Upload
dg-uitenbroek
View
219
Download
1
Embed Size (px)
Citation preview
Gezonde levensverwachting bijvijf etnische groepen inAmsterdamD.G. Uitenbroek1
De gezonde levensverwachting heeftzich de laatste jaren ontwikkeld tot eenbelangrijke standaard voor het beschrij-ven van de gezondheid van de bevol-king.1 Het is een combinatie van de le-vensverwachting met gegevens uitsteekproefonderzoek betreffende de ge-rapporteerde gezondheid. Vier variantenvan de gezonde levensverwachting wor-den veel gebruikt: 1) levensverwachtingin als goed ervaren gezondheid, 2) le-vensverwachting zonder lichamelijke be-perkingen, 3) levensverwachting ingoede geestelijke gezondheid en 4) le-vensverwachting zonder chronischeziektes. Een van de belangrijkste toe-passingen van de gezonde levensver-wachting is het beschrijven van verschil-len en veranderingen in de bevolking.Voor Nederland zijn tijdtrends in de ver-schillende versies van de gezonde le-vensverwachting berekend,2,3 er zijnvergelijkingen gemaakt tussen SES-groepen3,4,5 en tussen regio’s.6,7
Dit artikel gaat over verschillen in degezonde levensverwachting tussen vijfetnische groepen in Amsterdam. Eerderonderzoek laat zien dat migranten vaakeen hogere levensverwachting hebbendan de oorspronkelijke bevolking.8,9 Be-tekent dat ook dat zij meer jaren in eenbetere gezondheid doorbrengen? In ditartikel wordt de levensverwachting endrie vormen van gezonde levensver-wachting besproken: de levensverwach-ting in als goed ervaren gezondheid, delevensverwachting zonder chronischeziektes, en de levensverwachting ingoede geestelijke gezondheid.
Gebruikte gegevens
Leeftijdsspecifieke sterftekansen zijn debasis bij de berekening van zowel de le-vensverwachting als de gezonde levens-verwachting. Bij de gezonde levensver-wachting worden de sterftekansen bijge-steld op basis van informatie uit enquê-tes over de gezondheid in deleeftijdsgroepen van een onderzochtebevolkingsgroep. De berekeningen voordit artikel zijn gemaakt met excelspreadsheets, voor iedere etnischegroep een eigen spreadsheet. We beper-ken ons tot de levensverwachting en degezonde levensverwachting vanaf 20jaar, en vanaf 65 jaar. De belangrijkstereden hiervoor is dat de enquête waaruitde gezondheidsdata afkomstig zijn, be-perkt is tot de leeftijdsgroep 18 jaar enouder.
De sterftedata betreffen sterfte naarleeftijd, geslacht en vijf etnische groepenin Amsterdam voor de periode 2005-2009. Etniciteit is gebaseerd op de stan-daard CBS-definitie.10 De gezondheids-data betreffen data van een postenquêteverzameld door de GGD in 2008. Het gaatom gegevens van 2.733 mannen en 3.911vrouwen, 4.499 respondenten waren vanNederlandse afkomst en 2.145 van niet-Nederlandse afkomst, 3.913 responden-ten waren jonger en 2.730 respondentenouder dan 65 jaar. De response op deenquête was 50%, de data zijn gewogennaar geslacht, leeftijd en stadsdeel.11
Ervaren gezondheid werd vastgesteldmet een enkele vraag: “Hoe zou U in hetalgemeen uw gezondheid noemen:slecht, matig, goed, zeer goed of uitste-kend”. Deze vraagvorm wordt internatio-naal veel gebruikt.12 Vraag en antwoor-den komen echter niet overeen met demethode gebruikt door het CBS.13 Detwee verschillende vraagvormen leidentot zeer verschillende resultaten.7 De af-wezigheid van chronische ziektes wordt
vastgesteld aan de hand van vijftien veelvoorkomende aandoeningen en eenrestcategorie. De geestelijke gezondheidis vastgesteld met de Nederlandse versievan de K10 angst en depressieschaal.14,15 De metingen van chronischeziektes en geestelijke gezondheid ver-schillen ook van CBS-methoden.7
Vanwege de soms kleine aantallen isde analyse gedaan naar vijf etnischegroepen: Amsterdammers van Neder-landse, Caraïbische (Surinaams + Antil-liaans), Mediterraanse (Turks + Marok-kaans), overige niet-westerse, en overigewesterse afkomst.
De levensverwachting is berekendvolgens de methode van Chiang.16 Demethode van Sullivan is gebruikt voor degezonde levensverwachting.17,18 Naastde gezonde levensverwachtingen wordende percentages gezond leven gegeven.Dit percentage ontstaat door de gezondelevensverwachting te delen door de le-vensverwachting. Dit geeft de verwach-ting van het deel van het leven dat menna een bepaalde leeftijd in gezondheidzal doorbrengen.
Dit artikel gebruikt een vergelijkbaredataset, vraagvormen en analysemetho-den zoals besproken in een eerder arti-kel.7 In het artikel van Toet en anderenwordt gekeken naar de betrouwbaarheiden validiteit van het berekenen van degezonde levensverwachting in kleinegroepen. Er worden minimumeisen ge-steld aan de omvang van de onderzochte
Forum biedt
onder meer plaats
aan ingezonden
commentaren
en reacties,
korte praktijkbijdragen,
congresverslagen
en boekbesprekingen.
Aanwijzingen inzake
lengte, opmaak
en wijze van inzending
(per e-mail)
zijn verkrijgbaar
bij het redactiesecretariaat.
De redactie behoudt
zich het recht voor
om te redigeren
en/of te bekorten. Forum
1 GGD Amsterdam, cluster Epidemiologie enGezondheidsbevordering, Amsterdam
tsg jaargang 92 / 2014 nummer 3 forum - pagina 105 / www.tsg.bsl.nl
bevolkingsgroepen (>2000 persoonsja-ren ieder); het aantal sterfgevallen in diegroepen (>200) en het aantal respon-denten dat de vragenlijst heeft beant-woord in ieder van de groepen (>400).Dit artikel voldoet aan deze eisen metéén uitzondering, in de enquête waren er324 personen in de groep respondentenvan niet westerse afkomst.
Verschillen inlevensverwachting engezondelevensverwachting
Tabel 1 geeft de levensverwachting en degezonde levensverwachting op 20-jarigeen op 65-jarige leeftijd. De eerste kolom,eerste regel, laat zien dat de levensver-wachting op de 20e verjaardag in Am-sterdam 59,8 jaar is. Op de 65e verjaar-dag is de levensverwachting 18,4 jaar.Zowel op 20-jarige als op 65-jarige leef-tijd is de levensverwachting het laagstvoor inwoners van Nederlandse afkomst,de levensverwachting is bijzonder hoogvoor de overige niet-westerse groepen.De levensverwachting in goede tot uit-stekend ervaren gezondheid is met 50,3jaar het hoogst onder overige niet-wes-terse migranten gevolgd, met 50,1 jaar,door Amsterdammers van Nederlandseafkomst. Het laagst is de gezonde le-vensverwachting onder Amsterdammersvan mediterrane afkomst. Amsterdam-mers van Nederlandse afkomst kunnenverwachten dat zij na hun twintigste ver-jaardag 84% van hun jaren in goed er-varen gezondheid zullen doorbrengen,voor Amsterdammers van mediterraneafkomst is dit 50%. Na hun vijfenzes-tigste verjaardag brengen Amsterdam-mers van Nederlandse afkomst 68% vanhun leven door in goede tot uitstekend
ervaren gezondheid, dit is slechts 31%voor de mediterranen.
In grote lijnen wordt dit patroon her-haald bij de levensverwachting zonderchronische ziektes en bij de levensver-wachting in goede geestelijke gezond-heid. Amsterdammers van overige niet-westerse afkomst hebben in beide ge-vallen een relatief groot aantal te ver-wachten levensjaren, gevolgd door Am-sterdammers van Nederlandse en vanoverige westerse afkomst. De gezondelevensverwachting van Amsterdammersvan mediterrane afkomst is voor chroni-sche ziektes en geestelijke gezondheidrelatief laag. Als je kijkt naar het deel vanhet leven dat men door zal brengen ineen goed ervaren gezondheid dan scorenAmsterdammers van Nederlandse enoverige westerse afkomst in het alge-meen goed, en Amsterdammers van me-diterrane afkomst slecht.
Discussie
In dit artikel is de levensverwachting ende gezonde levensverwachting van etni-sche groepen in Amsterdam geanaly-seerd. De levensverwachting is bij Am-sterdammers van Nederlandse afkomstwat lager dan bij Amsterdammers vanniet-Nederlandse afkomst. Dit ‘gezondemigranteneffect’ is het onderwerp vanveel discussie in de wetenschappelijkeliteratuur.8,9 Er zijn meerdere mogelijkeoorzaken van de relatief hoge geobser-veerde levensverwachting van migran-ten. Migranten kunnen een gezonde se-lectie zijn van de inwoners van het landvan herkomst. Migranten met gezond-heidsproblemen remigreren wellicht va-ker dan migranten zonder gezondheids-problemen. Ook kan de slechte admini-stratie van bevolkingsomvang en de
sterfte van de diverse groepen een redenzijn. In Amsterdam zal een rol spelen datde samenstelling van de Amsterdamsebevolking van Nederlandse afkomst doorbinnenlandse migratie is beïnvloed. VeelAmsterdammers zijn immers verhuisdnaar de groeigemeenten. Deze ex-Am-sterdammers zijn relatief welvarend engezond, degenen die in Amsterdam blij-ven wonen zijn minder gezond.8
De gezonde levensverwachting opbasis van de ervaren gezondheid heefteen sterk subjectief element. De meningvan mensen over hun gezondheid zal weliets zeggen, maar het zegt lang niet allesover de feitelijke gezondheid. Hoe men-sen omgaan met gezondheid speelt inhet ervaren een belangrijke rol. Dat Am-sterdammers van Nederlandse afkomsteen hoge levensverwachting in goed er-varen gezondheid hebben kan voor eendeel worden verklaard door het beteromgaan met gezondheidsproblemen. DatAmsterdammers van mediterrane af-komst het een stuk minder goed doenkan te maken hebben met een mindereffectieve aanpak van gezondheidspro-blemen, misschien veroorzaakt door hetlagere opleidingsniveau en culturelebarrières.19 Opmerkelijk is de zeer hogelevensverwachting, en, mede daardoor,een zeer hoge gezonde levensverwach-ting in de overige niet-westerse etnischegroepen. In deze groep zitten veel re-cente immigranten en het kan zijn dat het‘gezonde migranteneffect’ een belangrij-ke rol speelt. Mensen die recent zijn ge-ïmmigreerd zijn veelal een gezonde se-lectie uit het land van herkomst, mensendie ongezond zijn migreren over het al-gemeen minder snel. Recente migrantenhebben de eventuele nadelen van verblijfin Nederland vaak nog niet ondervondenen ook remigreren zij nog niet ten ge-volge van een slechte gezondheid.
De levensverwachting zonder chroni-
Forum
Tabel 1. Levensverwachting en de gezonde levensverwachting in vijf etnische groepen woonachtig in Amsterdam
Groep Levens-verwachting
Levensverwach-ting met goed
ervarengezondheid
% van het levenmet goedervaren
gezondheid
Levensverwach-ting zonderchronischeziektes
% zonderchronischeziektes
Levensverwach-ting met goedegeestelijkegezondheid
% met goedegeestelijkegezondheid
20+ 65+ 20+ 65+ 20+ 65+ 20+ 65+ 20+ 65+ 20+ 65+ 20+ 65+
Alle groepen 59,8 18,4 47,7 11,8 79,8 64,0 26,7 3,2 44,7 17,3 30,9 9,5 51,7 51,7Nederlands 59,4 18,2 50,1 12,4 84,3 68,4 27,7 3,2 46,7 17,4 32,1 9,7 54,1 53,1Caribisch 60,8 19,6 40,5 7,6 66,6 39,0 25,2 3,0 41,5 15,4 31,5 10,4 51,9 53,2Mediterraan 61,5 20,3 31,0 6,3 50,4 31,0 16,2 1,1 26,4 5,6 18,2 5,4 29,6 26,7Overig niet-westers 67,4 26,1 50,3 17,3 74,5 66,2 30,0 6,6 44,4 25,1 32,2 12,7 47,8 48,5Overig westers 60,3 18,9 49,0 11,2 81,3 59,3 28,6 3,6 47,5 19,2 31,4 9,1 52,2 48,2
tsg jaargang 92 / 2014 nummer 3 forum - pagina 106 / www.tsg.bsl.nl
sche ziektes laat voor de etnische groe-pen in veel opzichten een vergelijkbaarpatroon zien als de levensverwachting ingoede gerapporteerde gezondheid. Al-leen, en dat is opmerkelijk, leeft menmeer jaren met een positief ervaren ge-zondheid, dan jaren zonder chronischeziektes. De aanwezigheid van chronischeziektes leidt dus niet direct tot een ne-gatief beeld van de gezondheid.
Ten slotte de levensverwachting ingoede geestelijke gezondheid, deze ligttussen de gerapporteerde ervaren ge-zondheid en de chronische ziektes in.Ook hier scoren de Amsterdammers vanmediterrane afkomst zeer slecht, en dievan overige niet-westerse groepen hetbeste. De hoge levensverwachting ingoede geestelijke gezondheid van deoverige niet-westerse groepen wordtvoor een deel verklaard door hun hogelevensverwachting. Als het gaat om hetpercentage van het leven dat men ingoede geestelijke gezondheid door zalbrengen, dan scoren de Amsterdammersvan Nederlandse en van een anderewesterse afkomst het beste.
Na de vijfenzestigste verjaardag leeftmen maar betrekkelijk weinig jaren zon-der chronische ziektes. Dat betekentechter niet dat men die jaren doorbrengtmet een slecht gevoel over de gezond-heid. De ervaren gezondheid wordt posi-tiever beleefd. Ook na hun vijfenzestigsteverjaardag doen de Amsterdammers vanmediterrane afkomst het erg slecht.
De lage gezonde levensverwachtingbij veel migranten lijkt een reflectie tezijn van de slechte gezondheid die bijveel migrantengroepen woonachtig inNederland wordt gevonden.19,20 Vooralonder Nederlanders van Turkse afkomstlijkt de ziektelast hoog.20 Een laag oplei-dingsniveau, culturele factoren, beperktetoegang tot de zorg en geringe mogelijk-heden, kunnen een rol spelen.19 De uit-zondering zijn Amsterdammers van ove-rige niet-westerse afkomst met een zeerhoge gezonde levensverwachting. Hetrecent importeren van een goede ge-zondheid kan daar een factor in zijn. Hetis maar de vraag of de goede gezondheidblijft als men langer in Nederlandwoont.9
Abstract
Healthy life expectancy of five groupsof migrants in AmsterdamIn this paper the life expectancy andthe healthy life expectancy for fivegroups of migrants living in the city ofAmsterdam are presented. Mortalityfigures over the period 2005-2009 areused. The questionnaire data has beencollected by the 2008 Amsterdamhealth monitor. Chiang’s life tablemethod and Sullivan’s healthy life ex-pectancy method are used in theanalysis. The life expectancy in Am-sterdam is highest among people ofother non-western origin, and lowestamong people of Dutch origin. Thelife expectancy in good to excellentself-reported health is highest amongpeople of other non-western originand those of Dutch origin. In terms ofthe percentage of healthy life peopleof Dutch and other western originperform best. People of Mediterra-nean origin perform particularly bad.Patterns for the life expectancy with-out chronic diseases and in goodmental health are similar as for self-reported health, only, fewer years arespend without chronic diseases com-pared with reported subjective health.The number of years spend in goodmental health are in between the yearsspend without chronic diseases andthe years spend in good reportedhealth. The healthy migrant effect isan important factor also in thehealthy life expectancy, particularlyfor Amsterdam citizens of other non-western origin. De healthy life ex-pectancy of Amsterdam citizens ofMediterranean origin is particularlylow, this might have to do with a his-tory of hard physical labour, lowschooling, low expectations and fewopportunities.
Keywords: life expectancy healthy,life expectancy, migrants, Amsterdam
Literatuur
1. Bruggink JW. Langer leven, maar ook lan-
ger gezond? Demos 2010;26(1):2-5.
2. Bruggink JW. Trends in gezonde levens-
verwachting. Tijdschr Gezondheidswet
2009;87:209.
3. Bruggink JW. Ontwikkelingen in (gezonde)
levensverwachting naar opleidingsniveau.
Bevolkingstrends 2009;57:71-5.
4. Perenboom RJM, Herten LM van, Boshui-
zen HC, Bos GAM van den. Life expectancy
without chronic morbidity: trends in gen-
der and socioeconomic disparities. Public
Health Rep 2005;120:46-54.
5. Knoops K, Brakel M van den. Rijke men-
sen leven lang en gezond: inkomensgere-
lateerde verschillen in de gezonde
levensverwachting. Tijdschr Gezondheids-
wet 2010;88:17-24.
6. Groenewegen PP, Westert GP, Boshuizen
HC. Regional differences in healthy life
expectancy in the Netherlands. Public
Health 2003;117:424-9.
7. Toet J, Uitenbroek DG, Ameijden EJC van.
Berekening van de Gezonde Levensver-
wachting in kleine geografische eenhe-
den. Tijdschr Gezondheidswet 2013;91:
115-20.
8. Uitenbroek DG, Verhoeff, AP. Life expec-
tancy and mortality differences between
migrant groups living in Amsterdam, The
Netherlands. Soc Sci Med 2002;54:1379-
88.
9. Lassetter JH, Callister LC. The impact of
migration on the health of voluntary
migrants in western societies. J Transcul-
tural Nurs 2009;20:93-104.
10. Keij I. Standaarddefinitie allochtonen.
Index 2000;10:24-5.
11. Dijkshoorn H, Dijk TK van, Janssen AP. Zo
gezond is Amsterdam!: eindrapport
Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2008.
Amsterdam: GGD, 2009.
12. National Center for Health Statistics.
Healthy people 2010: general data issues.
Hyattsville: NCHS, 2010.
13. European Health Expectancy Monitoring
Unit. Health questions from the Minimum
European Health Module used in EU-SILC
in the 26 EU countries. Montpellier:
EHEMU, 2009.
14. Uitewaal P. Depressie in Den Haag: het
risico op depressie in de verschillende
Haagse stadsdelen. Epidemiol Bull 2012;
47(1):23-9.
15. Kessler RC, Andrews G, Colpe LJ et al.
Short screening scales to monitor popu-
lation prevalences and trends in non-spe-
cific psychological distress. Psychol Med
2002;32:959-76.
16. Chiang CL. The life table and its construc-
tion. In: Chiang CL. Introduction to sto-
chastic processes in biostatistics. New
York: Wiley, 1968:189-214.
Forum
tsg jaargang 92 / 2014 nummer 3 forum - pagina 107 / www.tsg.bsl.nl
17. Imai K, Soneji S. On the estimation of dis-
ability-free life expectancy: Sullivan's
method and its extension. J Am Stat Assoc
2007;102:1199-211.
18. Stiefel MC, Perla RJ, Zell BL. A healthy
bottom line: healthy life expectancy as an
outcome measure for health improvement
efforts. Milbank Q 2010;88:30-53.
19. Uniken Venema HP, Garretsen HF, Maas PJ
van der. Health of migrants and migrant
health policy, The Netherlands as an
example. Soc Sci Med 1995;41,809-18.
20. Kunst AE, Mackenbach JP, Lamkaddem M,
Rademakers J, Devillé W. Overzicht en
evaluatie van resultaten van wetenschap-
pelijk onderzoek naar etnische verschillen
in gezondheid, gezondheidsrisico’s en
zorggebruik in Nederland. Rotterdam:
Erasmus MC / Utrecht: Nivel, 2008.
CorrespondentieadresD.G. Uitenbroek, NieuweAchtergracht 100, Postbus 2200,1000 CE Amsterdam.,tel. 020 - 5555 314, e-mail:[email protected]
Ingezonden reactie
Naar een standaard voor monitoring vankwetsbare groepen in NederlandCarolien L. van den Brink,1,2 Gemma M.J. Smulders,1, 3
Reactie op ‘Gezondheidsmonitoring vankwetsbare groepen in Nederland: wetenwe genoeg?’ van Roderik F. Viergever;TSG nr 6, 2013.
Als aanvulling op het artikel ‘Gezond-heidsmonitoring van kwetsbare groepenin Nederland; weten we genoeg?’ dat innummer 6 van TSG in 2013 is verschenen,willen wij u via deze reactie attenderenop de ontwikkeling van een landelijkmodel voor een monitor Sociaal Kwets-bare Groepen, waar de AcademischeWerkplaats Publieke Gezondheid Bra-bant, Tranzo, Tilburg samen met het On-derzoekscentrum Maatschappelijke zorgvan het Radboudumc Nijmegen sinds eenaantal jaren aan werkt. In dit project isaandacht voor een groot deel van desuggesties die auteur Viergever doetvoor verbetering van de monitoring vankwetsbare groepen in Nederland. Erwordt samengewerkt met de academi-sche werkplaats USER G4 die met een-zelfde monitor bezig is, specifiek voor devier grote steden.
Het doel van de monitor SociaalKwetsbare Groepen (SKG) is om te ko-
men tot een instrument dat voor ge-meenten en GGD’en een hulpmiddel is bijhet verzamelen en interpreteren van ge-gevens over deze groepen voor het ont-wikkelen en evalueren van het beleidvoor deze populatie.
Kwetsbare mensen zijn mensen dievaak meerdere problemen tegelijk heb-ben en vanuit het perspectief van dehulpverleners niet de zorg krijgen dienodig is. Daarnaast participeren ze nau-welijks in het reguliere maatschappelijkleven. Deze groep behoeft dus specialeaandacht.
De monitor beoogt meer uniformiteitin de gegevensverzameling, waardoorvergelijkingen tussen gemeenten moge-lijk zijn. Verder voorkomt een dergelijkinstrument dat lokale partijen ieder af-zonderlijk het wiel uit moeten vinden. Demonitor signaleert wat de grootste pro-blemen zijn en waar die voorkomen, bij-voorbeeld in welke wijken. Dit kan ver-volgens aanleiding zijn voor een GGD ofgemeente om verder in te zoomen opbepaalde problematiek. Onder anderedoor verdiepend onderzoek, gesprekkenmet sleutelfiguren en stakeholders of hetkoppelen van gegevens op individueelniveau.
Om standaardisatie te bevorderen iseen lijst gemaakt met indicatoren die re-levant zijn bij de monitoring van kwets-bare groepen. Naast indicatoren uit vra-genlijsten van de monitors gezondheidvan de GGD’en, gaat het vooral om ge-
gevens uit verschillende bestaanderegistraties, zoals het aantal mensen inde schuldhulpverlening of het aantalveelplegers. De indicatoren zijn inge-deeld in een matrix, waarvan de rijen uitde treden van de OGGZ ladder bestaanen gerelateerd zijn aan de ernst van deproblematiek.1 Trede 0 en 1 bestaan uitrisicogroepen in de algemene bevolking,trede 2 uit kwetsbare groepen in de ge-meenschap en (weer) onder dak, trede 3uit kwetsbare groepen in instituties entrede 4 uit kwetsbare groepen zonderdak. De kolommen van de matrix zorgenvoor een indeling in themagebieden,zoals bestaansvoorwaarden en midde-lengebruik. Op basis van deze matrixkunnen GGD’en of gemeenten keuzesmaken voor de groepen of thema’swaarop zij willen focussen in hun moni-tor.
Voor de indicatoren uit de matrix isnagegaan of hierover landelijke gege-vens bestaan die beschikbaar gesteldkunnen worden aan gemeenten ofGGD’en. Dit bevordert de uniformiteit vaninformatie en beperkt de administratievelasten op lokaal niveau. Andere gege-vens worden zoveel mogelijk lokaal ver-zameld. Denk bijvoorbeeld aan het aan-tal meldingen over overlast of het aantalcliënten in de bemoeizorg. Voor enkeleindicatoren is standaardisatie op dit mo-ment helaas nog niet haalbaar, omdatlokale instanties de gegevens hiervoorop verschillende manieren registreren.
Forum
1 Academische Werkplaats Publieke GezondheidBrabant, Tranzo, Universiteit Tilburg
2 Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu(RIVM), Centrum voor Voeding, Preventie en Zorg,Bilthoven
3 GGD Hart voor Brabant, 's-Hertogenbosch
tsg jaargang 92 / 2014 nummer 3 forum - pagina 108 / www.tsg.bsl.nl