Upload
nvrd-nvrd
View
240
Download
4
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Â
Citation preview
JAARGANG 104 | NUMMER 7 | SEPTEMBER 2013
Duurzame inzetbaarheid van personeel | Voorzitter NVRD-commissie O&P:
"opleiden van medewerkers in onze branche is een must” | Vergisting in Nederland
Gezond aan het werk blijven in de afvalbranche
Zout verdienen per m2
Voor vragen: [email protected] informatie: www.wegenzout.nl
Het is tijd voor meer met minder!
Vacuümzout van AkzoNobel is vochtig en heefteen fi jne korrelverdeling. Daardoor plakt hetbeter aan de weg dan andere soorten zout.Ofwel: per m² minder strooien voor hetzelfderesultaat. Ook heeft vacuümzout van AkzoNobeleen grotere korreldichtheid. Daardoor gaan erin één kubieke meter meer kilo’s wegenzout.Met dezelfde strooiwagen neemt u dus méérAkzoNobel vacuümzout mee dan ander zout.Gevolg: effi ciëntere strooiacties. Er is immersminder zout nodig per m² voor het gewensteresultaat en bovendien rijdt u met één strooi-wagen AkzoNobel vacuümzout méérkilometers. Kortom: lagere kosten per m².
GRAM | september 2013 3
Officieel vakblad van de NVRD
inhoudsopgave
6
9
12
Hoe doen zij dat?Deze maand: inzetbaarheid van personeel
In dit artikel lichten medewerkers van verschillende organisaties toe welke
maatregelen zij nemen om duurzame inzetbaarheid van de medewerkers te realiseren.
Gezond de AOW halen bij afval- en reinigingsbedrijven De AOW-leeftijd stijgt stapsgewijs van 65 jaar nu naar 67 jaar in 2021. Volgens het CBS
werkte vorig jaar iets meer dan de helft van de 55 tot 65 jarigen. Hoe houden we deze
groep aan de slag?
Voorzitter commissie O &P: “Maak de drempel niet te hoog Met het oog op onder meer veiligheid, efficiency en nieuwe werkmethodes is het
opleiden van medewerkers in onze branche een must. Onze medewerkers moeten
goed opgeleid zijn voor hun taken en de kans krijgen om door te groeien."
Vergoedingen voor aanpak zwerfafval eindelijk beschikbaar Gemeenten krijgen in de periode 2013-2022 uit het Afvalfonds 20 miljoen euro voor
extra inzet voor de preventie en aanpak van zwerfafval.
Vergisten in NederlandGft-afval wordt al lang niet meer louter tot compost verwerkt. Vrijwel alle
afvalbedrijven hebben geïnvesteerd in vergistingstechnieken om eerst biogas te maken
en daarna betere compost te krijgen. En er zit nog veel meer in het vat. Bioplastics,
insecten en eiwitten. GRAM maakte een uitgebreide rondgang.
(foto voorplaat: Bram Brudel / Hollandse
Hoogte)
5 Bezem
14 Vakwerk
16 MBO opleiding stimuleert medewerkers
Spaarnelanden
18 Vuilnismannen op zoek naar kunst
20 NVRD Nieuws
22 Stageonderzoek RWM Overheids-
bedrijven belastingplichtig?
24 Kringloopbedrijven timmeren aan
de weg
33 Nieuws op de markt
34 Agenda
21
27
4 GRAM | september 2013
De aarde is niet van ons. We moeten er zo goed mogelijk voor zorgen. De huidige pro-ductieprocessen vragen te veel van onze planeet. Zeker
de kledingindustrie heeft een te grote belasting op de omgeving. Door gedra-gen kleding opnieuw te dragen en overig textiel te recyclen sparen we het milieu. KICI werkt alleen met kwalitatief hoog-staande containers. Zo behouden we het waardevolle textiel.
Gegarandeerde kwaliteit in containerkeuze Voor elke situatie kiest KICI de optima-le oplossing, ook ondergronds. We zor-gen dan containers dichtgekit worden, brengen sloten aan en maken containers vochtvrij. Alleen zo blijft kostbare kle-ding optimaal bewaard voor hergebruik. Ongeveer de helft van de container-productenten hebben inmiddels het KI-CI-keur voor minimaal één van hun con-tainertypen. Het keurmerk garandeert dat het ingezamelde textiel in vrijwel alle omstandigheden droog blijft. We hopen natuurlijk dat de andere helft snel volgt. Onze binnen- en buitencontainers va-riëren in inhoud van 1,2 tot en met 3,6 m3. Zo kunnen we op elke plek de juiste container plaatsen. Dat is gunstig voor ons, maar ook voor de gemeenten waar we inzamelen. Want de kosten voor ge-
scheiden inzameling worden gedekt uit de opbrengsten van de verkoop. Dan is het wel fijn als de containers de kwaliteit van het textiel optimaal houden in weer en wind.
Duurzaam goede doelen steunen Zo lang onrecht bestaat en de planeet bovenmatig belast wordt, blijft KICI de opbrengst uit ingezamelde kleding aan-wenden om dit tegen te gaan. Sinds de oprichting in 1975 konden we al ruim 30 miljoen euro schenken aan projecten die de wereld duurzamer en rechtvaardiger maken. Het zou nog veel beter kunnen. Want elk jaar belandt 160 miljoen kilo textiel in het Nederlandse restafval. Wij maken ons nu al op om ook dat deel te recyclen. Zo investeren wij in gespecia-liseerde duurzame behandelingen. De Nederlandse T4T machine selecteert bijvoorbeeld textiel als basis voor gloed-nieuwe kleding. Het overige textiel kan na vervezeling isolatiemateriaal of harde platen worden.
Uw gemeente kan bijdragen aan een be-tere toekomst door te kiezen voor KICI. We bespreken graag hoe de inzameling in uw gemeente optimaal kan bijdragen aan uw doelstellingen en onze dromen. Want u wilt toch ook dat de kinderen van nu ook nog kunnen genieten van al het moois op onze planeet?
Met KICI maakt u het verschil.
Meer informatie:www.kici.nl,
070 383 0306
Onze kleding, onze planeet, onze verantwoordelijkheid
( Advertorial )
Het KICI keur is een officieel in de Benelux gedeponeerd en geregis-treerd keurmerk dat volledig is ge-accrediteerd.
gram-kici 130827.indd 1 27-08-13 15:43
BEZEMvorig jaar hebt bezuinigd op de inzet en deze maatregel nu met de vergoeding wil terugdraaien? Wat als je als gemeente inzet op meer participatie van de burger en een terugtredende gemeente? En wat als je al veelvul-dig gebruikt maakt van het kenniscentrum Gemeente-Schoon? Of valt alles onder een extra aanpak omdat de zwerfafvalproblematiek, door algemene trends als meer ‘out of home’ consumeren en het afschaffen statiegeld, zal toenemen?
Ik wens NederlandSchoon, die de aanvragen gaan toet-sen, veel wijsheid toe en spreek de verwachting uit dat elke inzet van gemeenten, op welke wijze dan ook, een bijdrage levert aan een schoner Nederland. En daar gaat het tenslotte toch om?
Extra geld voor zwerfafvalPrachtig, er is een potje van jaarlijks 20 miljoen euro voor de bestrijding van zwerfafval. In een tijd dat gemeenten in financieel zwaar weer zitten, is dit een welkom bericht. Grofweg € 1,19 per inwoner wordt jaarlijks beschikbaar gesteld en uitbetaald door de Stichting Afvalfonds verpak-kingen.
Verpakkingen? Oh wacht even, betekent dit dat het zwerfafval gerela-teerd moet zijn aan verpakkingen? Nee, hoewel de regeling komt uit de Raamovereenkomst Verpakkingen mag het geld worden ingezet voor de preventie aan aanpak van al het zwerfafval. Alle mooie initiatieven om in de openbare ruimte maatregelen te nemen om ander zwerfafval te voor-komen of aan te pakken, horen daar dus bij. Van kauwgom, peuken en het voorkomen van bijplaatsingen tot deelname aan een benchmark of het opleiden van personeel. Wel moet de vergoeding worden gebruikt voor de extra aanpak van zwerfafval. En daar kan het lastig worden. Wat als je
GRAM | september 2013 5
6 GRAM | september 2013
DEzE MAAND:
HoE doEn Zij dat ?
Irado Wat verstaat u onder duurzame
inzetbaarheid van personeel?
Het streven om onze medewerkers zo-
lang mogelijk gezond en gemotiveerd
aan de slag te houden.
Doet uw bedrijf aan
arbeidsroulatie?
We organiseren af en toe stages voor ons
eigen personeel op andere werkplekken,
reïntegratietrajecten voor zieke werkne-
mers en uitwisselingen tussen verschil-
lende vestigingen. Met die maatregelen
zie je als werknemer ook eens wat anders
van je bedrijf. Voor de leiding van ibor en
afvalbeheer gaan we terug van twee naar
één manager. Dat zal gunstig uitpakken
voor de uitwisseling van personeel. Nu
we nog twee managers hebben, wordt er
meestal een uitzendbureau ingeschakeld
als een belader ziek of met vakantie is. Ik
verwacht dat straks aan een medewerker
groen gevraagd wordt of hij bij kan sprin-
gen als belader. En omgekeerd ook.
duurzame inzetbaarheid van personeel
de middag zijn hond uit wil laten. Daar
neemt hij een uur verlof voor op. Bij kan-
toorpersoneel kun je makkelijker schui-
ven, bijvoorbeeld met thuiswerken. In
de buitendienst ligt dat wat moeilijker,
omdat men daar vaak in ploegen werkt.
Flexibel werken is bij ons maatwerk, dat
in goed overleg met de leidinggevende
geregeld kan worden.
Tips?
Probeer je mensen zo veel mogelijk eigen
verantwoordelijkheid en zelfstandigheid
te bieden. Betrek daar ook de leidingge-
venden bij en bied hen goede trainings-
trajecten aan. Als een leidinggevende
zelf niet flexibel is of niet het goede voor-
beeld geeft, kan hij dat ook niet stimule-
ren bij zijn werknemers.
Marijke van Doorn, hoofd P&O van
Irado, verzorgingsgebied 100.000
aansluitingen.
Contact: [email protected]
Stimuleert uw bedrijf een gezonde
leefwijze van de werknemers?
Dat doen we op allerlei manieren. We heb-
ben een heel succesvol verzuimbeleid,
waarmee we het verzuim in tien jaar tijd
hebben kunnen terugdringen van zo’n 11
naar 3,5 procent. Over het algemeen kan
en wil iemand nog wel iets, al is hij ziek.
Daar springen we op in met een goede
arbodienst en aangepast werk. Verder
hebben we een heel pakket aan kleinere
maatregelen, zoals korting op een sport-
schoolabonnement, stimulatie van woon-
werkverkeer op de fiets of per openbaar
vervoer en een bijdrage voor werkne-
mers die willen stoppen met roken. Het
pmo, periodiek medisch onderzoek, is
ook een succes. zestig procent doet daar
vrijwillig aan mee. Men krijgt om de paar
jaar een complete anonieme keuring, met
tips voor een gezondere leefstijl. zelf heb
ik er ook aan meegedaan, want ik moet
op mijn gewicht letten. We hebben geen
kantine met vette happen en bieden eens
in de veertien dagen aan alle medewer-
kers een mandje fruit aan.
Hanteert u leeftijdsbewust
personeelsbeleid?
Voorheen konden werknemers soms al
voor hun zestigste met prepensioen, nu
moeten ze door tot hun 67e. Die perio-
de willen we overbruggen door aan het
eind van de loopbaan lichter werk aan te
bieden. Een chauffeur van een inzamel-
voertuig kan misschien overstappen op
een veegwagen, waardoor hij niet steeds
in en uit die auto hoeft te klauteren. Een
voordeel is dat technische vooruitgangen
ook lichter werk opleveren. We hebben
bijvoorbeeld steeds meer ondergrondse
containers.
Is er ruimte voor flexibel werken,
voor eventuele zorgtaken?
Daar zijn individueel afspraken over te
maken. We hebben iemand die tussen
GRAM | september 2013 7
RotterdamWat verstaat u onder duurzame
inzetbaarheid van personeel?
Daar kan ik kort over zijn: zorgen dat je
gezond, gemotiveerd en met plezier je
pensioen haalt.
Doet uw bedrijf aan
arbeidsroulatie?
De kern van ons beleid voor duurzame in-
zetbaarheid is een gerichte voorbereiding
op de toekomst, zodat je gezond de eind-
streep haalt. Het beleid staat op papier en
wij zijn bezig er ervaring mee op te doen
bij de chauffeurs inzameling. Jobrotatie
of -roulatie is daarbij geen doel op zich.
In een gesprekscyclus bespreken we jaar-
lijks, samen met de werknemer, wat de
resultaten zijn en of het werk nog bevalt.
Daarbij is er nu meer aandacht voor wat
de volgende stap in de loopbaan van de
werknemer gaat worden en wanneer dat
zal zijn. Is er behoefte aan een andere
functie of uitdaging, dan bekijken we dat
individueel. We stimuleren wel dat me-
dewerkers zich tijdig gaan oriënteren op
ander werk, dat kan zijn door een andere
afdeling te bezoeken of een aantal dagen
mee te lopen. Dan zie je wat die functie
inhoudt in de praktijk en dat werkt beter
dan droog solliciteren.
Stimuleert uw bedrijf een gezonde
leefwijze van de werknemers?
Ik moet heel eerlijk zeggen dat we daar
weinig aan doen. Onze kantine heeft een
uitstekende frituur, maar ook gezonde
salades. Na een paar uur buitenwerken
gaat de voorkeur eerder naar wat stevi-
ger voedsel. Via het ambtenarenregle-
ment krijg je korting voor fitness, maar
beladers, chauffeurs en andere mensen
van de buitendienst maken daar weinig
gebruik van. ze hebben er geen behoefte
aan, vinden waarschijnlijk dat ze al ge-
noeg bewegen.
Hanteert u leeftijdsbewust
personeelsbeleid?
De een heeft op zijn vijftigste last van
zijn knieën, de ander gaat juist dan pas
een marathon lopen. Wij zijn dus afge-
stapt van dat hokjesdenken in vaste leef-
tijdsfasen. Duurzame inzetbaarheid met
veel aandacht voor preventie en indivi-
duele ontwikkelingen zien wij nu net als
een opvolger voor leeftijdsbewust perso-
neelsbeleid.
Het is de bedoeling dat we medewerkers
de mogelijkheid geven zich te oriënteren
op ander werk. Als je moet stoppen met
je baan door klachten, ben je eigenlijk al
te laat.
Is er ruimte voor flexibel werken in
verband met eventuele zorgtaken?
Het is soms wel mogelijk, maar in de in-
zameling werkt men in een ploegenroos-
ter en dat is al flexibel werken.
Tips?
We zijn nog niet zo lang bezig met duur-
zame inzetbaarheid, maar hebben al wel
ervaren dat stages en andere uitwisse-
lingsprojecten gunstige effecten hebben
op meerdere vlakken. Je ziet hoe het
werkt bij collega’s en dat kweekt onder-
ling meer begrip. De afdeling Toezicht
en Handhaving ging bijvoorbeeld eens
kijken bij de vuilinzameling en beseft nu
beter hoe moeilijk het is om die grote wa-
gen langs een rij dubbelgeparkeerde au-
to’s te manoeuvreren. ze kunnen helpen
door daar extra op te letten. Diezelfde
afdeling heeft ook met de marktkooplui
afspraken gemaakt over het opruimen
van hun eigen afval. Dat scheelt de veeg-
dienst veel werk. Kijken bij de buren en
andere uitwisselingsprojecten is dus erg
nuttig. Niet alleen voor de duurzame in-
zetbaarheid.
In dit artikel lichten medewerkers van verschillende organisaties toe welke maatregelen zij nemen om duurzame inzetbaarheid van de medewerkers te realiseren.
tekst: Hetty Dekkers
HoE doEn Zij dat ?duurzame inzetbaarheid van personeel
Liesbeth Kluyver,
HR Beleidsadviseur gemeente
Rotterdam, verzorgingsgebied
616.528 inwoners.
Contact: [email protected]
8 GRAM | september 2013
Duurzame inzetbaarheid in de bouw
Werken in de bouw is een zwaar beroep. Hoe gaat men in deze sector om met duurzame inzetbaarheid, ofwel het
streven om mensen zo lang en zo gezond mogelijk aan het werk te houden?
Volgens woordvoerder T. Nusselder van Bouwend Nederland moet er nog veel gebeuren.
“Wij zetten in op extra maatregelen in de CAO, zoals een persoonlijk ontwikkelfonds.
Simpel gezegd is dat een geldpotje voor besteding naar keuze. De werknemer zou dat
persoonlijke budget kunnen gebruiken voor studie, loonsverhoging of begeleiding van
een diëtist. Veel bouwvakkers hebben overgewicht. Andere maatregelen waar we ons
hard voor maken, zijn meer technische slimme snufjes, zoals een bestratingsmachine,
zodat men niet meer met die zware stenen hoeft te sjouwen. Maar duurzame inzetbaar-
heid begint feitelijk al bij de architect. Hij of zijn kan een gebouw zodanig ontwerpen dat
het veilig gebouwd kan worden. Door bijvoorbeeld geen overhangen op grote hoogte te
ontwerpen, geen glaspanelen zwaarder dan vijftig kilo in te tekenen. Duurzame inzet-
baarheid is een heel breed onderwerp.”
Volgens Nusselder houden mensen in de bouw het tegenwoordig iets langer vol dan voor-
heen. “De gemiddelde leeftijd dat mensen er mee ophouden is nu 62 jaar. Een paar jaar
terug was dat nog 59. Daar zit dus een stijgende lijn in. Of die nu veroorzaakt wordt door verbetering in de werkomstandigheden of
door de crisis, dat is niet helemaal duidelijk. zeker is dat er nog veel moet gebeuren, willen mensen het tot hun 67e volhouden. Als
het even kan op een prettige manier. De bouw is nu eenmaal een zwaar beroep, daar zijn extra maatregelen nodig.”
Lease
Roteb LeaseRoteb Lease is gespecialiseerd in reparatie, onderhoud en beheer van bijzondere voertuigen. Het accent ligt op afvalinzamelvoertuigen, veegmachines, rioolreinigings- voertuigen, hoogwerkers, containerauto’s, ambulances en brandweervoertuigen.Roteb Lease staat voor klantgerichte mobiliteitsservice.
Verkoop & Beheer:Advisering bij aanschaf
Aanschafcoördinatie Voertuiginstructie Assurantie en schadeafwikkeling Leasing Wagenparkbeheer Managementinformatie Verhuur
Werkplaatsen:Onderhoud, reparatie en keuringen Schadeherstel Constructiewerk Bedrijfswageninrichting Servicesteunpunt voor RAVO, HIAB,
Geesink, Haller, BekkerLaGram en KOKS
Adrem veiligheidskeuringen
Meer weten? Een vraag? Een uitdaging? Informeer naar onze mogelijkheden.
Bel 010 - 267 86 00Of mail naar [email protected]
Roteb LeaseKleinpolderplein 5Postbus 110113004 EA Rotterdam
RTB017_07 DOW A5 Adv Roteb Lease liggend MAM.indd 1 11/7/11 3:48 PM
Hoe doen zij dat ?
GRAM | september 2013 9
De AOW-leeftijd stijgt stapsgewijs van 65 jaar nu naar 67 jaar in 2021. Volgens het CBS werkte vorig
jaar iets meer dan de helft van de 55 tot 65 jarigen. Hoe houden we deze groep aan de slag? De regering
heeft er geld voor over, de Werkgeversvereniging WENb (onder andere voor afvalbedrijven) kent een
Vitaliteitpakket. Wat kunnen reinigingsbedrijven zelf doen om er voor te zorgen dat hun medewerkers
gezond en wel de AOW- leeftijd halen? GRAM ging te rade bij Twente Milieu, Meerlanden en Van Ganse-
winkel.
door Geke Wassink
Gezond de AOW halen bij afval- en reinigingsbedrijven
“Duurzame inzetbaarheid gaat over de vitaliteit van
de medewerker. Die is nodig om de functie nu en in
de toekomst goed te kunnen vervullen. Het is een ver-
antwoordelijkheid van zowel werknemer als van de
werkgever. Het beleid van Meerlanden is gebaseerd op
‘het huis van werkvermogen’, ontwikkeld door de Finse
professor Ilmarinen”, aldus Hary Kouwenberg, manager
HRM bij Meerlanden. (In dit model zijn de persoonlijke,
organisatorische en sociaal maatschappelijke factoren
die de vitaliteit van medewerkers beïnvloeden samen-
gebracht onder één dak, red.).
“Het beleid van de Meerlanden is gericht op de drie or-
ganisatorische factoren gezondheid, persoonlijke ont-
wikkeling en arbeidsomstandigheden en op de twee
persoonsgerichte factoren werkbeleving en arbeids-
voorwaarden”, vervolgt Kouwenberg. “Wij willen men-
sen bewuster maken van hun eigen duurzame inzet-
baarheid”, vertelt Edo Dokter, manager Staf bij Twente
Milieu. “Twente Milieu wil de werknemer daarbij ook
iets te bieden hebben. zo kennen we sinds drie jaar het
TwenteFIT programma. Daarmee willen wij medewer-
kers stimuleren tot een gezonde leefstijl en gaan wij
bijvoorbeeld in gesprek met medewerkers met overge-
wicht. zij worden doorverwezen voor een dieetadvies.”
BRAVOzoals gezegd startte Twente Milieu in 2010 het gezond-
heidsmanagementprogramma TwenteFIT langs de lijn
van het BRAVO-kompas (Bewegen, niet-Roken, Alcohol-
gebruik, Voeding en Ontspanning) van het Nederlands
Instituut voor Sport en Bewegen. Projectleider van
TwenteFIT is oud allround schaatsster Moniek Kleins-
man. Momenteel volgt zij een opleiding tot ´Life style
coach ́daar horen ook voedingsadviezen bij. In 2012
kregen 21 medewerkers een gericht voedingsadvies en
woonden 15 medewerkers de workshop Gezonde voe-
ding bij. Inmiddels geniet TwenteFIT een ruime reputa-
tie, er is veel belangstelling voor van andere bedrijven.
Ook het gezondheidsmanagement binnen Meerlanden
werkt met BRAVO als uitgangspunt.
Werkgroepen binnen Twente Milieu hebben elk een
onderdeel onder hun hoede. Denk aan korting op
een abonnement voor een fitness centrum, een gratis
cursus stoppen met roken en een zero tolerance alco-
holbeleid op de werkvloer. Meerlanden hanteert een
activiteitenschema waarin de BRAVO-items jaarlijks
terugkeren, bijvoorbeeld workshops stoppen met ro-
ken rond de jaarwisseling, voeding in maart wanneer
zwembroek-/bikinitijd er weer aan komt en bewegen
in het voorjaar rond de week van het fietsen. zowel
Twente Milieu als Meerlanden organiseren diverse ac-
tiviteiten, zoals schaats-, hardloop- en ijshockeyclinics
en fietstochten.
Hoe doen zij dat ?
foto: Meerlanden
10 GRAM | september 2013
gezondheid, veiligheid en kwaliteit. Voldoe je aan die
door onszelf opgestelde interne normen, dan manage
je op een goede en aanvaardbare manier veiligheid en
gezondheid binnen de onderneming. Daarbij wordt
ook voldaan aan alle eisen uit de Arbowetgeving en de
brancheafspraken hierover. Het is onze minimale norm,
een goede basis, al met al halen we er veel uit. Binnen
de Van Gansewinkel Groep zorgen zo’n 50 SHEQ-mede-
werkers dagelijks, samen met het management, voor
een veilige en gezonde werkplek.”
Arbeidsbelastingzwang stelt dat de humane ethische insteek, goed voor
je mensen zijn, hoog in het vaandel staat. “En je wilt de
naam en imago van je onderneming hoog houden.” Met
het hanteren van de P90 norm wordt de fysieke belas-
ting van het inzamelen van zakken en minicontainers
onder controle gehouden. De moderne inzamelmidde-
len, waaronder zijladers en ondergrondse containers,
betekenen een enorme verbetering in de arbeidsbe-
lasting. Een belangrijk veiligheidsaspect waar moeilijk
op te sturen valt, zijn de verkeersrisico’s. “Dagelijks
staan vele medewerkers hieraan bloot. Medewerkers
lopen heen en weer over straat door verkeersdrukte,
een ongeluk kan in een klein hoekje zitten. Daar kan
een werkgever weinig sturing aan geven.” Rouleren in
werkzaamheden is ook bij Van Gansewinkel een mo-
gelijkheid mensen langer aan het werk te houden en
de fysieke belasting binnen de perken te houden. “Het
houdt de diversiteit er in en bevordert de motivatie.”
Meerlanden kent een actief verzuimbeleid dat zich
richt op preventie. Medewerkers kunnen mee doen aan
periodiek medische onderzoeken en verschillende trai-
ningen (zowel individueel als in groepsverband), zoals
rug- en tiltrainingen en het fysiek en mentaal aanpas-
sen van de werkzaamheden. Kouwenberg: “Op dit mo-
ment zijn we bezig het opleidingsbeleid te wijzigen
naar deze gekozen invalshoek. Gedacht wordt aan een
individueel budget voor iedere medewerker waaruit ac-
tiviteiten bekostigd kunnen worden die te maken heb-
ben met bijvoorbeeld het volgen van cursussen, een
lidmaatschap van een sportschool of sportvereniging.
In de functioneringsgesprekken (we gaan dit Werksi-
tuatiegesprekken noemen) zal het onderwerp vitaliteit
hoog op de gespreksagenda komen. Leidinggevende
en werknemer gaan gezamenlijk vaststellen wat er ge-
daan moet worden om vitaal voor de functie te blijven
dan wel te worden.”
Employability“Het ei van Columbus hebben we nog niet gevonden”,
zegt Edo Dokter. “Binnen Twente Milieu kennen we wel
een mobiliteitsbeleid. Lukt het binnenshuis niet een
andere functie te vinden, dan gaan we extern kijken.
Verder werken we met werkplekaanpassingen en, hoe-
wel we daar nog niet helemaal uit zijn, willen we naar
een systeem waarin oudere werknemers hun expertise
kunnen doorgeven aan jongere medewerkers. We over-
wegen in de toekomst mensen een functie van zeven
jaar te geven, om hen daarna te laten doorstromen
naar een andere functie binnen Twente Milieu.”
In het interne programma van ‘vakmanschap naar
meesterschap’ is Meerlanden aan het kijken hoe me-
dewerkers breder ingezet kunnen worden (employabi-
lity). “Dit doen we om de fysieke en mentale belasting
evenredig te verdelen en medewerkers uitdaging en
persoonlijke ontwikkeling te kunnen bieden. Bij opera-
tionele functies ontbreekt het veelal aan carrière moge-
lijkheden”, aldus Kouwenberg.
Brede insteekDe Van Gansewinkel Groep kiest een brede insteek, zij
houdt zich aan de SHEQ (safety, health, environment
& quality) verbintenis. ‘Met deze verbintenis voor vei-
ligheid, gezondheid, milieu en kwaliteit willen wij aan
al onze stakeholders, zoals medewerkers, klanten,
aandeelhouders en de maatschappij, duidelijk maken
dat in onze bedrijfsvoering het respect voor mens en
milieu centraal staat’, valt te lezen. “Het is een norm-
document, een statement dat de Raad van Bestuur be-
langrijk vindt”, zegt Wim zwang, SHEQ manager Van
Gansewinkel Groep. “Onze zelf opgestelde interne nor-
men zijn gewaarborgd met ISO 9001, ISO 14001 en het
OHSAS 18001 managementsystemen voor milieuzorg,
Gezond de AOW halen bij afval- en reinigingsbedrijven
foto: Twente Milieu
GRAM | september 2013 11
drie keer per week: hardlopen, racefietsen en crosstrai-
nen in de winter.” Sportman Kouwenberg: “Ik heb een
sportachtergrond en beleef nog steeds veel plezier aan
lekker buiten sporten. Ik ren gemiddeld twee keer per
week en speel daarnaast golf. Naast de fysieke vitali-
teit ontspan ik tijdens het sporten. Dit komt mijn men-
tale fitheid ten goede. Met mijn zittende en stressvolle
baan een welkome bijkomstigheid.” zwang antwoordt
lachend: “Ik zie mezelf fit en gezond blijven, het is
geen straf tot mijn 67e door te werken. Fysiek is dat
geen probleem.”
Netwerkinformatie
Harry Kouwenberg, tel. 0297-381765,
e-mail: [email protected]
Edo Dokter, tel. 053-8520120,
e-mail: [email protected]
Wim zwang, tel. 0180-751153,
e-mail: [email protected]
Invloed op leefstijlMag een werkgever invloed uitoefenen op de leefstijl
van een werknemer? Dat blijkt een lastige vraag. Twen-
te Milieu doet dat via Twente FIT vindt Dokter. “Dwin-
gen kun je niet en wat achter de voordeur gebeurt,
daar heb je geen invloed op.” zwang is stellig: “Binnen
werktijd kun je aan alles voldoen, maar er liggen voor
de medewerkers ook fysieke risico´s buiten werktijd.
Medewerkers kunnen extreme sporten gaan beoefe-
nen, of hun huis gaan verbouwen. Alles waar bedrijfs-
sturing aan kan worden gegeven, zal worden gedaan,
maar daarbuiten wordt het discutabel. Het blijft voor-
alsnog een vrije keus.”
Gezond 67Alle drie geïnterviewden moeten tot hun 67 jaar wer-
ken en halen dat ook gezond, verwachten ze. Dokter:
“Mijn kantoorbaan kan ik lang in goede gezondheid
volhouden, zoals het nu gaat, lukt dat. Ik sport zo’n
SubsidieAgentschap SzW verstrekt ESF subsidies voor sociale innovatie en duurzame inzetbaarheid en biedt subsidie
aan opleidings- en ontwikkelingsfondsen die investeren in duurzame inzetbaarheid en arbeidsdeelname om ar-
beidsproductiviteit te vergroten. Per project is minimaal € 90.000 en maximaal € 160.000 subsidie beschikbaar.
Projecten moeten voldoen aan één van de volgende thema’s:
•arbeidsmobiliteitvanwerknemersstimuleren,waaronderregionaleenintersectoralearbeidsmobiliteit;
•gezond,veiligenvitaalwerkenenarbeidstijdenmanagementbevorderen;
•sociaalinnovatiefenduurzaamondernemerschapenemployabilitybevorderen.
(Bron: Agentschap SzW:
http://www.agentschapszw.nl/subsidies/esf_e-sociale-innovatie-duurzame-inzetbaarheid/subsidiesamenvatting)
MobiliteitsbonusStimuleren van re-integratie door financiële voordelen voor werkgevers waaronder de mobiliteitsbonus voor
werkgevers die een uitkeringsgerechtigde van 50 jaar of ouder of een arbeidsgehandicapte in dienst nemen.
(Bron: Rijksoverheid: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/re-integratie/stimuleren-van-re-integratie)
Vitaliteitpakket WENbWerkgeversvereniging WENb, de werkgeversvereniging voor de Energie-, Kabel & Telecom- en Afval & Milieube-
drijven, heeft onder de arbeidsvoorwaarden een vitaliteitpakket opgenomen. De regeling is bedoeld om mensen
langer gezond te laten doorwerken. Het vitaliteitpakket is nieuw en wordt geleidelijk ingevoerd. De regeling leidt
tot vereenvoudiging van het fiscale stelsel omdat 4 fiscale regelingen worden afgeschaft. De niet fiscale aspecten
worden toegelicht door het ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid
Er worden vier bestaande fiscale regelingen afgeschaft:
•arbeidskortingvoorouderen(2012);
•doorwerkbonus(2013);
•spaarloonregeling(2012);
•levensloopregeling(2012).
Daarvoor komen in de plaats:
•werkbonusvoor61-plussers(2013);
•vitaliteitsparen(2013);
•extrastimuleringscholing(2013).
(Bron: WENb: http://www.wenb.nl/wenb/arbeidsvoorwaarden/vitaliteitsregeling/pages/default.aspx)
Gezond de AOW halen bij afval- en reinigingsbedrijven
12 GRAM | september 2013
VOORzITTER COMMISSIE OPLEIDEN & PROFESSIONALISEREN:
Koenderman is directeur van ACV uit Ede en verzorgt
met zijn gemeenten-BV de inzameling van het afval bin-
nen de gemeenten Ede, Renkum, Veenendaal en Wage-
ningen. Natuurlijk doet ACV nog veel meer, waaronder
straatreiniging, het beheer van de afvalbrengstations,
gladheidbestrijding, plaagdierbestrijding en dienstver-
lening aan bedrijven, instellingen en particulieren. De
commissie Opleiden & Professionaliseren – die nu uit
een zestal vertegenwoordigers van NVRD-bedrijven
bestaat (er kan nog een commerciële partij bij, aldus
Koenderman) - komt 4 á 5 maal per jaar bijeen. “Omdat
de branche zich blijft ontwikkelen, ben je met opleiden
nooit klaar. Ons doel is dan ook een goed en helder op-
leidingenaanbod voor de branche te bevorderen”, zegt
Koenderman in zijn kantoor te Ede.
Functie- en competentieprofielenDe commissie stond recent aan de basis van de actu-
alisering van de 13 gangbare functie- en competentie-
profielen voor de branche. Koenderman: “De tot dan
gebruikte profielen stamden nog uit 1999 en waren
“Maak de drempel niet te hoog”
Met het oog op onder meer veiligheid, efficiency en nieuwe werkmethodes is het opleiden van mede-
werkers in onze branche een must. Onze medewerkers moeten goed opgeleid zijn voor hun taken en de
kans krijgen door te groeien. We moeten echter géén branche worden waarin je alleen toe kunt treden
wanneer je een hele stapel diploma’s en papieren in bezit hebt”‚ zegt voorzitter Wouter Koenderman
van de NVRD-commissie Opleiden & Professionaliseren.
Door Ronald Schalekamp
nog opgesteld door het eigen NVRD-opleidingsinsti-
tuut OPOR. Die profielen zijn van groot belang, want
ze zijn een hulpmiddel voor het personeelsbeleid en de
inkoop van opleidingen. Aan de andere kant weten op-
leiders exact wat voor eisen er gesteld worden aan de
verschillende functies. Momenteel verdiepen we ons in
de mogelijkheid de profielen toegankelijk te maken via
een geautomatiseerde tool, die onder meer functie- en
competentie-eisen koppelt aan opleidingen en oplei-
ders. We moeten eerst goed bekijken of onze branche
hier wel groot genoeg voor is.”
Praktijk als uitgangspuntMet de continue ontwikkeling van de afval- en reini-
gingsbranche neemt de noodzaak tot opleiden al-
leen maar toe‚ zegt Koenderman. “Het beheer van de
openbare ruimte gebeurt steeds minder op basis van
frequentie en steeds meer op basis van beeldmeetlat-
ten. Ook het belevingsbestek is in opkomst. Dat is een
gigantische omslag in werkwijze voor medewerkers.
Er zijn ook continu ontwikkelingen in de afvalinzame-
ling, waar hergebruik van grondstoffen centraal staat.
Er wordt gewerkt aan erkende beroepsopleidingen op
MBO-niveau, bijvoorbeeld Medewerker IBOR en Team-
leider. Natuurlijk is dit een goede zaak. Om nieuwe
ontwikkelingen te implementeren, moet je mensen op-
leiden. We moeten er wél voor waken dat de drempel te
hoog wordt. Het moet niet zo zijn dat de mensen, die
zich nu dagelijks vol enthousiasme inzetten voor een
schone en nette leefomgeving, straks geen toegang
meer krijgen tot de branche omdat de opleidingseisen
te hoog zijn. Opleiden moet degelijk gebeuren met de
praktijkalsuitgangspunt;zonderdatheteencomplex
theoretisch bouwwerk wordt. Een opleiding moet geen
last zijn voor medewerkers, maar mogelijkheden bie-
den voor doorgroei of functiewisseling. Wanneer we
straks echt allemaal tot ons 67e jaar door moeten wer-
ken, moet je je afvragen of dat wel voor iedereen geldt
Wouter Koenderman: “Opleiden moet degelijk
gebeuren met de praktijk als uitgangspunt”
GRAM | september 2013 13
op de wagen of op de straat. Van de 170 medewerkers
bij ACV zijn er op dit moment 11 tussen de 61 en 65
jaar. Vijf jaar geleden was het gros van die mensen al
met pensioen geweest.”
Band met SPA GroepJaren geleden had de NVRD een eigen opleidingsinsti-
tuut, OPOR. De commissie Opleiden & Professionalise-
ren stamt uit die tijd en droeg toen dezelfde naam als
het instituut. De NVRD besloot het eigen opleidings-
centrum af te stoten en OPOR werd overgenomen door
Musca, dat later op haar beurt werd overgenomen door
SPA Groep. “SPA Groep biedt het breedste aanbod op-
leidingen op ons vakgebied. Door de gezamenlijke his-
torie is er natuurlijk een band tussen de NVRD en SPA
Groep. Door die goede band kan SPA anticiperen op
wat er in de branche nodig is én wij als branche kun-
nen aangeven wat wij nodig vinden. De mensen van
SPA kennen de branche en hebben een uitgebreid net-
werk. Daarmee is SPA Groep zondermeer een gewaar-
deerd leverancier. Echter, het betekent niet dat men een
monopoliepositie inneemt. Elk NVRD-bedrijf maakt zijn
eigen afwegingen. zeker voor wat de niet-branchegere-
lateerde opleidingen betreft, kan ik me goed voorstel-
len dat een andere opleider ook zeer aantrekkelijk kan
zijn. Soms is het juist goed eens een visie van buiten
de branche tot je te nemen. Het draait ook vaak om
vertrouwen en de klik tussen de partijen. Maar ook:
welke docent staat er voor de groep en weet deze de
mensen te boeien? Vergeet niet dat sommige medewer-
kers helemaal niet zulke goede herinneringen hebben
aan hun schooltijd. Ook daar moet je als opleider en
docent mee om kunnen gaan.”
ACV Academie helpt medewerker bij carrièreswitch Bij ACV is veel aandacht voor training en opleiding.
Daarbij gaat het om het optimaal functioneren
in de huidige functie of om de ontwikkeling naar
een andere functie binnen de organisatie. ACV in-
troduceert binnenkort de ACV Academie. Via deze
Academie kunnen medewerkers zich óók verder
ontwikkelen in een geheel andere richting, die zij
zelf wensen. Medewerkers kunnen zo bijvoorbeeld
een opleiding volgen, gericht op een carrièreswitch.
Via de Academie kan men zelfs een zetje in de rug
krijgen bij het starten van een eigen bedrijf. De ACV
Academie biedt een opleidings- en trainingsbudget
van maximaal 5.000 euro per persoon. Jaarlijks ko-
men maximaal 5 medewerkers voor een bijdrage uit
het fonds in aanmerking.
Waarom? Koenderman: “Uit het MTO (Medewerkers
Tevredenheids Onderzoek) blijkt dat medewerkers
het waarderen als er groeikansen worden geboden.
De organisatie kent echter veel gelijke (chauffeurs-)
functies en relatief weinig functies in de staf en lei-
ding. Wanneer iemand dan toch eigenlijk liever iets
anders doet dan zijn huidige baan, moet een nieuwe
stap geboden worden, vinden we. Ontevredenheid
is immers niet goed voor de medewerker en ook
niet voor de organisatie. Een nieuwe stap biedt nieu-
we kansen.”
ACV introduceert binnenkort de ACV Academie. Via
deze Academie kunnen medewerkers zich óók verder
ontwikkelen in een geheel andere richting
14 GRAM | september 2013
VaKWERK
“Van één fout leer je meer dan van tien boeken!”
Hoe ben je destijds in dit vak terechtgekomen?
Ik heb chemie gestudeerd aan de HTS in Eindhoven. Na
mijn opleiding kon ik veel richtingen uit. Ik heb toen
bewust voor de afvalwaterzuivering -in Tilburg- geko-
zen. Ik wilde graag buiten werken en vond waterzuive-
ring een interessant vakgebied. Daarna heb ik voor de
gemeente Uden gewerkt, waar ik de milieuvergunning
verlening verzorgde. Toen ik bij de gemeente ’s-Herto-
genbosch ging werken, vroeg men mij om ook de arbo-
zaken erbij te gaan doen. En dat doe ik dus nog steeds.
Waarom heb je voor deze branche gekozen?
Bij de afvalwaterzuivering in Tilburg had ik al veel met
afval te maken. In die tijd was er nog niet veel geregeld
op het gebied van afvalinzameling en milieu. Toen er
steeds meer wetgeving kwam op dat terrein, werd de
branche voor mij ook steeds interessanter. Daarom vond
ik de functie bij de Afvalstoffendienst echt een uitda-
ging. En dat vind ik nog steeds. Mijn functie is een leuke
combinatie van uitvoerend (buiten)werk en bureauwerk.
Wat houdt je functie in?
Mijn functie bestaat uit meerdere onderdelen. Ik ben ac-
ceptant gevaarlijk afval. Als productiebedrijven bijvoor-
beeld met hun restproducten naar onze dienst komen,
bekijk ik hoe we hun afval het beste kunnen innemen,
verpakken, vervoeren, etc. Vanuit mijn functie zorg ik
voor het melden, registeren en maken van balansen van
gevaarlijke stoffen.
Voor onze eigen dienst vraag ik alle benodigde vergun-
ningen aan en zorg voor het beheer daarvan. zoals de
vervoersvergunningen, die iedere vijf jaar opnieuw aan-
gevraagd moeten worden. De milieuwetgeving is, sinds
LAP2, weliswaar in principe voor onbepaalde tijd. Als er
zaken in de bedrijfsvoering veranderen, moeten we toch
weer nieuwe vergunningen aanvragen. En dat gebeurt
regelmatig.
Verder zie ik toe op de veiligheid van het werken binnen
onze Afvalstoffendienst. Niet alleen voor onze eigen me-
dewerkers uiteraard, ook voor derden. De combinatie
van verkeersstromen hier, van vrachtverkeer tot fietsers
en voetgangers, mag bijvoorbeeld niet tot onveiligheid
leiden. Daar zien we dan ook streng op toe. We zorgen
ervoor dat medewerkers goed zichtbaar zijn, door het
dragen van veiligheidsvestjes en we controleren streng
op te hard rijden.
foto
: Patrick Guitjen
s
Maria Nelissen werkt als coördinator KAM
(Kwaliteit, Arbo en Milieuzorg) bij de Afval-
stoffendienst van de gemeente ’s-Hertogen-
bosch. Al ruim 22 jaar ziet zij er met veel
plezier en overtuiging op toe dat de men-
sen bij de Afvalstoffendienst veilig en ge-
zond werken.
GRAM | september 2013 15
De rubriek Vakwerk gaat over het vakmanschap en de bevlogenheid in de branche. In afval- en beheer van de openbare ruimte werken vele professionals, die hart hebben voor de ‘schone zaak’. Wat drijft hen in hun werk? En waarom doen zij dit werk graag en goed?
door Karin Giesen
Wat is er zo leuk aan je vak?
De diversiteit van mijn baan is leuk. Omdat ik het ja-
renlang doe, kost het mij geen moeite meer en dat vind
ik prettig. Toch zijn er nog steeds uitdagingen. Bijvoor-
beeld als we overleggen met de provincie of de brand-
weer om bepaalde zaken vergund te krijgen.
Waar haal je de meeste voldoening uit?
Als ik hier intern een controle heb uitgevoerd en ik zie
dat er netjes volgens de regels gewerkt wordt, dan ben
ik heel tevreden. Ik zie bijvoorbeeld hoe nauwkeurig er
op de milieustraat wordt gewerkt, dat de asbestcontai-
ner daar goed is afgesloten, het rookverbod goed wordt
nageleefd. Ik merk dat onze collega’s echt bewust om-
gaan met het afval. Afval is geen vies restproduct meer
maar een waardevol product.
Waarom ben je lid van de NVRD commissie KAM?
Ik ben al bijna tien jaar lid van deze commissie en ik
vind het nog steeds leuk. Mijn specifieke kennis ligt
meer bij milieu dan bij arbozaken. Andere commissiele-
den hebben weer hun eigen specialismen. De commis-
sie is dan ook een heel geschikt platform om kennis te
delen en ervaringen uit te wisselen. En als er nieuwe
wetgeving is of aankomt, dan hoor ik dat snel, omdat
de NVRD overal bij betrokken is. Hierdoor krijg ik altijd
het eerste nieuws.
Welke belangrijke resultaten heeft de commissie
gerealiseerd?
De Arbo catalogus en standaard Risico inventarisatie en
Evaluatie (RI&E) die we gezamenlijk hebben opgesteld,
vind ik hele mooie resultaten. Door deze standaardisatie
heeft de branche een sterkere positie naar de arbeidsin-
spectie. En dat is belangrijk, want daarmee dragen we
bij aan een goed beeld van de branche op het gebied
van het werken aan veilige arbeidsomstandigheden.
Wat weet je van het imago van jullie bedrijf?
De Afvalstoffendienst peilt regelmatig de klanttevreden-
heid onder inwoners en bedrijven. We hebben een heel
positief imago. Men heeft veel respect voor onze men-
sen. Onze inwoners vinden bijvoorbeeld dat de mede-
werkers er netjes en schoon uitzien en klantvriendelijk
en behulpzaam zijn.
Wat draag jij bij aan de Afvalstoffendienst?
Met mijn lange werkervaring hier ben ik echt een ken-
nisbank. Iedereen kan met zijn of haar vragen bij mij
terecht. En als ik het niet direct weet, ga ik het voor hen
uitzoeken.
Wat zou je vandaag nog willen veranderen
binnen de branche of het bedrijf?
Niets eigenlijk. Ik ben al heel blij dat alles bespreekbaar
is. Er is binnen de branche veel meer openheid over de
bedrijfsvoering dan vroeger. Waar gewerkt wordt, wor-
den fouten gemaakt. Fouten worden dan ook als een
leermoment beschouwd. Als er bij een collega bedrijf
bijvoorbeeld een akelig ongeval is gebeurd, dan wordt
er ook hier intern over gesproken. Dit betekent dat er
openheid is over zaken, dat fouten bespreekbaar zijn.
Dat vind ik heel positief. Van één fout leer je namelijk
meer dan van tien boeken!
Ben je trots op je werk?
Ja, ik ben heel trots. Dit is een mooi bedrijf. Niet alleen
door onze publieke taak, we doen ook veel aan maat-
schappelijk verantwoord ondernemen. Mensen met wei-
nig mogelijkheden op de arbeidsmarkt krijgen hier een
kans. En we zorgen, met innovatieve maatregelen zoals
auto’s op groen gas en het opwekken van bio stroom,
ook voor het milieu... Ik ben nog steeds blij dat ik des-
tijds voor dit mooie werk heb gekozen.
16 GRAM | september 2013
Van Duijn (51) is sinds 2010 werkzaam bij Spaarn-
elanden. Daarvoor werkte hij als hoofd dagelijks be-
heer en onderhoud bij de gemeente Haarlem. Het dik
driehonderd personeelsleden tellende multibedrijf
Spaarnelanden is eigenlijk een beetje vreemde eend in
de 'afvalbijt'. Spaarnelanden is namelijk niet alleen ver-
antwoordelijk voor de traditionele afvaltaken. Binnen
de gemeente is het bedrijf, waarvan Haarlem enig aan-
deelhouder is, verantwoordelijk voor ruim 40 verschil-
lende soorten werkzaamheden. Dit varieert van afva-
linzameling, reiniging, exploitatie van een milieuplein
en een afvaloverslagstation, beheer en onderhoud van
de openbare ruimte en alle bruggen in de gemeente tot
groenonderhoud, beheer van diverse parkeergarages
en fietsenstallingen in de stad, taken op het gebied van
infrastructuur en verkeer tot beheer van al het openba-
re water. Ondertussen wordt op een steenworp afstand
van de zeer gedateerde huidige bedrijfslocatie de laat-
ste hand gelegd aan de bouw van een nieuw kantoor-
en bedrijfsgebouw. Op 1 november van dit jaar wordt
het complex officieel in gebruik genomen.
Kwaliteitsimpuls
Over de één jaar durende opleiding Integraal Beheer
Openbare Ruimte zegt Van Duijn dat het mes daar-
mee mooi aan twee kanten snijdt. "Naast de erkenning
van hun vakmanschap zijn de mensen die deze oplei-
ding volgen straks ook nog beter en breder inzetbaar.
Bovendien zijn de onderlinge relaties door het hele be-
drijf heen nog eens versterkt. De deelnemers aan deze
opleiding komen namelijk uit verschillende geledingen
van het bedrijf. ze volgen de opleiding gezamenlijk in
ons eigen leslokaal. Daarvoor hebben we een deel van
de kantine speciaal ingericht.”
Specifieke opleidingen
Groot voordeel van deze opleiding is ook dat de col-
lega's zelf nog kritischer naar de kwaliteit van hun
werk kijken. Hierdoor wordt een extra kwaliteitsimpuls
gegeven aan het bedrijfsmotto dat de dienstverlening
centraal staat en dat Spaarnelanden elke dag werkt aan
een zo hoog mogelijke kwaliteit. Van Duijn: “Om dat in
de praktijk ook echt waar te kunnen maken, zijn goede
opleidingen en bijscholingen van het grootste belang.
Een factor van betekenis is ook dat gemeenten, en dus
ook Haarlem, steeds meer optreden als regisseur en
hun gemeentelijke diensten via monitoring afrekenen
op de pure kwaliteit van het werk. Deze manier van
werken gaat er van uit dat werkzaamheden niet vol-
gens een vastgestelde frequentie worden uitgevoerd,
maar geeft de medewerkers steeds meer verantwoor-
delijkheid om naar eigen inzicht en volgens een vast-
gestelde kwaliteitsnormering de werkzaamheden per
gebied uit te voeren. Voor ons als bedrijf betekent deze
aanpak dat we er steeds goed op moeten toezien dat
we de juiste man met de juiste opleiding op de juiste
plek inzetten. Daarbij lopen wij tegen het probleem
aan dat de afvalbranche zelf weinig specifieke oplei-
dingen verzorgt. zo zijn we bij de IBOR-opleiding van
Spa Opleidingen terechtgekomen. Die organisatie ver-
zorgt een breed scala aan goede opleidingen voor ons
vakgebied."
Van Duijn benadrukt overigens dat de samenwerking
Martin van Duijn, manager Operations en waarnemend directeur van Spaarnelanden N.V. in Haarlem,
heeft er schik in dat ruim veertig medewerkers van het bedrijf dit jaar zijn begonnen met een MBO-1
opleiding Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR). "Het is goed voor het bedrijf, maar ook voor de
mensen zelf, want het is een officiële erkenning dat hun werk er toe doet."
Door Laurent Chevalier
MBO opleiding maakt medewerkers Spaarnelanden breder inzetbaar
Martin van Duijn:
“Deelnemers moeten deze opleiding
vooral zien als een investering in zichzelf”
GRAM | september 2013 17
moment ben ik met een ploeg bladblazers meegegaan.
Bij het Frans Halsmuseum was ik zo enthousiast dat
ik zelfs de bladeren die op de buitenmuren vastzaten
met de bladblazer wilde verwijderen. Ik was nog niet
begonnen of alle in de muur aangebrachte alarmen
van het museum gingen af. In de kortste keren stond
de omgeving vol met politie en bewakingspersoneel
van het museum. Dat was voor mij wel even schrik-
ken en voor de collega's was het lachen geblazen."
Op de vraag of de deelnemers aan de cursus straks
niet voor zijn deur staan om loonsverhoging te vra-
gen, antwoordt Van Duijn: "Er is geen koppeling tussen
honorering en deelname aan de cursus. Bovendien ligt
de gemiddelde leeftijd van de deelnemers rond de 48
jaar. Dat betekent dat ze al op het maximum van hun
loonschaal zitten. De deelnemers aan deze opleiding
moeten deze opleiding vooral zien als een investering
in zichzelf. We beraden ons er overigens wel of en hoe
we aan het eind van de opleiding de geslaagden extra
in het zonnetje kunnen zetten.”
Stadsdeel Zuid
Bij het stadsdeel zuid van de gemeente Amsterdam
is begin dit jaar een MBO-1opleiding Afvalinzameling
begonnen. Manager afvalinzameling Ronald Boek-
hout vertelt dat veertig medewerkers op vrijwillige
basis aan deze opleiding meedoen. "Met deze cursus
willen wij hen de kans geven zich door te ontwikkelen
op hun vakgebied en weerbaar en wendbaar maken
voor de toekomst," zegt hij. "De ervaringen zijn
erg positief. Ik kan het iedere reinigingsdienst
aanbevelen. De medewerkers vind-en het erg leuk
en leren veel van deze opleiding, die specifiek op
hun werksituatie is toegesneden. Bij het onderdeel
Nederlands komen bijvoorbeeld herkenbare zaken
aan de orde als het invullen van een vrachtbrief en
een schadeformulier." Als 'bijvangst' heeft Boekhout
gemerkt dat het korte ziekteverzuim sinds de start
van de opleiding fors is gedaald en dat bij het laatst
gehouden werknemerstevredenheidsonderzoek
een hoge score van tussen de zeven en acht werd
behaald.
met Spa niet betekent dat je als bedrijf verder op je
handen kunt gaan zitten. "Er is vanuit het bedrijf zelf
best veel begeleiding nodig, omdat je toch veelal over
medewerkers praat die van huis uit weinig opleiding
hebben gevolgd en zich vooral in de praktijk hebben
ontwikkeld. Als je dan aankomt met de suggestie om
een opleiding te volgen, reageren ze vaak wat angstig.
zo van 'waarom moet ik naar school, doe ik mijn werk
dan niet goed?' Na verloop van tijd is iedereen echter
erg enthousiast, omdat ze merken dat de opleiding he-
lemaal op de praktijk is afgestemd. Overigens is het
wel zo dat de deelnemers een entreetoets moeten ma-
ken en dat ze, afhankelijk van hun vooropleiding en
behaalde diploma's, vrijstellingen kunnen krijgen voor
diverse vakken."
Vrijwillig
Spaarnelanden heeft de deelname aan de cursus op
vrijwillige basis opengesteld voor alle medewerkers,
ongeacht hun vooropleiding of de aard van hun werk.
Dat heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat ook drie elek-
triciens de opleiding volgen. Voor de entreetoets kun-
nen de deelnemers overigens niet zakken. Deze toets
is vooral bedoeld om te beoordelen of iemand voor
bepaalde vakken extra begeleiding nodig heeft. Als
onderdeel van de opleiding gaan de deelnemers ook
in wisselend samengestelde groepjes de straat op om
de opgedane kennis in praktijk te brengen. Daarmee
wordt meteen bereikt dat ze al doende van elkaar le-
ren en elkaar persoonlijk ook goed leren kennen. Van
Duijn juicht deze aanpak van harte toe. "Het bevordert
de onderlinge sfeer en omdat medewerkers buiten hun
eigen straatje kijken, hebben ze ook geen angst om
een keer te wisselen van functie of ergens anders in te
vallen. Het voordeel daarvan is dat we, als de nood een
keer aan de man komt, snel en flexibel kunnen reage-
ren. Ik beschouw dit als een forse verbetering van de
efficiency en kwaliteit van ons bedrijf."
Mee de straat op
Om zelf mee te maken hoe het buitenwerk verloopt,
gaat Van Duijn regelmatig mee de straat op. Overigens
met wisselend succes, vertelt hij zelf. "Op een bepaald
MBO opleiding maakt medewerkers Spaarnelanden breder inzetbaar
Medewerkers van Spaanelanden die de MBO-1 opleiding IBOR volgen
18 GRAM | september 2013
“Als ze me nog een keer vragen, doe ik onmiddellijk
weer mee. Het was leuk en je gaat toch anders naar
kunst kijken.” Voorman veegdienst Jeroen Flens (34)
was in mei één van de tien medewerkers van de reini-
gingsdienst Amsterdam-Oost die meededen aan Vuil-
nismannen kiezen Kunst. De medewerkers mochten
uit 5000 schilderijen eerst een voorselectie maken. In
de Amsterdamse kunsthal CBK konden ze hun gese-
lecteerde schilderijen en/of beelden in het echt zien
en een definitieve keus maken. Elke vuilnisman mocht
één kunstwerk uitkiezen, dat later te zien was op een
expositie in het CBK. Enkele kandidaten werden mét
hun schilderij ook levensgroot afgebeeld op een huis-
vuilwagen.
Beetje beroemd
Jeroen Flens vond het wel ‘geinig’ dat hij op die manier
rondreed in Amsterdam-Oost. “Mensen herkennen je
als je in de wijk aan het vegen bent. Ik ben ook op de tv
en de radio geweest, heb kranteninterviews gegeven.
Veel mensen spreken me aan op straat, of staan eerst
even te kijken of ik het echt ben. Dat is gezellig. Een
beetje beroemd ben ik er wel mee geworden”, lacht hij.
De voorman koos zelf voor een foto van een beeld, de
Schreeuw van Bert Nienhuis. “Dat beeld ken ik goed
want dat staat hier in het Oosterpark”, aldus Flens. “Het
is daar geplaatst na de moord op Theo van Gogh. Als
je goed kijkt, zie je dat de mond aan de buitenkant
wijd open staat. Dichter naar het midden is de mond
bijna gesloten. Dat heeft de maker met een bedoeling
gedaan, want het lijkt wel dat er vrijheid van menings-
uiting bestaat, maar als het erop aan komt, wordt je
toch de mond gesnoerd. Die vrijheid van meningsui-
ting geldt maar tot op zekere hoogte. Dat gevoel, daar
herken ik veel in.”
Volgens Flens was het nog een hele toer om een keuze
te maken. “Ik ben wel een avondje of vier bezig ge-
weest om via de website de 5000 kunstwerken waar-
uit we mochten kiezen te bekijken. Uiteindelijk zoek
je iets dat bij je past en dat je aanspreekt. Je moet er
een gevoel bij hebben.” Hoewel hij thuis nog steeds
geen kunst boven de bank heeft hangen, kijkt hij met
andere ogen naar creatieve uitingen die hij in het da-
gelijks leven tegenkomt. “Ik kijk beter naar de beelden
op straat. En zo’n schilderij als de Nachtwacht, dat vind
Vuilnismannen op zoek naar kunst
Voorman Jeroen Flens en chauffeur Nol Kouwenberg deden mee aan het project Vuilnismannen Kiezen
Kunst. De reinigingsdienstmedewerkers van Amsterdam-Oost kijken nu anders naar de Nachtwacht én
landschapjes boven de bank.
Tekst: Hetty Dekkers
Jeroen Flens met De Schreeuw, links en
Nol Kouwenberg met auto-schilderij, rechts.
GRAM | september 2013 19
kleiner is. Op de meeste wagens zit een foto van wel
twee meter breed. Mijn wagen is minder groot en heeft
daarom een kleinere afbeelding.” Sinds het project kijkt
ook hij met andere ogen naar kunst. “Mijn ouders heb-
ben een landschapje in de kamer hangen. Nu sta ik elke
keer even op om dat van dichtbij te bekijken. Dat had
ik vroeger niet.”
ik nu imponerend. Je ziet steeds meer
details, hoe vaker je kijkt. Ik vond het
ook knap hoe ze zo’n enorm doek ver-
voerd kregen, toen met de verbouwing
van het Rijksmuseum.”
Aanstoot
Nol Kouwenberg is chauffeur op de
huisvuilwagen en kraanmachinist. Hij
deed ook mee aan het project en kon
moeilijk een keuze maken tussen twee
favorieten. “Het een was een schilderij
van een soldaat met een naakte vrouw
in zijn armen. Dat sprak me aan omdat
ik in militaire dienst heb gezeten en
daar mijn vrouw heb ontmoet. Het an-
der was een schilderij van een auto. Ik
heb maar voor die laatste gekozen, want om met die
blote billen door de wijk te gaan rijden, leek me geen
goed idee. Mensen zouden daar aanstoot aan kunnen
nemen.” Volgens Kouwenberg kreeg hij veel positieve
reacties van vooral familie en vrienden. En ook wel op
straat, want hij rijdt met zijn eigen foto op de wagen
rond. “Maar dat valt niet zo op, omdat de afbeelding
Containerwielen van Haco...
Protempo bvPostbus 21, 6500 AA NIJMEGEN NederlandTel. +31(0)24-3711711. Fax +31(0)[email protected] www.protempo.eu
103
Bel voor informatie:
... besparen u mankracht!Haco wielen maken uw containers écht mobiel.De garantie voor uitstekende rijeigenschappen.
adv. 103 190x130 mm.indd 1 11-02-2010 13:55:19
20 GRAM | september 2013
de hoogte blijven van de laatste ontwik-
kelingen. De nieuwe service is een proef.
Tijdens de ALV in het najaar zal de moni-
tor worden geëvalueerd en wordt samen
met het bestuur gekeken of de NVRD deze
dienst zal blijven aanbieden aan de leden.
Uitblinker 2013
Op dit moment wordt er weer volop geno-
mineerd voor de Uitblinker van 2013. De
NVRD organiseert deze verkiezing voor de
derde keer samen met Gemeente Schoon.
Nieuw dit jaar is dat ook teams aangemeld
kunnen worden. Nomineer nu een collega
of een team binnen uw bedrijf of gemeen-
te op www.uitblinker2013.nl
Nieuwe leden
Firstmate Management bv
Projectmanagement en consultancy
www.firstmate.nl
NBV Human Capital Scan bv
Advisering in Sociale zekerheid en
fiscale wetgeving
www.humancapitalscan.nl
Cle-Ver Consultancy
Projectmanagement en consultancy in de
ICT voor de afval en reinigingsbranche
www.cle-ver.nl.
NVRD-agenda
September
17 Commissie Internationaal
19 Bestuursvergadering
24 Commissie PR en Communicatie
24 Commissie Inzameling en Recycling
25 Regio zuid Holland
26 Regio Midden
Oktober
2 Afvalconferentie
3 Commissie Gladheidbestrijding
8 Redactiecommissie GRAM
8 Commissie BOR
nieuwsTekst: Bas Peeters
NVRD op Dag van de Openbare
Ruimte
Op 9 en 10 oktober vindt de Dag van de
Openbare Ruimte plaats. Deze dag is het
jaarlijkse ontmoetingsmoment voor ieder-
een die werkt in het werkveld openbare
ruimte: ontwerp, inrichting, onderhoud
en beheer. Ook de NVRD is aanwezig.
Op 9 oktober organiseert zij samen met
Stadswerk een themabijeenkomst over de
toekomst van de onkruidbestrijding. Meer
informatie: www.openbareruimte.nl
Uitkering zwerfafvalvergoeding;
ook voor Gemeente Schoon!
Gemeenten krijgen een jaarlijkse uitke-
ring van 20 miljoen euro voor de extra
aanpak van zwerfafval. Dit is 1,19 euro
per inwoner. Eén van de mogelijkheden
om dit geld te besteden is het inhuren
van de diensten van Gemeente Schoon.
Deze organisatie ondersteunt gemeen-
ten bij de aanpak van zwerfafval, biedt
advies op maat en deelt kennis. De afge-
lopen drie jaar heeft RWS-leefomgeving
dit programma samen met de NVRD uit-
gevoerd met de VNG als de belangrijkste
opdrachtgever. Aan deze rol komt een
einde nu gemeenten de zwerfafvalver-
goeding direct uitgekeerd krijgen. Dit
hoeft er niet toe te leiden dat daarmee
ook een einde komt aan de activiteiten
van Gemeente Schoon. Individuele ge-
meenten kunnen er voor kiezen geza-
menlijk Gemeente Schoon in stand te
houden door een deel van de midde-
len hiervoor in te zetten. Een eerdere
uitvraag wijst erop dat hier voldoende
belangstelling voor is bij gemeenten.
Gemeente Schoon zal u binnenkort be-
naderen met een aanbod.
Landelijk zwerfafvalcongres Rende-
ment van Schoon
Op 6 november organiseren Gemeente-
Schoon en Nederland Schoon het lande-
lijk zwerfafvalcongres Rendement van
Schoon. Voor gemeenten is er een dagpro-
gramma dat door GemeenteSchoon (Rijks-
waterstaat en de NVRD) wordt verzorgd.
Hierbij staan vooral kennisuitwisseling en
praktijkvoorbeelden centraal. In de mid-
dag organiseert NederlandSchoon een
businessmeeting voor betrokkenen uit re-
tail, openbaar vervoer en verkeer. Tijdens
de borrel komen de gasten van de beide
programma's elkaar tegen om te netwer-
ken. Ook vindt op deze dag de uitreiking
plaats van de verkiezing Schoonste win-
kelgebied van Nederland en de Uitblinker
van het jaar. Meer informatie:
www.gemeenteschoon.nl/agenda
Aanmelden benchmark loopt storm
Veel gemeenten en publieke bedrijven
hebben zich al aangemeld voor de bench-
mark GemeenteSchoon die de NVRD dit
najaar organiseert. De benchmark richt
zich op het thema zwerfafval in de open-
bare ruimte en onderzoekt de gebieden
kwaliteit, kosten, productiviteit, regie en
sturend vermogen. Deelnemers zijn op dit
moment: Arnhem, zoetermeer, Apeldoorn,
Tilburg, Utrecht, Amersfoort, Eindhoven
Breda, Alphen a/d Rijn, Haarlem, Den
Bosch, Alkmaar, Leeuwarden, Nijmegen,
Venlo, Haarlemmermeer Deventer, Cyclus
NV, RMN, Irado en ROVA. Op 11 oktober
is de eerste benchmarkbijeenkomst. Voor
meer informatie: Ismael Morales Ronden,
Nieuwe NVRD-service:
de politieke monitor
De NVRD start deze maand met het aan-
bieden van de Politieke Monitor aan haar
leden. Deze monitor geeft via een paar
dagelijkse mails het laatste nieuws en up-
dates uit Den Haag op de voor de bran-
che relevante onderwerpen. Hierbij kan
gedacht worden aan nieuwe wet- en re-
gelgeving, rapporten, publicaties en ver-
slagen van vergaderingen. Hiermee wil de
NVRD haar leden ondersteunen bij het op
GRAM | september 2013 21
Aanleiding
Op 20 juli 2012 is een raamovereenkomst gesloten Op
20 juli is er een raamovereenkomst gesloten tussen
het ministerie van I&M, de VNG en het verpakkende
bedrijfsleven. In artikel 5 van deze overeenkomst is ge-
regeld dat er een fonds van 20 miljoen euro per jaar ter
beschikking komt voor de extra aanpak van zwerfafval
door gemeenten. De bijdrage voor zwerfafval is een
tegemoetkoming aan gemeenten.
Op 7 juni 2013, bijna een jaar na het afsluiten van de
raamovereenkomst, heeft Nedvang aan alle gemeen-
ten informatie gestuurd over de randvoorwaarden, het
proces en de verantwoording. In deze notitie (ook te
vinden op www.nvrd.nl) wordt verder toegelicht waar-
aan de vergoeding kan worden besteed. Dat zijn on-
der andere gedragsbeïnvloeding, paticipatie/beloning,
slimmere voorzieningen, prikkels ter beïnvloeding,
slimmer beheer en investeringen in voorkoming zwerf-
afval. Het gaat om een ruime omschrijving waarvoor
géén beperkende voorwaarden gelden. Wel is duidelijk
dat het vooral om extra inzet gaat.
Proces
Uitkering van de middelen gebeurt vanaf 2014 via de
Wastetool van Nedvang, waarmee ook de vergoedingen
voor de inzameling van verpakkingen (kunststof, glas
en verpakkingspapier) worden uitgekeerd. De systema-
tiek is gebaseerd op een formulier waarop mogelijke
bestedingscategorieën zijn aangegeven. Gemeenten
kunnen hun vergoeding aanvragen door met een kruis-
je (voor kleinere gemeenten) en een korte toelichting
(voor gemeenten met meer dan 100.00 inwoners) aan
te geven op welke gebieden men de zwerfafvalinzet wil
plegen. Op deze wijze kan ook een voorschot worden
aangevraagd. De verantwoording gebeurt door middel
van het invullen van een beknopte vragenlijst of een
evaluatierapport (voor 100.000-plus gemeenten). “Het
is mogelijk jaren over te slaan of budgetten over jaren
samen te voegen. De vergoeding blijft beschikbaar”.
Om aanspraak te kunnen maken op de zwerfafvalgelden moet een ge-
meente een deelnemersovereenkomst verpakkingen sluiten. Volgens
Helene van zutphen wordt in het overgangsjaar 2013, vooruitlopend
op het gereedkomen van Wastetool, gebruik gemaakt van een excell-
sheet. Deze is sinds begin september voor iedereen beschikbaar.
Vragen
Omdat er nog veel vragen bestaan over de vergoeding, werkt Nedvang
in overleg met de VNG aan een informatiedocument met veelgestelde
vragen en antwoorden. Dit document is, samen met een rapportage
met inspirerende voorbeelden, deze maand beschikbaar via de sites
van VNG, Nedvang, Nederland Schoon en GemeenteSchoon. Ook de
NVRD zal u blijven informeren.
Vergoedingen voor aanpak zwerfafval eindelijk beschikbaar
In de raamovereenkomst verpakkingen 2013-2022 is afgesproken dat gemeenten met ingang van 2013 tien jaar
lang, jaarlijks vanuit het Afvalfonds Verpakkingen 20 miljoen euro ontvangen voor extra inzet voor preven-
tie en aanpak van zwerfafval. Dit betekent voor elke gemeente jaarlijks ongeveer 1,19 euro per inwoner. Stich-
ting Nederland Schoon ondersteunt het Afvalfonds bij de inhoudelijke vormgeving van de regeling en Nedvang
verzorgt het proces rondom de aanvraag, uitkering en verantwoording. “De systematiek om de vergoedingen
aan te vragen, komt vanaf begin september beschikbaar”, geeft Helene van Zutphen van NederlandSchoon aan.
Van de redactie
foto: Michiel Wijnbergh/Hollandse Hoogte
22 GRAM | september 2013
Overheidsbedrijven belastingplichtig?
Op dit moment zijn overheidsbedrijven veelal vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Het is echter de vraag hoe
lang dit nog het geval zal zijn. De politiek is van plan om wijzigingen aan te brengen in de geldende wet- en regelge-
ving. Deze ontwikkelingen kunnen in potentie een substantiële invloed uitoefenen op de afvalbranche.
door Levi Renneberg
RWM NV kreeg medio 2012 concrete signalen waaruit bleek dat de be-
lastingplicht van overheidsbedrijven mogelijk gaat veranderen. Naar
aanleiding hiervan heeft de directie van RWM begin 2013 hbo-student
Levi Renneberg opdracht gegeven hier een onderzoek naar uit te voe-
ren. Dit onderzoek is inmiddels afgerond. In dit artikel zullen enkele
bevindingen op hoofdlijnen toegelicht worden.
Aanleiding
De huidige Wet op de vennootschapsbelasting 1969 blijkt gedateerd en
bereikt niet langer volledig haar doelstellingen. De directe aanleiding
voor de aanstaande ontwikkelingen ligt bij de Europese Commissie.
zij heeft bezwaren tegen de wijze waarop overheidsbedrijven in Ne-
derland op dit moment in de heffing van de vennootschapsbelasting
worden betrokken. Staatssecretaris van Financiën Frans Weekers heeft
het voorstel van de Europese Commissie, om de huidige Nederlandse
situatie te herzien, aanvaard. Hierbij gaf de Staatssecretaris aan dat dit
aansluit bij de doelstelling van het kabinet om een gelijk speelveld te
creëren.
De indirecte ondernemingsvariant
De Staatssecretaris heeft al in een eerder stadium aangegeven dat zijn
voorkeur uit gaat naar de zogeheten ‘indirecte ondernemingsvariant’.
Dit betekent dat indirecte (oftewel privaatrechtelijke) overheidsbedrij-
ven op de zelfde wijze in de heffing van de vennootschapsbelasting
zullen worden betrokken als particuliere / commerciële bedrijven. Met
de indirecte ondernemingsvariant hangen aanvullende maatregelen
samen, die er onder andere voor zorgen dat bepaalde overheidsacti-
viteiten verplicht door middel van een indirect- oftewel privaatrech-
telijk overheidsbedrijf georganiseerd moeten worden. Deze verplichte
privatisering van in de toekomst nader aan te wijzen activiteiten is als
relatief controversieel te kenmerken. Hierdoor wordt de autonomie van
met name lokale overheden beperkt. Dit leidt tot weerstand bij diverse
groepen belanghebbenden.
Op dit moment is nog niet duidelijk welke activiteiten voor verplichte
privatisering in aanmerking komen. Het Ministerie van Financiën doet
hier nog onderzoek naar. Aangegeven dat meespeelt of het op dit mo-
ment gebruikelijk is om een activiteit indirect / privaatrechtelijk te orga-
niseren. Wanneer men kijkt naar de actuele situatie van de inzameling
van huishoudelijke afvalstoffen, blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van
Rijkswaterstaat naar de Afvalstoffenheffing dat de markt hybride is. In
een derde van de gemeenten is sprake van een eigen publiekrechte-
lijke georganiseerde inzameldienst, in ruim een derde
is sprake van een privaatrechtelijk georganiseerd over-
heidsbedrijf en in 30% van een particuliere inzamelaar.
Dit zou zowel als argument vóór als tegen de verplich-
te indirecte organisatie van huishoudelijk afvalinzame-
ling gezien kunnen worden. Anderzijds gaat het hier
om een publieke- / wettelijke taak van de lokale over-
heid. Dit zou als argument tegen verplichte indirecte
organisatie van deze activiteit gezien kunnen worden.
Kortom, de toekomst zal helderheid verschaffen over
het vraagstuk welke activiteiten in de toekomst ver-
plicht indirect georganiseerd moeten worden.
Effecten
Simpel gesteld komt de aanstaande wetgeving voor
indirecte overheidsbedrijven er op neer dat van de
gedachte ‘Uitgezonderd van belastingplicht, tenzij…’
overgestapt wordt op de gedachte ‘Belastingplichtig,
tenzij…’. De invulling van deze ‘tenzij’ in de toekom-
stige situatie is op dit moment nog onderwerp van
onderzoeken van het Ministerie van Financiën. Hoewel
Staatssecretaris Weekers tijdens het kamerdebat op
17 april jongstleden heeft aangegeven dat het niet de
bedoeling is dat overheden publieke taken zoals een
vuilophaaldienst gedwongen moeten uitbesteden, is
dit nog steeds een punt van zorg voor de NVRD. Afval
en energie en beheer van de openbare ruimte zijn nog
niet uitgesloten in het onderzoek naar activiteiten die
privaatrechtelijk georganiseerd moeten gaan worden
ook al zijn dit wel wettelijk vastgelegde publieke over-
heidstaken. Bovendien is het denkbaar dat de Europese
Commissie deze eventuele uitzondering als onwense-
lijk zou beschouwen.
De indirecte ondernemingsvariant leidt tot een ven-
nootschapsbelastingplicht voor – in principe – alle in-
directe overheidsbedrijven. Deze organisaties zullen
getroffen worden door een belastinglast ter hoogte
van maximaal 25% van de fiscale winst wanneer deze
in de hoogste belastingschijf valt. Naast de toegeno-
men belastingdruk zal er ook sprake zijn van adminis-
GRAM | september 2013 23
Daarnaast is het universeel toepasbaar om gebruik te maken van de
fiscale faciliteiten in de geldende wetgeving vanaf het moment dat er
sprake is van een vennootschapsbelastingplicht. Hierbij kan onder an-
dere gedacht worden aan fiscale stimuleringsmaatregelen, fiscale re-
serves en voorzieningen. Dit leidt in potentie met name tot uitstel van
belastingafdrachten.
Tot slot
Het is aan te bevelen dat beleidsbepalers van indirecte overheidsbedrij-
ven bij de lange termijn strategie rekening houden met de fiscale ont-
wikkelingen op het gebied van de vennootschapsbelasting voor over-
heidsbedrijven. Wanneer het wetsvoorstel wordt ingediend, ontstaat er
een helderder beeld om concreter beleid vorm te geven. Dankzij dit on-
derzoek is de directie van RWM al in een vroeg stadium voorzien van in-
zichten en aanbevelingen over dit thema. Hierdoor kan bij de bepaling
van toekomstig beleid rekening gehouden worden met de aanstaande
fiscale ontwikkelingen. Bovendien is al de omvang van een eventuele
lastenverzwaring globaal in kaart gebracht evenals de invloed hiervan
op de huidige strategie van RWM. Omdat dit onderzoek ook bruikbaar
kan zijn voor branchegenoten, is er – uit collegiaal oogpunt – voor
gekozen het onderzoeks- en adviesrapport op verzoek te verstrekken.
De NVRD volgt dit dossier uiteraard op de voet en zal u via de digitale
nieuwsbrief op de hoogte houden.
Het onderzoeks- en adviesrapport ‘Belastingplicht overheidsbedrij-
ven – RWM en vennootschapsbelasting’ is op verzoek te ontvangen
door een e-mail te sturen naar: [email protected]
Over de auteur:
Levi Renneberg was stagiair bij RWM NV. In opdracht van de directie
deed hij onderzoek naar de (toekomstige) fiscale ontwikkelingen op
het gebied van de vennootschapsbelasting voor overheidsbedrijven.
Inmiddels is hij op dit onderwerp afgestudeerd.
tratieve lastenverzwaringen voor organisaties die in
aanraking komen met een eventuele vennootschaps-
belastingplicht. zo moet er een fiscale openingsbalans
opgesteld worden voorafgaand aan het eerste jaar van
de intrede van een vennootschapsbelastingplicht. ook
moet er structureel sprake te zijn van een fiscale boek-
houding en zal op jaarbasis aangifte vennootschapsbe-
lasting gedaan moeten worden.
Procedure
Op het moment van schrijven (medio 2013) voert het
Ministerie van Financiën nog onderzoeken uit naar de
exacte gewenste invulling van de belastingplicht. Er
wordt onder andere geïnventariseerd wat de financi-
ele gevolgen voor indirecte overheidsbedrijven zullen
zijn, in welke mate deze organisaties te maken zullen
krijgen met administratieve lastenverzwaringen, met
hoeveel extra uitvoeringslasten de Belastingdienst te
maken zal krijgen en welke overheidsactiviteiten ver-
plicht in een privaatrechtelijke rechtsvorm moet wor-
den ondergebracht. Deze onderzoeken zullen naar ver-
wachting eind 2013 afgerond worden.
Op de middellange termijn zal een wetsvoorstel vorm-
gegeven worden. Dit wetsvoorstel wordt mogelijk
onderdeel van het Belastingplan 2015 dat ingediend
wordt op Prinsjesdag 2014. De huidige verwachting is
dat de nieuwe wetgeving – onder voorbehoud van het
politieke- en parlementaire proces – per 1 januari 2016
in werking zal treden. Het is nog onbekend of er sprake
zal zijn van eventuele overgangsmaatregelen.
Reactierichtingen indirecte overheidsbedrijven
Eveneens onderdeel van het onderzoek zijn de potenti-
ele wijzen waarop – in dit geval door RWM – gereageerd
kan worden op de toekomstige fiscale ontwikkelingen.
Hieruit voortvloeiend zijn aanbevelingen gedaan over
de optimale strategie voor de individuele situatie van
RWM. Omdat onder andere de belangen, de visie en
de strategie van organisaties variëren, kunnen ook de
meest optimale reacties verschillen.
Een eerste aanbeveling is om de mogelijkheid tot het
sluiten van een vaststellingsovereenkomst met de Be-
lastingdienst te onderzoeken. Een vaststellingsover-
eenkomst heeft als doel om partijen te binden ter
voorkoming van een onzekerheid of geschil, in dit ge-
val over de interpretatie van de hernieuwde vennoot-
schapsbelastingwetgeving. Het is gebruikelijk dat de
belangenorganisatie hier een belangrijke rol in speelt.
In het kader van het onderzoek is al oriënterend ge-
sproken met de NVRD om deze mogelijkheid te on-
derzoeken. Als dit succesvol blijkt, kunnen de belas-
tingplichtige organisaties binnen de bedrijfstak er voor
kiezen om deze vaststellingsovereenkomst van toepas-
sing te verklaren. Hiermee kunnen mogelijk voordelen
worden gerealiseerd.
24 GRAM | september 2013
Door Leonie Reinders en Harry Slotema
In 2014 bestaat Branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland (BKN) 20 jaar. De vereniging heeft in de
afgelopen jaren veel werk verzet om haar doelstellingen vorm en inhoud te geven. Met resultaat: de betekenis van
kringloopbedrijven voor milieu en arbeidsmarkt komt steeds duidelijker over het voetlicht.
Kringloopbedrijven timmeren aan de weg
Op dit moment telt BKN 65 leden verspreid over het hele land. Ge-
zamenlijk exploiteren deze bedrijven ruim 180 winkels (www.kring-
loopwinkels.nl). De doelstellingen van de vereniging, vastgelegd in de
statuten, zijn hergebruik van producten en materialen en het stimule-
ren van werkgelegenheid voor mensen met een grote afstand tot de
arbeidsmarkt. Aangesloten leden zijn vooral stichtingen en in beperkte
mate besloten vennootschappen zonder winstoogmerk, waarbij aan-
deelhouders afvalinzamelaars, SW-bedrijven, opleidingsinstituten of
andere organisaties kunnen zijn.
Uitstroom naar reguliere arbeidsmarkt
Kringloopbedrijven zijn verankerd in hun lokale gemeenschap. Daar-
om kunnen de (communicatie)lijnen naar diverse instanties kort zijn.
Mensen zonder werk met een grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt
en met een beperkt huishoudbudget vinden via gemeenten, UWV en
re-integratiebedrijven hun weg naar kringloopbedrijven. Transport en
inbreng van goederen, sorteren, reparatie/demontage, verkoop in de
winkel, het telefonisch meldpunt voor ophalen van goederen en admi-
nistratieve ondersteuning zijn de voornaamste activiteiten binnen een
kringloopbedrijf. Medewerkers die tijdelijk onderdak vinden op deze
afdelingen worden vaak uit hun sociale isolement gehaald, waardoor
het leven voor hen weer betekenis krijgt. In een aantal gevallen leidt
dit tot uitstroom naar de reguliere arbeidsmarkt, de ultieme uitdaging
voor leden van BKN.
Kansen en bedreigingen
Recent hebben studenten van de Haagse Hogeschool
tijdens een workshop met leden van BKN kansen en
bedreigingen voor de branche in beeld gebracht.
Kansen In hergebruik:
oplopende afvaltarieven, afvalbeleid fabrikanten
(hergebruik grondstoffen), toenemende behoefte aan
opgeleukte (gepimpte) tweedehands, goederen en be-
hoefte aan lifestyle oud-nieuw.
Kansen In werkgelegenheid:
herintroductie gesubsidieerde banen, nauwere samen-
werking met SW-bedrijven en toenemende behoefte van
mensen om elkaar in de wijk te ontmoeten.
Bedreigingen:
•afnamevandekwaliteitenkwantiteitvaninkomen-
de goederen doordat particulieren hun goederen lan-
ger gebruiken als gevolg van de economische crisis.
Hierdoor komen er minder verkoopbare goederen
bij het kringloopbedrijf binnen. Toename van ‘fast
selling domestic products’ uit lage lonenlanden. De
kwaliteit van deze producten is dermate slecht dat
dezenietvoorhergebruikinaanmerkingkomen;
•nieuwe toetreders op de tweedehands goederen-
markt door commerciële belangen en trends (duur-
zaamheid,MVO),speelveldwordtkleiner;
• inzamelcontracten met gemeenten die niet aange-
past of verlengd worden. Hierdoor dalen de inkom-
sten van het kringloopbedrijf. Goede contacten op
ambtelijk niveau zijn een must.
Imagoverbetering
De kringloopbedrijven besteden veel aandacht aan de
inrichting van en het assortiment in de winkel, daarbij
geholpen door huisstijlstylisten. Toch kopen nog veel
mensen liever nieuwe dan kringloopartikelen en heb-
ben kringloopwinkels nog een suffig imago. Onterecht,
meent BKN. Mensen maken dagelijks gebruik van bi-
bliotheekboeken, rekenen af met contant geld en sla-
pen in hotelbedden waar vreemde handen aan hebben
gezeten. Dat wordt als heel normaal ervaren. Waarom
dan geen tweedehands goederen? Het is toch mooi gere-
geld dat bruikbaar, afgedankt meubilair en huisraad een
tweede leven krijgen bij mensen die nieuwe spullen niet
GRAM | september 2013 25
Belangrijkste doelstelling van het Keurmerk Kringloopbedrijven® is:
“Professionalisering en borgen van kwaliteit, vertrouwen realiseren in
de markt en onderscheidend zijn ten opzichte van kringloopbedrijven
zonder keurmerk”.
In eerste instantie is het Keurmerk Kringloopbedrijven® gericht op sta-
keholders zoals gemeenten (VNG), afvalbedrijven (NVRD), re-integratie-
bedrijven en SW-bedrijven (Cedris).
Nationale Kringloopdag zaterdag 5 oktober
Op zaterdag 5 oktober organiseert BKN voor de vijfde keer de Na-
tionale Kringloopdag. Op deze dag worden leden van de BKN, en
dit jaar ook specifiek de medewerkers van de kringloopwinkels, in
het zonnetje gezet. Het thema is dit jaar ‘de helden van de kring-
loop’. Hiermee wordt primair alle medewerkers in de kringloopwin-
kels bedoeld, maar ook de mensen die spullen kopen en brengen
bij een kringloopwinkel ok helden. Het merendeel van de leden van
de BKN doet mee aan deze dag en er worden allerlei activiteiten
georganiseerd, van carboot sales tot workshops kunst maken van
gerecyclede materialen. Ook worden er bussen ingezet die langs
verschillende vestigingen van een kringlooporganisatie rijden. Kijk
voor meer informatie op www.kringloopdag.nl.
kunnen of willen aanschaffen? Hergebruik betekent bo-
vendien een enorme vermindering van de hoeveelheid
te verwerken afval. Vanuit milieuoogpunt is dat voor
BKN een belangrijk doel.
Prestatieladder Sociaal Ondernemen
zoals eerder aangegeven, werken leden van BKN met
mensen die een grote afstand tot de arbeidsmarkt heb-
ben. Onlangs is door TNO de Prestatieladder Sociaal
Ondernemen (PSO) ontwikkeld. BKN heeft dit nieuwe
product omarmd en verspreid onder haar leden. Met dit
meetinstrument kan een bedrijf zichtbaar maken wat
haar bijdrage is aan de werkgelegenheid voor mensen
met een kwetsbare arbeidsmarktpositie. Bedrijven met
een PSO-erkenning dragen meer dan gemiddeld bij aan
de werkgelegenheid van kwetsbare groepen en doen
dat op een goede manier. Inmiddels heeft een aantal le-
den van BKN trede 3 van de ladder toegekend gekregen.
Keurmerk Kringloopbedrijven
In de afgelopen jaren heeft BKN, met ondersteuning
van een werkgroep met leden en een extern specialist
op het gebied van kwaliteit en certificering, het Keur-
merk Kringloopbedrijven® ontwikkeld. Lloyd’s Register
toetst als externe partij de keurmerkorganisatie BKN.
WIELAND TEXTILESF I R S T I N S E C O N D H A N D C L O T H I N G
Handelsweg 8Wormerveer
075 - 622 86 [email protected]
www.wieland.nlal meer dan 25 jaar
specialist in duurzame
textielsortering
De totaaloplossing vooruw textiel-inzamelingen -sortering.
effectieveinzameling
rendabelerecycling
volledigesortering
- korte transportlijnen- centrale verwerking
- TÜV Rheinland / TNO gecertificeerd sorteersysteem- 95% hergebruik
- hoge vergoeding- transparant proces
Informatie: BKN, tel. 026-3514014, e-mail: [email protected] en op www.
kringloopwinkels.nl
RKGV-specialist sinds 1988
Meerdere locaties in Nederland
Snelle dienstverlening
Diverse transportmogelijkheden
ISO- en VCA-gecertifi ceerd
Gratis afvalstroomnummer
Bij Zandrecycling Nederlandreinigen we uw RKGV opmaar één manier. De juiste!
Wilt u af van uw riool-, kolk-, gemaalslib of veegzand? Zandrecycling
Nederland laat u graag zien hoe het kán en hoe het hóórt. We zijn im-
mers de enige afvalverwerker in Nederland die volledig is toegespitst
op het verwerken van RKGV. Ofwel het reinigen en recyclen tot schone
(bouw)materialen, en het verwerken van restfracties volgens de kleinste
paragrafen van de Milieuwet. Kijk op www.zandrecycling.nl, of bel
0174-24 39 50 voor meer info, een vrijblijvende afspraak of een offerte.
Zandrecycling Nederland BV • ABC Westland 227, 2685 DC Poeldijk • T 0174-243950 • F 0174-291148 • www.zandrecycling.nl • [email protected]
Af van uw RKGV-afval? Zó hoort ‘t.
Gft-afval wordt al lang niet meer louter tot compost verwerkt. Vrijwel alle afvalbedrijven hebben geïn-
vesteerd in vergistingstechnieken om eerst biogas te maken en daarna betere compost te krijgen. En er
zit nog veel meer in het vat. Bioplastics, insecten en eiwitten. GRAM maakte een uitgebreide rondgang.
door René Didde
Vergisting in Nederland
Terugwinnen en benutten van condenswater is één van
de vele intrigerende ontwikkelingen die zich momen-
teel afspelen in de groente-, fruit- en tuinafval (gft)-ver-
werking (zie kader op pagina 30). Tot 1994 werd het
gft-afval niet gescheiden, maar simpelweg als deel van
het huishoudelijk afval op de stortplaats gestort of ver-
brand. Na 1994 werd gescheiden gft-inzameling wet-
telijk verplicht en ontstond een professionele compos-
tering in tunnels en hallen. Het proces werd verbeterd
en versneld. Door de massale gescheiden inzameling
verbeterde ook de kwaliteit van de compost.
Vandaag de dag heeft de gft-verwerking nog meer weg
van een hightech fabriek. Gert-Jan Klaasse Bos van
afvalbedrijf Meerlanden tekent een imposant stroom-
schema wat er in Rijsenhout allemaal gebeurt met het
gft-afval dat wordt ingezameld bij huishoudens en be-
drijven. Net als bij acht van de 22 composteerinrich-
tingen in Nederland laat Meerlanden de gft-verwerking
voorafgaan door een vergistingsstap. De vergisting ge-
beurt hier in een Kompogas-installatie waar anaerobe
(zonder zuurstof) bacteriën het groente- en fruitafval
van 225 duizend huishoudens bij een temperatuur van
55 graden omzetten in een energierijk mengsel van
vijftig tot zestig procent methaan en veertig tot vijf-
tig procent CO2, samen biogas genaamd. Een deel van
de CO2 wordt uit het biogas gestript en kan net als
de warmte van het composteringsproces naar de tuin-
der worden gevoerd. “We onderzoeken dit momenteel.
Die planten groeien prima op de CO2 uit het gft”, zegt
Klaasse Bos. Door een fors deel van het CO2 te ver-
wijderen, ontstaat zogeheten ‘groen gas’ met een me-
thaangehalte van 88 procent. Daardoor is het geschikt
is om in het aardgasnet in te voeden.
Niet meer voor eendjes
Bij Meerlanden wordt houtachtig snoei- en tuinafval
verstookt in een houtkachel, die warmte levert voor
de zuivering van het biogas. Ook in het bedrijfspro-
ces wordt overtollige warmte slim benut tussen hout-
kachel, gaszuivering en vergister. En het blijft niet bij
louter gft-afval. Meerlanden zamelt intussen meer or-
GRAM | september 2013 27
ganisch materiaal in. “Wij zijn een broodroute gestart”,
zegt Gert-Jan Klaasse Bos. “We halen oud brood gratis
op bij bakkerijen en voeren ook een proef uit om huis-
houdens te bewegen hun oud brood bij het gft te doen.
Brood mag door wetgeving op gebied van dierziekten
namelijk steeds minder als veevoer worden toegepast.
Brood is erg energierijk”, aldus Klaasse Bos. Ook Schip-
hol levert jaarlijks tonnen oud brood en sandwiches,
zowel afkomstig van vliegtuigen als van de luchthaven
zelf. “We halen bij hen ook blikjes en flesjes op, persen
deze samen en gooien het sap in de vergister.”
Ook groenten uit de supermarkt die over de houdbaar-
heidsdatum zijn, vinden steeds meer hun weg naar de
vergisters. Het laatste jaar heeft Meerlanden de capa-
citeit van de gasproductie ruim verdubbeld, van 1 mil-
joen naar 2,5 miljoen kubieke meter per jaar. “Dat komt
door procesverbetering in de vergisting en verbetering
van het rendement in de compostering”, aldus Klaasse
Bos. Het tot groen gas opgewerkte biogas wordt deels
ingevoed in het aardgasnet, zoals ook met de vergis-
tingsinstallaties van Attero Wijster, HVC/ROVA zwolle,
HVC Middenmeer en ARN Weurt gebeurt. Voor een deel
benut Meerlanden het gas om het eigen wagenpark te
laten rijden.
Vuilniswagens rijden rond met teksten als ‘deze wagen
rijdt op uw gft-afval’. Daarentegen maken Orgaworld
Lelystad, Attero Wilp, Attero Venlo en Twence Enschede
groene stroom uit hun biogas met een warmtekracht-
installatie. Uiteraard wordt de warmte die daarbij vrij-
komt weer benut in het productieproces. Met uitzon-
dering van Attero Venlo produceren de vergisters uit
het nutriëntrijke digestaat (vooral stikstof en fosfaat)
een compost die in de landbouw wordt afgezet. Ook in
de hobbysector (potgrond) vindt de compost zijn weg.
Een deel belandt als strooisel in de koeienstal (box-
compost). Gemeenten betalen ongeveer 40 euro per
ton gft voor de compostering/vergisting van gft. Afzet
in de landbouw én de inkomsten van energieproductie
(biogas, elektriciteit, soms warmte) betekenen dus een
fraaie valorisatie.
Varianten
De vergistingstechnieken kennen een vijftal varianten
in processen, maar lijken in grote lijnen op elkaar. Het
gft-afval wordt onder zuurstofloze omstandigheden
door bacteriën in een aantal stappen omgezet in me-
thaan en koolzuurgas. De mesofiele processen produ-
ceren wat minder biogas, maar wel met een hoger (en
dus energierijker) methaangehalte. De thermofiele pro-
cessen zijn in de meerderheid en hebben een wat hoger
rendement.
De kwaliteit en het rendement van het biogas schom-
melt met de seizoenen. De hoeveelheid ruw biogas per
ton vergist gft-afval varieert van 50 tot 130 m3. In de
winter bestaat gft vooral uit keukenafval en is de hoe-
veelheid biogas hoger. In de zomer en herfst zit daar-
entegen meer tuinafval (blad, takken) in het gft en daalt
de productie van biogas. Daar staat weer tegenover
dat de aanvoer van gft in de winter ongeveer de helft
lager is dan in de zomer. Dit seizoenseffect verklaart
mogelijk dat veel composteerbedrijven momenteel een
pas op de plaats maken met het bouwen van nog meer
vergistingscapaciteit. ze kunnen de vergister niet louter
dimensioneren op de zomeraanvoer, want dan draaien
ze in winter met overcapaciteit. Bouwen ze te klein, dan
zitten ze in de zomer met een overschot. En het na-
deel is natuurlijk dat het organisch afval door de rotting
slecht is op te slaan om de winter door te komen.
Dubbel bingo
Dankzij de vergistingsstap beseffen veel gemeenten
dat ze met het gft-afval intussen een schitterende
(transport) brandstof in handen hebben, met compost
op de koop toe. Een opmerkelijke trend, want vijf jaar
geleden overwogen veel gemeenten nog het bijltje er-
28 GRAM | september 2013
Vergisting in Nederland
bij neer te gooien en huishoudens niet langer op te
zadelen met gft-inzameling. Bij Attero merkt ook John
Haeff, manager bioconversie, de omslag. “Uit levens-
cyclusanalyses in 2005 bleek voor het eerst dat com-
binatie van gft-inzameling met vergisten en composte-
ren de meest duurzame is. Gemeenten kunnen naast
biogas en compost ook een flinke reductie van CO2-
uitstoot op hun conto schrijven.”
De compost is bovendien schoner. Van Haeff noemt
eveneens als voordeel dat dankzij het vergisten de zou-
ten uit het gft in het perkolatiewater oplossen en er dus
compost overblijft die zich kan meten met potgrond.
Op die manier vermijdt de moderne compostering ook
het afgraven van turf uit de maagdelijke veengronden
in onder meer de Baltische Staten.
De opmars van de vergisting en gelijktijdige composte-
ring is voor een groot deel te danken aan het doorzet-
tingsvermogen van de vergisters van het eerste uur,
zoals Orgaworld die de 1994 stammende Biocel-tech-
niek van Heidemij overnam. De vergistingstechnieken
zijn het stadium van de kinderschoenen ontgroeid. En
daarvan profiteren nu ook de gemeenten. Als later dit
jaar de vergistingsinstallatie in Tilburg wordt geopend,
heeft Attero maar liefst zes vergistingsinstallaties met
vier verschillende technieken in bedrijf, zegt Van Haeff
niet zonder trots. Twee daarvan, in Groningen en in
Wijster, scheiden overigens het gft als een organische
natte fractie (ONF) achteraf uit het huishoudelijk afval.
“De klant is bepalend”, redeneert Van Haeff. “Er zullen
altijd gemeenten blijven die het om wat voor reden dan
ook niet lukt om in het merendeel van de wijken gft
gescheiden in te zamelen. Ook die willen we blijven
bedienen.” En er is nog iets. “Ondanks gft-voorschei-
ding bij burgers belandt evengoed nog veel gft in de
restcontainer. Tussen een kwart en een derde van het
restafval bevat organisch materiaal dat goed te vergis-
ten is. En dat halen we er met nascheiding dus nog
netjes uit.”
Bioplastics
Van de circa 1,2 miljoen ton gft die in Nederland vrij-
komt, wordt vanaf eind 2013 grofweg de helft, bijna
600 duizend ton vergist. Van Haeff verwacht dat het
voorlopig hierbij zal blijven. “Alle grotere afvalwerkers
beschikken over een vergistingseenheid in hun gebied
en er is nu sprake van een landelijke dekking.” Tot
2010 waren de subsidieregelingen vooral gunstig voor
de productie van elektriciteit, dus werd er via warmte
kracht koppeling (wkk) stroom uit biogas geprodu-
ceerd. Daarna maakte het groen gas een opmars door.
Jammer van het niet benutten van het potentieel van de
andere helft - nog eens 600 duizend ton gft - vindt Van
Haeff het niet. “Er is een flinke partij ‘vers’ gft nodig om
het uitgegiste restproduct, het digestaat, op te werken
en te enten om er volwaardige compost van te maken”,
vindt Van Haeff, die bijval krijgt van Gert-Jan Klaasse
Bos van Meerlanden. Een niet onbelangrijk detail is dat
het natte digestaat moet drogen om het minerale goed-
je tot rijke compost te verwerken. Tot nog toe gebeurt
dat op veel plaatsen door de natte kledder uit persen,
wat de nodige energie kost. Meerlanden en ook ARN
en Twence laten het digestaat droog composteren zon-
der te persen. De technieken zijn hiervoor volop in de
ontwikkeling.
Van waste to biobased
Toch geloven de afvalverwerkers niet dat de huidige
succesvolle combinatie van vergisten en composteren
het eindstation is voor de gft-verwerking. zo spreekt
Van Haeff van Attero over de succesvolle experimenten
om in de eerste fase van de vergisting in Venlo waar-
devolle vetzuren uit de reactor af te scheiden. Vetzuren
behoren tot de basisgrondstoffen van de chemische
industrie. “Door ze uit gft te ontsluiten in onze twee-
fasenvergister in Venlo, kunnen we bijdragen aan de
biobased economy, de niet langer op fossiele energie
gestoelde economie”, zegt Van Haeff enthousiast. “Van
vetzuren gaan we nu op pilotschaal bioplastics maken.
GRAM | september 2013 29
Dat betekent dat je in de toekomst een restant sla met plastic zakje en
al in de groenbak kunt gooien. Of je groenteresten in een pedaalem-
mer met bioplasticzakje gooit. Dat verleidt wellicht ook krap behuisde
burgers in grote steden. Dan is de cirkel echt rond.” Attero hanteert de
slogan ‘van waste to biobased’.
Diervoer uit insecten die gf eten
Ook adviseur Willem Elsinga, expert in gft-verwerking en organische
reststoffen, denkt dat de route van de vetzuren als het ware een derde
trap in de gft-verwerking kan gaan worden. Al is eenmaal in bioplastic
omgezet gft niet meer te vergisten en te composteren. Elsinga rept van
gft als één van de toekomstige bouwstenen onder de biobased econo-
my. En er is meer. Ook de verwerking van gft tot diervoer lijkt hem een
kansrijke route. Insecten kunnen groeien op gf-afval. Daarvoor is wel
een extra processtap nodig. “Het vergt allereerst een secure scheiding
tussen ‘gf’ (keukenafval) en ‘t’”, zegt Elsinga. “Want tuinafval is vooral
hout en zand. Beiden zijn slecht verteerbaar voor de insecten.” Tuinaf-
val kan volgens hem rechtstreeks naar elektriciteitcentrale, waar het als
biomassa kan worden verstookt samen met steenkool.
Zweden
In het zweedse Västeras houden inwoners gf-keukenafval apart in pa-
pieren zakken van tien liter. Door deze scheiding vooraf is het keuken-
afval niet alleen geschikt voor vergisting, maar behoren volgens hem
ook hoogwaardiger toepassingen als diervoer tot de mogelijkheden.
“Hoe hoger de waarde van het product, hoe hoger de eisen die je aan
de grondstof moet stellen”, doceert Elsinga.
Nu is er in de EU nog wel een probleempje. Sinds de gekke koeien-
ziekten als gevolg van gesjoemel met veevoer, valt keukenafval in de
categorie van de Europese Verordening dierlijke bijproducten. “Daar
moet nog grondig naar gekeken worden.” Met respect voor de zweedse
inspanningen, maar gaan die papieren keukenzakjes Nederland verove-
ren in een tijd waarin juist weer stemmen opgaan om keukenresten
in de gootsteen te vermalen en per riool af te voeren? “Juist in wijken
met veel hoogbouw, waar gft-inzameling nu nauwelijks van de grond
komt, zouden de keukenzakjes soelaas kunnen bieden”, denkt Elsinga.
Dat diervoer kan bijvoorbeeld bestaan uit insecten. “Er vinden experi-
menten plaats om insecten en wormen te laten groeien op keukenafval.
Huisvliegen, sprinkhanen en meelwormen, allemaal zeer eiwitrijk spul.
Op die manier kost de gft-verwerking 35 euro per ton, maar levert deze
gf-fractie 10 euro per ton op, rekent Elsinga voor. “En de hoeveelheid
restafval daalt substantieel doordat er minder organisch afval in zit, dus
daar ligt een directe kostenbesparing.”
Vergisting in Nederland
30 GRAM | september 2013
Regelgeving en subsidies
De grote motor achter de vergistingstap voor de
composteren is niet alleen de technologisch uitge-
kristalliseerde vergistingstechniek. De SDE en SDE+
regeling (stimuleringsregeling duurzame energie-
productie) trokken veel composteerders over de
streep. Elk jaar vindt er een tendering plaats van
projecten. Degenen die SDE-subsidie krijgen, ont-
vangen een bedrag dat afhankelijk is van de hoe-
veelheid geproduceerde energie en de gangbare
energieprijs. SDE dekt het gat tussen de meerkos-
ten van de investeringen in de groene installaties
en de grijze stroomprijs. Aanvankelijk werd groene
stroom meer beloond met de SDE-regeling, nu wint
groen gas. Afhankelijk van het soort groene energie
wordt vijf, tien of twaalf jaar lang niet getornd aan
die vergoeding. Daarna is het de bedoeling dat de in-
stallaties zelfstandig verder kunnen. Voor 2013 is 3
miljard euro beschikbaar. “Die regeling bevoordeelt
de meest voordelige vormen van duurzame energie
en daar hoort vergisting van gft bij”, zegt Jan-Willem
Steyvers van Attero. Alle vergisters in Nederland
ontvangen voor twaalf jaar een prijs van 45 tot 62
cent per kubieke meter gas. “Groengascertificaten
leveren bovendien het bewijs dat deze vorm van
groene energie honderd procent van eigen bodem
komt.” Steyvers vindt net als de andere gespreks-
partners dat boeren die met mestvergisting werken
zich niet met afvalverwerking moeten bezighouden,
maar louter mest en landbouwafval moeten vergis-
ten. Volgens berichten in de media zouden boeren
illegaal andere reststromen aannemen en verwer-
ken. Vele van de nu 120 mestvergistingsinstallaties
zouden slecht draaien en daarom op zoek zijn naar
andere voedingsbronnen. Adequate regelgeving en
strenge handhaving moeten daar zo snel mogelijk
een eind aan maken, zeggen de bij NVRD, VA en
BVOR aangesloten bedrijven.
Foto’s: Meerlanden, Rob Essenberg
Condenswater
Als gevolg van de forse vorstperiodes en de uitbundige sneeuwval kende de Haarlemmermeerpolder afgelopen winter een
wereldprimeur. In de regio rond Hoofddorp werd de gladheid bestreden door zout te strooien dat was opgelost met condenswater
uit de compostering. “Dat is nog nergens vertoond”, zegt Klaasse Bos van Meerlanden. Het condenswater komt vrij bij het transport
van de warme, supervochtige lucht (broei) uit de composteringstunnels naar een naburige tuinder. “We laten de warmte langs een
warmtewisselaar lopen waarbij helder condenswater ontstaat”, legt de technisch verantwoordelijke uit. In de zomer worden de
veegwagens van Meerlanden gevuld met dit hergebruikt condenswater, maar in de winter is er veel meer water beschikbaar. Dan
heeft de tuinder immers meer warmte nodig. “We sparen met veertig strooiwagens zo’n 25 duizend liter water per strooibeurt uit. Dat
is geen marginale besparing. In sommige perioden hebben we te maken met meerdere strooibeurten per etmaal”, aldus Klaasse Bos.
Overzicht gft-vergisters in Nederland
benutten van warmte | rijden op groen gas | productie van elektriciteit | invoeden op aardgasnet | afzet CO2 naar glastuinbouw
NIEUW 2014OrgawOrld B.V.
Plaats: DrachtenVergistingscapaciteit: 40 duizend ton
OrgawOrld B.V.
Plaats: LelystadVergistingscapaciteit: 35 duizend ton
NIEUW 2013aTTErO
Plaats: WijsterVergistingscapaciteit: 40 duizend ton
NaTuurgas OVErijssEl (rOVa/HVC)
Plaats: ZwolleVergistingscapaciteit: 45 duizend ton
TwENCE BV
Plaats: HengeloVergistingscapaciteit: 50 duizend ton
arN BV
Plaats: NijmegenVergistingscapaciteit: 42 duizend ton
aTTErO
Plaats: VenloVergistingscapaciteit: 90 duizend ton
HVC VErgisTiNg
Plaats: MiddenmeerVergistingscapaciteit: 80 duizend ton
Var B.V.
Plaats: WilpVergistingscapaciteit: 60 duizend ton
dE MEErlaNdEN BV
Plaats: RijsenhoutVergistingscapaciteit: 42 duizend ton
NIEUW 2014iNdaVEr NEdErlaNd
Plaats: Alphen aan den RijnVergistingscapaciteit: 75 duizend ton
NIEUW 2014aTTErO
Plaats: TilburgVergistingscapaciteit: 70 duizend ton
NIEUW 2015aTTErO
Plaats: MaastrichtVergistingscapaciteit: 70 duizend ton
GFT 2013 Binnenwerk opmaak 5.indd 24 29-08-13 09:15GRAM | september 2013 31
Bron: Vereniging Afvalbedrijven/AlbertsKleve BNO
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K
Vision is our mission
www.orlaco.nl
Telefoon: (0) 342 404 555 E-mail: [email protected]
RADAREYEActief detectie systeem
Ad_OT_GRAM_Orlaco.indd 1 26-08-13 08:55
GRAM | september 2013 33
NIEUWTJES VAN DE zAKELIJKE MARKT niEUWS
De Dag van de Openbare Ruimte is het
jaarlijkse ontmoetingsmoment voor ie-
dereen die werkt binnen het werkveld
openbare ruimte: ontwerp, inrichting,
onderhoud en beheer. De volgende editie
is op 9 en 10 oktober in Expo Houten.
Er worden productinnovaties gedemon-
streerd op het gebied van openbare ver-
lichting, groen, spelen, straatmeubilair
en bestrating. Ook vertegenwoordigd op
deze beurs:
ConGreen, een nieuw concept voor
duurzaam verharden
ConGreen zorgt voor een minimale aan-
voer van nieuwe bouwstoffen en géén
afvoer van materialen die al op de locatie
aanwezig zijn. Ieder aanwezig bodem-
materiaal is bruikbaar, evenals materi-
alen zoals bijvoorbeeld puin en/of een
reeds aanwezige asfaltconstructie. Deze
methode leidt tot een forse besparing op
genoemde transportbewegingen en een
besparing op de aanschaf van nieuwe
bouwstoffen.
Dag van de Openbare Ruimte
Root Barrier BV biedt oplossing
tegen wortelopdruk
Bijna elke gemeente heeft te maken met
beschadiging van asfalt door wortelop-
druk. Het RootBarrier® 360 (stand 1.208)
wortelweringscherm is een economische
en duurzame oplossing tegen worte-
lopdruk. Het is een verticaal te plaat-
sen 100% polypropyleen wortelwering-
scherm gebaseerd op DuPont™ Xavan®
met een tweezijdig aangebrachte extru-
sie coating. Dit wortelweringscherm is
flexibel, licht, 100% recyclebaar en resis-
tent tegen bacteriën en andere chemica-
liën. Met dit scherm wordt niet alleen het
asfalt beschermd, maar ook de funderin-
gen, kabels, leidingen en rioleringen.
Inl. www.openbareruimte.nl Toegang is
gratis, registratie via de website.
Pollutec Horizons Op zes maanden voor beursaanvang,
heeft de Pollutec Horizons, internationale
vakbeurs met geavanceerde oplossingen
voor milieu en duurzame ontwikkeling,
hoge verwachtingen van de aankomende
beurseditie. De Pollutec Horizons vindt
plaats van 3 t/m 6 december 2013 in Pa-
ris Nord Villepinte en richt zich op een
steeds breder vakpubliek. Het is dit jaar
het enige algemene Europese evenement
in deze sector. Tijdens de aankomende
beurseditie komen alle onderwerpen aan
bod: afvalverwerking, waterzuivering,
hernieuwbare energie, efficiënt energie-
gebruik, luchtkwaliteit, risicopreventie
en verantwoord inkopen, met speciale
nadruk op onderzoek en innovatie.
Behalve deze sectorgerichte aanpak, be-
licht de Pollutec Horizons 2013 verschil-
lende overkoepelende thema’s zoals de
focus op de duurzame stad en duurzame
industrie en, voor de eerste keer, duur-
zame ontwikkeling in zorginstellingen.
Daarnaast wordt er gekeken naar de mi-
lieubewuste aanpak van andere econo-
mische sectoren, zoals handel en distri-
butie en de voedingsmiddelensector.
Inl. Promosalons Nederland, email: info@
promosalons.nl, tel: 020-4620020.
Inzamelproef kleine elektrische apparatenGemeente Leeuwarden, Wecycle, Omrin
en PostNL zijn op 2 september een inza-
melproef gestart voor kleine elektrische
apparaten. Inwoners van Leeuwarden
kunnen hun afgedankte kleine elektri-
sche apparaten voortaan ook kwijt in
inleverbakken die hangen onder brie-
venbussen verspreid over de gemeente.
Hiermee bieden de partijen inwoners het
gemak om oude of kapotte kleine appa-
raten, zoals mobiele telefoons, föhns,
mp3-spelers en elektrisch speelgoed,
dichtbij huis in te leveren. Het doel van
de proef is inwoners bewuster te maken
van het belang van recycling en hen te
stimuleren apparaten apart in te leve-
ren. De proef duurt een jaar. Voor meer
informatie over de inzamelproef en de
locaties van de brievenbussen met inle-
verbakken: wecycle.nl/leeuwarden
Wethouder Milieu van de gemeente Leeu-
warden Isabelle Diks en John Vernooij,
algemeen directeur Omrin
Agenda2 oktober
Afvalconferentie
Organisatie door: Ministerie I&M, VA en NVRD
Inl. www.afvalconferentie.nl
9-10 oktober
Dag van de openbare ruimte, Expo Houten
Inl. www.openbareruimte.nl
30 oktober
NVRD Themadag ‘meer recycling, meer verantwoordelijkheden’
Inl. www.nvrd.nl
6 november
Landelijk zwerfafvalcongres ‘Het rendement van schoon’, Jaarbeurs Utrecht
Inl. www.gemeenteschoon.nl
27 november
Nationaal Congres Beheer Openbare Ruimte
Inl. www.crow.nl
ColofonUitgeverNVRD, WTC ArnhemNieuwe Stationsstraat 106811 KS ARNHEMTelefoon 088 - 3770000E-mail [email protected] www.nvrd.nl
RedactiecommissieRob Schram, RMN (hoofdredacteur)Marc Maassen, GADBas Peeters, NVRDHerman Beerding, BMSRiny de Jonge, stadsdeel Amsterdam-OostMarc Veenhuizen, gemeente ApeldoornWilly Brinkbäumer, Twente MilieuMartin van Nieuwenhoven, Agentschap NLDiederik Notenboom, De Meerlanden
EindredactieKarin Hegeman en Karin Giesen Postbus 1218, 6801 BE Arnhemtel. 088 - 3770000e-mail: [email protected]
Advertentie-exploitatieBureau Van VlietPostbus 20, 2040 AA zandvoorttel. 023 - 5714745e-mail: [email protected]
Opmaak en drukWeevers Grafimedia, www.weevers.nl
Officieel vakblad van de NVRD
AbonnementenadministratieNVRD, Postbus 1218, 6801 BE ArnhemJaarabonnement ad € 98,– excl. BTW. België € 122,50 (Europa en buiten Europa op aanvraag). Los: € 11,50.
Beëindiging abonnementAbonnementen moeten schriftelijk bij de NVRD en uiterlijk op 15 november worden opgezegd. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd.
ISSN 1569-0458
© NVRD
GRAM wordt gedrukt op papier met het FSC®-keurmerk en verschijnt 10x per jaar.
Hoewel door de uitgever de uiterste zorgvuldigheid is betracht, wordt voor de inhoud geen aansprakelijkheid aanvaard.
Hoge kosten voor
?reinigen olielekkages
Olielekkages zijn
gemakkelijk zelf
te reinigen m.b.v.
AQUAQUICK 2000.
Deze unieke
wegdek-
ontvetter
wordt al
toegepast
door bijna alle
brandweerkorpsen
en wegbeheerders.
Bespaar op kosten en tijd,
wij informeren u graag!
VanDoClean B.V. / Absorbit
Tel. 0416-66 80 60
www.vandoclean.nl
Fax 0416-66 80 65
VanDoClean
■
De Uitblinker 2013 is een initiatief van Gemeente Schoon in samenwerking met de NVRD
Doe mee en nomineer de uitblinker(s) van 2013
Verkiezing van De Uitblinker 2013Straatreinigers, straatvegers, medewerkers groenbeheer enmedewerkers afvalbeheer houden Nederland blinkend schoon.Zij zorgen in uw gemeente voor schone straten & tevreden inwoners.Natuurlijk mag dit niet onopgemerkt blijven! Daarom kiezen we binnenkort de Uitblinker 2013.
Nomineer uw meest uitblinkende collega of collega’sHeeft u een collega of medewerker die uitblinkt in zijn of haar werk?Of heeft u een team dat uitzonderlijk uitblinkt? Nomineer deze per-soon of het team dan voor de Uitblinker 2013. Dat kan tot en met 1 oktober 2013 via: www.uitblinker2013.nl.
PrijsuitreikingEen vakkundige jury selecteert de winnaar uit 10 genomineerden.Dit jaar maken teams en personen kans op de titel Uitblinker 2013. Ook het Nederlandse publiek stemt mee. De Uitblinker 2013 wordt uitgereikt tijdens het Landelijk zwerfafvalcongres op 6 november.
Vorig jaar is Marijn Meijdam uit Culemborg gekozen tot Uitblinker van het jaar.Zijn collega’s omschreven Marijn als een buitengewoon vriendelijke persoon die een onmisbare rol speelt in het betrekken van inwoners bij het schoonhouden van de wijk. Marijn is in zijn werk niet te stoppen en altijd zeer gedreven en precies. Kortom, een terechte uitblinker!
Wie volgt hem op?
www.uitblinker2013.nl
Stem mee!
NIEUW!Dit jaar kunnen voor
het eerst ook teams worden aangemeld