99
VS 9-160 VOORSCHRIFT VOOR GEBRUIK, AFKEURNORMEN EN PREVENTIEF ONDERHOUD VAN HIJS-, LIER-, HEF- EN SJORGEREEDSCHAP Vastgesteld door de Directeur van de Defensie Materieel Organisatie, voor deze het hoofd van de Afdeling Logistieke Systemen, d.d. 10 augustus 2009. druk 6 Hiermede komt de vijfde druk te vervallen. 912065

Gebruik Afkeurnormen en Onderhoud Hijs, Lier-, Hef-En Sjorgereedschap

  • Upload
    dunaco

  • View
    1.712

  • Download
    18

Embed Size (px)

Citation preview

VS 9-160

VOORSCHRIFT

VOOR GEBRUIK,AFKEURNORMEN EN PREVENTIEFONDERHOUDVAN HIJS-, LIER-, HEF- EN SJORGEREEDSCHAP

Vastgesteld door de Directeur van de Defensie MaterieelOrganisatie, voor deze het hoofd van de Afdeling LogistiekeSystemen, d.d. 10 augustus 2009.

druk 6

Hiermede komt de vijfde druk te vervallen.

912065

WIJZIGINGEN

WIJZIGING Nr. Datum

Aangebracht door: (naam en rang in blokletters)

Datum Paraaf

.INHOUDSOPGAVE

Pagina

HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1-1 1.1 Doel 1-1 1.2 Algemeen 1-1 1.3 Suggesties 1-1 HOOFDSTUK 2 ALGEMEEN 2-1

2.1 Verantwoordelijkheden en bevoegdheden 2-1 2.2 Algemene verbodsbepalingen 2-1 2.3 Rapportage 2-1 2.4 Verwerving 2-2 2.5 Refertes 2-2

HOOFDSTUK 3 DEFINITIES 3-1 3.1 Algemene benamingen 3-1 3.2 Afmetingen 3-3 3.3 Gebruikte constructies 3-4 3.4 Bijzondere haken 3-4 3.5 Staalkabels, staalkabelsamenstellen en staalkabeltoebehoren 3-4 3.6 Hijs- en sjorconstructies van natuur- en kunstvezels 3-5 3.7 Takel- en tractieblokken 3-5 3.8 Takels 3-5 3.9 Hijswerktuigen en hijskranen 3-5 3.10 Bijzondere hijsgereedschappen 3-6 3.11 Hefwerktuigen 3-6 3.12 Trek- en sleephulpstukken 3-6 3.13 Mobiele hijskranen 3-7 HOOFDSTUK 4 CONTROLES, INSPECTIES EN HERKEURINGEN 4-1 4.1 Controles 4-1 4.2 Inspecties 4-1

4.3 (Her)keuring 4-2 HOOFDSTUK 5 AFKEURNORMEN 5-1

5.1 Hijsjukken en bevestigingspunten aan uitrustingsstukken 5-1 5.2 Kettingsamenstellen 5-1 5.3 Staalkabels, staalkabelsamenstellen en staalkabeltoebehoren 5-2 5.4 Natuur- en kunststofvezels 5-10 5.5 Takelblokken, tractieblokken en kabelschijven 5-13 5.6 Kettingtakels, staalkabeltakels, elektrotakels en hijskranen 5-14 5.7 Hijswerktuigen 5-15 5.8 Bijzondere hijsgereedschappen 5-16 5.9 Hefwerktuigen 5-16 5.10 Trek-, sleep- en bergingshulpstukken 5-17 5.11 Mobiele hijskranen 5-17

0-1

HOOFDSTUK 6 EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING, CERTIFICATEN, KRAANBOEKEN EN INSTALLATIELOGBOEKEN 6-1 6.1 Overzicht welke documenten benodigd zijn 6-1

6.2 EG-verklaring van overeenstemming 6-2 6.3 Certificaten 6-3

6.4 Kraanboeken 6-4 6.5 Installatielogboeken 6-5

HOOFDSTUK 7 ONDERHOUD 7-1 7.1 Onderhoudsrichtlijnen 7-1 7.2 Opslag 7-4 7.3 Procedures 7-4 HOOFDSTUK 8 AANWIJZINGEN VOOR VEILIG HIJSEN, HEFFEN,

LIEREN EN SJORREN 8-1 8.1 Hijsen 8-1

8.2 Heffen 8-12 8.3 Lieren 8-12 8.4 Sjorren 8-12

HOOFDSTUK 9 WETTELIJKE REGELINGEN 9-1 9.1 Arbeidsomstandigheden (ARBO) 9-1 9.2 Richtlijnen 9-1 9.3 Normen 9-2 HOOFDSTUK 10 NSN OVERZICHT 10-1 10.1 Algemeen 10-1 10.2 Wijzigingen 10-1 10.3 Artikeloverzicht 10-3

0-2

1 INLEIDING

1.1 Doel

Doel van dit “Voorschrift voor gebruik, afkeurnormen en preventief onderhoud, van hijs-, lier, hef- en sjorgereedschap” is, om zowel leidinggevenden als direct uitvoerenden informatie te geven over: • verantwoordelijkheden; • definities van gangbare benamingen en begrippen; • controles, inspecties en (her)keuringen; • afkeurnormen; • certificaten, kraanboeken en installatielogboeken; • onderhoud en gebruik van hijs-, lier-, hef- en sjorgereedschap; • wettelijke regelingen.

1.2 Algemeen

Dit voorschrift is gebaseerd op: • wettelijke bepalingen; • aanwijzingen van de arbeidsinspectie; • bedrijfsvoorschriften uit het bedrijfsleven; • inspectie-eisen en afkeurmaatstaven uit nationale- en internationale normen. In dit voorschrift zijn algemeen geldende instructies opgenomen. Specifieke richtlijnen zoals beschreven in gebruiksaanwijzingen gaan altijd voor het algemene voorschrift. Om aan de machinerichtlijn te voldoen, dient de leverancier een gebruiksaanwijzing mee te zenden. Hieraan kan op verschillende wijzen worden voldaan. Zelfs een label aan een sjorband wordt in deze gezien als een gebruiksaanwijzing. De gebruiksaanwijzing van hijs-, lier-, hef- en sjorgereedschappen kan opgenomen zijn in o.a. TH, IK of IWK van het betreffende gereedschap of uitrustingsstuk.

1.3 Suggesties

Suggesties voor verbetering en opmerkingen over tekortkomingen in dit voorschrift, dienen langs de hiërarchieke weg te worden ingediend bij:

Defensie Materieel Organisatie / DW&B / LA / Afdeling Logistieke Systemen T.a.v. hijs- en liercoördinator MPC 58 A Postbus 90822 2509 LV Den Haag

1-1

2 ALGEMEEN

2.1 Verantwoordelijkheden en bevoegdheden 2.1.1 Verantwoordelijkheden

De verantwoordelijkheden (indien aangeschaft door DMO / MATLOGCO / DM(KL) zijn als volgt voor: • constructie en ontwerp: DMO; • het opstellen van het onderhoudsvoorschrift: DMO; • het werken met in goede staat verkerende artikelen: bedienaar; • het uitvoeren van het onderhoud: commandant; • een periodieke keuring door een gecertificeerd keuringsbedrijf:

• het aanbieden bij de DSE: comm. eenh; • het aanbieden aan het keuringsbedrijf: 310, 320, 330,

11, 13 en 43 Hrstcie

2.1.2 Bevoegdheden

Op aangeven van het keuringsbedrijf dan wel de materie deskundige van de DMO kan het artikel buiten bedrijf worden gesteld. De commandant is vervolgens verantwoordelijk om dit artikel via de geëigende kanalen in te leveren c.q. een nieuw aan te vragen.

2.2 Algemene verbodsbepalingen

Het is verboden om: • herstellingen aan de in dit voorschrift bedoelde artikelen uit te voeren tenzij dit in de van

toepassing zijnde TH staat vermeld; • hijsgereedschap zelfstandig aan te maken of te modificeren; • artikelen onderling uit te wisselen, bijvoorbeeld:

o bruikbare onderdelen uit samenstellen (b.v. hijsjukken e.d.) te demonteren en weer te monteren in andere samenstellen of constructies;

o artikelen (b.v. sluitingen, oogbouten e.d.) te verwijderen van de positie zoals d.m.v. MOS structuur is aangegeven, en op andere plaatsen te monteren of voor andere werkzaamheden en/of toepassingen te gebruiken;

• hijsartikelen te gebruiken voor sjor- en bergingsdoeleinden; • sjor- en bergingsartikelen te gebruiken voor hijsdoeleinden; • artikelen voor algemene toepassingen te gebruiken voor hijs-, sjor- of bergingsdoeleinden; • artikelen te verhitten / gloeien; • artikelen te gebruiken waarvoor men niet is geautoriseerd of niet is opgeleid; • touw en touwsamenstellen, vervaardigd uit natuurvezels, voor hijsdoeleinden te

gebruiken; • touw en touwsamenstellen, vervaardigd uit kunstvezel, te splitsen of te laten splitsen.

2.3 Rapportage

Rapporten over ondeugdelijk materieel dienen te worden aangemeld conform de VI-LOG-017. Onveilige handelingen en/of situaties dienen te worden gemeld bij de commandant, ARBO-coördinator en/of het overlegorgaan van de eenheid. Tekortkomingen in de documentatie dienen langs de hiërarchieke weg te worden gemeld.

2-1

Indien een ARBO-coördinator / arbeidsinspecteur bij een bezoek heeft geconstateerd dat er onveilige situaties zijn, of van mening is dat er artikelen in gebruik zijn die niet hadden mogen worden gebruikt, dan is hij gerechtigd om sancties op te leggen en zelfs het werk stil te leggen. De commandant, de medezeggenschap en de ARBO-functionaris van de eenheid zullen over de bevindingen een rapport ontvangen. De ARBO dienst KL zal van genoemd rapport een afschrift ontvangen.

2.4 Verwerving 2.4.1 Gecodeerde artikelen

Het initieel verwerven van gecodeerde artikelen (NSN’s) is uitsluitend voorbehouden aan DMO.

2.4.2 Ongecodeerde artikelen

Bij het verwerven van ongecodeerde artikelen dient de in hoofdstuk 1 genoemde functionaris te worden geïnformeerd voor: • de periodieke keuring (voor het opstellen van een keuringsvoorschrift); • een certificering (in geval van vermissing van het certificaat); • opname van het artikel in dit voorschrift (artikel overzicht, hoofdstuk 10).

2.5 Refertes

2006/42/EG Warenwetbesluit Machines (Machinerichtlijn) 95/63/EG Regelgeving Arbeidsmiddelen AI-17 (5e druk) Hijs- en hefmiddelen IK 000262 Werklasttabellen t.b.v. hijs- en laaduitrusting, universeel IK 5-127 Armseinen bij hijs- en lierwerkzaamheden IK 55-2 Hulpkaart lading zekeren wegvervoer VI-LOG-017 Rapport Ondeugdelijk Materieel (ROM) VS 9-53 Berging en afvoer van wiel- en rupsvoertuigen.

2-2

3 DEFINITIES 3.1 Algemene benamingen

Arbeidsmiddelen: Alle op de arbeidsplaats gebruikte machines, installaties, apparaten, transportmiddelen en gereedschappen.

Aanslagdeel: Een onderdeel aan het einde van een last- of hijskettingen of andere hijssamenstellen (staalkabels, hijsbanden e.d.), bv. haken, eindschalmen, sluitingen e.d.

Breukbelasting / braking force (BF): De maximale kracht die bij een trekproef tot breuk leidt. Deze wordt aangegeven in N (Newton) of afgeleiden hiervan.

Binnenhoek: De hoek (bi of α) tussen de kettingparten, zie afb. 3.1.1.

Buitenhoek: De hoek (bu of β) tussen het part en de verticaal, zie afb. 3.1.1.

Afb. 3.1.1.

Gebruiksfactor: De verhouding tussen BF (Breukbelasting) en WLL (Werklast), voorheen ook wel als Veiligheidsfactor of Veiligheidscoëfficiënt aangeduid.

Handketting: Een ketting waarmee een handbediend hijswerktuig wordt bediend.

Hijsketting: Kettingwerk, lastketting, enkelvoudig of meervoudig, dienend als verbinding tussen kraanhaak en last.

Inkorthaak: Een haak, geen aanslagdeel zijnde, die het mogelijk maakt een kettingpart in te korten en om lasten waarvan het zwaartepunt “uit het midden” ligt goed te kunnen hijsen.

Ketting: Een samenstel van uit rond staal vervaardigde, gesloten, gelijke en gelijkvormige schalmen.

Kettingwerk: Hijs-, lier-, sjor- en sleepgereedschap (zowel onderdelen als samenstellen) dat is gesmeed van staal of staallegeringen. Onder kettingwerk wordt onder andere verstaan: kettingen, schalmen, sluitingen, haken, ringen, wartels en oogbouten. Een kettingsamenstel dient volgens internationale normen te zijn gemerkt; voor voorbeelden van en merkplaat van kwaliteitsklasse 8, zie afb. 3.1.2.

3-1

Afb.3.1.2

Kettingsamenstel met een part kettingsamenstel met meer dan één part

Kwaliteitsklasse indeling: Een classificatie voor haken, schalmen, sluitingen en overige onderdelen van kettingsamenstellen. De letter of het cijfer geeft de minimale breukbelasting aan, zie afb. 3.1.3.

Kwaliteitsklasse + bijbehorende merkplaat

Merkplaat P of 5 S of 6 T of 8 Sjorketting

Afb. 3.1.3

Lastketting: Een ketting in een takel waarmee de last wordt gehesen.

Manufacturing Proof Force (MPF): Proeflast waarmee kettingwerk wordt beproefd na fabricage of eerste of herhaalde beproeving (ook wel fabricageproefbelasting genoemd).

Proeflast (PL): Is de kracht waarmee hijsmiddelen c.q. hijsgereedschappen bij een beproeving moeten worden onderworpen. Wordt aangegeven in kN of afgeleide hiervan.

Safe Working Load (SWL): Wordt toegepast in de scheepvaart, verder gelijk aan de WLL.

Topschalm: Een schalm die het bovenste eindpunt van een kettingsamenstel vormt en waarmee het kettingsamenstel wordt bevestigd aan de haak van een hijswerktuig (binnen de KL eindschalm genoemd).

Tussenschalm: Een schalm die wordt gebruikt om één of twee parten van een kettingsamenstel aan een topschalm te bevestigen.

Verbinding: Gesmeed of gelast onderdeel om kettingparten en topschalmen e.d. met elkaar te verbinden. Deze verbinding wordt sinds de invoering van het zgn. bouwdozensysteem demonteerbaar uitgevoerd.

Werklast / Working Load Limit (WLL): Maximaal toelaatbare last die met het hijsgereedschap mag worden gehesen. Aanduiding in t (ton), werklasten minder dan 1 t mogen ook in kg (kilogrammen) worden gegeven. Bij hefwerktuigen spreekt men ook wel van hefvermogen.

3-2

Wijze van aanslaan (enkele mogelijkheden): Dit is de wijze waarop ketting en hijsbanden aan de last worden bevestigd. Dit is afhankelijk van de vorm en/of bevestigingspunten van de last.

(1) Direct: Bovenzijde aan hijsinrichting en onderzijde aan de last.

Afb. 3.1.4 (2) Dubbel: Beide einden aan hijsinrichting (ook wel mandje genoemd).

Afb. 3.1.5 (3) Gestropt: Hijsmiddel om de last gehaald en een eind aan de hijsinrichting.

Afb. 3.1.6

3.2 Afmetingen

Nominale schalmdikte (dn): De nominale (theoretische) middellijn van het rondstaal waarvan de schalm is vervaardigd.

Schalmdikte (d): Het gemiddelde van de gemeten waarde, gemeten in het rechte gedeelte tegenover de las, zie afb. 3.2.1.

Afb. 3.2.1

d = (d1 + d2) / 2 = ……mm

Steek: De gemeten inwendige lengte van een schalm, zie afb. 3.2.2

t = steek l = werklengte Afb. 3.2.2.

3-3

3.3 Gebruikte constructies 3.3.1 Hijsjuk

Alle constructies, met één of meerdere ophang- of bevestigingspunten, om lasten te hijsen en te vieren, waarbij de belasting door de last via één of meer ophangpunten wordt doorgeleid naar het hijswerktuig.

3.3.2 Kettingsamenstel Een samenstel van kettingen, sluitingen, haken, schalmen, ringen, wartels, spanschroeven of oogbouten, in gelaste of bouwdoosuitvoering. Kettingsamenstellen kunnen enkelvoudig of meervoudig (2, 3 of 4-sprong) zijn uitgevoerd en kunnen worden gebruikt voor: • hijsdoeleinden; • sleep- en bergingsdoeleinden; • sjor- en spandoeleinden; • algemene doeleinden (zonder veiligheidseisen).

3.3.3 Kettingwerkcomponenten

D- en harpsluitingen, schalmen, ringen, diverse soorten haken, wartels, spanschroeven of oogbouten, die afzonderlijk kunnen worden gebruikt. Kettingwerkcomponenten kunnen worden gebruikt voor: • hijsdoeleinden; • sleep- en bergingsdoeleinden; • sjor- en spandoeleinden; • algemene doeleinden (zonder veiligheideisen).

3.4 Bijzondere haken

Bijzondere haken kunnen verdeeld worden in: • haken die uitsluitend bedoeld zijn om de last rechtstreeks te bevestigen zoals: coilshaken,

pijphaken, rioolbuishaken, pallethaken of C-haken; • haken die uitsluitend zijn bedoeld om mee te slepen of te bergen, zoals: trekhaken, sleep-

of bolderhaken. 3.5 Staalkabels, staalkabelsamenstellen en staalkabeltoebehoren

Staalkabels bestaan uit een aantal strengen, die rond een staal- of touwkern zijn geslagen. De strengen zijn opgebouwd uit stalen draden, die op verschillende wijze kunnen zijn samengevoegd. Een staalkabel is niet voorzien van eindverbindingen. Een staalkabelsamenstel is een staalkabel waarvan beide einden zijn afgewerkt, waarbij één of beide einden zijn voorzien van eindverbindingen en evt. toebehoren, al of niet voorzien van kettingwerkcomponenten. Niet permanente verbindingen zoals knopen of U-boutklemmen zijn niet toegestaan. Staalkabelsamenstellen zijn enkel- of meervoudig uitgevoerd. Een meervoudig staalkabelsamenstel is een constructie die is samengesteld uit meer dan één staalkabelsamenstel, elk bevestigd aan één centraal ophangpunt. Staalkabeltoebehoren zijn artikelen die benodigd zijn om een staalkabelsamenstel samen te stellen of te vervaardigen zoals, kousen, kabelklemmen, sokken e.d. Staalkabels, -samenstellen en –toebehoren kunnen verdeeld worden in gebruik voor: • hijsdoeleinden; • hijsdoeleinden, systeem gebonden; • sleep- en bergingsdoeleinden; • algemene doeleinden, zonder veiligheidseisen.

3-4

3.6 Hijs- en sjorconstructies van natuur- en kunstvezels

Hijs- en sjorconstructies waarvan het hoofdbestanddeel vervaardigd is uit natuur- of kunststofvezels, al of niet voorzien van kettingwerkcomponenten. Binnen de KL ook genoemd: hijsbanden, sjorbanden, riemen webbing en touwsamenstel. Hijs- en sjorconstructies kunnen enkelvoudig of meervoudig (2, 3 of 4-sprong) zijn uitgevoerd en kunnen worden gebruikt voor: • hijsdoeleinden; • sleep- en bergingsdoeleinden; • sjor- en spandoeleinden; • algemene doeleinden.

3.7 Takel- en tractieblokken

Een krachtvermeerderingsapparaat waarbij de staalkabel, touw of ketting via één of meerdere schijven loopt. Afhankelijk van de functie kan aan het blok een haak of oog zijn bevestigd, al of niet wartelend.

3.8 Takels

Een hijswerktuig dat lasten in het algemeen verticaal verplaatst d.m.v. een flexibel hijsorgaan, zoals een staalkabel of ketting. Takels kunnen motorisch (elektrisch, hydraulisch, pneumatisch) of handbediend zijn uitgevoerd, en kunnen aan een vast punt of vaste baan gebonden zijn. Indeling volgens constructie: • Takels, met rollen- of schalmenketting, handbediend. • Takels, met staalkabels, handbediend. • Takels, met rollen- of schalmenketting, motorisch aangedreven. • Takels, met staalkabel, motorisch aangedreven.

Indeling volgens gebruik: • Takels, met kettingen of staalkabel, handbediend, voor hijsdoeleinden. • Takels, met kettingen of staalkabel motorisch aangedreven, voor hijsdoeleinden. • Takels, met kettingen of staalkabel, handbediend, voor diverse doeleinden (hijsen,

spannen, trekken en borgen). 3.9 Hijswerktuigen en hijskranen

Onder een hijswerktuig wordt verstaan een complete hijsconstructie (takel + raamwerktuig) waarbij het werktuig al of niet mechanisch wordt aangedreven, maar waarvan het raamwerk niet is voorzien van een krachtbron om zichzelf te kunnen verplaatsen. Een hijskraan is een hijswerktuig: • geen mobiele hijskraan zijnde, zie hiervoor 3.13. • dat is ingericht en bestemd voor het zowel opnemen en verplaatsen van vrij hangende

lasten d.m.v. motorisch aandrijving, en aan een vaste baan gebonden. Indeling volgens constructie: • Hijsbokken, handverrijdbaar. • Portaalkranen, verrijdbaar, al of niet voorzien van een motorische aandrijving. • Autolaadkranen (kan ook als mobiele hijskraan worden beschouwd). • Wandzwenk- en kolomzwenkkranen. Statisch opgesteld, al of niet voorzien van een

motorisch aangedreven verrijdbaar rijwerk.

3-5

Indeling volgens gebruik: • Hijswerktuigen, voor hijsdoeleinden. • Hijswerktuigen, voor hijsdoeleinden, voertuig gebonden. • Hijswerktuigen, voor hijsdoeleinden, vast verbonden met de infra.

3.10 Bijzondere hijsgereedschappen

Hieronder wordt verstaan: constructies waarbij de hijskracht op een bijzondere wijze op de last wordt uitgeoefend. Indeling volgens constructie: (1) Bijzonder hijsgereedschap waarbij de klemkracht ontstaat door de massa van de last:

• Platenklemmen. • Stenenklemmen.

(2) Bijzonder hijsgereedschap waarbij de klemkracht hydraulisch, pneumatisch of elektrisch wordt opgewekt: • Stenenklem hydraulisch. • Grijper hydraulisch.

(3) Bijzonder hijsgereedschap waarbij de hijskracht pneumatisch of magnetisch op de last wordt uitgeoefend: • Vacuüm hijsgereedschap. • Magneet hijsgereedschap.

Indeling volgens gebruik: • Bijzonder hijsgereedschap voor hijsdoeleinden. • Bijzonder hijsgereedschap voor hijsdoeleinden, systeem gebonden.

3.11 Hefwerktuigen

Zijn hefwerktuigen waarbij de last- en krachtsrichting in één vlak liggen, al of niet door eigen kracht voortbewogen zoals: • krik, garage, verrijdbaar; • vijzels, handbediend; • vijzels, mechanisch bediend; • dommekrachten; • goederenheffers en schaartafels; • palletwagens; • laadkleppen; • shelters op- en afzetinstallaties; • hefbruggen; • heftrucks.

3.12 Trek- en sleephulpstukken

Trek- en sleephulpstukken zijn alle niet eerder genoemde artikelen en constructies, die uitsluitend worden toegepast bij sleep-, trek-, en bergingsdoeleinden zoals: • sleepstang samenstellen; • bergingshulpstukken; • evenaars; • grondanker toebehoren.

3-6

3.13 Mobiele hijskranen

Mobiele hijskranen zijn verrijdbare hijskranen welke niet aan een vaste baan zijn gebonden. Voorbeelden: Autokranen, rupskranen en andere zelfrijdende kranen op een bestuurbaar onderstel, draglines en werktuigen die als mobiele kraan worden gebruikt (b.v. een hydraulische graafmachine of laadschop voorzien van een hijshaak, hijsoog of voor hijsdoeleinden geschikte bevestigingspunten). Indeling volgens constructie en gebruik: • Mobiele hijskranen op wielen. • Mobiele hijskranen op tracks/rups.

3-7

4 CONTROLES, INSPECTIES EN HERKEURINGEN VAN HIJS- EN HEFGEREEDSCHAP 4.1 Controles 4.1.1 Verantwoordelijke en termijnen

Iedere gebruiker dient voor aanvang van zijn werkzaamheden een visuele controle uit te voeren om te beoordelen of het gereedschap veilig te gebruiken is; zie voor afkeurnormen hoofdstuk 5.

4.1.1 Werkzaamheden

De controle houdt o.a. in: • zich ervan overtuigen dat de artikelen en gereedschappen in goede staat verkeren (o.a.

werklast, merktekens en afkeurnormen) voor aanvang en direct na het beëindigen van de werkzaamheden;

• gereedschap voor de goede toepassing te gebruiken (capaciteit); • er op toe zien dat de benodigde papieren (o.a. certificaten, kraanboek, installatielogboek) bij

het artikel aanwezig zijn; • controleren of er geen herstellingen of veranderingen zijn uitgevoerd; • het vervangen van artikelen die niet meer voldoen door nieuwe artikelen en/of het oude

artikel voor keuring en/of certificering aanbieden; • dat afgekeurde artikelen als zodanig duidelijk herkenbaar zijn en apart worden opgeslagen

zodat ze niet verwisseld kunnen worden met inzetbaar gereedschap; • het tijdig aanbieden van artikelen voor keuring die hiervoor in aanmerking komen. Een gevaarlijke situatie dient aan het hoger niveau te worden gemeld.

4.2 Inspecties 4.2.1 Verantwoordelijke en termijnen

Een deskundig persoon (zie volgende bladzijde) dient minimaal 1 x per jaar een inspectie uitvoeren met als doel het vaststellen van de mate van bruikbaarheid.

4.2.2 Werkzaamheden

De inspectie houdt in het vaststellen van: • het begin van gebreken, waarbij het artikel nog mag worden gebruikt; • minder ernstige gebreken, waardoor het artikel niet meer mag worden gebruikt en

aangeboden moet worden ter keuring bij een gecertificeerd bedrijf; • ernstige gebreken, waardoor het artikel buiten gebruik moet worden gesteld en vervangen; • de leesbaarheid van de merktekens en, indien van toepassing, of de benodigde papieren

(o.a. certificaten, kraanboek, installatielogboek) bij het artikel aanwezig zijn; • de mate van onderhoud. De bevindingen van de inspecties dienen schriftelijk te worden vastgelegd op de achterzijde van het certificaat, in het installatielogboek of in het kraanboek.

Volgens de Arbowet is de werkgever verplicht om een risico-inventarisatie en evaluatie op te stellen wanneer er zich een uitzonderlijke situatie heeft voorgedaan (b.v. overbelasting, brand). Er dient een inspectie uitgevoerd te worden of het middel nog veilig in gebruik kan worden genomen. De bevindingen van de inspecties dienen door de inspecteur schriftelijk te worden vastgelegd. Deze gegevens moeten desgevraagd worden getoond aan de toezichthoudende instantie. De uitkomst hiervan kan een hulpmiddel zijn bij de beoordeling of een inspectie vaker moet plaatsvinden.

4-1

Wat is een deskundig persoon? Een definitie van een deskundige is te vinden in de Praktijkgids Arbeidsveiligheid 2006, deel F (Arbeidsmiddelen), hoofdstuk 25 (Vertikaal transport): “Een deskundige is iemand die beschikt over een brede praktische kennis van de kenmerken (specifieke veiligheidspunten) van de materieelsoort en die voldoende inzicht heeft in de techniek hiervan en in de wetgeving en normen”. De werkgever is verantwoordelijk voor het aanwijzen van een deskundig persoon nadat hij zich ervan vergewist heeft dat de deskundigheid daadwerkelijk aanwezig is.

4.3 Herkeuring 4.3.1 Verantwoordelijke en termijnen

Een erkend bedrijf dient periodiek een herkeuring uit te voeren. De bevindingen dienen schriftelijk te worden vastgelegd door bv. het verlengen van het certificaat. Herkeuring dient eveneens te geschieden in geval van vermissing van een certificaat. Om de termijn van herkeuring vast te stellen, is een indeling t.a.v. de intensiteit van het gebruik benodigd.

4.3.2 Indeling op intensiteit van het gebruik

Hijsgereedschappen worden afhankelijk van de mate waarin deze worden belast, ingedeeld in klassen volgens het zogenaamde lastenspectrum.

Klasse Soort gebruik Voorbeeld 00 Niet in gebruik, dan wel

voor gebruik gereed houden.

Artikelen welke: • in opslag liggen om te worden verkocht; • na verwerving in een magazijn worden opgeslagen; • na ontvangst niet direct worden gebruikt.

0 Zeer licht belast Bij uitzondering “zwaar” maar normaal tot maximaal 25% van de werklast belast.

1 Licht belast Bij uitzondering “zwaar” maar normaal tot maximaal 35% van de werklast belast.

2 Matig belast Herhaaldelijk “zwaar” maar normaal van 35% tot maximaal 70% van de werklast belast.

3 Zwaar belast Veelvuldig belast van 70% tot 100% van de werklast. Tabel 4.1

Hijsgereedschap van kwaliteitsklasse 8 (of hoger) vertoont geen verouderingsverschijnselen. De maximale herkeuringstermijn voor in gebruik zijnde artikelen bedraagt 1 x per 4 jaar. Uitzonderingen hierop zijn: • pneumatisch hijsgereedschap, platenklemmen en werkbakken. Deze moeten 1 x per jaar

worden beproefd. • hijskranen en specifieke hijswerktuigen; zie hiervoor tabel 4.3. Zie ook hoofdstuk 10 (opmerkingen).

Voor kettingwerk geldt keuring tenminste: • éénmaal per jaar bij kettingwerk dat:

• zeer ruw wordt behandeld of aan hoge temperaturen bloot staat; • regelmatig (4 á 5 uur per dag) volgens lastenspectrum “klasse 3” wordt belast; • wordt gebruikt in en nabij chemische baden.

• éénmaal per twee jaar bij kettingwerk dat:

• ruw wordt behandeld; • regelmatig (2 á 3 uur per dag) volgens lastenspectrum “klasse 2” wordt belast

4-2

• éénmaal per vier jaar bij kettingwerk dat: • kettingwerk dat niet aan ruwe behandeling wordt blootgesteld; • regelmatig (maximaal 10 uur per week) volgens lastenspectrum “klasse 0 en 1” wordt

belast.

Hijsgereedschap, kettingen en kettingwerk, ingedeeld volgens het lastenspectrum “klasse 00”, hoeft niet periodiek te worden herkeurd. De termijnen gaan pas in op het moment dat het artikel in gebruik wordt genomen (zie § 6.2.3).

4.3.3 Overzicht van inspecties en keuringstermijnen van hijs- en hefmiddelen

Jaarlijkse inspectie

Jaarlijkse keuring en beproeving

4 Jaarlijkse keuring en beproeving

Eenmalige certificering bij nieuw leveren

Kettingen en kettingwerk x x Haken (alle soorten) x x Staalkabels (stroppen, lengen, grommers, voorlopers)

x x

• Aangezette haken, ringen tc x x • Sockets en draadhuizen x x Aan touwwerk aangezette haken, ringen etc.

x x

Balk- en platenklemmen x Hijsklemmen en hijstangen x Hijsbanden, eindloos, platte en samenstellen

x(1)

• Aangezette haken, ringen, etc. x x Platenklemmen x Vatengrijpers x Spanschroeven x Hefmagneten x Pneumatisch hijsgereedschap x Hijsjukken x x Vorken voor heftrucks x x Voorzetapparatuur voor vorkheftrucks x x Werkbakken x x Blokken van (mobiele) kranen en takels x Blokken voor staalkabel als verwisselbaar uitrustingsstuk

x

Takels x Lieren x Vijzels x x Dommekrachten x x Loopkatten x x Heftafels x

(1) Hijsbanden worden niet jaarlijks beproefd, alleen geïnspecteerd. Tabel 4.2

Algemeen: Voor enkele artikelen gelden afwijkende keuringsnormen. Deze uitzonderingen zijn opgenomen in de documentatie van het artikel of staan vermeld in hoofdstuk 10 in kolom opmerkingen. Documentatie bijgevoegd bij het artikel gaat boven informatie van deze VS9-160.

4-3

4.3.4 Autolaadkranen

• Indien de maximale last van een autolaadkraan 2 ton of meer bedraagt, is men wettelijk verplicht deze periodiek en na ingrijpende reparaties en wijzigingen door een deskundige te laten herkeuren. Deze deskundige dient de BAT (Bedrijf Auto Technicus) te hebben gehad en de volgende aanvullende opleidingen en ervaring: ⇒ Opleiding (V)ALK (piconr. 1340.0420); ⇒ Basisopleiding hydrauliek en pneumatiek (piconr. 1340.0230); ⇒ Minimaal 10 kranen per jaar te onderhouden en minimaal 10 keuringen per jaar uit te

voeren Zowel een motortechnicus niveau 2, als een burgermonteur motorvoertuigen kunnen optreden als deskundige als deze opleidingen zijn gevolgd en ervaring is verkregen.

• Als de autolaadkraan wordt gebruikt voor andere werkzaamheden dan laden en lossen van

het eigen voertuig en het maximale lastmoment 10 tonmeter of meer bedraagt, is men verplicht een door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangewezen keuringsbureau in te schakelen. Herkeuringen zijn verplicht: • 2 jaar na ingebruikname; • daarna om de 2 jaar; • na ingrijpende wijzigingen.

4-4

5. AFKEURNORMEN

5.1 Hijsjukken en bevestigingspunten aan uitrustingsstukken

Afkeur dient te geschieden als: • zich gebreken vertonen zoals, vervormingen (gebogen, krom, getordeerd) en

ontoelaatbare slijtage aanwezig is. Als er geen afkeurnormen bekend zijn dient men uit te gaan van maximaal 10% slijtage op draagpunten van parten, centrale ophangpunt, assen en gaten etc;

• het hijsjuk of het bevestigingspunt overbelast is geweest; • er scheuren of haarscheurtjes aanwezig zijn; • de staat van onderhoud zeer slecht is (b.v. zwaar geoxideerd).

Naast bovenstaande afkeurpunten, geldt bij hijsjukken dat deze buiten gebruik gesteld dienen te worden en dienen te worden aangeboden voor herkeuring als: • de merktekens t.a.v. de werklast niet meer zichtbaar zijn; • het certificaat vermist is of dat de periode van 4 jaar na in gebruikneming is overschreden. Uitzondering hierop zijn hijsjukken, zonder kettingwerk, staalkabelsamenstellen en/of hijsbanden. Deze hijsjukken hoeven geen periodieke keuring te ondergaan. Voor de afkeurnormen van de in de hijsjukken gemonteerde kettingen, kettingwerk, staalkabelsamenstellen en hijsbanden, wordt verwezen naar de betreffende alinea’s.

5.2 Kettingsamenstellen

Afkeur dient te geschieden als: • de staat van onderhoud zeer slecht is en dit niet eenvoudig te herstellen is; • onderdelen van het kettingsamenstel gescheurd, zichtbaar vervormd of gedraaid zijn; • slijtage beneden de door de fabrikant opgegeven minimumafmetingen is ontstaan of

slijtage van meer dan 10% van de nominale materieeldikte is ontstaan.

Buiten gebruik stelling en aanbieden voor herkeuring dient te geschieden als: • de merktekens en het certificaatnummer niet meer zichtbaar of niet meer aanwezig zijn; • er een waarneembare vergroting is van de haakopening (max. 10% van de nominale

waarde) is, en/of de haakklep defect is; • er een waarneembare rek van de ketting is; • het bij het product behorende certificaat mist of dat de periode van 4 jaar na

ingebruikname is overschreden.

Aandachtspunten bij inspecties en herkenning van gebreken zijn: • bij kettingschalmen: als deze zijn verlengd of er enig gebrek is aan beweeglijkheid tussen

de schalmen of er waarneembaar verschil is in lengte van de parten; • bij harp en D-sluitingen: als de bout niet handmatig kan worden verwijderd (sluiting is

gerekt of overbelast geweest); • bij spanschroeven en oogbouten: als deze overbelast zijn geweest of als de schroefdraad

is vervormd; • bij schalmen, sluitingen, haken e.d. als er slijtageplaatsen op die plaatsen zijn waar zij

tijdens gebruik dragen en contact hebben met andere onderdelen. Schalmslijtage is toelaatbaar totdat het gemiddelde van de gemeten middellijn (d1 en d2) is verminderd tot 90% van de nominale middellijn (dn), zie afb. 5.2.1.

5-1

Afb.5.2.1.

5.3 Staalkabels, staalkabelsamenstellen en staalkabeltoebehoren 5.3.1 Algemene afkeur criteria

Afkeur dient te geschieden als: • de staat van onderhoud zeer slecht en niet op eenvoudige wijze is op te heffen; • zich gebreken vertonen zoals;

• veel draadbreuken; • ernstige slijtage; • uitwendige beschadiging en vervorming (b.v. een kink of knik); • breuknest en gebroken streng; • een duidelijke vermindering van de diameter; • zeer ernstige corrosie.

• zich gebreken vertonen aan de kettingwerkcomponenten van de staalkabelsamenstel. • bij een persklemverbinding (talurit) het einde van de kabel niet zichtbaar uit de klem steekt

(max. 1 cm). In dit geval is de persklem niet goed aangebracht of is het uiteinde van de staalkabel uit de persklem geslipt. Dit gebrek is niet van toepassing op een “vlaams oog persklemverbinding”. Deze is met een stalen huls uitgevoerd (ook wel superloopverbinding genoemd);

• zich slijtage voordoet aan aangegoten sokken, persklemmen, eindstroppen en wigklemmen, of op assen en gaten. Hiervoor geldt maximaal 10% afwijking;

• de persklemmen zijn ingescheurd.

Buiten gebruik stelling en aanbieden voor herkeuring dient te geschieden als: • merktekens of certificaatnummers niet meer zichtbaar of aanwezig zijn; • het bij het product behorende certificaat is vermist of dat de keuringsperiode is

overschreden.

Aandachtspunten bij inspecties en herkenning van gebreken: • een staalkabel wordt letterlijk tijdens zijn gebruik en levensduur “verbruikt” en verliest

daardoor geleidelijk aan sterkte. Het is normaal dat een gebruikte staalkabel gebroken draden vertoont naarmate hij meer en langer in gebruik is;

• een staalkabel moet onbelast en in rust zijn gedurende de inspectie; • de navolgende delen verdienen extra aandacht bij een inspectie:

• eindverbindingen of staalkabeltoebehoren zoals kabelkousen, aangegoten of geperste sokken;

• kabelverbindingen, zoals persklemmen, wigklemmen, kabelklemmen en eventueel splitsen, alsmede de afwerking aan het eind van een staalkabel;

• het staalkabelgedeelte dat om de trommel is gewonden of geslagen; • het staalkabelgedeelte dat door blokken of over andere schijven is geleid; • glimmende plekken. Dit kunnen plekken zijn welke door schuren worden

veroorzaakt.

5-2

Maatstaven voor het buiten gebruik stellen van staalkabels: • met behulp van tabel 5.3.1 en 5.3.2 wordt bepaald of een staalkabel buiten gebruik moet

worden gesteld omdat de rest breukwaarde kleiner is dan 75%; • deze tabellen geven voor een zekere mate van corrosie, slijtage, vermindering van de

diameter en draadbreuken waarderingscijfers; • om de totale toestand van een staalkabel vast te stellen moeten de verschillende

waarderingscijfers, behorende bij de geconstateerde gebreken, bij elkaar worden opgeteld;

• een staalkabel moet buiten gebruik worden gesteld, als: • de som van het waarderingscijfer gelijk of groter is dan 6; • een van de geconstateerde gebreken een waarderingscijfer heeft van 4; • bijzondere aandacht moet worden besteed aan de andere waarderingscijfers als

een van de waarderingscijfers een 3 is; • de waarderingscijfers gelden voor een meetlengte van 30 x de kabeldiameter, op de

slechtste plaats. • Waarderingscijfers voor draadbreuken

Tabel 5.3.1 geeft waarderingscijfers voor binnen de KL gangbare kabelconstructies. Als kabelconstructie wordt aangehouden: 1. Type 1 = parallelconstructies, in kruisslag voor algemeen gebruik zoals 6 x 19 en 6 x 36

en ook staalkabelconstructies met 7 touwkernen; toegepast als sleepkabel, bergingskabel, enkel- en meervoudige staalkabelsamenstellen en meerdraden.

2. Type 2 = draaiarme en draaivrije constructies met 8 of meer strengen; toegepast als hijskabel in hijs- en mobiele hijskranen.

Waarderingscijfer

Aantal draadbreuken Type 1 type 2

0 1 2 3 4

0 8 16 24 34

0 4 8 12 17

Tabel 5.3.1 Waarde- rings- cijfer

Slijtage van buitendraden Uitwendige corrosie Plaatselijke en gelijkmatige aantasting

Verminder- ing staalka- bel dia. in %

0

2,5

Draadopper- vlak niet aan- getast. Lichte roest- zweem toe- gestaan

0

5-3

Waarde- rings- cijfer

Slijtage van buitendraden Uitwendige corrosie Plaatselijke en gelijkmatige aantasting

Verminder- ing staalka- bel dia. in %

1

10

Draadopper- vlak licht aangetast Geen merkbare vermindering diameter

2,5

2

20

Draadopper-vlak aangetast Merkbare vermindering diameter Geringe speling tussen buitendraden

5

3

30

Draadoppervlak sterk aangetast Duidelijke vermindering diameter Duidelijke speling tussen de buitendraden

7,5

4 Afkeur

40

Draadoppervlak sterk aangetast Aanmerkelijke vermindering diameter Speling tussen buitendraden van > 50 % van de buitendraad-diameter

10

Deel 2

Tabel 5.3.2 waarderingscijfer voor de mate van slijtage, corrosie en vermindering van de diameter

5-4

5.3.2 Draadbreuken

A Oorzaken • In een staalkabel ontstaan tijdens het gebruik draadbreuken door optredende

vermoeidheid van de afzonderlijke staaldraden. Draadbreuken zullen eerder ontstaan naarmate een staalkabel meer onderhevig is aan slijtage, corrosie en beschadigingen.

• Bij abnormale uitwendige slijtage, corrosie en beschadigingen moet men bedacht zijn op het vroegtijdig en in snel toenemende mate ontstaan van draadbreuken. Ditzelfde geldt voor ernstige of veelvuldige overbelasting en bij schoksgewijze belasting.

• Verder zullen bij een bepaalde staalkabel draadbreuken veeleer optreden door vermoeiing, naarmate de toegepaste kabeltrommel en geleide schijven kleiner van middellijn zijn en het aantal buigingen per tijdseenheid groter is. Ook tegengestelde buigingen, vooral indien elkaar opvolgende schijven dicht bij elkaar zijn aangebracht, versnellen het ontstaan van draadbreuken.

B Waarnemingen • Draadbreuken zijn soms moeilijk te zien, vooral indien de kabel is voorgevormd. Een

voorgevormde staalkabel is een kabel waarbij tijdens het vervaardigen een zodanige spanning is aangebracht, waardoor bij het doorkappen de strengen en de kabel bijeenblijft.

• De waarneming wordt gemakkelijker indien men de kabel schoonmaakt, op die plaats waar draadbreuken kunnen worden verwacht, en de staalkabel te buigen.

• Draadbreuken tussen de strengen onderling of tussen de strengen en de kern zijn niet of nauwelijks waarneembaar.

• Voor de beoordeling van een staalkabel is het aantal zichtbare draadbreuken bepalend. • Staalkabelverbindingen waarbij door een abrupte overgang van geklemd naar ongeklemd

staalkabeldeel spanningsconcentraties kunnen voorkomen, vragen bij de inspectie extra aandacht ten aanzien van draadbreuken.

5.3.3 Slijtage

A Algemeen

• Slijtage van een staalkabel is te onderscheiden in: in- en uitwendige slijtage. De toestand waarin een staalkabel zich bevindt wordt beoordeeld naar de uitwendige zichtbare slijtage.

• Als er geen draadbreuken, corrosie of uitwendige slijtage wordt waargenomen, moet de staalkabel toch worden afgekeurd als de slijtage zo is, dat de draden aan de buitenzijde zo te zien tot de helft is afgesleten. Zij vormen dan in de strengen een aaneengesloten vlak. De lierkabel van de YBZ 3300 is hierop een uitzondering: De staalkabel ∅ 22 mm, gemonteerd op de bergingslier van de YBZ 3300 is van een speciale constructie. Deze constructie noemt men “compact”.De bewerking om die staalkabel compact te maken, is walsen tot een iets kleinere diameter, waarbij: • de ruimte tussen de afzonderlijke draden wordt opgeheven; • de buitendraden worden afgeplat, zodat een bijna glad buitenoppervlakte van deze

kabel wordt verkregen. Volgens de afkeurnormen zou deze kabel afgekeurd moeten worden, op grond van slijtage, met een waarderingscijfer van tenminste 4. Conclusie: • de lierkabel van de YBW 3300 is niet versleten op deze criteria. Het gladde

oppervlak is een eigenschap van deze compact kabel; • de staalkabel hoeft dus niet te worden afgekeurd op grond van slijtage; • staalkabels van de compact constructie kunnen dus nagenoeg niet op slijtage

worden geïnspecteerd. De staalkabel wordt uitsluitend beoordeeld op uitwendige slijtage. In de tabel 5.3.2 is een waarderingscijfer voor uitwendige slijtage gegeven, er is hierbij rekening houdende met normaal te verwachten gelijktijdige optredende inwendige slijtage door inwendige wrijving.

5-5

Het niet of onvoldoende invetten van de staalkabel kan dus extra inwendige slijtage veroorzaken.

B Oorzaken

Bij de beoordeling op uitwendige slijtage van een staalkabel dient men er op bedacht te zijn dat bepaalde plaatsen van een kabel abnormaal grote slijtage kunnen vertonen. Deze slijtage kan onder meer zijn veroorzaakt door: • schuren van de staalkabel langs flenzen van de topschijf bij het achterblijven van de last

tijdens het zwenken of bij het scheef hijsen van de last, of door een te grote hoek van de staalkabel met het vlak loodrecht op de as van de schijf;

• schuren van de staalkabel langs delen van het werktuig; • schuren van de staalkabel langs obstakels of over de grond; • een trommel met een voor de staalkabel te kleine diameter of een schijf met een te nauwe

groef; • meerdere lagen bij het opwinden op een trommel.

5.3.4 Corrosie

A Oorzaken

• Door de inwerking van vocht, verontreinigingen in de lucht, pekel en het in aanraking komen met chemicaliën zal een staalkabel tijdens gebruik en soms al tijdens opslag gaan corroderen;

• door het goed invetten wordt corrosie uitgesteld, maar op den duur, door gebruik, niet te voorkomen. Is de corrosie reeds ingetreden dan kan dit proces door uitwendig invetten niet meer tot staan worden gebracht. Volgens dit voorschrift wordt de staalkabel beoordeeld op zichtbare corrosie. De inwendige corrosie dient, voor zover dit mogelijk is, ook te worden meegenomen in de eindbeoordeling. Corrosie zal ook daar voorkomen waar staalkabels over weinig beweegbare schijven liggen. Extra dient opgelet te worden bij aangegoten en geklemde kabelbevestigingen, en ook daar waar reeds andere beschadigingen zijn opgetreden.

B Waarnemingen

• Een ernstig uitwendig gecorrodeerde staalkabel, ook al is de corrosie slechts plaatselijk, dient buiten gebruik te worden gesteld, zelfs bij afwezigheid van draadbreuken en slijtage.

• Extra aandacht wordt gevestigd op het corrosiegevaar bij staalkabels als tuien, als zij gedurende lange tijd worden toegepast.

5.3.5 Vermindering van de staalkabeldiameter

A Oorzaken

Tijdens het gebruik van de staalkabel zullen door het samenpersen van de kern, door inwendige slijtage en door draad inkervingen de strengen niet meer worden ondersteund, zodat de strengen steeds meer tegen elkaar gaan liggen, waardoor: • de slijtage toeneemt; • de soepelheid afneemt; • het vermogen tot het opnemen van stootbelastingen afneemt.

B Algemeen

Bij het in gebruik nemen van een nieuwe staalkabel verdient het aanbeveling om op dat moment een staalkabelkaart tabel 5.3.8 aan te leggen. Men dient echter met het volgende rekening te houden: • de diameter dient in gestrekte toestand te worden gemeten; • staalkabels worden dikker gemaakt dan de nominale diameter;

5-6

• de nieuwe staalkabel zal bij in gebruik name zich “zetten” en de nieuwe diameter zal zich t.o.v. De oorspronkelijke diameter “insnoeren”. De eerste meting dient dan ook pas na het “zetten” van de kabel te worden gemeten.

5.3.6 Uitwendige beschadiging en vervorming

Indien door een uitwendige beschadiging of een vervorming plaatselijk de ligging van de draden in de strengen of die van de strengen zelf is verstoord bijvoorbeeld door: • kinken, door slecht afrollen; • knikken, door scherpe kanten. Is de staalkabel onbetrouwbaar geworden en moet buiten gebruik worden gesteld.

Afb. 5.3.3 een kink

Afb. 5.3.4 een kink De kink werd zo goed mogelijk weggenomen, de strengenopbouw blijft echter verstoord.

Afb. 5.3.5 een knik

5.3.7 Breuknest en gebroken streng

A Algemeen

• Indien de draadbreuken in een staalkabel: • niet gelijkmatig over de strengen zijn verdeeld; • niet over een tamelijk grote lengte zijn verdeeld, maar sterk opeengehoopt,

dan is er sprake van een breuknest. Bij aanwezigheid van dergelijke breuknesten, ook indien het in tabel 5.3.1. genoemde aantal draadbreuken nog niet is bereikt, dient de staalkabel buiten gebruik te worden gesteld.

• Het gevolg van draadbreuken bij vermoeiing kan zijn dat een of meerdere strengen breken. Bij aanwezigheid van een of meer gebroken strengen, moet de staalkabel buiten gebruik worden gesteld.

5-7

B Waarnemingsplaatsen

Breuknesten treden vooral op in sterk gecorrodeerde gedeelten of bij oude beschadigingen.

Afb. 5.3.6 breuknest

Gebroken strengen kunnen daar optreden waar: • extreme corrosie aanwezig is; • uitwendige slijtage (te herkennen aan beschadigingen en vervormingen) heeft

plaatsgevonden. Bij deze “breukinleidingsplaatsen” treedt breuk op door bij extreme belasting.

Afb. 5.3.7 strengbreuk

5-8

Tabel 5.3.8 staalkabel inspectiekaart

Dit formulier dient in het logboek te worden opgeborgen.

NSN: Benaming: Datum ingebruikneming: Nominale diameter: mm Gemeten diameter: mm De staalkabel wordt toegepast bij: indien van toepassing kenteken voertuig: De staalkabel is ingedeeld in: type 1 / type 2 Draadbreuken

Slijtage Corro-

sie Vermindering Diameter

Totale waar- dering

Aantal Cijfer Cijfer Cijfer Maat Cijfer

Meet- en waar- nemings- plaats(en)

Cijfer

Uitwendige beschadiging en vervorming

Datum en paraaf

Datum en reden van afkeuren: Gemeld aan: datum:

5-9

5.3.8 Hoofdlierkabel Leopard-voertuigen

Bij afkeur van de lierkabel van een Leopard-voertuig i.v.m. beschadigingen aan de kop van de hoofdlierkabel dient reparatie te worden aangevraagd bij het IBL afdeling accountmanagement, telefoon *06-500-63600. Het IBL kort de hoofdlierkabel in en deze reparatie kan zowel bij het IBL in Leusden als bij de eenheid worden uitgevoerd.

5.4 Natuur- en/of kunststofvezels 5.4.1 Touwsamenstellen

Afkeur dient te geschieden bij: • slechte splitsen; • breuk van een streng; • veel garen- of vezelbreuken; • ernstige slijtage of beschadigingen.

Voor natuurvezels komt daar nog bij: • als bij het opendraaien meelachtig stof uit het touw valt; • ernstige aantasting door vocht (verrottingsverschijnselen) of door agressieve stoffen.

Voor kunstvezels komt daar nog bij: • als bij het opendraaien schilfers uit het touw vallen; • ernstige aantasting door agressieve stoffen; • als de strengen op verschillende plaatsen aan elkaar lijken te zijn gesmolten.

5.4.2 Hijsbanden

Afkeur dient te geschieden als: • de staat van het onderhoud zeer slecht is en dit niet op eenvoudige wijze is op te heffen; • het label met daarop de gegevens over o.a. de werklast en de wijze van aanslaan niet

meer leesbaar of aanwezig is; • beschadigingen in stiksel- of naaiverbindingen voorkomen; • het band veel garen of draadbreuken en ernstige slijtage vertoont, zie ook punt 5.4.d; • de hijsband is blootgesteld aan te hoge temperaturen waardoor versmelting of verglazing

van de vezels duidelijk zicht- of voelbaar is; • de beschermhoes beschadigd is en de kern van de band zichtbaar is; • sprake is van chemische inwerking. Dit kan resulteren in plaatselijke verweking of

verzachting (afschilvering) van het materiaal.

Om beschadigingen aan een “eindloze ronde hijsband” te constateren, moet men eerst weten hoe deze hijsband is geconstrueerd:

De vezels zijn eindloos getwijnd en geslagen en worden daarna over de gehele lengte voorzien van een naadloos geweven hoes ter bescherming en bijeenhouden van de schering garens. Deze beschermhoes is uitgevoerd in een bepaalde kleurcodering die de WLL van de band aangeeft. Daarbij staat op de hoes ook de WLL waarde aangegeven. Op elke hijsband is bovendien een label met tekst aangebracht.

Eindloze ronde hijsbanden zijn moeilijk te controleren. Inwendige beschadigingen zijn door de hoes niet zichtbaar. Bij dit soort banden zijn er extra aandachtspunten, voor keuring; Aanwezigheid van onderstaande zaken is afkeur: • brandgaatjes in de hoes; • verharde vezels (samensmelting van de garens). Men dient met de vingers de gehele

band af te tasten op aanwezigheid hiervan. De verharde vezels kunnen zijn ontstaan door oververhitting;

5-10

• bij een beschadiging van de beschermhoes waarbij de kern zichtbaar is; • bij een opgerekte beschermhoes (geribbelde vorm) welke is ontstaan na overbelasting

van de hijsband. De kerngarens zijn dan overbelast geweest.

5.4.3 Hijsbanden met kettingwerk

Deze dienen periodiek ter keuring worden aangeboden i.v.m. aanwezigheid van kettingwerkcomponenten en bij vermissing van het certificaat, of als de periode van 4 jaar na in gebruik name is overschreden. Voor afkeurnormen kettingwerk zie punt 5.2.

5.4.4 Sjorbanden

Sjorbanden, (ook wel “riem webbing” genoemd) mogen niet meer worden gebruikt indien: • de staat van het onderhoud zeer slecht is en dit niet op eenvoudige wijze is op te heffen; • de aan de sjorband gemonteerde kettingwerk afkeurverschijnselen vertonen, zie punt 5.2; • de aan de sjorband gemonteerde eind- en bevestigingsmiddelen vervormd of beschadigd

zijn dan wel niet meer functioneren; • het aan de sjorband gemonteerde spanapparaat vervormd of beschadigd is; • het band veel garen of draadbreuken en ernstige slijtage vertoont; • de sjorband is blootgesteld aan te hoge temperaturen waardoor versmelting of verglazing

van de vezels duidelijk zicht- of voelbaar is.

Voorbeelden van beschadigingen en herkenningen van gebreken en hun maximale toelaatbare percentage. De volgende begrippen worden gebruikt: • schering garens: dit zijn de dragende garens die de sterkte van de band bepalen. • inslag garens: dit zijn de garens die de schering garens bijeen houden.

(1) Beschadiging van schering garens tot maximaal 15% van de bandbreedte.

Afb. 5.4.1

5-11

(2) Beschadiging in de lus.

Beschadiging van schering en inslag garens tot maximaal 15 % van de bandbreedte.

Afb. 5.4.2

Afb. 5.4.3

(3) Beschadiging van schering en inslag garens tot maximaal 10% van de bandbreedte. (4) Beschadiging door wrijving en hitte.

De garens voelen ter plaatse hard en bros aan en de beschadigde plaats “glanst”. Als men het band ter plaatse van de beschadiging probeert te buigen, dan breken de oppervlakte garens.

Afb. 5.4.4

(5) Beschadiging door wrijving, snijden, schuren en slijtage. 5-12

Beschadigingen veroorzaakt door scherpe kanten treden vaak tezamen met beschadigingen door wrijving en hitte op. De garens voelen ter plaatse week aan en de beschadigde plaats is “mat”.

Afb.5.4.5

(6) Beschadiging door schuren en slijtage laten zich herkennen door opgeruwde

oppervlakten over de gehele breedte en over grote lengte van de band.

Afb. 5.4.6

(7) Bij beschadigingen door overbelasting breken in diverse gevallen de stiksels of

naaiverbindingen. Bij stiksels- en naaiverbindingen zijn geen breuken in het naaigaren toegestaan. Het herstellen van deze naaiverbindingen is niet toegestaan.

5.5 Takelblokken, tractieblokken en kabelschijven

Afkeur dient te geschieden als: • de staat van onderhoud zeer slecht is, en dit niet op eenvoudige wijze is op te heffen; • diverse onderdelen van het blok, zoals de haak, oog en kabelschijf, zwaar of niet meer

kunnen worden gedraaid, dan wel dat er een duidelijke speling aanwezig is; • zich gebreken vertonen zoals vervormingen (gebogen, krom, getordeerd) en een

ontoelaatbare slijtage. De plaatsen waar deze ontoelaatbare slijtage, door gebruik, kan optrede met hun maximale toelaatbare percentage zijn: • Op assen en gaten, van tijdens gebruik dragende delen, maximaal 10%. • Op plaatsen die over de grond slepen, indien het blok niet juist wordt verplaatst, bij

dragende delen, maximaal 10%, en bij niet dragende delen, maximaal 20%. • het blok overbelast is geweest; • de dragende lassen of ander dragende onderdelen, gescheurd zijn of haarscheuren

vertonen; • de merktekens niet meer zichtbaar zijn; • voor afkeurnormen van de in blokken gemonteerd kettingwerk zie punt 5.2.

5-13

Takelblokken die afzonderlijk (kunnen) worden gebruikt en niet zijn ingeschoren in b.v. een hijskraan, moeten buiten gebruik worden gesteld en worden aangeboden voor periodieke keuring, indien: • certificaatnummers en/of merktekens niet meer zichtbaar zijn; • het certificaat is vermist; • de periode van 4 jaar na in gebruik name is overschreden. Uitzondering hierop zijn takelblokken voor touw. Bij deze constructies behoren geen certificaten en zij hoeven niet periodiek te worden beproefd. Vrijwel elk takelblok, iedere kabelinstallatie, hijskraan en mobiele hijskraan heeft een of meerdere schijven. Ongeacht de toepassing, dient elke schijf op de navolgende punten te worden onderzocht: • gebroken, beschadigde of vervormde groefwangen; • scheuren in naven of velg; • een duidelijke kabelafdruk in de groef; • groefslijtage (zie afb 5.5.1 en 5.5.2).

Afb. 5.5.1 afb. 5.5.2 Slijtage door te dunne kabel Asymmetrische slijtage

5.6 Kettingtakels, staalkabeltakels, staaldraadtrekapparaten, elektrotakels en hijskranen

Afkeur dient te geschieden als: • de staat van het onderhoud zeer slecht is, en dit niet op eenvoudige wijze is te herstellen; • de in de constructie verwerkte kettingen, kettingwerk, takelblokken, schijven en

staalkabels, afkeurverschijnselen vertonen zoals in de betreffende alinea is beschreven; • het bedienings- of beveiligingsmechanisme niet meer naar behoren functioneert; • de werktuigen overbelast zijn geweest. • de merktekens van de werklast en certificaatnummer niet meer zichtbaar zijn;

Voor staaldraadtrekapparaten komt daar nog bij: • als de staalkabel niet meer kan worden ingevoerd of doorgevoerd, terwijl de toestand van

de staalkabel en het brandpunt goed zijn; • er scheuren in de zijplaten voorkomen, ter plaatse van bevestigingspennen; • de bevestigingspen aan de voorzijde van het apparaat is verbogen en niet meer is te

demonteren.

Voor takels, autolaadkranen en hijskranen komt daar nog bij: • het certificaat, installatielogboek of kraanboek is vermist is, of dat de periode van

herkeuring is overschreden; • de bij de takel of hijskraan behorende fundatie, draagbalken en liggers gebreken vertonen

en niet meer betrouwbaar zijn.

5-14

Aandachtpunten bij inspecties en herkenning van gebreken. • Het niet naar behoren functioneren van de bedieningsmechanismen. Hieronder wordt

verstaan: • bij kettingtakels:

• de haalketting; • de bedieningshefboom; • de op de bedieningshefboom aanwezige palinrichting voor omzetten van

dalen naar hijsen en neutraalstand.

• bij staaldraadtrekapparaten: • de bedieningshefboom voor trekken en vieren; • de bedieningshefboom voor het omschakelen van trekken naar vieren.

bij elektrotakels en hijskranen: • de bedieningskast, het functioneren van de afzonderlijke knoppen.

• Het niet naar behoren functioneren van de beveiligingsmechanismen. Hieronder wordt verstaan: • bij kettingtakels het remsysteem. De last moet onder alle omstandigheden gehouden

worden en mag niet uit zich zelf zakken; • bij staaldraadtrekapparaten:

• het beveiligingssysteem met de breekpennen aanwezig is en in goede staat verkeerd;

• het klemsysteem. De klembekken moeten onder alle omstandigheden de last houden en deze mag niet slippen;

• bij elektrotakels en hijskranen:

• het remsysteem. De last moet onder alle omstandigheden gehouden kunnen worden en mag niet uit zich zelf zakken;

• het afslagsysteem voor de hoogste haakstand. Bij het bereiken van de hoogste haakstand moet de hijsende beweging automatisch worden gestopt. Bij diverse takels is dit systeem bovendien de overbelastingsbeveiliging;

• bij het loslaten van de knoppen op de bedieningskast moeten de bewegingen direct stoppen.

Er dient een noodstopknop op de bedieningskast aanwezig te zijn om zodoende bij gevaarlijke situaties de machine te stoppen. De noodstop dient geblokkeerd te blijven en pas na het opheffen van de gevaarlijke situatie mag door een aparte handeling de blokkering worden opgeheven.

5.7 Hijswerktuigen

Afkeur dient te geschieden als: • de staat van het onderhoud zeer slecht is, en dit niet op eenvoudige wijze is te herstellen; • de in de constructie verwerkte hijsjukken, kettingwerk, takelblokken, schijven, staalkabels

en takels afkeurverschijnselen vertonen zoals in de betreffende alinea is beschreven; • de bedieningsmechanismen niet meer naar behoren functioneren; • de werktuigen overbelast zijn geweest; • de merktekens over werklast niet meer zichtbaar zijn; • bij de �andzwenkkraan�, �andzwenkkraan behorende fundatie gebreken vertoont en niet

meer betrouwbaar is.

Voor hijswerktuigen zoals: • het frame van een hijsbok; • het portaaldeel van een portaalkraan; • de kolom van een �andzwenkkraan�; • de draagbalk van een �andzwenkkraan;

moeten de afkeurnormen worden aangehouden zoals gelden voor hijsjukken volgens punt 5.1. 5-15

Voor de in de hijswerktuigen gemonteerde takels, wordt verwezen naar punt 5.6.

Voor autolaadkranen worden in dit voorschrift geen afkeurnormen t.a.v. de werking, het hydraulisch systeem en de beproevingen vermeld. Voor deze aspecten wordt verwezen naar de jaarlijkse inspectie (zie punt 4.3.4) en de betreffende documentatie.

DMO heeft een onderhoudscontract voor statische- en semi-statische hijskraansystemen afgesloten. Het contract houdt in: • het jaarlijks inspecteren en preventief onderhouden;. • het herstellen/reviseren van gebreken, geconstateerd bij de jaarlijkse inspectie, het

tussentijds opheffen van storingen en het eventueel modificeren of verplaatsen van hijskraansystemen.

In hoofdstuk10 bij kolom opmerkingen wordt door de tekst “niet aanbieden, speciaal contract” aangegeven welke systemen in het contract zijn opgenomen.

5.8 Bijzondere hijsgereedschappen

Afkeur dient te geschieden als: • de staat van het onderhoud zeer slecht is, en niet op eenvoudige wijze is te herstellen; • de in de constructie verwerkte kettingwerk afkeurverschijnselen vertonen zoals in punt 5.2

is beschreven; • de werktuigen overbelast zijn geweest; • zich gebreken vertonen zoals scheuren, vervormingen (gebogen, krom, getordeerd) en

een ontoelaatbare slijtage. Voor het metalen geraamte van stenenklemmen en grijpers moeten de afkeurnormen worden aangehouden zoals zij gelden voor hijsjukken, zie punt 5.1. Voor hydraulische stenenklemmen en grijpers, worden in dit voorschrift geen afkeurnormen voor de werking, het hydraulische systeem en de beproevingen gegeven. Voor deze gegevens wordt verwezen naar de betreffende documentatie van het uitrustingsstuk waarbij het apparaat hoort.

Bijzondere hijsgereedschappen moeten buiten gebruik worden gesteld en worden aangeboden voor keuring en herstelling indien: • de merktekens niet meer zichtbaar zijn; • tangen en klemmen: beschadigingen zoals slijtage of vervormingen van de bekken,

ophangpunten, huizen of scharnierpennen, of bij ontbreken van of slecht werkende borginrichtingen;

• vacuüm hijsgereedschap: beschadigingen aan zuignappen en lekkages, de vacuümmeter is hiervoor een goed hulpmiddel.

• hijsmagneten: beschadigingen aan elektrische aansluitingen of van het mechanische inschakelmechanisme;

• indien het bij de platenklem behorende certificaat vermist is, of dat de periode van 1 jaar, na in gebruik name, is overschreden.

5.9 Hefwerktuigen

• Afkeur dient te geschieden als: • de staat van het onderhoud zeer slecht is, en niet op eenvoudige wijze is te herstellen; • zich gebreken vertonen zoals vervormingen (gebogen, krom, getordeerd) en een

ontoelaatbare slijtage op assen, gaten e.d. van maximaal 10%; • zij niet meer functioneren, en als van het betreffende product geen herstelrichtlijnen

zijn; • de hefwerktuigen overbelast zijn geweest; • de dragende lassen zijn gescheurd of haarscheuren vertonen.

5-16

• Indien in de constructie van hefwerktuigen kettingwerk, staalkabels en schijven voorkomen, wordt voor de afkeurnormen verwezen naar de betreffende alinea.

• Voor laadkleppen, shelter op- en afzetinrichtingen, hefbruggen en heftrucks worden in dit

voorschrift geen afkeurnormen gegeven. Voor genoemde werktuigen wordt verwezen naar de betreffende TH’n of bestaande onderhoudscontracten.

• Hefwerktuigen, zoals dommekrachten en goederenheffers moeten buiten gebruik worden

gesteld en worden aangeboden voor keuring en herstelling, indien: • de merktekens niet meer zichtbaar zijn; • het bij de dommekracht behorende certificaat vermist is, of dat de periode van 4 jaar,

na in gebruik name, is overschreden. 5.10 Trek-, sleep- en bergingshulpstukken Afkeur dient te geschieden als:

• de staat van het onderhoud zeer slecht is, en niet op eenvoudige wijze is te herstellen; • zich gebreken vertonen zoals vervormingen (gebogen, krom, getordeerd) scheuren en

een ontoelaatbare slijtage. De plaatsen waar deze ontoelaatbare slijtage door gebruik kan optreden en de daarbij maximale toelaatbare slijtage, zijn: • op draagpunten en het centrale trekpunt, maximaal 10%; • op assen en gaten, van tijdens gebruik dragende delen, maximaal 10%; • op plaatsen die over de grond slepen, indien het hulpstuk niet juist wordt geplaatst:

• maximaal 10 % (voor tijdens gebruik dragende delen); • maximaal 20 % (voor tijdens gebruik niet dragende delen);

• het hulpstuk overbelast is geweest; • als de instructieplaten niet meer leesbaar zijn; • de borging op de hulpstukken niet meer naar behoren werken. Voor staalkabelsamenstellen, zijnde of behoren tot deze trek-, sleep- of bergingsuitrusting gelden de afkeurnormen volgens punt 5.3, m.u.v. punt 5.3.b. Voor kettingwerk, zijnde of behoren tot deze trek-, sleep- of bergingsuitrusting gelden de afkeurnormen volgens punt 5.2, m.u.v. punt 5.2.b.

5.11 Mobiele hijskranen

In dit voorschrift worden geen afkeurnormen t.a.v. de werking, beveiliging, het hydraulisch systeem en de periodieke beproevingen vermeld. Voor deze aspecten wordt verwezen naar de betreffende documentatie. Voor alle aan de mobiele hijskraan aanwezige artikelen behorende tot de productgroepen: kettingwerk, staalkabelsamenstellen, staalkabeltoebehoren, takelblokken en schijven, trek-, sleep- en bergingshulpstukken, word verwezen naar de betreffende paragraven.

5-17

5-18

6. EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING, CERTIFICATEN, KRAANBOEKEN EN

INSTALLATIELOGBOEKEN 6.1 OVERZICHT WELKE DOCUMENTEN BENODIGD ZIJN 6.1.1 Algemeen

Uitgaande van het artikel en het soort gebruik, zijn 3 categorieën te onderscheiden: Categorie 1: Artikelen welke per stuk zijn voorzien van een EG-verklaring van

overeenstemming of een certificaat dat altijd bij het product aanwezig moet zijn.

Categorie 2: Artikelen welke per stuk zijn voorzien van een document (kan een kraanboek of een installatielogboek zijn) dat altijd bij het product aanwezig moet zijn.

Categorie 3: Artikelen welke per stuk niet zijn voorzien van een document, daar de goedkeuring aan het artikel is gegeven in de vorm van een typekeuring.

ARTIKEL INDELING VOLGENS GEBRUIK

Cat. 1

Cat. 2

Cat. 3

1. Hijsjukken zowel met als zonder kettingwerk, -componenten en/of staalkabelsamenstellen

+

2. Kettingwerk en kettingwerkcomponenten, voor: • hijsdoeleinden (1) + • lier-, sjordoeleinden +

3. Bijzondere haken, voor: • Hijsdoeleinden + • lier- en sjordoeleinden +

4. Staalkabels, staalkabelsamenstellen en staalkabeltoebehoren • Staalkabels + • staalkabels voor hijslier van mobiele kranen + • staalkabelsamenstellen, voor

(1) hijsdoeleinden (2) lier- en sjordoeleinden (3) algemene doeleinden

+

+ +

• staalkabeltoebehoren + 6. Hijs- en sjorconstructies uit natuur- of kunststofvezels

• Hijsbanden + • Sjorbanden + • constructies voor sleep- en bergingsdoeleinden +

7. Takel- en tractieblokken • takelblokken voor:

(1) staalkabel (hijsen) (2) touw (berging, sjorren)

• tractieblokken

+

+ +

8. Takels • takels, handbediend + • takels, mechanisch bediend +

9. Hijswerktuigen en hijskranen • hijsbokken, handverrijdbaar + • portaalkranen + • wandzwenk- en kolomzwenkkranen + • autolaadkraan (zie 6.5) + • mobiele hijskranen +

10. Bijzonder hijsgereedschap (als verwisselbaar component) Bijv. platenklemmen, (hydraulische) stenenklemmen of grijpers, vacuüm en magneet hijsgereedschap

+

6-1

11. Hefwerktuigen

• krik, garage, verrijdbaar + • vijzels, hand- en mechanisch bediend + • dommekrachten + • goederenheffers en schaarheftafels + • palletwagens + • laadkleppen, hydraulisch bediend + • shelter op- en afzetinstallaties + • hefbruggen +

12. Trek- en sleephulpstukken • sleepstang samenstellen + • bergingshulpstukken + • evenaars + • grondanker toebehoren +

(1) Harp- en D-sluitingen tot 2 ton en oogbouten tot M 20 worden (in verband met de geringe

afmetingen) niet voorzien van een uniek nummer en dus niet voorzien van een EG-verklaring van overeenstemming of certificaat. Deze componenten worden voorzien van de jaarkleur (zie onderstaand punt 6.1.2) en dienen na 4 jaar vervangen te worden.

Tabel 6.1

6.1.2 Jaarkleuren

Om aan te geven dat een keuring is uitgevoerd, is het merken van hijs- en hefgereedschap met een jaarkleur een goede mogelijkheid, omdat het gereedschap dan niet wordt beschadigd. De KL hanteert het door IMO (International Maritime Organisation) gehanteerde kleursysteem (zie onderstaand overzicht)

Jaarkleuren IMO (International Maritime Organisation) Bruin 2004 2010 2016 Blauw 2005 2011 2017 Geel 2006 2012 2018 Rood 2007 2013 2019 Zwart 2008 2014 2020 Groen 2009 2015 Enz.

6.2 EG-verklaring van overeenstemming

Ieder nieuw geleverd hijs- of hefmiddel (of onderdeel daarvan) dient te zijn voorzien van een EG-verklaring van overeenstemming volgens bijlage II-A van de EG-Machinerichtlijn. Hierin verklaart de fabrikant (of de leverancier namens hem), dat het hijs- of hefmiddel overeenkomt met de veiligheidseisen in de EG-Machinerichtlijn. Bij hijs- en hefgereedschappen moet een gebruikershandleiding en een onderhoudsvoorschrift worden verstrekt. Bij standaard hijsgereedschappen mag een catalogus worden gezien als een gebruikershandleiding. Om inspecties, keuringen en beproevingen vast te kunnen leggen wordt de EG-verklaring van overeenstemming vaak gecombineerd met een certificaat en als een formulier afgegeven door de leverancier.

6-2

6.3 Certificaten 6.3.1 Algemeen

Het moet duidelijk zijn dat het certificaat, door een uniek nummer, bij het hijsmiddel behoort en bij het hijsmiddel aanwezig dient te zijn. Hijsbanden werden tot 2003 geleverd met een certificaat met een nummer van de batch (dus geen uniek nummer). Om de bevindingen van de verplichte jaarlijkse inspectie op het juiste certificaat te kunnen vermelden zijn er beoordelingsformulieren rondstroppen opgemaakt waar een uniek nummer op is vermeld dat ook op het label van de hijsband staat vermeld. Dit formulier dient bij de hijsband te blijven. Hijsbanden met een certificaat waar geen uniek nummer op is vermeld of zonder “Beoordelingsformulier rondstroppen” dienen hiervan te worden voorzien. Hiertoe kan contact opgenomen worden met de in hoofdstuk 1 genoemde functionaris. Leveringen van hijsbanden vanaf 2003 geschieden met een certificaat met een uniek nummer. Op het hijs- of hefmiddel moeten minimaal de volgende zaken vermeld staan: • Naam fabrikant; • Identificatie materiaal; • Werklast (WLL); • Eigen gewicht (indien > 100 kg); • Registratie (certificaat) nummer; • CE-markering.

Binnen de KL wordt het EKH (Erkende Keurbedrijven Hijs & Hefmiddelen) certificaat toegepast, zie afb 6.1 t/m afb. 6.3. Ook worden wel eens buitenlandse certificaten mee geleverd. Deze hebben dezelfde status als een NL certificaat, maar worden bij de eerst volgende keuring vervangen door een EKH certificaat. Certificaten worden verstrekt ingeval van: • verwerving; • herstelling; • periodieke beproeving en moeten altijd tezamen met het artikel blijven. Certificaten worden nimmer afgegeven naar aanleiding van een brief of telefonisch verzoek. Dit geschiedt ook niet als het certificaat tijdens transport verloren is gegaan of anderszins (zie ook 6.3.3). In de scheep- en luchtvaart worden aan een aantal artikelen strengere eisen gesteld. Daar deze artikelen incidenteel bij de KL voorkomen zijn ze niet opgenomen in tabel 6.1.

6.3.2 Opbergen van EG-verklaring van overeenstemming en certificaten

De EG-verklaring van overeenstemming en certificaten dienen in de nabijheid van het artikel of uitrustingsstuk te worden bewaard, zodat bij inspecties of controles kan worden aangetoond dat aan de wettelijke verplichting is voldaan. Indien certificaten bij een uitrustingsstuk behoren, dienen deze in het kraanboek of installatielogboek te worden opgeborgen.

6.3.3 Aanwijzingen bij ontvangst nemen van artikelen met certificaat Bij ontvangst van een artikel uit het magazijn of van een artikel na een periodieke keuring,

dient men te controleren of het (unieke) certificaatnummer overeen komt met het certificaatnummer op het artikel.

6-3

Daar er verschillende uitvoeringen van het certificaat mogelijk zijn, het volgende: Indien er een kolom “Gebruiker” en een kolom “Datum van in gebruikneming” staan vermeld,

dienen deze te worden ingevuld. Zijn deze kolommen niet aanwezig, dan dient de gebruiker deze gegevens zelf te vermelden op het certificaat. De datum levering en herkeuring dient dan te worden doorgehaald.

Wordt het certificaat verlengd door een periodieke keuring, dan is de beproevingsdatum de datum van ingebruikname.

De datum van in gebruikneming is namelijk mede bepalend voor het tijdstip dat het artikel voor

een periodieke keuring moet worden aangeboden. 6.3.4 Aanwijzingen ingeval vermissing certificaat

Indien bij ontvangst van het artikel, of tijdens de periode dat het artikel “in gebruik’ is, het certificaat is vermist, dan moet het artikel voor een periodieke keuring worden aangeboden. Ongeacht of het artikel kort geleden is gekeurd of nagenoeg niet is gebruikt.

Bij het aanbieden van het artikel dient op de werkopdracht te worden vermeld dat het certificaat is vermist. Aangezien een periodieke keuring een dure aangelegenheid kan zijn, dient men met certificaten zeer zorgvuldig om te gaan.

6.3.5 Afbeelding certificaten

De meest gangbare certificaten zijn afgebeeld in afb 6.1 t/m 6.3. 6.4 Kraanboeken 6.4.1 Algemeen

Kraanboeken zijn documenten welke o.a. certificaten, verklaringen en gegevens bevatten van het product waarbij het behoort, b.v. kolom- en zwenkkranen en (mobiele) hijskranen.

6.4.2 Opbergen van kraanboeken

Kraanboeken dienen in de nabijheid van de kraan aanwezig te zijn zodat bij inspecties of controles aangetoond kan worden dat aan de wettelijke verplichting is voldaan. In bijzondere gevallen (bijvoorbeeld bij het werken op wisselende plaatsen) kan men volstaan met een verzamellijst van alle hijsgereedschappen. Voorwaarde hiervoor is dan dat alle certificaten opvraagbaar zijn bij de beherende eenheid.

6.4.3 Aanwijzigen bij ontvangst van een kraanboek

Bij ontvangst van een kraanboek dient men te controleren of het unieke registratie nummer overeenkomt met het nummer van de kraan.

6-4

6.5 Installatielogboeken 6.5.1 Algemeen Installatielogboeken zijn documenten behorende bij (auto)laadkranen. Zie voor het keuringsregime pt 4.3.4. 6.5.2 Opbergen van installatielogboeken

Installatielogboeken dienen met het logboek van het voertuig in de nabijheid van de autolaadkraan aanwezig te zijn zodat bij inspecties of controles aangetoond kan worden dat aan de wettelijke verplichting is voldaan. In uitzonderingsgevallen kan men volstaan met een verzamellijst van alle hijsgereedschappen. Voorwaarde hiervoor is dan dat alle certificaten opvraagbaar zijn bij de beherende eenheid.

6-5

Afb 6.1

6-6

Afb. 6.2.

6-7

Afb. 6.3

6-8

7. ONDERHOUD

7.1 Algemeen 7.1.1 Overzicht onderhoudsmiddelen

NATO code nr. G-403, smeervet. Kan zowel voor smering als voor corrosiebescherming worden gebruikt. Het blijft na het opbrengen zacht en vettig. NATO code nr. S-758, smeerolie. Een samengesteld product met smerende, reinigende en corrosiewerende eigenschappen, bovendien waterverdringend. NATO code nr. S-761, smeermiddel. Een algemeen onderhoudsmiddel voor zowel materieel in gebruik als materieel in opslag en onderhoudsmiddel voor lierkabels.

7.1.2 Eigenschappen onderhoudsmiddelen

Smeervet G-403 is een “multi purpose” vet voor algemene doeleinden. Reinigingsolie S-758 / Preserveringsolie S-761: Deze beide olie soorten beschikken over de navolgende eigenschappen: • penetrerend. Kruipt tot in moeilijkst bereikbare plaatsen; • waterverdringend. Water en aanwezig vocht (condens) wordt verdrongen; • reinigend. Hardnekkige aanslag, vuil en roest komen los te zitten en kunnen eenvoudig

worden verwijderd; • smerend en preserverend. Achtergebleven synthetische componenten en PTFE (Teflon)

vormen een beschermde laag/film. Deze film blijft werkzaam bij hoge temperaturen (tot ca 240o C) en bij hoge vochtigheid, zeelucht en onder vriescondities tot –54o C;

• vuilafstotend. Het middel droogt kort na het opbrengen op tot een niet kleverige laag. Vervuiling door zand, vocht, zout en corrosie hebben geen vat meer op de niet klevende laag.

Reinigingsolie S-758 • Geeft een betere penetratie en een betere reinigende werking dan preserveerolie S-761; • dient gebruikt te worden op “oude” staalkabels, welke in het verleden met diverse vetten

zijn behandeld en daardoor sterk vervuild zijn; • dient bij voorkeur te worden gebruikt op staalkabels, na een reiniging met water onder

hoge druk. Preserveringsolie S-761 • Heeft een betere preserverende werking dan reinigingsolie S-758; • omdat S-761 geen oplosmiddel bevat, is de penetratie en dus ook de reinigende werking

ca 35% minder dan S-758; • dient in het algemeen te worden gebruikt op “nieuwe” staalkabels en op staalkabels die

reeds met S-758 of S-761 zijn behandeld. 7.1.3 Wijze van verwerken

Smeervet G-403 • Oude laag eerst verwijderen; • het nieuwe vet kan met een doek of kwast worden aangebracht.

7-1

Reinigingsolie S-758 / Preserveringsolie S-761 • Elke verpakking dient voor het gebruik flink te worden “geschud”; • de oude laag eerst reinigen. Is de oude laag aangebracht met S-758 / S-761, dan volstaat

alleen reinigen met S-758; • de reinigingsolie S-758 (met oplosmiddel) kan binnen worden verwerkt, mits de ruimte

goed geventileerd is; • de preserveringsolie S-761 (zonder oplosmiddel) kan binnen worden verwerkt; • beide oliesoorten kunnen met een kwast of doek met mate worden opgebracht.

Gebruik beschermhandschoenen i.v.m. kans op huidirritatie. Als er olie in de ogen komt, onmiddellijk spoelen met stromend water. Als er olie wordt ingeslikt, geen braakmiddel toedienen, maar direct een arts raadplegen.

7.1.4 Tips voor het opbrengen van reinigings-, preserveringsolie op staalkabels, op trommels

of haspels

• Staalkabels dienen bij voorkeur te worden behandeld tijdens het oplieren (inscheren). • Indien staalkabels op trommels of haspels worden gewonden en de trommel of haspel is

goed bereikbaar (denk aan persoonlijke veiligheid) dan kan de staalkabel per laag behandeld worden. Bij de laatste laag het gehele oppervlak besproeien of insmeren.

• Vang mogelijk afdruipende olie op met m.b.v. lekbakken of absorptie middelen. 7.1.5 Algemene preventieve onderhoudsrichtlijnen

• Alle hijs-, hef-, sleep- en sjorgereedschappen, moeten vrij van corrosie zijn en worden gehouden.

• Indien artikelen voor een deel of geheel zijn gecorrodeerd, is het verwijderen van corrosie slechts toegestaan m.b.v. een staalborstel of schuurpapier.

• Hijs-, hef-, sleep- en sjorgereedschappen, waarvan het metalen geraamte is geverfd en waarbij delen van het geraamte corrosieplekken vertonen, moet op die plekken de corrosie worden verwijderd en daarna te worden geverfd. Bij het verven moet men met de volgende punten rekening houden: o de tekst op de tekst- of merkplaten moet zichtbaar blijven. o de ingeslagen merken en merktekens moeten leesbaar blijven. Het is aan te bevelen

om rond deze tekens een witte lijn te schilderen. • Onderdelen van hijs-, hef-, sleep- en sjorgereedschappen, welke t.o.v. elkaar moeten

kunnen bewegen, scharnieren of anderszins, moeten licht worden ingevet of ingeoliëd met reinigingsolie S-758 of preserveringsolie S-761 en gangbaar worden gehouden.

• Onderdelen van hijs-, hef-, sleep- en sjorgereedschappen: o Die om welke reden dan ook blank moeten blijven; o Waarvoor geen specifieke preventieve onderhoudsrichtlijnen zijn; o Die regelmatig in zeer vuile werkomstandigheden, zand of modder worden gebruikt; moeten worden behandeld met reinigingsolie S-758 of preserveringsolie S-761.

• Het behandelen van: o kettingwerk, kettingwerkcomponenten, bijzondere haken voor sleep- en

bergingsdoeleinden en staalkabeltoebehoren met verf is niet verboden maar wordt sterk afgeraden. Eventuele haarscheuren worden dan niet tijdig opgemerkt en ingeslagen merktekens worden moeilijk leesbaar;

o staalkabels met verf is niet toegestaan; o natuur- of kunstvezels met vet, olie of verf is niet toegestaan.

7-2

7.1.6 Enkele specifieke preventieve onderhoudsrichtlijnen

A Staalkabel(samenstellen)

• Indien staalkabels zijn verontreinigd door vet en vuil dat oud en hard is geworden, dient deze laag d.m.v. een borstel, in de lengterichting van de strengen, te worden verwijderd.

• Staalkabels welke verzinkt zijn mogen niet gereinigd worden met een staalborstel. • Bij staalkabels waarvan deze vet- en vuillaag zacht is, kan deze laag eventueel met een

doek worden afgewreven, waarbij men moet opletten voor eventuele draadbreuken. Het dragen van werkhandschoenen is dan vereist. Schoonspuiten met een krachtige waterstraal is toegestaan (geen stoomreiniger gebruiken).

• Het gemakkelijkst kunnen staalkabels worden gereinigd als zij worden uitgelierd en op werkhoogte worden strak gespannen.

• Voor het reinigen van staalkabels mag nooit spoelolie of afgewerkte olie worden gebruikt i.v.m. eventuele aanwezige verontreinigingen in de olie.

• Staalkabels welke worden gebruikt in combinatie met staaldraadtrekapparaat, mogen niet worden ingevet. Bij gebruik van vet gaat de werking van de klembekken t.o.v. de staalkabel verloren. Deze staalkabels moeten dun worden ingeolied met reinigingsolie S-758 / preserveringsolie S-761.

• Staalkabels met een touwkern mogen niet worden gedompeld of gedrenkt in minerale olie.

• Staalkabel toebehoren dient te worden behandeld als kettingwerkcomponenten.

B Hijs- en sjorconstructies vervaardigd uit natuur- en kunststofvezels

• Natuurvezeltouw dat is verontreinigd, moet worden gereinigd met schoon water. • Nat of vochtig natuur- en kunstvezeltouw moet in de wind en uit de zon worden gedroogd. • Hijs- en sjorbanden dienen:

o voor het opbergen te worden geïnspecteerd op enige schade die tijdens gebruik kan zijn ontstaan. Zij behoren nooit beschadigd weer te worden opgeborgen;

o indien zij in contact zijn geweest met zuren en/of alkaliën voor het opbergen uitgespoeld te worden met water. Het neutraliseren met geschikte middelen is aanbevolen;

o vrij in de lucht en uit de zon gedroogd te worden als ze nat zijn geworden.

C Schijven uit takelblokken, tractieblokken en geleide schijven uit hijskranen

Deze verdienen een bijzondere aandacht. Schijven komen bij het gebruik van vet op de staalkabel tijdens gebruik vol te zitten met vuil en vet. Wanneer dit vuil en vet oud en hard is geworden, bestaat de mogelijkheid dat de staalkabel niet meer goed in de groef past of zelfs uit de groef kan lopen. Het preventief onderhoud van schijven beperkt zich alleen tot het: • verwijderen van vet, vuil en aanslag; • goed schoon houden; • smeren van assen en lagers.

D Staaldraadtrekapparaten

Na gebruik in zeer vuile werkomstandigheden, in- en uitwendig schoonspuiten met een krachtige waterstraal. Men mag nooit een stoomreiniger gebruiken. Hierna de bewegende delen licht inoliën met reinigingsolie S-758. Bij storingen door vuil, dient eerst het apparaat, met een krachtige waterstraal, tot in het inwendige, te worden gereinigd. Als het apparaat dan nog niet naar behoren functioneert, dan dient het gehele apparaat (in gemonteerde toestand) gedurende ± 30 minuten in een reinigingsbad, gevuld met een binnen de KL gangbaar reinigingsmiddel, te worden ondergedompeld. Hierna dient men: • het apparaat te laten uitlekken; • het apparaat in- en uitwendig schoon te blazen; • bewegende delen dun inoliën met reinigingsolie S-758.

7-3

7.2 Opslag 7.2.1 Algemene richtlijnen voor in gebruik zijnde artikelen

Voor zover de artikelen niet op het uitrusting zijn opgeborgen gelden de volgende aanwijzingen: • opslaan in een droge en geventileerde ruimte, als het kan hangend of op vlonders.

Vermijd plekken waarbij directe aanraking met corrosieplekken, grond of muur omdat deze vocht kan uitslaan. Eveneens moeten zij worden beschermd tegen weersinvloeden en agressieve dampen en/of stoffen;

• hijs- en sjorbanden dienen als deze niet in gebruik zijn, te zijn opgeborgen in een schone, droge en goed geventileerde ruimte, onder omgevingstemperatuur en op een rek. Op afstand van hittebronnen, geen contact met chemicaliën, rook, corrosieve oppervlakken of rechtstreeks zonlicht of andere bronnen van UV straling.

7.2.2 Algemene richtlijnen voor magazijnen, opslag van reserve eenheden en voor gebruik

gereed gehouden artikelen. Het betreft hier de zogenaamde “klasse 00” artikelen. • Men dient de originele fabrieksverpakking in tact te laten. Deze verpakking mag uitsluitend

worden geopend voor het uitvoeren van een visuele controle, en dient na inspectie weer te worden gesloten. Uitzondering hierop zijn die artikelen waarop de verpakking uitdrukkelijk is vermeld dat zij niet geopend mag worden.

• Opslaan in een droge en geventileerde ruimte, als het kan hangend of op vlonders. Vermijd plekken waarbij directe aanraking met corrosieplekken, grond of muur mogelijk is. Eveneens moeten zij worden beschermd tegen weersinvloeden en agressieve dampen en/of stoffen.

7.3 Procedures 7.3.1 Algemeen

Onderstaande procedure is uitsluitend van toepassing op die artikelen bestemd voor hijsdoeleinden, welke voor een periodieke keuring moeten worden aangeboden. Voor die artikelen: • welke buiten gebruik zijn gesteld, moeten worden vervangen door nieuwe artikelen, wordt

verwezen naar de bestaande BEVO procedures; • waarbij correctief onderhoud, eventueel op een hoger niveau moet worden uitgevoerd,

wordt verwezen naar de op dat artikel / uitrustingstuk betrekking hebbend voorschrift. 7.3.2 Procedure voor het ter keuring aanbieden van hijsartikelen

Wanneer het artikel wordt aangeboden dan dient het voorzien te zijn van een label met daar minimaal op vermeld: • Het NSN (of KL nummer); • de naam van de eenheid, eventueel aangevuld met naam van peloton, groep of

detachement.

Het certificaat dient te worden bijgevoegd. Het aanbieden van een hijs- of gereedschapuitrusting onder een NSN is niet toegestaan. Elk te keuren NSN uit die uitrusting moet afzonderlijk worden vermeld. Voordat men het artikel ter keuring aanbiedt dient men eerst te controleren of het artikel volgens dit VS Hoofdstuk 10, in aanmerking komt voor een periodieke keuring.

7-4

Wanneer het artikel niet voorkomt in dit VS hoofdstuk 10, dan dient men eerst na te gaan of het betreffende artikel wel ter keuring aangeboden dient te worden. Bij twijfel of onduidelijkheid over wel of niet aanbieden dient contact opgenomen te worden met de hijscoördinator van de DMO.

7.3.3 Technische begeleiding DMO

De technische begeleiding, de kwaliteitszorg, de technische begeleiding intern DMO en het opstellen, wijzigingen en verspreiden van het NSN overzicht (hoofdstuk 10) valt onder de verantwoordelijkheid van de hijscoördinator. Deze is telefonisch bereikbaar onder: 070-3164450 of MTDN *06-546-64450.

• Postadres: DMO / DW&B / LA / Afdeling Logistieke systemen T.a.v. Hijscoördinator MPC 58 A Postbus 90822 2509 LV Den Haag

De hijscoördinator: • Is het centrale aanspreekpunt voor de gebruikers van genoemd materieelpakket; • stelt nieuwe of gewijzigde keuringsvoorschriften op t.b.v. de NSN catalogus (hfdst 10); • onderzoekt alle nieuwe NSN’s en KL nummers welke voor periodieke keuring in

aanmerking komen.

7-5

7-6

8. AANWIJZINGEN VOOR VEILIG HIJSEN, HEFFEN, LIEREN EN SJORREN

8.1 Hijsen 8.1.1 Keuze van hijsgereedschappen

Voor het hijsen van lasten mogen alleen in goede staat verkerende en voor hun doel geschikte hijsgereedschappen worden gebruikt. Met inachtneming van de vorm, de samenstelling, de oppervlaktegesteldheid en de massa van de last, moet zodanig hijsgereedschap worden gekozen, dat noch tijdens het oppakken en neerzetten, noch tijdens het hijsen, verplaatsen en vieren van de last, gevaar voor personen (en indirect materieel) kan ontstaan door het aanlopen, verschuiven, verrollen, kantelen, losraken of vallen van de last of delen ervan.

Indien de sterkte, werklast of capaciteit van een stuk hijs- of hefgereedschap niet bekend is, mag het niet worden gebruikt. Men dient zich te houden aan de werklasttabellen. Indien de last van scherpe kanten is voorzien, zijn extra maatregelen vereist om beschadiging van het hijsgereedschap te voorkomen. Dergelijke beschadigingen zijn meestal oorzaak van het voortijdig bezwijken van hijsgereedschappen. In het algemeen zijn onbeschermde hijsgereedschappen ongeschikt voor gebruik langs scherpe kanten. Voor alle hijsgereedschappen geldt dat de afrondingsstraal van de scherpe kant tenminste gelijk moet zijn aan de dikte van het hijsgereedschap. Onder dikte wordt hier verstaan de diameter van de staalkabel of kettingschalm, dan wel de dikte van de hijsband. Het gebruik van kantbescherming moet zoveel mogelijk worden toegepast. Van belang is dat bij het hijsen van een vrijhangende last het zwaartepunt ervan zich loodrecht onder de hijshaak bevindt, de last hangt dan "in balans". De oppervlaktegesteldheid van de last kan van invloed zijn op de keuze van het hijsgereedschap. B.v. het oppervlak van de last is glad of mag niet beschadigd worden. Indien het oppervlak niet mag worden beschadigd zijn hijsbanden hiervoor zeer geschikt. De last kan ook beschermd worden tegen directe aanraking met het hijsgereedschap, door deze te voorzien van beschermhoezen. Ook kettingen en staalkabels zijn op die manier hiervoor geschikt te maken. De werklast van hijsgereedschap moet ten minste gelijk zijn aan of groter dan de massa van de last. De werklast mag nimmer worden overschreden. Eveneens mag de maximaal toelaatbare spanning in een part nimmer worden overschreden. Bij hijswerktuigen, hijskranen en mobiele kranen mag de massa van de last, vermeerderd met de massa van het hijsgereedschap, de hijscapaciteit van het hijswerktuig / hijskraan niet overschrijden. Op hijsgereedschappen waarvan het gewicht groter is dan 100 kg moet het eigen gewicht zijn aangebracht. Dit is belangrijk voor het bepalen van de werklast. Het eigen gewicht van het hijsgereedschap moet opgeteld worden bij de massa van de last. Indien de massa van de last onbekend is, moet deze met behulp van een weegtoestel worden bepaald. Als dit niet op eenvoudige wijze of op korte termijn mogelijk is, moet de massa worden bepaald door berekening. Bij het berekenen van de massa moet men voorzichtig te werk gaan en de berekeningen zoveel mogelijk baseren op bekende factoren zoals: afmetingen en soortelijke massa van het materiaal. Ook moet men rekening houden met eventuele zuig- of kleefkrachten en opgenomen vocht. Dit laatste kan regelmatig voorkomen bij het uit het water hijsen van vouwbruggen en boten-bruggenbouw. Het is ten strengste verboden om eindschakelaars, lastmomentbeveiligingen, overbelastingscontroleschalmen en overbelastingsbeveiligingssysteem te gebruiken om de massa van objecten te bepalen.

8-1

Alvorens hijsgereedschap in gebruik te nemen of te gebruiken, moet de bedienaar van de hijskraan of het hijs- / hefwerktuig zich door een visuele controle er van overtuigen dat het hijsgereedschap in goede staat verkeert.

8.1.2 Kettingsamenstellen, kettingwerkcomponenten en bijzondere haken

Hoogwaardige kettingen, kettingsamenstellen en kettingwerkcomponenten (kwaliteitsklasse T / 8) mogen niet gebruikt worden in zure oplossingen of in zeer zure milieus, omdat dit brosheid van het materiaal kan veroorzaken. Verlengen of inkorten van kettingen door b.v. het leggen van knopen, bouten en moeren (afb. 8.1.1) of ijzerdraad is niet toegestaan.

FOUT

Afb. 8.1.1

Inkorten van kettingparten mag alleen gebeuren met de in de constructie verwerkte inkorthaken. Deze inkorthaak mag niet als hijshaak worden gebruikt, dus niet bevestigen aan een sluiting of hijsoog van de last. Hijskettingen zijn kortschalmige kettingen met een verhouding tussen nominale steek en nominale kettingmaat van 3 : 1. Langschalmige ketting waarvan de verhouding tussen nominale steek en nominale kettingmaat altijd meer is dan 3,5 : 1 mogen niet voor hijswerkzaamheden gebruikt worden. Kettingsamenstellen met kwaliteitsklasse 4 of 8 worden niet nadelig beïnvloed door temperaturen tot –40 ºC en een vermindering van de werklast is daarom niet noodzakelijk. Als deze kettingsamenstellen worden gebruikt bij temperaturen beneden –40 ºC, behoort de fabrikant te worden geraadpleegd. In tabel 8.2. wordt de verandering van de werklast door temperatuur verandering aangegeven.

Tabel 8.1.2.

Toelaatbare last uitgedrukt als een percentage van de werklast

Temperatuur, t, oC Kwaliteitsklasse

-40 < t ≤ 200 200 < t ≤ 300 300 < t ≤ 400 400 < t ≤ 474 t ≥ 475 4 100 100 75 50 Niet

toelaatbaar 8 100 90 75 Niet toelaatbaar

Als kettingsamenstellen aan temperaturen zijn blootgesteld boven de in de tabel aangegeven maximaal toelaatbare temperaturen, behoren deze buiten gebruik te worden gesteld en ter keuring te worden aangeboden.

8-2

8.1.3 Staalkabels, staalkabelsamenstellen en staalkabeltoebehoren

Verlengen of inkorten van staalkabels(amenstellen) is noch door het leggen van knopen, noch met behulp van staalkabelklemmen, noch op enig andere wijze toegestaan. Koude heeft geen invloed op de sterkte van de staalkabel, maar wel op de in de constructie verwerkte kettingwerkcomponenten. Bij temperaturen boven 100 ºC wordt door het verdwijnen van het kabelvet de sterkte van de staalkabel aanmerkelijk minder. Daarom is het niet toegestaan staalkabels en staalkabelsamenstellen te gebruiken bij temperaturen van meer dan 100 ºC. In verband met mogelijke draadbreuken dient men ter voorkoming van handverwondingen geschikte handschoenen te dragen. Met staalkabelsamenstellen die worden gebruikt in combinatie met staaldraadtrekapparaten dient men met de navolgende punten rekening te houden: • rol de staalkabel altijd recht af (ter voorkoming van kinken of valse slagen); • het staalkabeleinde dat in het apparaat wordt ingevoerd en door het apparaat wordt

doorgevoerd, moet altijd zijn voorzien van een taps toelopende ineengesmolten punt, het zgn. brandpunt;

• het staalkabelsamenstel mag nimmer om de last worden aangeslagen. Hierdoor beschadigt de staalkabel. Is het direct bevestigen moeilijk of niet mogelijk, dan moet eerst een hijsband of een ketting om de last worden geslagen;

• het object dat dienst doet als grondanker moet de benodigde trekkracht kunnen doorstaan;

• voor veilig bergen zie VS9-53; • gebruiksfactor voor staalkabels is 5.

8.1.4 Hijsbanden

Hijsbanden: • in gebruik bij de KL (en aangeschaft door de DMKL, DM, DMO), zijn gemaakt van

polyester. Deze zijn herkenbaar aan het blauwe etiket of merkplaat die bevestigd is aan het band. Andere kunststoffen zoals polyamide en polytheen komen bij de KL nauwelijks voor, daarom zal er in dit voorschrift geen aandacht aan besteed worden;

• zonder identificatie of die beschadigd zijn mogen niet worden gebruikt. Deze dienen door een deskundig persoon te worden onderzocht, zie ook hfst. 5.4;

• mogen niet buiten het temperatuurgebied van –40 ºC tot 100 ºC worden gebruikt; • mogen niet door knopen worden verlengd of ingekort en mogen bovendien niet worden

belast indien er slagen in voor komen; • mogen niet voor het sjorren van ladingen worden toegepast; • mogen, in overeenstemming met alle andere hijsgereedschappen, niet met een grotere

werklast worden belast dan op het label is vermeld. Zij moeten zodanig worden gebruikt, zodat de groots mogelijk veiligheid wordt verkregen;

• kunnen worden belast tot 100% indien de afronding waarom zij worden gebogen of aangeslagen groter is dan 2 x de banddikte. Is de afronding kleiner dan 2 x de banddikte, dan moet rekening worden gehouden met een reductie van 20% op de werklast;

• mogen niet aan overmatig schuren worden blootgesteld. Indien de hijsband niet vrij ligt onder de last, dan mag deze er niet met geweld onderuit getrokken worden.

Zowel natuur- als kunststof vezels zijn slecht bestand tegen inwerking van agressieve (chemische) stoffen. De levensduur is niet afhankelijk van aantal jaren in gebruik, maar aan de hand van frequente controles op gebreken, die een blijvend veilig gebruik garanderen. De gebruiksfactor (veiligheidsfactor) bedraagt 7.

8-3

Platte banden, waarvan de lussen inwendig niet zijn versterkt of verstevigd, of niet zijn voorzien van rijgbeugels, triangelcombinatie, of rijghaken, mogen niet “gestropt” worden toegepast;

Afb. 8.1.3 Platte hijsband met triangelcombinatie: 1. Kleine triangel 2. Grote triangel, hier kan de kleine triangel doorgehaald worden,

zodat gestropt kan worden gehesen. 3. Platte hijsband

De last behoort zo te worden bevestigd met de hijsband(en), dat deze tijdens het hijsen niet uit de hijsband(en) kan kantelen of vallen. Hijsbanden behoren: • zo te worden aangebracht dat het hijspunt recht boven het zwaartepunt ligt en de last

in evenwicht en stabiel is; • zodanig in kraanhaken of andere hijsgereedschappen aan te liggen, dat de band

daarop over de volle breedte draagt, niet vervormt of insnoert en niet door scherpe kanten kan worden beschadigd.

De werklasten en kleurcodering van hijsbanden is aangegeven in afb. 8.1.4

Afb. 8.1.4 – Werklasten en kleurcodering

Enkel Direct

Enkel ge-

stropt

Enkelvoudig omgelegd

2 strengs 3 en 4 strengs

direct ge- stropt

direct ge-stropt

direct

WLL in t

β= < 70

β=0 tot 450

β=45 tot 600

β=0 tot 450

β=0 tot 450

β=45 tot 600

β=45 tot 600

β=0 tot 450

β=45 tot 600

Aanslag-factor

1 0,8 2 1,4 1 1,4 1,12 1 0,8 2,1 1,5

WLL Kleur 1 Paars 1 0,8 2 1,4 1 1,4 1,12 1 0,8 2,1 1,5 2 Groen 2 1,6 4 2,8 2 2,8 2,24 2 1,6 4,2 3 3 Geel 3 2,4 6 4,2 3 4,2 3,36 3 2,4 6,3 4,5 4 Grijs 4 3,2 8 5,6 4 5,6 4,48 4 3,2 8,4 6 5 Rood 5 4 10 7 5 7 5,6 5 4 10,5 7,5 6 Bruin 6 4,8 12 8,4 6 8,4 6,72 6 4,8 12,6 9 8 Blauw 8 6,4 16 11,2 8 11,2 8.96 8 6,4 16.8 12 10 Oranje 10 8 20 14 10 14 11,2 10 8 21 15 >10 Oranje

8.1.5 Takelblokken

Daar de gebruiksfactor voor hijsen hoger is dan bij sjor-, tractie en berging mogen: • takelblokken uit hijskranen en mobiele hijskranen niet als sjor-, tractie- of bergingsblok

(horizontaal) worden gebruikt; • sjor-, tractie- of bergingsblokken niet voor hijswerkzaamheden worden gebruikt.

8-4

8.1.6 Bijzondere hijsgereedschappen

Het gebruik van klemmen voor het hijsen van los gestapelde pakketten is alleen toegestaan, indien de klem of tang speciaal voor dat doel is ontworpen en is voorzien van een automatisch werkende borging (stenengrijpers). Tangen en klemmen mogen alleen worden toegepast op materialen die de klemkracht kunnen verdragen, zonder te bezwijken of ontoelaatbaar vervormen.

In platenklemmen voor het hijsen van platen en dergelijke in verticale stand, mag niet meer dan één plaat tegelijk worden gehesen. Vertikaal gehesen platen mogen niet te hoog en in geen geval over personen worden gehesen. Daarbij moet bij het hijsen hiervan extra op de windkracht worden gelet. Deze klemmen mogen daarom niet voor stuwadoors werkzaamheden worden gebruikt.

Het kantelen van lasten, zoals plaatstalen secties, die aan weerszijden bewerkt moeten worden, mag alleen plaats vinden met klemmen die zijn aangepast aan de bij het kantelen optredende wisselende belasting.

Hijsmagneten en vacuüm hijsgereedschap mogen slechts worden gebruikt, indien maatregelen zijn genomen (bijv. terrein afzetting), die voorkomen dat personen gevaar lopen te worden getroffen door een van de hijsmagneet en/of vacuüm hijsgereedschap stortende last of delen ervan. Hieraan wordt ook voldaan, indien de hijsmagneet en/of vacuüm hijsgereedschap is voorzien van een borginrichting die voorkomt dat de last kan vallen. Ook kan de hijshoogte van de last zo worden begrensd, dat de valhoogte van de last tot de vloer is beperkt tot maximaal 1 meter.

De bediening van hijsmagneten en vacuüm hijsgereedschap moet vanaf een veilige afstand kunnen plaatsvinden, zodat de bedienaar geen gevaar loopt te worden getroffen door vallende last of delen hiervan.

8.1.7 Hijsen van pallets (stapelborden)

Indien de lading op een pallet uit losse delen bestaat, moeten deze delen tijdens het hijsen bijeen worden gehouden. Eveneens dient de lading zoveel mogelijk gelijkmatig over het oppervlakte van de pallet zijn verdeeld.

Pallets mogen slechts worden gehesen met behulp van laadvorken, of met de: • daarvoor bestemde hijsbanden, zoals die aanwezig zijn op de ALK; • aan b.v. munitiepallets bevestigde staalkabels.

Pallets met gebroken dekdelen of liggers, dan wel met ondeugdelijke verbindingen tussen de dekdelen en liggers, mogen niet worden gehesen.

8.1.8 Aanslaan van de last

Voor het aanslaan en hijsen van lasten moet goed passend hijsgereedschap worden gebruikt. Het hijsgereedschap moet zowel aan (of om) de last, als aan de haak, op de juiste wijze worden aangeslagen, zodat onverhoeds vallen van de last of delen daarvan, zowel tijdens het oppakken of neerzetten, als tijdens de overige hijsbewegingen niet kunnen plaatsvinden. Bij het aanslaan van een last moet ervoor worden gezorgd, dat het hijsgereedschap niet beschadigt door buiging over scherpe kanten. Voor alle hijsgereedschappen geldt dat de afrondingsstraal van de scherpe kant tenminste gelijk moet zijn aan de dikte van het hijsgereedschap. Onder dikte wordt hier verstaan de dikte van een hijsband, de dikte van een

8-5

kettingschalm (nominale kettingmaat) of de diameter van de staalkabel. Indien mogelijk moet steeds kantbescherming worden toegepast. Persklemmen van staalkabels mogen niet op buiging of “openbuigen” worden belast. Dit openbuigen kan optreden bij gebruik van staalkabels met lus (zonder kous). Hierbij moet er op worden gelet dat de spreidhoek in de lus niet groter wordt dan 60o waardoor de persklem kan worden opengescheurd. Worden meervoudige ketting- of staalkabelstellen aan de last aangehaakt, dan moeten de lasthaken van binnen naar buiten worden ingehaakt. Bij het ontlasten van het hijsgereedschap draaien deze haken dan niet vanzelf uit de hijsogen. Hijsgereedschap mag niet worden aangeslagen zoals aangegeven in afb. 8.8.1. Haken moeten zoveel mogelijk “in de keel” worden belast, en dus nooit op de punt, zie afb. 8.1.5;

Afb. 8.1.5 FOUT Indien de aanslagdelen van hijsgereedschappen (topschalmen of hijsogen) door hun te kleine afmetingen niet in/om een kraanhaak kunnen worden aangebracht, moet tussen de kraanhaak en het hijsgereedschap een passend hulpstuk worden aangebracht. Dit kan m.b.v. een geschikte harpsluiting, zie afb. 8.1.6.

Afb. 8.1.6

Bij gebruik van meervoudige ketting- en staalkabelsamenstellen, moeten de haken van de niet gebruikte parten in de topschalm worden gehaakt, om het zwaaien van de ongebruikte parten tijdens het hijsen met grote kans op ongewild haken achter obstakels te voorkomen.

8-6

Bij het gebruik van hijsjukken, moet steeds op het zwaartepunt van de last worden gelet. Hijsjukken dienen altijd horizontaal te worden gebruikt. Het aanslaan van stroppen met “omgekeerde hoeken” is niet toegestaan omdat de parten onder de last kunnen uitglijden, zie afb.8.1.7. Eveneens moet de last, t.o.v. het centrale ophangpunt, volgens afb. 8.1.8. gelijkmatig zijn verdeeld.

Afb. 8.1.7 FOUT Afb. 8.1.8 FOUT Indien de parten van het hijsgereedschap met elkaar een hoek vormen, dan moet de buitenhoek zo klein mogelijk worden gehouden. Dit omdat bij het groter worden van de buitenhoek de kracht in de parten toeneemt. De buitenhoek mag nimmer groter zijn dan 60o. Zie afb. 8.1.9 als voorbeeld van het toenemen van krachten.

Afb. 8.1.9 Opmerking: Het uit het verleden bekende begrip dat de binnenhoek (α) bepalend was, is niet meer juist. De Europese Normen (EN) schrijven gebruik van de buitenhoek (β) voor. Los van

8-7

het gebruik van de buitenhoek voor de WLL aanduiding, blijft natuurlijk gelden dat de binnenhoek nimmer groter mag zijn dan 120º. Oogbouten dienen altijd tot aan de borst te zijn ingedraaid. Bij het hijsen aan twee of meer oogbouten of oogmoeren, mag de buitenhoek niet groter zijn dan 45o. Loodrecht op het vlak van het oog mag nooit worden gehesen. Indien kettingen, staalkabels of hijsbanden gestropt worden aangeslagen, dient de werklast te worden gereduceerd met 20%, dan wel de werklast te worden vermenigvuldigd met een belastingfactor van 0,8 ( wordt ook wel “stropfactor” genoemd). De toegestane WLL van ketting-, staalkabel- en hijsbandsamenstellen, is steeds afhankelijk van: • de wijze van aanslaan; • het aantal parten; • de buitenhoeken; • de sterkte van het enkele part; • symmetrische- of asymmetrische verdeling van de last. Bij het berekenen, met een symmetrische verdeling van de last, volgens tabel 8.1.10 moet een 4-sprong hetzelfde worden gewaardeerd als een 3-sprong. Een 4-sprong geeft meer stabiliteit, niet meer hijscapaciteit.

Wijze van aanslaan

Enkelvoudig Gestropt 2-Sprong 3 + 4 Sprong

Buitenhoek (bu) > - <

n.v.t. n.v.t. 0-45º 45 - 60º 0-45º 45 - 60º

Binnenhoek (bi) > - <

n.v.t. n.v.t 0-90º 90-120º 0-90º 90-120º

Werklastfactor 1 0,8 1,4 1 2,1 1,5 Tabel 8.1.10

Bij asymmetrische verdeling van de last, d.w.z. dat de buitenhoeken aanmerkelijk verschillend zijn en vallen in verschillende kolommen, moet een lagere werklastfactor worden toegepast. Zie tabel.8.1.11.

Wijze van aanslaan

Enkelvoudig Gestropt 2-Sprong 3 + 4 Sprong

Buitenhoek (bu) > - <

n.v.t. n.v.t. 0-45º 45 - 60º 0-45º 45 - 60º

Binnenhoek (bi) > - <

n.v.t. n.v.t 0-90º 90-120º 0-90º 90-120º

Werklastfactor 1 0,8 1 1 1,5 1 Tabel. 8.1.11

Bij het berekenen van de werklast volgens tabel 8.1.10 en tabel 8.1.11 moet de werklastfactor worden vermenigvuldigd met de sterkte van het enkele part.

8-8

Het aanslaan van goederen aan de emballage, zoals banden, bindmiddelen, kimmen van vaten en dergelijke is alleen toegestaan indien deze daarvoor ook bestemd zijn. Lasten die gebreken vertonen zoals b.v. gescheurde elementen, lekkende vaten, ondeugdelijk bevestigde hijsogen, gescheurde cornerfittingen en dergelijke, zodat bij het hijsen gevaar bestaat voor vallen van de gehele of gedeelte van de last, mogen niet worden aangeslagen en gehesen. Deze lasten moeten dan doelmatig worden ondersteund of “verpakt” voordat zij mogen worden gehesen.

Bij het aanslaan van een uit lange voorwerpen samengestelde las (zoals buizen, pijpen, rails en dergelijke) samengesteld last, moeten maatregelen getroffen zijn die voorkomen dat er delen uit de hijs schieten. De last mag niet doorbuigen en moet zo goed mogelijk in horizontale stand gehesen worden; zie afb.8.1.12.

Afb. 8.1.12 Voordat het hijsgereedschap aan de last wordt aangeslagen, moeten de parten zijn uitgedraaid zodat er geen slagen meer in voorkomen. Getordeerde parten bezwijken voortijdig onder belasting. Het aanslaan van lasten en het bedienen van hijswerktuigen mag alleen geschieden door personen ouder dan 18 jaar, die hiermee vertrouwd zijn. Harp- en D-sluitingen worden toegepast demontabele schakel tussen staalkabelsamenstellen, kettingsamenstellen en andere bevestigingspunten. Sluitingen worden voornamelijk voor niet-permanente bevestigingen toegepast bij zowel hijswerkzaamheden als voor bergings-, sjor- en lierwerkzaamheden. Sluitingen welke worden toegepast voor hijswerkzaamheden, dienen van een certificaat te zijn voorzien. D-sluitingen worden voornamelijk toegepast bij enkele ketting-/kabelsamenstellen en harpsluitingen worden voornamelijk toegepast bij 2, 3 en 4 sprongen. Controleer bij gebruik of de bout correct in de beugel is gedraaid, handvast zit en vervolgens met het juiste gereedschap is vastgedraaid en eventueel geborgd (afhankelijk van de uitvoering). Controleer of de WLL correct is voor de toepassing en controleer de juiste toepassing aan de hand van afb. 8.1.13. t/m 8.1.15.

Goed Fout

Afb. 8.1.13

8-9

In lijn 100 % van de WLL Onder 45º 70 % van de WLL Onder 90º 50 % van de WLL

Afb 8.1.14

Goed Fout Goed Fout

Afb 8.1.15

8.1.9 Hijsen en vieren van de last Een last mag uitsluitend bij verticale stand van de hijskabel(s) of hijsketting van de hijskraan of takel worden gehesen. Schuin trekken, de zogenaamde “schuine reeptrek” is verboden. Dit kan schade veroorzaken aan zowel takel als hijskabel of hijsketting. Voordat een last wordt opgetild moet(en) de hijskabel(s) eerst strak worden gezet om uit te kunnen draaien. Alleen indien de hijshaak zich hierbij recht boven de last bevindt is het mogelijk om te beoordelen of het hijsgereedschap op de juiste wijze is aangeslagen en de last deugdelijk bijeen wordt gehouden. Pas nadat dit in orde is bevonden, mag de last worden gehesen. Op een aangeslagen last mogen geen losse voorwerpen worden gelegd. Er mogen geen personen op plaatsnemen om zich op deze wijze te laten vervoeren, of om de last in evenwicht te houden. Het gebruik van geleide touwen om een last in evenwicht te houden en te geleiden verdient bij voorkeur te worden toegepast. Het met de hand duwen tegen lasten is bijna altijd gevaarlijk. Het verplaatsen van lasten boven personen is verboden. Het is een bedienaar van hijswerktuigen verboden lasten te hijsen of te vieren, als hij de weg die de last volgt, niet of niet geheel kan worden overzien. Een speciaal daarmee belast persoon (kraanhulp of aanwijzer) dient dan toezicht te houden en aanwijzingen te geven over

8-10

die delen van de weg die de last volgt, waarop de bedienaar geen of onvoldoende uitzicht heeft.

Bij die situatie waarbij een samenspel is vereist tussen diegene die de last aanslaat, toezichthoudend personeel en de bedienaar van het hijswerktuig dienen van tevoren afspraken te worden gemaakt die op dat moment de verantwoordelijke is. Alleen die functionaris geeft aanwijzingen. De verantwoordelijk functionaris moet zich zodanig opstellen dat hij de werksituatie kan overzien en dat hij met behulp van hand en armseinen volgens IK 5-127 de kraanbestuurder de nodige aanwijzingen kan geven. Indien er tijdens het werken geen zichtcontact is tussen de persoon die aanwijzingen geeft en diegenen die de kraan bedient, dient men portofoons of andere communicatie apparatuur te gebruiken. Een slecht aangeslagen, ondeugdelijk samengestelde of een te zware last moet door de kraanbestuurder (of toezichthoudende functionaris) worden geweigerd om te hijsen. De lastweg moet steeds zo worden gekozen, dat bij alle kraanbewegingen de last steeds vrij blijft van obstakels. Bij het opnemen of neerzetten van de last op een vrachtauto moet rekening worden gehouden met de hierbij te verwachten vering en uitzwaaien van de last. Bij het opnemen en neerzetten van lasten op plaatsen dient men met de volgende zaken rekening te houden: • diegene die de last aanslaat dient er rekening mee te houden dat de last bij het opnemen

kan gaan uitzwaaien. En dat men bij eventueel uitzwaaien niet door de last kan worden getroffen dan wel dat hij tussen de last en andere obstakels beklemd kan raken;

• geleidelijk en zonder onverwachte bewegingen de last worden opgetild en neergezet; • het neerzetten, stapelen of kantelen van de last(en) of goederen moet dusdanig gebeuren

dat deze niet kunnen omvallen, verzakken, verschuiven, wegglijden of verrollen; • stophout moet gebruikt worden om ervoor te zorgen dat stroppen die onder de last

doorzitten gemakkelijk kunnen worden verwijderd; • lasten alleen worden neergezet op die plaatsen die daarvoor uit oogpunt van veiligheid

geschikt en sterk genoeg zijn. Daarnaast moet er voldoende doorgang worden vrijgelaten; • het neerzetten, stapelen en kantelen van lasten en goederen mag alleen plaatsvinden

door of onder toezicht van personen die hiermee vertrouwd zijn. Goed visueel contact tussen kraanbestuurder en het personeel aan wie het aanslaan of aanpakken van de last is opgedragen is geboden. Zodra er iets mis dreigt te gaan moet direct ingegrepen kunnen worden.

8.1.10 Werken met hijskranen, mobiele kranen en overige hijswerktuigen Bij aanvang van zijn dienst of werkzaamheden, moet de bedienaar zich er eerst van overtuigen of het hijswerktuig en indien aanwezig de kraanbaan in goede staat verkeerd. De gebruikscontrole is een visuele controle waarbij de gebruiker zichtbare gebreken dient te rapporteren. Alvorens te gaan werken moet de bedienaar zonder ingehangen last, de goede werking controleren van de bedieningsmechanismen en kraanbewegingen, de beveiliging en remmen. Het is de bedienaar verboden de maximum hijslast van de hijskraan of het hijswerktuig te overschrijden of de voor het hijswerktuig geldende voorschriften te overtreden, dan wel daaraan zij medewerking te verlenen. Tijdens het werken met een hijswerktuig moet de bedienaar schokken en slingeren van de last zoveel mogelijk vermijden. Werkzaamheden in de nabijheid van bovengrondse sterkstroomleidingen mogen alleen worden uitgevoerd indien maatregelen zijn genomen die een veilig verloop van de werkzaamheden waarborgen.

8-11

Het verplaatsen van één last met meer dan één hijskraan is in principe verboden. In bijzondere omstandigheden is dit slechts toegestaan als er eerst een hijsplan is gemaakt.

Een hijswerktuig, -kraan moet buiten gebruik worden gesteld indien ten gevolge van de wind de stabiliteit in gevaar kan komen of de last niet meer in bedwang kan worden gehouden. Bij het verlaten van een mobiele hijskraan moet de bedienaar de hoofdschakelaar of het contact uitzetten en vergrendelen. Het is de bedienaar verboden het hijswerktuig onbeheerd achter te laten zolang daarin een last hangt (anders dan voor opslag ter voorkoming van diefstal).

8.2 Heffen Bij het gebruik van hefwerktuigen (vijzels en krikken) dient men met de volgende punten rekening te houden: • het voertuig tegen wegrollen blokkeren; • indien de ondergrond, waarop het hefwerktuig wordt opgesteld, niet voldoende stevig is

dienen maatregelen ter verbetering (b.v. opvulhout) te worden genomen; • het hefwerktuig dient vertikaal onder het ondersteuningspunt te worden opgesteld; • het hefwerktuig alleen plaatsen onder die ondersteuningspunten die hiervoor zijn

voorgeschreven; • bij voertuigvijzels dient de hefboom zodanig lang te zijn dat bij het bedienen van de vijzel,

niet onder het voertuig gegrepen hoeft te worden; • bij het verrichten van werkzaamheden onder een voertuig dient het voertuig met gepaste

middelen ondersteund te worden.

In het algemeen mogen hefwerktuigen niet op een punt worden belast. Bij laadkleppen, goederenheffers, hefbruggen en heftrucks moet de last gelijkmatig zijn verdeeld, waarbij het zwaartepunt van de last zo dicht mogelijk bij het zwaartepunt van het hefwerktuig wordt opgesteld. Het toepassen van hulpmiddelen waardoor de afstand van het zwaartepunt tot het kantelpunt kan worden verlengd is uitsluitend toegestaan als de stabiliteit van het hefwerktuig niet in gevaar wordt gebracht.

8.3 Lieren

Lierkabels dienen aan het eind van de kabel van een rode markering te zijn voorzien, zodanig dat het minimum aantal windingen (dat de fabrikant heeft opgegeven) op de trommel blijft zitten. Zie verder VS 9-53: Voorschrift voor “Berging en afvoer van wiel- en rupsvoertuigen”.

8.4 Sjorren 8.4.1 Sjormiddelen

Voor het vastsjorren van ladingen mogen alleen in goede staat verkerende en voor hun doel geschikte sjormiddelen worden gebruikt. Sjormiddelen zijn: sjorbanden; sjorkettingen; sjorkabels. Zie de IK 55-2 voor de berekening van het aantal spanbanden voor het zekeren van lading en overige relevante informatie.

8-12

8.4.2 Berekeningen voor het vastsjorren

A Optredende krachten

Tijdens het transport ontstaan er krachten op zowel het voertuig als de lading. Beide hebben gevolgen voor de stabiliteit van het voertuig. Deze zogenaamde versnellingskrachten of massatraagheidskrachten treden op bij optrekken, afremmen, bochten, hobbels en kuilen. Bij een noodstop bijvoorbeeld kunnen remvertragingskrachten optreden van 8 m/s2. Dit komt overeen met een kracht van 80 procent van het gewicht van de lading (0,8 G). De lading dient zodanig gezekerd te zijn dat ze hiertegen bestand is. Vaak leidt dat ertoe dat de lading niet meer op zijn plaats blijft en gaat schuiven. Daardoor kan zowel het voertuig als de lading beschadigen. Het kan ook gebeuren dat de lading tijdens de rit van het voertuig valt, met alle gevolgen van dien. Om dit te voorkomen dient de lading altijd goed te zijn vastgesjord. Onderstaande tabel (tabel 8.4.1) geeft de grenswaarden voor de versnellingskrachten weer.

Horizontale krachten Verticale krachten Transportmiddel Naar voren

werkende krachten

Naar achteren werkende krachten

Zijwaarts werkende krachten

Op- waarts

Neer-waarts

Wegvoertuig 0,8 G 0,5 G 0,5 G 1 G Spoorweg normaal 1 G 1 G 0,5 G 0,3 G Spoorwagon rangeren 4 G 4 G 0,5 G 0,3 G

Tabel 8.4.1.

B Wrijvingskracht (FW)

Op het moment dat er op de lading een kracht in een bepaalde richting wordt uitgeoefend, ontstaat er tussen de lading en de laadvloer een weerstandskracht die hiertegen wil verzetten. Die kracht noemen we de wrijvingskracht (FW). Deze werkt dus altijd tegengesteld aan de bewegingsrichting en vormt daarmee een belangrijke hulp bij het vastzetten van de lading. De wrijvingskracht hangt af van 2 factoren: de gewichtskracht (FG) waarmee de lading op de ondergrond drukt: de wrijvingscoëfficiënt (μ) tussen lading en ondergrond. De waarde van de wrijvingscoëfficiënt wordt bepaald door: materiaalsoorten (hout – hout, staal – hout, etc); oppervlaktestructuren (glad, ruw); staat van het oppervlak (droog, nat, vettig). Het is dus belangrijk te weten met welke waarde er voor de wrijvingscoëfficiënt gerekend moet worden. Het VDI (Verein Deutscher Ingenieure) in Duitsland heeft voor een aantal gangbare materiaalcombinaties de waarde voor μ in een tabel (tabel 8.4.2) opgenomen.

Materiaal combinatie Droog Nat Vettig Hout / hout 0,2 – 0,5 0,2 – 0,25 0,05 – 0,15 Metaal / hout 0,2 – 0,5 0,2 – 0,25 0,02 – 0,1 Metaal / metaal 0,1 – 0,25 0,1 – 0,2 0,01 – 0,1 Beton / hout 0,3 – 0,6 0,3 – 0,5 0,1 – 0,2 Antislipmat 0,6 0,6

Tabel 8.4.2 Hoe hoger de wrijvingscoëfficiënt, des te hoger is de wrijvingskracht.

8-13

C Krachten voor ladingzekering

Voor het zekeren van de lading dient een voorspankracht te worden gegenereerd welke de lading in positie houdt. Door deze voorspankracht wordt een kracht op de lading uitgeoefend waardoor de wrijving toeneemt.

D Formule voor het berekenen van de benodigde voorspankracht (Fv)

De formule voor het berekenen van deze voorspankracht is: a/G – μ FV = μ X sin α X FG Hierin is: FV de benodigde voorspankracht in daN a/G de versnellingsfactor zoals genoemd in tabel 8.4.1 μ de wrijvingscoëfficiënt sin α de sjorhoek in graden FG de gewichtskracht van de lading in daN ≈ kg Opmerking: Voor een sjorhoek van 60 tot 90º kan de factor sin α buiten beschouwing worden gelaten. Voor een sjorhoek kleiner dan 60º neemt de effectieve voorspankracht van het sjormiddel af, waardoor meer voorspankracht benodigd is. Opmerking: Volgens het Internationale SI eenhedenstelsel moeten krachten (belastingen) in Newton (N) worden aangegeven. 10 Newton ≈ 1 kg. Door daN (1 daN = 10 N) te gebruiken, ontstaat er een gemakkelijke vergelijking met de “oude” kg aanduiding.

E Sterkte eigenschappen sjorband

Voor een vaststellen van het aantal sjorbanden bij ladingzekering is het belangrijk inzicht te hebben in de sterkte eigenschappen van sjorbanden. • Maximale trekkracht

De maximale trekkracht waarmee de sjorband in een rechte lijn belast mag worden wordt in de Europese norm (EN 12195-2) aangeduid als LC (lashing capacity) en heeft als eenheid daN. Bij dubbel gebruik van de sjorband (in de omspanning) mag deze waarde worden verdubbeld.

• Maximale spankracht De maximale spankracht is de in het inde sjorband blijvende kracht nadat de ratel is losgelaten en wordt aangeduid als Stf (Standard Tension Force) en heeft als eenheid daN. De maximale spankracht wordt bereikt bij een uitgeoefende maximale handkracht van 50 daN.

• Maximale handkracht De maximale handkracht die op het spanelement wordt uitgeoefend bedraagt 50 daN (≈ 50 kg). De maximale handkracht wordt aangeduid als SHF (Standard Hand Force).

8-14

8.4.3 Toepassen van sjorbanden

Bij gebruik van sjorbanden dient men op het volgende te letten: • gebruik alleen onbeschadigde sjorbanden (zie punt 5.4.4); • gebruik sjorbanden gelijkmatig verdeeld over de te zekeren lading; • belast sjorbanden nooit boven hun maximale trekkracht (LC); • gebruik sjorbanden niet gedraaid; • gebruik sjorbanden zodanig dat ze over de hele breedte dragen; • gebruik geen vervormde spanelementen (ratels); • belast spanelementen niet op scherpe kanten van de lading; • gebruik alleen sjorbanden die voldoen aan de EN 12195-2; • gebruik sjorbanden die van een duidelijk leesbaar etiket zijn voorzien; • span sjorbanden niet over scherpe kanten of ruwe oppervlakten.

8-15

8-16

9 WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

9.1 Arbeidsomstandigheden (Arbo)

Bij het verrichten van arbeid is de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) van toepassing. Deze omvat o.a. algemene verplichtingen voor zowel de werkgever als de werknemer.

Materiële bepalingen over Arbo zijn niet in de Arbowet zelf opgenomen, maar in het Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit). Hoofdstuk 7 in het Arbobesluit is van belang voor de veiligheid bij hijs- en hefwerkzaamheden. In dit hoofdstuk is geregeld aan welke voorschriften moet worden voldaan bij het gebruik van en onderhoud aan arbeidsmiddelen. Bovendien zijn hierin de voorschriften opgenomen die betrekking hebben op het beperken van de gevaren bij het gebruik van arbeidsmiddelen en het onderhoud hiervan. De Arbowet en het Arbobesluit geven de mogelijkheid om bij ministeriële regeling een nadere uitwerking te geven. Dit is gebeurd in de Arbeidsomstandighedenregeling (Arboregeling). Hierin staan vele regelingen voor opleidingen, erkenning, keuring en certificatie. Beleidsregels zijn geen wettelijke regels maar geven de werkgevers en werknemers een houvast bij de toepassing van de wettelijke regels. In het verleden werden door de Arbeidsinspectie publicatiebladen, de P-bladen, uitgegeven. De P-bladen zijn vervallen verklaard, maar hun functie is min of meer overgenomen door de Beleidsregels en door Arbo-informatiebladen (AI-bladen). Het Arbo-informatieblad dat binnen dit voorschrift van belang is de AI-17: Hijs- en hefmiddelen

9.2 Richtlijnen 9.2.1 Algemeen

In de Arbowet, het Arbobesluit en de Arboregeling zijn enkele Europese “wetten” (die men Richtlijnen noemt) opgenomen. Een Europese richtlijn is juridisch bindend en staat zelfs boven de wetten van de lidstaten. Hierin staan eisen die door de EG worden opgesteld aan producten of productieprocessen. Iedere lidstaat mag de eisen uit een richtlijn naar eigen inzicht inpassen in zijn systeem van wetgeving, zolang aan de inhoud en omvang niet wordt getornd. De Warenwetbesluit Machines (waarin opgenomen, de EG-Machinerichtlijn) en de Richtlijn Arbeidsmiddelen zijn nationale wetten. Beide wetten regelen de veiligheid van werktuigen, machines en gereedschappen die op de Europese markt worden gebracht. Er zijn echter verschillen tussen beide wetten:

9.2.2 EG- Machinerichtlijn

De EG-machinerichtlijn is een productveiligheidsrichtlijn en is sinds 1 januari 1995 van kracht. Zij stelt veiligheidseisen aan de technische uitvoering van machines en hijsgereedschappen. Voldoet een machine hieraan, dan wordt het CE markering (Conformité Européenne) aangebracht. Inmiddels is een nieuwe versie (2006/42/EG) verschenen, die op 28 december 2009 in werking treedt. Deze richtlijn is in de Nederlandse wetgeving opgenomen in de Warenwetbesluit Machines. De EG-Machinerichtlijn richt zich op de fabrikant van de machine op de hijsgereedschappen en biedt in hoofdzaak constructie- en gebruiksvoorschriften. De fabrikant moet de door hem gemaakte “machine” toetsen aan de veiligheidseisen van de richtlijn voordat hij hem in de handel brengt. Tevens moet hij passende veiligheidsmaatregelen nemen en instructies geven voor het veilig gebruik van de machine en de hijsgereedschappen. Als bewijs voor het voldoen aan de eisen brengt hij de CE-markering aan.

9-1

9.2.3 EG-Richtlijn Arbeidsmiddelen

De richtlijn Arbeidsmiddelen (89/655/EEG) is zo opgezet dat ieder Europees land zijn nationale systeem van veiligheidszorg kan handhaven. De richtlijn richt zich op de gebruiker of op degene die verantwoordelijk is voor het veilige gebruik ervan. Veelal is dit de werkgever. Hij moet onder ander zorgen voor veilige arbeidsomstandigheden. Daartoe behoren uiteraard ook veilige arbeidsmiddelen, het onderhoud, scholing, voorlichting, risico-analyse, deskundigheid en medezeggenschap voor het gebruik van arbeidsmiddelen. Sinds 5 december 1998 is de uitbreidingsrichtlijn, voor alle arbeidsmiddelen, van kracht. Daarin is bepaald dat wanneer mobiele arbeidsmiddelen en hijs- en hefwerktuigen reeds op 5 december 1998 ter beschikking staan van de werknemers op de arbeidsplaats, deze uiterlijk 5 december 2002 dienden te voldoen aan de desbetreffende specifieke voorschriften voor deze arbeidsmiddelen. De arbeidsinspectie controleert de toepassing van beide wetten.

9.3 Normen

Richtlijnen bevatten algemeen geformuleerde eisen over veiligheid en gezondheid. Om aan de eisen van de richtlijn te kunnen voldoen worden in Europees verband zogenoemde “geharmoniseerde normen” ontwikkeld. Zij geven een praktische invulling aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen. Normen zijn documenten die worden uitgegeven door een deskundig, onafhankelijk instituut, waarin wordt omschreven aan welke eisen een product moet voldoen, of waarin een omschrijving wordt gegeven van een keurings-, meet- of berekeningsmethode. Het Nederlands Normalisatie-instituut (NNI) is de centrale instantie in Nederland dat tot taak heeft de normalisatie te bevorderen en normen tot stand te brengen. Het normalisatiewerk vindt plaats op nationaal, Europees en mondiaal niveau. Door een besluit van de Europese Raad heeft het aan de lidstaten toegestaan gebruik te maken van de Nationale Normen, indien er nog geen geharmoniseerde Europese norm over dat onderwerp is verschenen. Is er wel een Europese norm dan moet die door de lidstaten worden overgenomen en gevolgd. De Nationale norm over hetzelfde onderwerp moet dan worden ingetrokken. De volgende normen kunnen voorkomen. (1) Internationale normen ISO (2) Europese Normen EN (3) Nationale Normen NEN, DIN, BS etc NEN-EN zijn Europese normen die als Nederlandse norm zijn overgenomen.

9-2

10 NSN OVERZICHT 10.1 Algemeen

Dit artikeloverzicht: • is een overzicht van voorkomende artikelen welke binnen de KL worden toegepast voor

verschillende gebruiksdoelen, zoals: o hijswerkzaamheden; o het bergen en slepen van voertuigen; o het sjorren van ladingen.

• kan worden gebruikt als controlelijst om, uitgaande van het NSN, snel te beoordelen: o wat het gebruiksdoel van het artikel is; o of bij het artikel een certificaat aanwezig moet zijn; o of het artikel periodiek moet worden gekeurd.

• mag niet worden gebruikt als catalogus om artikelen aan te vragen.

In het overzicht zijn de volgende aspecten vermeld: Kolom 1 Het volledige NSN op numerieke volgorde van de laatste 9 cijfers, beginnend vanaf

het landenkengetal. Kolom 2 De artikelomschrijving. Dit is de artikelbenaming aangevuld met enkele identificerende

kenmerken. Kolom 3 Het toepassingsgebied waarvoor het artikel is geconstrueerd, en dus uitsluitend voor

mag worden gebruikt. Kolom 4 Of bij het artikel een certificaat aanwezig moet zijn. Kolom 5 Of het artikel periodiek ter keuring moet worden aangeboden. Kolom 6 Opmerkingen van diverse aard.

10.2 Wijzigingen

Aangezien het materieelpakket aan veranderingen onderhevig is, zal het “Artikel overzicht” periodiek worden vernieuwd.

10-1

10-2

Blz 10-3

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

3940- 00-105-9933 Tractieschijf, voor YPR 806 - + Nee Nee

4030- 00-185-0490 Sluiting, harp, HBB - + Nee Nee

4010- 00-202-2425 Staalkabelsamenstel (sleepkabel), rond 1 1/8”, lengte 2,5 meter, voor MLRS en M109

- + Nee Nee

5340- 00-530-5021 Sjorband, YPR familie - + Nee Nee

5340- 00-543-3477 Sjorband, YPR familie - + Nee Nee

5340- 00-543-7110 Sjorband, YPR familie - + Nee Nee

4910- 00-572-8614 Hijsjuk, transmissie M113/YPR + - Nee Nee

5340- 00-586-7579 Sjorband, YPR familie - + Nee Nee

5340- 00-678-9031 Sjorband, YPR familie - + Nee Nee

5306- 00-708-3672 Oogbout, bout Ø ½ “ UNC, boutlengte 1” + - Ja Ja Indien wordt gebruikt als afzonderlijk hijsgereedschap. (per 1-9-2008, BW 57). I.v.m. lage prijs, niet aanbieden voor herkeuring, maar vervangen door een nieuw exemplaar.

2510- 00-767-3146 Hijsoog, M113/YPR + - Nee Nee Gemonteerd aan de hull, derhalve geen separate keuring

5340- 00-753-3741 Sjorband YPR familie - + Nee Nee

2540- 00-936-7801 Sleeptriangel, t.b.v. YPR - + Nee Nee

4030- 01-056-8810 Hijshaak met draaibare gaffel, WLL 5,3 t + - Ja Ja

4010- 01-171-1741 Staalkabelsamenstel, bergingslier YPR 806 Ø 16 mm l = 91 m - + Nee Nee

3940- 01-364-0448 Tractieschijf, YBZ 3300, hulplierkabel, Ø 6 mm, WLL 0,75 t - + Nee Nee

5120- 12-120-5586 Vijzel, mechanisch, WLL 3 t + - Ja Ja

Blz 10-4

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

4030- 12-121-6970 Sluiting, DBB, beugel 7 mm, bout 8 mm, klasse 2, WLL 0,25 t - + Nee Nee

5340- 12-129-5733 Karabijnhaak, dikte 11 mm, uitw. Lengte 120 mm, WLL 0,45 t - + Nee Nee

4030- 12-131-4894 Sluiting, D, DMB, WLL 1,6 t + - Ja Nee I.v.m. lage prijs, niet aanbieden voor herkeuring, maar vervangen door een nieuw exemplaar.

5306- 12-132-4457 Oogbout, M16, WLL 0,77 t + - Ja Nee I.v.m. lage prijs, niet aanbieden voor herkeuring, maar vervangen door een nieuw exemplaar.

5120- 12-137-3328 Draadspankikker, voor staalkabeldiameter 8 – 16 mm, WLL 3 t - + Nee Nee

5306- 12-138-3471 Oogbout, M10, WLL 0,23 t + - Ja Nee Indien wordt gebruikt als afzonderlijk hijsgereedschap. I.v.m.lage prijs, niet aanbieden voor herkeuring, maar vervangen door een nieuw exemplaar.

5306- 12-142-9149 Oogbout, M20, WLL 1,2 t + - Ja Nee Indien wordt gebruikt als afzonderlijk hijsgereedschap. I.v.m. lage prijs, niet aanbieden voor herkeuring, maar vervangen door een nieuw exemplaar.

5120- 12-143-0775 Hefgereedschap motorluik Leopard I familie + - Ja Ja

4910- 12-144-6060 Hijsjuk voor axiaal ventilator LEO 1, WLL 2,1 t + - Ja Ja

5306- 12-145-5624 Oogbout, M12, WLL 0,34 t + - Ja Nee Indien wordt gebruikt als afzonderlijk hijsgereedschap. I.v.m. lage prijs, niet aanbieden voor herkeuring, maar vervangen door een nieuw exemplaar.

3815- 12-145-6122 Takelblok, 3 schijfs, voor LEO Berging/Genie, WLL 20 t - + Nee Nee Alleen t.b.v. bergingswerkzaamheden

4030- 12-145-6173 Sluiting D, met speciale pen, beugeldiam. 42 mm, WLL 35 t + - Ja Ja

2590- 12-145-6175 Sleep-evenaar voor LEO II berging, WLL 70 t - + Nee Nee

4910- 12-145-6418 Hijsjuk voor motor LEO 1, WLL 2,5 t + - Ja Ja

5340- 12-145-9052 Haak, musketon - + Nee Nee

4910- 12-147-4498 Hijsjuk voor stuuras-aandrijfas/koppelomvormer LEO 1 + - Nee Nee

Blz 10-5

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

5306- 12-148-9637 Oogbout, M8, WLL 0,14 t + - Ja Nee Indien wordt gebruikt als afzonderlijk

hijsgereedschap.Gezien de lage prijs, niet aanbieden voor herkeuring, maar vervangen door een nieuw exemplaar.

4010- 12-150-8725 Staalkabelsamenstel voor hijslier LEO Berging/Genie + - Nee Nee

2590- 12-152-8196 Hijshaak voor LEO Genie tank. WLL 20 t + - Ja Ja Hijshaak aanbieden met de bijbehorende pen NSN 5315-12-302-4190

5306- 12-153-4947 Oogbout M16, WLL 0,7 t, voor kraanarmlager Leo I + - Ja Ja Geen standaard oogbout. WEL aanbieden ter keuring.

4030- 12-157-6705 Sluiting D, zonder bout, WLL 10 t. (bevestigd aan LEO brug) + - Ja Nee Niet aanbieden ter keuring daar het een deel uitmaakt van een grotere constructie

4910- 12-165-8514 Hijsuitrusting voor diverse koepels + - Nee Nee Alleen de keuringsplichtige onderdelen aanbieden voor keuring

3940- 12-167-6923 Kettingsamenstel, 4 sprong, schalmmaat 8 mm, WLL / part 2 t + - Ja Ja

5306- 12-171-7769 Oogbout, M16 x 1,5. WLL 0,7 t + - Ja Nee Indien wordt gebruikt als afzonderlijk hijsgereedschap. Gezien de lage prijs, niet aanbieden voor herkeuring, maar vervangen door een nieuw exemplaar.

2540- 12-173-4197 Sleepstangsamenstel voor LEO rvtgn - + Nee Nee

4910- 12-174-4649 Kettingsamenstel, 4 sprong, schalmmaat 18 mm, WLL per part 10 t

+ - Ja Ja

4010- 12-174-4650 Kettingsamenstel, enkelvoudig, schalmmaat 18 mm, WLL 10 t + - Ja Ja

4910- 12-174-4652 Kettingsamenstel, 2 sprong, met H sluiting, schalmmaat 18 mm, WLL (bij 60º buitenhoek) 10 t

+ - Ja Ja

5306- 12-174-4988 Oogbout, M30, WLL 3,2 t + - Ja Nee Indien wordt gebruikt als afzonderlijk hijsgereedschap. Gezien de lage prijs, niet aanbieden voor herkeuring, maar vervangen door een nieuw exemplaar.

4910- 12-174-9159 Spreidingsstang voor ketting met schalmmaat 6 mm + - Nee Nee

4910- 12-179-8849 Hijsjuk voor krachtbron LEO 1, WLL 5 t + - Ja Ja I.v.m. complex- en kwetsbaarheid, wel periodiek aanbieden voor keuring

4010- 12-186-0544 Kettingsamenstel, enkelvoudig, 3 schalmen + 2 inkorthaken. WLL 10 t

+ - Ja Ja

4010- 12-186-7273 Kettingsamenstel, enkelvoudig, met inkorthaak, schalmmaat 18 mm WLL 10 t

+ - Ja Ja

Blz 10-6

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

4010- 12-186-7274 Kettingsamenstel, enkelvoudig, met haak, schalmmaat 18 mm,

WLL 10 t + - Ja Ja

4010- 12-186-7275 Kettingsamenstel, enkelvoudig, reduceerketting naar 13 mm, WLL 5,3 t

+ - Ja Ja

4010- 12-186-7276 Kettingsamenstel, stropketting, schalmmaat 13 mm, WLL 5,3 t + - Ja Ja

4010- 12-186-7277 Kettingsamenstel, enkelvoudig, voor ISO corners, WLL 10 t + - Ja Ja

4910- 12-187-0455 Hijsjuk krachtbron LEO II, WLL 6,5 t + - Ja Ja

3940- 12-187-2173 Kettingsamenstel, 4 sprong met inkorthaken, schalmmaat 18 mm, WLL per part 10 t

+ - Ja Ja

4010- 12-188-3439 Schalm met pen, 2 delig, WLL tractie 40 t - + Nee Nee Alleen gebruiken voor bergingsdoeleinden

4010- 12-189-1574 Hijsjuk voor eindaandrijving LEO II, WLL 0,5 t + - Ja Nee Wel het hijsoog (NSN 4030-12-357-1246) periodiek aanbieden voor keuring

4910- 12-189-1576 Hijsjuk voor loop- en spanwielarm, LEO II + - Ja Nee Niet periodiek keuren, geen ketting-werk aanwezig

4030- 12-190-3310 Hijsoog voor kulas LEO II, WLL 0,7 t + - Ja Ja

4933- 12-190-4344 Hijsjuk voor wapen LEO II, WLL 2,8 t + - Ja Nee Niet periodiek keuren, geen ketting-werk aanwezig

4910- 12-190-6051 Hijsjuk voor inspuitpomp LEO II, WLL 60 kg + - Nee Nee Geen certificaat i.v.m. lage WLL

4910- 12-190-6059 Hijsjuk voor generator LEO II, WLL 60 kg + - Nee Nee Geen certificaat i.v.m. lage WLL

4910- 12-190-6062 Hijsjuk voor startmotor LEO II, WLL 55 kg + - Nee Nee Geen certificaat i.v.m. lage WLL

4933- 12-190-8364 Montagehulpstuk voor geleidstuk LEO II, WLL 110 kg + - Nee Nee Geen certificaat i.v.m. lage WLL

4933- 12-190-9232 Montagehulpstuk voor bevestigen kulas LEO II. WLL 0,7 t + - Ja Nee

5306- 12-191-0450 Oogbout, speciaal lang. WLL 0,4 t. (20 kW aggregaat) + - Ja Ja

5306- 12-191-1687 Oogbout. M24 x 2, WLL 1,8 t + - Ja Nee Indien wordt gebruikt als afzonderlijk hijsgereedschap. Gezien de lage prijs, niet aanbieden voor herkeuring, maar vervangen door een nieuw exemplaar.

Blz 10-7

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

3950- 12-191-4961 Hijsoog, speciaal LEO II. WLL 130 kgt + - Ja Ja

3950- 12-192-3586 Hijsoog, voor draaikrans LEO II, WLL 90 kg + - Ja Ja

5306- 12-193-0962 Oogbout, M 30, WLL 3,6 t + - Ja Nee Indien wordt gebruikt als afzonderlijk hijsgereedschap. Gezien de lage prijs, niet aanbieden voor herkeuring, maar vervangen door een nieuw exemplaar.

5306- 12-193-1093 Oogbout, speciaal voor LEO II, WLL 90 kg + - Ja Ja

4933- 12-196-6864 Draagarm, generatorblok PRTL + - Nee Nee

4910- 12-197-4357 Kettingsamenstel, 4 sprong, met spanschroeven, schalmmaat 6 mm, WLL enkel part 1,12 t

+ - Ja Ja

4030- 12-198-2392 Sluiting D, met speciale pen, beugel 34, bout 39 mm, WLL 20 t - + Nee Nee Alleen gebruiken voor sleep- en bergingsdoeleinden

5315- 12-302-4910 Pen, met valklep, Ø 60 mm, L 180 mm, WLL 70 t + - Ja Ja WLL tractie 35 t.

3950- 12-310-1279 Takel, Leopard II Berging, t.b.v. bevestigen triangel (en evt. pantserplaat)

- - Nee Nee Takel alleen toepassen voor heffen (geleide last)

5340- 12-310-5122 Karabijnhaak met gesloten oog, lengte inwendig ca. 100 mm - + Nee Nee

4933- 12-311-9275 Hijsjuk voor breedte-inrichting PRTL + - Nee Nee

5306- 12-312-4051 Oogbout M 24, WLL 1,8 t + - Ja Nee Indien wordt gebruikt als afzonderlijk hijsgereedschap. Gezien de lage prijs, niet aanbieden voor herkeuring, maar vervangen door een nieuw exemplaar.

4010- 12-313-6933 Kettingsamenstel, enkelvoudig (reddingsuitrusting Liebherr FKM kraan)

- + Nee Nee

4030- 12-313-8052 Inkortplaat voor ketting bij reddingsuitrusting Liebherr kraan - + Nee Nee

2590- 12-314-4501 Tractieschijf met haak voor YKZ, toelaatbare trekkracht 12 t - + Nee Nee

4010- 12-319-5830 Staalkabelsamenstel met twee geperste ogen, Ø 8 mm - + Nee Nee

4010- 12-322-0132 Kettingsamenstel, compleet, voor plaatsen triangel Leopard 2 berging, WLL 220 kg

+ - Ja Nee I.v.m. geringe belasting, geringe gebruik, geen periodieke keuring

Blz 10-8

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

3940- 12-322-2757 Hijsjuk voor motor en cpl. aandrijfunit ELOKA + - Ja Nee I.v.m. geringe belasting, niet periodiek keuren

4010- 12-326-0378 Staalkabelsamenstel met 2 aangegoten ogen. Hijs- en sleepkabel

+ + Nee Ja WLL hijsen 19 t, WLL tractie 35 t. Wel periodiek aanbieden. Er is geen certificaat voor dit artikel, maar er wordt een inspectierapport van opgemaakt.

3815- 12-326-3230 Tractieschijf, enkelschijfs, toelaatbare trekkracht 3 t - + Nee Nee

4030- 12-326-4900 Sluiting, harp speciaal, WLL 70 t. Pen met valklep - + Ja Ja Certificaat en keuring zijn benodigd daar dit geëist is door de leverancier

4030- 12-326-4977 Sluiting, harp speciaal, WLL 38 t + + Ja Ja

4010- 12-326-9976 Kettingschalm Ø 16 mm, breedte inw. 34 mm, lengte inw. 70 mm

+ - Nee Nee Maakt deel uit van een hijsconstructie

3940- 12-327-1071 Hijsoog, draaibaar, M16, WLL 1 t + - Ja Ja O.a. onderdeel van NSN 4910-12-340-3139. Indien hijsoog wordt toegepast voor sjorwerkzaamheden (o.a. DAF YAW-2300) is GEEN certificaat benodigd.

4030- 12-327-1534 Sleephaak, max. belasting 150 kN - + Nee Nee

3940- 12-327-3481 Boom hijswerktuig voor generator aggregaat 1,9 kW, WLL 150 kg

+ - Nee Nee

3940- 12-327-8010 Takelblok, 1 schijf voor bergingslier van DAF YGZ, YHZ en YKZ 2300

- + Nee Nee

3940- 12-328-3876 Hijsuitrusting universeel voor Bergingstank 600 kN + - Nee Nee Alleen uit de uitrusting de betreffende componenten selecteren.

4010- 12-328-4964 Kettingsamenstel, enkelvoudig met inkorthaak, schalmmaat 16 mm, WLL 8 t

+ - Ja Ja

3940- 12-328-5191 Dubbele kabelbeschermbeugel voor lieren Leo II buffel - + Nee Nee

3940- 12-328-5193 Kabelwip, Leo II berging voor berging - + Nee Nee

4010- 12-328-5295 Kettingsamenstel enkelvoudig met eindschalm + haak, WLL 8 t + - Ja Ja

3940- 12-328-5449 Kettingsamenstel 4 sprong, schalmmaat 16 mm, cfm klasse 100 + - Ja Ja

3940- 12-328-5959 Kettingsamenstel 2 sprong, schalmmaat 16 mm, cfm klasse 100 + - Ja Ja

Blz 10-9

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

3950- 12-328-9959 Adapter, hulplier, voor hijsjuksamenstel, Leopard BPz 3, WLL

250 kg + - Ja Nee Indien certificaat vermist, aanbieden ter certificering

met hijsjuk 3940-12-369-4874 3940- 12-329-1558 Hijsoogplaat, behorend bij hijsjuk 3940-12-369-4874 + - Nee Nee Maakt deel uit van hijsjuk met NSN 3940-12-369-4874

welk van een certificaat dient te zijn voorzien. Is dit zoekgeraakt, dan dient het geheel te worden aangeboden voor herkeuring

3940- 12-332-4633 Hijsjuk voor wegenmat MLC 70, WLL 11 t + - Ja Ja

3940- 12-332-5815 Hulpstuk hijsgereedschap voor luik Leopard BPz - Nee Nee Wordt alleen gebruikt om luik verticaal te houden, ergo geen certificaat, geen keuring

4010- 12-332-5843 Staalkabel met 2 geperste lussen - + Nee Nee

4010- 12-333-4033 Sluiting D met pen en borging. Voor o.a. bouwmachine Werklust

- + Nee Nee

5340- 12-333-5312 Sjorband, 1 delig, bandbreedte 25 mm, bandlengte 2,5 m, LC 125 daN

- + Nee Nee

5340- 12-333-5318 Sjorband, inr.pak. groepsset wielvoertuigen

- + Nee Nee

3940- 12-339-0611 Hijsketting 4 sprong, voor Leo II en Bergingstank + - Ja Ja

3940- 12-339-1293 Hijsgereedschap elevatie-inrichting PRTL. WLL 0,15 t + - Ja Nee

3940- 12-339-6967 Hijsoog/sjoroog, demonteerbaar. Cpl. met bout M 16. WLL 1 t + - Ja Ja Indien wordt gebruikt als hijsoog.

3940- 12-340-2102 Adapter voor zwenrollenbok Leopard BPz 3, WLL 210 kg + - Ja Nee Indien certificaat vermist, aanbieden ter certificering met hijsjuk 3940-12-369-4874

3940- 12-340-2103 Hijsadapter voor pompaandrijving Leopard BPz 3, WLL 210 kg + - Ja Nee Indien certificaat vermist, aanbieden ter certificering met hijsjuk 3940-12-369-4874

3940- 12-340-2106 Adapter voor steuncilinder Leopard BPz 3, WLL 50 kg + - Ja Nee Indien certificaat vermist, aanbieden ter certificering met hijsjuk 3940-12-369-4874

3940- 12-340-2107 HIJSPIJP met 2 flensen, voor kraanarm Leopard BPz 3, WLL 3,75 t

+ - Ja Nee Indien certificaat vermist, aanbieden ter certificering met hijsjuk 0000-KL-113-3249

3940- 12-340-2108 Hijsgereedschap voor Leopard BPz 3, v/draaiconsole draaiarm (rechts), WLL 1,47 t

+ - Ja Nee Indien certificaat vermist, aanbieden ter certificering met hijsjuk 0000-KL-113-3249

3940- 12-340-2109 Hijsgereedschap voor Leopard BPz 3, v/draaiconsole draaiarm (links), WLL 1,47 t

+ - Ja Nee Indien certificaat vermist, aanbieden ter certificering met hijsjuk 0000-KL-113-3249

Blz 10-10

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

3940- 12-340-2110 Hijsplaat (rechts) voor kraanarm m/hijslier, Leopard BPz, WLL

1t + - Ja Nee Indien certificaat vermist, aanbieden ter certificering

met hijsjuk 0000-KL-113-3249 3940- 12-340-2111 Hijsplaat (links) voor kraanarm m/hijslier, Leopard BPz, WLL 1 t + - Ja Nee Indien certificaat vermist, aanbieden ter certificering

met hijsjuk 0000-KL-113-3249 3940- 12-340-2282 Hijsadapter voor hijslier, Leopard BPz 3, WLL 220 kg + - Ja Nee Indien certificaat vermist, aanbieden ter certificering

met hijsjuk 3940-12-369-4874 4910- 12-340-3139 Hijsjuk / draaiinrichting, cpl, voor Leopard BPz 3, WLL 400 kg + - Ja Nee Let op: wel periodiek aanbieden de hijsogen,

NSN 3940-12-327-1071 4010- 12-340-7061 Staalkabel t.b.v. Liebherr kraan + - Ja Nee

3810- 12-341-1493 Boordkraan Leo II A5, WLL 200 kg + - Ja Ja

3940- 12-341-5250 Hijsband, eindloos, Leo II berging, WLL 20 t, l 4,5 m + - Ja Nee Alleen in gebruik bij het IBL

4910- 12-340-3139 Steunbok BPz 3 - + Nee Nee

4030- 12-341-8354 Harpsluiting, speciaal, voor Bergingstank 600 kN, 70 t - + Nee Ja

3815- 12-342-0021 Takelblok 2 schijfs met haak voor Liebherr FKM, WLL 20 t + - Ja Ja

4030- 12-342-6125 Hijshaak met oog en haakklep voor het bevestigen van sjorbanden op NS wagons

- + Nee Nee

5340- 12-342-7208 Triangel met volgplaat voor het bevestigen van sjorbanden op NS wagons

- + Nee Nee

3940- 12-343-7329 Takelblok enkelschijfs met haak voor Liebherr LTM, WLL 16 t + - Ja Ja

3940- 12-343-7330 Takelblok 3 schijfs met haak voor Liebherr LTM, WLL 32 t + - Ja Ja

3940- 12-344-4504 Hijsketting 3 sprong voor toren Leo II + - Ja Ja

3940- 12-347-1172

Draagbeugel behorend tot samenstel voor PzH2000NL voor hijsen generator en warmtewisselaar, WLL 80 kg

+ - Ja Ja Bij aanbieding voor herkeuring, cpl set aanbieden (NSN 3940-12-347-1172 t/m 3940-12-347-1175)

3940- 12-347-1173

Verlengstuk behorend tot samenstel voor PzH2000NL voor hijsen generator en warmtewisselaar, WLL 80 kg

+ - Ja Ja Bij aanbieding voor herkeuring, cpl set aanbieden (NSN 3940-12-347-1172 t/m 3940-12-347-1175)

3940- 12-347-1174

Adapter behorend tot samenstel voor PzH2000NL voor hijsen warmtewisselaar

+ - Ja Nee Indien certificaat vermist, complete set aanbieden (NSN 3940-12-347-1172 t/m 3940-12-347-1175)

Blz 10-11

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

3940- 12-347-1175 Adapter behorend tot samenstel voor PzH2000NL voor hijsen

generator + - Ja Nee Indien certificaat vermist, complete set aanbieden

(NSN 3940-12-347-1172 t/m 3940-12-347-1175) 5306- 12-347-5405 Oogbout M8, WLL 0,2 t + - Ja Nee I.v.m. lage prijs, niet aanbieden voor herkeuring, maar

vervangen door een nieuw exemplaar 4933- 12-347-7368 Hijsjuk voor affuit Patria + - Ja Nee

5340- 12-348-0272 Hijsoog M12 voor radiateur Patria, WLL 0,75 t + - Ja Ja

5306- 12-348-3235 Oogbout M 24, verdraaibaar, WLL 3,2 t + - Ja Ja Indien wordt gebruikt als hijsoog.

3940- 12-352-9291 Oogbout M 20, verdraaibaar, WLL 2 t + - Ja Ja Indien wordt gebruikt als hijsoog.

5306- 12-353-9334 Oogbout, VRS-M12, verdraaibaar, WLL 750 kg (dwars belasting)

+ - Ja Ja Indien wordt gebruikt als hijsoog.

3940- 12-354-4731 Tractieschijf voor LEO berging, WLL 70 t - + Nee Nee

5306- 12-354-9397 Oogbout M 12, verdraaibaar, legergroen, WLL 750 kg + - Ja Ja Indien wordt gebruikt als hijsoog.

3940- 12-355-3301 Kettingsamenstel voor rijschoolcabine Leo II + - Ja Ja

3950- 12-356-1186 Kettingtakel met ratelhefboom, hijshoogte 3 m, WLL 3 t + - Ja Ja

3940- 12-356-2222 Oogbout VLBG M 10, verdraaibaar, WLL 630 kg + - Ja Ja

4030- 12-357-1246 Hijsoog voor hijsjuk eindaandrijving Leo II A5 / A6 + - Ja Ja

4910- 12-357-2013 Hijsjuk voor eindaandrijving PzH2000NL, WLL 500 kg + - Ja Nee Wel het hijsoog (NSN 4030-12-357-1246) periodiek aanbieden voor keuring

5306- 12-359-7180 Oogbout M 10, verdraaibaar, WLL 400 kg + - Ja Ja

3940- 12-360-2712 Hijsband, eindloos, lengte 4,5 m, WLL 20 t + - Ja Nee

5306- 12-361-0253 Oogbout M 12, verdraaibaar, WLL 750 kg + - Ja Ja Indien wordt gebruikt als hijsoog.

5306- 12-361-7583 Oogbout M 16, verdraaibaar, WLL 1,5 t + - Ja Ja Indien wordt gebruikt als hijsoog.

Blz 10-12

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

3940- 12-362-1160 Oogbout M 16, verdraaibaar, WLL 1,5 t + - Ja Ja Indien wordt gebruikt als hijsoog.

3940- 12-362-1161 Oogbout M 10, verdraaibaar, WLL 500 kg + - Ja Ja Indien wordt gebruikt als hijsoog.

4030- 12-362-5101 Sluiting, D, DBB, WLL 2,5 t + - Ja Nee I.v.m. lage prijs, niet aanbieden voor herkeuring, maar vervangen door een nieuw exemplaar.

5306- 12-362-8073 Oogbout M 8, verdraaibaar, WLL 400 kg + - Ja Ja Indien wordt gebruikt als hijsoog.

3940- 12-363-1737 Hijsband, plat met verstevigde eindlussen, L = 1,2 m, WLL 2 t + - Ja Nee

3940- 12-363-1962 Hijsband, rondstrop, 2 laags, L=4 m, WLL 8 t + - Ja Nee

4910- 12-366-7721 Hijsjuk voor krachtbron PzH2000NL + - Ja Ja

3940- 12-366-9691 Hijsset, loop- en spanwielarm van PzH2000NL, WLL 150 kg + - Ja Ja Complete samenstel aanbieden ter keuring

3940- 12-367-0475 Adapter voor hijsen krachtbronluik PzH2000NL, WLL 400 kg + - Ja Ja

2520- 12-368-8118 Adapter, radgetriebe, Fennek, WLL 146 kg + - Ja Nee Indien certificaat vermist, aanbieden ter certificering i.c.m. hijsjuk 3940-12-375-1484

5306- 12-368-8149 Oogbout, speciaal, M12, m/aansluitbus, verdraaibaar, WLL 30 kg

+ - Ja Ja

2520- 12-368-8150 Adapter, winkelgetriebe, Fennek, WLL 53 kg + - Ja Nee Indien certificaat vermist, aanbieden ter certificering i.c.m. hijsjuk 3940-12-375-1484

4910- 12-368-8236 Adapter, drehstabfeder, Fennek, WLL 80 kg + - Ja Nee Indien certificaat vermist, aanbieden ter certificering i.c.m. hijsjuk 3940-12-375-1484

3940- 12-368-9016 Hijsjuk pneumatisch, voor ruiten Fennek, WLL 140 kg + - Ja Ja Pneumatisch hijsgereedschap dient jaarlijks te worden aangeboden voor keuring

3940- 12-369-4874 Hijsjuksamenstel voor diverse componenten Leopard BPz 3, WLL 250 kg

+ - Ja Nee Complete hijsjuksamenstel dient van een certificaat te zijn voorzien

3940- 12-369-5047 Kettingsamenstel, 4-sprong, WLL (0-45º) 3,15 t + - Ja Ja

3940- 12-373-7258 Kettingsamenstel, 3-sprong met spanners, WLL (0-45º) 3,15 t voor gebruik bij Fennek

+ - Ja Ja

3940- 12-374-3416 Hijsband, eindloos, plat, l = 1 m, WLL 500 kg + - Ja Nee

Blz 10-13

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

3940- 12-375-1484

Hijsjuk, diverse componenten Fennek, WLL 250 kg + - Ja Nee

3940- 14-548-8033 Hijsjuk onbemand vliegtuig, WLL 3 t + - Ja Ja

4010- 17-003-6191 Staalkabelsamenstel, enkelvoudig met 2 eindschalmen en haak, ø 16 mm, WLL 3 t

+ - Ja Ja

4010- 17-003-6192 Staalkabelsamenstel, 18 mm, l = 80 m voor afmeren en slepen van rijksvaartuigen

- + Ja Nee Voorzien van certificaat i.v.m. eisen Veiligheidsbesluit Stuwadoorswet

1015- 17-009-7929 Kettingsamenstel voor grondplaat mortier

- + Nee Nee

3940- 17-017-8848 Touwtakelblok, enkelschijfs voor touw Ø 26 mm + + Nee Nee

3940- 17-017-8849 Touwtakelblok, tweeschijfs voor touw Ø 26 mm + + Nee Nee

3940- 17-017-8864 Touwtakelblok, drieschijfs voor touw Ø 26 mm + + Nee Nee

3950- 17-026-2198 Kettingtakel met ratelhefboom, hijshoogte 3 m, WLL 3 t + + Ja Ja

4030- 17-029-2163 Sluiting D (DMB). Beugel 27, bout 30, wijd 42 mm, WLL 4 t - + Nee Nee Niet geschikt voor hijsdoeleinden

4933- 17-034-8067 Hijshaak voor mondingsrem M109, WLL 225 kg + - Ja Nee

5985- 17-037-8589 Kabel staaldraad, Ø 4 mm. L 5,5 m, voor antennemast AS 4325 - + Nee Nee

4010- 17-037-8590 Staalkabelsamenstel Ø 1,9 mm, L 43,3 m voor tuien van antennemast AS 4325

- + Nee Nee

4010- 17-050-2391 Kettingsamenstel enkelvoudig, schalmmaat 16 mm, WLL 8 t + - Ja Ja

3940- 17-050-2752 Hijsband met triangelcombinatie, bandbreedte 50 mm, lengte ca 2,4 m. WLL 1 t (direct)

+ - Ja Ja I.v.m. triangelcombinatie, periodiek keuren

5340- 17-050-6224 Sjorband, 2 delig. Bandbreedte 50 mm, lengte ca 5,3 m, speciaal voor DAF laadvloer

- + Nee Nee

4910- 17-050-6514 Hijsjuk voor krachtbron M 109, WLL 2,5 t + - Ja Ja

3940- 17-050-8701 Hijsjuk voor koepel YPR, WLL 1,5 t + - Ja Ja

Blz 10-14

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

3990- 17-050-8901 Hijsuitrusting voor zware Liebherr hijskraan + - Ja Ja Alleen uit de uitrusting de betreffende componenten

selecteren. 3940- 17-051-2559 Hijsjuk voor cabine DAF 4440/4442. WLL 1 t + - Ja Nee

3940- 17-051-5650 Hijsband, eindloos, lengte 2,5 m, WLL 3 t (direct) + - Ja Nee

3940- 17-051-5651 Hijsband met triangelcombinatie, WLL 1 t (direct) + - Ja Ja I.v.m. triangelcombinatie, periodiek keuren

4030- 17-051-5660 Sluiting, harp HBB beugel 13, bout 16, wijd 22 mm, WLL 2 t + - Ja Zie → Periodieke keuring afhankelijk van indeling. Indien herkeuring geschiedt i.c.m. meerdere componenten, gewoon herkeuren. Bij “losse” keuring niet aanbieden ter kering i.v.m. lage prijs, maar vervangen door nieuw.

4030- 17-051-5661 Sluiting, harp HBB beugel 25, bout 28, wijd 43 mm, WLL 8,5 t + - Ja Ja

4030- 17-051-5662 Sluiting, harp HBB beugel 22, bout 25, wijd 36 mm, WLL 6,5 t + - Ja Ja

4030- 17-051-5663 Sluiting, harp HBB beugel 32, bout 35, wijd 51 mm, WLL 12 t + - Ja Ja

4030- 17-051-5664 Sluiting, harp HBB beugel 19, bout 19, wijd 31 mm, WLL 4,7 t + - Ja Ja

4030- 17-051-5665 Sluiting, harp HBB beugel 16, bout 19, wijd 26 mm, WLL 3,25 t + - Ja Ja

4030- 17-051-5666 Sluiting, harp HBB beugel 11, bout 13, wijd 18 mm, WLL 1,5 t + - Ja Zie → Periodieke keuring afhankelijk van indeling. Indien herkeuring geschiedt i.c.m. meerdere componenten, gewoon herkeuren. Bij “losse” keuring niet aanbieden ter kering i.v.m. lage prijs, maar vervangen door nieuw.

3940- 17-051-5815 Hijsoog voor de- en monteren kraanconsole Leo berging + - Nee Nee I.v.m. eenvoud van artikel is geen certificaat benodigd

3950- 17-051-7317 Kettingtakel met ratelhefboom, hijshoogte 1,5 m, WLL 750 kg + + Ja Ja

4010- 17-051-8267 Kettingsamenstel enkelvoudig, voor achterdeur YPR 806 - + Nee Nee

3940- 17-051-8578 Hijsjuk eindaandrijving M 113/YPR + - Ja Nee

3940- 17-051-9880 Hijsjuk voor krachtbron M113/YPR. WLL 850 kg + - Ja Ja

5340- 17-052-2111 Sjorband, 2 delig, bandbreedte 50 mm, lengte ca 10,5 m - + Nee Nee

Blz 10-15

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

5340- 17-052-2113 Sjorband, 2 delig, bandbreedte 50 mm, lengte ca 6,7 m - + Nee Nee

5340- 17-052-3162 Sjorband, 2 delig , bandbreedte 50 mm, lengte ca 6,7 m - + Nee Nee

4910- 17-052-4090 Hijsjuk munitierek M109 + - Ja Nee

3950- 17-052-4473 Driepoot hijsuitrusting voor hydraulische pennenpers + - Nee Nee

5180- 17-052-5265 Hijsgereedschap zoekantenne-aandrijving PRTL + - Nee Nee

5180- 17-052-5266 Hijsgereedschap reflectorantenne PRTL + - Nee Nee

5180- 17-052-5267 Hijsgereedschap zender/ontvanger PRTL + - Nee Nee

3940- 17-052-5504 Hulpsleepbalk YBZ 3300, voor bevestiging aan chassis bij berging

- + Nee Nee

2590- 17-052-5745 Hijshaak, draaibaar, met rem voor ALK + - Ja Ja

3940- 17-052-8713 Hijsjuk met 6 draagstangen, voor munitie overslag + - Ja Nee

3940- 17-052-8889 Hijsjuk voor motorkap 20 kW aggregaat. WLL 500 kg + - Ja Ja

3940- 17-053-6735 Hijsband, eindloos, lengte 3 m, WLL 6 t (direct) + - Ja Nee

3940- 17-053-7638 Hijsjuk voor vouwbrugdelen, lengte ca 7 m, WLL 6 t + - Ja Ja

4010- 17-054-0771 Eindschalm, dikte 26 mm, WLL 8 t + - Ja Ja

3815- 17-054-1712 Hydraulische tweeschalengrijper Hiab + - Ja Ja Niet aanbieden, apart contract

3940- 17-054-1714 Hijsjuk met kettingen voor lanceerplatform PRAT, WLL 800 kg + - Ja Ja

3940- 17-054-2194 Hydraulische overslagklem Hiab + - Ja Ja Niet aanbieden, apart contract

3940- 17-054-2338 Hijsband, eindloos, lengte 2 m, WLL 1 t (direct) + - Ja Nee

Blz 10-16

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

4010- 17-054-4236 Staalkabelsamenstel enkelvoudig, voor handlier op

aanhangwagen vorkheftrukvervoer - + Nee Nee

4010- 17-054-6722 Staalkabelsamenstel enkelvoudig, met gaffel, grondanker kabel Ø 16 mm

- + Nee Nee

3950- 17-054-7005 Portaalkraan, verrijdbaar, cpl. Met takel, WLL 1,5 t + - Ja Ja Niet aanbieden, apart contract

3950- 17-054-7006 Kettingtakel loopkatcombinatie voor portaalkraan, WLL 1,5 t + - Ja Ja Niet aanbieden, apart contract

3940- 17-054-7638 Kettingsamenstel 4 sprong voor vouwbrugdelen + - Ja Ja

4020- 17-055-0785 Touwsamenstel enkelvoudig, met 2 karabijnhaken, geleidetouw voor hijsen

- + Nee Nee

3940- 17-055-1032 Hijsjuk voor motor DAF 2300 serie, WLL 1,5 t + - Ja Ja

3950- 17-055-1774 Universele op- en afzetinstallatie voor shelters + - Ja Nee

3950- 17-055-1941 Kettingtakel voor VBD shelters, hijshoogte ca 4 m, WLL 500 kg + - Ja Ja

3940- 17-055-2161 Staaldraadtrekuitrusting, trekkracht 30 kN + + Ja Ja Alleen uit de uitrusting de betreffende componenten selecteren.

4010- 17-055-2966 Staalkabelsamenstel enkelvoudig, met zelfsluitende haak, lengte 20 m, ø 16,1 mm, WLL 3,2 t voor staaldraadtrekapparaat

- + Nee Nee

4010- 17-055-2967 Kettingsamenstel enkelvoudig, sleepketting met haak, schalmmaat 10 mm, lengte 4,4 m, WLL 5,5 t voor staaldraadtakel

- + Nee Nee

3950- 17-055-2968 Staaldraadtrekapparaat, WLL 3 t + - Ja Ja Jaarlijks aanbieden ter keuring

3940- 17-055-8668 Takelblok met haak, voor hijsen vouwbrug delen, WLL 9 t + - Ja Ja

5340- 17-056-0012 Hydraulische overslagklem, Hiab + - Ja Ja Niet aanbieden, apart contract

4030- 17-056-2445 Hijshaak met gaffel, WLL 8 t + - Ja Ja

3940- 17-056-2800 Hijsjuk voor spiegelkop (WBDRW) op YPR 765, WLL 35 kg + - Nee Nee Geen certificaat benodigd i.v.m. lage WLL

3940- 17-056-4689 Hijs /sjorband met karabijnhaak, lengte ca 0,85 m voor Fascine YPR

+ - Ja Nee Niet periodiek aanbieden voor keuring i.v.m. geringe aanschafprijs. Vervangen door nieuw artikel

Blz 10-17

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

3950- 17-100-1603 Portaalkraan, verrijdbaar, WLL 0,75 t + - Ja Ja Niet aanbieden, apart contract.

3950- 17-100-1604 Portaalkraan, verrijdbaar, WLL 1,5 t + - Ja Ja Niet aanbieden, apart contract.

3940- 17-100-2386 Hijsjuk voor PRAT (TOW) cpl met koepelluik + - Ja Ja

4030- 17-100-2755 Sluiting D. Beugel 19, bout 22, wijd 31 mm, WLL 4,75 t + - Ja Ja

3950- 17-100-3412 Portaalkraan, verrijdbaar, WLL 1,5 t + - Ja Ja Niet aanbieden, apart contract.

3940- 17-100-5177 Hijsband, 2 sprong, met ongelijke parten, voor hijsen vouwbrug + - Ja Ja I.v.m. kettingwerkcomponenten, periodiek keuren

4910- 17-100-7923 Staalkabelsamenstel 3 sprong, voor oa versnbak en motor M vtgn

+ - Ja Ja

3940- 17-100-8275 Staalkabelsamenstel 4 sprong, voor oa motor M109 + - Ja Ja

3940- 17-100-8684 Kettingsamenstel 3 sprong, voor afdekking Leo Berging/Genie + - Ja Ja

4010- 17-100-9535 Hijsjuk Leo 1 + - Ja Ja

4030- 17-101-4215 Sluiting, harp DVB, beugel 19, bout 22, wijd 31 mm, WLL 4,7 t - + Nee Nee

3940- 17-101-7214 Hijsjuk voor eindaandrijving M 109 + - Ja Nee

4030- 17-101-7627 Sluiting, harp HMB, beugel 16, bout 19, wijd 26 mm. WLL 3,2 t + - Ja Ja

4030- 17-101-7629 Lasthaak t.b.v. Hiab (V)ALK zonder rem + - Nee Nee Alleen cpl. Haak met rem (2590-17-052-5745) aanbieden voor keuring

3990- 17-101-7953 Spanapparaat, haak/haak, L max 3,5 m, max trekkracht 12,5 t - + Nee Ja

3940- 17-101-9052 Kettingsamenstel 4 sprong, met spanschroeven, schalmmaat 10 mm

+ - Ja Ja

3990- 17-101-9767 Sjorband, 2 delig, bandbreedte 50 mm (voor AHW vorkheftruck) - + Nee Nee

3990- 17-101-9768 Eindschalm A36, WLL 16,7 t + - Ja Ja

Blz 10-18

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

4030- 17-102-2919 Sluiting, harp, HBB, beugel 11, bout 13, wijd 18 mm, WLL 1,5 - + Nee Nee

3940- 17-102-3176 Hijsjuk voor aandrijfgroep uit de boot bruggenbouw + - Ja Ja

4030- 17-102-3654 Sluiting, harp HMB, beugel 25, bout 28, wijd 43 mm, WLL 8,5 t - + Nee Nee

3950- 17-102-4346 Kettingtakel met ratelhefboom, hijshoogte 1,5 m, WLL 1,5 t + + Ja Ja

4030- 17-102-4347 Sluiting D, beugel 13, bout 16, wijd 21 mm, WLL 3,2 t + - Ja Ja

3940- 17-102-4348 Hijsband, eindloos, lengte 1 m, WLL 1 t (direct) + - Ja Nee

3950- 17-102-4467 Kettingtakel met ratelhefboom, hijshoogte 1 m, WLL 6 t + + Ja Ja

4933- 17-102-4485 Terugtrekhulpstuk M 114/109, WLL 7 t - + Ja Nee

3950- 17-102-4742 Kettingtakel met ratelhefboom, hijshoogte 1,5 m, WLL 3 t + + Ja Ja

4030- 17-102-4743 Sluiting D, beugel 17, bout 20, wijd 27 mm, WLL 5,4 t + - Ja Ja

3940- 17-102-4744 Hijsband, eindloos, lengte 2 m, WLL 6 t (direct) + - Ja Nee

3950- 17-102-6490 Werkplaatskraan, verrijdbaar, WLL 1 t + - Ja Ja

3950- 17-102-6652 Werkplaatskraan, verrijdbaar, WLL 2,5 t + - Ja Ja

4010- 17-102-8531 Kettingsamenstel enkelvoudig met inkorthaak, voor hydraulische pers- en trekuitr

- + Nee Nee

3940- 17-103-6274 Staalkabelsamenstel 4 sprong, voor hoofdlierinstallatie LEO berging

+ - Ja Ja

4010- 17-103-7281 Kettingsamenstel 2 sprong, met speciale haken voor vouwbrugdelen

- + Nee Nee

3940- 17-103-8679 Staalkabelsamenstel 3 sprong, voor toren GBD-A05 op M113 + - Ja Ja

4030- 17-104-2497 Hijshaak met oog en haakklep, hijskabel YGZ, WLL 5,3 t + - Ja Ja

Blz 10-19

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

4010- 17-104-3804 Kettingsamenstel enkelvoudig, voor grondankers - + Nee Nee

3940- 17-104-4888 Hijsband, eindloos, lengte 2 m, WLL 2 t (direct) + - Ja Nee

3940- 17-104-4895 Hijsband, eindloos, lengte 4 m, WLL 3 t (direct) + - Ja Nee

3940- 17-104-4896 Hijsband, eindloos, lengte 1,5 m, WLL 4 t (direct) + - Ja Nee

3940- 17-104-4904 Hijsband, eindloos, lengte 4 m, WLL 4 t (direct) + - Ja Nee

3940- 17-104-4905 Hijsband, eindloos, lengte 4 m, WLL 6 t (direct) + - Ja Nee

3940- 17-104-4906 Hijsband, eindloos, lengte 2 m, WLL 8 t (direct) + - Ja Nee

3940- 17-104-4907 Hijsband, eindloos, lengte 3 m, WLL 8 t (direct) + - Ja Nee

4030- 17-104-4916 Sluiting DBB, beugel 7 mm, bout 8 mm, wijd 11 mm, WLL 0,25 t - + Nee Nee

4030- 17-104-4935 Sluiting DBB, beugel 24 mm, bout 27 mm, wijd 38 mm, WLL 3,15 t

- + Nee Nee

4030- 17-104-4967 Sluiting DMB, beugel mm, bout 27 mm, wijd 38 mm, WLL 3,15 t - + Nee Nee

3940- 17-104-5475 Hijshulpstuk voor spanarm LEO 1, WLL 0,2 t + - Ja Nee

4030- 17-104-6534 Sluiting D, beugel 25, bout 28, wijd 43 mm, WLL 8,5 t - + Nee Nee

5306- 17-104-6635 Oogbout, M6 - + Nee Nee

3940- 17-105-0177 Hijsband, eindloos, lengte 8 m, WLL 3 t (direct) + - Ja Nee

3940- 17-105-0178 Hijsband, eindloos, lengte 2 m, WLL 10 t (direct) + - Ja Nee

3940- 17-105-0179 Hijsband, eindloos, lengte 6 m, WLL 10 t (direct) + - Ja Nee

3940- 17-105-0180 Kettingsamenstel 4 sprong, partlengte ca 2 m, schalmmaat 13 mm

+ - Ja Ja

Blz 10-20

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

4010- 17-105-0181 Kettingsamenstel enkelvoudig, sjorketting, schalmmaat 8 mm - + Nee Nee

4030- 17-105-0182 Sluiting, harp HBB, beugel 45, bout 50, wijd 74 mm, WLL 25 t + - Ja Ja

4030- 17-105-0183 Sluiting, harp HBB, beugel 38, bout 42, wijd 60 mm, WLL 17 t + - Ja Ja

4010- 17-105-0184 Eindschalm Ø 45 mm, wijd 180, lengte inw 340 mm, WLL 25,2 t + - Ja Ja

4010- 17-105-0185 Eindschalm Ø 13 mm, wijd 60, lengte inw. 110 mm, WLL 1,4 t + - Ja Ja

3940- 17-105-0535 Driehoeksplaat, WLL 0-45o = 21,2 t van 45-60o = 15 t + + Ja Ja

3940- 17-105-1307 Hijsband, eindloos, lengte ca 1 m, WLL 3 t (direct) + - Ja Nee

5340- 17-105-4407 Sjorband, 2 delig, bandbreedte 50 mm, lengte ca. 2,5 m - + Nee Nee

3940- 17-105-4524 Kettingsamenstel 2 sprong, met zelfsluitende haken + - Ja Ja

4010- 17-105-6104 Kettingsamenstel 3 sprong, schalmmaat 6 mm, WLL 2,4 t bij 45º

+ - Ja Ja

2540- 17-105-7253 Sleepstangsamenstel, wielvoertuigen, lange uitvoering - + Nee Nee

4010- 17-105-7436 Kettingsamenstel enkelvoudig, met 2 haken (veiligheidsketting) - + Nee Nee

5340- 17-105-8058 Hijsjuk t.b.v. cilinderkoppen YBZ en YWZ 3300 + - Ja Ja

4030- 17-105-8518 Sluiting D, beugel 34, bout 39, wijd 53 mm, WLL 20 t + - Ja Ja

4030- 17-105-8519 Sluiting D, beugel 24, bout 27, wijd 38 mm, WLL 19 t + - Ja Ja

4010- 17-106-0723 Staalkabelsamenstel MV, voor “Upper platform” 40 L 70, WLL 3 t

+ - Ja Ja

3940- 17-106-1015 Kettingsamenstel 2 sprong, met hijshaken, lengte ca 1 m + - Ja Ja

3940- 17-106-1234 Kettingsamenstel 2 sprong, met hijshaken, lengte ca 2 m + - Ja Ja

Blz 10-21

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

3940- 17-106-1361 Hijsband, eindloos, lengte ca 5 m, WLL 8 t (direct) + - Ja Nee

4020- 17-106-2623 Sleepkabel voor slepen lichte wielvoertuigen - + Nee Nee

3940- 17-106-4058 Tractieschijf voor bergingslier YBZ 3300, Ø 22 mm, WLL 40 t - + Nee Nee

3940- 17-106-5816 Kettingsamenstel 2 sprong, inkortbaar, met grote eindschalm + - Ja Ja

4010- 17-106-5817 Kettingsamenstel enkelvoudig, voorloper met zelfsluitende haak WLL 8 t

+ - Ja Ja

4010- 17-106-5818 Kettingsamenstel enkelvoudig, met eindschalm en haak, lengte ca 4 m, WLL 10 t

+ - Ja Ja

5340- 17-106-5823 Sjorband, 2 delig, bandbreedte 50 mm, bandlengte 0,75 m, met speciale bevestigingsfittingen voor laadvloer YBZ 3300

- + Nee Nee

5340- 17-106-6154 Hijsoog voor hijsjuk TPZ + - Ja Ja

4010- 17-106-7531 Sling Single Leg, speciaal helitransport, WLL 7,5 t + - Ja Ja Volgens AESP richtlijnen.

4010- 17-106-7532 Kettingsamenstel enkelvoudig, met 1inkorthaak, speciaal helitransport

+ - Ja Ja Volgens AESP richtlijnen.

4010- 17-106-7533 Kettingsamenstel enkelvoudig, met 2 inkorthaken, speciaal helitransport

+ - Ja Ja Volgens AESP richtlijnen.

4010- 17-106-7534 Sling single leg, bandlengte 2 m, speciaal helitransport, WLL 5 t.

+ - Ja Ja Volgens AESP richtlijnen.

4010- 17-106-7535 Sling single leg, bandlengte 5 m, speciaal helitransport, WLL 5 t.

+ - Ja Ja Volgens AESP richtlijnen.

4010- 17-106-7536 Sling single leg, bandlengte 5 m, speciaal helitransport, WLL 11,6 t

+ - Ja Ja Volgens AESP richtlijnen.

4010- 17-106-7559 Sling multiple leg, 4 sprongsamenstel, speciaal helitransport + - Ja Ja Volgens AESP richtlijnen.

2540- 17-106-8008 Afsleepbalk, cpl. motorvoertuigen - + Nee Nee

4030- 17-106-9117 Sluiting, harp HBB, beugel 38, bout 42, wijd 60 mm, WLL 17 t - + Nee Nee

Blz 10-22

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

3940- 17-106-9118 Hijsband, eindloos, lengte ca 6 m, WLL 15 t (direct) + - Ja Nee

3940- 17-107-3282 Hijsbalk, cabine met airco (OMW) + - Ja Nee

5340- 17-107-5101 Sjorband met haak, voor Faschine YPR, lengte ca 0,45 m - + Nee Nee Geen certificaat benodigd daar er geen hijswerkzaamheden mee worden uitgevoerd.

5340- 17-107-5102 Sjorband met haak, voor Faschine YPR, lengte ca 1,75 m - + Nee Nee Geen certificaat benodigd daar er geen hijswerkzaamheden mee worden uitgevoerd.

4030- 17-107-5103 Hijshaak met klep, in D sluiting (voor lierkabel BMC Werklust) - + Nee Nee

3940- 17-107-9324 Takelblok YBZ 3300 + - Ja Ja

5340- 17-108-0112 Sjorband, 2 delig, bandbreedte 75 mm, bandlengte 3,5 m, LC 10.000 daN met ratel en wartelhaken

- + Nee Nee

3815- 17-108-5521 Hydraulische poliepgrijper + - Ja Ja Aanbieden via apart contract

4010- 17-108-9247 Lierkabel VAU YBZ 3300 - + Nee Nee

1670- 17-109-0358 HUSLE uitrusting voor 20 kW aggregaat + - Ja Ja Alleen uit de uitrusting de betreffende componenten selecteren.

5340- 17-109-2232 Hijsband, speciaal, voor hijsen kabels bij mastinstallatie en straalverb. station

+ - Ja Ja

3940- 17-109-6427 Hijsjuk voor 20 ft containers met vaste parten, WLL 24 t + - Ja Ja

3940- 17-109-6428 Basis hijsjuk met kettingen voor 20 en 40 ft containers, WLL 24 t

+ - Ja Ja

3990- 17-109-8644 Hijsuitrusting voor hijskraan Liebherr LTM + - Ja Ja Alleen uit de uitrusting de betreffende componenten selecteren

4010- 17-109-8720 Voorloper met eindschalm, WLL 31,5 t + - Ja Ja

4010- 17-109-8721 Voorloper met eindschalm, WLL 15 t + - Ja Ja

4010- 17-109-8722 Kettingsamenstel 2 sprong, met inkorthaken, WLL 14 t bij 45o + - Ja Ja

4010- 17-109-8723 Kettingsamenstel enkelvoudig, verlengketting, lengte 4 m. WLL 10 t

+ - Ja Ja

Blz 10-23

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

4010- 17-109-8724 Kettingsamenstel enkelvoudig met hijshaak, kort model, WLL

10 t + - Ja Ja

4010- 17-109-8725 Kettingsamenstel enkelvoudig, reduceerketting van 16 naar 13 mm WLL 6,5 t

+ - Ja Ja

4010- 17-109-8726 Kettingsamenstel, enkelvoudig, stropketting, lengte 2 m, WLL 8 t, gestropt 6,4 t

+ - Ja Ja

4010- 17-109-8727 Kettingsamenstel stropketting, lengte 2 m, WLL 3,2 t, gestropt 2,5 t

+ - Ja Ja

4020- 17-109-8749 Touwsamenstel geleide touw bij hijsdoeleinden, lengte 10 meter - + Nee Nee

5340- 17-110-2064 Sjorband 1 delig, bandbreedte 50 mm, werklengte 4,5 m, met triangel en haak, toelaatbare trekkracht 5 t

- + Nee Ja Periodiek aanbieden i.v.m. treintransport

5340- 17-110-2065 Sjorband 1 delig, bandbreedte 75 mm, werklengte 4,5 m, met triangel en haak, toelaatbare trekkracht 10 t

- + Nee Ja Periodiek aanbieden i.v.m. treintransport

4030- 17-110-5019 Sluiting, harp HBB beugel 16, bout 19, wijd 26 mm, WLL 3,25 t - + Nee Nee

4010- 17-110-7638 Lierkabel, brugslaglier DAF YGZ 2300 + + Ja Nee

4030- 17-111-5896 Sluiting, harp HBB, beugel 35, bout 38, wijd 57 mm, WLL 13,5 t + - Ja Ja

3940- 17-111-7923 Staalkabelsamenstel, 2 sprong voor motor MB 290, WLL 630 kg + - Ja Nee

4910- 17-111-8779 Staalkabelsamenstel 3 sprong, met spanschroef, WLL 2,1 t bij 45o

+ - Ja Ja

4910- 17-112-0581 Hijsjuk voor hijsen voor- of achterzijde PATRIA, WLL 12 t + - Ja Ja

4910- 17-112-0582 Hijsjuk voor hijsen aandrijfunit PATRIA, WLL 2 t + - Ja Ja

5120- 17-112-0583 Ketting 3 sprong, voor de- en monteren motorluik PATRIA + - Ja Ja

5120- 17-112-0584 Ketting 3 sprong, voor de- en monteren airco PATRIA + - Ja Ja

5120- 17-112-0585 Ketting 4 sprong, voor de- en monteren koelunit PATRIA + - Ja Ja

5120- 17-112-0591 Ketting 3 sprong, voor de- en monteren radiateur PATRIA + - Ja Ja

Blz 10-24

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

3910- 17-112-2743 Hijsarm voor 25 mm kanon op YPR, WLL 90 kg + - Ja Nee

4030- 17-112-4517 Sluiting, harp HMB, beugel 28, bout 32, wijd 47 mm, WLL 9,5 t - + Nee Nee

4030- 17-112-4520 Sluiting, harp HBB, beugel 22, bout 25, wijd 36 mm, WLL 6,5 t - + Nee Nee

5120- 17-112-6749 Hijsjuk voor losnemen transmissie van de motor, PATRIA, WLL 0,4 t

+ - Ja Nee

5340- 17-113-0880 Sjorband, munitiepallets - + Nee Nee

3940- 17-113-2496 Hijsjuk 20 ft containers, WLL 25 t + - Ja Ja Alleen de harpsluitingen (0000-KL-130-2185) dienen voor periodieke keuring te worden aangeboden

5340- 17-113-4386 Sjorband, Container Genie Constructie - + Nee Nee

5340- 17-113-4387 Sjorband, Container Genie Constructie - + Nee Nee

4030- 17-113-5922 Sluiting, voor sjorren van Patria - + Nee Nee Artikel loopt over naar NSN 4030-17-112-4517

4030- 17-113-6084 Platenklem horizontaal, WLL 1,5 t per stuk + - Ja Ja Keuringsfrequentie 1 x per jaar

4030- 17-113-7037 Sluiting, harp HMB beugel 22 mm, bout 25 mm, wijd 36 mm. WLL 6,5 t

- + Nee Nee

2920- 17-115-3774 Sjorband, 1 delig, met ratelgesp met brede handgreep, bandbreedte 35 mm, lengte 2 meter, LC 2000 daN, voor. meeneemvorkheftruck op aanhangwagen

- + Nee Nee

4030- 17-116-3216 Sluiting, harp HMB beugel 22 mm, bout 25 mm, wijd 36 mm. WLL 6,5 t

+ - Ja Ja O.a. toegepast op kraanboom Werklust

3930- 17-116-3519 Kraanarm, vorkheftruck, Jungheinrich 25 kN + - Nee Ja Geen apart certificaat. Keuring geschiedt tezamen met keuring van heftruck. Certificaat is geldig voor complete samenstel

4010- 17-116-9931 Kettingsamenstel, enkelvoudig, met containerhaak + - Ja Ja

3940- 17-117-7459 Hijsband, plat, WLL 1,5 t, werklengte 4 m + - Ja Nee Behoort bij ALK

3940- 17-117-7460 Hijsband, plat, WLL 1,5 t, werklengte 6 m + - Ja Nee Behoort bij ALK

Blz 10-25

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

5340- 17-117-8377 Sjorband, 2 delig, bandbreedte 35 mm, werklengte 7,5 m met

spanmechanisme en 2 wartelhaken - + Nee Nee

4030- 17-117-9720 Sluiting, harp, HBB, beugel 25 mm, bout 28 mm, wijd 43 mm, WLL 8,5 t

- + Nee Nee

4030- 17-117-9721 Sluiting, harp, HBB, beugel 28 mm, bout 32 mm, wijd 47 mm, WLL 9,5 t

- + Nee Nee

4030- 17-117-9722 Ooghaak - + Nee Nee

4010- 17-117-9723 Schalm, eind - + Nee Nee

3940- 17-117-9724 Strop, eindloos (VEM Fennek) - + Nee Nee

3950- 17-118-2801 Hijsuitrusting, Werklust + - Ja Ja Alleen uit de uitrusting de betreffende componenten selecteren

3950- 17-118-2802 Hijsuitrusting, waterboor + - Ja Ja Alleen uit de uitrusting de betreffende componenten selecteren

5340- 17-118-3014 Sjorband, Broshuis oplegger, oprijklep - + Nee Nee Geen bevoorradingsartikel

5340- 17-118-3017 Sjorband, Broshuis oplegger, lengte 1,5 m - + Nee Nee Geen bevoorradingsartikel

5340- 17-118-3018 Sjorband, Broshuis oplegger, lengte 3 m - + Nee Nee Geen bevoorradingsartikel

5340- 17-118-3019 Sjorband, Broshuis, oplegger, haak/haak, 10 t - + - - Geen bevoorradingsartikel

5340- 17-118-3021 Sjorband, Broshuis oplegger, haak/schalm - + Nee Nee Geen bevoorradingsartikel

5340- 17-118-3022 Sjorband, Broshuis oplegger 400 kN voor opbergen aanslagkeggen

- + Nee Nee Geen bevoorradingsartikel

4010- 17-118-3989 Kettingsamenstel, enkelvoudig, verlengketting + - Ja Ja

1670- 17-118-5649 Roundsling voor HUSLE sling single leg, L 2 m, WLL 2 ton + - Ja Nee Keuring conform KLu contract, voor info: MDTN *06-546-68922

1670- 17-118-5650 Roundsling (met protection en lifex label) voor HUSLE, sling single leg, L 5 m, WLL 5 t.

+ - Ja Nee Keuring conform KLu contract, voor info: MDTN *06-546-68922

1670- 17-118-5663 Wartel samenstel, voor HUSLE, sling single leg, WLL 5 t + - Ja Nee Keuring conform KLu contract, voor info: MDTN *06-546-68922

Blz 10-26

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

1670- 17-118-5667 Lasthaak met klep voor HUSLE, sling single leg, WLL 5 t + - Ja Nee Keuring conform KLu contract, voor info: MDTN *06-

546-68922 1670- 17-118-5669 Verbindingsschalm (coupling roundsling), hijsband, voor

HUSLE, sling single leg, WLL 5 t. + - Ja Nee Keuring conform KLu contract, voor info: MDTN *06-

546-68922 1670- 17-118-5670 Verbindingsschalm (halflink shackle roundsling), hijsband, voor

HUSLE, sling multiple leg, L 3 m, WLL 4,8 t + - Ja Nee Keuring conform KLu contract, voor info: MDTN *06-

546-68922 1670- 17-118-5673 Verbindingsschalm (halflink shackle chain), ketting, voor

HUSLE, sling multiple leg, L 3 m, WLL 4,8 t + - Ja Nee Keuring conform KLu contract, voor info: MDTN *06-

546-68922 1670- 17-118-5676 Topschalm, gesloten (masterlink, closed), voor HUSLE, sling

single leg, 5 t + - Ja Nee Keuring conform KLu contract, voor info: MDTN *06-

546-68922 1670- 17-118-5688 Inkorthaak ketting (hook, forked end) voor HUSLE, sling

multiple leg, L 3 m, WLL 4,8 t + - Ja Nee Keuring conform KLu contract, voor info: MDTN *06-

546-68922 1670- 17-118-5691 Ketting (chain, welded) voor HUSLE, sling multiple leg, L 3 m,

WLL 4,8 t + - Ja Nee Keuring conform KLu contract, voor info: MDTN *06-

546-68922 1670- 17-118-5809 Reparatieset voor inkorthaak GKL 7/8-8 voor HUSLE, sling

multiple leg, L 3 m, WLL 4,8 t + - Ja Nee Keuring conform KLu contract, voor info: MDTN *06-

546-68922 1670- 17-118-5811 Koppelpen set voor closed masterlink en coupling roundsling,

voor HUSLE, sling single leg, WLL 5 t + - Ja Nee Keuring conform KLu contract, voor info: MDTN *06-

546-68922 1670- 17-118-5812 Koppelpen voor inkorthaak 7 mm (pin grooved headless) voor

HUSLE sling multiple leg, L 3 m, WLL 4,8 t + - Ja Nee Keuring conform KLu contract, voor info: MDTN *06-

546-68922 1670- 17-118-5813 Spanstift voor inkorthaak 10 mm (pin, spring) voor HUSLE sling

multiple leg, L 3 m, WLL 4,8 t + - Ja Nee Keuring conform KLu contract, voor info: MDTN *06-

546-68922 1670- 17-118-5649 Roundsling SSL 5 t, 2 m + - Ja Nee Keuring conform KLu contract, voor info: MDTN *06-

546-68922 5120- 17-118-6445 Hijsjuk voor lier, Viking, WLL 150 kg + - Ja Nee

4910- 17-119-0752 Hijsjuk powerpack Patria, WLL 2 t + - Ja Ja

1670- 17-120-0678 Roundsling (met protection en lifex label) voor HUSLE, sling multiple leg, L 3 m, WLL 4,8 t

+ - Ja Nee Keuring conform KLu contract, voor info: MDTN *06-546-68922

4010- 17-121-1108 Lierkabel, Bozena, lengte 30 meter, dia. 11,5 mm, voorzien van ooghaak, talurit geklemd

- + Nee Nee

3940- 17-121-1602 Hijsjuk, powerpack VIKING BVS 10, WLL 900 kg + - Ja Nee

3940 17-121-1628 Sleepband/bergingsstrop WLL 20 t, t.b.v. CV 90 - + Ja Nee Certificaat is aanwezig i.v.m. productienorm. Jaarlijkse inspectie vermelden op certificaat

Blz 10-27

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

3940- 17-122-2461 Sjorband, 2 delig, 25 mm, met zgn. automotive fittingen - + Nee Nee

4010- 17-600-3561 Kettingsamenstel EV, sleepketting met 2 eindschalmen, L ca 4 m, voor slepen van middelzware wielvoertuigen

- + Nee Nee

5120- 17-920-6122 Ketting 4 sprong met gelijke parten, PATRIA + - Ja Ja Wordt vervangen door 3940-12-369-5047

5306- 17-921-9320 Oogbout M8, roestvaststaal t.b.v. hijswerkzaamheden Leo II + - Ja Nee I.v.m. lage prijs, niet aanbieden voor herkeuring, maar vervangen door een nieuw exemplaar.

9999- 25-128-4976 Staalkabel, 1,8 m, 15 ton - + Nee Nee

4010- 25-146-3612 Lierkabel Patria - + Nee Nee

4910- 25-148-9997 Hijsjuk 2 t, om motor te scheiden van frame (PATRIA) + - Ja Ja

1670- 99-130-2398 Quick release coupling + - Ja Ja Volgens AESP richtlijnen

3950- 99-771-6720 Staalkabelsamenstel, EV, minilift, fabrikaat Clark II (NSN 5985-99-780-0758)

- + Nee Nee

5985- 99-780-0758 Staaldraadtakel voor antennemasten (AS 4325) + - Ja Ja Jaarlijks aanbieden ter keuring

5306- 99-917-9031 Hijsoog, VRS M12, WLL 0,75 t + - Ja Ja NSN is equivalent aan 5306-12-353-9334

4010- 99-931-8107 Staalkabelsamenstel enkelvoudig, voor sjorren vouwbrug. Ø 16,1 mm, lengte 24 m

- + Nee Nee

4010- 99-931-8108 Staalkabelsamenstel enkelvoudig, voor sjorren vouwbrug. Ø 16,1 mm, lengte 12 m

- + Nee Nee

5120- 99-931-8137 Staaldraadtrekapparaat WLL 3 t. Fabrikant Tirfor (zonder breekpen)

+ - Ja Ja

5120- 99-549-5667 Hijsgereedschap, Viking, transmissie, WLL 350 kg + - Ja Ja

3950- 99-665-9087 Kettingsamenstel, 3 sprong, Viking, WLL EP 630 kg + - Ja Ja

4910- 99-768-3477 Hijsjuk, powerunit Viking, WLL 900 kg + - Ja Nee

5306- 99-917-9031 Hijsoog,

Blz 10-28

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

1670- 99-977-3349 Sling Single Leg, WLL 11,6 t. Speciaal helitransport + - Ja Ja Volgens AESP richtlijnen

1670- 99-977-5140 Koppelpen, set voor halflink shackle, voor HUSLE, sling multiple leg 3 m, WLL 4,8 t

+ - Ja Nee

KL-051-8572 Hijsjuk, L ca 8 m, WLL 30 t + - Ja Ja

KL-100-2530 Kettingsamenstel 2 sprong, met Clevis D sluitingen + - Ja Ja

KL-100-3966 Kettingsamenstel 18 mm, lier Kögel oplegger - + Nee Nee

KL-100-4741 Hulptrekkabel, bepr. lierinstallaties WLL 27,5 t - + Nee Nee

KL-100-4905 Trekkrachtmeter, capaciteit 500 kg t/m 60 t + + Ja Ja Keuringsfrequentie 1 x per jaar

KL-103-7141 Hijskraan verrijdbaar, fabrikant Siegert, capaciteit 3 t + - Ja Ja

KL-105-9839 Kettingsamenstel 2 sprong, lengte ca 1,2 m, WLL 8 t + - Ja Ja

KL-105-9841 Kettingsamenstel 2 sprong, lengte ca 1,2 m, WLL 5,3 t + - Ja Ja

KL-105-9842 Kettingsamenstel enkelvoudig, lengte ca 1,25 m, WLL 3,15 t + - Ja Ja

KL-105-9843 Kettingsamenstel enkelvoudig, lengte ca 1,25 m, WLL 5,3 t + - Ja Ja

KL-105-9845 Kettingsamenstel 4 sprong, lengte ca 1,2 m, WLL 6,7 t + - Ja Ja

KL-105-9846 Kettingsamenstel 4 sprong, lengte ca 1,2 m, WLL 11,3 t + - Ja Ja

KL-105-9848 Kettingsamenstel 4 sprong, lengte ca 1,25 m, WLL 3,15 t + - Ja Ja

KL-106-8956 Kettingsamenstel enkelvoudig, lengte ca 1,5 m, WLL 1,1 t + - Ja Ja

KL-107-2635 Sleepstangsamenstel, Leopard berging, WLL 56 t - + Nee Nee

KL-107-3736 Hijsuitrusting, universeel. WLL 20 T + - Ja Ja Alleen uit de uitrusting de betreffende componenten selecteren

Blz 10-29

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

KL-107-6708 Hijsband, 2 sprong met zelfsluitende haken, WLL 11,2 t + - Ja Ja I.v.m. kettingwerkcomponenten, periodiek keuren

KL-107-7028 Hijsband, 2 sprong met zelfsluitende haken, WLL 4,2 t + - Ja Ja I.v.m. kettingwerkcomponenten, periodiek keuren

KL-108-7560 Staalkabel, 2 sprong met hijshaken, lengte ca 5 m, WLL 2,24 t + - Ja Ja I.v.m. kettingwerkcomponenten, periodiek keuren

KL-108-7561 Staalkabelsamenstel EV, lengte 6 m, WLL 4,25 t + - Ja Nee

KL-108-7563 Staalkabelsamenstel EV, lengte 1,5 m, WLL 1,5 t + - Ja Nee

KL-108-7564 Staalkabelsamenstel EV, lengte 5 m, WLL 4,25 t + - Ja Nee

KL-108-7565 Staalkabelsamenstel EV, lengte 5 m, WLL 2,8 t + - Ja Nee

KL-108-7566 Staalkabelsamenstel EV met glijhaak, lengte 3 m, WLL 2,24 t + - Ja Ja

KL-108-7567 Staalkabelsamenstel EV, lengte 2,5 m, WLL 4,25 t + - Ja Nee

KL-108-7568 Staalkabelsamenstel EV, lengte 3 m, WLL 4,25 t + - Ja Nee

KL-108-7569 Staalkabelsamenstel EV, lengte 6 m, WLL 1,5 t + - Ja Nee

KL-108-7978 Hijsjuk met vast hijspunt + 2 verstelbare hijshaken, WLL 10 t + - Ja Ja

KL-108-7979 Pallet hijsjuk met zelfzoekend hijspunt, WLL 1,5 t + - Ja Ja

KL-108-7982 Hijsplatenklem voor verticaal transport, 0-15 mm, WLL 0,75 t + - Ja Ja Keuringsfrequentie 1 x per jaar.

KL-108-7983 Hijshaken (stel) voor horizontaal hijsen van pijpen, WLL 2 t + - Ja Ja

KL-108-7984 Hijshaak voor vertikaal hijsen van stalen stolpvaten, WLL 0,5 t + - Ja Nee

KL-108-8110 Hijsklem voor horizontaal transport van spoorrails, WLL 3 t + - Ja Ja

KL-108-8116 Platenklem voor verticaal transport, 0-25 mm, WLL 3 t + - Ja Ja Keuringsfrequentie 1 x per jaar.

Blz 10-30

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

KL-108-8134 Hijshaak, C model, voor betonnen pijpen, WLL 1,5 t + - Ja Nee

KL-109-1971 Hijsjuk voor munitierek LEO II, WLL 0,085 t + - Ja Nee

KL-109-1972

Hijscombinatie voor reinigingsmanden (chemische baden), WLL 0,35 t

+ - Ja Ja

KL-109-2893 Hijsjuk, voor plaatsen versnellingsbak YPR op testbank, WLL 0,17 t

+ - Ja Nee

KL-109-2894 Hijsjuk, voor plaatsen versnellingsbak YPR in kist, WLL 0,17 t + - Ja Nee

KL-109-7323 Valhaak voor munitie valproeven, elektrisch bediend, WLL 1,3 t + - Ja Nee

KL-111-1175 Hijsjuk voor 3 accu’s PRTL, WLL 0,115 t + - Ja Nee

KL-111-1581 Kettingsamenstel 2 sprong, met speciale haken, WLL 0,6 t + - Ja Ja

KL-111-7144 Hijsjuk met 4 kettingparten, hijsen diverse laadbakken, WLL 1 t + - Ja Ja

KL-111-8552 Draadhaak, L ca 590 mm, materiaaldikte 25 mm, WLL 575 kg + - Ja Nee

KL-111-9095 Hijssamenstel voor hijsmanden voor chemische baden, WLL 0,4 t

+ - Ja Ja Keuringsfrequentie 2 x per jaar.

KL-112-8209 Werkbak voor 2 personen, WLL 250 kg + - Ja Ja Keuringsfrequentie 1 x per jaar.

KL-112-9663 Hijsjuk voor MB 290 GD hardtop body, 5 en 7,5 kN, WLL 0,75 t + - Ja Ja

KL-113-0601 Hijsjuk voor generator aggregaat 20 kW, WLL 500 kg + - Ja Ja

KL-113-2932 Sling Multiple Leg 4 sprong voor beproeving bij BEL, WLL-SL 1,4 t.

+ - Ja Ja Volgens AESP richtlijnen

KL-113-3025 Trekkrachtmeter + 2 harpsluiting, geïntegreerd bij KL-113-2932. 12t

+ - Ja Ja Keuringsfrequentie 1 x per jaar.

KL-113-3249 Hijsjuksamenstel, voor diverse componenten Leopard BPz + - Nee Nee Onderliggende componenten/adapters dienen van certificaten te zijn voorzien

KL-114-0555 Hijskraan verrijdbaar, max 500 kg in de kortste stand, opvouwbaar

+ - Ja Ja

Blz 10-31

HOOFDSTUK 10.3 Artikeloverzicht 10 augustus 2009 (1)

NSN (2)

Artikel omschrijving (3)

Toepassing Hijsen | Overig

(4) Certifi-caat?

(5) Periodiek keuren?

(6) Opmerkingen

KL-114-8968 Hijsjuk voor koppelomvormer YA 2300 + - Ja Nee

KL-116-1490 Hijsband 4 sprong, met zelfsluitende haken, WLL 4,5 t bij 45-60o

+ - Ja Ja I.v.m. kettingwerkcomponenten, periodiek keuren

KL-116-6786 Sluiting, harp, beugel 5, bout 6, wijd 9,5 mm voor RPV, WLL 0,33 t

+ - Ja Ja

KL-116-9821 Sjorband 2 delig, 5 t, hijsuitrusitng universeel - + Nee Nee

KL-117-2226 Hijsjuk MB 5 en 7,5 kN, softtop, WLL 0,7 t. + - Ja Ja

KL-119-6680 Pallet hijshaak met zelfzoekend hijspunt, WLL 2,2 t + - Ja Ja

KL-122-8794 Kettingsamenstel, 4 sprong, speciaal, voor Broshuis oplegger voor op- en aflieren uitrustingsstukken

- + Nee Nee

KL-124-0931 Kettingsamenstel, voor graafmachine, wiel, rups, WLL 10 t + - Ja Ja

KL-124-3385 Riem, webbing, sjorband, 1 delig, met klemgesp, lengte 5 meter - + Nee Nee

KL-126-3149 Lierkabel met haak t.b.v. Mercedes Benz KCT - + Nee Nee

KL-127-5989 Hijsjuk voor shelters, korte bouwhoogte, instelbaar voor diverse zwaartepunten, WLL 5 t

+ - Ja Ja In het verleden gevoerd onder NSN 3940-17-107-4035

KL-127-7682 Sjorband, 50 mm, 2 delig met draadkaken, voor DVVO toepassingen

- + Nee Nee

KL-128-1429 Hijsjuk voor gemodificeerde EOV shelters, korte bouwhoogte, instelbaar voor diverse zwaartepunten, WLL 5 t

+ - Ja Ja Is gemodificeerde versie van 0000-KL-127-5989

KL-129-2030 Hijsjuk Satcom trailer, lengte 3 m, WLL 2 t + - Ja Ja Periodiek keuren i.v.m. aanwezigheid kettingwerkcomponenten

KL-130-2185 Harpsluiting, HMB, beugel 32 mm, bout 35 mm, wijd 51 mm, WLL 12 t

+ - Ja Ja O.a. toegepast bij hijsjuk 3940-17-113-2396