Upload
ascom-nederland
View
180
Download
2
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Op 1 april 2012 is het nieuwe Bouwbesluit 2012 in werking getreden. Ondanks de toezegging om de administratieve lastendruk en de daarmee samenhangende kosten te reduceren, kan het Bouwbesluit 2012 voor de eindgebruiker van een brandmeld- en ontruimingsalarmsysteem namelijk kostenverhogend werken. Dit artikel geeft de gevolgen van de wijzigingen in wet- en regelgeving en de nieuw instelling van de brandweer weer.
Citation preview
29NR 365 - 2013WEEKBLAD FACILITAIR
Op 29 augustus 2011 heeft de Nederlandse
regering nieuwe voorschriften vastgesteld
met betrekking tot het bouwen, gebruiken
en slopen van bouwwerken. Dit besluit
staat bekend onder de naam Bouwbesluit
2012 en is op 1 april van dat jaar in werking
getreden. Iedereen die actief betrokken is
bij de bouw zal dit zeker niet zijn ontgaan.
Voor degenen die zich uitsluitend met het
gebruik van bouwwerken bezighouden,
lijkt het soms alsof de nieuwe voorschriften
en regels voor hen geen gevolgen hebben.
Dit is echter niet het geval; ook gebruikers
van bestaande bouwwerken zullen zich
moeten aanpassen aan de praktische gevol-
gen van de veranderde regels. De inhoud
van het Bouwbesluit 2012 past in een trend
die al een aantal jaren geleden in gang is
gezet, namelijk die van de zich steeds ver-
der terugtrekkende overheid. Ondanks het
feit dat veiligheid één van de kerntaken is
van onze overheid, zien we steeds meer dat
de verantwoordelijkheid voor de veiligheid
van burgers, organisaties en bedrijven ver-
schuift naar u als individu of organisatie.
De belangrijkste wijzigingen in het Bouw-
besluit 2012 ten opzichte van het Bouwbe-
sluit 2003 betreffen een betere afstemming
tussen het Bouwbesluit 2003 en het Besluit
brandveilig gebruik bouwwerken, kortweg
het Gebruiksbesluit. Ook de eerder gedane
belofte door het kabinet om de regeldruk te
verminderen, wordt hierin waargemaakt.
Daarnaast zijn de leesbaarheid en de toe-
gankelijkheid verbeterd en zijn er nieuwe
begrippen geïntroduceerd.
Belangrijke wijzigingenNaast wijzigingen op een aantal technische
vlakken, zoals energie- en milieupresta-
tienormen, zijn er ook belangrijke wijzi-
gingen op het gebied van brandmeld- en
ontruimingsalarminstallaties. Uit bijlage
1 van het Bouwbesluit blijkt dat het aantal
installaties dat nog verplicht een doormel-
ding naar de brandweer moet hebben con-
form NEN2535, wordt teruggebracht van
26 gebruiksfuncties tot 8 gebruiksfuncties.
Sector/Brandveiligheid
Gewijzigde brandregelgeving en de gevolgen voor de eindgebruikerOp 1 april 2012 is het nieuwe Bouwbesluit 2012 in werking getreden. In dit Bouwbesluit wordt onder meer
verwezen naar certificatie- en inspectieschema’s. Parallel aan het tot stand komen van het nieuwe Bouwbe-
sluit is ook het initiatief van de brandweer ontwikkeld om tot een drastische reductie van het aantal onechte
en ongewenste brandmeldingen te komen, het project (S)TOOM. Dit artikel geeft de gevolgen van de wijzigin-
gen in wet- en regelgeving en de nieuwe instelling van de brandweer weer. Ondanks de toezegging om de
administratieve lastendruk en de daarmee samenhangende kosten te reduceren, kan het Bouwbesluit 2012
voor de eindgebruiker van een brandmeld- en ontruimingsalarmsysteem namelijk kostenverhogend werken.
Foto
's: A
scom
WEEKBLAD FACILITAIRNR 365 - 201330
Sector/Brandveiligheid
Zo blijft de doormelding alleen verplicht
voor gebouwen waarin zich niet of minder
zelfredzame personen bevinden, zoals be-
paalde zorgclusterwoningen, groepszorg-
woningen, gebouwen voor de opvang van
kinderen jonger dan 4 jaar, gebouwen met
een celfunctie en die met een gezondheids-
zorgfunctie. Dit betekent dat alle gebouwen
met een andere dan bovengenoemde func-
tie in de toekomst geen doormelding meer
naar de Regionale Alarm Centrale (RAC)
van de brandweer krijgen en dat de door-
melding van gebouwen die momenteel wel
doormelden naar de RAC, verwijderd zal
worden.
Project (S)TOOMHet aantal onechte en ongewenste bran-
dalarmen, door het Centraal Bureau voor
de Statistiek ‘loze’ alarmmeldingen ge-
noemd, bedroeg in 2011 ruim 66.000 stuks
op ruim 107.000 meldingen in totaal. Dit
is een percentage van bijna 62 procent.
Hiervan werd 90 procent veroorzaakt door
een brandmeldinstallatie. Na een daling
sinds 2008 is het aantal ‘loze’ meldingen
in 2011 voor het eerst weer gestegen. Het
aantal meldingen is al jaren veel te hoog en
de brandweer beoogt met een structurele
aanpak het aantal ‘loze’ meldingen binnen
5 jaar met 50 procent terug te dringen. Zij
heeft daarom het initiatief genomen voor
het project (S)TOOM, wat staat voor (Struc-
tureel) Terugdringen Ongewenste en On-
echte Meldingen. Hierin zijn onder meer
maatregelen opgenomen om tot een betere
registratie van meldingen te komen, zodat
er een duidelijk overzicht ontstaat van de
oorzaken.
Verificatie van meldingenRegionale en Particuliere Alarm Centrales
(PAC) moeten eerst de meldingen verifië-
ren voordat er wordt uitgerukt. De brand-
weer verwacht dat het aantal onnodige uit-
rukken sterk zal dalen met het van kracht
worden van het nieuwe Bouwbesluit. Dit
betekent dat een brandmeldinstallatie niet
meer bijna vanzelfsprekend wordt doorge-
meld naar de RAC van de brandweer, maar
veelal naar een ander ontvangststation voor
brandmeldingen, zoals een PAC.
De eindgebruiker heeft of zal er in de toe-
komst een taak bij krijgen, namelijk het or-
ganiseren van de alarmorganisatie in geval
van een brandalarmmelding. Terwijl het
vroeger bijna vanzelfsprekend was dat de
brandweer uitrukte bij een al dan niet echte
brandmelding, komt de brandweer nu niet
meer automatisch. Maar in geval van een
echte melding van een brandmeldinstalla-
tie zonder verplichte doormelding, zal men
ook de hulp van de brandweer willen inroe-
pen om mogelijk letsel en grotere schade te
voorkomen.
Verificatie betekent dat er niet direct gealar-
meerd zal worden, maar dat er eerst geke-
ken wordt of een uitruk wel noodzakelijk
is. Deze noodzakelijke verificatie zal zorgen
voor vertraging. Verzekeraars zullen de ont-
stane situatie nauwlettend volgen. Doordat
de brandweer mogelijk later gealarmeerd
wordt, kan de schade aanzienlijk groter
Aantal loze meldingen is veel te hoog
31WEEKBLAD FACILITAIR
Herman Jalink
is product manager branddetectie- & ontruimings-
alarmsystemen bij Ascom.
worden. Een mogelijk gevolg hiervan is dat
verzekeraars andere of aanvullende maat-
regelen zullen eisen om het toegenomen
schaderisico te beperken. Dit brengt extra
kosten met zich mee in de vorm van hogere
verzekeringspremies of investeringen in de
vorm van aanvullende maatregelen.
Certificatie en InspectieregelingIn het Bouwbesluit 2012 is ook een verwij-
zing opgenomen naar het inspectieschema
van het Centrum voor Criminaliteitspre-
ventie Veiligheid (CCV). In dit besluit is
bepaald dat de aangewezen gevallen, met
een bij of krachtens de wet voorgeschreven
bestaande brandmeldinstallatie, een geldig
inspectiecertificaat hebben dat is afgegeven
op grond van het CCV-inspectieschema
Brandmeldinstallaties. Ook is bepaald dat
het onderhoud van een bij of krachtens de
wet voorgeschreven bestaande brandmeld-
installatie, waarvoor geen certificaat als
bedoeld in het zevende lid is vereist, moet
voldoen aan NEN 2654-1 evenals het beheer
en de controle. De consequenties voor de
eindgebruiker worden duidelijker als we
het certificatieschema en het inspectiesche-
ma er op naslaan. Het nieuwe CCV-certifi-
catieschema Brandmeldinstallaties:2011
vervangt de oude regeling Brandmeldin-
stallaties 2002. Bij de totstandkoming van
deze nieuwe regeling is het uitgangspunt
geweest dat het niveau van de brandveilig-
heid in Nederland niet mag afnemen. Het
Bouwbesluit 2012 eist geen productcertifi-
caat van de leverancier, maar slechts een
inspectiecertificaat van de brandmeldin-
stallatie. Omdat de inspectieregeling en
het inspectieschema niet mogen discri-
mineren, kunnen ook niet gecertificeerde
leveranciers en onderhoudsbedrijven mee-
doen.
Het lijkt dus dat het niet belangrijk is of
een leverancier of onderhoudsbedrijf ge-
certificeerd is, maar een gecertificeerde
leverancier heeft veel voordelen voor de
eindgebruiker. Een gecertificeerde leve-
rancier geeft de eindgebruiker een zeker
vertrouwen in de door de leverancier te
leveren kwaliteit. Dit verkleint de kans op
een afkeur bij inspectie. Met de keuze voor
een gecertificeerde leverancier kan de eind-
gebruiker aantonen aan de wettelijke zorg-
plicht te hebben voldaan. Een bijkomend
voordeel is dat een inspectie van een brand-
meldinstallatie, geleverd door een gecer-
tificeerde leverancier, eenvoudiger is dan
bij een niet gecertificeerde leverancier. Dit
leidt mogelijk tot een goedkoper inspectie-
certificaat, maar toch schuilt ook hier een
adder onder het gras. De oude regeling han-
teerde verschillende inspectiefrequenties
als het gaat om het risico van het object. In
de nieuwe regeling is de inspectiefrequen-
tie niet meer afhankelijk van het segment
Hoog, Middel of Laag, maar vast bepaald
op 1:15. Met name installaties die nu in het
lage risico segment vallen, waarbij nu een
frequentie geldt van 1:50, zullen met meer
inspecties geconfronteerd worden. Dit leidt
tot hogere kosten voor dat segment. Voor
het huidige segment Middel wordt de situ-
atie iets gunstiger. Er zal nu een inspectie
plaatsvinden van 1:15 installaties, terwijl dat
voorheen 1:10 installaties betrof.
SamenvattingDe introductie van het nieuwe Bouwbesluit
2012 en de nieuwe certificatie- en inspec-
tieregelingen van het CCV werken kosten-
verhogend, ondanks de toezegging om de
administratieve lastendruk en de daarbij
behorende kosten te reduceren. Maar ook
de druk vanuit de brandweer om het aantal
uitrukken ten gevolg van onechte en onge-
wenste brandmeldingen terug te brengen,
kan financiële gevolgen hebben. Eventu-
ele kostenverhogingen worden veroorzaakt
door de verhoging van verzekeringspre-
mies, ten gevolge van de toegenomen ri-
sico’s, extra certificeringkosten voor het
lage risico segment en de overige kosten,
doordat de eindgebruiker maatregelen
moet treffen vanwege het wegvallen van de
verplichte doormelding naar de RAC.
NR 365 - 2013
Eindgebruiker krijgt meer taken
Sector/Brandveiligheid