Upload
others
View
1
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Europese projecten in gemeentenGOEDE VOORBEELDEN VAN PROJECTEN IN KLEINE EN MIDDELGROTE
GEMEENTEN, GECOFINANCIERD DOOR EUROPESE SUBSIDIEPROGRAMMA’S
Europese projecten in gemeentenGoede voorbeelden van projecten in kleine en middelgrote gemeenten,
gecofinancierd door Europese subsidieprogramma’s
2 Vereniging Van nederlandse gemeenten
Colofon
Auteur
Sjoerd Wijnsma
Projectleider
Helen Schuurmans (VNG)
Vormgeving en opmaak
Dimdim, Den Haag
juli 2012
3Vereniging Van nederlandse gemeenten
Voorwoord
Voor u ligt een publicatie met voorbeelden van projecten van kleine en middelgrote gemeenten die
Europese cofinanciering hebben ontvangen. Met deze publicatie hopen wij kennisuitwisseling te
bevorderen en spelen wij in op de vraag van gemeenten naar de mogelijkheden om gebruik te maken
van deze fondsen.
Mijn dank gaat uit naar alle bestuurders, gemeenteambtenaren en projectleiders die bereid waren hun
ervaringen met Europese subsidies met ons te delen.
Ik wens u veel inspiratie toe bij het lezen over deze projecten!
Ralph Pans
Voorzitter Directieraad VNG
4 Vereniging Van nederlandse gemeenten
Inhoudsopgave
Voorwoord 3
Inleiding 5
Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO)
Gemeente Westland: 4B in Waalblok 6
Gemeente Brummen: Centrumplan Eerbeek – Oranje Nassauplein 10
Interreg IVA
Gemeente Hellevoetsluis: Muren en Tuinen 12
Interreg IVB
Gemeente Hardenberg: iAge 16
Gemeente Noord-Beveland: Build with CaRe 18
Interreg IVC
Gemeente Assen: Integrated Measures for an Energy Efficiency Approach 22
Europees Sociaal Fonds (ESF)
Gemeente Gennep: Ondersteuning bij het vinden van een baan 24
Gemeente Goes: Aan de slag in Zeeland! 26
Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO)
Gemeente Meppel: Landschapsprogramma Broekhuizen 28
Gemeente Peel en Maas: Hart voor Maasbree – Multifunctioneel Centrum 30
Probleemgebiedenvergoeding agrariërs Midden-Delfland 33
Europees Visserij Fonds (EVF)
Gemeente Urk: Blue Port Urk 34
Europa voor de Burger
Gemeente Groesbeek: Vincult 38
Gemeente Haaren: European Charter 40
Leven Lang Leren – Comenius
Gemeente Tynaarlo: Samenwerkingsverband Tynaarlo-Pitesti 44
Vijfde kaderprogramma voor Onderzoek en Ontwikkeling
Gemeente Heerhugowaard: Suncities – Stad van de Zon 46
5Vereniging Van nederlandse gemeenten
Inleiding
In deze publicatie wordt een aantal projecten van kleine en middelgrote gemeenten besproken
die cofinanciering hebben ontvangen van de Europese Unie. De projecten zijn gefinancierd uit
verschillende fondsen (periode 2007-2013) waardoor een gevarieerd palet van projecten is ontstaan. De
ervaringen van deze ‘Best Practices’ kunnen u op weg helpen om ook voor uw project subsidie van de
Europese Unie te krijgen!
Op de linkerpagina staan ‘facts and figures’ van de projecten met een korte introductie van het
Europese subsidieprogramma, de bedragen en de looptijd, de projectpartners, een inhoudelijke
introductie van het project en de belangrijkste (verwachte) resultaten. Op de rechterpagina staat
een interviewverslag met de betrokken projectleider(s) en in enkele gevallen ook met de betrokken
bestuurder. Zij vertellen over de voor- en nadelen en de toegevoegde waarde van het uitvoeren van
een Europees gefinancierd project.
Tijdens het opstellen van deze verzamelbundel viel een aantal zaken op: Voor veel projecten betekent de Europese cofinanciering dat er een financieel gat op de begroting van
de projecten gevuld kan worden. Maar naast dit financiële aspect ervaren veel gemeenten ook andere
voordelen. Het delen van kennis in samenwerkingsverbanden helpt veel gemeenten het beleid en de
gemeentelijke prioriteiten te realiseren. Samenwerkingsverbanden geven gemeenten de kans zich te
profileren en de regio breed onder de aandacht te brengen.
De administratieve lasten en de bureaucratie die Europese subsidies met zich meebrengen kunnen een
nadeel zijn. Aan de andere kant dwingt een goede administratie je gestructureerd en geordend te
werken. Dat betekent dat je zelf ook veel meer grip hebt op je project en dit ook veel beter intern en
extern kan verantwoorden, bijvoorbeeld naar bestuurders.
De kern van een succesvolle aanvraag is je goed te verdiepen in de doelstellingen van het Europese
programma en alleen een aanvraag te doen als je project goed matcht met dit programma. Oriënteer
je van tevoren goed over de aanvraag en maak gebruik van de kennis van anderen.
Wat kan de VNG voor u betekenen?Directie Europa van de VNG adviseert over de Europese programma’s. Zo produceert zij een Europese
subsidiewijzer met daarin alle informatie over Europese subsidies waarvoor gemeenten in aanmerking
komen. Deze subsidiewijzer is digitaal beschikbaar op de website van de VNG. U kunt een hardcopy
bestellen via [email protected].
De VNG heeft voor alle ambtenaren van gemeenten die werken met Europa een Europa
ambtenarennetwerk opgericht. U kunt zich aanmelden voor het forum van dit netwerk op
www.europanetwerk.nl. Op dit forum wordt u op de hoogte gehouden van de laatste Europese
ontwikkelingen, partnersearches en subsidiemogelijkheden en kunt u ervaringen uitwisselen met
collega’s.
6 Vereniging Van nederlandse gemeenten
4B water in WaalblokGemeente Westland
Fonds: Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO)
Met geld uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) wil de Europese Unie het regionaal
concurrentievermogen versterken. Hoe dat gebeurt wordt vooral op nationaal niveau bepaald. De EU
heeft, voor de periode 2007-2013, innovatie, kenniseconomie en ondernemerschap als belangrijkste thema’s
vastgesteld. Nederland wil dit Europese beleid zoveel mogelijk laten aansluiten bij bestaand nationaal beleid.
Er zijn vier regionale programma’s opgesteld waarin het Europees/nationaal beleid is vertaald in regionale
prioriteiten. (http://ec.europa.eu/regional_policy/index_nl.cfm)
Website: http://www.gemeentewestland.nl/Smartsite.shtml?id=101965
Thema: Duurzaamheid, innovatie
Partners:
• GemeenteWestland • ProvincieZuid-Holland
• LTOGlaskracht • Tuinbouwondernemersinhetgebied
• HoogheemraadschapvanDelfland
Totaal budget van het project: circa € 11,2 miljoen
EU-bijdrage: € 1.698.600
Totale kosten project gemeente Westland: circa 1,1 miljoen
Looptijd: 01.11.2010 – 31.03.2014
Het project
Het pilotproject Waalblok 4B-concept water combineert meervoudig ruimtegebruik voor waterberging
met het vrijwel sluiten van de waterketen en een duurzaam hergebruik van bedrijfsafvalwater. De 4 B’s
staan voor het Bergen van regenwater, het Bufferen van bedrijfsafvalwater en proceswater, het Bereiden
van gietwater door zuivering van dit afvalwater en het Begieten van teelten. In dit zogeheten ‘4B concept
Water’ vindt waterberging plaats onder kassen en wordt drainage- en afvalwater met een innovatieve
combinatie van technieken geschikt gemaakt voor gietwatertoepassing. In het Westland hebben diverse
gebieden een zogenaamd Centraal Afval- en Drainagewater systeem. Hiermee is de centrale inzameling van
bedrijfsafvalwater eenvoudig te realiseren. Het eerste onderdeel van het 4B concept in het gebied Waalblok
is inmiddels gerealiseerd. Het betreft de aanleg van kelders onder kassen (meervoudig ruimtegebruik), waarin
berging van oppervlakte- of regenwater en van gietwater plaats kan vinden. De tweede hoofdactiviteit
betreft het omzetten van bedrijfsafval- en drainagewater in gietwater met een gecombineerde waterzuive-
ringsinstallatie, ook wel ‘gietwaterfabriek’ genoemd. De bijdrage uit EFRO betreft deze hoofdactiviteit. In
het pilotproject werkt de gemeente Westland samen met het Hoogheemraadschap van Delfland, de provincie
Zuid-Holland, LTO Glaskracht en de tuinbouwondernemers in het gebied. De realisatie zal plaatsvinden door de
(nieuwe) ‘Coöperatie waterzuivering Westland U.A.’ waarmee door de gemeente bindende afspraken worden
gemaakt.
Resultaat
Het pilotproject zorgt voor milieuwinst en draagt er aan bij dat een betere concurrentiepositie voor de
glastuinbouwsector ontstaat. Het project levert een bijdrage aan het oplossen van de waterbergingsbehoefte,
zorgt voor vermindering van risico op wateroverlast, verbetering van waterkwaliteit, voldoende gietwater van
goede kwaliteit, vergroting van zelfvoorzienendheid van het gebied, nieuwe financieringsconstructies voor
water (Publiek Private Samenwerkingsvormen) en energiebesparing op transport en productie. Het pilotproject
is één van de projecten van het ‘Programma Duurzame Greenport Westland-Oostland’. Dit is een programma
van projecten waarbij nieuwe technieken of inzichten worden ontwikkeld of op praktijkschaal worden
toegepast op het gebied van de waterhuishouding en van energie.
7Vereniging Van nederlandse gemeenten
Ervaringen van teamleider projecten Chantal Scheers en projectleider Aad Laverman Er zijn twee belangrijke aanleidingen geweest voor het project. Allereerst is er een historisch tekort
aan oppervlaktewater in het Westland en is er sprake van wateroverlast. Daarnaast wordt omgekeerde
osmose hier veel toegepast. Dat betekent dat er grondwater wordt opgepompt en wordt gefilterd
als gietwater voor de teelten. De afvalstoffen die daarbij vrijkomen worden weer terug in de grond
gepompt. De voorspelling was dat dit terugpompen van afvalstoffen vanaf 2013 niet meer toegestaan
zou zijn en dat er een andere manier van waterzuivering gezocht moest worden. De gemeente
Westland heeft samen met de tuinders naar oplossingen gekeken. Daaruit is het 4B concept (bergen,
bufferen, bereiden en begieten) voortgekomen.
Een van de speerpunten van het
collegewerkprogramma is dit
initiatief vanuit de samenleving.
Het project is niet alleen voor
de tuinders maar vooral ook
door de tuinders. De gemeente
bouwt en exploiteert dan ook
de ‘waterfabriek’ niet zelf. De
tuinders hebben een coöperatie
opgericht van waaruit ze
dit project ontwikkeld. De
gemeente faciliteert alleen.
Vanwege vele partijen die
betrokken zijn is het belangrijk
dat een partij het project trekt.
De gemeente heeft ervoor
gekozen om dit in de beginfase te doen vanwege de belangrijke maatschappelijke functie van het
Westland. Westland is het grootste en dichtbebouwde glastuinbouwgebied van de wereld en de derde
economische motor van Nederland na de Rotterdamse haven en Schiphol. De tuinbouw vormt de
kern van de gemeente en daarom wil de gemeente investeren in de innovatieve en vooruitstrevende
bedrijven. De gemeente heeft de subsidie aangevraagd en staat garant voor de risico’s. Nu de kaders
van het project steeds duidelijker worden, proberen we dat risico voor een deel ook over te dragen aan
de coöperatie van de tuinders.
Ondanks de gevolgen van de crisis, die ook de tuinders raakt, blijft het draagvlak groot. Met dit
nieuwe systeem heb je een constante kwaliteit van gietwater hetgeen zich vertaald in betere
teeltopbrengsten. Verder maakt de sector zich klaar voor de toekomstige emissie-eisen. LTO Glaskracht
speelt een belangrijke rol om de tuinders enthousiast te maken en te houden voor het project.
De aanvraag
Beleidsmedewerkers economische zaken van de gemeente bekijken de mogelijkheden van Europese
subsidieprogramma’s en vergelijken dat met de beleidsdoelen van de gemeente. Er was extra geld
nodig en het project past goed binnen de doelstellingen van de Europese Commissie. Tussen de
melding van het project ten behoeve van de subsidie en de daadwerkelijke aanvraag heeft vrij veel
tijd gezeten, vanwege diverse onzekerheden binnen het project. Daarnaast kent de ‘waterfabriek’ een
gewenste exploitatieduur van 40 jaar, hiervoor moest een geschikte constructie gevonden worden. De
daadwerkelijke aanvraag heeft een voorbereiding (oriënterende gesprekken, opstellen projectplan)
gekend van circa een half jaar. Verlening van de subsidie vond na enige aanpassingen en aanvullingen
op de aanvraag plaats.
Overzicht van het plangebied
8 Vereniging Van nederlandse gemeenten
Voor- en nadelen
Europese subsidies zijn vaak erg lastig in de verantwoording. Vanuit onze eerdere ervaringen met
EFRO hebben wij de keus gemaakt de aanvraag te gebruiken voor harde investeringen zoals de
bouwmaterialen. Dat is namelijk eenvoudiger te verantwoorden dan bijvoorbeeld ambtelijke uren.
Verder is de aanvraag altijd een weergave van de situatie/inzicht op dat moment terwijl het project
vaak heel dynamisch is. Dit kan leiden tot een afwijking ten opzichte van de aanvraag, bijvoorbeeld
toch andere concrete projectresultaten. Goedkeuring van een dergelijke afwijking vergt de nodige
tijd en energie en zorgt voor onzekerheid, terwijl voortgang van het project cruciaal is vanwege
de beperkte subsidieperiode. Het ‘managen’ van de subsidie wordt soms een apart taak binnen het
project. De subsidie heeft het project wel mogelijk gemaakt. Zonder de subsidie hadden we geen stap
kunnen zetten om innovatie en duurzaamheid extra te promoten in de tuinbouwsector.
9Vereniging Van nederlandse gemeenten
10 Vereniging Van nederlandse gemeenten
Centrumplan Eerbeek – Oranje NassaupleinGemeente Brummen
Fonds: Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO)
Met geld uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) wil de Europese Unie het
regionaal concurrentievermogen versterken. Hoe dat gebeurt wordt vooral op nationaal niveau
bepaald. De EU heeft, voor de periode 2007-2013, innovatie, kenniseconomie en ondernemerschap als
belangrijkste thema’s vastgesteld. Nederland wil dit Europese beleid zoveel mogelijk laten aansluiten
bij bestaand nationaal beleid. Er zijn vier regionale programma’s opgesteld waarin het Europees/
nationaal beleid is vertaald in regionale prioriteiten. (http://ec.europa.eu/regional_policy/index_nl.cfm)
Website: www.centrumplaneerbeek.nl
Thema: Herinrichting openbare ruimte, duurzaamheid
Partners: Gemeente Brummen; provincie Gelderland
Totaal budget van het project: € 900.000
EU-bijdrage: € 450.000 (50%)
Looptijd: 01.02.2011 – 31.12.2012
Het project
Vanuit de samenleving bestaat al langere
tijd de roep om het centrum van Eerbeek
op te knappen. Toen twee ontwikkelaars
grond kochten in het centrum is er
samen met de gemeente een masterplan
‘Centrumgebied Eerbeek’ gemaakt voor
het centrum van Eerbeek. Hoewel het
Oranje Nassauplein eigenlijk enigszins
buiten het centrumgebied ligt, heeft het
plein een belangrijke functie door zijn
winkels maar ook als ontmoetingsplein.
Bewoners en ondernemers hebben er
dan ook altijd op aangedrongen het
plein mee te nemen in het masterplan
voor het hele centrum. Voor de
herinrichting van dit plein is Europese subsidie aangevraagd. De winkeliers en bewoners aan het
plein hebben actief bijgedragen aan de plannen voor de inrichting van het plein. De gemeente heeft
gevraagd of de winkeliers samen met de bewoners zelf met plannen wilden komen voor de inrichting.
De gemeente had alleen een paar randvoorwaarden gesteld, zoals het beschikbare budget en het feit
dat een ondergrondse wateropvangvoorziening gerealiseerd moest worden om wateroverlast ten
gevolge van hevige regenval te kunnen beperken.
Resultaat
Het Oranje Nassauplein ligt lager dan de omgeving en had daarom al meerdere jaren last van
wateroverlast bij hevige regenbuien. Een groot ondergronds waterreservoir moet deze problemen
oplossen. Voor de zomer van 2012 moet dit reservoir klaar zijn. Daarna wordt begonnen met het
vervangen van de riolering en aan de betere uitstraling van het plein waardoor het plein een nog
belangrijkere ontmoetingsplek wordt en het ondernemersklimaat verbeterd. In samenwerking met
Veilig Verkeer Nederland is er ook gekeken naar de mogelijkheden om het plein veiliger te maken.
Werkzaamheden aan het Oranje-Nassauplein
11Vereniging Van nederlandse gemeenten
Ervaringen van projectleider Justin Asma (IM-RO bv)Bij het maken van een masterplan voor het centrum van Eerbeek hebben we er direct voor gekozen
om het Oranje Nassauplein mee te nemen in de plannen. Het plein, dat net buiten het centrum ligt,
heeft naast het winkelaanbod een belangrijke sociale functie. Bij de plannen voor de herinrichting
van het plein zijn direct de bewoners actief betrokken. Hierdoor hebben we nu een breed gedragen
ontwerp liggen, waardoor de overlast van de werkzaamheden ook geaccepteerd wordt.
De herinrichting van het plein is de hoofdmoot van het project maar daarnaast is duurzaamheid
ook belangrijk. Het ondergronds waterreservoir dat wateroverlast moet tegengaan is hiervan een
voorbeeld.
Tegelijk met het maken van het masterplan hebben we een financiële doorrekening gemaakt in
de vorm van een grondexploitatie. Daardoor kwamen we er al snel achter dat we een groot tekort
hadden op de totale grondexploitatie. Door te sleutelen aan de plannen, zonder aan de kwaliteit te
tornen, hebben we geprobeerd de kosten te drukken. Op een gegeven moment was dit niet verder
haalbaar en zijn we in gesprek gekomen met de provincie Gelderland. De provincie heeft toen een
toezegging gedaan dat ze wel een bijdrage wilden leveren aan het centrumplan in de vorm van
subsidies. Investeringbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) en EFRO zijn daarvan de belangrijkste.
De aanvraag
Het Oranje Nassauplein heeft niet alleen een fysieke maar ook een sociale binding met het
centrumplein. Doel van het centrumplan is het geven van een kwaliteitsimpuls aan het centrum van
Eerbeek. Als gemeente kun je het ondernemersklimaat versterken door te zorgen dat de openbare
ruimte goed op orde is. Een gezellig plein, waar het prettig winkelt, maakt het ondernemersklimaat op
het plein sterker. Deze versterking was een belangrijk argument om in aanmerking te komen voor de
EFRO gelden.
Voor je een goede aanvraag hebt liggen, ben je een halfjaar verder. Gelukkig ging de toekenning
vrij snel, twee maanden na de aanvraag kregen we deze toekenning. Wij hebben, samen met onze
subsidieadviseur een projectplan geschreven, waarna de subsidieaanvraag is ingediend. Daarbij heeft
ook regelmatig contact plaatsgevonden met de ambtenaren van de provincie die verantwoordelijk zijn
voor de verdeling van de EFRO gelden. Het projectplan moest iets aangescherpt worden voordat de
definitieve aanvraag kon worden ingediend.
Het is belangrijk om van te voren je investeringsramingen goed op orde te hebben. Dat was lastig
omdat we dit in eerste instantie op basis van kengetallen hebben moeten doen. Deze kengetallen
vormden ook de basis voor het budget dat er voor de ondernemers en bewoners beschikbaar was voor
de herinrichting van het plein.
Voor- en nadelen
Zonder de subsidie hadden we dit project natuurlijk niet kunnen uitvoeren. We hebben goede
afspraken met de provincie gemaakt over de verantwoording. Vanuit Europa is er veel controle op je
administratie en zijn er hoge eisen over de inrichting van je projectadministratie. Door de afspraken
die we gemaakt hebben kunnen we dit nu goed doen.
De reactie uit het veld, van de ondernemers en bewoners, is heel positief. Ik heb er vertrouwen in dat
het draagvlak voor het project blijft, mits ook in de uitvoering voldoende aandacht wordt besteed aan
de belangen van omwonenden en ondernemers.
12 Vereniging Van nederlandse gemeenten
Muren en Tuinen – Restauratie verdedigingswerken HellevoetsluisGemeente Hellevoetsluis
Fonds: Interreg IVA – Twee Zeeën Programma
Grensoverschrijdende samenwerking -Interreg IVA- gaat over samenwerking
tussen overheden, maar ook tussen andere private en publieke organisaties.
Het Twee Zeeën Programma wil samenwerking over de grens stimuleren tussen noordwest Frankrijk,
Vlaanderen, zuidoost Engeland en zuidwest Nederland. Het programma kent drie prioriteiten;
het ondersteunen van een economisch competitief, aantrekkelijk en toegankelijk gebied; een
gezonde en veilige omgeving bevorderen en ontwikkelen; verbetering van de leefkwaliteit. (www.
interreg4a-2mers.eu)
Website: www.wallsandgardens.eu
Thema: Interregionale samenwerking, cultuur/historisch erfgoed
Partners:
• Frankrijk:DépartementduNord(leadpartner);VilledeBergues;
Ville de Cassel; Ville de Gravelines; Ville du Quesnoy; Ville de
Lille; Communauté de Communes du Montreuillois; Ville de
Saint-Omer; Ville de Watten; Département du Pas de Calais;
CAUE du Nord
• België:ProvincieWest-Vlaanderen;StadBrugge;StadIeper;
Stad Veurne; Kempens Landschap
• Nederland:ZeeuwsMaritiemmuZEEum;gemeenteVlissingen;
Waterschap Scheldestromen; gemeente Hellevoetsluis
• Groot-Brittannië:EssexCountyCouncil;MedwayCouncil
Totaal budget van het project: € 10.563.314
EU-bijdrage: € 5.281.657
Totale kosten project in de gemeente Hellevoetsluis: € 726.316
Looptijd: 01.07.2011 – 30.06.2014
Het project
Tijdens de Gouden Eeuw was de vesting van Hellevoetsluis een belangrijke oorlogshaven en de stad
bleef dit tot aan de Tweede Wereldoorlog. In 1880 werd Kazerne Haerlem op de vesting gebouwd.
Door verkeerd herstel in het verleden, door roestend metaal en door vorst heeft de gevel van de
kazerne veel schade opgelopen. Een restauratie was noodzakelijk en de gemeente heeft ervoor
gekozen om de hele vesting, de kleinste van Nederland, grondig te restaureren. Het Europese
samenwerkingsverband ‘Muren en Tuinen’ wordt gebruikt om kennis uit te wisselen en ideeën op te
doen. Workshops en werkbezoeken moeten deze kennisuitwisseling bevorderen tussen de partners die
bestaan uit vestingsteden, waterschappen, regio’s, kennisinstituten en musea.
Resultaat
De gemeente wil van de vesting een aantrekkelijke trekpleister voor toeristen en recreanten maken.
Tegelijkertijd wil de gemeente dit stukje geschiedenis, die niet specifiek voor Hellevoetsluis is, maar ook
nationale waarde heeft, bewaren. Hellevoetsluis was in de jaren ’70 en ’80 een groeigemeente en om de
nieuwe inwoners aan de stad te binden is er altijd veel aandacht besteed aan de vaderlandse geschiedenis.
Op 26 juni heeft Z.K.H. de Prins van Oranje de gerestaureerde verdedigingswerken geopend.
De verdedigingswerken van Hellevoetsluis
13Vereniging Van nederlandse gemeenten
Ervaringen van burgemeester Corstiaan Kleijwegt, projectleider restauratie Veronique Stern en projectleider buitenruimte Rainco van EgmondMet het Europese geld is er geld beschikbaar gekomen om naast de restauratie van de kazerne en de
kazematten, het gebied ook te kunnen aankleden en het toegankelijker te maken voor bezoekers.
Juist de bijzondere dingen die je kunt doen met de aankleding van de vesting vindt Europa erg leuk
en belangrijk. Zoals een expositie over oplossingen van conflicten in een tijdsbeeld met het gebruik
van cortenstaal, een heel modern middel. In dit samenwerkingsverband kun je dit soort ideeën ook
heel goed met elkaar uitwisselen. Door de subsidie konden we extra aanlichting realiseren en kan
er een ruimte van ongeveer 80 vierkante meter worden ingericht als een soort bezoekerscentrum.
Daarnaast zullen door vrijwilligers rondleidingen worden gegeven door het gebied. Een universiteit zal
onderzoek doen naar het (ecologisch) beheer van vestingwallen en de resultaten hiervan kunnen door
andere vestingsteden in het samenwerkingsverband gebruikt worden. De partners in het project zullen
in hun informatievoorziening verwijzen naar elkaar. Toen we net in het verband zaten voelden we
ons een kleine schakel in het geheel, ondanks dat we een relatief hoog bedrag hadden gekregen. Dat
komt ook omdat we met zoveel partners zijn (22). We zijn naar alle bijeenkomsten gegaan en je merkt
dat je steeds meer gevoel krijgt bij elkaars projecten. In het begin was het onvoldoende bekend wat de
partners precies deden en dat vormde toch een barrière. Nu zie je steeds meer de verbanden tussen de
verschillende projecten.
De aanvraag
We hebben subsidie aangevraagd bij het Rijk voor een groot restauratieproject om te laten zien dat
het ons ernst was en we hebben duidelijk gemaakt dat we bereid waren er zelf ook veel geld in te
steken. Voor de subsidie van het rijk moet de gemeente zelf ook een deel bijdragen. Gelukkig had de
gemeente zelf al geld gereserveerd voor de restauratie. Toen we dan ook van het Rijk en van Europa
geld kregen, waren wij natuurlijk bijzonder blij! Overigens moet de gemeente voor de subsidie van
Europa ook co-financieren.
Tijdens een congres over droogdokken in Japan heeft de burgemeester een ontmoeting gehad met
de toenmalige directeur van het Zeeuws Maritiem muZEEum. Zij waren al betrokken in het ‘Muren
en Tuinen’ project samen met de gemeente Vlissingen. Gemeente Vlissingen heeft ons toen benaderd
met de vraag of we mee wilden doen. Door mee te doen aan het Europese samenwerkingsverband
kwamen er vele mogelijkheden bij om nog meer te doen aan het toeristische en cultuurhistorische
aspect. Omdat de inschrijving bijna voorbij was hebben we heel snel een voorstel gedaan. We hadden
het geluk dat het oorspronkelijke projectvoorstel terug was gestuurd voordat het goedgekeurd kon
worden. Een van de kritiekpunten was dat er te weinig deelnemers waren uit Nederland en met name
uit Zuid-Holland. Wij pasten dus uitstekend binnen dit samenwerkingsverband en na onze aanmelding
is de projectaanvraag goedgekeurd.
Voor de aanvraag hebben we hulp gekregen van onze partner gemeente Vlissingen. Zij hebben meer
ervaring en zijn ook regio coördinator. Nu we er beter inzitten, wordt ons steeds duidelijker waar
we op moeten letten. Zo hebben we gemerkt dat er heel nauwkeurig gewerkt moet worden en
niet alles direct geaccepteerd wordt. Zowel wij als de leadpartner hebben een first level controller
en daarna worden de stukken door Europa gecontroleerd. Dat luistert allemaal erg nauw. Gelukkig
hebben we wat ervaring met een ander Europees Project, Yacht Valley (werkloods Droogdok en een
watersportservicecentrum).
Voor- en nadelen
Van Europa krijg je pas geld nadat je zelf al geld hebt uitgegeven voor de planvorming en bereid
bent 50% cofinanciering te doen, “spiering uitzetten om kabeljauw te vangen”. Ook kost een
14 Vereniging Van nederlandse gemeenten
samenwerkingsverband veel tijd, omdat je al die bijeenkomsten moet bezoeken, contacten moet
onderhouden en de uitgebreide administratie op orde moet brengen. In het begin was het lastig om
te weten welk gezicht bij welke stad hoorde omdat er vaak wisselende vertegenwoordigers waren.
Inmiddels stabiliseert zich dat en door de werkbezoeken ter plaatse leer je de verantwoordelijken
ook kennen. Kennis en ervaringen uitwisselen met hen is verrijkend. De inrichting van de vesting is
aantrekkelijker nu dan wanneer we het zonder Europees geld en de kennisuitwisseling hadden gedaan
en daarmee is het doel van de restauratie nog sterker en beter gerealiseerd.
De vesting van Hellevoetsluis is in het begin van de 17de eeuw aangelegd en was bedoeld om de vloot te beschermen.
Zeehelden zoals Michiel de Ruyter, Piet Hein en Maarten Tromp lagen in Hellevoetsluis voor de rede en van hieruit is
Michiel de Ruyter in 1667 de Medway opgevaren om grote schade toe te brengen aan de marinehaven Chatham. Toen
in 1870 de Frans-Duitse oorlog uitbrak en het Nederlandse leger gemobiliseerd werd, bleek de vesting sterk verouderd.
Daarom werden de Fronten I en II (het zuidwestelijke deel van de vesting) samengevoegd om er een kustbatterij te kun-
nen realiseren en verrezen er gebouwen voor het onderbrengen van manschappen en de opslag van kruit en munitie.
In 1880 is de ‘bomvrije’ kazerne Haerlem gebouwd, die de manschappen moest onderbrengen, echter vrij snel nadat
de kazerne was opgeleverd werd de brisant granaat geïntroduceerd. Tegen de krachten van dit nieuwe wapen was de
kazerne niet bestand, zodat de term bomvrij niet meer van toepassing was.
15Vereniging Van nederlandse gemeenten
16 Vereniging Van nederlandse gemeenten
iAgeGemeente Hardenberg
Fonds: Interreg IVB – North-Sea Programme
Het Interreg IVB programma heeft als doel het versterken van de samenwerking op transnationale thema’s.
De focus van dit programma ligt in de thema’s innovatie, milieu, toegankelijkheid van de regio en duurzame
stedelijke ontwikkeling. Het Noordzee Programma richt zich op projecten uit regio’s rond de Noordzee en heeft 4
prioriteiten; meer innovatie, het verbeteren van het milieu, het verbeteren van de bereikbaarheid van de regio’s en
het creëren van duurzame en competitieve gemeenschappen. (www.northsearegion.eu)
Website: www.iageproject.eu
Thema: Krimp, vergrijzing, actief ouder worden
Partners:
• Nederland:ProvincieDrenthe(leadpartner);Zorg
Innovatie Platform; Hanzehogeschool Groningen;
gemeente Hardenberg
• België:ProvincieOost-Vlaanderen,Intercommunale
Leiedal
• Groot-Brittannië:UniversityofAbertayDundee • Denemarken:UniversityCollegeofLillebaelt
• Duitsland:WirtschaftsakademieSchleswig-Holstein • Noorwegen:UniversityofAgder
Daarnaast zijn er 8 subpartners waaronder de gemeente Aa en Hunze
Totaal budget van het project: € 2.800.000
EU-bijdrage: € 1.300.000
Totale kosten project in de gemeente Hardenberg: € 260.000
Looptijd: 02.01.2012 – 31.12.2014
Het project
In het project iAge werken overheden, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties samen om ouderen
zo lang mogelijk actief te houden. Op deze manier willen de partijen tegemoet komen aan de problemen van de
vergrijzing op de arbeidsmarkt, in de zorg en op de woningmarkt. ICT speelt hierin een belangrijke rol. Het project
richt zich op slimme oplossingen die aansluiten bij de wereld van ouderen, en die ertoe bijdragen dat ouderen
langer gezond en actief hun zelfstandigheid kunnen behouden. De pilot LifeLongLivingOnline in Dedemsvaart
(gemeente Hardenberg) heeft als doel om ouderen betere mogelijkheden te bieden om langer zelfstandig te
kunnen blijven wonen. ICT wordt hiervoor als middel ingezet. Het is de bedoeling dat een groep van 50 ouderen
(ouder dan 75) zelfstandig of met hulp leert omgaan met nieuwe mogelijkheden van ICT, domotica en sociale
media. Deze middelen moeten zorg op maat mogelijk maken en toegang bieden tot sociale ondersteuning. Ook
wordt op deze manier een nieuw sociaal netwerk opgezet. Om de ouderen te leren omgaan met deze middelen,
wordt tevens een groep 55-plussers opgeleid. Ook huisartsen, zorgverleners, welzijnswerkers, mantelzorgers en
vrijwilligers moeten leren omgaan met de nieuwe middelen en mogelijkheden.
Resultaat
Aan het eind van het project moet 80% van de pilot-groep van 50 ouderen gebruik maken van de digitale
mogelijkheden die in de pilot worden aangeboden. Dit moet leiden tot meer efficiënte en effectieve zorg-
en dienstverlening door maatwerk. Ook moet 80 % van de pilotgroep vinden dat de omstandigheden om
langer zelfstandig te blijven wonen zijn verbeterd. Op het gebied van zorg moet de pilot, mede door hiermee
samenhangende projecten, significante verbeteringen opleveren in bijvoorbeeld afname van het aantal
ziekenhuisopnames. Door de resultaten van dit experiment (o.a.) te verbinden met de transnationale pilots van het
Trimbos Instituut (ICT behoeften en problemen ouderen) en Universiteit Abertay Dundee (ontwikkeling toolbox)
vindt een verrijking van kennis en ervaring plaats. De aldus verkregen kennis levert vervolgens weer belangrijke
input op voor toepassingen van de resultaten op lokale en grotere schaal, zodat ouderen langer grip op hun leven
houden.
17Vereniging Van nederlandse gemeenten
Ervaringen van subsidiecoördinator Hans Migchelbrink Vanaf juni 2011 ben ik betrokken geraakt bij het project. Daarvoor waren de eerste contacten met
het buitenland al gelegd door de leadpartner. iAge past goed bij de al bestaande projecten in de
gemeente, zoals ‘Gezonde Gemeente’ een omvangrijk project voor alle leeftijden. Daarnaast passen
de doelstellingen goed bij de verandering in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Ik heb
daarom contact gezocht met de leadpartner en onze eigen afdeling werk, welzijn en educatie.
Het is belangrijk goed te weten of je beleid past bij de speerpunten van het Europees beleid. Als je op
Europees niveau een rol wilt spelen, moet je bekend zijn met de Europese speerpunten en vervolgens
binnen je eigen netwerk op zoek naar aanknopingspunten met je eigen beleid. Via mijn netwerk
kwam ik in contact met de provincie Drenthe. Ik wist dat ze met dit idee bezig waren en ik heb contact
gezocht met onze eigen afdeling werk, welzijn en educatie, om te kijken of we aanknopingspunten
zagen met ons eigen beleid. Die waren er volop. Hardenberg krijgt net als andere gemeenten te
maken met vergrijzing en krimp. Als je wilt dat mensen op een prettige manier oud kunnen worden,
moet je iets veranderen. iAge kan ons daarmee op weg helpen. Mensen willen langer zelfstandig
wonen. In de zorg dreigt een tekort aan personeel. ICT en moderne communicatiemiddelen kunnen
helpen om de zorg efficiënter in te richten. Hiermee bereiden we ons voor op de toekomst.
De aanvraag
Binnen de kaders die de leadpartner
gesteld heeft, hebben we een beschrijving
gemaakt van onze plannen. De lead partner
heeft samen met een extern bureau
duidelijke instructies gegeven om ons goed
aan de opdracht te houden en niks over
het hoofd te zien. Een goede leadpartner is
erg belangrijk. Voor een goede slaagkans is
het bovendien belangrijk dat de kwaliteit
van het consortium goed is. Dat betekent
dat het niet alleen moet bestaan uit
over heden, maar ook uit kenniscentra
en bedrijven. De samenwerking met
de partners verloopt goed. Ik ben er
erg tevreden over dat het duidelijk
is met welke partners je inhoudelijk kunt samenwerken. Alle partners maken gebruik van dezelfde
kenniscentra en dat maakt het consortium sterk. Zo maken we gebruik van een buitenlandse universiteit
die een toolbox ontwikkelt. Alle partners maken gebruik van deze kennis en leveren ook input aan de
universiteit. Daarmee kom je ook tegemoet aan de eis van Europa dat het project een toegevoegde
transnationale waarde heeft.
Voor- en nadelen
Het belangrijkste motief voor de gemeente Hardenberg om mee te doen is het verwerven van kennis,
kwaliteit, een hogere kwaliteit van je beleid en ook versnelling en realisering van je beleid. Daarnaast
levert het een netwerk op waar je later weer van kan profiteren.
De uitgebreide administratie die Europa vraagt kost veel tijd. Deze bureaucratie heb ik als groot
nadeel ervaren omdat dat het moeilijker maakt de beleidsafdeling te motiveren en gemotiveerd te
houden. Gelukkig wegen de voordelen ruimschoots op tegen dit nadeel.
iAge partner meeting op 18 april 2012 in Hardenberg
18 Vereniging Van nederlandse gemeenten
Build with CaReGemeente Noord-Beveland
Fonds: Interreg IVB – North-Sea Programme
Het Interreg IVB programma heeft als doel het versterken van de samenwerking op transnationale thema’s.
De focus van dit programma ligt in de thema’s innovatie, milieu, toegankelijkheid van de regio en duurzame
stedelijke ontwikkeling. Het Noordzee Programma richt zich op projecten uit regio’s rond de Noordzee en
heeft 4 prioriteiten; meer innovatie, het verbeteren van het milieu, het verbeteren van de bereikbaarheid
van de regio’s en het creëren van duurzame en competitieve gemeenschappen. (www.northsearegion.eu)
Website: www.buildwithcare.eu; www.natuurlijkwissenkerke.nl
Thema: Duurzaamheid, energie
Partners:
• Zweden:RegionVästraGötaland(leadpartner)
• Groot-Brittannië:AberdeenCityCouncil;DundeeCollege;
Southend; University of East Anglia;
West Suffolk College
• Duitsland:AZB,Hamburg;BremerEnergieKonsens;G19
(Staatliche Gewebeschule für Bautechnik);
IBA, Hamburg; Innovationsstiftung Schleswig-Holstein; Stadt
Oldenburg; TUHH; ZEBAU
• Nederland:GemeenteGroningen;ProvincieGroningen;
Gemeente Noord-Beveland
• België:OostVlaanderen
Totaal budget van het project: € 7.419.752
EU-bijdrage: € 3.709.876
Totale kosten project in de gemeente Noord-Beveland: € 170.000 (50% EU – 50% eigen bijdrage)
Looptijd: 01.08.2008 – 31.03.2012
Het project
Gemeente Noord-Beveland gaat in het kader van het samenwerkingsverband “Build with CaRe” duurzame
passiefhuizen bouwen. Het project uit het Interreg IVB Noordzee programma is een samenwerkingsverband
van 18 organisaties uit 5 verschillende landen. Samen streven de deelnemers naar een lager energieverbruik
inzowelnieuwealsbestaandegebouwen.LeadpartnervanditprojectisderegioVästraGötalanduit
Zweden. CaRe staat voor Carbon Reduction en geeft het doel van het project duidelijk weer. Duurzaam
bouwen moet zorgen voor een verlaging van het energieverbruik en daarmee de CO2 -uitstoot. De bijdrage
van gemeente Noord-Beveland bestaat uit de bouw van 59 passiefhuizen. Passiefhuizen zijn huizen die zo
energiezuinig mogelijk zijn. Vooral door goede isolatie hebben deze huizen een verbruik van minder dan 15
kWh/m² bruto per jaar. De gemeente heeft een ruimte beschikbaar gesteld waarin aannemers/ondernemers
voorbeelden van hun duurzame isolatietechnieken plaatsen, zodat bewoners en geïnteresseerden kunnen
zien wat de mogelijkheden zijn. Daardoor kan er ondanks de financiële crisis en de huidige situatie op de
woningmarkt toch een start gemaakt worden met duurzaam bouwen in de gemeente.
Resultaat
De gemeente wil graag dat bewoners van de nieuwe huizen zelf hun verhaal vertellen, juist omdat zij het
beste kunnen vertellen over hun ervaringen. Door de situatie op de woningmarkt zijn de huizen nog niet
gebouwd en daarom is er een expositieruimte ingericht waarin aannemers de nieuwste mogelijkheden
laten zien op het gebied van duurzaam bouwen en restaureren. Wellicht worden de eerste 5 huizen dit jaar
gebouwd en dan is voor de gemeente dit project al erg succesvol.
Tom Vermin (links) en wethouder Adrie van der Maas
19Vereniging Van nederlandse gemeenten
Ervaringen van projectleider Tom Vermin en wethouder Adrie van der Maas. De gemeente Noord-Beveland is al langere tijd bezig met het concept duurzaamheid door opzoek
te gaan naar andere projecten zodat wij zelf duurzaamheid handen en voeten konden geven in
de gemeente. Wij voelden ons roepende in de woestijn en schreeuwden om informatie van andere
projecten ter inspiratie. Via de provincie Zeeland zijn we dit samenwerkingsverband op het spoor
gekomen. Omdat er bij de Zweedse leadpartner een Nederlander werkt verliep het contact makkelijker.
Het is jammer om te zien dat de overheid achterblijft en dat het bedrijfsleven vaak verdere stappen
durft te nemen op het gebied van duurzaamheid. Terwijl de kosten op langere termijn wel veel lager
zijn; focus op de total cost of ownership. Ook in de gemeente Noord-Beveland vormden de hoge
investeringskosten een belemmering. Wij vinden het erg belangrijk dat binnen de eigen gemeente de
neuzen dezelfde kant op staan. Dankzij de ervaringen in het samenwerkingsverband hebben we kunnen
laten zien dat er rond de projecten geen onrealistisch gehalte of ‘geitenwollen sokken’ sfeer hoeft te
hangen. Door het samenwerkingsverband hebben we vele voorbeelden gezien en daarom konden we
ons eigen project veel concreter opzetten en werd het draagvlak veel groter. Als je de verschillende
conferenties bezoekt wordt het je op een gegeven moment duidelijk dat er iets moet veranderen en
dat je met elkaar veel kunt bereiken tegen geringe kosten. Duurzaamheid moet hand in hand gaan
met doelmatigheid en haalbaarheid en moet ook passen in de sobere financiële context in de huidige
economische crisis. Dat past ook goed bij het karakter van onze gemeente.
De wijk die wij willen bouwen krijgt een behoorlijke prikkel door een korting op de bouwkavel van
10.000 euro voor elke bouwer die een passsief bouwen certificaat kan laten zien. Daardoor kan een
groot deel van de meerkosten gedekt worden waardoor je stuwend het duurzame bouw concept
‘passief bouwen’ kan lanceren. Door de kennis bij de provincie en in het Europese netwerk konden we
onze vragen kwijt. In Duitsland zagen we, terwijl het maar drie uur rijden is, een wereld van verschil
waarin duurzaam bouwen al veel verder is. We zagen daar een flatgebouw van 5 jaar oud met een
energierekening van 18 euro per jaar per appartement. Duitse bouwvakkers worden voortdurend
bijgeschoold in duurzame bouwmethodes. Deze dingen hebben we kunnen meenemen naar
Noord-Beveland.
De aanvraag
De hele voorbereiding heeft een paar maanden geduurd. Er moest bijvoorbeeld een “Letter of Support”
geschreven worden voor de leadpartner. Naar aanleiding van een beschrijving over wat we willen
onderzoeken en bereiken, hebben we naar partners gezocht met projecten die goed aansloten op
ons project. Het was moeilijk om in te schatten hoeveel tijd en geld we in het project zouden steken.
Daarom hebben we ook bij onze aanvraag “low profile” ingezet, met lage bedragen om te voorkomen
dat Brussel geld terug zou vragen als iets fout gaat. Bij de aanvraag moet je gewoon je gezond verstand
gebruiken en niet het onmogelijke willen. Door een bescheiden opstelling konden we ook onze beloften
nakomen. Nadat het plan was goedgekeurd kwamen de rapportages en zijn we bij de verschillende
partners gaan kijken. Door voornamelijk te absorberen hebben we gemerkt dat er nog grenzen zijn
in Europa. Terwijl in Nederland bouwbedrijven nog tegen administratieve rompslomp aanlopen bij
duurzame bouw zijn ze in Duitsland veel verder met regelgeving.
Voor- en nadelen
Het project draagt bij aan innovatie, duurzaamheid en transnationale kennisuitwisseling, drie belangrijke
onderwerpen voor de Europese Commissie. Build with CaRe heeft het duurzaamheidsimago van de
gemeente heel erg bevorderd. De subsidieaanvraag is goed verlopen, hoewel het soms lastig was om
in je gemeente bepaalde mogelijkheden in te richten die Brussel vraagt. Er moest bijvoorbeeld een
eigen rekeningnummer worden gemaakt zodat daar het geld van de subsidie gestort kon worden. Door
20 Vereniging Van nederlandse gemeenten
mensen uit de organisatie te betrekken bij het proces, door ze bijvoorbeeld mee te nemen naar een
congres, waren dit soort dingen een stuk makkelijker.
Je bent afhankelijk van partners, wanneer die niet alles in orde hebben kan het programma tijdelijk
stilstaan. Je moet je flexibel opstellen, door alle vergaderingen en conferenties ben je vaak van huis
weg op onregelmatige tijden. Natuurlijk praat je niet de hele tijd over duurzaam bouwen maar kun
je soms ook gezellig een biertje drinken met elkaar. Voor ons staat vast dat we het niet hadden willen
missen, we hebben er ontzettend veel van geleerd. Zeker als kleinere gemeente is het leuk om te zien
dat er meer is dan alleen de regio en het Nederlandse.
21Vereniging Van nederlandse gemeenten
22 Vereniging Van nederlandse gemeenten
Integrated Measures for an Energy Efficient ApproachGemeente Assen
Fonds: Interreg IVC
Het Interreg IVC programma is bedoeld om
kennisuitwisseling tussen verschillende regio’s te stimuleren
en faciliteren door bijvoorbeeld studiebezoeken, seminars
en onderzoeken. Het programma kent verschillende
prioriteiten; Innovatie en kenniseconomie en milieu en
risicopreventie. (www.interreg4c.eu)
Website: http://interreg4c.eu/showProject.html?ID=54883
Thema: Duurzaamheid, energie
Partners:
• Nederland: Nicis Institute, Den Haag (leadpartner);
Gemeente Assen
• Roemenië: Ministerie van regionale ontwikkeling en toerisme; Oradea Metropolitan Area.
• Hongarije: VÁTI Hungarian Nonprofit Limited Liability Company for Regional Development and
Town Planning; Mid-Pannon Regional Development Company.
• Denemarken: Danish Building Research Institute; City of Copenhagen, Urban Design Department.
• Portugal: GEBALIS – Management of Lisboa Social Housing; Spatial Planning and Urban
Development General Directorate, Lissabon.
Totaal budget van het project: € 1.652.888,48
Totale kosten project in de gemeente Assen: € 229.514,48 (75% EU – 25% eigen bijdrage)
Looptijd: 01.01.2012 – 30.06.2014
Het project
Gezamenlijk willen de partners vanuit het Integrated Measures for an Energy Efficient Approach
(IMEA) project uit het Interreg IVC programma lokale en regionale overheden ondersteunen in het
nemen van een proactieve rol in het verbeteren van de energiezuinigheid van bestaande gebouwen.
Op dit moment blijft de rol van gemeenten voornamelijk in de pilot sfeer hangen. De vervolgstap van
pilots naar een bredere invoering blijft een moeilijk punt, omdat budgetten en capaciteit hiervoor
ontoereikend zijn. Dit traject wil hier verandering in brengen door bijvoorbeeld goede financierings-
constructies te vinden waarbij kosten en baten bij dezelfde partij worden neergelegd. Nu is het vaak
zo dat 1 actor investeert en een ander profiteert. Wanneer de woningstichting bijvoorbeeld investeert
om woningen duurzamer te maken profiteert de huurder door een lagere energierekening. In het
samenwerkingsverband kunnen de deelnemers laten zien wat ze tot nu toe gedaan hebben en ideeën
opdoen bij andere projecten.
Resultaat
Gemeente Assen wil de stap maken van pilots naar een hoger schaal niveau. Niet meer het subsidiëren
van het verduurzamen van kleine groepen woningen, maar concreet een bijdrage leveren aan de
realisatie van een keten van bedrijven die zonder subsidies woningen verduurzaamt. Op termijn moet
het traject zonder inspanningen van de overheid kunnen draaien.
Wethouder Alex Langius overhandigt een maatwer-
kadvies aan een inwoner van Assen
23Vereniging Van nederlandse gemeenten
Ervaringen van projectleider Alfred MiddelkampDe rol van gemeente Assen in dit project ligt voornamelijk in onze expertise in ketenbenadering.
Omdat wij installateurs, adviseurs en financierders bij elkaar brengen kunnen die kennis uitwisselen
over hoe je bewoners bewuster kunt maken van energieverbruik en hun werkzaamheden op elkaar
afstemmen. Tijdens deze ontmoetingen zijn ook de mogelijkheden besproken over hoe je gebruik
kunt maken van nieuwe technieken, zoals sensortechnologie. Het project past goed bij de visie van
gemeente Assen, maar vooral de timing is erg goed. Wij waren al langer bezig met dit concept en het
Europese programma sluit voor 80 procent aan op ons eigen programma. Je moet een dergelijk project
alleen aangaan als je een goede match hebt. Via een collega had ik gehoord van dit project en na
een bezoek aan Brussel bleek dat het goed paste bij ons eigen programma. Nadat we een tiental pilot
projecten hadden afgerond waren we toe aan de volgende stap. Omdat we met dit project meedoen,
worden we ook gedwongen goed na te denken over deze volgende stap.
Doordat je veel gestructureerder werkt kun je intern veel beter vertellen waar je mee bezig bent en
wat het doel is. Om alle Europese partners op 1 lijn te krijgen worden er veel aanpassingen gemaakt
op het plan waardoor het plan veel minder scherp is geworden. Het belangrijkste kritiekpunt van de
beoordelingscommissie was dan ook dat de termen te algemeen waren.
Het contact binnen het samenwerkingsverband verloopt heel goed. Je ziet wel dat er deelgroepjes
ontstaan zijn omdat je met bepaalde mensen meer overeenkomsten hebt dan met anderen. Wij
zitten heel erg op de lijn van energie besparing, anderen weer veel meer op schone energiebronnen.
Door die verschillen hebben wij meer contact met de partners in Denemarken en veel minder met de
Roemeense partners. Het is belangrijk een open contact te hebben en de bereidheid om alles eerlijk
met elkaar te delen, dus niet alleen de succesverhalen.
De aanvraag
Toen alle deelnemers bekend waren heeft de leadpartner een bureau ingeschakeld dat gespecialiseerd
is in het invullen van subsidieaanvragen. Een voordeel van de subsidie is dat we nu een deel van de
kosten van ons eigen project vergoed krijgen. Hierdoor krijgen we meer ruimte die we goed kunnen
gebruiken voor een goede projectopzet, juist nu in deze financieel moeilijke tijden. Door goed te
kijken naar wat partners doen en al gedaan hebben en te kijken wat we daar voor onszelf in kunnen
meenemen, verwacht ik veel uit het project te kunnen halen.
In totaal zijn we nu ruim 1,5 jaar bezig met dit project. Afgelopen december hebben we een
voorwaardelijke toekenning gekregen, er moet nog 5% bezuinigd worden op de begroting en er
moeten een aantal dingen aangepast worden. We hadden graag 1 januari willen beginnen, maar
door deze aanpassingen zal dat wat later worden. Omdat het duurzaam wonen programma vanuit de
gemeente al loopt en er een grote overlap is met het Europese traject, maakt dat niet uit, we hoeven
niet op de start van het Europese programma te wachten.
Voordelen en nadelen
Door het vele rapporteren wordt je werk een stuk bureaucratischer. Tegen verwachting in bleek dat de
Europese en Nederlandse verantwoording niet hetzelfde was waardoor je een dubbele administratie
hebt. Dat geeft soms het gevoel dat je meer bezig bent met het schrijven over het project dan met het
project zelf. Tot april hebben we heel intensief gewerkt aan de aanvraag en het duurde tot december
voor er een reactie kwam van de Europese Commissie. Dat is jammer want in de tussentijd veranderd er
natuurlijk wel veel, waardoor het plan niet meer up-to-date is. Zowel intern als extern geeft het project
status. Door de officiële naam en het logo gaan mensen er echt voor zitten. Door deze samenwerking
heb je nu ook internationaal contacten, iets wat voor een lokale overheid een uitzondering is.
24 Vereniging Van nederlandse gemeenten
Ondersteuning bij het vinden van een baanGemeente Gennep
Fonds: Europees Sociaal Fonds (ESF); prioriteit 1, actie A (langdurig werklozen weer aan het werk)
Het Europees Sociaal Fonds ondersteunt nationaal beleid bij:
• hetbereikenvanvolledigewerkgelegenheid;
• hetverbeterenvandearbeidskwaliteit;
• hetbevorderenvanintegratievandeberoepsbevolking;
• hetverkleinenvandeverschilleninwerkgelegenheidtussenEuropeseregio’s.
Subsidies uit het ESF worden verdeeld aan de hand van een nationaal plan, het Operationeel
programma ESF. Het Nederlandse Operationeel programma kent 3 prioriteiten; ‘Vergroten
arbeidsaanbod’, ‘bevordering aansluiting op de arbeidsmarkt’ en ‘vergroting aanpassingsvermogen en
investeren in menselijk kapitaal’.
Deze prioriteiten zijn onderverdeeld in verschillende acties. (http://ec.europa.eu/esf/home.
jsp?langId=nl)
Website: http://www.gennep.nl/wonen-en-leven/ondersteuning-bij-het-vinden-van-een-baan_3825/
Thema: Participatie op de arbeidsmarkt
Partners: Gemeente Gennep; Gemeente Mook en Middelaar
Totaal budget van het project: € 918.000
EU-bijdrage: € 366.000 (40%)
Looptijd: oktober 2010 – april 2012
Het project
Door de crisis is in 2009 het uitkeringsbestand
van de gemeente Gennep gegroeid met
ongeveer 25 procent. Voor een kleine
gemeente als Gennep is dat een grote klap
en er is vanaf dat moment gezocht naar
mogelijkheden om meer mensen aan het
werk te krijgen. Met de ESF subsidie richt de
gemeente zich op arbeidsbelemmerden en
55-plussers. In dit project werd bijna de helft
van het zittende bijstandsbestand bereikt.
We hebben vooral gekeken naar wat een
werknemer wel kan, zodat dat deel geactiveerd
kan worden. Dat is geborgd in de gehanteerde
methode. Juist aan deze geïsoleerd geraakte
groep, de harde kern van het bijstandsbeleid,
werd tot dusver te weinig aandacht besteed.
Resultaat
Er zijn 11 van de 107 deelnemers aan het project die een vaste baan hebben gekregen en 9 mensen
hebben een indicatie gekregen waarmee ze nu op de sociale werkplaats aan het werk kunnen. Van de
mensen voor wie dit allebei niet is gelukt hebben 38 mensen een vaste vrijwilligersbaan gekregen.
Aan de slag in het MKB
25Vereniging Van nederlandse gemeenten
Ervaringen van projectleider Eric de MaeyerAl eerder hebben we in de gemeente een ESF project gedraaid samen met andere gemeenten in
Noord Limburg. We hadden daar in een bepaalde richting geïnvesteerd maar dit bleek niet het
gewenste resultaat te krijgen en we zochten naar een nieuwe richting om succesvol te investeren.
In de gemeente staat een bijzondere sociale werkplaats die zich van oudsher richtte op mentaal
gehandicapten en daarin een regiofunctie vervulde. Vroeger stonden in de omgeving vele instituten
voor mentaal gehandicapten. Doordat de instituties grotendeels vervangen zijn door extramurale
vormen van begeleiding, is het SW-bedrijf van karakter veranderd. Zijn infrastructuur zijn we als
gemeente steeds meer aan het inzetten om de bijstandspopulatie te laten dalen. Omdat dat meer geld
koste dan in het participatiebudget beschikbaar was hebben we naar andere financieringsmogelijk-
heden gezocht.
De zorg voor de zwakkere groepen in de samenleving is erg belangrijk in de gemeente. Dat zie je niet
alleen terug bij de gemeente zelf maar ook bij de plaatselijke ondernemers. Een supermarkt hier heeft
bijvoorbeeld mensen in dienst van een zorginstelling die nauwelijks productiviteit opleveren maar wel
meedoen met de maatschappij en smoel geven aan het bedrijf. De zorg voor de mensen die het verst
van zelfstandig functioneren in de samenleving afstaan vindt de gemeente belangrijk. Actie A van
het ESF richt zich juist op 55-plussers en op arbeidsbelemmerden en past daarom heel goed bij deze
gemeente en haar inwoners.
De aanvraag
De eerste voorbereidingen voor het project zijn begonnen in augustus 2010 en op 27 oktober is
de aanvraag ingediend. Op de inhoud hoefden wij ons project eigenlijk niet aan te passen. Je zit
natuurlijk met de doelgroep omschrijving van het ESF, maar dit paste goed bij de doelgroep die wij
wilden benaderen. Om een goede aanvraag in te dienen hebben wij ons laten adviseren door een
adviesbureau. Dat is ook een punt van kritiek voor mij naar de Europese Unie. De aanvraag is zo
ingewikkeld dat je dat als gemeente nauwelijks zelf kunt doen. De beschikking kwam op 18 januari. De
subsidieperiode is 18 maanden gerekend vanaf het moment dat je je aanvraag indient. Dat betekent
dat je de eerste drie maanden van je project niet weet of je geld krijgt om je project uit te voeren.
Andere partijen waarmee wij samenwerken wilden pas beginnen nadat de beschikking kwam. Dat
betekent dat we de eerste drie maanden ook niet bezig konden met voorbereidend werk en dat het
project pas kon beginnen op 18 januari.
Voor- en nadelen
De ESF subsidie is een in hoge mate op de tekentafel bedacht fenomeen. Met veel eisen aan uren
en stempels op facturen en weinig eisen aan een praktisch eindresultaat. De administratieve lasten
voor de gemeente zijn buitenproportioneel zwaar. Ik heb het als een groot nadeel ervaren dat je
voor of tijdens je project niet kunt toetsen of je aan al deze administratieve eisen voldoet. Nadat we
onze eindverantwoording hebben ingediend kan het zijn dat Europa zegt dat onze administratie
niet voldoet aan de eisen en de subsidie niet uitbetaald wordt. Er blijft dus een risico boven de
markt zweven, negatieve energie in plaats van positieve energie. Wij zouden liever meer tijd en
energie hebben gestoken in onze doelgroep en minder in de administratie. Dat zie je ook terug in de
kostenbalans, die knakt te ver door naar overhead. Ons doel was dat zoveel mogelijk mensen hoger op
de participatie ladder kwamen en dat is goed gelukt. Zonder de hulp van de ESF subsidie hadden we
dit nooit kunnen bereiken. Dat maakt het project, ondanks de tijd die in het administratieve deel zit,
toch tot een succes.
26 Vereniging Van nederlandse gemeenten
Ik kan aan de slag in Zeeland! Gemeente Goes
Fonds: Europees Sociaal Fonds (ESF); prioriteit 1, actie J (bestrijden en voorkomen jeugdwerkloosheid)
Het Europees Sociaal Fonds ondersteunt nationaal beleid bij:
• hetbereikenvanvolledigewerkgelegenheid;
• hetverbeterenvandearbeidskwaliteit;
• hetbevorderenvanintegratievandeberoepsbevolking;
• hetverkleinenvandeverschilleninwerkgelegenheidtussenEuropeseregio’s.
Subsidies uit het ESF worden verdeeld aan de hand van een nationaal plan, het Operationeel programma
ESF. Het Nederlandse Operationeel programma kent 3 prioriteiten; ‘Vergroten arbeidsaanbod’, ‘bevordering
aansluiting op de arbeidsmarkt’ en ‘vergroting aanpassingsvermogen en investeren in menselijk kapitaal’.
Deze prioriteiten zijn onderverdeeld in verschillende acties. (http://ec.europa.eu/esf/home.jsp?langId=nl)
Website: http://www.goes.nl/inwoner/nieuws_41559/item/europese-subsidie-voor-aanpak-
jeugdwerkloosheid_128805.html
Thema: Aanpak Jeugdwerkloosheid
Partners:
• Alle 13 gemeenten uit de arbeidsregio Zeeland met
Goes als centrumgemeente en penvoerder.
• Bouwopleiding Zeeland
• Viazorg
• UWV • Werk & Vakmanschap
• Het Centraal Orgaan van Landelijke Opleidingsorganen
van het bedrijfsleven (Colo)
• Vakcentrum Schilderen Zuid-West
• Stichting Vakopleiding Infra
• Regionaal Meld- en Coördinatiepunt en (RMC’s) • Goflex
• Regionaal Opleidingencentrum (ROC)
Totaal budget van het project: € 4.248.925
Maximale EU-bijdrage: € 1.200.000
Totale kosten project gemeente Goes: € 397.011
Looptijd: 29-12-2009 – 29.09.2012
Het project
Op aanvoering van toenmalig staatssecretaris Jetta Klijnsma is er een Actieplan Jeugdwerkloosheid Zeeland
opgesteld. De 30 arbeidsmarktregio’s kregen geld om de jeugdwerkloosheid te bestrijden. De gemeente Goes
heeft, als penvoerder voor de arbeidsmarktregio Zeeland en als centrumgemeente, ESF subsidie aangevraagd
voor de bestrijding van jeugdwerkloosheid bovenop het toegekende bedrag van het Rijk. Het geld van dit
project is en wordt aan verschillende deelprojecten besteed, uitgaande van de drie subregio’s in de provincie
Zeeland. Het geld is ingezet voor arbeidstrajecten voor jongeren, extra stageplaatsen en leer/werk-banen.
Daarnaast zijn er overeenkomsten getekend met sectorpartners en zijn er arrangementen ontstaan tussen
kenniscentra en het bedrijfsleven.
Resultaat
Voor de crisis waren er ongeveer 1.000 jongeren werkloos in de provincie Zeeland. Eind 2009 was dit
aantal als gevolg van de crisis opgelopen tot 1.300. Als er niet geïnvesteerd zou worden in de bestrijding
van de werkloosheid was de prognose dat dit aantal kon oplopen tot 2.000. Doel van het Actieplan
Jeugdwerkloosheid Zeeland was het stabiliseren van jeugdwerkloosheid op het aantal van 1000. Het feitelijk
aantal werklozen schommelt de afgelopen twee jaar tussen de 800 en 1.200. Per 1 juli 2012 bedraagt het
aantal jeugdwerklozen 840 personen. Daarnaast hebben gemeenten en bedrijfsleven elkaar gevonden in de
samenwerking in de bestrijding van jeugdwerkloosheid. Het project is als succesvol ervaren.
27Vereniging Van nederlandse gemeenten
Ervaringen van projectleider René Boone en projectmedewerker Dike GrossouwGemeente Goes is aangewezen als centrumgemeente voor arbeidsmarktregio Zeeland en heeft het
geld van het Rijk en uit het ESF gekregen voor de aanpak van de jeugdwerkloosheid in Zeeland.
Namens de regio heeft Goes de aanvraag ingediend en is de gemeente ook verantwoordelijk voor de
verantwoording na afloop van het project.
Het Actieplan Jeugdwerkloosheid is voorgelegd aan
alle 13 Zeeuwse gemeenten. Alle gemeenten zijn
akkoord gegaan omdat met deze aanpak en de extra
budgetten een impuls gegeven kon worden aan de
bestrijding van jeugdwerkloosheid. Hierdoor werden
inzetten mogelijk gemaakt om te voorkomen dat door
de crisis een generatie jongeren verloren zou gaan voor
de arbeidsmarkt, met als gevolg een beperking van de
persoonlijke ontwikkelingsmogelijkheden.
De aanvraag
In september 2009 is het actieplan van de
arbeidsmarktregio Zeeland ingediend bij de
staats secretaris SZW, in november 2009 is goedkeuring
verleend en is de operationalisering begonnen.
Rond die tijd werd ook duidelijk dat het actieplan in
aanmerking kwam voor geld uit het ESF. De aanvraag
is in 2009 ingediend en vanaf dat moment is de eerste tranche (€ 500.000) gaan lopen. In overleg met
brancheorganisaties, het UWV en Colo (Centraal Orgaan van Landelijke Opleidingsorganen van het
bedrijfsleven) zijn arrangementen voor jongeren en sectoren tot stand gekomen. De tweede tranche
(€ 700.000) is in het voorjaar van 2011 toegekend. De uiteindelijke toetsing van het project vindt na
afloop plaats en is voor de eerste tranche bijna afgerond. Eind juni 2011 is de eerste tranche afgelopen, in
september is de einddeclaratie ingediend en in november heeft de controle plaatsgevonden. Het rapport
van bevindingen is in juli 2012 ontvangen. De tweede tranche loopt tot en met 29 september 2012.
Voor- en nadelen
In een situatie van economische crisis moet creatief en slagvaardig opgetreden kunnen worden.
Met het geld van het Rijk kon dit omdat als enige eis is gesteld dat het geld wordt besteed aan
jeugdwerkloosheid. Omdat bij ESF de interne administratie scherpe bewaking vergt, leidt dit tot
bureaucratie en extra kosten van de projectorganisatie. Dit kan leiden tot spanning tussen gerichte
inzet van budget voor jongeren tegenover interne en indirecte uitgaven ten behoeve van een
administratieve verantwoording. Dat vraagt een goede afweging en goede samenwerkingsafspraken
vooraf. Het per arbeidsmarktregio bundelen van budgetten leidt tot slagkracht en een stimulans tot
samenwerking. Een centrale benadering biedt ook synergiemogelijkheden. Het betekent wel dat
gemeenten niet individueel en autonoom over de beschikbare middelen kunnen beschikken. Per saldo
heeft het Actieplan Jeugdwerkloosheid een belangrijke functie vervuld.
Deelnemers die na het Oriëntatietraject Techniek van
Werk en Vakmanschap en het ROC Westerschelde kozen
voor een opleiding procestechniek
28 Vereniging Van nederlandse gemeenten
Landschapsprogramma BroekhuizenGemeente Meppel
Fonds: Europees landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO)
Op basis van de Lissabonstrategie is er beleid ontwikkeld dat de groei, werkgelegenheid en duurzame
ontwikkeling in plattelandsgebieden moet stimuleren. Plattelandsontwikkeling is breder dan alleen
landbouw en richt zich ook op waterbeheer, recreatie, milieu en landschap. Elke lidstaat heeft een
plattelandsontwikkelingsprogramma (POP) opgesteld. In het POP zijn, op basis van de EU doelstellingen,
vier Nederlandse prioriteiten vastgesteld: Verbetering van het concurrentievermogen van de land- en
bosbouwsector; verbetering van het milieu en het platteland; verbetering van de leefbaarheid van het
platteland en de diversificatie van de plattelandseconomie; en het invoeren van de LEADER aanpak
(zoveel mogelijk ruimte voor een plaatselijke benadering). (www.regiebureau-pop.nl)
Website: http://www.meppel.nl/default/menuleveninmeppel/natuurenlandschap/
landschapsprogramma/id_16275293
Thema: Leefbaarheid platteland en instandhouding van erfgoed en landschap.
Partners: Gemeente Meppel; Landschapsbeheer Drenthe; Provincie Drenthe
Totaal budget van het project: € 420.800
EU-bijdrage: € 181.800
Provincie Drenthe: € 32.400
Overige partijen: € 12.400
Gemeente Meppel: € 194.200
Looptijd: 01.01.2009 – 01.03.2011
Het project
Met het Landschapsprogramma
Broekhuizen wil de gemeente Meppel
het gebied Broekhuizen opknappen
en duurzaam laten onderhouden. Dat
betekent bijvoorbeeld dat samen met
de bewoners in hun directe omgeving
hagen en bomen worden gesnoeid en
poelen en vennen schoongemaakt.
Ook zijn nieuwe hagen, boomgaarden
en laanbomen geplant. Samen met
Landschapsbeheer Drenthe en bewoners zijn er afspraken gemaakt om ook in de toekomst dit gebied
te onderhouden. Bewoners konden zelf bepalen, onder een aantal randvoorwaarden, wat ze wilden
doen, om de betrokkenheid te vergroten.
Resultaat
In het gebied zijn 30 erven aangepakt, ca. 8,5 kilometer houtwallen en singels en ca. 5,5 kilometer
bomenrijen en lanen hersteld, in ca. 10 hectare bos is de Amerikaanse vogelkers bestreden, zijn
wegplantingen aangepakt, 16 landhekken geplaatst en 7 poelen en vennen opgeschoond. Ruim 90
procent van de bewoners heeft meegewerkt aan het programma. Dit kan variëren tot het planten van
een boom op het erf tot het onderhoud van een houtwal.
De planting van een beuk als openingshandeling.
(Foto: Daan Prest)
29Vereniging Van nederlandse gemeenten
Ervaringen van projectleider Carolien van de BlesAl langere tijd hadden we een Landschapsbeleidsplan in de gemeente Meppel voor het verbeteren
van het landschap in het buitengebied. Bij het aantreden van een nieuw college in 2006 is er nieuwe
aandacht gekomen voor het aanbrengen van een aantal landschapsverbeteringen. Omdat in 2006 ook
het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) uitkwam, heeft het college besloten geld vrij te maken
voor het Landschapsprogramma. Met als start het gebied Broekhuizen. Op basis van een aanbesteding
is Landschapsbeheer Drenthe als partner in het proces gekozen. Landschapsbeheer Drenthe had ook al
langere tijd ervaring met dit soort projecten in de omgeving.
Landschapsbeheer Drenthe heeft informatiebijeenkomsten georganiseerd voor bewoners om samen
met hen een werkplan te maken voor de erven, akkers en weilanden. Daarin werden concrete plannen
gemaakt over landschapsverbeteringen en werden er afspraken vastgelegd over het onderhoud. Deze
beheersovereenkomsten zijn bedoeld om ook in de toekomst het gebied in goede staat houden. Dat is
voor ons ook de kracht van het programma, dat bewoners zelf, onder randvoorwaarden, konden bepalen
wat zij willen en belangrijk vinden. Een aannemer heeft vervolgens deze plannen uitgevoerd. Daarnaast
heeft de gemeente haar eigendommen, zoals wegbeplanting, vernieuwd.
Dit project is een goed voorbeeld hoe de gemeente haar landschapsbeleid wil invullen. Per gebied willen
we het landschap op deze manier in de hele gemeente verbeteren.
De aanvraag
Wij hebben niet heel bewust gekozen voor een Europese subsidieaanvraag. In 2006 zijn wij met ons
plan langsgegaan bij de provincie Drenthe, die juist op dat moment in overleg was met het rijk over de
taken en de financiële middelen van provincies. In 2008 werd bekend dat de provincie een bijdrage wilde
leveren en ze hebben toen met ons gekeken wat de mogelijkheden waren voor een Europese subsidie.
Eind 2008 is de aanvraag gestuurd en die is vrij snel daarna goedgekeurd. Wij hebben gekeken naar wat
buurgemeenten al eerder hadden gedaan aan dit soort projecten en we hebben veel overleg gehad met
de provincie zodat we een goede aanvraag konden indienen.
Voor- en nadelen
De verantwoording van het project is achteraf moeilijker dan we dachten. Zo hadden we al tijdens het
project een bepaalde manier om uren te verantwoorden en de kosten voor deze uren te ramen. Dit was
nooit een probleem, maar ondertussen zijn de regels strenger geworden. De verantwoording zoals we
die deden, was bij de eindverantwoording van het gehele project niet meer goed genoeg. Dat kost extra
tijd en inzet van een financieel specialist. Veel deelnemers aan het project, die zelf uren in het project
hadden gestoken, moesten in formulieren aangeven hoeveel tijd ze hadden besteed. Dat alles maakt
dat aan de administratieve kant meer nadelen zaten dan aan de inhoudelijke kant. Omdat onze aanpak
goed paste bij de doelstellingen van de Europese Commissie waren daar geen problemen. Door de
financiering van de Europese Unie werd het project haalbaar en was de gemeenteraad ook bereid mee
te betalen. Je bent genoodzaakt om een hele goede administratie bij te houden, maar dat betekent ook
dat je organisatorisch goed werkt. Ik vond dat een groot voordeel. Ik verzamelde aan de voorkant de
benodigde informatie in een projectmap, zodat ik de voortgang van het project kon volgen en het project
uiteindelijk ook goed kon verantwoorden.
Achteraf kijk je naar het bedrag dat je hebt gekregen, het resultaat en het werk dat je ervoor gedaan
hebt. Het was het waard, ook omdat het een forse bijdrage was. Maar een volgende keer kijk je wel meer
kritisch of de aanvraag van Europese subsidie opweegt tegen de inspanning die je ervoor moet leveren.
30 Vereniging Van nederlandse gemeenten
Hart voor Maasbree – Multifunctioneel centrumGemeente Peel en Maas
Fonds: Europees landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO)
Op basis van de Lissabonstrategie is er beleid ontwikkeld dat de groei, werkgelegenheid en duurzame
ontwikkeling in plattelandsgebieden moet stimuleren. Plattelandsontwikkeling is breder dan alleen
landbouw en richt zich ook op waterbeheer, recreatie, milieu en landschap. Elke lidstaat heeft een
plattelandsontwikkelingsprogramma (POP) opgesteld. In het POP zijn, op basis van de EU doelstellingen,
vier Nederlandse prioriteiten vastgesteld: Verbetering van het concurrentievermogen van de land- en
bosbouwsector; verbetering van het milieu en het platteland; verbetering van de leefbaarheid van het
platteland en de diversificatie van de plattelandseconomie; en het invoeren van de LEADER aanpak (zoveel
mogelijk ruimte voor een plaatselijke benadering). (www.regiebureau-pop.nl)
Website: http://www.peelenmaas.nl/
index.php?simaction=content&mediumid=4&pagid=3677
Thema: Basisvoorzieningen platteland, leefbaarheid
Partners: Gemeente Peel en Maas
Totaal budget van het project: € 474.500
EU-bijdrage: € 100.000
Looptijd: 26.06.2011 – 01.03.2015
Het project
Eind 2010 is de centrumvisie Hart voor Maasbree
vastgesteld door de gemeenteraad van Peel en Maas. Een
centrumvisie die middels een interactief proces samen met
de gemeenschap tot stand is gekomen en hierdoor een
breed draagvlak kent. Met de centrumvisie wordt een antwoord gegeven op meerdere leefbaarheidsvraag-
stukken die al enige jaren in Maasbree spelen.
Met het vaststellen van de centrumvisie is eind 2010 gestart met de verdere uitwerking en realisatie van
het centrumplan. Onderdeel hiervan betreft de realisatie van een multifunctioneel centrum, dat voorziet
in de ontwikkeling van een brede school een multifunctionele accommodatie (MFA), een tussengelegen
multifunctioneel plein en aanpalende parkeervoorzieningen. Voor het multifunctionele centrum is Europese
subsidie gekregen.
Resultaat
Het vernieuwde plein tussen de brede school en de multifunctionele accommodatie moet een
ontmoetingsplein worden voor de inwoners van Maasbree. Er is bewust gekozen om tussen deze twee
grote maatschappelijke functies rondom het plein wisselwerking te laten plaatsvinden. Zowel de gymzaal
als de aula van de school komen in de MFA. ’s Avonds kunnen deze ruimtes namelijk gebruikt worden door
verenigingen. Overdag wordt het plein gebruikt als speelplein voor de school. Dit openbare plein wordt
echter door iedereen gebruikt. Het plein is voorzien van een trap die ook als tribune gebruikt kan worden.
Zo kunnen de verenigingen die een plek krijgen in de MFA hiervan gebruikmaken voor hun optreden. Naast
dit vernieuwde plein worden in het centrum nog twee andere pleinen heringericht. Elk plein krijgt zijn eigen
sfeer en gebruik aan de hand van drie thema’s: ontmoeting, ontwikkeling en ontspanning. Deze drie thema’s
vormen de rode draad van het project.
Maasbreenaren bespreken de plannen op een dorpsavond
31Vereniging Van nederlandse gemeenten
Ervaringen van projectleider Carmen Meerbeek-TeuwenHet project Hart voor Maasbree is ontstaan uit de ‹Visie Brede Ontwikkeling kern Maasbree›. Hierin is
het centrale thema invulling geven aan de wens tot een levendig en gezellig dorpshart, waar jong en
oud elkaar kunnen ontmoeten. Het project heeft dus alles te maken met leefbaarheid en integratie
van leren, welzijn en zorg. Eind 2010 heeft de gemeenteraad de centrumvisie Hart voor Maasbree
vastgesteld. Deze centrumvisie is opgesteld naar aanleiding van ideeën en wensen die de gemeenschap
naar voren heeft gebracht tijdens diverse dorpsavonden. De centrumvisie is de kapstok voor de verdere
uitwerking van deelprojecten, zoals de brede school, de multifunctionele accommodatie (MFA) en
de pleinen. Het bestemmingsplan Hart voor Maasbree, het juridisch bindend plan (wat mag waar
gebeuren), is begin 2012 vastgesteld.
Ook in de uitwerking van de deelprojecten participeert de gemeenschap actief mee. Maasbreenaren
hebben nu immers de kans om het dorpshart van Maasbree mee in te vullen zoals zij dat graag zouden
willen voor de komende vijftig jaar. Dit past in de filosofie van zelfsturing die de gemeente Peel en
Maas hoog in het vaandel heeft staan. Een voorbeeld hierbij is de realisatie van de MFA, waarbij de
gemeente een eenmalige investering doet waarna de gemeenschap verantwoordelijk wordt voor de
verdere exploitatie van het gemeenschapshuis. Hiervoor wordt op dit moment een stichting opgericht.
De samenwerking tussen verschillende doelgroepen bij de uitwerking van deelprojecten draagt bij aan
de sociale cohesie in de gemeenschap en de zelfwerkzaamheid van inwoners.
De aanvraag
De ontwikkelingen en de wensen in het dorp maken van de centrumvisie Hart voor Maasbree een
ambitieus en groot project. Het nieuwe Multifunctionele Centrum kende echter een financieel tekort.
Door onze contacten in de provincie en regelmatige gesprekken met de gedeputeerde, kwamen we
uiteindelijk bij de Europese subsidie uit. De doelstellingen van deze plattelandssubsidie passen goed
bij onze ideeën en zonder veel moeite is het plan goedgekeurd door de Europese Commissie. Voordat
we de subsidieaanvraag hebben ingediend bij Europa hebben we een quickscan laten doen door de
provincie. De conclusie van deze quickscan was dat het project goed bij de Europese doelstellingen
past en slechts wat aanvullende informatie nodig was. De quickscan hebben we in november 2010
laten doen, de aanvraag volgde in maart 2011 en op 27 juli kregen we de beschikking. Na aftrek
van het gevraagde subsidiebedrag wordt het resterende tekort door de gemeente gedekt vanuit de
grondexploitatie Hart voor Maasbree.
Voor- en nadelen
Financieel betekent de subsidie dat het tekort op de begroting verdwenen is, terwijl aan de andere
kant je veel tijd moet steken in de projectverantwoording. Ik ben naar een POP werkatelier geweest
die werd georganiseerd door de provincie Limburg en Dienst Landelijk Gebied. Deze bijeenkomst was
erg zinvol omdat we meer informatie kregen over de geldende subsidievoorwaarden. Alle uitgaven
moeten aantoonbaar zijn dus is het van belang alle facturen en betaalbewijzen te bewaren. Ook
ten aanzien van de communicatie zijn er strike randvoorwaarden. Om het project tot een succes te
maken is het belangrijk de beschikking en de verplichtingen goed door te lezen, de administratie bij te
houden, goede voortgangsrapportages te maken en wijzigingen in het project tijdig door te geven.
32 Vereniging Van nederlandse gemeenten
Probleemgebiedenvergoeding agrariërs Midden-DelflandGemeente Midden-Delfland
Fonds: Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) – bergboerenregeling
De Europese Unie ondersteunt boeren in gebieden die te maken hebben met natuurlijke handicaps.
Doel is het gebruik van landbouwgrond in deze gebieden voort te zetten omdat agrariërs noodzakelijk
zijn voor het behoud van het landschap. Daarvoor is het belangrijk duurzame landbouwsystemen in
stand te houden. De boeren krijgen een vergoeding als compensatie voor de belemmeringen die zij
ondervinden van de natuurlijke handicap. (http://ec.europa.eu/agriculture/rurdev/lfa/index_en.htm)
Website: http://www.middendelfland.nl/inwoners-ondernemers/ondernemers_243/item/
probleemgebiedensubsidie-voor-agrariers-bergboerenregeling_11475.html
Thema: Landbouw, behoud erfgoed
Partners:
• GemeenteMidden-Delfland
• SamenwerkendeoverhedenindeHofvanDelfland
• RecreatieschapMidden-Delfland
Totaal budget van het project: € 1.000.000
EU-bijdrage: € 500.000 (50%)
Omgevingsfonds Midden-Delfland: € 500.000 (50%)
Looptijd: 01.01.2011 – 31.12.2013
Het project
Boeren in het veenweidegebied van gemeente Midden-Delfland krijgen een vergoeding uit deze
regeling ter compensatie van de extra onderhoudskosten die het boeren op deze locatie met zich
meebrengt, bijvoorbeeld voor het natuurbeheer en landschapsbeheer.
Resultaat
Het geld van de subsidie wordt per hectare verdeeld onder de boeren. Gemiddeld krijgt een boer
€ 3000 per jaar aan subsidie. De boeren zijn verplicht om het landschap te onderhouden. Als extra
voorwaarde heeft de gemeente bepaald dat de koe in de wei moet staan. Daarvoor wordt dezelfde
norm gehanteerd als een melkproducent hanteert voor het weidemelk keurmerk.
33Vereniging Van nederlandse gemeenten
Ervaringen van projectleider Wim van DalenHet veenweidegebied van Midden-Delfland is een gebied met van oudsher vele sloten, afwatering
gebieden en kleine greppels. De gemeente heeft bij het ontstaan van de gemeente, na een herindeling
in 2004, als bijzondere taak meegekregen om ervoor te zorgen dat het open en groene landschap
bewaard blijft. De bescherming van het cultuur –en historisch landschap is dus een belangrijke
kerntaak van de gemeente. Van de boeren wordt verwacht dat zij het landschap onderhouden, maar
onder deze omstandigheden legt dit extra druk op de eigen bedrijfsvoering. Voor deze boeren is
er de Europese bergboerenregeling. Hoewel de omstandigheden van de Nederlandse boeren sterk
verschillen met die van bergboeren zijn de effecten voor de bedrijfsvoering hetzelfde. Het platteland
van gemeente Midden-Delfland is een open gebied midden een stedelijk gebied. De effecten van
Rotterdam en Den Haag waar het gebied tussen ligt zijn groot waardoor de inkomsten van boeren
onder druk komen te staan. Het is belangrijk voor gemeente Midden-Delfland dat de boeren optreden
als hoeders van het landschap. Het Midden-Delfland gebied vervult een belangrijke recreatieve functie
voor de inwoners van het omliggend stedelijk gebied. Een goed onderhouden landschap is dus van
groot belang. Daarom heeft de gemeente een visie opgesteld, Midden-Delfland® 2025. Hierin is de
kernopgave van de gemeente, het behouden en het versterken van het agrarisch cultuurlandschap,
uitgewerkt.
De aanvraag
De burgemeester, Arnoud Rodenburg, is actief bezig geweest om te kijken wat de mogelijkheden
waren. In overleggen met het Hof van Delfland (een samenwerkingsverband van 17 overheden om
het groengebied tussen de Haagse en Rotterdamse regio’s te beschermen) heeft hij gekeken wat de
subsidieregeling precies inhoudt. Daarna heeft hij zich in Brussel met een aantal deskundigen verdiept
in de regeling en heeft hij vervolgens draagvlak gecreëerd bij andere bestuurders in de regio. Er
wordt met veel partijen samengewerkt zoals het Recreatieschap Midden-Delfland en de verschillende
overheden die deelnemen in de Hof van Delfland. Het heeft bestuurlijk veel kracht gekost om iedereen
van het nut van de regeling te overtuigen. De samenwerkende overheden in de Hof van Delfland
hebben de gemeente Midden-Delfland aangewezen als trekker van dit project.
Voor de aanvraag hebben we gratis steun gehad van een externe partij, die ons heeft geïnformeerd
over de te nemen stappen. Na het opstellen van een verordening is er contact geweest met LTO die
vervolgens de boeren heeft geïnformeerd over de mogelijkheden.
Voor- en nadelen
Voor de gemeente is dit een goede manier om de instandhouding van het landschap te stimuleren en
er zijn weinig nadelen. Je hoort vaak dat Europese subsidies veel tijd kosten maar omdat deze subsidie
grotendeels via de Dienst Regelingen van het Ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie loopt
hebben wij daar minder last van. Voor de boeren is het een nadeel dat de subsidie voor 2011 pas
halverwege 2012 wordt uitbetaald.
34 Vereniging Van nederlandse gemeenten
Blue Port UrkGemeente Urk
Fonds: Europees Visserij Fonds (EVF)
Het Europees Visserij Fonds (EVF) moet de visserijsector helpen om het concurrentievermogen te
verbeteren en om duurzaam met het milieu om te gaan. In regio’s waar de strenge regels over
visvangst erg beperkend zijn voor de vangst, wil de EU de economie meer diversifiëren. Op basis van
de Europese doelstellingen heeft Nederland de volgende speerpunten vastgesteld in het operationeel
programma: innovatie en samenwerking bevorderen; meer evenwicht in vangstmogelijkheden en de
capaciteit van de visserij; en het versterken van de sociaal economische en sociaal culturele kant van
visserijgemeenschappen. (http://ec.europa.eu/fisheries/cfp/eff/index_en.htm)
Website: www.blueport-urk.nl
Thema: Duurzame visserij, innovatie
Partners: Gemeente Urk
Totaal budget van het project: € 350.000
EU-bijdrage: € 105.000 (30%)
Looptijd: 02.09.2011 – 30.08.2014
Het project
Een aantal jaren geleden deed de toenmalige minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gerda Verburg een oproep aan de visserijsector om met regionale initiatieven te komen om de
visserijsector te innoveren en duurzamer te maken. Het landelijke Visserij Innovatie Platform (VIP) hield
op te bestaan en het idee werd gelanceerd dat innovatie in de visserijsector voortaan regionaal moest
worden opgezet. Blueport is het antwoord op de al langere tijd bestaande Greenport (een cluster
van tuinbouworganisaties waar alle kennis bij elkaar zit) voor de visserijsector. Een Blueport moet een
paraplu zijn voor alle visserij gebonden economische activiteiten van de regio. Je brengt mensen en
partijen samen en vormt een samenwerking waarin kennis gedeeld kan worden. Naast een paraplu wil
Blueport Urk ook een loket zijn waar initiatieven, activiteiten en projectideeën binnen komen, zodat
ze gekoppeld kunnen worden aan elkaar.
Resultaat
Vanuit de platformfunctie moeten er initiatieven komen van ondernemers om de visserijsector
gezonder te maken. De startbijeenkomst was op 12 mei 2012 waarop onder andere de volgende
twee projecten zijn gepresenteerd. Allereerst het Europees VisCentrum (EVC), een initiatief van een
groot aantal niet-visserij gerelateerde ondernemers van Urk die met hbo-studenten een businessplan
hebben opgesteld voor het EVC. Het EVC stelt de oprichting van vier verschillende centra voor:
een informatiecentrum, een promotiecentrum, een innovatiecentrum en een kenniscentrum. Doel
is om middels ketensamenwerking de visserij duurzaam en rendabel te maken. Het EVC is tijdens
de startbijeenkomst overgedragen aan Blueport Urk. Het tweede project is het Management
Dashboard systeem: ondernemer Koos van der Meij is werkzaam in de sierteelt en heeft een realtime
management informatiesysteem ontwikkeld voor vissers. Blueport Urk zal vanaf de zomer maandelijks
laagdrempelige inloopochtenden organiseren rond bepaalde thema’s. In het najaar vindt het Holland
Fisheries Event plaats waar Blueport Urk workshops wil organiseren op innovatiegebied. Voor volgend
jaar hebben ze de ambitie om op de internationale Seafood Expo in Brussel samen met partners een
paviljoen te hebben vol Urker ondernemers. Na drie jaar hoopt Blueport Urk dat de Blueport gedragen
wordt door het lokale bedrijfsleven, zodat het zelfstandig en op eigen middelen verder kan. Het zou
mooi zijn dat als deze Blueport een succes wordt en het rijk ook dit initiatief blijft stimuleren.
35Vereniging Van nederlandse gemeenten
Ervaringen van Dick Schutte, voorzitter van de stichting Blue Port Urk en projectleider Hedwig Boerrigter van Ontwikkelingsmaatschappij Flevoland B.V. en wethouder Ben Visser Tijdens een visserijsymposium in het najaar van 2010 is het initiatief gekomen van het
gemeentebestuur, wethouder Ben Visser, het Urker bedrijfsleven en de visserijsector om een werkgroep
op te richten om een voorstel te maken voor de oprichting van Blueport Urk. Aan de hand van de
conclusie van de werkgroep is er een stichting opgericht. Het bestuur van deze stichting bestaat uit
mensen van buiten en binnen de visserijsector om duidelijk te maken dat het geen belangenclub is
maar tegelijkertijd wel de experts heeft. Ontwikkelingsmaatschappij Flevoland heeft van de stichting
de opdracht gekregen (via aanbesteding) om de Blueport op te zetten en handen en voeten te geven.
De Blueport moet verschillende partijen en initiatieven bij elkaar brengen. Wij willen niet de zoveelste
belangenclub zijn die zich met allerlei zaken bemoeit. Wij zijn een club die voor drie jaar een subsidie
heeft gekregen en tijdens deze drie jaar willen we een organisatie neerzetten die straks gedragen
wordt door het bedrijfsleven en zelfstandig kan doorgaan.
De vissers hebben er alle belang bij dat de sector continu
blijft vernieuwen. Niet alleen de hoge olieprijzen en
de relatief lage prijs voor de vis zijn een probleem,
ook het draagvlak onder de bevolking neemt af door
overbevissing en milieuonvriendelijke vismethodes (zoals
bodemberoering door boomkorvisserij). Het is belangrijk
om op een positieve manier naar buiten te treden, zodat
ook in de toekomst nog een stuk vers zeefruit uit de
zee gehaald kan worden. Juist door lokaal bedrijven en
kenniscentra te concentreren in een platform kun je heel
effectief werken.
Een groot deel van de vangst van platvis (Schol en Tong) is in Nederlandse handen en een groot deel
daarvan is in handen van Urker ondernemers. De visveiling in Urk is de grootste van Europa op het
gebied van platvis en Urk noemt zich daarom ook wel het Europees Platviscentrum. Blueport moet zich
gaan ontwikkelen tot een label. Deze label staat dan voor innovatie, samenwerking, duurzaamheid,
kennisuitwisseling en toegevoegde waarde.
De aanvraag
Op uitnodiging van minister Gerda Verburg om met regionale initiatieven te komen voor het
versterken van de visserijsector is er een subsidieaanvraag ingediend voor Blueport Urk. Het ministerie
van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie beheert het Nederlandse deel uit het Europees Visserij
Fonds. Het idee voor een Blueport Urk is ontstaan op een visserijsymposium in het najaar van 2010 en
in april 2011 hebben we de aanvraag ingediend. Voordat we de aanvraag hebben opgestuurd hebben
we voortdurend contact gehad met het ministerie om te kijken of we ook echt op de goede weg zaten.
Wij hebben in de aanvraag onze eigen ideeën beschreven over hoe wij het willen aanpakken, met
daarin de plannen voor een stichting. Deze aanvraag is goedgekeurd, maar om toch grip te houden op
de Blueports in Nederland heeft het ministerie in samenwerking met Productschap Vis een nationale
Blueport opgericht. Hierin komen de vijf regionale Blueports samen voor overleg en kennisuitwisseling.
Blueport Urk valt onder het programma ‘Collectieve acties in de visketen’ van het Europees Visserij
Fonds. Daarom ligt de eerste drie jaar ook echt de nadruk op de visserij, maar op termijn willen we ons
36 Vereniging Van nederlandse gemeenten
richten op meerdere activiteiten zoals het versterken van alle ontwikkelingen op maritiem gebied en
het toerisme.
In Brussel is enthousiast gereageerd op ons project omdat dit een nieuwe manier is om innovatie
aan te jagen. Europarlementariër Peter van Dalen van de Christen Unie en de ondervoorzitter van de
Visserij Commissie van het Europees Parlement Struan Stevenson waren in Urk om te kijken naar ons
project.
Voor- en nadelen
Zonder de subsidie hadden we deze Blueport niet kunnen oprichten. Wat wij als een nadeel hebben
ervaren is dat er voor dit soort programma’s geen voorfinanciering is. De stichting is opgericht en is al
aan het werk, maar heeft geen geld in de kas. De gemeente heeft daarom al een bijdrage geleverd om
toch dit project van de grond te krijgen. Voor de gemeente is de Blueport een belangrijk instrument
om de hele economie in de regio een impuls te geven. Hoewel de stichting onafhankelijk opereert van
de gemeente geeft de gemeente wel de power en ondersteuning om het mogelijk te maken.
37Vereniging Van nederlandse gemeenten
38 Vereniging Van nederlandse gemeenten
VincultGemeente Groesbeek
Fonds: Europa voor de Burgers
De Europese Unie wil bij alle burgers het gevoel vergroten dat zij Europese burgers zijn. Het programma
heeft als doel actief Europees burgerschap te bevorderen door burgers en maatschappelijke organisaties
te betrekken bij Europese integratie. Het programma “Europa voor de Burger” subsidieert een aantal
acties die dit gevoel moeten bevorderen. Concreet betekent dit bijvoorbeeld het subsidiëren van
stedenbanden, uitwisselingen, steun voor organisaties en aandacht voor actief Europees gedenken.
(http://eacea.ec.europa.eu/citizenship/index_en.php)
Website: www.vinest.net / www.groesbeek.n / www.groesbeektoerisme.nl / www.vvvgroesbeek.nl
Thema: Kennisuitwisseling
Partners:
• Oostenrijk:REUPS(RegionalDevelopmentAssociationfor
the Lower Pinka and Strem Valleys) – Zuid Burgenland.
• Hongarije:FoundationforEnterprisePromotioninVas
County and Szombathely – Vas County.
• Spanje:AyuntamientodeBullas
• Nederland:GemeenteGroesbeek
• Slovenië:DevelopmentAgencyROD–UpperVipavaValley,
Primorska.
• Kroatië:InternationalCooperationOffice
TINTL – Ilok-Srijem.
• Italië:MalvasiadiBosa,WineRouteAssociation,Sardinië
Totaal budget van het project: € 101.387,02
EU-bijdrage voor gemeente Groesbeek: € 9.848
Looptijd: 01.01.2012 – 31.12.2013
Het project
Het Vinest netwerk is een netwerk van kleine wijnregio’s in
heel Europa. Het doel van het netwerk is ervaringen en kennis met elkaar delen. Vanuit dit netwerk is het
Vincult project gestart. Voor dit project worden er zeven bijeenkomsten georganiseerd, waarbij de regio’s
bij elkaar op bezoek gaan. De Nederlandse delegatie naar die bijeenkomsten bestaat uit een combinatie
van wijnboeren, de toeristische sector, de gemeente Groesbeek en verschillende regionale partners,
zoals het Regionaal Bureau voor Toerisme Arnhem Nijmegen en de Stadsregio Arnhem Nijmegen.
Afhankelijk van het thema is de verdeelsleutel van die delegatie anders. De toeristische sector inclusief de
wijngaardeniers zijn verantwoordelijk voor de invulling van het programma, de gemeente is penvoerder.
Resultaat
In de gemeente Groesbeek werken veel mensen in de toeristische sector (11% van de lokale
werkgelegenheid) en is daarmee een belangrijke economische pijler. Daarbij profileert Groesbeek zich
als het wijndorp van Nederland. De bijeenkomsten zijn bedoeld om internationale kennis uit te wisselen
zodat de lokale wijnbouwontwikkeling verder kan worden vormgegeven en Groesbeek zich zo succesvol
mogelijk kan profileren als wijndorp. Groesbeekse wijnboeren zijn pioniers door met verschillende
wijnrassen te experimenteren. Veel partnerregio’s zijn veel conservatiever en wachten de resultaten van
de Groesbeekse wijnboeren af. Over twee jaar moeten de Groesbeekse wijnboeren betere technieken
gebruiken. Ook de Groesbeekse toeristische promotie en marketing krijgt dan verder vorm, waarmee de
werkgelegenheid in de wijn- en toeristische sector kan groeien.
Proeverij in één van de Groesbeekse wijngaarden
39Vereniging Van nederlandse gemeenten
Ervaringen van wethouder Theo Giesbers, projectleider Wouter Hol en Sylvia Fleuren van Stichting Toerisme en Recreatie (STER) GroesbeekIn 2010 was er een presentatie van Bureau Brussel van de stadsregio Arnhem-Nijmegen over de mogelijkheden
die Europa biedt en hoe je daar als gemeente gebruik van kan maken. Als gemeente Groesbeek wilden
we kijken wat de mogelijkheden waren en Victoria van Krieken, die de presentatie gaf, hebben we daarna
uitgenodigd in Groesbeek. Omdat de gemeente Groesbeek en de Stichting Toerisme en Recreatie (STER) ons
dorp gezamenlijk willen profileren als het wijndorp van Nederland is gekeken naar Europese wijnprojecten die
iets kunnen betekenen voor de gemeente Groesbeek. Toen Bureau Brussel het Vinest netwerk als mogelijkheid
bij ons presenteerde is dit vervolgens voorgelegd aan de gemeentepolitiek en de toeristische sector. We
hebben samen bekeken of de inhoud, maar ook de schaal en maat van het project, bij Groesbeek paste. We
moeten namelijk niet vergeten dat er pas sinds 2001 wijn wordt verbouwd in Groesbeek. We hebben op
z’n zachtst gezegd, dus nog niet dezelfde kennis en ervaring als bijvoorbeeld de oude wijnregio’s in Spanje
en Italië. Toch is er voor gekozen mee te doen omdat het project zich juist richt op kennisuitwisseling over
wijnsoorten en rassen en over het bevorderen van toerisme in wijnregio’s. We kunnen veel van elkaar leren.
Tijdens de eerste bijeenkomst, die in maart 2012 in Groesbeek is georganiseerd, was er een eerste
kennismaking met elkaar. We bespraken de inhoud van het twee jaar durende project en tastten af wat bij
elkaar de mogelijkheden zijn. Bij het tweede symposium in het Kroatische Ilok werd de inhoud al een stuk
concreter. Als deze lijn zich doorzet kunnen we, ook in Groesbeek, echte stappen zetten. We zien nu al dat
de onderlinge relaties tussen de wijn- en de toeristische sector aan het groeien is. Het is de eerste keer dat in
het netwerk zonder tolken wordt gewerkt. Dat is een grote kostenbesparing, maar je merkt ook dat het voor
sommige mensen erg lastig is om alles te begrijpen of om inbreng te kunnen leveren. Maar met wat creativiteit
komt dat uiteindelijk toch ook goed.
De aanvraag
Tussen maart en augustus 2011 hebben de Vinest-projectleider uit Bologna en Bureau Brussel van stadsregio
Arnhem-Nijmegen invulling gegeven aan ons voorstel en de gemeente en de STER hebben daarvoor gegevens
aangeleverd. Nadat het ter goedkeuring was voorgelegd aan de gemeente is in september 2011 de definitieve
aanvraag ingediend door Bureau Brussel van Stadsregio Arnhem-Nijmegen. In december is het projectvoorstel
goedgekeurd en het geld toegekend. De Europese subsidie dekt alleen de organisatiekosten voor de
verschillende bijeenkomsten en een reiskostenvergoeding. De subsidie is daarmee sober, maar weldoelmatig.
Het is belangrijk goede experts te hebben om een project als dit te begeleiden. We zijn dan ook erg blij
met Bureau Brussel van stadsregio Arnhem-Nijmegen die voor ons de inhoud heeft vormgegeven en erg
heeft geholpen. Daarnaast is het belangrijk om met een ervaren leadpartner te werken, in dit geval de
regio in Oostenrijk, die weet hoe de procedures ‘lopen’ en waarin je vertrouwen kunt hebben zodat ook
de verantwoordingfase goed gaat. Last but not least is het van belang dat de toeristische sector (incl.
wijngaardeniers) het belang inziet en ook daadwerkelijk bijdraagt. De Stichting Toerisme en Recreatie (STER)
Groesbeek vertegenwoordigt deze sector en draagt ook in woord en daad bij. STER en gemeente Groesbeek,
ondersteund door Stadsregio en RBT KAN (Regionaal Bureau voor Toerisme Arnhem Nijmegen), dragen samen
zorg voor voldoende kwaliteit en capaciteit om de beoogde resultaten te bereiken.
Voor- en nadelen
Het project is nog maar net van start en de uitkomsten zijn nog onzeker. Gelukkig hebben we veel steun
van het netwerk dat hier al meer ervaring mee heeft. Alles wordt snel en goed gearchiveerd zodat de
verantwoording straks goed moet gaan. De administratie is veel werk en het is belangrijk dat alle partners
dit goed doen. Daarom hebben we direct goede afspraken gemaakt. Als de subsidievoorwaarden er liggen
ben je er met zijn allen ingestapt en ook allemaal verantwoordelijk. Van meet af aan was het duidelijk dat
iedereen zich aan de gemaakte afspraken moest houden. Waar het in ieder geval om gaat, is dat we met de
wijnbouw-ontwikkeling in Groesbeek weer een extra stap hebben gezet.
40 Vereniging Van nederlandse gemeenten
European CharterGemeente Haaren
Fonds: Europa voor de Burgers
De Europese Unie wil bij alle burgers het gevoel vergroten dat zij Europese burgers zijn. Het programma
heeft als doel actief Europees burgerschap te bevorderen door burgers en maatschappelijke organisaties te
betrekken bij Europese integratie. Het programma “Europa voor de Burger” subsidieert een aantal acties
die dit gevoel moeten bevorderen. Concreet betekent dit bijvoorbeeld het subsidiëren van stedenbanden,
uitwisselingen, steun voor organisaties en aandacht voor actief Europees gedenken.
(http://eacea.ec.europa.eu/citizenship/index_en.php)
Website: www.europeancharter.eu
Thema: Europees burgerschap
Partners:
• Nederland:Esch
(Gemeente Haaren)
• Frankrijk:Cissé
• Duitsland:Hepstedt
• Malta:Nadur
• Polen:Strzyów
• Oostenrijk:Lassee
• België:Bièvre
• Griekenland:Dimos
Pydnas-Kolindros
• Portugal:Samuel
• Roemenië:Ibanesti
• Bulgarije:Maglizh • Hongarije:Nagyçenk • Slowakije:Medzev
• Cyprus:Lefkara • Ierland:Cashel • Slovenië:Moravče
• Tsjechië:Stary;Poddvorov • Italië:Bucine • Spanje:Bienvenida
• Denemarken:Naestvad • Letland:Kandava • Zweden:Ockelbo
• Estland:Põlva
• Finland:Kannus
• Litouwen:Žagare.
• Luxemburg:Troisvierges
• VerenigdKoninkrijk:
Desborough
Totaal budget van het project: € 400 per jaar per lid.
EU-bijdrage
2009-2010: € 150.000
2011-2012: € 280.000
Totale kosten project gemeente Haaren: € 400 per jaar en de reiskosten van de burgemeester.
Looptijd: 01.01.2009 – 31.12.2010 en 01.01.2011 – 31.12.2012
Het project
Eén dorp per lidstaat van de Europese Unie, in totaal 27 dorpen, vormen samen een uniek samenwerkings-
verband. Sinds 1989 bestaat dit Charter of European Rural Communities en het Charter is mee gegroeid
bij uitbreidingen van de Europese Unie. Elk jaar gaat een delegatie inwoners van de dorpen naar een
grote netwerkbijeenkomst die door een van de dorpen wordt georganiseerd.
Daarnaast organiseert het Charter kleine thematische bijeenkomsten voor
zowel volwassenen als jongeren.
Resultaat
In 2009/2010 zijn er twee grote bijeenkomsten, vier kleine bijeenkomsten,
twee jongerenbijeenkomsten, een slotbijeenkomst en een workshop voor de
stichting “Friends of Europe” georganiseerd. De kleine bijeenkomsten hadden
een thema -lokale democratie- en daar waren 6 landen per bijeenkomst. Van
deze bijeenkomsten is een mooi boek gemaakt met daarin informatie over hoe
lokale democratie werkt per land. Voor dit verslag was ook veel waardering in
Brussel, het Charter is dan ook trots op de “Gouden Ster”, een Europese prijs
voor projecten over actief burgerschap.Uitreiking van de “Gouden Ster”
aan burgemeester Frans Ronnes
41Vereniging Van nederlandse gemeenten
Ervaringen van burgemeester Frans Ronnes en projectleidster Helma van Drunen.Tijdens de jaarlijkse bijeenkomsten in steeds een ander land proberen we elkaars cultuur en
gewoonten te leren kennen. In plaats van een overnachting in een hotel gaan we daarom bij mensen
thuis logeren. Elk jaar gaan per lidstaat 10 inwoners naar de jaarlijkse zomerbijeenkomst van 4 dagen.
Nu de Europese Unie is gegroeid naar 27 landen betekend dat bij elke bijeenkomst 260 gasten voor
het gastdorp. Dan is het heel moeilijk om iedereen onder te brengen en daarom betrekken we nu ook
steeds meer de buurdorpen.
Gemeentebesturen kunnen bij verkiezingen vervangen worden en nieuwe bestuurders hebben niet
altijd interesse in de samenwerking. In een aantal dorpen is daarom samen de stichting “Friends of
Europe” opgericht. De stichting kan taken van de gemeente overnemen als die er geen energie meer
in wil steken. Zo kan een dorp toch lid blijven van het Charter als de bestuurlijke betrokkenheid
afneemt.
Het Charter past goed bij het dorp Esch en de gemeente Haaren. Men is zich er van bewust dat
Europa belangrijk is voor ons. Door de bijeenkomsten leer je elkaar kennen en respecteren en het
brengt de burger een stukje dichter bij Europa. Het Charter biedt mensen ook de gelegenheid om
deel te nemen aan andere Europese projecten, zo namen een aantal Haarense agrariërs deel aan een
Europese landbouwbijeenkomst op Malta met als resultaat dat zij nu contacten hebben in Litouwen,
de gemeenteraad is samen met jongeren naar Denemarken gegaan om te kijken hoe ze daar jongeren
betrekken bij de lokale politiek en de voetbalclub van Helvoirt heeft met onze lijst van dorpen een
internationaal voetbaltoernooi georganiseerd. De betrokkenheid met Europa is toegenomen, in Esch
stemde een meerderheid voor de Europese grondwet tijdens het referendum in 2005. Kennis van en
interesse in andere culturen is belangrijk voor ons, voor elke bijeenkomst hebben we daarom altijd de
ambassade van het gastland uitgenodigd om ons meer te vertellen over het land en de cultuur.
De aanvraag
Subsidieaanvragen gingen in het verleden soms fout omdat de kleine dorpen vaak niet de kennis
in huis hadden om de aanvragen te doen. Als de papieren niet goed waren ingevuld was het maar
de vraag of je de subsidie kreeg. Dat is jammer, want het gaat dan toch over een groot deel van het
budget. Eind 2007 hebben we dan ook besloten om een meerjarige subsidie te gaan aanvragen, zodat
we zeker zijn dat er daadwerkelijk subsidie is voor de bijeenkomsten. Een meerjarige aanvraag kon
tot dan toe niet omdat Europa alleen projecten wilde meefinancieren die in 1 jaar werden afgerond.
Wij hebben contact gezocht met Brussel om te kijken of wij invloed konden uitoefenen op een ander
systeem, passend bij de schaal van het Charter. Dit is gelukt en we hebben nu tweemaal met succes een
aanvraag gedaan voor 2 jaar.
Het geld is gelijk verdeeld over reiskostenvergoeding en organisatiekosten. Wij vinden het belangrijk
dat de bijeenkomsten voor alle inwoners bereikbaar zijn. In overleg met Brussel hebben we daarom
besloten dat de 14 ‘armste’ landen een reiskostenvergoeding krijgen van 4 cent per kilometer en de 13
‘rijkere’ landen 2 cent. Dit komt ook omdat de Brusselse bijdrage voor een conferentie afhangt van het
BNP in het land. Voor een land als Tsjechië betekent dat dat ze voor een conferentie in Tsjechië minder
krijgen dan wat Luxemburg zou krijgen. Brussel hield echter geen rekening met de reiskosten, reizen in
Europa is bijvoorbeeld voor Tsjechië verhoudingsgewijs veel duurder.
Voor de periode 2011 – 2012 hebben we de aanvraag iets anders gedaan. We hebben 2 aanvragen
ingediend, één voor de volwassenen bijeenkomsten en één voor de jongerenbijeenkomsten (tot 25
jaar). Voor allebei de aanvragen hebben we ongeveer 150.000 euro gekregen. Met de totale aanvraag
zijn we een klein jaar bezig geweest. Door onze contacten wisten we voldoende om een goede
42 Vereniging Van nederlandse gemeenten
aanvraag te kunnen doen. Ook de VNG heeft ons daarbij geholpen, door de aanvraag aan te scherpen
op de doelstellingen van de Europese Commissie.
Voor- en nadelen
Wij hebben gekeken naar wat er is afgesproken in de burgemeestersvergadering (vergadering van
alle 27 burgemeesters) en de doelstellingen van het Europese programma en aan de hand daarvan
hebben we de aanvragen geschreven. Dat betekent dat je een verbinding zoekt met wat je zelf wil
en wat het programma beoogt. Dit is goed gelukt, hoewel de subsidie aanvraag vreselijk ingewikkeld
was. Dat hebben we ook direct aangegeven en het is nu ook iets makkelijker geworden. Hoewel
elk gastland zelf verantwoordelijk is voor een verslag van de bijeenkomsten kan het Charter zelf de
aanvraag doen. Dat betekent dat niet elk dorp voor elke bijeenkomst opnieuw moet worstelen met de
subsidieaanvraag.
43Vereniging Van nederlandse gemeenten
44 Vereniging Van nederlandse gemeenten
Samenwerkingsverband Tynaarlo-PitestiGemeente Tynaarlo
Fonds: Leven Lang Leren – Comenius
Het Leven Lang Leren programma is een omvangrijk programma dat als doel heeft persoonlijke
ontwikkeling van alle burgers te stimuleren. De opgedane kennis moet weer leiden tot meer
economische groei, meer en betere banen en betere zorg voor het milieu. Onder het Comenius
programma komen gemeenten in aanmerking voor de onderwerpen “netwerken en multilaterale
projecten”. Dit betekent dat een gemeente officieel partners kan zijn in een onderwijsproject met
meerdere scholen in verschillende lidstaten. (www.na-lll.nl)
Website: www.sttp.info
Thema: Actief burgerschap
Partners:
• Nederland:GemeenteTynaarlo
• Roemenië:ConsilulLocalPitesti
Totaal budget van het project: Ongeveer € 24.000
EU-bijdrage: € 20.000, overige kosten zijn
binnengehaald door sponsering.
Looptijd: 01.07.2010 – 01.07.2012
Het project
Vanuit Eelde kwam in 1994 de vraag of er geld
gegeven kon worden aan projecten in Roemenië.
In plaats van gewoon geld geven is er toen
besloten om in samenwerking met verschillende
organisaties zoals vrouwenorganisaties, het Rode
Kruis, Humanitas en de kerken zelf hulpprojecten
naar Roemenië te starten. Via een van de
organisaties kwamen we in contact met een
verzorgings- en ziekenhuis in Pitesti. Vanaf dat
moment heeft de stichting Tynaarlo-Pitesti als
tussenpersoon contacten tussen organisaties uit
Tynaarlo en Pitesti gelegd, wat heeft geleid tot
een twinning agreement tussen de gemeente Tynaarlo en gemeente Pitesti. In 2010 kwam de vraag uit
Pitesti of wij samen een Comenius project wilden doen. Dit betekent dat een paar scholen uit Tynaarlo
en Pitesti, de beide gemeenten en een NGO samen een project doen. Doel van het project is het
bevorderen van samenwerking en vrijwilligerswerk.
Resultaat
Het resultaat van het project is boven verwachting. In eerste instantie waren de verwachtingen laag
omdar er al veel werd samengewerkt. Door de uitwisselingen wordt in de gemeente heel anders naar
het eigen vrijwilligerswerk gekeken. De inzet van al die vrijwilligers wordt veel meer gewaardeerd en
dat enthousiasmeert. Bij de uitwisselingen was er een uitgebreid programma, zodat er zoveel mogelijk
divers vrijwilligerswerk laten zien kon worden laten zien; zoals bij de kinderopvang, de brandweer, de
sportverenigingen en bij de muziekschool.
Praalwagen gemaakt door scholen in Pitesti naar een
ontwerp van leerlingen van het Terra college in Eelde
45Vereniging Van nederlandse gemeenten
Ervaringen van projectleider en voorzitter stichting Tynaarlo – Pitesti Harm KatoeleHet doel van dit project is het bevorderen van samenwerking en vrijwilligerswerk. Onze Roemeense
partner wilde zien hoe scholen, de gemeente en vrijwilligersorganisaties samenwerken zodat zij dit
ook in Roemenië beter kunnen organiseren. In de afgelopen 2 jaar hebben we veel van elkaar kunnen
leren. We hebben gezien dat de afstand tussen vrijwilligersorganisaties en de gemeente in Nederland
veel groter is. In Nederland bemoeit de gemeente zich weinig met vrijwilligersorganisaties, hooguit
door het geven van een subsidie. Wij vinden het normaal dat de organisaties zelfstandig werken.
In Roemenië zie je heel sterk dat vrijwilligersorganisaties kijken naar de gemeente. Een heleboel
vrijwilligers werken ook voor de gemeente. Wij kregen het verzoek om onze vrijwilligerscontracten
toe te sturen zodat ze die konden gebruiken als voorbeeld. Wij hadden die natuurlijk helemaal niet
en je ziet dan goed dat er nog grote verschillen bestaan tussen Nederland en Roemenië. Waar wij veel
vrijheid hebben zijn zij daar nog erg gebonden aan formele regelgeving. Je ziet dat onze vrijwilligers
nu ook veel meer beseffen hoe waardevol en uniek hun werk is. Het automatisme wat mensen kunnen
hebben bij een project veranderd als je je beseft wat je werk betekent voor je medemens.
De aanvraag
Vanuit Roemenië kwam het verzoek om mee te doen aan het Comenius programma van de Europese
Unie. Omdat het verzoek uit Roemenië drie weken voor de deadline kwam hebben we binnen drie
weken de aanvraag ingevuld. De Roemenen kwamen al met een heel plan. Allereerst hebben we heel
kritisch het Comenius programma gelezen zodat we precies wisten wat de voorwaarden waren. Omdat
een van de schooldirecteuren al vaker subsidieaanvragen had ingediend konden we zijn kennis goed
gebruiken bij deze aanvraag.
Voor- en nadelen
In Deelde is er elk jaar een bloemencorso. Deelde heeft 11.000 inwoners en aan de corso werken
jaarlijks 3500 vrijwilligers mee. In 2001 was er een delegatie van het gemeentebestuur van Pitesti
bij het corso. Zij konden zich niet voorstellen dat al die mensen vrijwilligers waren en de gemeente
daar nauwelijks een rol in speelde. Later aan de koffie werd dit nog een keer gevraagd, de gemeente
moest in hun ogen die mensen wel aansturen. Een paar maanden later werden wij uitgenodigd bij
een festival in Roemenië en er was een optocht met kinderen bij. Een journalist die bij ons stond
noemde het heel gewaagt omdat er sinds de revolutie in 1989 geen optocht meer was geweest. Na
afloop kwam er iemand op ons af van de gemeente Pitesti. Zij waren zo geïnspireerd geraakt door ons
corso dat ze bij thuiskomst direct alle scholen hebben gevraagd om mee te werken aan deze optocht.
Door de kinderen proberen ze de ouders te betrekken en ook hen enthousiast te maken. Zo laten ze
zien aan de kinderen en hun ouders dat vrijwilligerswerk en omzien naar elkaar belangrijk is. Tijdens
de dictatuur van Ceauşescu kon dat niet. Dankzij het geld uit het Comenius programma kan er nog
intensiever gewerkt worden aan het bewust maken van kinderen wat vrijwilligerswerk kan betekenen
voor de samenleving.
Voor onszelf heeft de samenwerking de bewustwording van ons eigen vrijwilligerswerk -en daarmee
de waardering- enorm vergroot. Naast de formele contacten die we onderhouden zijn er ook veel
persoonlijke contacten ontstaan tussen de bewoners van gemeente Tynaarlo en Pitesti.
Nadelen hebben we niet echt ondervonden. Door de aanvraag goed te richten op het programma en
de doelstellingen van de Europese Commissie werd de subsidie snel toegekend.
46 Vereniging Van nederlandse gemeenten
Suncities – Stad van de ZonGemeente Heerhugowaard
Fonds: Vijfde kaderprogramma voor Onderzoek en Ontwikkeling
De EU streeft naar een kenniseconomie. Het vijfde kaderprogramma (KP5, voorloper van het huidige
KP7 programma) is een belangrijke peiler om dit te realiseren. De EU wil de wetenschap en het
bedrijfsleven uitdagen om oplossingen te bedenken voor belangrijke maatschappelijke vraagstukken.
Bijvoorbeeld op het terrein van milieu, vergrijzing en zorg en duurzame energie. Het programma
bestaat uit vier hoofdprogramma’s; samenwerken, ideeën, mensen en capaciteiten.
(http://www.agentschapnl.nl/programmas-regelingen/zevende-kaderprogramma-kp7)
Website: www.heerhugowaardstadvandezon.nl
Thema: Duurzaam bouwen, zonne-energie
Partners:
• Nederland:GemeenteHeerhugowaard;
Bouwfonds ontwikkeling; Hallokaties C.V.;
Gemeente Alkmaar; Gemeente Langedijk; NV
Nuon Retail
• Duitsland:MeteocontrolGMBH;Lebensräume,
HausbauundBauträgerGMBH
• VerenigdKoninkrijk:KirkleesMetropolitian
Council; Energy for Sustainable Development;
Lowry Renaissance Ltd.
• Spanje:Conselleriad’Economia,
Hisenda i Innovacio, Majorca
Totale kosten project gemeente Heerhugowaard: € 12.000.000
EU-bijdrage: € 3.000.000
Looptijd: 01.01.2004 – 01.01.2010
Het project
Suncities is een samenwerkingsverband tussen projecten uit Nederland, Duitsland, het Verenigd
Koninkrijk en Spanje. De partners willen de CO2 uitstoot beperken en het gebruik van zonne-energie
stimuleren. ‘Stad van de Zon’ vormt het grootste project. Deze nieuwbouwwijk in Heerhugowaard is
volledig emissieneutraal. In de toekomst moet deze wijk zelfs energie gaan opleveren. Samen met de
andere Nederlandse partnergemeenten Alkmaar en Langedijk realiseert gemeente Heerhugowaard dit
zonne-energieproject dat 5 megawatt oplevert. Daarvan produceert Heerhugowaard 3,75 megawatt
in de nieuwbouwwijk. Om de wijk emissieneutraal te maken wordt er consequent gebruik gemaakt
van zonnepanelen, wordt er een bos aangelegd en komen er 3 windturbines. Om de zonnepanelen zo
efficiënt mogelijk te gebruiken is 80 procent van de verkaveling noord-zuid georiënteerd. ‘Stad van de
Zon’ is de grootste emissieneutrale wijk ter wereld.
Resultaat
De doelstellingen zijn gehaald en het project loopt nog steeds door maar zonder Europese subsidie.
Er ligt nu 2,45 megawatt zonne-energie en als er nieuwe woningen bij worden gebouwd worden die
ook voorzien van zonnepanelen. De prijs van zonnepanelen ligt nu een stuk lager wat het een stuk
makkelijker maakt om ook deze nieuwe huizen te voorzien van zonnepanelen.
‘Stad van de Zon’ vanuit de lucht
47Vereniging Van nederlandse gemeenten
Ervaringen van projectleider Joost BruijnHet zuiden van Heerhugowaard is in het begin van de jaren ‘90 aangewezen als een Vinex gebied.
Deze Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra uit 1991 wees bepaalde gebieden aan als gebieden
voor woningbouw, werkgelegenheid en recreatie. Wij wilden graag iets bijzonders doen met deze
nieuwbouwwijk en kwamen uit bij nieuwe energie. De naam ‘Stad van de Zon’ volgde al snel nadat
de plannen voor de nieuwbouwwijk gecombineerd werden met een zonne-energieproject. In
1992 waren de eerste schetsen van de wijk al klaar en in 1995 werden de plannen opgenomen in
de Intergemeentelijke structuurschets van de gemeenten Heerhugowaard, Alkmaar en Langedijk
(HAL-gebied).
De aanvraag
Om de zonne-energie echt op grote schaal te kunnen toepassen was er meer geld nodig. Het Europese
kaderprogramma sloot goed aan bij het Suncities project. Dit samenwerkingsverband bestond uit
projecten in Nederland, Duitsland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. ‘Stad van de Zon’ was verreweg
de grootste van de drie partners en heeft 3 miljoen euro subsidie gekregen. Ook de provincie
Noord-Holland en energiebedrijf Nuon hebben een aanzienlijke bijdrage verstrekt. De gemeente
Heerhugowaard heeft de gaten in het budget aangevuld, zodat de taakstelling kon worden gehaald.
Het schrijven van de subsidieaanvraag, de tussenrapporten, het eindrapport en het organiseren van
bijeenkomsten, hebben we uitbesteed aan het adviesbureau voor energie en klimaat New Energy
Works. Daarmee haalden we specialistische kennis in huis.
Voor- en nadelen
De Europese subsidie heeft van ‘Stad van de Zon’ een haalbaar project gemaakt. Ondanks de grote
verschillen tussen onze nieuwbouwwijk en de projecten van de buitenlandse partners hebben we toch
aan kennisuitwisseling gedaan. Tot op de dag van vandaag krijgen we veelvuldig bezoek van groepen
uit meer dan 25 verschillende landen om kennis op te doen en ervaringen uit te wisselen.
In eerste instantie was de looptijd maar 4 jaar, wat weinig is om een zodanig groot project succesvol te
kunnen afronden. Met veel lobbywerk van onze bestuurders in Brussel hebben we er 6 jaar van kunnen
maken. Om steeds de subsidie te blijven krijgen moet je in de pas lopen met het programma, terwijl
het programma geen rekening houdt met een fluctuerende woningmarkt. En in ons geval betekende
een lager aantal woningen per jaar ook minder zonnepanelen.
Inmiddels zijn we al bezig met het volgende grote nieuwbouwproject en een duurzaam
bedrijventerrein. Alles wat we geleerd hebben op het gebied van duurzaamheid nemen we mee, en
we proberen er ons voordeel mee te doen. Ondanks dat het nu wel een andere tijd is, met andere
regelingen en mogelijkheden.
Europese projecten in gemeentenGOEDE VOORBEELDEN VAN PROJECTEN IN KLEINE EN MIDDELGROTE
GEMEENTEN, GECOFINANCIERD DOOR EUROPESE SUBSIDIEPROGRAMMA’S