Een introductie

Flitslicht als aanvulling op aanwezig licht.

Flits op camera Flits los van camera ( strobisme)

Kracht van flits wordt aangeduid met richtgetal: hoe hoger, hoe krachtiger:

Afstand= richtgetal : diafragma ( 105 mm) Diafragma= richtgetal : afstand

bij 100 iso : bij verdubbeling iso maal 1,4

hoe valt licht op onderwerp?

Afhankelijk van soort licht: Direct, zonder hulpmiddellen

Indirect: muur; bouncecard ; opzetstukken

Afhankelijk van hoeveelheid licht : Afstand tot onderwerp.

Bij 2 keer verder> 4 keer meer licht nodig Kracht van flits ( instelbaar van 1 tot bv 1/128

Instellingen Camera

Av-diafragma: bepaald of flitslicht licht of donker wordt weergegeven. Bij kleine diafragma (bv F22), veel

scherpte diepte, maar meer flitslicht nodig.

Bij zonlicht werkt flits als invulflits. High speed gebruiken voor langere flitstijd. Verliest 30% flitskracht

:T – sluitertijd duur van flits heel kort ( ca 1/1000). Synchronisatie tijd ca 1/200.

In donkere ruimtes: sluitertijd regelt omgevingslicht

Dragging the shutter: bv 1/30 geeft goede mix

( flits bevriest beweging).

ISO – lichtgevoeligheid: met verdubbeling van iso, neemt richtgetal met factor 1,4 toe. Voordeel in donkere ruimtes, is betere weergave omgevingslicht.

Samenvattend: Zonlicht: AV- stand. Werkt als invulflits.

Heft schaduwparijen op. Flits 2-3 stops verlagen en high speed gebruiken.

Tv-stand: als scherpte diepte niet belangrijk is ( 1/30 - x-sync

M-stand: volledige controlle. sluitertijd en diafragma naar wens instellen. Flits zorgt voor juiste belichting ( e-ttl – ttl – cls)

Instellingen op flitser

Canon werkt met E-TTL ( Evaluative –through The Lens)

Nikon werkt met CLS ( creative lightnig system)

Hoe werkt dit? 1: half indrukken; meten omgevingslicht 2: afdrukken: voorflits en meting reflectie 3: mix omgeving – flits 4: spiegel omhoog en sluitergordijn open 5: hoofdflits 6: 2 gordijn dicht en spiegel neer

Wanneer correctie ? Witte dingen worden te donker ( overbelichten : bv FEC +2) Zwarte dingen worden te licht ( onderbelichten : bv FEC -2)

FEC: Flash Exposure Correction

Instellen heeft effect op onderwerp, niet op omgevingslicht

Toepassen op invulflits buiten.

EV: Exposure value ( op camera) Instellen heeft effect op omgevingslicht , niet op onderwerp

Accessoires

Flash Bracket: handig bij portrait stand

Bounce card: nadeel meer energie gebruik. Geeft mooi resultaat. ( beter als omni bounce)

Overig: Softbox: geeft mooi zachte schaduwen

Reflectiescherm

CTO gel: past het flitslicht

aan op het omgevingslicht of

Geeft achtergrond kleur

Einde Deel 1

Vragen ??

Strobisme

Creativiteit Licht verzwakken – versterken- bundelen –

spreiden – verzachten – verkleuren - etc

Afgeleid van “strobe”, wat flits betekent.

(reportage) flits wordt gebruikt los van de camera

Voorbeelden:

Wat heb je nodig ? Handmatig instelbare flitser

Triggers:

Swifel :

Statieven en parapluus

lichtvervormers

Werkwijze

Flitsers plaatsen ( statief – paraplu – vervormers) Licht meten ( met flash meter; of lcd scherm check) Instellingen flits aanpassen Camera instellen ( manual)

Flits gaat af door trigger in hotshoe camera Fotgraaf kan vrij rond onderwerp bewegen. Afstand speelt geen rol.

Voorbeelden Strobist werkgroep

Einde Theorie

Praktijk: na de pauze

Oefenen met flitsers, paraplu en reflectiescherm

Oefenen met kleurgels op achtergrond