121 Raga to a red rose (Rik Kuijpers,Herman Wuyts‐1959), De magische kring (Rik Kuijpers,Herman Wuyts‐1959)       Blackmail (Jos Pustjens‐1959), Mijn eva‐naaste (Jos Pustjens‐1963), Dans van het leven        (Karel Demesmaeker‐1959), Amen (Jos Pustjens‐1962), Essentieel (Jos Pustjens‐1964), De Obool        (Rik Kuijpers‐1966), Tweekeer,twee ogen (Robbe De Hert‐1964), Insane (Robbe De Hert‐1966), 18 december       (Louis Celis‐1966), Credo (Louis Celis‐1966), De bom (Robbe De Hert‐1967), Kort verhaal (André Van Putte‐       1967), De vrienden (Louis Celis‐1967), You got to stop (Roger Hullaert‐1967), A funny thing happened on my       way to Golgotha (Robbe De Hert‐1967), De geometrische eend (Louis Van Maelder‐1965), Juwelen        (Karel De Bleser‐1965), Diamant (Willy Verlinden‐1964). 

Page 33: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

33 

 

                                                           

Heel wat films van Filmgroep 58 worden momenteel bewaard door “Retrofilm bvba” zoals 13 films van Rik Kuijpers, 11 films van Harry Kümel , 14 films van Willy Verlinden, 26 films van Herman Wuyts en verschillende producties van Marcel Gruyaert en Roger Hullaert.122

10. Conclusies

Als gevolg van de nieuwe tijdsgeest en filmstromingen tijdens de jaren 50 voelden vele amateurcineasten de groeiende noodzaak om zich beter te manifesteren door de krachten te bundelen. Ze voelden zich beknot in de toenmalige amateurcineastenclubs, die meestal ideologisch getint en te conservatief waren in hun filmisch denken of te beperkte thema’s behandelden zoals club-, reis- en familiefilms. Ze wilden zich ontplooien als een collectief van freelancers en aantonen dat er geen onderscheid kon gemaakt worden tussen amateur- en professionele films. Er bestonden volgens hen slechts goede en slechte films. Door haar dynamisme werd Filmgroep 58 een begrip in de nationale en internationale middens. Dankzij de aanwezigheid van Harry Kümel, Herman Wuyts, Robbe De Hert en Rik Kuijpers - die cineasten waren en geen scenaristen - kende de groep een glansrijke start. Het sterke werkingskader, de gezonde onderlinge competitiegeest, de ideologische ongebondenheid en de dynamische leiding van Rik Kuijpers heeft van Filmgroep 58 een begrip in de nationale en internationale filmmiddens gemaakt. Zijn ernst, cinematografische bekwaamheden, eigen financiële mogelijkheden en organisatietalent, hebben een bijzondere stempel gedrukt op de activiteiten en uitbouw van de filmgroep. Vele leden bekwamen staatsubsidies en televisieopdrachten en kaapten talrijke eerste prijzen weg op nationale en internationale festivals. Reeds na drie jaar intensieve werking waagden verscheidene leden de grote sprong naar het professionele milieu. Volgende leden hebben onder andere als professioneel cineast naam gemaakt: Ralf Boumans, Freddy Coppens, Gust Geens, Jackie Gladsteen, Marcel Janssens, Harry Kümel, Guido Van Rooy, Herman Wuyts, Jef Cornelis, Robbe De Hert, Osy Fischler, Patrick Le Bon, Marcel Martin, Walter Smets en Rik Kuijpers. Niettegenstaande verschillende leden zich afsplitsten, bleven ze in contact met de groep. Zo maakten ze handig gebruik van de faam van de groep om onder deze groepsnaam toegang te verkrijgen tot de filmfestivals. Na vijftien jaar leidde de opkomst van de filmscholen tot de bedenking of een dergelijke groep nog nut had. Aangezien Filmgroep 58 zich voornamelijk toelegde op het creatieve en de leden aangespoord werden om zich uit te drukken doorheen het filmmedium, legde men

 122 Retrofilm bvba Stippelberg,214 2260 Westerlo Heultjes tel: 016‐404575 Contact: Jos Hoeyberghs.       E‐mail: Jos Hoeyberghs aan Marc Stevens, 5 januari 2010. 

Page 34: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

34 

 

de klemtoon op de werving van filmauteurs. Aangezien de scholen veelal technische kaders afleverden voor speelfilmproducties of televisie, was er geen sprake van naijver. Het doel bleef freelance cineasten te groeperen en door onderlinge steun en samenwerking de technische en artistieke kennis uit te breiden, om zodoende op Vlaams en nationaal vlak mee te werken aan de vooruitgang van de cinematografie. Filmgroep 58 heeft zich steeds afgezet tegen de bewering dat het maken van een waardevolle film afhangt van het formaat van de pellicule, van het kapitaal en van het feit of het filmteam professionele erkenning genoot. Hun grote verdienste is zich van meet af aan tegen deze discriminatie te hebben verzet, uit overtuiging dat met beperkte middelen kwaliteit kon worden bereikt die vergelijkbaar is met professionele producties. Filmgroep 58 heeft de tumultueuze periode van de Vlaamse film niet alleen overleefd, maar er ook een grote bijdrage aan geleverd.

Page 35: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

35 

 

11. Bijlage: Producties “Filmgroep 58” 123

1959 

“ Hollywood speaking”, speelfilm van Rik Kuijpers en Herman Wuyts 

“ Raga tot a red rose”, genrefilm van Herman Wuyts en Rik Kuijpers 

“ De magische ring”, speelfilm van Rik Kuijpers en Herman Wuyts 

“ X “, animatiefilm van G. Agemans 

“Angst”, genrefilm van G. Agemans 

“ De kuil ”, speelfilm van François Claes en Marcel Janssens 

“Memories”, genrefilm van Staf De Meyer naar een scenario van Rik Kuijpers 

“ You are the wittnes”, speelfilm van Staf De Meyer 

“ Blues”, genrefilm van Staf De Meyer en Jan Bruyndonckx 

“This is America”, genrefilm van Marcel Janssens 

“ Vijfde biënnale Middelheim”, reportage van Wim Beunis 

“ Delict”, speelfilm van Marcel Brem 

“ Rouge et vert”, genrefilm van Marcel Brem 

“ Dans van het leven”, genrefilm van Karel Demesmaeker 

“ Kompromis “, speelfilm van André Van Putte en Emiel Stockmans 

“ Race “, genrefilm van Jos Pustjens 

“Blackmail” , genrefilm van Jos Pustjens 

“Antwerpen”, documentaire  van Marcel Gruyaert 

“ Heer Halewijn”,poëziefilm van Osie Fischler en Jackie Gladsteen 

“ Sintesis”, genrefilm van Harry Kümel 

“ Anna La Bonne”, poëziefilm van Harry Kümel 

“ Festival”, genrefilm van Emiel S’Jongers 

“ Beautiful London”, reportage van Willy Verlinden 

“ Wielen op asfalt”, reisfilm van Herman Wuyts 

 

                                                            123 AMVC‐Letterenhuis, dossier 27752: Brochure galavoorstelling naar aanleiding van de vijftienjarige viering       van Filmclub 58. 

Page 36: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

36 

 

1960 

“Tentakels”, speelfilm van Leo Boving en Herman Verbeeck 

“ Sieraden der diepte”, genrefilm van Staf De Meyer 

“The moon was mine”, genrefilm van Staf De Meyer 

“Rendez ‐ vous”, genrefilm van Rik Kuijpers 

“Vacantiesouvenirs”, reisfilm van Gustaaf Dierikx 

“O mijn papa”, genrefilm van Marcel Janssens 

“Au commencement était le désert”, documentaire van Osie Fischler en Jackie Gladsteen 

“Johan en de goudvis”, poppenfilm van Abel Van Kerckhoven 

“Story”, documentaire  van Emiel S’jongers 

“De lift”, speelfilm van Emiel S’jongers 

“Het vereerde gebeente”, genrefilm van Emiel  S’jongers 

“De eeuwige vraag”, poëziefilm van Karel Demesmaeker 

“Pandora”, genrefilm van Harry Kümel 

“Aether”, genrefilm van Harry Kümel en Herman Wuyts 

 

1961 

“Appeltje”, genrefilm van Emiel S’jongers 

“Rij maar an”, reisfilm van Rik Herreman 

“Vespa Bongo”, reisfilm van Rik Herreman 

“Muddy en de wonderschoenen”, poppenfilm van Abel Van Kerckhoven 

“Tous les parfums de l’Arabie”, speelfilm van Herman Wuyts en Harry Kümel 

“Thamar et Amnon”, experimentele poëziefilm van Harry Kümel 

“ De Schutter”, documentaire  van Jef Cornelis 

“Golflengte”, documentaire  van Jos Pustjens 

 

 

 

 

Page 37: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

37 

 

1962 

“Het pallet van de glazenier”, documentaire  van Karel Demesmaeker 

“Amen”, experimentele poëziefilm van Jos Pustjens 

 

1963 

“Electriciteit voor u”, documentaire van Jos Pustjens 

“Klei en vuur”, documentaire van Karel De Bleser 

“Kilometer 94”, poëziefilm van Karel De Bleser 

“Mijn eva‐naaste”, poëziefilm van Jos Pustjens 

“Con spirito”, documentaire van André Van Putte 

“Eisen”, documentaire van Wim Michielsen 

“1 mei”, poëziefilm van Rik Kuijpers 

“Aan de haven”, poëziefilm van Rik Kuijpers 

“In een wereld van louter plezier”, poëziefilm van Rik Kuijpers 

 

1964 

“Essentieel”, experimentele film over kunst van Jos Pustjens 

“In paradisum”, poëziefilm van Karel De Bleser 

“Parallel”, documentaire van Karel De Bleser 

“Hout in de haven”, documentaire van Karel De Bleser 

“Breughel benaderd”, reisfilm van Rik Herreman 

“Diamant”, documentaire van Willy Verlinden 

“Wedergeboorte”, poëziefilm van Rik Kuijpers 

“De vriendschap”, poëziefilm van Rik Kuijpers 

“Hippolyte Daye”, reportage van Rik Kuijpers 

“Improvisatie”, genrefilm van Karel Demesmaeker 

“Spiegelbeeld in wol”, documentaire van Karel De Mesmaeker 

“Twee keer, twee ogen”, filmschets van Robbe De Hert 

“An old story”, speelfilm van Robbe De Hert 

Page 38: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

38 

 

1965 

“Agressie”, genrefilm van Karel De Bleser 

“Moderne politie te Antwerpen”, documentaire van Jos Pustjens 

“ De geometrische eend”, Louis van Ma elder 

“Schets in verticaal”, experimentele film van André Van Putte 

“De Merel,waarom?”, documentaire van André Van Putte 

“Het ontwaken”, speelfilm van Roger Hullaert 

“Duisternis herinnert aan licht”, poëziefilm van Rik Kuijpers 

“De kracht die wij zaaiden”, poëziefilm van Rik Kuijpers 

“Witboekstad”,poëziefilm van Rik Kuijpers 

 

 

1966 

“Jillali”, poëtische schets van Rik Kuijpers 

“De Obool”, speelfilm van Rik Kuijpers 

“Antwerpen 906”, documentaire van Jos Pustjens 

“ SS. Lemuria”, speelfilm van Paul Hardies en Eddie Posson 

“Tussen gisteren en morgen”, speelfilm van Roger Hullaert 

“Close up”, speelfilm van Roger Hullaert 

“Insane”, speelfilm van Robbe De Hert 

“ Juwelen”, documentaire van Karel De Bleser 

“Eindjongens”, candid reportage van Karel De Bleser 

“18 december”, speelfilm van Louis Celis 

“Credo”, kunstfilm van Louis Celis 

 

 

 

 

 

Page 39: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

39 

 

1967 

“Zaterdag”, korte speelfilm van Karel De Bleser 

“Aluchromist”, kunstdocumentaire van Karel De Bleser 

“You got to stop”, kolderfilm van Roger Hullaert 

“Kort verhaal”, korte speelfilm van André Van Putte 

“Shogun”, korte speelfilm van Willy Verlinden 

“A funny thing happened on my way to Golgotha”, experimentele film van Robbe De Hert 

“De bom”, korte speelfilm van Robbe De Hert 

“Adieu Filippi”, langspeelfilm van Rik Kuijpers (niet beëindigd) 

“De vrienden”, korte speelfilm van Louis Celis 

“En dan komen de anderen”, korte speelfilm van Hugo De Bleser 

“Onthaal”, documentaire van André Van Putte 

 

1968 

“Lieven Gevaert, eerste arbeider”, documentaire van Rik Kuijpers 

“Geboorte en dood van Dirk Vandersteen”, speelfilm van Robbe De Hert 

“Midgard”, korte speelfilm van Walter Smets 

“Vleugels, eerste speelfilm van Karel De Bleser 

“SOS Fonse”, sociale documentair van Robbe De Hert 

“Na de slotface”, korte speelfilm van Patrick Lebon 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Page 40: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

40 

 

1969 

“Open spiegel”, genrefilm van Paul Ausloos 

“The Movie Looker”, genrefilm van Paul Ausloos 

“The great Temptation”, animatiefilm van Robbe De Hert 

 

 

1970 

“Pastorale”, korte speelfilm van Max Arab 

“Bastaard halve prijs”, korte speelfilm van Roger Hullaert 

“Fineer”, documentaire van Karel De Bleser 

“Van bus to bus”, documentaire van Karel De Bleser 

“Estepona”, documentaire van Romain De Reyn 

 

1971 

“Heroïne”, animatiefilm van Jules Vercammen 

“Underground”, animatiefilm van Jules Vercammen 

“Ortus Sum”, animatiefilm van Jules Vercammen 

“11.11.11”, animatiefilm van Jules Vercammen met medewerking van Willy Magiels 

“Concerto”, genrefilm van Jules Vercammen 

“War requiem”, genrefilm van Jules Vercammen 

“Syke en Byke”, animatiefilm van Aimé Vercruysse 

“Flying Bee”, animatiefilm van Aimé Vercruysse 

“Het raam aan de overkant”, korte speelfilm van Louis Van Schil en Willy Van der Velde 

“Morgen”, korte speelfilm van Louis Van Schil en Willy Van der Velde 

 

 

 

 

 

Page 41: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

41 

 

1972 

“De Spiegel”, korte speelfilm van Frans Van Aerde 

“Gaulach”, genrefilm van Louis Celis 

“Vijgen na klaasen”, genrefilm van Louis Celis 

“De blauwe planeet”, genrefilm van Willy Verlinden 

“Turnen voor cinefielen”, animatiefilm van Aimé Vercruysse 

“L’Arbre et l’Oiseau”, animatiefilm van Louis Van Maelder 

“Vampire”, animatiefilm van Jules Vercammen 

“Konfrontatie”, animatiefilm van Jules Vercammen 

“Meta”, animatiefilm van Jules Vercammen 

“Orbis”, animatiefilm van Jules Vercammen, Willy Magiels 

“Cross”, reportagefilm van Ant. Coeck 

 

1973 

“Melk”, documentaire van Jos Janssens 

“Tussen pot en pint”, documentaire van Ant. Coeck 

“City fever at night”, genrefilm van Ant. Coeck 

“Paul Devree and his desperate killers”, korte speelfilm van Louis Celis 

“Roll on, Roll off, Lift‐on, Lift‐off”, documentaire van Willy Verlinden 

“ De derde verdieping”, speelfilm van Louis Van Schil en Willy Van der Velde 

“Onvoltooid dagboek”, genrefilm van Willy Van der Velde 

“De schaar”, animatiefilm van Aimé Vercruysse 

“Stones”, animatiefilm van Jules Vercammen 

“Carrousen”, genrefilm van Jos Janssens 

Page 42: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

42 

 

12. Bibliografie

 

- Anderson, L. G., & Sundholm, J. (2008). Amateur and avant garde: minor cinemas and public sphere in 1950’s Sweden: Intellect Ltd. - Biltereyst, D. & Vande Winkel, R. (2004). Bewegend geheugen. Gent: Academia Press.

- Biltereyst, D. & Meers, P. (2007). De verlichte stad. Leuven: Lannoocampus.

- Biletereyst, D. & Stalpaert, C. (2007). Filmsporen .Gent: Academia Press.

- Bolen, F. (1978). Histoire authentique, anecdotique, folklorique et critique du cinéma belge

depuis ses plus lointaines origines, Bruxelles: Mémo et Codec

- Davay, P. (1973). Cinéma de Belgique. Gembloux: Editions Duculot.

- De Hert, R. (1983). Het drinkend hert bij zonsondergang. Leuven: Kritak.

- De Hert, R. (2003). Drinkend hert in het nauw. Leuven: Van Halewijck.

- De Laet, D. (1977). Harry Kümel en de Belgische film. Antwerpen: Walter Soethoudt

- Dhoest, A. & Van den Bulck, H. (2007). Publieke televisie in Vlaanderen, een geschiedenis.

Gent: Academia Press.

- Everaerts, J.P., (1987). Het turbulente verhaal van de Vlaamse film-, televisie en video

documentaire. Brussel: Dienst pers en publicaties BRT.

- Everaerts, J.P., (2000). Film in België, een permanente revolte. Brussel: Mediadoc.

- Geens, P., (1986). Naslagwerk over de Vlaamse film (‘ Het Leentje’). Brussel: C.I.A.M.

- Kint, J. (2001). Expo 58, als belichaming van modern modernisme. Rotterdam.

Page 43: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

43 

 

- Magiels, W. & De Hert R. (2004). Magie van de cinema. Antwerpen: Facet.

- Minn, E. (2008). James Ensor: een biografie. Antwerpen: Meulenhoff/Manteau

- Jaarboek. (2005). Mortselse heemkundige kring

- Jaarboeken van de Belgische film (1958 - 1965). Koninklijk Belgisch Filmarchief

- Sojcher, F. (1999). La kermesse héroïque du cinéma belge. Paris: L’Harmattan.

- Thijs, M. (1999). De Belgische film. Gent: Ludion, Brussel:Koninklijk Belgsch filmarchief

- Thomas, P. (1995). Un siècle de cinéma belge. Ottignies: Editions Quorum.

- Van de Meersche, P. (2006). Internationale politiek 1815-2005. Leuven: Acco

- Verpoorten, B. De internationale vernieuwingsbeweging van 1960 en de Vlaamse

filmsituatie. K.U. Leuven: Centrum voor communicatiewetenschappen.

- Verpoorten, B. De Vlaamse film - Evolutie van de Vlaamse langspeelfilm. K.U. Leuven:

Centrum voor communicatiewetenschappen.

- Wood, M.P., (2007). Contemporary european cinema. London: Hodder Arnold.

Page 44: Filmgroep 58 - Proximususers.skynet.be/fa494979/masterproef58.pdf · Toen ik vorig jaar op zoek ging naar broninformatie voor mijn seminariewerk ‘Nationaal Festival van Belgische

44 

 

13. Bronnen: brochures, tijdschriften, krantenknipsels:

- AMVC Letterenhuis: Minderbroedersstraat,22 2000 Antwerpen

- Bibliotheek Sint-Niklaas: Hendrik Heymanplein,3 9100 Sint-Niklaas

- Cultureel Centrum Mortsel: Heilig Kruisstraat,16 2640 Mortsel

- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience: Korte Nieuwstraat 2000 Antwerpen

- Erfgoed Mortsel: Heilig Kruisstraat,16 2640 Mortsel

- Koninklijk Belgisch Filmarchief: Ravensteinstraat,3 1000 Brussel

- Lieven Gevaert archief: Deurnestraat,165 2640 Mortsel

- Tentoonstelling “Bij Ensor op bezoek”, Mu.Zee Oostende (13.02.2010 – 29.08.2010)

14. Persoonlijke archieven:

- Grauwels, J.P., ex voorzitter Nationale Filmgroep 58, Kleine Geestraat,22 1933 Sterrebeek

- Goyvaerts,A., weduwe de Heer A. Goyvaerts, ex penningmeester Nationale Filmgroep 58

- Erik Martens, Koninklijk Belgisch Filmarchief

15. Interviews:

Interview met De Hert, R. (10 februari 2010), Kiliaanstraat,12 2000 Antwerpen

Interview met Grauwels, J.P.( 18 januari 2010), Kleine Geeststraat,22 1933 Sterrebeek