Upload
hoangbao
View
217
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
‘Verstandelijke Beperkingen’
Definitie, Assessment &
Persoonlijk Ondersteuningsplan
‘Verstandig omgaan met beperkingen’ Keuzeblok 2.3 Geneeskunde
Maastricht University
Dr. Wil Buntinx, GZ-psycholoog (Gouverneur Kremers Centrum, Maastricht University - MUMC)
11 januari 2013
Verstandelijke Beperkingen
structuur van het college
1. Achtergronden van het huidige denken over verstandelijke beperkingen
2. Professionele ondersteunigsproces: 4 vragen – 1 ‘kapstok’ 3. Diagnostiek en Assessment 4. Ondersteuning en ondersteuningsplan
Wetenschappelijke ontwikkelingen
Mensen met (verstandelijke) beperkingen
Defectmodellen
Probleem ‘in’ de persoon
- syndroom - genetische afwijking - ontwikkeling centraal zenuwstelsel - intelligentietekort - ontwikkelingsachterstand - tekort aan vaardigheden - eigenschap van de persoon - weinig tot niet beïnvloedbaar
Pathologische modellen
van
Functionele modellen
Probleem in de interactie ‘persoon-omgeving’
- verhouding tussen competenties en eisen van de omgeving
- functioneren is dynamisch, afhankelijk van de setting
- kwaliteit omgeving bepaalt sterk mee het welzijn (kansen, belemmeringen) - beïnvloedbaar ! à ondersteuning
Wetenschappelijke ontwikkelingen
Sociaal-Ecologische modellen = altijd ‘persoon in context’
naar
Mensen met verstandelijke beperkingen
Maatschappelijke ontwikkelingen: inclusie
1948 - Universele Verklaring van de Rechten van de Mens
1971 - Universele Verklaring van de Rechten van Verstandelijk Gehandicapten
1975 - Universele Verklaring van de Rechten van Mensen met een Handicap 1994 - Standard Rules on the Equalization of Opportunities for Persons with Disabilities
2006 - Convention on the rights of persons with disabilities
Mensen met verstandelijke beperkingen
Sociaal-politiek kader: van Rechten (1971) naar Kansen (1994) naar Voorwaarden om volwaardig mens en lid van de samenleving te zijn:
UN conventie (2006)
153 landen hebben ondertekend (Nederland op 30 maart 2007) 117 landen hebben geratificeerd (Nederland ????)
Erkend als een universeel waardenkader voor politieke, sociale, wetenschappelijke en professionele activiteiten.
Evenknie van de ‘conventie’ op individueel niveau: Kwaliteit van Bestaan !
Ontwikkelingen in (het systeem/de organisatie) van professionele hulpverlening aan mensen met verstandelijke beperkingen
Mensen met (verstandelijke) beperkingen
van segregatie via normalisatie naar inclusie van ‘verzorging’ naar ‘ondersteunen’ Van ‘zorg geven aan’ naar ‘faciliteren van ondersteuning’
agemene diensten
winkelen
wonen
onderwijs
vrije tijdsbesteding
werk
familie en relaties
gezondheidszorg
Samenleving
wonen
winkelen
onderwijs
ontspanning
werk
famile en relaties
wonen werk
ontspanning gezondheidszorg
onderwijs
Algemene diensten
gezondheidszorg
professionals
Instelling
Dagcentra
Wooncentra
Beschermd werken
Model A
algemene diensten
winkelen
wonen
onderwijs
vrije tijdbesteding
werk
familie en relaties
gezondheidszorg
Model B
Ondersteunings team
professionele ondersteunings- organisatie
faciliteert
algemene diensten
winkelen
wonen
onderwijs
vrije tijd
werk
Familie en relaties
gezondheidszorg
Model B+
Ondersteunings team
professionele ondersteunings- organisatie
faciliteert
Implicaties voor professionele hulpverlening: van zorg naar ondersteuning
Zorg Ondersteuning
Alternatieven ‘buiten’ samenleving Inclusie en participatie in samenleving
Inpassen in programma’s en voorzieningen Geïndividualiseerde ondersteuning – eigen regie
Gespecialiseerde hulpverlening Gewone èn gespecialiseerde hulpverlening
Doel: Functioneren Doel: kwaliteit van bestaan
‘Patiënt’ – ‘Leerling’ ‘Medeburger’ / ‘cliënt’
Beschermen Empowerment – Faciliteren
Professionele bureaucratieën Klantgerichte organisaties
Informatie opslaan Informatie delen
Professional=expert, moet probleem ‘fixen’ Professional is ondersteuningspartner
operationeel
faciliterend
strategisch
Cliënten (‘krijgen zorg binnen onze voorzieningen’)
traditionele zorgorganisatie Organisatie
operationeel
faciliterend
strategisch
Cliënten (ontvangen ondersteuning in hùn leven)
ondersteuningsorganisatie Organisatie
operationeel
faciliterend
strategisch
Cliënten (ontvangen ondersteuning in hùn leven)
ondersteuningsorganisatie
systemen
CIZ Zorgkantoor Gemeente …
AWBZ WMO WGBO – BOPZ – Kwaliteitswet - …
Organisatie
Voorbeelden van weerspiegeling maatschappelijke ontwikkelingen in professionele waarden-kaders: Europees Manifest: Adequate Gezondheidszorg voor Mensen met een Verstandelijke Handicap (2003) MAHM – European Association of Intellectual Disability Medicine Beroepsprofiel Gezondheidszorgpsycholoog in de Gehandicaptenzorg (2007) NIP -NVO
Mensen met verstandelijke beperkingen
Zie: Buntinx & Van Gennep, 2007
Verstandelijke Beperkingen
structuur van het college
2. Het professionele ondersteuningsproces: 4 vragen – 1 ‘kapstok’
Een mentaal model van het professionele ondersteuningsproces…
Vier vragen:
1. Wat zijn de problemen in het functioneren ? 2. Welke zijn de ondersteuningsbehoeften ? 3. Hoe, waar door wie wordt welke ondersteuning geboden ? 4. Heeft ondersteuning bijgedragen tot de Kwaliteit van Bestaan van de persoon ? (had de gegeven ondersteuning effect?)
BehoeftenProblemen
Model van het professioneel ondersteuningsproces
Ondersteuning Uitkomsten
Kwaliteit van
Bestaan
PersoonlijkOndersteunings-
Plan
Ond
erst
euni
ngs-
beho
efte
n
Dia
gnos
tiek
Ass
essm
ent
3 Ondersteuningsplan?
Subj. Wensen (WANTS)
Geobject. Behoeften (NEEDS)
Risico’s
2 Behoeften?
Diagnose
Multi- dimen- sionele Beeld-
vorming (assessment)
1 Problemen?
Model van het professioneel ondersteuningsproces
P
DC
A
Subjectieve en
Objectieve
Uitkomsten Kwaliteit
van Bestaan
4 Uitkomst?
Afspraken over Doelen Strategieën Hulpbronnen
Verstandelijke Beperkingen
structuur van het college
3. Diagnostiek en Assessment van het functioneren
WHO Definition: intellectual disability Intellectual disability means a significantly reduced ability to understand new or complex information and to learn and apply new skills (impaired intelligence). This results in a reduced ability to cope independently (impaired social functioning), and begins before adulthood, with a lasting effect on development. Disability depends not only on a child’s health conditions or impairments but also and crucially on the extent to which environmental factors support the child’s full participation and inclusion in society.
http://www.euro.who.int/en/what-we-do/health-topics/noncommunicable-diseases/mental-health/news/news/2010/15/childrens-right-to-family-life/definition-intellectual-disability
The DSM-IV-TR (2000) criteria for a diagnosis of intellectual disability : The disorder is characterized by “significantly subaverage intellectual functioning,” which must be supported by three factors: 1. significant intellectual impairment; 2. significant limitations in adaptive functioning in at least two of the following areas: communication, selfcare, home living, social/interpersonal skills, use of community resources, self-direction, functional academic skills, work, leisure, health, and safety; and 3. onset before the age of 18.
Intellectual Disability is characterized by significant limitations both in intellectual functioning and in adaptive behavior as expressed in conceptual, social, and practical adaptive skills.
This disability originates before age 18.
The AAIDD (2010) definition of intellectual disability :
AAIDD definitie 2010
“Verstandelijke beperkingen” zijn functioneringsproblemen die worden gekenmerkt door significante beperkingen in zowel het intellectuele functioneren als het adaptieve gedrag met betrekking tot conceptuele, sociale en praktische vaardigheden. Deze beperkingen ontstaan vóór de leeftijd van 18 jaar.
Definitie van ‘Verstandelijke beperkingen’
Diagnose Diagnose ‘verstandelijke handicap’ indien 3 voorwaarden zijn vervuld: 1. significante beperkingen in het intellectuele functioneren
• Valide intelligentietest – individueel toegepast • IQ 2 of meer standaarddeviaties beneden het gemiddelde
2. significante beperkingen in adaptieve vaardigheden
• Valide schaal voor adaptieve vaardigheden • 2 of meer standaarddeviaties beneden het gemiddelde van de populatie
op tenminste één domein van deze adaptieve vaardigheden (conceptuele, sociale, praktische vaardigheden)
3. de beperkingen zijn ontstaan vóór het achttiende levensjaar
Assessment: systematisch in kaart brengen van sterke en zwakke gebieden van het functioneren Doel: identificeren van sterke en zwakke aspecten in de dimensies van het menselijk functioneren
identificeren probleemgebieden in het functioneren
identificeren etiologie …met het oog op onderkennen ondersteuningsbehoeften en plannen van ondersteuning.
Het AAIDD model en het ICF model zijn daarbij hulpmiddelen. Zij bieden een leidraad voor interdisciplinair assessment. ICF biedt ook een classificatiesysteem.
De eerder genoemde wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkelingen leidden tot twee actuele modellen als leidraad voor beeldvorming (assessment) in de professionele praktijk.
Assessment modellen/systemen voor de professionele praktijk
gezondheidstoestand aandoeningen, ziekten
functies en anatomische
eigenschappen
activiteiten participatie
externe factoren persoonlijke factoren
ICF 2001
gezondheidstoestand aandoeningen, ziekten
stoornissen beperkingen handicaps – participatie-problemen
belemmeringen
persoonlijke factoren
ICF 2001
model verstandelijke beperkingen (AAIDD - 2010)
Menselijk Functioneren
V. Context (omgeving en persoonlijke factoren)
II. Adaptief gedrag
I. Verstandelijke mogelijkheden
Individuele onder-steuning
III. Gezondheid en Etiologie
IV. Participatie, Interactie & Sociale rollen
In kaart brengen van sterke en zwakke gebieden van het functioneren
1. Intelligentie
2. Adaptieve vaardigheden Sterke en zwakke functies van intelligentie, bijzondere vaardigheden. Informatiebronnen: intelligentietests, schalen voor zelfredzaamheid, ontwikkelingsschalen, observatie… Kerndisciplines: psycholoog, (ortho)pedagoog – GZ-psycholoog
In kaart brengen van sterke en zwakke gebieden van het functioneren 3. Gezondheid (fysiek en geestelijk) en etiologie
• Basisonderzoek • Geestelijke gezondheid (‘mental health’): geestelijke gezondheidsproblemen komen bij verstandelijk gehandicapten 2 tot 3 keer vaker voor dan in de normale populatie – denk aan angst, stress, posttraumatisch stress syndroom, stemmingsstoornissen (depressie), alcohol en drugs…
Kerndiscipline: (AVG) arts en medische specialisten
In kaart brengen van sterke en zwakke gebieden van het functioneren
• Etiologie AAIDD kent een multifactorieel model van
etiologische risicofactoren 1. Biomedische factoren: genetische syndromen, geboorte trauma, voeding… 2. Sociale factoren: armoede, onderstimulering… 3. Gedragsfactoren: bijv. alcoholmisbruik van ouders, mishandeling 4. Opvoeding: opvoedingsklimaat, beschikbaarheid van scholen
In kaart brengen van sterke en zwakke gebieden van het functioneren
• Etiologie Multifactorieel model van risicofactoren
Tijd Biomedisch Sociaal Gedrag Opvoeding
Prenataal
Perinataal
Postnataal
In kaart brengen van sterke en zwakke gebieden van het functioneren 4. Participatie, interactie en sociale rollen
Informatiebronnen: observatie van dagelijkse situaties – interview met de persoon zelf; informatie van leerkrachten, ouders, familie, begeleiders…
• Participatie in de samenleving • Interactie met leeftijdgenoten, vrienden, familie, buren… • Sociale rollen: thuis / op school / op het werk / recreatie / kerk…
Kerndiscipline: maatschappelijk werk
In kaart brengen van sterke en zwakke gebieden van het functioneren 5. Context Sterke en zwakke gebieden in de omgeving van de persoon (‘kwaliteit van de context’)
Informatiebronnen: observatie, gesprek met de persoon, zijn familie, andere professionals, groepsleiding, regelgeving…
1. Onmiddellijke omgeving van de persoon (persoon zelf, familie,
woonsituatie, werksituatie, schoolsituatie, vrienden, belangenbehartigers, directe ondersteuners / groepsleiding…)
2. Buurt en samenleving (beschikbare diensten, vb. gezondheidszorg; onderwijs…)
3. Samenleving (cultuur, rechten, zorgsysteem…)
In kaart brengen van sterke en zwakke gebieden van het functioneren
5. Context
Centrale vraag: wat zijn bevorderende of belemmerende factoren in de omgeving (voor het functioneren van de persoon)?
• Inventariseer belemmeringen
• Inventariseer bevorderende factoren
Kerndiscipline: alle betrokken disciplines
Ondersteuning
• Ondersteuning verwijst naar hulpbronnen en strategieën om het functioneren van mensen met verstandelijke beperkingen te bevorderen.
• Ondersteuning is gericht op het bevorderen van de kwaliteit van bestaan van de persoon – dit is het ‘perspectief’.
• Ondersteuning is een antwoord op ondersteuningsbehoeften.
45
Eisen van de omgeving
Bij mensen met verstandelijke beperkingen zijn de eisen van de omgeving niet in evenwicht met de persoonlijke cognitieve, sociale en praktische competenties – de kloof kan worden
overbrugd met individuele ondersteuning
‘Ondersteuningsbehoefte’
Behoefte aan individuele
ondersteuning
Competenties
Ondersteuning
Quality of Life Ondersteuningsbehoeften ‘normaal’ functioneren conform lft.&cult.
com
pete
ntie
s
ondersteuningsbehoefte
47
Domeinen: • Huiselijke activiteiten, • Samenleving, • Leren, • Arbeid, • Gezondheid en Veiligheid, • Sociale activiteiten,
• Belangenbehartiging, • Speciale Medische en • Gedragsmatige behoeften
SIS Meetinstrument Behoefte aan ondersteuning Op welk gebied nodig? Hoe intens?
Huiselijke activiteiten
Samenleving
Leren & ontwikkeling
Werkactiviteiten
Gezondheid en Veiligheid
Sociale activiteiten
Belangenbehartiging
Sp. Medische behoeften
Sp. Gedragsmatige behoeften
-Welke -Hoeveel ondersteuning nodig?
om te functioneren zoals leeftijdgenoten, als lid van de samenleving om je prettig te voelen in in je omgeving om je eigen ambities te realiseren om een goede kwaliteit van bestaan te ervaren
Definitie van ondersteuningsplan: Een weergave van de afspraken tussen cliënt en zorgaanbieder over de doelen van de ondersteuning en de wijze waarop getracht wordt deze te bereiken. (Besluit Zorgplan-bespreking AWBZ, 2009). Doelen van het ondersteuningsplan: • Het actief betrekken van de persoon met een beperking bij het maken van voor hem
of haar belangrijke keuzes. • Plaatsing van de cliënt binnen de context van zijn eigen sociale netwerk en
omgeving. Dit natuurlijke netwerk is, waar mogelijk, de eerste hulpbron voor ondersteuning. Zorgaanbieders moeten ook aandacht schenken aan samenwerking met dit natuurlijke netwerk.
• Het gericht zijn op instandhouding of verbetering van de kwaliteit van het bestaan. • Het ontwerpen van ondersteuning rond de cliënt die rekening houdt met zijn/haar
behoeften en persoonlijke doelen.
Sociale netwerk
Verhouding tussen • OndersteuningsPlan, • Behandelplannen / werkplannen en • Basale informatie over het functioneren (diagnostiek, beeldvorming, ondersteuningsbehoeften) en administratieve informatie (indicatie, ZZP, naw,...)
© BTC 2011
Klinische en administratieve basisinformatie (‘dossier’)
Professionele behandelplannen / werkplannen
Persoonlijk OndersteuningsPlan
1. Persoon zelf Eigen Kracht
2. Familie&vrienden
3. Informele ondersteuning
4. Algemene diensten
5. Gespecialiseerde diensten
Natuurlijke bronnen Speciale bronnen
Ondersteuningsbronnen
Methodieken van ondersteuning
Methodieken gericht op versterken eigen kracht van cliënt en netwerk
‘Eigen Kracht’- ‘Community Support’ – ‘Wraparound Care’... Methodieken gericht op Kwaliteit van Bestaan
Active Support – Sociale netwerkontwikkeling – ‘Vlaskamp’ – ‘Hooi op je vork’ – Eigen Initiatief Model – Oplossingsgericht werken... Eclectische attitude!
Community Support Wraparound Care
Factor Domein Indicatoren
Zelfstandigheid
Persoonlijke ontwikkeling subjectief / objectief
Zelfbepaling subjectief / objectief
Sociale Participatie
Inter-persoonlijke relaties subjectief / objectief
Sociale inclusie subjectief / objectief
Rechten subjectief / objectief
Welzijn
Emotioneel welzijn subjectief / objectief
Fysiek welzijn subjectief / objectief
Materieel welzijn subjectief / objectief
Quality of Life model (Schalock, 2008)
Ondersteuning is gericht op… …uitkomsten in termen van Kwaliteit van Bestaan
Additional reading references Buntinx, W.H.E. & Schalock, R. (2010). Models of Disability, Quality of Life, and Individualized Supports: Implications for Professional Practice in Intellectual Disability. Journal of Policy and Practice in Intellectual Disabilities, 7 (4), 283–294. Buntinx W.H.E., & Gennep, Th.G., van (red.) (2007). Professionaliteit in de hulpverlening aan mensen met verstandelijke beperkingen. Antwerpen/Apeldoorn: Garant Herps, M.A., Buntinx, W.H.E. & Curfs, L.M.G. (2012). In dialoog over het ondersteuningsplan. Een exploratief onderzoek naar de betrokkenheid van mensen met verstandelijke beperkingen bij het opstellen, uitvoeren en evalueren van hun ondersteuningsplan. NTZ, 38(1), p. 2-14. Herps, M.A., Buntinx, W.H.E. & Curfs, L.M.G. (2010). Ontwikkelingen in het ondersteuningsplan in Nederland. NTZ, 36(2), p.111-136. Schalock, R.L., Borthwick-Duffy, S.A., Bradley, V.J., Buntinx, W.H.E., Coulter, et al. (2010). Intellectual Disability: Definition, Classification, and Systems of Supports. Washington: AAIDD. Schalock, R.L., Gardner, J.F. & Bradley, V.J. (2007). Quality of Life for People with Intellectual and Other Developmental Disabilities. Applications across individuals, organizations, communities, and systems. Washington: AAIDD. Schalock, R., Luckasson, R., Bradley, V., Buntinx, W., Lachapelle, Y. et al. (2012). User’s Guide to Accompany the 11th Edition of Intellectual Disability: Definition, Classification, and Systems of Supports. Applications for Clinicians, Educators, Organizations Providing Supports, Policymakers, Family members and Advocates, and Health Care Professionals. Washington: AAIDD. Thompson, J.R., Bradley, V., Buntinx, W.H.E., Schalock, R.L., Shogren, K.A.., Snell, M., & Wehmeyer M.L. (2009). Conceptualizing Supports and the Support Needs of People with Intellectual Disabilities. Intellectual Disability. 47 (2), 135–146.