Upload
others
View
5
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Fysiotherapie bij COPD
Emmylou Beekman
(docent-onderzoeker Zuyd Hogeschool/
Fysiotherapeut ParaMedisch Centrum Zuid)
14-03-2019
Van TheorieNaar Praktijk
Programma
Ontwikkeling richtlijn COPDComorbiditeit
Praktische casus6MWT &
activiteitenmeterKlinimetrie
Comorbiditeit
COMPLEXE PATIENT MET COPD
Comorbiditeit
SYSTEMISCHE MANIFESTATIES
Ondervoeding
Perifere spierzwakte
Slechte fysieke conditie
Fysieke inactiviteit
Depressie
Comorbiditeit
Bron: RIVM, Nationaal Kompas Volksgezondheid, Dikke van Dale
Multi-morbiditeit =
het optreden van meer dan één (chronische) ziekte in één individu tijdens een
bepaalde periode
Co-morbiditeit =
het hebben van meer dan één ziekte tegelijkertijd
maar het wordt gezien als een extra aandoening bij mensen die al een ziekte
hebben (een zogenoemde index-ziekte)
Comorbiditeit
COMORBIDITEIT BIJ COPD
Cardiovasculaire aandoeningen
(o.a. hypertensie, coronairlijden,
hartfalen, ritmestoornissen)
Aandoeningen aan het bewegingsapparaat
Metabole verstoringen
(o.a. osteoporose, diabetes mellitus)
Depressie, angst, cognitieve disfunctie
Longkanker obstructieve slaap apneu,
infecties, bloedarmoede, nierfalen,
slikproblemen, maag-darm problemen
Bron: GOLD 2019; Spruit 2013
Comorbiditeit
HARTFALEN EN COPD
chronisch hartfalen & COPD1
20% van de oudere COPD patiëntenheeft hartfalen2
20% van de COPD patiënten > 65 jaar heeft onbekend hartfalen3
20-30% van de patiënten met (stabiele) hartfalen hebben ook COPD4,5
8% van de patiënten met diagnose COPD hebben hartfalen i.p.v. COPD (HA)3
Bron: 1.Vitacca et al. 2018; 2.Boschetto 2013;3.Rutten 2005; 4.Jemtel 2007; 5.Boudestein 2009
Comorbiditeit
Bron: van Oostrom et al. 2011
37% van de 55-plussers heeft twee of meer chronische ziekten
70% van de mensen met een chronische ziekte heeft ten minste ook één andere ziekte
Is er een patroon zichtbaar?
Coronary heartdisease
Osteoarthritis COPD
Chronic neckorback disorder Cancer Stroke Depression Heart failure
Anxietydisorder
P OR P OR P OR P OR P OR P OR P OR P OR P OR
Diabetes mellitus 3,6 1,9*3 2,8 1,1* 2,1 1,3* 2,5 1,3* 1,9 1,1 1,9 1,6* 1,4 1,2* 2,2 1,7* 0,5 1,1
Coronary heartdisease 2,5 1,3* 2,2 1,6* 2,3 1,6* 1,8 1,2* 1,5 1,3* 1,3 1,5* 2,8 3,7* 0,4 1,5*
Osteoarthritis 1,7 1,2* 2,8 2,0* 1,7 1,1* 1,2 1,0* 1,4 1,4* 1,6 1,3* 0,4 1,1
COPD 1,5 1,4* 1,4 1,3* 1,0 1,3* 1,0 1,7* 1,9 3,4* 0,4 1,7*
Chronic neck orback disorder 1,4 1,2* 1,0 1,3* 1,2 1,5* 0,9 1,2* 0,5 1.4*
Cancer 0,9 1,0 0,9 1,4* 1,2 1,3* 0,3 1,4*
Stroke 0,8 1,6 1,2 1,5* 0,2 1,3*
Depression 0,7 1,5* 0,8 5,9*
Heart failure 0,2 1,5*
Prevelence (P) co-occuring chronic diseases (%) and the seks and age adjusted odds ratio (OR) for clustering for patients of 55 years and older, LINH 2002 - 2008
Bron: van Oostrom et al. 2011
Comorbiditeit
Multimorbiditeit
Bron: van Oostrom et al. 2011
Comorbiditeit
MAAR HOE MOETEN WE OMGAAN MET COMORBIDITEIT IN DE
PRSKTIJK?
WAARMEE MOETEN WE REKENING HOUDEN ALS HET GAAT OM
COMORBIDITEIT IN DE PRAKTIJK?
COPD patiëntbij huisarts & fysiotherapeut
Gebruik van wandeltest om conditie te meten
Effect vanfysiotherapieop verergeringen
Invloedvan neven-aandoeningen
1
2 3
4
COPD patiënt bijhuisarts &fysiotherapeut
Comorbiditeit
Bron: Beekman et al. 2016
Cohort van 438 patiënten met COPD een enquête gestuurd
COPD patiënt bijhuisarts & fysiotherapeut
Cohort van 438 patiënten met COPD een enquête gestuurd
31878
Comorbiditeit
Bron: Beekman et al. 2016
– Meer luchtwegobstructie– Meer comorbiditeit, m.n. cardiovasculair– Meer COPD exacerbaties per jaar– Lagere kwaliteit van leven
Comorbiditeit
COPD patiënt bijhuisarts & fysiotherapeut
Bron: Beekman et al. 2016
Invloed vannevenaandoeningen
Handelen van fysiotherapeuten bekeken in een multiple case-study patiënten met COPD + comorbiditeit
interview
onderzoek
diagnose
behandeling
evaluatie
Therapieaanpassen
Ook andereuitkomstenmeenemen
Kennis,Verwijs-gegevens
Comorbiditeit
Bron: Beekman et al. 2013
Functionele inspanningscapaciteit (6MWT) van een cohort van 158 COPD+
patiënten gedurende 5,5 jaar fysiotherapie gevolgd
527m + alleen COPDCOPD+1_COPD+2
combinatie:hart-, lever-en psychische aandoeningen
_COPD+3_COPD+4
Comorbiditeit
Invloed vannevenaandoeningen
Bron: proefschrift Beekman 2017
Programma
Ontwikkeling richtlijn COPDComorbiditeit
Praktische casus 6MWT &
activiteitenmeterKlinimetrie
Inhoudelijk opbouwModulaire opbouw
Algemeen Therapeutisch procesDiagnostisch proces
Uitgangsvraag tot aanbevelingOp zichzelf staande modules
Voorbeeld RL Artrose heup/knie
Verdiepende opbouwGelaagde structuur
Praktijkrichtlijn
Algemeen Therapeutisch procesDiagnostisch proces
Toelichting
Verantwoording
Inhoud
Verd
iepi
ng
Module
Richtlijn COPD
Voorbereiding
Werkveldronde
Ontwikkeling
Autorisatie
Projectgroep samenstellen Knelpuntanalyse (therapeuten en patiënten) Raamwerk opstellen (afbakening en uitgangsvragen)
Werkveldronde conceptrichtlijn Schriftelijke commentaarronde conceptrichtlijn
Uitgangsvragen uitwerken Systematisch literatuuronderzoek (indien mogelijk) Overwegingen in kaart brengen Aanbevelingen formuleren
Apr–jan 2018/19
Feb-apr 2019
Feb-mrt 2018
Mei 2019
Publicatie en Implementatie
Zomer 2019
Formele goedkeuring/autorisatie/ondertekening
1
2
3
4
5
Rich
tlijn
ontw
ikke
ling:
5 fa
sen
Publicatie Ontwikkeling implementatieproducten
Organisatie/rol Kerngroep Werkgroep KlankbordgroepBureau KNGF/VvOCM Hilde Vreeken (KNGF),
Marleen Post (VvOCM) & Guus Meerhoff (KNGF)
Wetenschap Prof. Martijn Spruit & Dr. Emmylou Beekman Dr. Alex van t Hul
Onafhankelijk voorzitter Philip van der Wees
Fysio- en oefentherapie 1e lijn Cor Zagers & Anneloes v/d Valk
Leendert Tissink
2e lijn Martijn Vooijs Erik Bergkamp
3e lijn Marleen Bregman
VvOCM Dorien Peters-Ebbing Simone van der Meer
VHVL Maurice Sillen
NVFG Nienke de Vries
NVZF Susanne van Riesen
NVFS Hans BlooNVALT Sami SimonsNHG/CAHAG Jean MurisV&VN Longverpleegkundigen Heleen van der NietLongfonds Koen de Jong &
Jos DonkersNVD Paula van Melick /
Gonnie Geraerts Ergotherapie NL Eveliene van Biemen
ZN Fenna IJpelaar
ZiNL Harald Miedema
1. Projectgroep RL COPD
Patiënten met COPD
Fysiotherapie en Oefentherapie
Feb-mrt 20181. Afbakening richtlijn
Fysieke capaciteit
Fysieke activiteit
Adembewegingsapparaat
Feb-mrt 20181. Aangrijpingspunten fysio- en oefentherapie
1. Aangrijpingspunten fysio- en oefentherapie
* Spruit et al. Pulmonary Rehabilitation and Physical Activity in Patients with Chronic Obstructive Pulmonary Disease. Am J Respir Crit Care Med. 2015 Oct 15;192(8):924-33.
• Fysieke capaciteit en adembewegingsapparaat is niet nieuw
• Fysieke inactiviteit komt veel voor bij COPD• Een voorspeller van negatieve uitkomsten bij veel aspecten van
COPD Maar: het is een behandelbare grootheid voor de FT!• Fysieke capaciteit ≠ fysieke activiteit in ADL
verhoogde inspanningscapaciteit+gedragsverandering fysieke activiteit bij COPD >
Van Theorie naar Praktijk!
Fysieke capaciteit
Fysieke activiteit
Adembewegingsapparaat
Feb-mrt 20181. Aangrijpingspunten fysio- en oefentherapie
1. Knelpuntenanalyse
Een greep uit de topics die werden ervaren als knelpunten in de praktijkt.a.v. de huidige KNGF-richtlijn COPD (FT+OT):
Aandacht ontbreekt voor problematiek die wordt gezien in de praktijk: ernstige patiënten, patiënten die aantal exacerbaties per jaar hebbenincl. hersteltrajecten na ziekenhuisopname, patiënten met comorbiditeit/multimorbiditeit.
Terugverwijzing: In sommige gevallen wel CPET wenselijk, wanneer terugverwijzen naar arts? Vanaf verschijnen richtlijn problemen in praktijkm.b.t. het niet afnemen van max. inspanningstest door ziekenhuizen (zit niet in protocol van ziekenhuizen).
FITT: Te weinig inzicht in duur en behandel aantallen, ondanks datevidentie ontbreekt en afhankelijk is van doel is meer structuur wenselijk, bijv. door een range o.b.v. best practice aan te geven. Evidence nodigm.b.t. high intensity training bij COPD.
Van Praktijk naar Theorie!
2. Uitgangsvragen
B.2.3. Ziekenhuispatiënten
IC-opname met beademing
UV 49: Hoe ziet het diagnostisch proces eruit voor, tijdens en na beademing (IC-opname) bij patiënten met COPD?
B.2.1.Comorbiditeit
Diagnostiek bij comorbiditeit
UV 39: Hoe wordt het diagnostisch handelen aangepast indien er sprake is van een veelvoorkomende nevenaandoening (en gerelateerde medicatie) die het fysiek functioneren van een patiënt met COPD beïnvloedt?
C.3.3. Type (trainingsmethoden en -vormen)
Duur-/intervaltraining
UV 24d.ii: Cardiorespiratoir: Wanneer kies Duurtraining/endurance; interval (incl. HIT); niet-lineair geperiodiseerde inspanningstraining?
B.4.2. CPET Indicatie CPET UV 21: Wanneer worden patiënten met COPD, die willen trainen, verwezen voor een fietsergometrischonderzoek (maximale inspanningstest)?
2. Raamwerk RL COPD
Hoofdstukken en modules
A. AlgemeenA1. Algemene inleidingA2. Achtergrond COPDA3. Fysio- en oefentherapie bij COPDA4. Organisatie van zorg
B. Diagnostisch procesB.1. Anamnese, lichamelijk onderzoek, rode vlaggen, terug- en doorverwijzingB.2. Aangepast diagnostisch handelen bij comorbiditeit, longaanval, ziekenhuisptnt en in palliatieve faseB.3. Indicatiestelling, patiëntprofielen en contra-indicatiesB.4. Meetinstrumenten (aanbevolen/optioneel), meetfrequentie en maximale inspanningstest
C. Therapeutisch procesC.1. Therapietraject per profielC.2. Voorlichting en educatie C.3. Oefentherapie (FITT-factoren, bij subgroepen)C.4. Niet-oefentherapeutische interventies (ademhalingstechnieken, interventies voor mucusklaring, NMES en bij subgroepen)C.5. Bevorderen beweeggedragC.6. E-health en blended care
Feb-mrt 20182. Therapietraject per profiel (een indruk)
Geen/milde symptoomlast Matige symptoomlast Hoge symptoomlast
Fysieke capaciteit
Fysieke activiteit
Screening voor preventiefbeweeg-
programma door Th in 1e lijn
Fysieke capaciteitof
Fysieke activiteit
Fysieke capaciteit
Fysieke activiteit
Screening voor indicatie voor Th interventies door
Th in 1e lijn
Screening voor indicatie voor longrevalidatie mede door Th
Van Theorie naar Praktijk!
Al veel gedaan, maar nog veel te doen….
Programma
Ontwikkeling richtlijn COPDComorbiditeit
Praktische casus6MWT &
activiteitenmeterKlinimetrie
Wat roept klinimetrie / meten in uw dagelijkse praktijk bij u op?
Wat vindt ú ervan?
Raamwerk Klinimetrie
Wat moet voor zorgverzekeraar/HKZ?
Welke aanbevolen?
Nóg een vragenlijst! Wat doen ze ermee?
Meten in welk domein?
Grote hoeveelheid!
Meten om te meten…
Welke optioneel?
Ook nuttig!
Raamwerk Klinimetrie
Van Theorie naar Praktijk!
Raamwerk Klinimetrie
(hulpvraag)
Wat wil je meten?
Soort meetinstrument?
Waarom wil je meten?
Hoe vind je een meetinstrument?
Stap 1
Stap 3
Stap 2
Stap 4
Swinkels RAHM, et al. Raamwerk Klinimetrie voor evidencebased producten. Royal Dutch Society for Physical Therapy (KNGF). Nov 2016.
functietest
performancetestobservatielijst
vragenlijst
interne factoren
externe factorenparticipatie
activiteitenfuncties
evaluatief
prognostischdiagnostisch
Raamwerk klinimetrie
(hulpvraag)
Wat wil je meten?
Hanteerbaarheid
Soortmeetinstrument?
Waarom wil je meten?
Hoe vind je een meetinstrument?
Methodologische kwaliteit
Normwaarden
Bereken en interpreteer
Stap 1
Stap 3
Stap 2
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Stap 8
Stap 7
Swinkels RAHM, et al. Raamwerk Klinimetrie voor evidencebased producten. Royal Dutch Society for Physical Therapy (KNGF). Nov 2016.
responsiviteit
validiteitreproduceerbaarheid
functietest
performancetestobservatielijst
vragenlijst
interne factoren
externe factorenparticipatie
activiteitenfuncties
evaluatief
prognostischdiagnostisch
voor de patiënt
voor de hulp-
verlener
Raamwerk klinimetrie
Richting: nieuwe richtlijn COPD Stap 1+2
Diagnostisch: kortademigheid, vermoeidheid, pijn, perifere spierfunctie, (functionele) inspanningscapaciteit, balans/valrisico, gewicht, lichaamssamenstelling, maximale inspiratoire druk, angst
Prognostisch / Evaluatief:
kortademigheid, vermoeidheid, pijn, perifere spierfunctie, (functionele) inspanningscapaciteit, balans/valrisico, gewicht, lichaamssamenstelling, maximale inspiratoire druk, angst
Diagnostisch: verhouding tussen sedentair en actief gedrag,minuten en/of stappen liggen, zitten, staan en bewegen
Prognostisch / Evaluatief:
verhouding tussen sedentair en actief gedrag,minuten en/of stappen liggen, zitten, staan en bewegen
Diagnostisch: deelname aan fysieke activiteiten in ADL, participatie
Prognostisch / Evaluatief:
deelname aan fysieke activiteiten in ADL, participatie
Functies en anatomische eigenschappen Activiteiten Participatie
Chronisch obstructieve longziekten
Aandoening / ziekte
Externe factorenDiagnostisch:
Prognostisch / Evaluatief:
Persoonlijke factoren
Diagnostisch: kwaliteit van leven
Prognostisch / Evaluatief:
kwaliteit van leven
Van Theorie naar Praktijk!
Stap 3-7
Diagnostisch: BORG-schalen, mMRC-schaal, CIS, NPRS, CPET, 6MWT (of SWT), HHD, TUG, weegschaal, bio-impedantiemeter, MIP-meter, HADS
Prognostisch / Evaluatief:
BORG-schalen, mMRC-schaal, CIS, NPRS, CPET, 6MWT (of SWT), HHD, TUG, weegschaal, bio-impedantiemeter, MIP-meter, HADS
Diagnostisch: Accelero-/Activiteitenmeter
Prognostisch / Evaluatief:
Accelero-/Activiteitenmeter
Diagnostisch: PSK/PSG
Prognostisch / Evaluatief:
PSK/PSG
Functies en anatomische eigenschappen Activiteiten Participatie
Chronisch obstructieve longziekten
Aandoening / ziekte
Diagnostisch:
Prognostisch / Evaluatief:
Externe factoren
Diagnostisch: CCQ (of CAT)
Prognostisch / Evaluatief:
CCQ (of CAT)
Persoonlijke factoren
Richting: nieuwe richtlijn COPD
https://www.kngf.nl/vakgebied/kwaliteit/klinimetrie.html
Raamwerk Klinimetrie
Mede ontwikkeld door:Prof. dr. Sandra BeurkskensDr. Raymond SwinkelsDr. Esther BolsDrs. Guus MeerhoffDr. Yvonne Heerkens
Programma
Ontwikkeling richtlijn COPDComorbiditeit
Praktische casus 6MWT &
activiteitenmeterKlinimetrie
Stap 1: inspanningscapaciteitStap 2: diagnostisch + evaluatiefStap 3: performance testStap 4: CPET, 6MWT, SWT, 10MWT, 12MINWT, 2MINWT, …?
www.meetinstrumentenzorg.nl Stap 1: Om meeste beperkende factor te bepalen en max
capaciteit = CPET, geen van de anderen Stap 1: Om functioneel (submax) te bepalen = niet SWT,
maar 6MWT, 10MWT, 12MINWT, 2MINWT
Stap 5: allen ‘gratis’, hanteerbaarheid verschilt 6MWT is hanteerbaarder dan SWT voor dagelijkse praktijk 12MINWT langere afnameduur + meer belasting, terwijl
6MWT en 2MINWT kortere afnameduur + minder belasting
Stap 6: methodologische kwaliteit verschilt 6MWT en SWT goed en veel onderzocht, ook bij COPD,
12MINWT en 2MINWT minder goed onderzocht
Stap 7: absolute en relatieve normwaarden aanwezigStap 8: handleiding voor berekening/interpretatie aanwezig
Van Theorie naar Praktijk!
Praktisch casus 6MWT
Normwaarden 6MWT
6 minuten wandel test– De standaard ATS protocol*:
Binnen, harde vloer en lange vlakke rustige gang van 30 meter
Ronddraaipunten markeren met 2 pylonen Afstand markering om de 3m Startlijn Pre & post test
i. Zuurstof saturatieii. Hartslagiii. Aangepaste Borg schaal (0-10)
Aanmoediging om de minuut met standaard zinnen(“Blijf zo doorgaan. U heeft nog 4 minuten te gaan” etc.)
Met dezelfde intonatie Niet meelopen met proefpersoon Proefpersoon mag niet praten tijdens het lopen Een oefentest bij eerste keer (test-/leereffect 0-17%)
* American Thoracic Society. ATS statement: guidelines for the six-minute walk test.Am J Respir Crit Care Med 2002;166:111-117.
Normwaarden 6MWT
Maar……..– in veel Nederlandse
eerstelijns praktijken: 10m-parcours veel gebruikt!
– KNGF-richtlijn voor COPD: inrichtingseis = minimaal 10 meter lang
Normwaarden 6MWT
Bestaande referentie formules om 6MWD te voorspellen
Camarri et al. (2006)
♂ & ♀ 6MWDm = 64.69 + (3.12*heightcm) + (23.29*FEV1,
litres)
Gibbons et al. (2001)
♂ 6MWDm = 868.8 – (2.99*ageyears)♀ 6MWDm = 868.8 – (2.99*ageyears) –74.7
Chetta et al. (2006)
♂ 6MWDm = 518.853 + (1.25*heightcm) – (2.816*ageyears)♀ 6MWDm = 518.853 + (1.25*heightcm) – (2.816*ageyears) –39.07
Alameri et al. (2009)
♂ & ♀ 6MWDm = (2.81*heightcm) + (0.79*ageyears) –28.5
Iwama et al. (2009)
♂ 6MWDm = 622.461 – (1.846*ageyears) + 61.503♀ 6MWDm = 622.461 – (1.846*ageyears)
Osses et al. (2010)
♂ 6MWDm = 530 – (3.31* ageyears) + (2.36* heightcm) – (1.49* weightkg)♀ 6MWDm =457 – (3.46* ageyears) + (2.61* heightcm) – (1.57* weightkg)
Soares et al. (2011)
♂ 6MWDm = 390 + (2.14*heightcm) – (2.37*ageyears) –(2.34*BMI)♀ 6MWDm = 683 + (0.91*heightcm) – (3.94*ageyears) –(3.57*BMI)
Casanova et al. (2011)
♂ 6MWDm = 361 – (4* ageyears) + (2* heightcm) + (3*HRmax/HRmax%pred) – (1.5* weightkg)♀ 6MWDm = 361 – (4* ageyears) + (2* heightcm) + (3*HRmax/HRmax%pred) – (1.5* weightkg) – 30
Enright et al. (1998)
♂ 6MWDm = (7.57*heightcm) – (5.02*ageyears) – (1.76*weightkg) –309♀ 6MWDm = (2.11*heightcm) – (5.78*ageyears) – (2.29*weightkg) + 667
Ben Saad et al. (2009)
♂ 6MWDm = 720.50 – (5.14*ageyears) – (2.23*weightkg) + 271.98*heightm)♀ 6MWDm =720.50 – (5.14*ageyears) – (2.23*weightkg) + 271.98*heightm) –160
Poh et al. (2006)
♂ & ♀ 6MWDm = (5.50*HRmax%pred) + (6.94*heightcm) – (4.49*ageyears) – (3.51*weightkg) – 473.27
Jenkins et al. (2009)
♂ 6MWDm = 748 – (6.32* ageyears) + (0.64* heightcm) + (2.69* HRmax%pred)♀ 6MWDm = 541 – (3.81* ageyears) + (1.80* heightcm) – (6.92*BMI) + (2.41*HRmax%pred)
Troosters et al. (1999)
♂ 6MWDm = 218 + (5.14*heightcm – 5.32*ageyears) – (1.80*weightkg) + 51.31♀ 6MWDm = 218 + (5.14*heightcm – 5.32*ageyears) – (1.80*weightkg)
Masmoudi et al. (2008)
♂ 6MWDm = 299.8 – (4.34*ageyears) + (342.6*heightm) – (1.46*weightkg) + 62.5♀ 6MWDm = 299.8 – (4.34*ageyears) + (342.6*heightm) – (1.46*weightkg)
Bestaande referentie formules om 6MWD te voorspellen
Gibbons et al. (2001)
♂ 6MWDm = 868.8 – (2.99*ageyears)♀ 6MWDm = 868.8 – (2.99*ageyears) –74.7Chetta et al.
(2006)♂ 6MWDm = 518.853 + (1.25*heightcm) – (2.816*ageyears)♀ 6MWDm = 518.853 + (1.25*heightcm) – (2.816*ageyears) –39.07Masmoudi et
al. (2008)♂ 6MWDm = 299.8 – (4.34*ageyears) + (342.6*heightm) – (1.46*weightkg) + 62.5♀ 6MWDm = 299.8 – (4.34*ageyears) + (342.6*heightm) – (1.46*weightkg)
Alameri et al. (2009)
♂ & ♀ 6MWDm = (2.81*heightcm) + (0.79*ageyears) –28.5
Iwama et al. (2009)
♂ 6MWDm = 622.461 – (1.846*ageyears) + 61.503♀ 6MWDm = 622.461 – (1.846*ageyears)Osses et al.
(2010)♂ 6MWDm = 530 – (3.31* ageyears) + (2.36* heightcm) – (1.49* weightkg)♀ 6MWDm =457 – (3.46* ageyears) + (2.61* heightcm) – (1.57* weightkg)Soares et al.
(2011)♂ 6MWDm = 390 + (2.14*heightcm) – (2.37*ageyears) –(2.34*BMI)♀ 6MWDm = 683 + (0.91*heightcm) – (3.94*ageyears) –(3.57*BMI)Casanova et al.
(2011)♂ 6MWDm = 361 – (4* ageyears) + (2* heightcm) + (3*HRmax/HRmax%pred) – (1.5* weightkg)♀ 6MWDm = 361 – (4* ageyears) + (2* heightcm) + (3*HRmax/HRmax%pred) – (1.5* weightkg) – 30Enright et al.
(1998)♂ 6MWDm = (7.57*heightcm) – (5.02*ageyears) – (1.76*weightkg) –309♀ 6MWDm = (2.11*heightcm) – (5.78*ageyears) – (2.29*weightkg) + 667Ben Saad et al.
(2009)♂ 6MWDm = 720.50 – (5.14*ageyears) – (2.23*weightkg) + 271.98*heightm)♀ 6MWDm =720.50 – (5.14*ageyears) – (2.23*weightkg) + 271.98*heightm) –160Poh et al.
(2006)♂ & ♀ 6MWDm = (5.50*HRmax%pred) + (6.94*heightcm) – (4.49*ageyears) – (3.51*weightkg) – 473.27
Camarri et al. (2006)
♂ & ♀ 6MWDm = 64.69 + (3.12*heightcm) + (23.29*FEV1,
litres)Jenkins et al. (2009)
♂ 6MWDm = 748 – (6.32* ageyears) + (0.64* heightcm) + (2.69* HRmax%pred)♀ 6MWDm = 541 – (3.81* ageyears) + (1.80* heightcm) – (6.92*BMI) + (2.41*HRmax%pred)Troosters et al.
(1999)♂ 6MWDm = 218 + (5.14*heightcm – 5.32*ageyears) – (1.80*weightkg) + 51.31♀ 6MWDm = 218 + (5.14*heightcm – 5.32*ageyears) – (1.80*weightkg)
20m
30m
30m
30m
30m
30m
30m
30m30,5m
40m
45m45m45m
50m
Bestaande referentie formules om 6MWD te voorspellen
– Hypothese: wanneer bestaande referentie waarden worden gebruikt bij het afnemen van de 6MWT op een 10m-parcours zullen er interpretatie fouten ontstaan.
– Om functionele capaciteit te evalueren– Als ‘one-time measure’ voor functionele
capaciteit6MWD<82% v.v. = afwijkend6MWD<350m = voorspeller voor
ziekenhuisopname & mortaliteitVerschil in 6MWD van 25m = minimaal
klinisch relevant verschil (MCID)
Normwaarden 6MWT
1) Heeft de lengte van het parcours (10m vs. 30m) invloed op de 6MWD bij COPD patiënten? (i)
2) Kunnen de bestaande referentie formules gebruikt worden om de 6MWD te voorspellen op een 10m-parcours? (ii)
3) Hoe kan de 6MWD op een 10m-parcours voorspeld worden voor gezonde mensen en (COPD) patiënten? (iii)
Onderzoeksvragen
– 45 COPD patiënten– 6MWD-10m < 6MWD-30m in alle COPD patients– met een verschil van 49.5±33.6 meter (p<0.001)– ondanks gelopen 6MWD– zelfs meestal hoger dan de MID!
6MWD-10 (m) 427.2±104.7
6MWD-30 (m) 472.4±113.7
Resultaten
– Voorspelde 6MWD (gebaseerd op 4 bestaande referentieformules)1-4:
o significante overschatting (p<0.001) is niet systematisch: wordt groter naarmate de patiënt slechter presteert op de 6MWT (p<0.05)
o wanneer je de bestaande referentie formules gebruikt voor de 6MWT op een 10m-parcours, dan is er al sprake van een convergerende overschatting zodra de 6MWD < 634 meter
1 Gibbons et al. (2001)2 Hill et al. (2011)3 Jenkins et al. (2009)4 Troosters et al. (1999)
Resultaten
1) Heeft de lengte van het parcours (10m vs. 30m) invloed op de 6MWD bij COPD patiënten? (i) Ja, niet alleen een statistisch significant verschil van bijna 50m, maar ook een klinisch relevant verschil: 50m > MICD van 35m4
2) Kunnen de bestaande referentie formules gebruikt worden om de 6MWD te voorspellen op een 10m-parcours? (i) Niet aan te raden omdat er grote interpretatie fouten kunnen ontstaan gezien de grote overschatting (6MWD<82% v.v.2, 6MWD<350m3)
3) Hoe kan de 6MWD op een 10m-parcours voorspeld worden voor gezonde mensen en (COPD) patiënten?(ii)
Conclusies
1) Heeft de lengte van het parcours (10m vs. 30m) invloed op de 6MWD bij COPD patiënten? (i) Ja, niet alleen een statistisch significant verschil van bijna 50m, maar ook een klinisch relevant verschil: 50m > MICD van 35m
2) Kunnen de bestaande referentie formules gebruikt worden om de 6MWD te voorspellen op een 10m-parcours? (i) Niet aan te raden omdat er grote interpretatie fouten kunnen ontstaan gezien de grote overschatting (6MWD<82% v.v., 6MWD<350m)
3) Hoe kan de 6MWD op een 10m-parcours voorspeld worden voor gezonde mensen en (COPD) patiënten?(ii)
Conclusies
Basis formule:♂ 6MWD = 1,265.76 – (7.80*leeftijd) – (5.92*BMI)
LLN = 6MWDpredicted – 163
♀ 6MWD = 1,064.12 – (5.28*leeftijd) – (6.55*BMI)
LLN = 6MWDpredicted – 119
r2 = 0.52
r2 = 0.59
Afkortingen: 6MWD = zes-minuten wandeltest in m; leeftijd in jaren; BMI = body mass index in kg/m2; HRchange = verschil in pulsin slagen per minuut (puls direct na de test minus puls in rust voor de test); LLN = lower limit of normal; r2 = de determinatie-coëfficiënt, het deel van de variantie in de dataset dat verklaard wordt door het statistische model.* Pas op bij het gebruik van de uitgebreide formules in de praktijk wanneer een patiënt bijvoorbeeld medicatie gebruikt die de
relatietussen externe fysieke belasting en hartslag beïnvloed, zoals bèta-adrenerge blokkers. In zulke gevallen wordt de basis formuleaanbevolen.
Uitgebreide formule*:♂ 6MWD = 1,073.26 – (6.03*leeftijd) – (5.79*BMI) + (1.86*HRchange)
LLN = 6MWDpredicted – 146
♀ 6MWD = 878.03 – (3.60*leeftijd) – (6.42*BMI) + (1.95*HRchange)
LLN = 6MWDpredicted – 101
r2 = 0.62
r2 = 0.71
Normwaarden 6MWT-10m
2015-2019
– 6MWT > SWT / 12MWT / 6MWT op loopband(voor functionele inspanningscapaciteit)
– Geen vervanger voor maximale inspanningstest(voor bepalen meest beperkende factor;en voor bepalen veiligheid)
– Let nog op met toepassen van absolute afkapwaarden, zoals MID. Verwachting dat MICD voor de 6MWT-10m kan afwijken van de MID voor de 6MWT-130m wordt momenteel onderzocht met studenten van de opleiding Fysiotherapie, Zuyd Hogeschool
Conclusies
Programma
Ontwikkeling richtlijn COPDComorbiditeit
Praktische casus 6MWT &
activiteitenmeterKlinimetrie
Stap 1: fysieke activiteitStap 2: diagnostisch + evaluatiefStap 3: performance testStap 4: vragenlijsten (Vragenlijst Fysieke Activiteit (VFA),Squash, IPAQ, PASE, Utrechtse Activiteitenlijst, MET-methode), activiteitenmeters (veel verschillende merken/typen)
www.meetinstrumentenzorg.nl Stap 1: Om verhouding actief vs. sedentair en aantal
stappen/minuten (per activiteit) te bepalen = niet MET-methode, wel de anderen
Stap 5: vragenlijsten allen ‘gratis’, activiteitenmeters varieert van gratis (apps) – €50-€200 (commerciële) – €1000> (onderzoek) Vragenlijsten zijn redelijk hanteerbaar maar de meesten ook
lang en moeilijk in te vullen voor de patiënt, veel apps en meters worden vaak als te moeilijk ervaren*
Vragenlijsten zijn momentopname + retrospectief, terwijl activiteitenmeters in ADL meten
* Ummels et al. Patients’ experiences with commercially available activity trakcersembedden in physiotherapy treatment. Under review.
Praktisch casus activiteitenmeter
Stap 6: methodologische kwaliteit slecht voor vragenlijsten,voor aantal duurdere meters is validiteit goed (op groepsniveau!)*
Stap 7: normwaarden voor vragenlijsten aanwezignormwaarden voor minuten actief bewegen 150min p/w matig intensief & min mogelijk zitten#
normwaarden voor stappen 10.000 vs. 3.500-5.500^
Stap 8: handleiding voor berekening/interpretatie aanwezig
* Ummels D, Beekman E, Theunissen K, Braun S, Beurskens AJ. Counting Steps in Activities ofDaily Living in People With a Chronic Disease Using Nine Commercially Available Fitness Trackers: Cross-Sectional Validity Study. JMIR Mhealth Uhealth. 2018 Apr 2;6(4):e70.
# Gezondheidsraad. Beweegrichtlijn 2017^Tudor-Locke C, Bassett DR, Jr. How many steps/day are enough? Preliminary pedometer indices for
public health. Sports medicine (Auckland, NZ). 2004;34(1):1-8.; Tudor-Locke CE, Myers AM. Methodological considerations for researchers and practitioners using pedometers to measure physical (ambulatory) activity. Research quarterly for exercise and sport. 2001;72(1):1-12.
Praktisch casus activiteitenmeter
Van Theorie naar Praktijk!
Betrokken partnersUmmels D, Beekman E, Theunissen K, Braun S, Beurskens AJ. Counting Steps in Activities of Daily Living in People With a Chronic Disease Using Nine Commercially Available Fitness Trackers: Cross-Sectional Validity Study. JMIR Mhealth Uhealth. 2018 Apr 2;6(4):e70.
Aanleiding
9% gebruikt app/wearable om medische reden of op advies van zorgverlener
Aanleiding
• 130 participanten• 2 fysiotherapie praktijken; 1 revalidatiecentrum;
1 ergotherapiepraktijk• Zes meest voorkomende en voor de
fysiotherapeut relevante chronische aandoeningen:
COPDArtroseChronische pijnOncologieDiabetes MellitusHart- en vaataandoeningen
• Activiteitenprotocol gebaseerd op dagelijkse activiteiten
Validatie studie
Actviteitenmeter Correlatie Systematischverschil
Accupedo stepcounter
0.319 (0.024) - 9.4 (<0.001)
Activ8 0.240 (0.061) -3.9 (<0.001)Digi-Walker CW-700 -0.332 (0.017) -6.2 (<0.001)Flex 0.308 (0.035) -5.1 (<0.001)Lumoback 0.185 (0.199) -6.2 (<0.001)Moves -0.023 (0.875) -3.4 (0.01)One -0.151 (0.299) -0.9 (0.345)UP 0.094 (0.523) -6.1 (<0.001)Walking Style X 0.254 (0.075) -12.3 (<0.001)
Validatie studie
• Protocol was gemiddeld 405.4 stappen gemeten met de gouden standaard
Actviteitenmeter Gemiddeld verschilAccupedo step counter -17.63 (126.7)Activ8 126.0 (-859.0 tot 598)Digi-Walker CW-700 -253.0 (-553.0 tot -89.0)Flex -93.5 (126.7)Lumoback -168.0 (-5460.0 tot 51.0)Moves -215.0 (504.0 tot 350.0)One -8.0 (-464.0 tot 222.0)UP -252.5 (104.7)Walking Style X -206.5 (-518.0 tot 236.0)
Validatie studie
• de geselecteerde activiteitenmeters zijn niet betrouwbaar bij de populaties chronisch zieken tijdens het uitvoeren van een ADL-protocol.
• commerciële betaalbare meters lijken geschikt om binnen een therapeutische setting in te zetten
• maar houd rekening met lage validiteit en grote individuele spreiding in de praktijk voor gebruik tijdens ADL-activiteiten
• validiteit/betrouwbaarheid bij gebruik op rechte stukken wandelen/hardlopen is beter
• het gebruik door patiënten is afhankelijk van een x-tal factoren waarbij de prijs en het gebruiksgemak het meest genoemd worden
• het gebruik van activiteitenmeters door therapeuten is ook afhankelijk van een aantal factoren, waaronder tijd- en geldinvestering die een therapeut wilt maken
Conclusies
Bron: Dagblad de Limburger
Vragen?Bedankt!
UITGANGSPUNT?
1. WAT?
Diagnostisch Prognostisch Evaluatief
T0 T1
2. WAAROM?
Vragenlijst Observatielijst Performancetest Functietest
3. SOORT?
4. HOE?
5. HANTEERBAARHEID?
WWW.COSMIN.NL
6. KLINIMETRISCHE KWALITEIT?
7. NORMWAARDEN?
8. BEREKENING & INTERPRETATIE?