22
Geen tijd voor haast Verhalen die inspireren Jan Bot

Geen tijd voor haast (0659)

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Een boek vol verhalen en foto’s die uitnodigen en inspireren. Verhalen om zelf van te genieten, maar ook om te delen met anderen. Een boek waarin je blijft kijken en lezen.

Citation preview

Page 1: Geen tijd voor haast (0659)

Jan Bot G

een tijd voor haast

Geen tijd voor haast

Verhalen die inspireren

Jan Bot

‘Ik ken je’

‘Je kunt het’

‘Doe het maar’

Jan Bot is in 1958 in Sliedrecht geboren. Na de Pedagogische Academie in Dordrecht werd hij leerkracht en directeur op verschil-lende scholen. Inmiddels woont hij alweer vele jaren met zijn vrouw en twee zonen op Texel. Aan de universiteit van Nijmegen behaalde Jan Bot een master voor het aansturen van complexe organisaties. Hij raakte gefasci-neerd door dienend leiderschap, gebaseerd op visie. Daar is terdege kracht voor nodig en het is dan ook ongeschikt voor watjes.

Door het vertellen van verhalen (in dit boek met treffende beelden), lukt het vaak om die visie zichtbaar te maken. Dat schept ruimte om mensen met elkaar te verbinden. En het geeft richting die nodig is, wil men daadwerkelijk in beweging komen.

Jan Bot is in het dagelijks leven bestuurs-voorzitter van de Kopwerk Scholengroep in Noord-Holland. Hij vindt het telkens een uitdaging om ook in bestuurlijke taken (mensen)kinderen niet uit het oog te ver-liezen. Het schrijven van verhalen en het maken van foto’s geven hem energie en inspiratie voor dit werk. Jan Bot schreef eerder onder meer het boek ‘Verhalen uit de onderstroom’ (Beeldspraak 2006). Zijn foto’s worden regelmatig gebruikt voor tentoonstellingen, tijdschriften, boeken, ansichtkaarten en kalenders.

9 7 8 9 0 5 7 8 8 3 3 2 3

Bestelnummer 4981

4989 KWI Boek GTVH cover v08.indd 1 01-06-2011 15:12:49

Page 2: Geen tijd voor haast (0659)

Geen tijd voor haast

Jan Bot

Page 3: Geen tijd voor haast (0659)

Inhoud

‘Ik ken je’11 Het is voorjaar

13 Ervaren schipper

15 Boordevol en Waardevol

17 Gandhi als onbezoldigd rechter

19 Het mooiste cadeau

21 Blijft mooi

23 Golfkracht uit de onderstroom

24 De doko

27 Zwart-wit

29 De drie zeven

30 Tegelen

33 Van je vrienden moet je het hebben

35 Elke dag gaat de zon gewoon weer op

37 Doodzwijgen

39 De reünie

41 De pop

43 Samen sterk

45 Loslaten

‘Je kunt het’49 Verbeter de wereld

51 De perfecte kandidaat

53 Blijven springen

55 Koopman in de dop

57 Windstil en volop beweging

59 Oponthoud onderweg

61 Muizenkracht

63 Nu even niet…

65 Aan de weg blijven timmeren

67 Vrije val

69 Kiemkracht

71 Een kind als rechter

73 Zwakheid of kracht

75 Twee bizons

77 De houthakker

79 Veranderen

‘Doe het maar’83 Een geboren leider

85 Hoe dom kun je zijn…

87 Stage lopen

89 Zal het ver brengen…

91 Eens in de honderd jaar

93 Voorbij de regenboog

95 Kroegtaal

97 Geen tijd voor haast

99 Stopwoord

101 Hoe erger hoe beter

103 Muzikale geschiedenisles

105 Inclusief buren

107 De ezelvereniging

108 De weg naar de vrijheid

111 Vrijwillige brandweer

113 Voorbij het grijs

115 Dadelpalm

117 Vacatures opvullen

Page 4: Geen tijd voor haast (0659)

Zolang er mensen zijn, zijn er ver-halen. Dit boek staat er vol mee. Sommige zijn zo oud als de we-reld. Vaak weet niemand waar ze vandaan komen. Steeds weer vond men ze de moeite waard om door te vertellen. Andere verhalen zijn recent bedacht en beginnen nu aan hun reis. Goede verhalen onthoud je mak-kelijk. Als je iemand iets over het leven wilt vertellen, laat dan een verhaal horen. Verhalen verbin-den, in tegenstelling tot menin-gen. Wie kan er nu tegen een ver-haal zijn? Een goed verhaal geeft het leven kleur. Ik stel voor om de verhalen in te nemen als een medicijn. Iedere dag en misschien samen met een ander. Even ‘geen tijd voor haast’, de titel van een van de verhalen. Zo kan de reis verdergaan. De treffende beelden helpen je om de sfeer van het verhaal te proeven.

De verhalen staan op zich, maar hebben ook samenhang. Het eer-ste deel ‘Ik ken je’ is een knipoog naar deze tijd waarin het indivi-du steeds meer centraal komt te staan. Dat voegt veel toe, maar roept ook vragen op. De verhalen spreken niet alleen over de ik-fi-guur, maar juist ook over de ander die gekend wil worden. Bij het tweede hoofdstuk komt een herinnering naar boven. Mijn juf leerde ons een nieuw lied: ‘Drie maal drie is negen, ieder zingt zijn eigen lied.’ Ik schrok,

want ik was als eerste aan de beurt. ‘Je kunt het,’ stimuleerde ze. En dat was ook zo, want ik zong mijn eigen lied. Door de an-der kun je groeien. ‘Doe het maar’, dat is het thema van het derde deel. Ik moet on-willekeurig denken aan het prach-tige verhaal van Jezus die de dis-cipelen twee aan twee de wereld in stuurt om goed te doen: ‘Ik ken je’, ‘Je kunt het’, ‘Doe het maar’.

Dit boek is het resultaat van team-work. Iedereen wil ik daarvoor be danken. Een paar mensen wil ik bij naam noemen. Allereerst mijn uitgever Cora Vlaming die in mijn boek geloofde. Ook dank aan Nelleke Kraaikamp. Ze wist de teksten terug te brengen tot de es-sentie en toch de sfeer te behou-den. Voor de vormgeving en de opmaak zorgde Torsten van Geest. Hij weet als geen ander hoe je een idee inspirerend vormgeeft. Ten-slotte mijn collega-bestuurder bij Kopwerk, John Deckers. Hij kwam op het motto, die van de essentie van het leren: ‘Ik ken je’, ‘Je kunt het’, ‘Doe het maar’.

Wanneer dit boek mensen helpt om hun eigen verhaal te vertellen, is onze opzet geslaagd.

Jan Bot

Voorwoord7

Page 5: Geen tijd voor haast (0659)

‘Ik ken je’ ik vind je uniek ik respecteer je zoals je bent ik geef je vertrouwen ik accepteer je keuzes eerst kind dan leerling

Page 6: Geen tijd voor haast (0659)

Het is voorjaar

10

Page 7: Geen tijd voor haast (0659)

Het is voorjaar

Op een stralende zondagochtend in mei zat een blinde vrouw te bedelen in Hyde Park, Londen. Om haar nek hing een bordje met de tekst: I’m blind. Vóór haar een schaaltje, armzalig gevuld met wat kleingeld.Op een zeker moment voelde de blinde vrouw een hand op haar schouder en hoorde zij een stem:

‘Mag ik je iets andersgeven dan kleingeld?’ De blinde vrouw antwoordde: ‘Maar natuurlijk, al het goede is welkom.’ Zij voelde dat het bordje om haar nek werd vastgepakt en ze luisterde naar het piepen van een viltstift.‘Ik kom later terug om te zien hoe het met je gaat,’ sprak de stem en de blinde vrouw hoorde hoe voetstappen zich van haar verwijderden.Aan het einde van de middag voelde de blinde vrouw weer een hand op haar schouder. ‘Hoe ging het?’ vroeg de stem die erbij hoorde.‘Fantastisch!’ sprak de blinde vrouw. ‘Ik heb nog nooit zoveel gekregen. Niet al-leen geld, maar kinderen brachten me bloemen om aan te ruiken, ik kreeg een zoen van een onbekende vrouw en zo-maar een taartje. Wat heb je gedaan?’‘Ik heb je een klein verhaal gegeven,’ sprak de vreemdeling. ‘It’s spring and I’m blind.’

(website: H. Pragt)

Het is voorjaar11 ‘Ik ken je’

Page 8: Geen tijd voor haast (0659)

Ervaren schipper

12

Page 9: Geen tijd voor haast (0659)

Ervaren schipper

Ervaren schipper

Een ervaren schipper is al voor de zo-veelste keer uitgevaren op zee. Deze keer heeft hij verschrikkelijke pech. Zijn schip lijdt schipbreuk. Hij overleeft de ramp ternauwernood en spoelt half verdronken aan op een eiland. ‘Waarom overkomt mij dit?’ vraagt hij zich af.Na enkele dagen herpakt hij zich. Hij knut-selt van een paar aangespoelde planken een hutje en hij houdt zich in leven door de vruchten die hij op het eiland vindt. Het lukt hem zelfs om vuur te maken.Op een dag trekt hij de natuur weer in, op zoek naar iets eetbaars. Wanneer hij terugkomt, merkt hij tot zijn grote ont-steltenis dat het hutje in lichterlaaie staat. Hij probeert het vuur nog te doven, maar tevergeefs, er valt niks meer te redden. Hij is vooral bedroefd, maar ook kwaad. Hij schreeuwt tot God:

‘Wat heb ik misdaan? Dit verdien ik toch niet?Eerst mijn boot en net nu ik iets opge-bouwd heb, neemt u mij dit ook nog af!’ Dan komen bij deze stoere zeeman de tranen. Wenend en radeloos valt hij ten-slotte in slaap.De volgende ochtend wordt hij gewekt door reddingswerkers. De schipper vraagt vol verbazing hoe ze hem in vredesnaam gevonden hebben.Waarop een van de mannen zegt: ‘Door jouw rooksignalen natuurlijk!’

(gehoord tijdens een preek)

13 ‘Ik ken je’

Page 10: Geen tijd voor haast (0659)

Boordevol en Waardevol

14

Page 11: Geen tijd voor haast (0659)

Boordevol en Waardevol

Boordevol en Waardevol

Het is een prachtige zomerdag. Boorde-vol en Waardevol ‘doen’ voor het eerst een dagje Amsterdam. Ze lopen ook door de P.C. Hooftstraat en kijken hun ogen uit. Boordevol voelt zich meteen op zijn gemak. Overal lopen mensen met prach-tige kleren aan. Al snel ontdekt hij dat de merkjes op die kleding corresponderen met de namen van sommige winkels.

Boordevol bekijkt zijneigen trui eens en beseftdat hij zichtbaar uit deprovincie komt.De P.C. Hooftstraat staat ook vol met auto’s. En wat voor auto’s! Boordevol wil even niet aan zijn eigen oude Fiatje den-ken. Nog nooit heeft hij zoveel verschil-lende, glimmende, bijzondere auto’s bij elkaar gezien.Opeens houdt Boordevol zijn adem in. Hij pakt Waardevol bij zijn arm en zegt: ‘Kijk daar eens, zie je wie daar loopt? Kijk dan, je weet wel, van de tv. Dat is toch, toe, hoe heet ze ook alweer?’‘Dat moet je mij niet vragen,’ zegt Waar-devol. ‘Ik zit bijna nooit voor de buis.’‘Jij bent ook niet van deze wereld,’ zegt Boordevol en ratelt enthousiast verder ter-wijl ze achtereenvolgens de Society Shop, Cartier en Hugo Boss passeren. Boordevol heeft helemaal niet door dat Waardevol niet meer reageert. Die is met zijn ge-dachten nog in het Anne Frankhuis. Daar zijn ze vanmorgen hun dag begonnen, in een achterhuis naast een gevelde kastan-jeboom.

(geschreven na een dag Amsterdam met de Kopwerkdirecteuren)

15 ‘Ik ken je’

Page 12: Geen tijd voor haast (0659)

Gandhi als onbezoldigd rechter

16

Page 13: Geen tijd voor haast (0659)

Gandhi als onbezoldigd rechter

Gandhi als onbezoldigd rechter

We leven in het jaar 1947. India is on-afhankelijk geworden van Engeland. De onlusten tussen de moslims en hindoes lopen hoog op. Er is geen kolonisator meer om in te grijpen. Tijdens de onlus-ten komt er een hindoekind om. Zoals zo vaak gebeurt, bevond dit kind zich toe-vallig op het verkeerde moment op de verkeerde plaats. De vader van het hin-doekind neemt in een vlaag van woede en verstandsverbijstering wraak.

Hij brengt ook een kind om het leven, een moslimkind.Geheel ontdaan en verscheurd door schuldgevoelens en vreselijke spijt zoekt hij troost en verlossing bij de grote lei-der Gandhi. Gandhi protesteert al weken door middel van een hongerstaking tegen de gewelddadigheden van zijn eigen volk. Hij is ernstig verzwakt en vermagerd. Op-eens verschijnt de hindoe aan het bed van Gandhi. Hij heeft twee tassen voedsel bij zich. ‘Hier, eet dit op! Eet!’ schreeuwt hij Gandhi toe. ‘Ik wil ook niet jouw dood op mijn geweten hebben.’ Dan vertelt hij zijn verhaal. Gandhi krimpt nog verder ineen als hij het relaas hoort. Maar hij ziet ook het berouw en het ondraaglijke verdriet in de ogen van de opgejaagde man. ‘Er is een betere manier om de stem van je geweten te volgen. Ik stel voor dat je een kind zoekt. Een kind van wie de ouders door de onlusten vermoord zijn. Voedt dat kind op als je eigen zoon.’

De ogen van de man lichten op. Dit is misschien een manier om een positieve wending aan zijn vergooide leven te ge-ven. Gandhi voegt er met zachte stem nog iets aan toe: ‘Zorg er wel voor dat het een moslimkind is en voedt het kind op als een goede moslim.’ Verbijsterd kijkt de hindoeman naar Gandhi. Even lijkt het of hij zich uit de voeten zal maken. Dan valt hij huilend op zijn knieën voor het bed van de verzwakte leider. Hij belooft snikkend dat hij de opdracht zal aanvaar-den en uitvoeren.

(gelezen in Het licht en de korenmaat, Hans Wopereis)

17 ‘Ik ken je’

Page 14: Geen tijd voor haast (0659)

Het mooiste cadeau

18

Page 15: Geen tijd voor haast (0659)

Het mooiste cadeau

Het mooiste cadeau

Enkele jaren geleden strafte een moeder haar vierjarig dochtertje, omdat zij over-bodig gebruik had gemaakt van mooi ver-guld papier. Ze hadden het niet breed en zij kon niet verdragen dat het meisje haar duurste papier gebruikte voor een cadeau-tje onder de kerstboom. De moeder was boos tegen haar uitgevallen en had haar meteen naar bed gebracht. De volgende morgen bracht het kind het vergulde ca-deautje naar haar moeder en zei: ‘Hier, mama, voor jou!’De moeder had meteen spijt van haar overtrokken reactie van de vorige dag. Het dochtertje aanvaardde haar excuses. Toen opende de moeder het cadeautje, een doos, maar ontdekte dat er helemaal niets inzat!

‘Weet je niet dat het heelwreed is om iemand eenleeg cadeau te geven?’reageerde ze boos. Het meisje begon met-een te huilen. ‘Maar mama, het cadeau is niet leeg. Het zit vol met kusjes, helemaal alleen voor jou!’De moeder omarmde haar dochter lang-durig.De doos staat nog steeds op haar bureau.

(toegespeeld door lezer van Verhalen uit de onderstroom, Beeldspraak 2006, Jan Bot)

19 ‘Ik ken je’

Page 16: Geen tijd voor haast (0659)

Blijft mooi

20

Page 17: Geen tijd voor haast (0659)

Blijft mooi

Blijft mooi

‘Blijft mooi,’ zeggen marktlui vaak als ze hun producten aan de man brengen. Maar de werkelijkheid is anders. Wat blijft er nu een heel mensenleven mooi?Schoonheid is van tijdelijke aard. Als je er-over nadenkt kun je er depressief van wor-den. Dat is in ieder geval zo met de vrouw uit dit verhaal. Op haar achttiende was ze Miss Holland. Daarna werd ze een veel-gevraagd model. De hele wereld was haar werkterrein. Ze verdiende meer dan een topvoetballer van Barcelona. Maar vijf jaar later werd ze steeds minder gewild. En nog weer vijf jaar later was ze met al haar geld een ontevreden en onuitstaanbaar ex-mo-del. Ze leed zichtbaar aan het feit dat haar schoonheid maar beperkt houdbaar was.

Soms droomde ze vande jaren dat ze voorde camera stond.Haar huis hing vol met foto’s uit haar glo-rietijd. Zonder dat ze het zich bewust was werd haar verdere leven één grote terug-blik. Haar vriendinnen kregen daar snel genoeg van en de een na de ander bleef weg. Op haar laatste levensdag was ze een oude, zure en bovenal egoïstische alleen-staande vrouw.

De dag erna wordt ze wakker op een prachtige plek. Ze ziet er weer betove-rend uit. Een jongeman leidt haar rond. Hij verzekert haar dat alle schoonheid hier blijvend is. Ze geniet van de aandacht, het lekkere eten, het prachtige weer, haar oude vriendinnen. Nu kan ze ongeremd genieten zonder de angst dat het weer snel voorbij zal zijn. Na een dag of tien slaat de verveling toe. Ze roept die aar-dige jongeman bij haar. ‘Regel jij voor mij eens iets nieuws. Ik haat dit saaie leven en ben ontzettend toe aan afwisseling.’‘Dat spijt me nu heel erg,’ zegt de jon-geman. ‘Hier is alleen maar eeuwig meer van hetzelfde.’De vrouw kijkt hem woest aan: ‘Dat slaat nergens op. Ik had net zo goed naar de hel kunnen gaan.’De jongeman kijkt haar treurig aan. ‘Waar denkt u dan dat u bent?’

(gebaseerd op een eeuwenoud idee)

21 ‘Ik ken je’

Page 18: Geen tijd voor haast (0659)

Golfkracht uit de onderstroom

22

Page 19: Geen tijd voor haast (0659)

Golfkracht uit de onderstroom

Golfkracht uit de onderstroom

Er was eens een kleine golf die ongelukkig was. ‘Ik voel me ellendig,’ klaagde het golf-je. ‘Kijk eens naar de zee. De andere golven zijn groot en sterk en ik ben klein en zwak. Waarom is het leven zo oneerlijk?’Een grote golf, die toevallig voorbijkwam, besloot even te stoppen. ‘Jij denkt zo omdat je geen helder beeld hebt van de werkelijkheid. En ook niet van jezelf. Jij denkt dat je een golf bent en ook nog eens slecht af. In werkelijkheid ben je geen van beide.’‘Wat?’ riep de kleine golf met een men-geling van boosheid en verbazing in zijn stem. ‘Ben ik geen golf? Maar dat is toch volstrekt duidelijk! Kijk, hier is mijn golf-top. Hoe klein ook, je kunt hem zien. En kijk, hier loopt mijn golfslag. Hoe klein ook, daar kun je niet omheen.’

De grote golf liet de kleinegolf even uitrazen.Daarna antwoordde hij rustig: ‘Dat ding dat jij golf noemt, is maar een tijdelijke vorm. Alle golven eindigen een keer op het strand. In wezen ben je water. Probeer dat eens tot je door te laten dringen. Als dat lukt heb je geen probleem dat je even een golfje bent.’‘Maar als ik water ben, wat ben jij dan?’ vroeg het kleine golfje.Zijn stem klonk nog zachter. ‘Ik ben ook water,’ antwoordde de grote golf. ‘Ik ben nu flink groter, maar in wezen ben ik net als jij gewoon water. We zijn beide deel van het grote geheel.’

(gelezen in Voorbij de woorden, Erich Kaniok)

23 ‘Ik ken je’

Page 20: Geen tijd voor haast (0659)

De doko

De dokoIn een dorp in Nepal woonde een arme familie: een man, met zijn vrouw en hun zoontje, en zijn oude vader. Met het ver-strijken van de tijd had de grootvader steeds meer hulp nodig, maar de man en de vrouw hadden geen zin om hem te verzorgen. Op een dag besloten ze hem ver weg te brengen en daar achter te la-ten. Daarom ging de man op zoek naar een doko, een grote gevlochten mand van bamboe, waarin ze hem konden meene-men. ‘Ik laat hem achter bij een boom aan de kant van de weg. Misschien krijgt ie-mand medelijden en wil diegene wel voor hem zorgen,’ zei de man.Zonder dat ze het wisten had het zoontje alles gehoord.

‘Waarom gaan jullie grootvader weggooien?’‘Dat doen we niet,’ zei zijn moeder snel. ‘We brengen hem naar een plek waar hij meer aandacht kan krijgen.’‘Wie let er dan op grootvader?’‘Pieker daar maar niet over, er zijn zoveel mensen die voor hem kunnen zorgen.’

Tegen zonsondergang kwam de man met een enorme doko terug en tilde de groot-vader erin. ‘Wat gebeurt hier allemaal?’ riep de oude man bang.‘Vader, u weet dat wij niet langer voor u kunnen zorgen. Daarom breng ik u naar een heilige plaats, waar iedereen aardig voor u zal zijn.’

Maar de oude vader liet zich niet voor de gek houden. ‘Wat ben jij voor een zoon?’ schreeuwde hij. ‘Denk eens terug aan de jaren dat ik voor je zorgde. Is dit jouw ma-nier om me te bedanken?’ Boos tilde de man de doko met vader erin op zijn rug en maakte dat hij het huis uit kwam.Terwijl de man naar de weg liep, kwam de zoon hem achterna. ‘Vader, breng wel de doko mee terug. Ik zal hem nodig heb-ben als u oud bent en weggegooid moet worden.’Toen de man dat hoorde begonnen zijn benen te trillen. Hij kon geen voet meer verzetten. Tenslotte draaide hij zich lang-zaam om en bracht zijn oude vader terug naar huis.(naar: Verhalen uit de onderstroom, Beeldspraak 2006, Jan Bot)

Page 21: Geen tijd voor haast (0659)

De doko

25 ‘Ik ken je’

Page 22: Geen tijd voor haast (0659)

Jan Bot G

een tijd voor haast

Geen tijd voor haast

Verhalen die inspireren

Jan Bot

‘Ik ken je’

‘Je kunt het’

‘Doe het maar’

Jan Bot is in 1958 in Sliedrecht geboren. Na de Pedagogische Academie in Dordrecht werd hij leerkracht en directeur op verschil-lende scholen. Inmiddels woont hij alweer vele jaren met zijn vrouw en twee zonen op Texel. Aan de universiteit van Nijmegen behaalde Jan Bot een master voor het aansturen van complexe organisaties. Hij raakte gefasci-neerd door dienend leiderschap, gebaseerd op visie. Daar is terdege kracht voor nodig en het is dan ook ongeschikt voor watjes.

Door het vertellen van verhalen (in dit boek met treffende beelden), lukt het vaak om die visie zichtbaar te maken. Dat schept ruimte om mensen met elkaar te verbinden. En het geeft richting die nodig is, wil men daadwerkelijk in beweging komen.

Jan Bot is in het dagelijks leven bestuurs-voorzitter van de Kopwerk Scholengroep in Noord-Holland. Hij vindt het telkens een uitdaging om ook in bestuurlijke taken (mensen)kinderen niet uit het oog te ver-liezen. Het schrijven van verhalen en het maken van foto’s geven hem energie en inspiratie voor dit werk. Jan Bot schreef eerder onder meer het boek ‘Verhalen uit de onderstroom’ (Beeldspraak 2006). Zijn foto’s worden regelmatig gebruikt voor tentoonstellingen, tijdschriften, boeken, ansichtkaarten en kalenders.

9 7 8 9 0 5 7 8 8 3 3 2 3

Bestelnummer 4981

4989 KWI Boek GTVH cover v08.indd 1 01-06-2011 15:12:49