1
Fysieke omgeving en gezondheid Harry Verkleij, Hans van Oers Wat speelt er allemaal op het terrein van beleid en onderzoek rond het thema fysieke omgeving en gezondheid en welke in- valshoeken zijn daarbij interessant? In plaats van de milieufac- toren die de gezondheid bedreigen of bevorderen, is in dit Spectrum gekozen voor de invalshoek van de geografische schaalniveaus die in analyses gehanteerd worden: van dicht bij huis, via de wijk, de stad, de regio en het land, tot mondiaal. Elk schaalniveau licht andere facetten van de problematiek en an- dere interventiemogelijkheden extra uit. Het denken in geografische schaalniveaus is heel gebruike- lijk. Waarschijnlijk komt dat vooral doordat de interventiemacht van bestuurlijke instellingen gewoonlijk een geografisch domein als afgrenzing kent. Een tweede verklaring kan zijn dat de reik- wijdte van de effecten van het handelen van een individu kleiner wordt, naarmate de geografische afstand toeneemt. De zes bijdragen in dit Spectrum lopen dus van dicht bij huis tot mondiaal. Het is verrassend hoe verschillend de bijdragen van de auteurs uiteindelijk zijn geworden. Hun route loopt langs de volgende gezichtspunten: . De binnenruimte: de redenen waarom het binnenmilieu van woningen en scholen momenteel de belangrijke beleidsprio- riteit vormt; . De wijk: de beperkingen en de kansen die zichtbaar worden als we de wijk als uitgangspunt van interventies nemen; . De stad: de emancipatorische functie van de stad als centrum van diversiteit en individuele mogelijkheden die extra eisen stelt aan veiligheid en de gebouwde omgeving; . Regionaal: de ingewikkelde positie van de milieuartsen en milieugezondheidskundigen in het regionale krachtenveld rond vliegvelden; . Nationaal: het landelijke integrale milieu- en gezondheidsbe- leid waarin juist weer het ‘Gezond ontwerpen en inrichten van de lokale leefomgeving’ dicht bij huis (in de wijk) als een van de belangrijke speerpunten is gekozen; . Mondiaal: de gezondheidsgevolgen van de mondiale opwar- ming van de aarde. Veel van deze thema’s komen april volgend jaar ook op Euro- pees niveau bij elkaar op de Fifth WHO Euro Ministerial Confe- rence on Environment and Health, die in Parma, Italie¨gehouden wordt (zie www.euro.who.int/parma2010). Op de agenda staan onder andere de voortgang van de nationale Actieplannen Jeugd, milieu en gezondheid (CEHAP voor de insiders), evenals veilig water, ongevallen, bewegen, verontreiniging van binnen- en buitenlucht en klimaatverandering. Het is belangrijk dat de Nederlandse inbreng goed wordt voorbereid en dat de Europese ministers van gezondheid en milieu gezamenlijk zullen optrek- ken. Misschien is het geografische schaalniveau juist wel zo ge- weldig interessant omdat het zo paradoxaal is: mondiale milieu- problemen dringen uiteindelijk via het dagelijkse woonmilieu onze eigen leefwereld binnen. Omgekeerd levert ieder van ons vanuit de eigen leefwereld een bijdrage aan de mondiale leef- omgeving. Vlak bij en ver af zijn uiteindelijk met elkaar verwe- ven. De bestuurlijke schaalniveaus mogen dus in de weten- schappelijke en beleidsmatige analyse niet los van elkaar wor- den gezien, maar moeten juist met elkaar verbonden worden. Het gezonde gebouw: een beter binnenmilieu kan veel gezondheidwinst leveren Frans Duijm 1 Waarom verblijven mensen meestal in gebouwen? Een belang- rijke reden is het binnenklimaat. Een goed binnenklimaat dient het welbevinden. Veel gebouwen zijn echter te warm bij mooi weer en bedompt bij slecht weer. Dit kan verergeren door energiebesparing en ‘global warming’. Ook het binnenmilieu in brede zin kan ongunstiger worden door afname van ventilatie en toename van verontreiniging van de binnenlucht. Er bestaat een hernieuwde belangstelling voor binnenmilieu en dit leidt tot nieuw beleid. Maar het beleid is nu nog vrijblijvend hoewel er veel gezondheidswinst te behalen is. Historie Gezondheidsschade door slechte woningen was een reden voor het opstellen van de Woningwet in 1901. In de jaren zeventig versterkte energiebesparing de problematiek van vocht, schim- mel en mijten door vermindering van ventilatie. In kantoorge- bouwen traden clusters van meestal onverklaarbare gezond- heidsklachten op: het sick building syndroom. Spectrum Spectrum biedt ruimte voor beschouwingen, discussies en opinie¨rende artikelen over onderwerpen op het terrein van de volksgezondheid en de gezondheidszorg. Bijdragen dienen te worden aangeboden conform de aanwijzingen voor de auteurs. Voor overleg over het thema kan contact worden opgenomen met de rubrieksredacteuren van Spectrum: prof.dr. H. van Oers (e-mail: [email protected]) en dr. H. Verkleij (e-mail: [email protected]). 1 Medische milieukunde, GGD Groningen TSG 87 / nummer 4 131 tsg jaargang 87 / 2009 nummer 4 spectrum - pagina 131 / www.tsg.bsl.nl

Fysieke omgeving en gezondheid

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Fysieke omgeving en gezondheid

Fysieke omgeving en gezondheidHarry Verkleij, Hans van Oers

Wat speelt er allemaal op het terrein van beleid en onderzoekrond het thema fysieke omgeving en gezondheid en welke in-valshoeken zijn daarbij interessant? In plaats van de milieufac-toren die de gezondheid bedreigen of bevorderen, is in ditSpectrum gekozen voor de invalshoek van de geografischeschaalniveaus die in analyses gehanteerd worden: van dicht bijhuis, via de wijk, de stad, de regio en het land, tot mondiaal. Elkschaalniveau licht andere facetten van de problematiek en an-dere interventiemogelijkheden extra uit.

Het denken in geografische schaalniveaus is heel gebruike-lijk. Waarschijnlijk komt dat vooral doordat de interventiemachtvan bestuurlijke instellingen gewoonlijk een geografisch domeinals afgrenzing kent. Een tweede verklaring kan zijn dat de reik-wijdte van de effecten van het handelen van een individu kleinerwordt, naarmate de geografische afstand toeneemt.

De zes bijdragen in dit Spectrum lopen dus van dicht bij huistot mondiaal. Het is verrassend hoe verschillend de bijdragenvan de auteurs uiteindelijk zijn geworden. Hun route loopt langsde volgende gezichtspunten:. De binnenruimte: de redenen waarom het binnenmilieu vanwoningen en scholen momenteel de belangrijke beleidsprio-riteit vormt;

. De wijk: de beperkingen en de kansen die zichtbaar wordenals we de wijk als uitgangspunt van interventies nemen;

. De stad: de emancipatorische functie van de stad als centrumvan diversiteit en individuele mogelijkheden die extra eisenstelt aan veiligheid en de gebouwde omgeving;

. Regionaal: de ingewikkelde positie van de milieuartsen enmilieugezondheidskundigen in het regionale krachtenveldrond vliegvelden;

. Nationaal: het landelijke integrale milieu- en gezondheidsbe-leid waarin juist weer het ‘Gezond ontwerpen en inrichten vande lokale leefomgeving’ dicht bij huis (in de wijk) als een vande belangrijke speerpunten is gekozen;

. Mondiaal: de gezondheidsgevolgen van de mondiale opwar-ming van de aarde.

Veel van deze thema’s komen april volgend jaar ook op Euro-pees niveau bij elkaar op de Fifth WHO Euro Ministerial Confe-rence on Environment and Health, die in Parma, Italie gehoudenwordt (zie www.euro.who.int/parma2010). Op de agenda staanonder andere de voortgang van de nationale ActieplannenJeugd, milieu en gezondheid (CEHAP voor de insiders), evenalsveilig water, ongevallen, bewegen, verontreiniging van binnen-en buitenlucht en klimaatverandering. Het is belangrijk dat deNederlandse inbreng goed wordt voorbereid en dat de Europeseministers van gezondheid en milieu gezamenlijk zullen optrek-ken.

Misschien is het geografische schaalniveau juist wel zo ge-weldig interessant omdat het zo paradoxaal is: mondiale milieu-problemen dringen uiteindelijk via het dagelijkse woonmilieuonze eigen leefwereld binnen. Omgekeerd levert ieder van onsvanuit de eigen leefwereld een bijdrage aan de mondiale leef-omgeving. Vlak bij en ver af zijn uiteindelijk met elkaar verwe-ven. De bestuurlijke schaalniveaus mogen dus in de weten-schappelijke en beleidsmatige analyse niet los van elkaar wor-den gezien, maar moeten juist met elkaar verbonden worden.

Het gezonde gebouw: een beter binnenmilieu kan veelgezondheidwinst leverenFrans Duijm1

Waarom verblijven mensen meestal in gebouwen? Een belang-rijke reden is het binnenklimaat. Een goed binnenklimaat dienthet welbevinden. Veel gebouwen zijn echter te warm bij mooiweer en bedompt bij slecht weer. Dit kan verergeren doorenergiebesparing en ‘global warming’. Ook het binnenmilieu inbrede zin kan ongunstiger worden door afname van ventilatieen toename van verontreiniging van de binnenlucht. Er bestaateen hernieuwde belangstelling voor binnenmilieu en dit leidt tot

nieuw beleid. Maar het beleid is nu nog vrijblijvend hoewel erveel gezondheidswinst te behalen is.

Historie

Gezondheidsschade door slechte woningen was een reden voorhet opstellen van de Woningwet in 1901. In de jaren zeventigversterkte energiebesparing de problematiek van vocht, schim-mel en mijten door vermindering van ventilatie. In kantoorge-bouwen traden clusters van meestal onverklaarbare gezond-heidsklachten op: het sick building syndroom.

SpectrumSpectrum biedt ruimte voor beschouwingen, discussies en opinierende artikelen over onderwerpen op hetterrein van de volksgezondheid en de gezondheidszorg. Bijdragen dienen te worden aangeboden conformde aanwijzingen voor de auteurs. Voor overleg over het thema kan contact worden opgenomen met derubrieksredacteuren van Spectrum: prof.dr. H. van Oers (e-mail: [email protected]) en dr. H. Verkleij(e-mail: [email protected]).

1 Medische milieukunde, GGD Groningen

TSG 87 / nummer 4 131

tsg jaargang 87 / 2009 nummer 4 spectrum - pagina 131 / www.tsg.bsl.nl