Upload
others
View
2
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Goede vrijdag op de Heuvel
Psalm 22 – 2 en 3
2Mijn God, mijn God,
waarom hebt u mij verlaten?
U blijft ver weg en redt mij niet,
ook al schreeuw ik het uit.3‘Mijn God!’ roep ik
overdag, en u antwoordt niet,
’s nachts, en ik vind geen rust.
Perzië: dertiende eeuw, de dichter Rumi (1207-1273)
schreef:
‘Je roept wel veel, sprak de slang, satan vol spotWaar blijft het antwoord ‘Hier ben Ik’ van God?Maar komt er een antwoord van de troon? – welnee!Hoe lang roep je nog ‘O God!’ Stop er toch mee!
Jouw roep ‘O God!’ is Mijn roep: ‘Ik ben hier!’Jouw smart en smeken bereikt wel degelijk mijn oor,En al jouw streven om Mij te bereiken –Dat ik je tot Mij trek, dat is een teken!Jouw liefdessmart is Mijn genade voor jou –Hoor in de roep ‘O God’ toch honderdmaal:‘Hier ben ik!
Steek een kaars of waxinelichtje aan
Vanavond staan wij samen stil bij het verhaal van het bittere lijden, dat
ons altijd weer verteld dat God met ons begaan is. Dat hij omziet naar de
mens in nood.
De Bijbel heeft altijd weer een verhaal dat overeenkomt met de situatie waarin
wij leven. Zo ook nu, waar we zo maar uit het niets het kwaad van het
coronavirus serieus en betrokken onder ogen moeten zien. Waar we
verstrekkende maatregelen moeten nemen, waar we angst en onzekerheid
moeten overwinnen. En toch vol hoop willen werken aan overleven en een
nieuwe toekomst.
Numeri 21 vertelt:
Een volk dat in de woestijn ronddoolde was het bekrompen leven spuugzat,
begon te morren en kwam in opstand. “We willen meer dan ons dagelijks
brood.” Uit het niets kwam de ramp, overal slangen met een dodelijke beet.
Angst en chaos. Een schreeuw om hulp.
Mozes, de leider, kreeg de opdracht een grote bronzen slang hoog op een paal
te zetten. Een ieder die gebeten was en van zichzelf afkeek naar dit uitvergrote
beeld van het kwaad dat het volk trof, werd genezen.
Niet meer letten op je eigen kleine zelf, vol overtuiging het kwaad aanzien en
vandaar uit komen tot nieuw leven, dat is wat ook Jezus in zijn verhaal laat zien.
Het verhaal waar wij vanavond bij stilstaan
Avinu malkeinu sh'ma kolenu
Avinu malkeinu chatanu l'faneycha
Avinu malkeinu alkenu chamol aleynu V'al olaleynu v'tapenu
Avinu malkeinu Kaleh dever v'cherev v'raav mealeynu
Avinu malkeinu kalehchol tsar Umastin mealeynu
Avinu malkeinu Avinu malkeinu Kotvenu b'sefer chayim tovim
Avinu malkeinu chadesh aleynu Chadesh a leynu shanah tovah
Sh'ma kolenu Sh'ma kolenu Sh'ma kolenu
Avinu malkeinu Avinu malkeinu Chadesh a leynu Shanah tovah
Avinu malkeinu Sh'ma kolenu Sh'ma kolenu Sh'ma kolenu Sh'ma kolenu
Hoor ons gebed
We hebben gezondigd in uw aangezicht
Heb mededogen met ons en onze kinderen
Help ons een einde te maken aan ziekten, oorlog en honger
Laat alle haat en onderdrukking van de Aarde verdwijnen
Zet ons in het Boek van het Leven voor uw zegening
En laat het nieuwe jaar goed zijn voor ons
Joods liturgisch gebed – Barbara Streisand
Mattheus 27 : 45 en 46 en 50
Rond het middaguur viel er duisternis over het hele land, die drie uur
aanhield. Aan het einde daarvan, in het negende uur, gaf Jezus een
schreeuw en riep luid: ‘Eli, Eli, lama sabachtani?’ Dat wil zeggen: ‘Mijn
God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’
Nog eens schreeuwde Jezus het uit, toen gaf hij de geest.
Blijf bij mij, en waak toch met mijWaak, en blijf bidden!
Mattheus 27 : 57- 61
Toen de avond gevallen was, arriveerde er een rijke man die uit Arimatea afkomstig was. Hij
heette Josef en was ook een leerling van Jezus geworden. Hij meldde zich bij Pilatus en vroeg
hem om het lichaam van Jezus. Hierop gaf Pilatus bevel het aan hem af te staan. Josef nam
het lichaam mee, wikkelde het in zuiver linnen en legde het in het nieuwe rotsgraf dat hij
voor zichzelf had laten uithouwen. Toen rolde hij een grote steen voor de ingang van het graf
en vertrok. Maria uit Magdala en de andere Maria bleven achter, ze waren tegenover het graf
gaan zitten.
Nu valt de nacht..... De kaars gaat uit
LitanieGod van ons leven, open ons hart
En maak het zo wijd als de wereld
Waarover wij roepen als over onszelf:
Heer ontferm u
Over al die miljoenen die geen anderhalve meter afstand kunnen bewaren
Vluchtelingen op Lesbos en in Idlib of aan de Mexicaanse grens
Arbeidsmigranten in ons eigen land opgesloten in vakantie parken:
Heer ontferm u
Over al die miljoenen die geen gezondheidszorg kennen
In Afrika en Amerika in de sloppenwijken van wereldsteden.
In door oorlog geteisterde gebieden:
Heer ontferm u
Heer ontferm u
God van ons leven, open ons hart
en maak het zo wijd als de wereld
waarover wij roepen als voor
onszelf:
Heer, ontferm u!
Over het onschuldige bloed op aarde
van alle vermoorden en alle verminkten,
de slachtoffers van haat en verraad:
Heer, onze God, wij bidden om ontferming.
Over alle kinderen voor wie geen plaats is,
die worden geboren in oorlogsrumoer,
in armoede, honger en dorst:
Heer, ontferm u!
Over wie een zwaar lot moeten dragen,
daklozen, doellozen, eenzame zielen,
geschonden naar lichaam en geest:
Heer, onze God, wij bidden om ontferming.
Over degenen die worden vervolgd,
die worden vernederd en gekleineerd,
en die men belastert en schendt:
Heer, ontferm u!
Over de mensen die worden vergeten,
door niemand geacht of geborgen,
die te gering zijn om te gedenken:
Heer, onze God, wij bidden om ontferming.
Over wie leven in angst, pijn en zorgen,
over wie bang zijn om te sterven,
en over onszelf in het uur van de dood:
Heer, ontferm u!
gebedDietrich Bonhoeffer was een vooraanstaande Duitse theoloog. Nadat hij deelnam aan een samenzwering tegen
Hitler – met als doel hem te vermoorden – werd hij gevangengenomen. Hij schreef dit morgengebed in
gevangenschap in Berlijn voor zijn medegevangenen.
God, tot U roep ik nu de dag begint,Help mij bidden en mijn gedachten verzamelen;ik kan het niet alleen
In mij is het duister, maar bij u is lichtik ben eenzaam, maar u verlaat mij nietik ben bang, maar bij u vind ik hulpik ben onrustig, maar bij u vind ik vredein mij is bitterheid, maar bij u vind ik geduldik begrijp uw wegen niet, maar u weet de rechte weg voor mij.
Vader in de hemel,lof en dank zij u voor de rust van de nachtlof en dank zij u voor de nieuwe daglof en dank zij u voor al uw goedheid en trouwin mijn leven tot nu toe.U hebt mij veel goeds bewezen,laat mij nu ook het zware uit uw hand aannemen.U zult mij niet meer opleggen dan ik dragen kan.U laat uw kinderen alle dingen ten goede komen.
Ontferm u, Heer, geef mij mijn vrijheid terug.Wat deze dag ook brengt, Heer, uw naam zij geprezen!
Blijf bij mij, en waak toch met mijWaak, en blijf bidden!
“Zij mogen Jezus doden, begraven,
in het graf sluiten met een zware steen.
Christus zal verrijzen!
Goede Vrijdag moet voorgaan, Pasen zal volgen.
Zijt verzekerd, de Heer zal zijn werk levend maken.”
(Johannes Uytenbogaert)
Aan deze dienst werkten mee:
Voorganger: Ds. Greetje de Klerck-Bets
Ouderling van dienst: Frits Sipman
Orgel: Frits Sipman
Zang: Vluchtheuvel Cantorij, Ria Neutel, Frits Sipman (slager), Bart Kruijt
Fotografie: Vluchtheuvel Bloemengroep, Bart Kruijt
Voorlezers: Frits Sipman (bakker), Frits Sipman (slager), Fineke ter Aa,
Joke Schmits, Hannie de Ruiter, Ge van Lomwel, Jopy van der Mey,
Floris de Ruiter, Anne Kruijt, Lida van de Voorde, Ati Huygen
Regie en productie: Bart Kruijt
Webmaster: Jaap van Tuyl
Muziek overgenomen van Youtube:
“Avinu Malkeinu” – gezongen door Babara Streisand