Upload
others
View
10
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Grazers
voorbeeldles uit het thema ottomanen
Groep 7
© DaVinci, Hengelo, 2013www.demethodedavinci.nlwww.uitgeverijdavinci.nl
Met medewerking van: Michael de WitIllustraties Werkblokken: Gertie van NuenenVormgeving: Dieneke Scholten, Studiodas
1e editie, mei 2013
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© Da Vinci, Hengelo 2011 3
6 GRAZERS
VOORBEREIDING Leg klaar: Boeken over schapen Vergrootglazen (1 per groepje) (Alleen wanneer er schapenwol aanwezig
is, anders slaan de kinderen de bijbehorende opdrachten in het werkblad over. Wanneer u de methode DaVinci gebruikt, wordt schapenwol meege-leverd.)
Schapenwol Kopieer: Bijlage 1 Werkblad ‘Het schaap’ voor elk kind
LESDOEL
De kinderen kunnen het belang van grazers als paarden en schapen voor de Ottomanen verwoorden. Ze kunnen hun kenmerken benoemen. De spijsvertering van het schaap wordt onderzocht als voorbeeld voor die van herkauwers.
KERNWOORDEN
Offerfeest, Kuddedieren, Grazers, Schaap, Paard, Herkauwer, Pens, Netmaag, Boekmaag, Lebmaag.
Lesinhoud
INLEIDINGVertoon: O6.1 De veldstrijd van de Ottomanen.
Vraag: Wat heb je allemaal gezien?
Vertel: In die tijd waren er vele, vele veldslagen. We hebben het al gehad over de kruistochten, maar de Ottomanen wilden ook hun gebied uitbreiden en veroverden vele landen. Zo ook Hongarije. Het Ottomaanse rijk was uitein-delijk een grote wereldmacht.
Vertoon: O6.2 De kaart van het Ottomaanse Rijk.
4 © Da Vinci, Hengelo 2011
ottomanen
Vertel: Zoals je zag, waren paarden enorm belangrijk in de oorlog. Er waren nog geen tanks of legerauto’s, vliegtuigen of straaljagers. Ze moesten lopend vechten of op een paard. Ook werden olifanten en kamelen gebruikt. De Chinezen hebben een gezegde over de Ottomanen: ‘Ze zijn zo groot dat, gezeten op hun paard, hun benen tot de grond reiken.’ Paarden zijn grazers. Ze eten gras.
Vraag: Welke dieren zijn ook grazers? Koeien, schapen, geiten, konijnen, herten, reeën, giraffes, gnoes, zebra’s, gazelles, ganzen, olifanten, buffels, bokken, bizons, lama’s, ganzen en bepaalde vogels, vissen.
KERNVertoon: O6.3 De clip over grazers.
Vertel: Gras is moeilijk te verteren. Daarom hebben sommige grazers niet één maar vier magen, zoals koeien en schapen. Die dieren noemen we herkau-wers.
Vertoon: O6.4 De clip over herkauwers.
Vraag: We gaan de herkauwer onderzoeken aan de hand van het schaap. Tot welke orde behoort het schaap in het dierenrijk? Waarom? Gewervelde, Zoogdier, het brengt levende jongen ter wereld die door de moeder gezoogd worden.
Vertel: Jullie krijgen een werkblad over het schaap. Deze ga je maken en daarna bespreken wij de opdrachten samen.
De kinderen maken de opdrachten.
AFSLUITING Bespreek de werkbladen na met de kinderen.
Vertel: In ons land worden nog een paar kudden schapen gehouden en gehoed door herders met behulp van honden. De kudden verplaatsen zich telkens om voedsel te zoeken. Schapen grazen kort. Dit is goed voor andere grassen die er groeien. De bovenlaag van het gras wordt sterker. Ook eten schapen het onkruid op. Op deze manier blijft het gebied gezond. Ook gebruiken we nog steeds de wol van schapen.
© Da Vinci, Hengelo 2011 5
6 grazers
Vertoon: O6.5 De clip over wol.
Vertel: Bij de mens is de spijsvertering eenvoudiger dan bij de herkauwers. Als je daar meer over wilt weten, kun je het werkje ‘Spijsvertering’ doen.
Laat zien: De opdracht ‘Spijsvertering’ uit het Werkblok.
Vertel: Leg uit hoe de opdracht gemaakt wordt.
VERWERKING
E-LEARNING
De kinderen maken de e-learning opdrachten op de website.
IN DE KLAS
Geloof en vlees: De kinderen zoeken op wat de voedselvoorschriften zijn van de Joden, Boeddhisten, Hindoeïsten en Christenen en vergelijken dit.
Ibrahim en Ismaël: Lees het verhaal voor uit de Thora, de Bijbel of de Koran.
Dierenbak: De kinderen maken de vragen van de dieren over het schaap. (Bijlage 2).
Bezoek boerenbedrijf/schapenbedrijf: Organiseer met de klas een uitje naar een boerenbedrijf/schapenbedrijf. Kinderen kunnen dan helpen met voeren, melken en stallen schoonmaken.
Spreekwoorden: De kinderen schrijven de betekenis op van de spreek-woorden die ze op het werkblad hebben opgeschreven. Tevens maken de kinderen er tekeningen bij.
Opdracht uit het Werkblok ‘Spijsvertering’: De kinderen leren meer over de spijsvertering bij de mens en doen de opdracht uit het Werkblok.
6 © Da Vinci, Hengelo 2011
ottomanen
Spintol: De kinderen maken zelf een spintol. Benodigdheden: Recht, rond stokje van ongeveer 20 cm lang en 7 mm dik Stanleymesje Touwtje Wol Liniaal Potlood Ronde aardappel
Werkwijze: Maak onderaan het stokje een punt met het stanleymesje. Snijd van je af! Meet bovenaan 5 cm af en trek een lijn om het stokje heen. Maak met de stanleymes een inkeping in deze lijn. Prik de stok door de aardappel. Knoop om de inkeping een touwtje, zorg dat het touwtje net boven de
aardappel hangt. Maak de pluk wol onderaan het touwtje vast. Draai de stok als een tol rond, ondertussen laat je telkens een plukje wol
tussen je vingers glijden zodat een draad ontstaat. Deze rolt zich vanzelf om het stokje heen.
De opdracht ‘Dierenrijk’ uit het Werkblok: De kinderen doen de opdracht.
Internet: Op www.kinderpleinen.nl staat een pagina over Schapen & lammetjes & wol met allerlei links, kleurplaten en informatie. Op www.webkwestie.nl staat een kwestie over paarden. Op de site van het Wereld Natuur Fonds www.wnf.nl staat informatie over het dierenrijk en het verschil tussen even- en onevenhoevigen.
© Da Vinci, Hengelo 2011 7
6 grazers
Bijlage 1 WERKBLAD ‘HET SCHAAP’
Opdracht 1 Kijk goed naar een afbeelding van een schaap (of bekijk een echt schaap). Teken het schaap zo nauwkeurig mogelijk na op een tekenvel.
Opdracht 2 Vul in:
Een mannetjesschaap heet een:
Een vrouwtjesschaap heet een:
Een jong heet een:
Opdracht 3 Schapen zijn kuddedieren. Leg uit wat dat betekent.
Opdracht 4 Welke spreekwoorden zijn er over schapen?
Ram
Ooi
Lam
Ze blijven dicht bij elkaar in de buurt, in een kudde,
een groep. Een afgedwaald schaap mist het oriëntatie-
vermogen en is dan hulpeloos.
Als er één schaap over de dam is,
volgen er meer.
Er gaan veel makke schapen in een
hok .
Het makke schaap wordt van alle
lammeren gezogen .
Het is als een kudde zonder herder.
Een wolf in schaapskleren .
Schapen hebben gouden voetjes.
Zo mak als een schaap.
Zo de wol , zo de stof.
Zo weerloos als een lam.
Het zwarte schaap zijn .
Een jonge ooi en een ouder ram geeft
binnen het jaar een lam.
Men moet het schaap scheren , niet
villen .
Dat zijn getelde schaapjes.
Het verloren schaapje is terecht.
Een verloren schaap.
Dik in de wol zitten .
Zoek geen schaap met vijf poten .
Onder de wol gaan .
De schaapjes op het droge hebben .
8 © Da Vinci, Hengelo 2011
ottomanen
Opdracht 5 Pak een stukje schapenwol en een vergrootglas. Welke kleuren heeft de wol?
Opdracht 6 Pak één haar uit de wol. Bekijk deze onder het vergrootglas. Teken de haar zo precies mogelijk na. Let daarbij op de volgende vragen:
Is de haar rond?
Is de haar overal even dik?
Kun je het begin en het eind vinden van de haar?
Zijn alle haren hetzelfde?
Opdracht 7 Doe een druppel water op de wol. Schrijf op en verklaar wat je ziet.
Ja, maar het heeft vele groeven .
Nee .
Nee , ze zijn waarschijnlijk allemaal afgebroken .
Nee , ze hebben allemaal verschillende
diktes en groeven .
De druppel blijft op de wol liggen . Dit komt door
het vet.
Afhankelijk van welk stuk is de wol wit, doorzichtig en
geel/bruin van de uitwerpselen .
© Da Vinci, Hengelo 2011 9
6 grazers
Opdracht 8 Vroeger al werden veel onderdelen van het schaap gebruikt. Bedenk van elk onderdeel waarvoor mensen dit gebruikt zouden kunnen hebben (en nu nog gebruiken):
Vacht en wol:
Vlees en melk van het schaap:
Maag:
Darmen:
Hoorns:
Vel:
Mest:
Vacht en wol werd verwerkt tot stoffen en
kleding.
Vlees werd gegeten en van de melk
werd boter en kaas gemaakt.
De magen werden als waterzakken gebruikt.
Van de darmen werden snaren gemaakt voor
muziekinstrumenten en het werd gebruikt voor worst.
De hoorns van de rammen werden gebruikt om
op te blazen en zo muziek te maken , ook werden er
sieraden , spelden en beeldjes van gemaakt.
Het vel werd tot leer verwerkt en voor veel doel-
einden gebruikt.
De mest werd gebruikt voor de landbouw.
10 © Da Vinci, Hengelo 2011
ottomanen
Opdracht 8 Kijk naar de poten van het schaap. Een schaap heeft hoeven. Teken hieronder de hoef van het schaap.
Opdracht 9 Een schaap is een zoogdier. Waarmee zoogt het schaap haar jongen? Maak een nauwkeurige beschrijving. Je kan er ook bij tekenen, op een
apart blaadje.
Opdracht 10 Neem een hap brood. Beschrijf wat er met het stuk brood gebeurt wanneer je het in je mond stopt.
Een schaap heeft een uier. Aan deze uier zitten twee
spenen .
We kauwen het stuk brood fijn met onze tanden en
kiezen . Er komt speeksel bij het stuk brood . Wanneer
het fijn genoeg is, slikken wij het stuk door.
© Da Vinci, Hengelo 2011 11
6 grazers
Opdracht 11 Wat eet een schaap? Kruis de juiste antwoorden aan. □ Grassen □ Zaden en granen □ Vlees □ Struikjes □ Onkruid □ Insecten □ Voederbieten
Een schaap is een: □ Vleeseter □ Planteneter □ Alleseter
Opdracht 12 Een schaap is een herkauwer. Hij eet zijn voedsel anders dan wij doen. Een herkauwer slikt zijn voedsel, na weinig gekauwd te hebben, als een
brok door. Na een tijdje wordt het voedsel weer opgerispt, komt het weer omhoog met braakneigingen en dan wordt het in de mond herkauwd. De maag van een schaap bestaat dan ook uit vier delen:
Pens, netmaag, boekmaag en lebmaag. De pens, netmaag en boekmaag zijn voormagen. De lebmaag is de eigen-
lijke maag omdat alleen de lebmaag klieren heeft.
Pens: hier komt het voedsel als eerste. De pens is eigenlijk een opslag-plaats waarin veel voedsel tegelijk terecht kan. Zo kan het schaap veel eten en het later verteren.
Wanneer het schaap genoeg heeft gegeten, gaat ze liggen en komt het voedsel weer omhoog in de bek om nog te verkleinen. Het herkauwen duurt per keer tussen de 10 en 50 minuten. Per etmaal herkauwt het schaap vier tot zes keer.
Netmaag: wanneer het voedsel herkauwd is, komt het in de netmaag terecht. De wand van deze maag lijkt op een visnet, vandaar de naam netmaag. Hier worden vitaminen uit het gras gehaald.
Boekmaag: dit is de derde maag waar het voedsel in terecht komt. Het heeft heel veel plooien die lijken op de pagina’s van een boek, vandaar de naam boekmaag. Hier worden water en mineralen uit het voedsel gehaald.
xx
xx
x
x
12 © Da Vinci, Hengelo 2011
ottomanen
Lebmaag: deze maag lijkt op die van andere zoogdieren zoals de mens. In deze maag zitten klieren om het voedsel nog kleiner te maken zodat het lichaam het voedsel kan opnemen.
Dunne darm: hierin wordt het voedsel verder verteerd zodat het lichaam het voedsel op kan nemen. Dit komt door de enzymen die hierin aanwezig zijn.
Dikke darm: hierdoor vindt opname van het voedsel plaats in het bloed.
Endeldarm: voedsel dat niet opgenomen wordt, afvalstoffen, wordt hier-door uit het lichaam verwijderd (mest).
Vul in de tekening de juiste letters in:
A Bek F Lebmaag B Slokdarm G Dunne darm C Pens H Endeldarm D Netmaag I Anus E Boekmaag
© Da Vinci, Hengelo 2011 13
6 grazers
Opdracht 13 Waar of niet waar? Streep het foute antwoord door: Schapen hebben alleen in de onderkaak tanden. WAAR/ NIET WAAR Schapen eten ook bladeren van de bomen. WAAR/ NIET WAAR Schapen hebben geen lippen. WAAR/ NIET WAAR Een schaap heeft één maag. WAAR/ NIET WAAR
Andere herkauwers zijn (kruis het juiste antwoord aan ): □ Honden en koeien □ Koeien en geiten □ Katten en honden □ Geiten en paarden
x
14 © Da Vinci, Hengelo 2011
ottomanen
Bijlage 2 VRAGEN OVER DIEREN
Vraag 1 Waarnemen1.1. Is het dier gewerveld of ongewerveld?1.2. Tot welke klasse behoort het dier?1.3. Hoe ziet het dier eruit?1.4. Hoe beweegt het dier?1.5. Welke geluiden maakt het dier?1.6. Hoe voelt het dier aan?1.7. Hoe reageert het dier op je?1.8. Hoe neemt het dier waar?
Mijn vraag:
Vraag 2 Leven en wonen2.1. Waar leeft het dier in het wild?2.2. Welke planten groeien in de omgeving van het dier?2.3. Welke andere dieren leven in zijn omgeving?2.4. Heeft het dier vijanden? Welke?2.5. Is het dier een vijand voor andere dieren?2.6. Wat voor huis heeft het dier?2.7. Waar leeft het dier als het bij de mensen woont?
Mijn vraag:
Vraag 3 Het jaar door3.1. Wat doet het dier overdag en ’s nachts?3.2. Wat doet het dier in de lente, zomer, herfst, winter?3.3. Hoe oud kan het dier worden?
Mijn vraag:
Vraag 4 Alleen of samen4.1. Leeft het dier alleen of in een groep?4.2. Heeft de groep een leider?4.3. Hoe wordt het dier leider van een groep?
Mijn vraag:
© Da Vinci, Hengelo 2011 15
6 grazers
Vraag 5 Eten en drinken5.1. Wat eet en drinkt het dier?5.2. Hoe komt het dier aan voedsel?5.3. Hoe eet het dier?5.4. Waar bewaart het dier zijn voedsel?
Mijn vraag:
Vraag 6 Jonge dieren6.1. Hoe paart het dier?6.2. Hoe krijgt het dier jongen?6.3. Hoe worden de jonge dieren verzorgd?6.4. Hoe worden de jonge dieren beschermd?6.5. Hoe spelen de jonge dieren?6.6. Veranderen de jonge dieren als ze groeien?6.7. Hoelang blijven de jonge dieren bij de ouders?
Mijn vraag:
Vraag 7 Mens en dier7.1. Wat is het nut van het dier voor de mens?7.2. Tot welke familie behoort het dier?7.3. Wordt het dier door de mens beschermd?7.4. Welke voorouders heeft het dier?
Mijn vraag:
Kopieerbladen
© Da Vinci, Hengelo 2011 7
6 grazers
Bijlage 1 WerkBlad ‘Het scHaap’
Opdracht 1 Kijk goed naar een afbeelding van een schaap (of bekijk een echt schaap). Teken het schaap zo nauwkeurig mogelijk na op een tekenvel.
Opdracht 2 Vul in:
Een mannetjesschaap heet een:
Een vrouwtjesschaap heet een:
Een jong heet een:
Opdracht 3 Schapen zijn kuddedieren. Leg uit wat dat betekent.
Opdracht 4 Welke spreekwoorden zijn er over schapen?
8 © Da Vinci, Hengelo 2011
ottomanen
Opdracht 5 Pak een stukje schapenwol en een vergrootglas. Welke kleuren heeft de wol?
Opdracht 6 Pak één haar uit de wol. Bekijk deze onder het vergrootglas. Teken de haar zo precies mogelijk na. Let daarbij op de volgende vragen:
Is de haar rond?
Is de haar overal even dik?
Kun je het begin en het eind vinden van de haar?
Zijn alle haren hetzelfde?
Opdracht 7 Doe een druppel water op de wol. Schrijf op en verklaar wat je ziet.
© Da Vinci, Hengelo 2011 9
6 grazers
Opdracht 8 Vroeger al werden veel onderdelen van het schaap gebruikt. Bedenk van elk onderdeel waarvoor mensen dit gebruikt zouden kunnen hebben (en nu nog gebruiken):
Vacht en wol:
Vlees en melk van het schaap:
Maag:
Darmen:
Hoorns:
Vel:
Mest:
10 © Da Vinci, Hengelo 2011
ottomanen
Opdracht 8 Kijk naar de poten van het schaap. Een schaap heeft hoeven. Teken hieronder de hoef van het schaap.
Opdracht 9 Een schaap is een zoogdier. Waarmee zoogt het schaap haar jongen? Maak een nauwkeurige beschrijving. Je kan er ook bij tekenen, op een
apart blaadje.
Opdracht 10 Neem een hap brood. Beschrijf wat er met het stuk brood gebeurt wanneer je het in je mond stopt.
© Da Vinci, Hengelo 2011 11
6 grazers
Opdracht 11 Wat eet een schaap? Kruis de juiste antwoorden aan. □ Grassen □ Zaden en granen □ Vlees □ Struikjes □ Onkruid □ Insecten □ Voederbieten
Een schaap is een: □ Vleeseter □ Planteneter □ Alleseter
Opdracht 12 Een schaap is een herkauwer. Hij eet zijn voedsel anders dan wij doen. Een herkauwer slikt zijn voedsel, na weinig gekauwd te hebben, als een
brok door. Na een tijdje wordt het voedsel weer opgerispt, komt het weer omhoog met braakneigingen en dan wordt het in de mond herkauwd. De maag van een schaap bestaat dan ook uit vier delen:
Pens, netmaag, boekmaag en lebmaag. De pens, netmaag en boekmaag zijn voormagen. De lebmaag is de eigen-
lijke maag omdat alleen de lebmaag klieren heeft.
Pens: hier komt het voedsel als eerste. De pens is eigenlijk een opslag-plaats waarin veel voedsel tegelijk terecht kan. Zo kan het schaap veel eten en het later verteren.
Wanneer het schaap genoeg heeft gegeten, gaat ze liggen en komt het voedsel weer omhoog in de bek om nog te verkleinen. Het herkauwen duurt per keer tussen de 10 en 50 minuten. Per etmaal herkauwt het schaap vier tot zes keer.
Netmaag: wanneer het voedsel herkauwd is, komt het in de netmaag terecht. De wand van deze maag lijkt op een visnet, vandaar de naam netmaag. Hier worden vitaminen uit het gras gehaald.
Boekmaag: dit is de derde maag waar het voedsel in terecht komt. Het heeft heel veel plooien die lijken op de pagina’s van een boek, vandaar de naam boekmaag. Hier worden water en mineralen uit het voedsel gehaald.
12 © Da Vinci, Hengelo 2011
ottomanen
Lebmaag: deze maag lijkt op die van andere zoogdieren zoals de mens. In deze maag zitten klieren om het voedsel nog kleiner te maken zodat het lichaam het voedsel kan opnemen.
Dunne darm: hierin wordt het voedsel verder verteerd zodat het lichaam het voedsel op kan nemen. Dit komt door de enzymen die hierin aanwezig zijn.
Dikke darm: hierdoor vindt opname van het voedsel plaats in het bloed.
Endeldarm: voedsel dat niet opgenomen wordt, afvalstoffen, wordt hier-door uit het lichaam verwijderd (mest).
Vul in de tekening de juiste letters in:
A Bek F Lebmaag B Slokdarm G Dunne darm C Pens H Endeldarm D Netmaag I Anus E Boekmaag
© Da Vinci, Hengelo 2011 13
6 grazers
Opdracht 13 Waar of niet waar? Streep het foute antwoord door: Schapen hebben alleen in de onderkaak tanden. WAAR/ NIET WAAR Schapen eten ook bladeren van de bomen. WAAR/ NIET WAAR Schapen hebben geen lippen. WAAR/ NIET WAAR Een schaap heeft één maag. WAAR/ NIET WAAR
Andere herkauwers zijn (kruis het juiste antwoord aan ): □ Honden en koeien □ Koeien en geiten □ Katten en honden □ Geiten en paarden
14 © Da Vinci, Hengelo 2011
ottomanen
Bijlage 2 Vragen OVer dieren
Vraag 1 Waarnemen1.1. Is het dier gewerveld of ongewerveld?1.2. Tot welke klasse behoort het dier?1.3. Hoe ziet het dier eruit?1.4. Hoe beweegt het dier?1.5. Welke geluiden maakt het dier?1.6. Hoe voelt het dier aan?1.7. Hoe reageert het dier op je?1.8. Hoe neemt het dier waar?
Mijn vraag:
Vraag 2 Leven en wonen2.1. Waar leeft het dier in het wild?2.2. Welke planten groeien in de omgeving van het dier?2.3. Welke andere dieren leven in zijn omgeving?2.4. Heeft het dier vijanden? Welke?2.5. Is het dier een vijand voor andere dieren?2.6. Wat voor huis heeft het dier?2.7. Waar leeft het dier als het bij de mensen woont?
Mijn vraag:
Vraag 3 Het jaar door3.1. Wat doet het dier overdag en ’s nachts?3.2. Wat doet het dier in de lente, zomer, herfst, winter?3.3. Hoe oud kan het dier worden?
Mijn vraag:
Vraag 4 Alleen of samen4.1. Leeft het dier alleen of in een groep?4.2. Heeft de groep een leider?4.3. Hoe wordt het dier leider van een groep?
Mijn vraag:
© Da Vinci, Hengelo 2011 15
6 grazers
Vraag 5 Eten en drinken5.1. Wat eet en drinkt het dier?5.2. Hoe komt het dier aan voedsel?5.3. Hoe eet het dier?5.4. Waar bewaart het dier zijn voedsel?
Mijn vraag:
Vraag 6 Jonge dieren6.1. Hoe paart het dier?6.2. Hoe krijgt het dier jongen?6.3. Hoe worden de jonge dieren verzorgd?6.4. Hoe worden de jonge dieren beschermd?6.5. Hoe spelen de jonge dieren?6.6. Veranderen de jonge dieren als ze groeien?6.7. Hoelang blijven de jonge dieren bij de ouders?
Mijn vraag:
Vraag 7 Mens en dier7.1. Wat is het nut van het dier voor de mens?7.2. Tot welke familie behoort het dier?7.3. Wordt het dier door de mens beschermd?7.4. Welke voorouders heeft het dier?
Mijn vraag: