Upload
others
View
16
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
HANDLEIDING VROEGTIJDIGE INTENSIEVE GEZINSBEGELEIDING (AMBERMODULE)
CKG DE SCHOMMEL vzw
December 2013
1
DANKWOORD
In eerste instantie is een woord van dank aan vzw Amber hier zeker op zijn plaats. Door
hun durf en geloof kunnen we nu spreken over ‘de ambermodule’. In het bijzonder willen
we Ria Van Laer vernoemen. Zij is nu werkzaam in het CGG Vlaams-Brabant Oost, maar
daarvoor was ze gedurende 8 jaar de stuwende kracht achter “de Vroegtijdige Intensieve
Gezinsbegeleiding” bij vzw Amber.
Verder zijn we uiteraard heel blij dat onze subsidiërende instantie Kind en Gezin er voor
gezorgd heeft dat deze waardevolle methodiek als module kan aangeboden worden door
de CKG’s.
Ook alle CKG’s die zowel nu als in het verleden hun schouders onder dit project hebben
gezet verdienen onze appreciatie. Het onmiskenbaar gevoel van verbondenheid maakte
het uitbouwen van deze module zeker de moeite waard.
Tenslotte gaat onze dank uit naar Kris Henno, Miriam Ceuppens, Sofie Vandereyken en
Ann De Becker. Het is door hun doorzetting dat dit draaiboek gerealiseerd is.
We hopen met dit draaiboek een bijdrage te kunnen leveren aan de kwaliteitsbewaking
van de methodiek.
Dank Dankjewel allemaal
Het directiecollege CKG De Schommel
Anne De Groof
Ann De Souter
2
Handleiding ambermodule Inhoudsopgave Inleiding …………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 4 Historiek ..……………..……………………………………………………………………………………………………………………. 5 Opzet van deze handleiding ……………………………………………………………………………………………………….. 6 HOOFDSTUK 1: INHOUD FOCUSMODULE AMBER ......................................................................................... 7
1.1. Beoogde doelgroep ............................................................................................................................. 7 1.1.1.Algemene omschrijving ........................................................................................................... 7 1.1.2.Operationalisering ................................................................................................................... 7 1.1.3.Tegenindicaties ........................................................................................................................ 8
1.2. Beoogde aanmeldingen ....................................................................................................................... 9 1.2.1.Algemene omschrijving ........................................................................................................... 9 1.2.2.Operationalisering ................................................................................................................... 9
1.3. Werkingsprincipes ............................................................................................................................. 10 1.3.1.Vroegtijdig …………………………………………….………………………………………………………………………… 11 1.3.2.Intensief …………………………………………………………………………………………………………………………… 12 1.3.3.Gezinsbegeleiding …………..……………………………………………………………………………………………….. 12
1.4. Beoogde Doelstellingen ..................................................................................................................... 12 1.4.1.Algemene doelstelling ........................................................................................................... 12 1.4.2.Operationalisering ................................................................................................................. 12
1.5. FID-parameters .................................................................................................................................. 16 1.5.1.Frequentie van de huisbezoeken ……………………………………………………………………………………… 17 1.5.2.Aantal uren per huisbezoek ……………………………………………………………………………………………… 17 1.5.3.Begeleidingsduur ……………..……………………………………………………………………………………………... 17 HOOFDSTUK 2: PROFESSIONELE BEGELEIDING ........................................................................................... 18
2.1. Basishouding ...................................................................................................................................... 18 2.1.1.Uitgangspunten ..................................................................................................................... 18 2.1.2.Basishouding van de hulpverlener ........................................................................................ 20
2.2. Vaardigheden bij het hechtingsgericht en relatieopbouwend werken met gezinnen met een jonge baby ......................................................................................................................................................... 22
2.2.1.Centrale focus: relatie tussen ouder en kind ......................................................................... 24 2.2.2.Begeleiding van de ouder-kind-interacties: kijken naar de noden van de baby ................... 25 2.2.3.Aandacht voor de ouder in het begeleidingsproces .............................................................. 26
HOOFDSTUK 3: METHODIEKEN .................................................................................................................... 29
3.1. Algemene omschrijving ..................................................................................................................... 29 3.2. Operationalisering ............................................................................................................................. 29
3.2.1.Mobiel en intensief ................................................................................................................ 29 3.2.2.Een begeleidingsduur van 6 maanden .................................................................................. 29 3.2.3.Op maat aan de hand van doelstellingenkaartjes ................................................................. 30 3.2.4.Methode is praten én doen ................................................................................................... 32
3
HOOFDSTUK 4: OVERZICHT VAN VEEL GEBRUIKTE METHODIEKEN BINNEN DE AMBERMODULE .............. 35 4.1. Om prenataal te begeleiden .............................................................................................................. 35
4.2. Om een aangepaste zorg voor de baby te verzekeren …………………………………………………………………. 37 4.3. Om de ontwikkeling van de baby op een aangepaste manier te stimuleren ………………………………… 38 4.4. Om de baby een affectieve band en geborgenheid te bieden ………………………..……………………………. 39 4.5. Om het opnemen van de ouderrol te stimuleren en het psychologisch-fysisch functioneren van ouders positief te bevorderen ……………………………………………………………………………………………………………. 40 4.6. Om het ondersteunend sociaal-emotioneel netwerk te ontwikkelen ………………………………………….. 41 4.7. Om het praktisch/administratief/financieel/maatschappelijk functioneren positief te laten verlopen …………………………………………………………………………………………………………………………………………….. 41 HOOFDSTUK 5:TAXATIE VAN DE AFSTEMMING TUSSEN OUDERS EN HUN BABY EN RISICOTAXATIE ......... 42
5.1. Taxatie van de afstemming tussen ouders en hun baby ................................................................... 42 5.1.1.Checklist Interactie (CKG ’t Hummelhuis) .............................................................................. 42 5.1.2.Zelfrapporteringschaal voor emotionele beschikbaarheid (Nicole vliegen) ......................... 43 5.1.3.De ‘Emotional Availability Scales’ (E.A.S.).............................................................................. 43
5.2. Risicotaxatie-schalen ......................................................................................................................... 45 5.2.1. Schaal van Hellinckx, Grietens et al. .................................................................................... 44 5.2.2. Signaallijst Verontrustende Opvoedingssituaties ................................................................. 44 5.2.3. Signs Of Safety, planningsformulier veiligheid ..................................................................... 45 5.2.4. Planningsformulier veiligheid ambermodule ....................................................................... 46
5.3. Stappen in de aanpak ....................................................................................................................... 47 5.3.1.Begeleider reflecteert zelf ………………………………………………………………………………………………… 48 5.3.2.Invullings tijdens een coachingsgesprek of op teamniveau ………………………………………………. 48 5.3.3.Terugkoppeling naar de ouders ……………………………………………………………………………………….. 48 5.3.4.Eventueleeventuele stap naar het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling …….…………… 49 HOOFDSTUK 6: GOEDE ZORG VOOR DE AMBERBEGELEIDER ...................................................................... 49 6.1. Op individueel niveau ………..………………………………………………………………………………………………………... 51 6.2. Op teamniveau ...…………………………………………………………………………………………………………………………. 52 6.3. Op beleidsniveau ……………………………………………………………………………………………………………………….… 52 HOOFDSTUK 7: AANBEVELINGEN ................................................................................................................. 53
7.1. Omtrent het hanteren van de F.I.D.parameters ............................................................................... 53 7.2. Omtrent de doelgroep ....................................................................................................................... 54 7.3. Beheer van de wachtlijst ................................................................................................................... 55 7.4. Professionaliteit en vorming .............................................................................................................. 55
7.5. Omkadering en zorg ……………………………………………………………………………………………………………………. 57 7.5. Dossier en administratie .................................................................................................................... 56
AANBEVOLEN LITERATUUR .......................................................................................................................... 58 BIJLAGEN ...................................................................................................................................................... 60 BRONNEN .................................................................................................................................................... 110
4
Inleiding
Historiek
Het project Vroegtijdige Intensieve Gezinsbegeleiding is een project dat groeide binnen
de v.z.w. Amber te Leuven. Het project ontstond vanuit de noden die men ondervond
binnen de Thuisbegeleidingsdienst van Amber enerzijds en de dienst Begeleid Zelfstandig
Wonen van Amber anderzijds, die zich beide situeren binnen de Bijzondere Jeugdbijstand.
Bij de thuisbegeleiding stelde men vast dat indien de begeleide gezinnen eerder een
preventieve ondersteuning zouden gekregen hebben, het risico op escaleren tot een
problematische opvoedingssituatie (POS) in heel wat situaties verkleind had kunnen
worden. Binnen de dienst Begeleid Zelfstandig Wonen had men ervaren dat in het
begeleiden van jongeren met een baby de begeleidingsfrequentie van één huisbezoek per
week niet volstond om naast het werken aan de zelfstandigheidstraining, de persoonlijke
en administratieve domeinen, ook nog voldoende tijd vrij te maken om passend stil te
staan bij de noden van de baby en zijn ontwikkeling. Zo vatte men de idee op om bij
kwetsbare moeders met een jonge baby zeer vroegtijdig een intensief begeleidingsaanbod
te bieden.
De eerste jaren, van 1998 tot 2000, werden experimenteel met eigen middelen
georganiseerd. Vanaf 2001 vond men Kind en Gezin bereid om dit project te erkennen en
volgden er jaarlijkse of tweejaarlijkse subsidies. Van bij de aanvang van deze erkenning,
kreeg het project een tweeledige opdracht. Naast het aanbieden van een
begeleidingscapaciteit van vier gezinnen, kreeg het project ook de opdracht om de
werkvorm te implementeren bij de CKG’s (Centra voor Kinderzorg en
Gezinsondersteuning) met de daaraan verbonden opdracht tot expertiseoverdracht. Het
werd steeds duidelijker dat het project een structurele inbedding moest vinden binnen de
CKG regelgeving.
Van 2001 tot 2009 kreeg het project telkens een erkenning voor één of twee jaar
(eenmalig voor drie jaar mits jaarlijkse voorlegging van werkingsverslagen). Aan de hand
van jaarverslagen, cijfermateriaal in werkingsverslagen en een effectiviteitsstudie
(Vanderfaille J. en De Maeyer S., 2008) werd doorheen de jaren steeds de noodzaak en de
efficiëntie van de werkvorm aangetoond. Vanaf 2004 groeide het aantal CKG’s die ook met
de module experimenteerden. Een aantal jaren organiseerde het project beleidsmatige
bijeenkomsten met deze CKG’s om de haalbaarheid van de concrete organisatie binnen
het centrum te ondersteunen en te bevragen. Daarnaast werden er ook op inhoudelijk
vlak jaarlijks een vijftal uitwisselingen georganiseerd. Hierbij zorgde het project van
Amber voor input rond inhoudelijke thema’s en het op gang brengen van uitwisseling van
ervaringen tussen de CKG’s.
5
Eind 2009 konden de CKG’s zich kandidaat stellen om dit project op te nemen binnen hun
werking. Vanaf 2010 werd het project overgenomen door CKG De Schommel. Momenteel
zijn er 18 CKG’s in Vlaanderen die de Ambermodule aanbieden. De groep blijft nog steeds
groeien en wanneer we de afdelingen meetellen worden er op meer dan 23 plaatsen
‘amberbegeleidingen’ aangeboden.
Opzet van deze handleiding
De module wordt al 15 jaar vorm gegeven, eerst als project van vzw Amber, daarna als
Ambermodule (met projectstatuut) van CKG De Schommel. De effectiviteit ervan werd
aangetoond en de ervaringen leren ons hoe zinvol het aanbod kan zijn en hoe groot de
vraag is. Een vraag die jaarlijks het aanbod sterk overstijgt.
Bij talrijke CKG’s werd de nood aan een soort handleiding naar voor geschoven, vanuit de
bezorgdheid dat de Ambermodule op al deze plaatsen en doorheen de tijd eenvormig en
in zijn zuivere vorm kan uitgevoerd worden. Met het document dat nu voorligt komen we
graag tegemoet aan deze vraag. Wij zijn blij dat meerdere collega’s in diverse CKG’s deze
werkvorm met enthousiasme en verantwoordelijkheidszin dagdagelijks opnemen. Wij
hopen dan ook dat de aangeleverde handvaten een hulp kunnen zijn voor nieuwe
‘Ambermedewerkers’ om samen op pad te gaan met gezinnen en dat deze tekst een
bijdrage kan leveren tot het behoud van de kwaliteit van deze intensieve werkvorm.
In deze handleiding zetten we dan ook graag alles op een rij. We stellen eerst de module
voor: de keuze voor de doelgroep, aanmeldingen, werkingsprincipes en doelstellingen. In
het tweede hoofdstuk belichten we de centrale focus van de begeleiding, namelijk het
afstemmingsproces van de ouder met de baby en dit gekoppeld aan het inzoomen op de
hulpverleningshouding. De methodieken vormen het onderwerp van het derde
hoofdstuk, met aansluitend een lijst van mogelijke methodieken die door ons de voorbije
jaren werden aangewend in hoofdstuk vier. Een vijfde hoofdstuk wijden we aan mogelijke
instrumenten om de mate van afstemming tussen ouder en kind in kaart te brengen en de
centrale verantwoordelijkheid van de begeleider om de haalbaarheid van de thuissituatie
voor de baby, samen met de ouders, in te schatten. Het bewaken van de gepastheid van
de module en de veiligheid voor de baby is in een begeleiding via de Ambermodule een
vaak weerkerend aspect. We verwijzen naar mogelijke schalen die voor de begeleider en
het team een handvat kunnen betekenen op dit vlak. In een zesde hoofdstuk staan we stil
bij wat de begeleider nodig heeft aan zorg om deze intensieve werkvorm op een gezond
manier te kunnen blijven dragen. Afsluitend vestigen we in hoofdstuk zeven de aandacht
op een aantal aanbevelingen naar het beleid toe. Om het geheel af te ronden bevelen we
specifieke literatuur aan en geven we concreet uitgewerkt werkmateriaal mee in de
bijlagen.
6
Doorheen de handleiding zal ook opvallen dat de Ambermodule geen kant en klaar pakket
is. De hulpverlening staat niet stil en net zoals in de afgelopen 15 jaar nieuwe inzichten
ervoor hebben gezorgd dat de Ambermodule evolueerde, zal de toekomst zeker nog
nieuwe inzichten brengen. We nodigen dan ook iedereen, die betrokken is bij de
Ambermodule in een CKG, uit om ideeën te blijven delen en we willen van deze
handleiding een werkdocument maken dat mee kan evolueren met nieuwe inzichten
binnen de hulpverlening. Het blijft een feit dat met elk nieuw gezin een unieke weg wordt
afgelegd om ouder en kind alle kansen te geven om zich op elkaar af te stemmen.
Kapstokken, zoals ze worden aangereikt in deze handleiding, kunnen de begeleider een
houvast bieden, maar het persoonlijk aansluiten bij een gezin is telkens opnieuw een
zoektocht. En het is deze zoektocht, waarbij de begeleider ‘emotioneel beschikbaar’ is
voor alle leden van het gezin, die het wezenlijke verschil maakt.
7
HOOFDSTUK 1: INHOUD FOCUSMODULE AMBER
De Ambermodule is een specifieke vorm van gezinsbegeleiding voor kwetsbare gezinnen
met zeer jonge baby’s. In dit hoofdstuk worden eerst de beoogde doelgroep en
aanmeldingen omschreven, om dan kort in te gaan op de algemene werkingsprincipes.
Vervolgens wordt er uitgebreid stilgestaan bij de beoogde doelstellingen om tot slot de
FID-parameters voor de Ambermodule te omschrijven.
1.1. Beoogde doelgroep
1.1.1.Algemene omschrijving
De beoogde doelgroep voor een vroegtijdige intensieve gezinsbegeleiding zijn ouders met
een jonge baby die vragen hebben betreffende de zorg en ontwikkeling van hun baby en
die extra ondersteuning willen bij het opbouwen van een goede band met hun baby en het
opnemen van hun ouderrol. Als verwijzers tijdens de zwangerschap bezorgd zijn over hoe
ouders hun ouderrol naar hun baby toe zullen opnemen, kunnen ze, samen met ouders,
een vraag stellen voor begeleiding. Vaak gaat het om kwetsbare, geïsoleerde gezinnen
waarin de ouders wel de bereidheid tonen om opvoedings-verantwoordelijkheid op te
nemen.
1.1.2.Operationalisering
Leeftijd baby
De Ambermodule is gericht op zéér jonge baby’s. Een begeleiding vangt aan vóór de baby
6 maanden oud is.
Mogelijke vragen
Ouders en verwijzers kunnen een vraag stellen voor een vroegtijdige intensieve
gezinsbegeleiding als ze vragen hebben op volgende vlakken:
- Moeilijkheden bij de zorg voor de baby: ouders hebben vragen over het verzorgen, het
voeden, het slaapritme, de kledij, de gezondheid van de baby, ….
- Moeilijkheden op vlak van ontwikkeling van de baby: ouders hebben vragen over hoe ze
hun baby kunnen helpen om gezond te ontwikkelen, wat moet een baby kunnen op welke
leeftijd?, hoe kan je spelen met een baby?, welk speelgoed kan er aangeboden worden aan
de baby?, …
8
- Moeilijkheden in het opbouwen van een positieve band met de baby: ouders hebben het
moeilijk met bv. een onverwachte zwangerschap, ouders weten niet goed hoe te reageren
als de baby huilt, ouders willen leren hoe ze de signalen van hun baby kunnen leren
herkennen en hoe ze er op een positieve manier kunnen op leren reageren, ….
De vragen van ouders kunnen zich op één domein situeren, maar in de praktijk is echter
vaak sprake van een combinatie van vragen op de verschillende domeinen.
Kwetsbare en geïsoleerde gezinnen
De Ambermodule is bedoeld voor kwetsbare gezinnen, waarbij men door bepaalde
risicofactoren twijfelt aan de draagkracht van het gezin. Deze gezinnen kenmerken zich
door de aanwezigheid van veel risicofactoren op het niveau van de individuele
mogelijkheden van de ouders, de relatie tussen ouders en de context waarin de baby zal
terechtkomen. De Ambermodule richt zich specifiek op sociaal-emotioneel geïsoleerde
gezinnen die geen of slechts een zeer beperkt aantal steunfiguren op sociaal-emotioneel
vlak rondom zich hebben. Juist door die risicofactoren groeit bij doorverwijzers de twijfel
over de manier waarop ouders hun ouderrol zullen opnemen t.a.v. de nieuwe baby. Zij
kunnen zich hiervoor nog niet beroepen op bestaande interacties tussen ouders en kind,
maar omwille van de aanwezige risicofactoren die dus eerder te maken hebben met
ouder- of contextfactoren dan met de ouder-kind-interactie zelf, is de bezorgdheid groot.
1.1.3.Tegenindicaties
Drie belangrijke tegenindicaties om een vroegtijdige intensieve gezinsbegeleiding op te
starten zijn:
- Onvoldoende garantie op fysieke veiligheid voor de baby.
- De afwezigheid van de bereidheid tot dragen van opvoedingsverantwoordelijkheid bij
de ouders.
- Het gebrek aan leerbaarheid bij het gezin. Dit kan het gevolg zijn van te beperkte
mogelijkheden om een adequate ouderrol op te nemen (bv. wanneer ouders een zware
psychiatrische problematiek hebben, een zware drugverslaving, beperkte mentale
mogelijkheden,… ) of van de gebrekkige motivatie van de ouders.
9
1.2. Beoogde aanmeldingen
1.2.1.Algemene omschrijving
De vragen voor vroegtijdige intensieve gezinsbegeleiding van een gezin bij de geboorte
van een baby komen bij voorkeur van het gezin zelf of via een laagdrempelige organisatie.
De vraag naar ondersteuning moet zich richten op de zorg voor en de relatie met de
nieuwe baby. Dit kan zowel in gezinnen waar nog geen hulpverlening aanwezig is, als voor
gezinnen die reeds hulpverlening krijgen maar waar specifieke ondersteuning wordt
gevraagd in functie van de zorg voor en de relatie met de nieuwe baby.
1.2.2.Operationalisering
Verwijzers
De vragen voor vroegtijdige intensieve gezinsbegeleiding van een gezin bij de geboorte
van een baby komen bij voorkeur van het gezin zelf of via een laagdrempelige organisatie.
Enkele voorbeelden hiervan zijn: de sociale diensten van een ziekenhuis, kraamklinieken,
de regiohuizen van K&G, het OCMW, diensten voor thuiszorg, centra voor algemeen
welzijnswerk en centra voor leerlingbegeleiding.
Daarnaast zijn er ook een heleboel gezinnen waarvoor reeds hulpverlening georganiseerd
is en waarbij vroegtijdige intensieve gezinsbegeleiding aangesproken wordt voor een
aanvullende steun, specifiek gericht op de zorg voor en de omgang met de baby, bv.
Ambermodule in combinatie met Begeleid Zelfstandig Wonen voor zwangere
tienermeisjes uit de BJB. Zelfstandig Wonen richt zich op de problematiek van de ouders
en de ruimere context, terwijl de Ambermodule zich focust op de zorg voor en de relatie
met de baby en hoe ouders hieraan tegemoet kunnen komen. De Ambermodule start
vanuit de bezorgdheid voor de baby en voor de mate waarin de ouders de zorg zullen
kunnen opnemen. De doorverwijzing kan dus ook gebeuren vanuit de sectoren van de
geestelijke gezondheidszorg, de gehandicaptenzorg, de bijzondere jeugdbijstand,… .
Nadruk op de zorg voor en de relatie met de nieuwe baby
Zeer belangrijk in het kader van de preventieve opdracht is het feit dat de vraag naar
ondersteuning zich specifiek richt op de zorg voor en de omgang met de nieuwe baby. De
opvoedingsvaardigheden ten aanzien van de andere kinderen in het gezin vormen niet de
hoofddoelstelling in de begeleiding. Zij kunnen echter wel opgenomen worden in de
begeleiding in die mate dat zij de zorg voor de baby ernstig belemmeren of dat ze
betrekking hebben op het combineren van de zorg voor de baby met de zorg voor de
andere kinderen in het gezin. Indien de opvoedingsvaardigheden ten aanzien van de
andere kinderen zo beperkt zijn dat het gezin echt disfunctioneert, wordt doorverwijzing
naar andere hulpverlening overwogen in samenspraak met het gezin. Er wordt bekeken
10
of deze hulpverlening naast het aanbod van vroegtijdige intensieve gezinsbegeleiding kan
aangeboden worden en hoe het gezin naar de gepaste hulp toe geleid kan worden.
1.3. Werkingsprincipes
De Ambermodule is een vorm van Vroegtijdige Intensieve Gezinsbegeleiding.
1.3.1.VRO EGTIJDI G
De Ambermodule is gericht op zéér jonge baby’s. Een begeleiding wordt opgestart vóór
de baby 6 maanden oud is, indien mogelijk wordt zelfs één maand voor de geboorte van
de baby gestart.
In de literatuur wees Bowlby er reeds op dat het cruciaal is om juist in die eerste jaren
ondersteuning aan te bieden aan risicogroepen omwille van de hechting en de afstemming
tussen ouders en kind. (Bowlby & Ainsworth, 1969 in: Acebo & Thomas 1994; Brazelton
1985; Donovan et al.,1998; Eliëns, 2000; Papusek en Papousek, 1990; Riksen-Walraven,
2002; in Eliëns 2003.) Ook onderzoek naar de neurobiologische processen in de hersenen
van baby’s toont immers aan dat in de eerste levensjaren de meeste verbindingen gelegd
worden tussen hersencellen. Hierbij wordt gewezen op het belang van positief
afgestemde interacties. Deze interacties zouden bevorderlijk zijn voor de vroege
hersenontwikkeling.
De ervaring uit het amberproject leert dat de geboorte van een baby kansen geeft tot
groei. Bij de geboorte van een baby geraakt elk gezin uit zijn evenwicht en gaan gezinnen
op zoek naar een nieuw evenwicht. Dat is ook zo bij de gezinnen die wij begeleiden binnen
de Ambermodule. Hier liggen potentiële krachten om te werken aan veranderingen.
Ouders nemen zich, bij de geboorte van hun kind, voor om goede ouders te zijn en vaak is
er ook het voornemen dat ze het anders willen aanpakken dan wat zij als kind hebben
gekend. Greet Geenen spreekt in haar boek ‘Helpende handen’ in dit kader van ‘vergrote
openheid’ tijdens de zwangerschap of na de geboorte. Als gezinnen in deze periode van
vergrote openheid een hulpverlener ontmoeten die net als zij het kind de best mogelijke
start wil geven, kan er, vanuit dit gedeeld verlangen, gemakkelijker aansluiting gevonden
worden.
Het gezin neemt hier een nieuwe start. Via vroegtijdige ondersteuning kunnen we ouders
helpen om een positieve kijk te hebben op hun zwangerschap en het hebben van een baby,
zo vergroten we de kans, voor de baby, op een goede hechting met zijn ouders. Wanneer
de begeleiding reeds prenataal, in de achtste zwangerschapsmaand, kan starten, kunnen
we de ouders helpen om zich ‘klaar’ te maken voor de baby, dit zowel op praktisch,
organisatorisch vlak als op mentaal vlak. Ook contextueel biedt de vroegtijdige start van
een begeleiding mogelijkheden. Vaak worden er in deze periode plooien glad gestreken
in moeilijk lopende relaties met belangrijke familieleden. In deze vroegtijdige begeleiding
wordt gebruik gemaakt van deze positieve dynamiek die de geboorte van een baby met
11
zich meebrengt. De ouders en hun baby moeten elkaar nog leren kennen en verkennen.
Met het oog op de centrale focus, namelijk het ondersteunen van de opbouw van een
gezonde hechtingsrelatie, is het voor de begeleiding ideaal om dit afstemmingsproces van
bij het begin te kunnen meemaken, op te volgen en te stimuleren. De begeleider kan vanaf
het prille begin, bij contactinitiatieven van de baby, het positief contact bevestigen of
ondersteunen, wanneer dit voor de ouders minder vanzelfsprekend is.
1.3.2.INT EN SIEF
De gezinsbegeleider gaat drie keer per week bij het gezin aan huis, dit gedurende één tot
meerdere uren per bezoek. Deze intensieve deelname aan het gezinsgebeuren is een grote
kracht van de begeleiding. Hierdoor kan op korte tijd een vertrouwensrelatie opgebouwd
worden. De bereidheid en flexibiliteit van de begeleider om ouders en hun baby te
ondersteunen, er voor hen te zijn, krijgt een duidelijke vorm. Als een begeleider drie keer
per week aan huis komt, kan hij vaak ook sneller zien op welke vlakken het nog moeilijk
loopt en kunnen deze aspecten snel worden opgepakt. Er kan ook snel en positief
ingespeeld worden op kleine veranderingen die zichtbaar zijn. Het frequent plaatsvinden
van huisbezoeken maakt het ook mogelijk dat er veel domeinen in de begeleiding kunnen
opgenomen worden. De intensiteit komt met andere woorden zowel een integrale aanpak
als een aanpak op maat van het gezin ten goede. In paragraaf 1.5, over de FID-parameters,
gaan we dieper in op de frequentie en duur van de huisbezoeken bij het neerzetten van
deze intensiteit.
1.3.3.GEZIN SBEGELEIDING
De begeleiding is gericht op het hele gezin. De focus van de amberbegeleidingen ligt op
het bereiken van aangepaste zorg voor en positieve interactie met de baby. Daarnaast
wordt ook getracht om de totale gezinssituatie positief te laten evolueren.
De begeleiding is er voor beide ouders. Ook de vader wordt, in de mate van het mogelijke,
bij de begeleiding betrokken. Beide ouders worden ondersteund om emotioneel
beschikbaar te kunnen zijn voor hun kind(eren) en hun ouderrol vorm te geven. De
opvoedingsvaardigheden ten aanzien van oudere kinderen in het gezin kunnen
opgenomen worden in de begeleiding in die mate dat zij de zorg voor de baby ernstig
belemmeren of dat ze betrekking hebben op het combineren van de zorg voor de baby en
de andere kinderen in het gezin.
Naast een plek voor alle gezinsleden binnen de begeleiding, wil de Ambermodule ook een
integrale aanpak nastreven op vlak van alle mogelijke domeinen van het gezinsgebeuren
die een positieve invloed kunnen hebben op de zorg en ontwikkeling van de baby en op
het afstemmingsproces tussen ouders en hun baby. Alle aspecten van het
gezinsfunctioneren zijn verweven met en beïnvloeden de zorg voor de kinderen.
12
1.4. Beoogde Doelstellingen
1.4.1.Algemene doelstelling
De hoofddoelstelling is dat ouders zich positief ondersteund voelen in hun ouderrol naar
hun nieuwe baby toe. De begeleiding richt zich voornamelijk op het opnemen van de zorg
voor en het leren omgaan van de ouders met de baby. Het uiteindelijke doel van onze
begeleiding ligt erin dat ouders zich stilaan beter affectief gaan afstemmen op hun baby
en meer ruimte kunnen geven aan zijn behoeften en wensen. Daarnaast wordt gestreefd
naar een algemene verbetering van de totale situatie van het kwetsbare gezin.
1.4.2.Operationalisering
De hoofddoelstellingen
Zoals hierboven vermeld, is de hoofddoelstelling van de begeleiding dat ouders zich
positief ondersteund voelen in hun ouderrol naar hun nieuwe baby toe.
Concreet willen we de ouders helpen bij het realiseren van hun taak als opvoeders voor
hun baby. Wat betreft de noden van de baby wordt speciaal aandacht besteed aan
volgende 3 domeinen:
1. Het verzekeren van aangepaste ZORG voor de baby via aangepaste voeding,
onderdak, medische opvolging, dagelijkse verzorging, veiligheid, constante
opvang, …
2. Het stimuleren van de ONTWIKKELING van de baby op een gepaste manier via het
aanpassen aan de dagelijkse leefomgeving in functie van de vroegkinderlijke
ontwikkeling (senso-motorische, mentale en taalontwikkeling).
3. Het opbouwen van een affectieve BAND met de baby en het bieden van
geborgenheid aan de baby via regelmaat en structuur, gerichte aandacht,
veiligheid, inleving in de leefwereld van de baby, …
Per domein beschikken we over een lijst van doelstellingen. Deze sommen we hieronder
op.
Doelstellingen betreffende het verzekeren van de aangepaste zorg voor de baby
Deze doelstellingen delen we in, in 6 groepen:
Voeding
- De ouders bieden op gepaste tijden/met regelmaat voeding aan.
13
- De ouders maken (op basis van voldoende informatie) een keuze voor de manier van
voeden waarbij zij zich comfortabel voelen.
- De ouders hebben aandacht voor de signalen van het kind tijdens het eten, bv. krampen,
ongemak, voldoende gegeten.
- De ouders bezitten de vaardigheid om de maaltijd op de gepaste wijze te bereiden, bv.
ingrediënten in juiste hoeveelheid, temperatuur, hygiëne bij bereiding,…
- De ouders hebben oog voor de veranderende behoeftes van de baby m.b.t. voeding, bv.
aanpassing hoeveelheid, overgang naar vaste voeding,…
- De ouders hebben voldoende vertrouwdheid, ze voelen zich zeker m.b.t. het
voedingspatroon van hun kind.
Dagelijkse verzorging/hygiëne
- De ouders verschonen tijdig de baby.
- De ouders bezitten de vaardigheid om hun baby een badje te geven of op te frissen.
- De ouders bieden met regelmaat een verzorgingsmoment aan.
- De ouders zorgen voor voldoende hygiëne in huis in het belang van de baby.
Kledij
- De ouders voorzien de gepaste kledij voor het kind, bv. aangepast aan leeftijd,
temperatuur, activiteit…
- De ouders geven tijdig propere kleren.
Gezondheid
- De ouders hebben regelmatig contact met K&G, de huisarts of pediater in functie van de
opvolging van de gezondheid van de baby.
- De ouders herkennen ziektesignalen en symptomen bij hun kind en bieden de gepaste
zorg aan.
- De ouders kunnen de afweging maken wanneer de stap naar huisarts of ziekenhuis nodig
is.
Slapen
- De ouders houden voldoende rekening met het slaapritme van de baby.
- De ouders zorgen voor een aangepaste slaapomgeving, bv. rust, rookvrij, in acht nemen
van adviezen wiegendood…
Algemeen
- De ouders bieden regelmaat en structuur aan de baby.
- De ouders zorgen voor continuïteit in de opvang van hun baby.
14
Doelstellingen betreffende het stimuleren van de ontwikkeling van de baby
- De ouders hebben oog voor de ontwikkelingsstappen van hun kind
- De ouders spelen in op de ontwikkelingsfase waarin de baby zit
- De ouders bieden materiaal aan afgestemd op de ontwikkelingsfase, bv. aangepast
speelgoed, stimulerend, aangepaste babyuitzet…
Doelstellingen betreffende het opbouwen van een affectieve band met de baby en het
bieden van geborgenheid aan de baby
- De ouders kunnen bespreken hoe zij hun band met de baby ervaren
- De ouders kunnen basisveiligheid bieden aan de baby, bv. regelmaat, structuur,
voorspelbaarheid, positieve affectie, …
- De ouders kunnen geborgenheid bieden aan de baby, bv. affectie, warmte, troost,
lichamelijke nabijheid, …
- De ouders kunnen zich afstemmen op de noden van de baby, bv. contactinitiatieven van
de baby worden herkend en er wordt op in gegaan…
- De ouders slagen erin om de belangen van de baby te laten voorgaan op eigen belangen.
- De ouders kunnen oog hebben voor de uiteenlopende emoties van de baby en deze
hanteren.
Doelstellingen met betrekking tot de totale gezinssituatie
Naast de hoofddoelstellingen naar de baby toe, zoals die hierboven werden uitgewerkt,
streven we een positieve evolutie in de totale situatie van het gezin na. Alle aspecten van
het gezinsfunctioneren zijn verweven met en beïnvloeden de zorg voor de kinderen. Deze
aspecten kunnen zich op verschillende levensdomeinen situeren, zoals huisvesting,
gezondheid, onderwijs... Kwetsbare gezinnen zijn gekenmerkt door de aanwezigheid van
meerdere risicofactoren waardoor de zorgtaak vaak bemoeilijkt wordt. Bovendien
kunnen jonge ouders in kwetsbare gezinnen vaak ook minder gebruik maken van de
'gewone' mogelijkheden voor opvoedingsondersteuning.
Vaak leven deze kwetsbare gezinnen ook vrij geïsoleerd. We streven er dan ook naar om
tijdens de begeleiding een ondersteunend sociaal-emotioneel netwerk te ontwikkelen dat
ook op langere termijn aanwezig blijft ter ondersteuning van de ouders om zo de
draagkracht te verhogen. Indien mogelijk wordt het netwerk beperkt tot een informeel
netwerk, bestaande uit familieleden, buren, vrienden, en het eerstelijnsnetwerk waarop
elk gezin met een baby beroep kan doen, bestaande uit kinderkribbes, onthaalmoeders,
regioverpleegkundigen van kind en gezin, vrijwilligersorganisaties zoals Domo,
steungezinnen,… . Slechts indien ingeschat wordt dat deze ondersteuning onvoldoende
zal zijn, wordt gezocht naar professionele ondersteuning vanuit de hulpverlening.
Op verschillende domeinen van het gezinsfunctioneren kan een proces op gang gebracht
worden. Wat het gezin hiertoe nodig heeft, is in elk gezin verschillend. De begeleiding is
daarom vraaggestuurd en op maat. Ze wordt afgestemd op de specifieke noden van elk
15
gezin. De concrete doelstellingen en de interventies worden voor elk gezin individueel en
in nauw overleg met het gezin bepaald.
Hieronder sommen we de doelstellingen op die vaak gebruikt worden om het totale
gezinsfunctioneren in de positieve zin te laten evolueren. We geven hierbij slechts enkele
voorbeelden van aspecten van het gezinsfunctioneren waarvan wij duidelijk de link met
de opvoedingssituatie ondervinden.
Doelstellingen betreffende het opnemen van de ouderrol
- De communicatie tussen (ex)partners loopt moeilijk en ze beschikken over vaardigheden
om conflicten op te lossen
- Ouders willen gesprekken aangaan i.v.m de ouderrolverdeling (in het bijzonder in nieuw
samengestelde gezinnen)
- Ouders zijn bereid de communicatie tussen ouders en kinderen bespreekbaar te stellen
- Ouders zijn bereid de combinatie van de zorg voor de baby met de zorg en opvoeding van
de andere kinderen te bespreken
- Ouders hebben vaardigheden om het algemeen dagelijkse leven te organiseren of willen
hierin leren
Doelstellingen betreffende het vormen van een ondersteunend netwerk
- De ouders kunnen voor praktische ondersteuning (huishoudelijke hulp, kinderopvang,
materiële hulp) beroep doen op familie, vrienden, buren, de reguliere kinderopvang…
- De ouders kunnen voor praktische ondersteuning (huishoudelijke hulp, opvang,
materiële hulp) beroep doen op professionele hulpverleners
- De ouders kunnen voor emotionele ondersteuning beroep doen op familie, vrienden,
buren, …
- De ouders kunnen voor emotionele ondersteuning beroep doen op professionele
hulpverleners
Doelstellingen betreffende het psychologisch-fysisch functioneren van ouders
- De ouders hebben voldoende fysieke en mentale mogelijkheden om
opvoedingsverantwoordelijkheid/ de ouderrol op te nemen
- De ouders kunnen omgaan met negatieve gebeurtenissen uit hun eigen geschiedenis
zodat de invloed hiervan op de kinderen minimaal is.
- De individuele psychische problematiek van één van de ouders of één van de kinderen is
bespreekbaar en werkbaar
- De ouders beschikken over voldoende probleemoplossend vermogen
- De ouders hebben voldoende draagkracht en stabiliteit in het functioneren
16
Doelstellingen betreffende het praktisch/administratief/financieel/maatschappe-
lijk functioneren
- Ouders kunnen hun huishouden minimaal organiseren ondanks de beperkingen op
financieel, praktisch, administratief vlak
- De huisvesting is voldoende aangepast aan de gezinssituatie
- Ouders kunnen een weg vinden in het zoeken naar oplossingen voor de financiële situatie
- Ouders zoeken naar een manier om de administratie te verrichten
- De ouders hebben een dagbesteding of het zoeken naar een dagbesteding is bespreekbaar.
Binnen een begeleiding van 6 maanden waarbij de interactie met de baby voorop staat is
het vaak onmogelijk om al deze probleemdomeinen aan te pakken. Het is daarom niet de
betrachting al deze problemen op te lossen maar wel een proces op te starten om een
positieve evolutie tot stand te brengen.
1.5. FID-parameters
1.5.1.FREQ UENTI E V AN DE HUIS BEZO EK EN
We streven naar een frequentie van drie huisbezoeken of contacten per week. In
hoofdstuk 7 formuleren we enkele aanbevelingen om rekening te houden met situaties
waarbij hiervan dient afgeweken te worden.
1.5.2.AANT AL UR EN P ER HUIS B EZO EK
Het aantal uren per huisbezoek bedraagt 1 à 3 uur. De duur van een huisbezoek is
natuurlijk afhankelijk van de invulling ervan en wordt afgestemd op de vraag van de
ouders. Wanneer de klemtoon ligt op een gesprek over belevingen of op het geven van
informatie en advies kan een huisbezoek een tweetal uren duren. Wanneer het
huisbezoek bestaat uit het trainen van vaardigheden rond verzorging of voeding, of uit
het ondersteunen bij contacten met andere diensten duurt het huisbezoek mogelijk een
halve dag. Dit behelst dan het samen voorbereiden, praktisch ondernemen en het
nabespreken van dit extern contact bij mutualiteit, kribbe, consultatiebureau Kind en
Gezin, medische raadplegingen, andere hulpverleningsinstanties en zo meer. Ook
wanneer er specifieke spelmomenten worden ingebouwd in het kader van het werken
aan hechting of ontwikkelingsstimulering kunnen de huisbezoeken langer duren.
1.5.3.BEGELEI DIN GSDUUR
De begeleidingsduur bedraagt maximum 6 maanden. De ervaring leert ons dat een
vooropgezette termijn van 6 maanden goed is, omdat de ouders er in deze periode in
slagen voldoende sterk te zijn om alleen verder te kunnen of omdat er in deze periode
reeds blijkt dat zij (blijvend) verdere hulpverlening zullen nodig hebben en in de tweede
helft van de begeleiding werk kan gemaakt worden van de doorverwijzing. We laten deze
17
termijn per definitie niet uitlopen, hoewel dit in individuele gevallen voor één à twee
weken kan overwogen worden in functie van de noden rond doorverwijzing.
Een begeleiding kan wel, mits overleg, vroeger afgesloten worden indien blijkt dat de
ouders nood hebben aan een andere vorm van hulpverlening. Het is aangewezen om
doorheen de begeleiding steeds de overweging te maken welk aanbod voor het gezin het
meest geschikt is. In het geval het gaat om een tweede amberbegeleiding voor een tweede
baby binnen een gezin dat ook al amberbegeleiding kreeg voor hun eerste kindje, moet
zeker ook goed bekeken worden of een volledige Ambermodule (naar duur) zinvol is.
We achten het verantwoordbaar om bij situaties van prematuriteit of van langdurige
ziekenhuisopname na de geboorte te pleiten voor het aanpassen van het startmoment en
de duur van de begeleiding. Dit zeker wanneer er reeds overleggesprekken waren tijdens
de wachttijd gedurende de zwangerschap.
18
HOOFDSTUK 2: PROFESSIONELE BEGELEIDING
2.1. Basishouding
Centraal in het hulpverleningsproces staat de relatie die we aangaan met de ouders en
met de baby. Pas als we een relatie met de ouders hebben opgebouwd is het mogelijk om
met hen te werken rond hun groeiproces in het opnemen van hun ouderschap, daar waar
dit allemaal niet zo vanzelfsprekend verloopt.
Hieronder beschrijven we de uitgangspunten van de werkvorm die het kader vormen om
deze relatieopbouw mogelijk te maken. Gekoppeld aan deze uitgangspunten, lijsten we
enkele basisvaardigheden van de begeleider op die nodig zijn om dit klimaat werkelijk te
realiseren. Vervolgens benoemen we hoe binnen deze relatie obstakels voor deze groei
eerst kunnen weggenomen worden en hoe we de ouders dan kunnen ondersteunen bij
hun beginnend ouderschap.
2.1.1.Uitgangspunten
Positief
We vertrekken vanuit het geloof dat ouders het goed voorhebben met hun kinderen en
dat de kinderen een belangrijke bron van energie en motivatie zijn voor ouders om door
te zetten. Ouders blijven zich verantwoordelijk voelen en willen dat het goed gaat met hun
baby hoe moeilijk hun situatie ook is. Vanuit deze kracht blijven we in het gesprek met
ouders de noden en de behoeften van de baby voorop stellen en open en eerlijk met de
ouders spreken, ook als ouders er niet voldoende in lukken om zich af te stemmen op deze
noden.
Echt goed op weg gaan met ouders kan maar lukken als de begeleider er fundamenteel op
vertrouwd dat er ondanks moeilijkheden en regelmatig falen positieve verandering
mogelijk is. Dit veronderstelt dat de begeleider met zo weinig mogelijk vooroordelen
binnenstapt in het gezin. Dit betekent echter niet dat dit naïef moet gebeuren. De
openheid ligt er dan in dat we steeds het begeleidingsperspectief en de belangen van de
baby meegeven.
Tijdens de begeleiding wordt er aangesloten bij de krachten van de ouders, bij wat er goed
loopt. Vandaaruit kunnen de ouders groeien in hun ouderschap en kan hun
zelfvertrouwen vergroot worden. Zo illustreren we ook dat er altijd positieve
mogelijkheden zijn, welke aspecten van de interactie goed zijn.
De begeleiding is ook positief in die zin dat de manier waarop de ouders hun kind beleven
evolueert naar een positieve perceptie, een positief kindbeeld. Wanneer de ouders een
andere beleving krijgen over het kind werkt dit sterker door dan dat ze andere
19
gedragsregels of opvoedingsregels aangeleerd krijgen en gaan de ouders zich competent
voelen.
Vrijwillig
De Ambermodule situeert zich binnen de vrijwilligheid. Ouders kunnen zelf voor dit
aanbod kiezen. De motivatie of de eigen keuze is heel belangrijk om de intensiteit te
kunnen realiseren en is dus ook een voorwaarde om effectief te starten.
De begeleiding kan aangeraden of geadviseerd worden vanuit de Jeugdrechtbank of het
Comité voor Bijzondere Jeugdzorg, maar niet opgelegd. Het is niet de bedoeling om te
werken met een vonnis. De Jeugdrechter kan wel kiezen voor een opvolging door de
sociale dienst bij de jeugdrechtbank waarbij ze de Vroegtijdige Intensieve
Gezinsbegeleiding als een voorwaarde schetsen. Het werkkader van de begeleiding wordt
met de ouders afgesproken, waarbij de haalbaarheid voor de ouders maar ook voor de
dienst duidelijk wordt afgelijnd.
In de gezinnen die begeleid worden via een Ambermodule is het vaak werken op het
scherp van de snede. Het is immers zo dat wanneer voor een gezin bij de geboorte van een
baby wordt gedacht aan zo’n intensieve vorm van begeleiding, er niet enkel sprake is van
moeilijkheden op een beperkt domein, maar dat we kunnen spreken van een veelheid van
moeilijkheden. Toch wordt er expliciet gekozen voor een aanbod binnen de vrijwillige
hulpverlening. De kracht ligt er in dat de begeleiding werkelijk als steun wordt
aangeboden met veel respect en waardering voor de inspanningen die door de ouders zelf
worden geleverd. Enkel op deze manier kan een gezin ten volle de steun en de
betrokkenheid van de begeleider ervaren en is het mogelijk om gezinnen over de drempel
van angst en wantrouwen heen te helpen.
In het verlengde hiervan is het werken met een open agenda, met oog voor wat goed gaat,
cruciaal. Duidelijkheid over stappen die men wil zetten en het vermijden van een
verborgen agenda is hierbij dus van groot belang om vertrouwen in de hulpverlening op
te bouwen.
De ervaring leert ons dat de ouders dit aanbod als iets van henzelf zien, omdat zij zelf
bepaald hebben om hiermee aan de slag te gaan. Tijdens de begeleiding wordt ruimte
gemaakt voor de kijk en ervaringen van ouders en voor deze van de begeleider,
doelstellingen voor de begeleiding worden opgesteld in samenspraak. Zo wordt er
gewerkt op basis van gelijkwaardigheid.
Vraaggestuurd
Het is de bedoeling om op verschillende domeinen van het gezinsfunctioneren een proces
op gang te brengen. Wat het gezin hiertoe nodig heeft, is in elk gezin verschillend. De
begeleiding is daarom vraaggestuurd en op maat. Ze wordt afgestemd op de specifieke
noden van elk gezin: de concrete doelstellingen en de interventies worden voor elk gezin
20
individueel en in nauw overleg met het gezin bepaald. Om in een begeleiding te werken
met de vragen van ouders, is het belangrijk goed te luisteren naar hun beleving en goed
aan te voelen waar hun mogelijkheden en beperkingen liggen. In paragraaf 3.2.3 wordt
verder uitgewerkt hoe aan vraagverheldering gewerkt wordt aan de hand van
doelstellingenkaartjes.
Empowerend
Ouders houden zelf de verantwoordelijkheid voor hun kinderen, worden gezien als
competent, worden gestimuleerd om zelf de oplossingen te zoeken voor hun problemen.
De begeleiding wil ouders helpen om deze verantwoordelijkheid op te nemen of om
samen met de ouders te organiseren hoe en door wie ze kan opgenomen worden. Dit
betekent ook dat we hen verantwoordelijkheid laten dragen voor hun beperkingen en
voor de ambivalentie die zij voelen t.a.v. de baby. Door de verantwoordelijkheid expliciet
bij hen te laten, stimuleren wij ouders om mee te zoeken naar wat er nodig is om er voor
te zorgen dat een baby kan krijgen wat hij nodig heeft. Doorheen bevestiging of eventuele
training van vaardigheden, worden de ouders sterker gemaakt in het omgaan met de
baby. Dit bevordert het zelfvertrouwen en het gevoel controle te hebben over de eigen
situatie.
Integraal
In de begeleiding worden ook problemen in de ruimere gezinssituatie opgenomen. De
opvoedingssituatie van een baby kan niet los gezien worden van de totale gezinssituatie.
In de begeleiding is er oog voor die verwevenheid. Een verbetering in de totale situatie
van het gezin verhoogt de levenskwaliteit en geeft meer kansen aan alle gezinsleden, dus
ook aan de baby. Het is maar door te werken aan de draagkracht van gezinnen, dat er in
een gezin ook ruimte vrijkomt om te kijken naar de noden van een baby.
Vaders betrekken bij de begeleiding
Wanneer gesproken wordt over het erkennen van ouders in hun ouderrol, spreekt het
voor zich dat hier zowel moeders als vaders worden bedoeld. Tijdens de huisbezoeken
krijgen dus zeker ook de vaders een plaats, bijvoorbeeld door er voor te zorgen dat één
van de drie huisbezoeken doorgaat op een moment dat ook de vader aanwezig is. Zelfs in
het geval van een afwezige vader, proberen we met de moeder stil te staan bij hoe zij aan
de papa een plaats wil geven in het leven van de baby.
2.1.2.Basishouding van de hulpverlener
We hebben de ervaring dat de persoon van de begeleider zijn beste hulpmiddel is in de
begeleiding. Als we de uitgangspunten voorop stellen, vraagt dit van de begeleider dat
volgende houdingen consequent worden opgenomen.
21
Positief
- De begeleider gelooft en vertrouwt in de positieve krachten van de ouders.
- Voor de ouders is het belangrijk dat zij kunnen voelen dat de begeleider hun zonder
vooroordelen tegemoet stapt.
- De begeleider aanvaardt de personen met hun eigen beperkingen en mogelijkheden.
- De begeleider kan geloven in de verantwoordelijkheid of de motivatie van de ouder om
verantwoordelijkheid op te nemen.
- De begeleider kan het partnerschap aangaan met de ouders wat betreft de gezamenlijke
wens om het belang van de baby voorop te stellen.
Vrijwillig
- De begeleider kan de ouders het maximale medezeggenschap geven.
- De begeleider kan werken met een open agenda, wat betekent dat hij transparant en open
kan zijn over de stappen die moeten gezet worden.
- Dankzij helderheid, het communiceren in een begrijpbare taal, en authenticiteit kan de
begeleider een relatie met de ouder(s) opbouwen.
Vraaggestuurd
- De begeleider kan luisteren naar de beleving van de ouders.
- Er wordt tijd genomen om in openheid de gezinsleden goed te leren kennen. De ouders
voelen dat er vertrokken wordt van hun vragen, belevingen, emoties, beperktheden en
capaciteiten.
- De begeleider kan empathie opbrengen voor het levensverhaal van de ouders.
- De begeleider kan respect en waardering tonen voor wie ze zijn en erkenning geven voor
de geleverde inzet.
- De begeleider kan vanuit gelijkwaardigheid de beslissingen over het dagelijkse leven bij
de ouders laten en zo de ouders in hun waarde laten.
Empowerend
- De begeleider laat de verantwoordelijkheid bij de ouders.
- De ouders worden geïnformeerd zodat ze bewustere keuzes kunnen maken.
- De begeleider kan consequent steunend aanwezig zijn.
- De ouders worden ook sterker en vaardiger/competenter gemaakt dankzij de steun en
training van de begeleider.
- Er kan ruimte gelaten worden voor mislukkingen, leren met vallen en opstaan.
- De begeleider kan samen met de gezinsleden naar oplossingen zoeken.
- De begeleider kan naast de ouders staan als het moeilijk is.
- De begeleider kan de groei naar zelfvertrouwen ondersteunen.
22
Intensief
- De begeleider kan betrokkenheid tonen via flexibiliteit, aanwezigheid bij moeilijke
momenten en via een actieve benadering.
- Door consequent steunend aanwezig te zijn kunnen de ouders groeien in hun vertrouwen
en over de drempel van hun angst en wantrouwen ten aanzien van hulpverlening heen
geholpen worden.
- De begeleider heeft respect voor het tempo van het gezin. Vertrouwen opbouwen vraagt
nu eenmaal tijd.
- De begeleider kan joinen en invoegen door zijn veelvuldige aanwezigheid, maar kan ook
voldoende afstand houden om het geheel te overzien, om voldoende structuur te helpen
houden en veilige grenzen te garanderen. Deze houding wordt verder uitgediept in de
paragraaf over de extra vaardigheden bij het hechtingsgericht werken.
Het betrekken van papa of andere netwerkfiguren
- Dit vraagt van de begeleider een meerzijdige partijdigheid.
- Het werken aan de opbouw van een ondersteunend netwerk vraagt de bereidheid van de
begeleider om deze mensen te willen betrekken.
2.2. Vaardigheden bij het hechtingsgericht en relatieopbouwend werken
met gezinnen met een jonge baby
“een kind in nood is gediend met een ouderbegeleiding die de ouder respecteert en de ouder
is gediend met een ouderbegeleiding die het belang van het kind dient” Alice van der Pas
Deze uitspraak illustreert hoe er in een begeleiding twee parallelle processen spelen die
beide om de empathie van een begeleider vragen. Het uiteindelijke doel van onze
begeleiding ligt erin dat ouders zich stilaan beter affectief gaan afstemmen op hun baby
en meer ruimte kunnen geven aan zijn behoeften en wensen. Dit kan echter maar lukken
als we ook investeren in de relatie met de ouders. Ook in relatie met hen moet er eerst
gekomen worden tot een goede emotionele afstemming en dient geluisterd te worden
naar hun behoeften en wensen. Enkel wanneer hier oog voor is, komt er immers ruimte
vrij voor het tweede proces: het afstemmingsproces tussen de ouders en het kind.
In wat volgt staan we eerst stil bij relatie tussen de ouders en hun baby, om vervolgens de
noden van de baby centraal te stellen en tot slot diepen we uit hoe we aandacht kunnen
hebben voor de ouders in het begeleidingsproces.
23
2.2.1.Centrale focus: relatie tussen ouder en kind
Baby’s kunnen enkel goed ontwikkelen binnen een relationele context. Ouders staan dan
ook voor de opdracht om een primaire relatie met hun baby aan te gaan. Een baby op zich
bestaat immers niet. Hij heeft in alles zijn verzorger nodig. Deze afhankelijkheid van de
baby na de geboorte vraagt van ouders dat zij zich dag en nacht ter beschikking stellen
van hun baby. Bij moeders valt op dat zij kort voor en na de geboorte geactiveerd worden
om te reageren op de noden van de baby en bij baby’s valt op dat zij op een actieve manier
moederlijke reacties ontlokken. Voor de meeste gezinnen die via een Ambermodule
begeleid worden, bestaat de ongerustheid dat deze voldoende beschikbaarheid om
allerlei redenen in gevaar komt.
Emotionele beschikbaarheid is dan ook een centraal concept in de werking. In het
amberproject viel op dat de begeleiders het meest ongerust zijn wanneer het voor ouders
heel moeilijk is om gepast af te stemmen op de baby. Daarom wordt het
afstemmingsproces in de ouder-kind relatie op een positieve manier ondersteund. Vanuit
de ouder gaat het dan om sensitiviteit voor en afstemming op de behoeften en
bedoelingen van het kind. Vanuit het kind kijken we naar de wijze waarop het kind
reageert op de ouders en de mate waarin het kind de ouders spontaan betrekt in zijn spel
of uitnodigt tot interactie.
In haar boek ‘Helpende handen’ beschrijft Greet Geenen hoe belangrijk het is om een
veilige gehechtheidsrelatie tussen kind en ouders te bevorderen. Hierbij doelt ze op het
promoten dat het kind de ouders gebruikt als een veilige basis voor exploratie en als
toevluchthaven in moeilijke momenten van stress. Zij verwijst naar gehechtheidsstudies
waarbij veelal twee pijlers aangereikt worden die de kwaliteit van gehechtheid bij het
kind bepalen, namelijk: de sensitiviteit van de ouders enerzijds en de representaties van
de ouders ten aanzien van gehechtheid anderzijds. Ze stelt dat wanneer men een veilig
gehechtheidsgedrag wil bevorderen, men dan ook op beide determinanten moet gaan
inwerken. In het boek ‘Helpende handen’ geeft Greet Geenen een helder overzicht van wat
we mogen verstaan onder emotionele beschikbaarheid en mentalisatievermogen en
schetst zij met welke interventies of technieken wij deze vaardigheden bij de ouders
kunnen bevorderen.
Enerzijds zijn interventies er op gericht om ouders te helpen sensitiever te reageren op
de noden van het specifieke kind. Belangrijke aspecten hierbij zijn: de responsiviteit van
de ouders, hun affect, de toegankelijkheid voor het kind, de flexibiliteit en de variëteit in
het spel. Net als andere onderzoekers wijst ook Geenen er op dat dit niet moet inhouden
dat de ouders voortdurend adequaat reageert op élk signaal van het kind. In elke good-
enough relatie komen immers momenten van ‘mis-match’ voor (momenten waarop een
ouder tekenen van het kind mist of niet begrijpt). Op deze momenten is het van belang
dat de ouders over het vermogen beschikken om dit gebrek aan afstemming recht te
zetten (‘interactive repair’).
24
Als we sensitief gedrag willen bevorderen wil dit zeggen dat we willen stimuleren dat de
ouders aandacht hebben voor de signalen van de baby, deze juist interpreteren en er op
de aangepaste manier en tijdig op reageren, dat er een positief affect is bij de ouders en er
een overeenkomst is tussen verbale en non-verbale signalen bij de ouders. Ook willen we
dan stimuleren dat ouders en kind voldoende met elkaar interageren op een wederkerige,
constructieve en speelse manier. Dit stimuleren bij de ouders lukt door samen op weg te
gaan en niet onmiddellijk in te grijpen vanuit de positie van de deskundige en door de
positie van de ouders niet over te nemen. We maken de ouders attent en gaan uit van de
positieve signalen tussen beide.
De tweede determinant of invalshoek vormen de representaties van de ouder. Men tracht
met de ouders stil te staan bij het hoe en het waarom van het gedrag van het kind en van
de eigen reacties van de ouders zelf op dat gedrag. De interventies zijn er dan op gericht
om de ouders uit te nodigen niet onmiddellijk in actie te treden, maar een stap achteruit
te zetten en verwonderd stil te staan bij wat het kind met zijn gedrag wil vertellen. Geenen
haalt hierbij Peter Fonagy en Arietta Slade aan die in dit verband spreken over het
vermogen tot mentaliseren of het reflectief functioneren van de ouders.
Dit mentaliseren kunnen we op gang brengen door signalen van het kind in het hier en nu
aan te grijpen. Doorheen onze begeleiding zien we de ouders evolueren in hun perceptie
van hun kind. Ze kunnen de baby steeds meer als een persoontje zien: iemand met eigen
emoties, wensen en verlangens. We ondersteunen de ouders om de gedragingen van hun
kind stilaan te leren begrijpen door de onderliggende intenties te helpen verwoorden, we
spreken door de baby.
We helpen de ouders ook om eigen gevoelens te verwoorden. Greet Geenen spreekt hier
van het helpen verteren of draaglijk maken van gevoelens die voor hen ondraaglijk zijn.
In de concrete begeleidingssituatie kan de begeleider erkenning binnenbrengen voor
emoties van de baby en de ouders op een verteerbare maar ook speelse manier. In dit
kader wordt ook verwezen naar het fenomeen van de ‘spoken in de kinderkamer’ dat
beschreven wordt door Fraiberg. Spoken uit het verleden van de ouders kunnen
geprojecteerd worden op de baby, die dan behandeld wordt alsof hij iemand anders is.
Eigen ervaringen uit het verleden van de ouders kunnen op een zodanig storende manier
doorwerken in het hier en nu dat het voor ouders moeilijk is om nog oog te hebben voor
wat zich werkelijk hier en nu met hun kind afspeelt. Door onze observatie en participatie
in het hier en nu van de interacties, kunnen we hiervan getuige zijn, de ouder hiervan
bewust maken en op weg zetten voor verdere therapeutische begeleiding.
Het is treffend hoe mooi Greet Geenen er in geslaagd is om woorden te geven aan
ervaringen die ook wij gedurende meer dan tien jaar projectwerking mochten hebben.
We kunnen met klem stellen dat we met de Ambermodule heel erg naast de ouder gaan
staan en een ‘holding-environment’ vormen voor de ouders. Door de intensiviteit creëren
we een klimaat waarbinnen wij de steunende of ‘helpende handen’ voor de ouders
vormen om dit hechtingsproces aan te kunnen gaan. De ouders kunnen hierbij leren
inschatten wat hun baby wil vertellen, wat dit met hen doet of wat er in de weg zit.
25
De module is een zeer geëigende werkvorm om hier aan te werken, juist door de
aanwezigheid van de begeleider in het hier en nu van de interactie tussen ouders en baby.
Bij het gebeuren van in interactie gaan zelf worden er woorden gegeven aan deze
interactie, kunnen de ouders bevraagd worden en kan er een verruimingsproces op gang
gebracht worden.
2.2.2.Begeleiding van de ouder-kind-interacties: kijken naar de noden van de
baby
Tijdens de huisbezoeken geeft de begeleider niet louter informatie over de ontwikkeling
van de baby. Door te verwoorden wat er gezien wordt in het gedrag van het kind en te
anticiperen op wat er gaat komen, leren de ouders ook meer van op een afstand naar hun
eigen kind te kijken, te anticiperen en zelf met het kind naar verdere ontwikkeling toe te
werken.
Aandacht voor diverse ontwikkelingsnoden
Een eerste groep van noden zijn de noden van een baby aan aangepaste zorg. Deze noden
zijn door de meeste ouders gekend. Het zijn noden zoals honger, dorst, kou, verzorging,
voldoende hygiëne. De regioteamleden van Kind en Gezin zijn belangrijke partners in het
verwoorden van deze noden naar ouders toe.
De tweede groep zijn de noden op het vlak van ontwikkeling. Een baby kan maar goed
ontwikkelen als ouders alert zijn voor de kleine ontwikkelingsstapjes die hij zet en die
zijn niet altijd zo zichtbaar. Vele ouders zitten te wachten op de grote
ontwikkelingssprongen van een baby (zitten, staan, lopen, spreken) en hebben minder
aandacht voor wat een baby ook in de eerste maanden allemaal leert.
Als derde groep zijn er de affectieve en emotionele noden van een baby. Veel ouders zijn
minder gevoelig voor deze noden of kunnen minder goed reageren op deze noden omdat
ze zelf gekwetst zijn in deze noden. We denken hierbij bijvoorbeeld aan de nood aan
troost, geborgenheid en een dicht lichamelijk contact met de ouders.
Deze drie domeinen van de baby kunnen als kapstokken worden gebruikt om met ouders
naar de opvoedingssituatie van hun baby te kijken. Op deze manier wordt geprobeerd ook
de ouders handvatten aan te reiken om zelf van op een afstand het eigen zorgen voor de
baby te evalueren en waar nodig bij te stellen.
Om tegemoet te komen aan deze noden van de baby is het nodig dat ouders zich bewust
zijn van de signalen die een baby kan uitzenden. In de begeleiding trachten we dit proces
bij ouders op gang te brengen. Als begeleider dienen we ouders bewust te maken van de
verschillende kanalen die een baby gebruikt om signalen uit te zenden: stem, mimiek,
alertheid, lichaamshouding en lichaamsbewegingen. Het is vaak niet zo makkelijk om
deze signalen op te vangen omdat het hierbij gaat om een dialoog tussen ouders en hun
baby zonder woorden. Alleen al via huilen kan een baby heel wat vertellen. Ouders zoeken
26
voor het huilen van een baby dikwijls een verklaring in een onvervulde lichamelijke
behoefte. In onze begeleiding willen wij de behoeften van een baby verruimen, willen we
ouders leren dat een baby ook signalen kan geven als hij behoefte heeft aan de nabijheid
van zijn moeder, haar warmte, haar veiligheid, dat hij zich verveelt of zin heeft om wat te
bewegen, …. Deze differentiatie in het kijken naar hun baby willen we met de begeleiding
binnen de Ambermodule op gang brengen.
Onaangepaste verwachtingen kunnen het soms bemoeilijken om de signalen van de baby
zuiver te zien. Sommige ouders verwachten van hun baby dat deze gaat goedmaken wat
ze zelf missen of projecteren eigen motieven op het gedrag van het kind, bv. het kind
weent omdat hij de ouder niet moet. Wanneer dit in een begeleiding wordt vastgesteld,
spreken we hierover met ouders en proberen we te begrijpen wat ze zelf tekort komen
als volwassene of kwamen als kind.
2.2.3.Aandacht voor de ouders in het begeleidingsproces
In de begeleiding vormt ook de zorg voor de ouders zelf een belangrijk aspect. Binnen de
begeleidingsrelatie kunnen de ouders bij de begeleider terecht voor steun om het
afstemmingsproces op de baby aan te kunnen en zelf te kunnen vormgeven. Om dit te
realiseren helpt de begeleider enerzijds om obstakels weg te werken die de groei in de
ouderrol verhinderen en anderzijds om te groeien in het emotioneel beschikbaar zijn.
Obstakels voor de groei van ouders wegnemen
Bij sommige ouders staan allerlei factoren de groei als ouder in de weg. De begeleider
tracht een zo goed mogelijk beeld te vormen van de dingen die goed ouderschap in de weg
staan. De zorg voor ouders bestaat er dan in te zoeken op welke manier die hindernissen
kunnen weggenomen worden, zodat ouders meer beschikbaar zijn voor de baby en de
signalen van hun baby beter kunnen ontvangen en begrijpen.
Binnen het Amberproject ervaren we de volgende hindernissen waarop we een antwoord
proberen te bieden.
Verlangen naar autonomie
Het is belangrijk om stil te staan bij de macht die ouders bij de begeleider leggen als het
aankomt op beslissingen t.a.v. hun baby. Het is expliciet de bedoeling om de
verantwoordelijkheid voor de opvoeding bij ouders te laten. Het is belangrijk om het
verlangen naar autonomie en zeggenschap van ouders te blijven zien, met hen een
gelijkwaardige dialoog aan te gaan en hen te benaderen met een fundamentele erkenning
van hun ouder-zijn. Daarom is het cruciaal om niet in de plaats van ouders te gaan
beslissen over heel dagelijkse dingen (gewoonten van eten, kleding, slapen…).
27
Angst en wantrouwen hanteerbaar maken
Veel ouders die begeleid worden, koesteren een zeker wantrouwen ten opzicht van
hulpverlening, vaak vanuit hun eigen kwetsuren, ook al wordt er een positief
begeleidingsaanbod gedaan. Dit wantrouwen hangt meestal samen met een angst voor
plaatsing. Juist daarom is het persoonlijk contact zo belangrijk. Door effectief een situatie
mee te gaan ondersteunen, door respect en waardering te tonen voor de inspanningen
van ouders, door onze inzet en betrokkenheid wordt getracht gezinnen over de drempel
van angst en wantrouwen heen te helpen.
Integraal
De opvoedingssituatie van een baby kan niet los gezien worden van de totale
gezinssituatie. In de begeleiding is er oog voor die verwevenheid. Een verbetering in de
totale situatie van het gezin verhoogt de levenskwaliteit en geeft meer kansen aan alle
gezinsleden, dus ook aan de baby. Het is maar door te werken aan de draaglast van
gezinnen, dat er in een gezin ook ruimte vrijkomt om te kijken naar de noden van een
baby.
Ouders ondersteunen bij beginnend ouderschap
Wanneer we rekening houden met bovenstaande hindernissen, wordt het voor ouders
vaak mogelijk de begeleidingsrelatie te aanvaarden. De begeleidingsrelatie die we
aangaan met de ouders en de baby is cruciaal omdat we doorheen deze relatie een
vertrouwensfiguur worden voor de ouders en toegelaten worden in het kwetsbaar
afstemmingsproces tussen ouders en hun baby. Het voelt met andere woorden dan niet
meer als bedreigend aan als de begeleider de ouders hierover aanspreekt. De volgende
krachtlijnen van de module werken hierbij faciliterend.
Actieve benadering
Ouders worden actief benaderd met een aanbod waarvoor ze kunnen kiezen. De drempel
voor begeleiding wordt zo laag mogelijk te gehouden. Actief betekent ook dat wanneer
ouders niet aanwezig waren op een afspraak er terug contact zal gezocht worden met het
gezin en er alles aan gedaan wordt om ouders te blijven motiveren om hun vragen
duidelijk te krijgen.
Continuïteit
We kiezen resoluut om slechts één begeleider het begeleidingsproces met het gezin te
laten aangaan, zelfs al is dit dikwijls moeilijk of eenzaam. Een begeleider die dicht bij de
ouders staat op moeilijke momenten en samen met hen naar oplossingen blijft zoeken is
een belangrijke kracht en dit maakt veel dingen in de begeleiding mogelijk.
28
Respect voor het tempo van het gezin
Het is belangrijk om ouders mee te hebben in de begeleiding. Dit impliceert dat de
begeleider het tempo van een gezin moet trachten te volgen. Te snel oplossingen
aanbieden heeft dikwijls een omgekeerd effect. Het stellen van haalbare doelen is
belangrijk. In de begeleiding wordt met de ouders verkend waar ze zelf de zorg kunnen
opnemen en voor welke domeinen er, in het belang van de baby, nood is aan
ondersteuning.
Consequent steunend aanwezig zijn
Door ouders intensief te ondersteunen, worden ze sterker en vaardiger in de omgang met
hun baby. Door ouders te informeren, bewuster te maken, dicht bij hen te gaan staan op
moeilijke momenten en samen naar oplossingen te zoeken, wordt gesleuteld aan een
groter zelfvertrouwen bij de ouders.
Ruimte laten voor mislukken
Het is belangrijk om in het groeiproces van ouders ook ruimte te laten voor mislukken of
voor roepen, tieren en uitbarstingen. Ouders moeten erop kunnen vertrouwen dat er dan
niet een onmiddellijke actie volgt, maar dat zij ook gesteund worden als iets niet goed
gaat.
Mee helpen bij het vertalen, linken en duiden
Voor een begeleider is het dikwijls een belangrijke taak het standpunt van een gezin mee
te verwoorden t.a.v. andere personen of diensten. Hierbij is het belangrijk om niet in
plaats van de ouders op te treden, maar om samen met de ouders het gesprek aan te gaan,
vertrekkend van wat ouders zelf kunnen. Deze rol is vooral belangrijk in situaties waarin
ouders zich bedreigd voelen of reeds in conflict zijn gegaan in het verleden.
29
HOOFDSTUK 3: METHODIEKEN
In dit hoofdstuk geven we een algemene omschrijving en operationalisering van de
gebruikte methodieken. Aansluitend wordt in hoofdstuk 4 concreet materiaal aangereikt.
3.1. Algemene omschrijving
De Ambermodule biedt een zeer intensief, mobiel begeleidingsaanbod voor de duur van
6 maanden. Omdat elke situatie verschillend is, wordt het aanbod afgestemd op de
specifieke noden. De concrete doelstellingen en invulling van de begeleiding wordt voor
elke situatie opnieuw bepaald en dit in nauw overleg met de betrokkenen.
Een essentieel uitgangspunt bestaat erin om de verantwoordelijkheid van de ouders voor
de opvoeding bij hen te laten en al het mogelijke te doen om ouders te helpen om deze
verantwoordelijkheid op te nemen of om samen met de ouders te organiseren hoe en door
wie ze kan opgenomen worden.
3.2. Operationalisering
3.2.1.Mobiel en intensief
De begeleidster gaat gemiddeld drie keer per week bij het gezin aan huis, dit gedurende
één tot meerdere uren per bezoek. De kracht van de begeleiding is de intensieve deelname
aan het gezinsgebeuren.
3.2.2.Een begeleidingsduur van 6 maanden
De begeleidingsduur is beperkt tot ongeveer 6 maanden. De voornaamste redenen
hiervoor zijn juist de intensiteit en de specificiteit van het aanbod. Aangezien er binnen
de begeleiding een zeer duidelijke focus is, namelijk het ondersteunen van het
afstemmingsproces tussen de ouders en hun baby vanuit een positieve ouderrol, zoveel
mogelijk ondersteund door hun natuurlijk netwerk, kan een begeleidingstermijn van 6
maanden volstaan om het vooropgestelde hulpverleningsproces af te ronden.
Daarenboven wordt een langere begeleidingstermijn niet haalbaar geacht omwille van de
intensiviteit van de begeleiding. Dergelijke intensieve begeleiding vraagt veel tijd en
energie van een jong gezin. Bovendien vormt een lange, intensieve aanwezigheid in een
gezin een risico voor het emancipatorisch karakter van de begeleiding.
30
3.2.3. Op maat aan de hand van doelstellingenkaartjes
Er wordt vertrokken van de vragen naar ondersteuning die leven bij de ouders. De inhoud
van de begeleiding en de begeleidingsdomeinen worden in nauw overleg met de ouders
afgesproken. Indien nodig helpen we de ouders hierbij op weg. Er wordt een aanbod
gedaan van doelstellingen waaruit de ouders kunnen kiezen. Een hulpmiddel hierbij
vormt de methodiek van de doelstellingenkaartjes. De ouders maken door deze keuze van
hun begeleidingsproces iets zeer persoonlijk en specifiek.
In deze paragraaf gaan we kort in op de opzet en het gebruik van de kaartjes. De kaartjes
zelf zijn beschikbaar in bijlage 1 (p. 61).
Opzet van de doelstellingenkaartjes
Het gebruik van de doelstellingenkaartjes, kan de ouders helpen om hun vragen of noden
aan ondersteuning helder te krijgen. Tijdens de startfase is het belangrijk om te weten te
komen welke doelstellingen de ouders voor zichzelf kiezen. Vaak is het moeilijk om zich
hier een voorstelling van te maken. Vooral in de volgende situaties is het gebruik van de
kaartjes helpend omdat zij een concreet beeld geven van een ruim aanbod aan mogelijke
begeleidingsdomeinen:
- De ouders hebben weinig besef van wat hen te wachten staat. Ze weten nog maar weinig
over wat het hebben van een baby allemaal met zich meebrengt.
- De ouders zijn mentaal beperkt of verbaal minder sterk om woorden te geven aan de
aspecten waar zij met hun begeleider graag willen aan werken.
- De ouders blijven zeer algemeen of oppervlakkig en aan de hand van de kaartjes kunnen
zij aangemoedigd worden om dieper op iets in te gaan.
- Wanneer er rond een aantal thema’s taboes leven zorgen de kaartjes ervoor dat deze
thema’s met meer gemak of vanzelfsprekendheid op tafel komen. De ouders worden
geholpen om rond thema’s waarbij ze zich eerder geremd of geblokkeerd voelen, van bij
het begin ‘de kaarten op tafel’ te leggen.
De kaarten scheppen een ludieker of luchtiger klimaat. Het kan zijn dat een aantal kaarten
nog niet bespreekbaar zijn en dat de ouders er in een latere fase wel naar kunnen vragen.
De ouders worden hierin met respect benaderd.
Gebruik van de doelstellingenkaartjes
De werkwijze kan verschillen van gezin tot gezin of van begeleider tot begeleider. De
begeleider kan ze aanwenden om voldoende te kunnen doorvragen naar de wensen van
de ouders en hier eventueel al één en ander bij uit te diepen. Er zijn meerdere manieren
om hiermee aan de slag te gaan.
De kaartjes worden tijdens de eerste huisbezoeken meegenomen en kunnen in één sessie
gebruikt worden of over een tweetal sessies of huisbezoeken verdeeld worden. Zo kan er
31
voor gekozen worden om vooreerst alleen de hoofdcategorieën (titelkaartjes per
deeldomein) te gebruiken. Op deze wijze kan uitgezuiverd worden welke domeinen door
de Ambermodule worden opgenomen, dan wel voor welke terreinen de ouders reeds
binnen hun netwerk of bij andere hulpverleners terecht kunnen.
Er kan ook gekozen worden om kleur per kleur af te werken. De kaartjes hebben immers
per deelthema eenzelfde kleur of tint. Zo hebben we er voor gekozen om de kaartjes met
de focus op de baby in eenzelfde schakering van geel, oranje en rood uit te voeren.
Voor onze dienst hebben we gekozen voor de volgende kleuren:
Focus op de baby
Geel: Zorg: Voeding, Dagelijkse verzorging en hygiëne, kledij en slapen.
Rood: Medisch: Gezondheid van de baby, Veiligheid en Gevaar
Oranje: Ontwikkeling
Donkergeel: Affectieve band en geborgenheid: Band met de baby, Rust en regelmaat
Focus op het ouderschap, het netwerk en de ruimere gezinssituatie
Lichtgroen: Gezinsfunctioneren: Wij als ouders, Ons gezin
Paars: Relatie: Partnerrelatie, Veilig vrijen
Roos: Psychisch en fysiek welzijn van de ouder: Gezondheid, Je goed voelen, Vrije tijd
Donkergroen: Netwerk: Ouders en familie, Vrienden en kennissen
Lichtblauw: Financieel, praktisch en administratief: Rondkomen, Papieren, Woning
Donkerblauw: Huishouden, Daginvulling, Werk en Opleiding
De kaartjes worden doorgaans met beide ouders samen besproken. Toch kan er ook voor
geopteerd worden om in individuele gesprekken met elke ouder apart de kaartjes te
leggen en in een daaropvolgend huisbezoek een samenvattende terugkoppeling te
brengen met beide ouders.
Er zijn heel wat voordelen verbonden aan de werkwijze met de beide ouders samen. De
ouders ervaren dat het kiezen van doelstellingen of werkpunten voor de beide ouders
verschillend kan/mag zijn. De ouders kunnen ook op een niet-bedreigende manier
kaartjes voor elkaar kiezen, elkaar aanmoedigen om daaraan te werken of ondervinden
dat zij bij dit werkpunt een steun kunnen betekenen voor hun partner.
De aanwezigheid van een belangrijke netwerkfiguur tijdens een huisbezoek hoeft geen
belet te betekenen voor deze methodiek. Mits toestemming van de betrokken ouder,
kunnen zij betrokken worden en een zinvolle bijdrage leveren. Bovendien krijgen zij ook
een heldere voorstelling van de domeinen waarin de ouder gesteund zal worden. Zo kan
de moeder van de tienerouder aangeven hoe de begeleiding volgens haar de jonge ouder
zou kunnen helpen.
32
Het gebruik van de kaartjes met de beide ouders samen verhoogt de betrokkenheid van
de vader bij de begeleiding en zet daarnaast ook de deur op een kier om in een latere fase
met beide partners aan de partnerrelatie te werken.
3.2.4.Methode is praten én doen
We geven hier eerst een opsomming van mogelijke methodieken in het algemeen om dan
te focussen op methodieken specifiek gekoppeld aan de verschillende doelstellingen die
we kunnen hebben in een begeleiding via een Ambermodule.
Algemeen
In CKG De Schommel is iedereen geschoold in “Gezin Centraal”, waarbij er vertrokken
wordt vanuit oplossingsgericht werken. Dit aspect zit dus ook heel erg verweven in de
begeleidingen die gedaan worden via een Ambermodule. Op dit vlak is het evident dat elk
CKG eigen keuzes kan maken.
Daarnaast komen volgende methodieken eveneens vaak aan bod:
- Gesprekstechnische methodieken zoals luisteren, bespreken, aanmoedigen, reflecteren,
spiegelen, problemen of gevoelens verhelderen, positief herformuleren, …
- Structureren
- Informeren
- Tips of advies geven
- Meehelpen bij de praktische verzorging van de baby zodat de ouders zelf deze
vaardigheden kunnen verwerven
- Samen dingen doen, praktische hulp
- Samen plannen, voorbereiden en uitvoeren van bepaalde taken
- Deelname aan andere aspecten van het dagelijkse leven
- Deelname aan externe contacten
Specifiek gekoppeld aan de doelstellingen
Hier geven we een korte opsomming, in het volgende hoofdstuk volgt een lijst met
concreet materiaal per domein.
Om PRENATAAL te begeleiden
Een overzicht van prenatale thema’s is te vinden in bijlage 2, p. 92.
- Spreken over het verloop van de zwangerschap.
- Overlopen of alles klaar is om de baby te ontvangen.
- Overlopen of alles klaar is om naar het ziekenhuis te gaan.
- Stilstaan bij wat belangrijk is voor de ouders tijdens de bevalling.
33
Om een aangepaste ZORG voor de baby te verzekeren
- Aanreiken van beschikbaar materiaal ivm zorg, bv. brochures K&G, literatuur, DVD’s van
oa K&G…
- Verzorging van de baby stimuleren door voorbeeld-handelen.
- Begeleiden van ouders bij medische consulten bij huisarts, pediater of
consultatiebureau van Kind en Gezin.
- Met ouders het 3 kolommenmodel van opgroeien in veiligheid opmaken
Om de ONTWIKKELING van de baby op een aangepaste manier te stimuleren
- Samen met de ouders de ontwikkelingsschaal van Amber afnemen.
- Publicaties rond de ontwikkeling van kinderen toelichten.
- Introduceren van spelmogelijkheden ter ontwikkeling van de vaardigheden van de
baby en leeftijdsaangepast speelgoed toelichten.
- Spelen met de baby stimuleren door voorbeeld-handelen.
- Observeren, eventueel via video-opnames.
Om de baby een affectieve BAND en geborgenheid te bieden
- Aan de hand van video-opnames, samen met het gezin werken aan de
basiscommunicatie en te focussen op geslaagde interacties.
- Installeren van herkenbare routine en regelmaat voor de baby.
- Uitlichten en benoemen van lichaamstaal.
- Introduceren van spelmogelijkheden met de baby.
- Interactie en communicatie met de baby stimuleren door voorbeeld-handelen.
Om het opnemen van de OUDERROL te stimuleren
- Stilstaan bij het prille ouderschap: hoe willen we dit als koppel aanpakken, hoe ziet het
ideale gezin er voor ons uit?, Hoe vinden we een goed evenwicht tussen tijd voor onszelf
en tijd voor de baby?, …
- Oog hebben voor de veranderende partnerrelatie, gezinsplanning, …
- Informatie over kinderopvang doornemen en de ouders ondersteunen bij hun
keuzeproces.
- De ouders ondersteunen bij het inschrijving bij en bij het nemen van contact met een
kribbe of onthaalouder.
- Informatie bieden over babysit- of oppasdiensten. De ouders ondersteunen bij eerste
contact indien nodig.
Om het PSYCHOLOGISCH-FYSISCH functioneren van de ouders positief te bevorderen
- Een genogram opmaken.
- Oefenen rond probleemoplossend vermogen.
34
- Informatie aanleveren over hulp-of dienstverlening: voorzieningen Geestelijke
Gezondheidszorg, medische diensten, vrijetijdsorganisaties, ontmoetingsplaatsen,
oudergroepen, ....
- Aanmoedigen tot consulteren van (drug-)hulpverlening.
- Ouders ondersteunen bij overlegmomenten met verschillende hulpverleners.
Om een ondersteunend sociaal-emotioneel NETWERK te ontwikkelen
- In kaart brengen van het sociaal-emotioneel netwerk.
- Analyse van de noden aan netwerkuitbreiding of netwerkversteviging.
- Relatieherstel op gang brengen binnen de eigen context.
- Steunfiguren/familieleden betrekken.
- Actieve toeleiding naar andere hulpverlening.
- Indien nodig andere diensten betrekken en rond de tafel brengen.
Om het PRAKTISCH/ADMINISTRATIEF/FINANCIEEL/MAATSCHAPPELIJK functione-
ren positief te laten verlopen
- Informatie geven over of helpen bij plannen van huishoudelijke taken.
- Schema’s of plannen aanbieden en invullen in functie van het verkrijgen van een zicht op
de eigen situatie.
- Informatie aanleveren inzake relevante diensten (mutualiteit, bank, CAW, OCMW, …).
- Gezinnen ondersteunen bij hun stap naar de betreffende diensten.
- De ouders helpen bij het indienen van de aanvraag tot sociale huisvesting.
- De dagindeling of dagbesteding in kaart brengen.
- Informatie aanleveren inzake relevante diensten(opleidingsinstellingen,VDAB,
Vakbond, …).
- Ouders ondersteunen bij hun eerste contact met andere diensten.
35
HOOFDSTUK 4: OVERZICHT VAN VEEL GEBRUIKTE
METHODIEKEN BINNEN DE AMBERMODULE
In dit hoofdstuk geven we een overzicht van nuttige methodieken om een begeleiding via
een Ambermodule vorm te geven. We maken een indeling volgens de domeinen zoals ze
eerder al aan bod kwamen. Methodieken zijn geen statisch gegeven, dus deze lijst is steeds
voor aanvulling en verandering vatbaar.
4.1. Om prenataal te begeleiden
4.1.1.BOEK EN
Smulders, B. & Croon, M. (2007). Veilig bevallen. Het complete handboek.
Utrecht/Antwerpen: Kosmos-Z&K Uitgevers
Stoppard, M. (2008) In spannende verwachting. Ouders ben je al voordat je baby
geboren is. Houten: Unieboek bv
Vansina, B. (2007). Mee zwanger. Vaders zwangerschaps info-, doe- en dagboek.
Antwerpen/Apeldoorn: Garant
Vansina, B. (2007). Zwanger: moeders zwangerschap. Info-, doe- en dagboek.
Antwerpen/Apeldoorn: Garant
4.1.2.BRO CHUR ES
Kinderkwesties. Info voor zwangeren. Kind en Gezin
Kind in beeld. Zwangerschap. Kind en Gezin
Zwangerschapskalender: leven in je buik. Kind en Gezin
Bollebuikenmap. Kind en Gezin
Mijn rollebollebuik boekje. Christelijke Mutualiteit
Informatiebrochures over kraamzorg aan huis van Landelijke Thuiszorg en Familiehulp
4.1.3.TI JDS CHRI FT EN
Brieven aan jonge ouders. Je mag mij verwachten. Gezinsbond vzw
4.1.4.VI SUEEL MAT ERI AAL
Zwangerschapsboek uit Hodes, M. & Moerbeek, J. ASVZ. De koffer. Kinderen, waar kies
ik voor? Beverwijk: Haarmans
Checklijst materniteitskoffer voor mama en baby. CKG De Schommel, Ambermodule (zie
bijlage 3, p. 94 en bijlage 4, p. 96)
Checklijst baby-uitzet. CKG De Schommel, Ambermodule (zie bijlage 5, p. 97 )
36
4.1.5.DV D ’S
9 maanden. Dvd over zwangerschap, geboorte en postnataal herstel. (2006). Vlaamse
Vereniging voor obstetrie en gynaecologie vzw. Beeldtaal
4.1.6.WEBSI TES
www.wezooz.be/kanaal/baby
www.kindengezin.be
www.oeiikgroei.nl
www.cm.be/skoebidoe
www.reddieteddy.be
www.expertisekraamzorg.be
www.vlov.be
www.zwangerinantwerpen.be
www.9maand.be
www.zappybaby.be
www.babyboom.be
4.2. OM EEN AANGEPASTE ZORG VOOR DE BABY TE VERZEKEREN
4.2.1.BOEK EN
Cave, S. & Fertleman, C. (2008). Jouw baby van week tot week. De eerste zes maanden.
Arnhem: Terra.
4.2.2.BRO CHUR ES
Kind in beeld. Van baby tot kleuter. Kind en Gezin
Als troosten niet helpt. Kind en Gezin
Baby's eerste hapjes en papjes. Kind en Gezin
Aan tafel. Alles over eten en leren eten. Kind en Gezin
Flesvoeding, een mondje vol melk. Kind en Gezin
Borstvoeding. De ideale start. Kind en Gezin
4.2.3.T I JDS CHRI FT EN
Brieven aan jonge ouders. Gezinsbond vzw
4.2.4.VI SUEEL MAT ERI AAL
Mijn baby in bad. Hechtingskoffer. CKG ’t Hummelhuis
Weet ik waarvoor ik kies? Informatie en denkvragen. Vaardigheden uit Hodes, M. &
Moerbeek, J. ASVZ. De koffer. Kinderen, waar kies ik voor? Beverwijk: Haarmans
37
4.2.5.DVD ’S
Baby’s. Dvd over de groei en ontwikkeling van baby’s. (2008). Vlaamse Vereniging voor
Kindergeneeskunde vzw. Beeldtaal
Kindje ziek? Dvd over ziektebeelden bij baby’s, peuters en kleuters. (2008). Vlaamse
Vereniging voor Kindergeneeskunde vzw. Beeldtaal
Baby in huis. Over opvoeden en ouderschap in het eerste levensjaar. (2005). NIZW-
jeugd. Bureau Babywerk
4.2.6.WEBSIT ES
www.wezooz.be/kanaal/baby
www.kindengezin.be
www.oeiikgroei.nl
www.cm.be/skoebidoe
www.reddie-teddy.be
www.9maand.be
4.3. OM DE ONTWIKKELING VAN DE BABY OP EEN AANGEPAS TE MANIER TE
STIMULEREN
4.3.1.BOEKEN
Cave, S. & Fertleman, C. (2008). Jouw baby van week tot week. De eerste zes maanden.
Arnhem: Terra.
Kleverlaan, N. (2008). De leukste spelletjes voor baby en papa. Alleen voor papa’s. ZNU
NV Zuidnederlandse Uitgeverij.
Plooij, F.X. (2007). Oei, ik groei! Spreekuur op de bank. De meest gestelde vragen over
de mentale ontwikkeling van je baby. Kosmos Uitgevers.
Rijt van de H., & Plooij, F. X. (2006). Oei, ik groei! De tien stappen in de mentale
ontwikkeling van je baby. Kosmos Uitgevers
Stellamans-Wellens, H. (1997). Kijk, ik word groot. Van baby tot peuter. Leuven:
Davidsfonds/Infodok.
Brabantse Dienst voor Thuisbegeleiding. (2002). Wil je met me spelen? De
ontwikkeling van je kind van 0 tot 2 jaar in beeld. Tienen: Aqua Fortis.
4.3.2.BRO CHUR ES
Het ABC van baby tot kleuter. Kind en Gezin
4.3.3.TI JDS CHRI FTEN
Brieven aan jonge ouders. Gezinsbond vzw
38
4.3.4.VIS UEEL MAT ERI AAL
Ontwikkelingsschaal. Amber vzw
Mijn eerste levensmaanden. Hechtingskoffer. CKG ’t Hummelhuis
Spelkoffer voor papa's. Hechtingskoffer. CKG ’t Hummelhuis
Ken je baby. Hechtingskoffer. CKG ’t Hummelhuis
4.3.5.DV D ’S
Baby’s. Dvd over de groei en ontwikkeling van baby’s. (2008). Vlaamse Vereniging voor
Kindergeneeskunde vzw. Beeldtaal
Baby in huis. Over opvoeden en ouderschap in het eerste levensjaar. (2005). NIZW-
jeugd. Bureau Babywerk
Kijk, ik groei! Baby's en ouders in ontwikkeling. (2010). Kind en Gezin
4.3.6.WEBSIT ES
www.wezooz.be/kanaal/baby
www.kindengezin.be
www.oeiikgroei.nl
www.cm.be/skoebidoe
www.reddieteddy.be
4.4. OM DE BABY EEN AFFECTIEVE BAND EN GEBORGENHEID TE BIEDEN
4.4.1.T I JDS CHRI FT EN
Brieven aan jonge ouders. Gezinsbond vzw
4.4.2.VIS UEEL MAT ERI AAL
De wereld van mezelf en de baby. Hechtingskoffer. CKG 't Hummelhuis
Babymassage. Hechtingskoffer. CKG 't Hummelhuis
Hoe kan de baby zich hechten. Hechtingskoffer. CKG 't Hummelhuis
4.4.3.DVD ’S
Baby’s. Dvd over de groei en ontwikkeling van baby’s. (2008). Vlaamse Vereniging voor
Kindergeneeskunde vzw. Beeldtaal
Baby in huis. Over opvoeden en ouderschap in het eerste levensjaar. (2005). NIZW-
jeugd. Bureau Babywerk
Kijk, ik groei! Baby's en ouders in ontwikkeling. (2010). Kind en Gezin
39
De lichaamstaal van Thijs uit Eliëns, M. (2005). Baby's in beeld. Video-hometraining en
video-interactiebegeleiding bij kwetsbare baby's. Amsterdam: SWP
4.4.4.WEBSIT ES
www.wezooz.be/kanaal/baby
www.kindengezin.be
4.5. OM HET OPNEMEN VAN DE OUDERROL TE STIMULEREN EN HET
PSYCHOLOGISCH-FYSISCH FUNCTIONEREN VAN OUDERS POSITIEF TE
BEVORDEREN
4.5.1.BRO CHUR ES
Kind in beeld. Kinderopvang. Kind en Gezin
Kind in beeld. Contraceptie. Kind en Gezin.
4.5.2.VI SUEEL MAT ERIAAL
Wensenkwartet uit Hodes, M. & Moerbeek, J. ASVZ. De koffer. Kinderen, waar kies ik
voor? Beverwijk: Haarmans
Weet ik waarvoor ik kies? Informatie en denkvragen. Relatie uit Hodes, M. &
Moerbeek, J. ASVZ. De koffer. Kinderen, waar kies ik voor? Beverwijk: Haarmans
4.5.3.DVD ’S
9 maanden. Dvd over zwangerschap, geboorte en postnataal herstel. (2006). Vlaamse
Vereniging voor obstetrie en gynaecologie vzw. Beeldtaal
4.5.4.WEBSIT ES
www.cgg-vbo.be
www.passant.be
www.caw.be
www.vwgc.be
www.crz.be
www.tienermoeders.be
www.kindengezin.be
www.kinderopvangleuven.be
www.gezinsbond.be
40
4.6. OM HET ONDERSTEUNEND SOCIAAL-EMOTIONEEL NETWERK T E
ONTWIKKELEN
4.6.1.VIS UEEL MAT ERI AAL
Bij wie kan ik terecht? Zicht op netwerken uit Hodes, M. & Moerbeek, J. ASVZ. De
koffer. Kinderen, waar kies ik voor? Beverwijk: Haarmans
VIP-kaart, Very Important Persons uit Vos, A. Samen sterk met het netwerk?! Werken
met het sociaal netwerk van de jongere. Leuven, Katholieke Hogeschool Leuven,
maatschappelijk werk, 2003 (niet-gepubliceerde eindverhandeling).
(zie bijlage 6, p. 100)
Het pijlenschema uit Vos, A. Samen sterk met het netwerk?! Werken met het sociaal
netwerk van de jongere. Leuven, Katholieke Hogeschool Leuven, maatschappelijk werk,
2003 (niet-gepubliceerde eindverhandeling).
Verleden-toekomst-kaart uit Vos, A. Samen sterk met het netwerk?! Werken met het
sociaal netwerk van de jongere. Leuven, Katholieke Hogeschool Leuven,
maatschappelijk
werk, 2003 (niet-gepubliceerde eindverhandeling).
De netwerkcirkel uit Theuwen, J. (2006). Ne(s)twarmte. Meer energie voor jongeren en
hulpverleners. Doeboek voor het benaderen van sociale netwerken. De Oever vzw.
4.6.2.WEBSIT ES
www.eigen-kracht.be
www.domoleuven.be
www.speel-o-droom.be
www.opvoedingswinkel-leuven.be
4.7. OM HET PRAKTISCH/ADMINISTRATIEF/FINANCIEEL/MAATSCHAPPELIJK
FUNCTIONEREN POSITIEF TE LATEN VERLOPEN
4.7.1.BOEK EN
Een kei in de keuken (1982). De Kei v.z.w. Een kookboek voor wie weinig ervaring heeft
met koken en er toch iets wil van maken.
4.7.2.VIS UEEL MAT ERI AAL
Weet ik waarvoor ik kies? Informatie en denkvragen. Wonen uit Hodes, M. & Moerbeek,
J. ASVZ. De koffer. Kinderen, waar kies ik voor? Beverwijk: Haarmans
Weet ik waarvoor ik kies? Informatie en denkvragen. Tijd uit Hodes, M. & Moerbeek, J.
ASVZ. De koffer. Kinderen, waar kies ik voor? Beverwijk: Haarmans
Weet ik waarvoor ik kies? Informatie en denkvragen. Geld uit Hodes, M. & Moerbeek, J.
ASVZ. De koffer. Kinderen, waar kies ik voor? Beverwijk: Haarmans
41
De budgetplanner. CAW Visserij, OCMW Antwerpen, Overleg Schuldoverlast, Vlaams
Centrum Schuldbemiddeling. Gent: New Goff nv
Het Omnio-statuut. (2008) Publicatie van de Christelijke Mutualiteit
4.7.3.WEBSI TES
www.kindergeld.be
www.caw.be
www.familiehulp.be
www.landelijkethuiszorg.be
www.vdab.be
www.syntra-ab.be
www.cvoleuven.be/tweedekans
42
HOOFDSTUK 5: TAXATIE VAN DE AFSTEMMING TUSSEN
OUDERS EN HUN BABY EN RISICOTAXATIE
In voorgaande hoofdstukken beschreven we reeds uitgebreid het proces dat we met een
gezin willen gaan. Het begeleidingsproces is daarbij een dubbel proces waarbij enerzijds
het belang van de baby, namelijk het ontwikkelingsproces van de baby en zijn noden aan
een veilige en afgestemde omgeving (verzorgingsfiguren), centraal staat en anderzijds
ruimte gegeven wordt aan ouders om in hun ouderrol te evolueren. De ruimte voor deze
evolutie bij de ouders kan echter niet langer gegeven worden wanneer de veiligheid of
ontwikkeling van de baby in gevaar komt. Dan zal er, vanuit een partnerschap met de
ouders, over de verantwoordelijkheid van het welzijn van hun baby, een grens van de
begeleiding aangekaart dienen te worden.
Als begeleider draag je doorheen de begeleiding de verantwoordelijkheid om de
haalbaarheid van de thuissituatie in te schatten. Maar hoe kan je deze haalbaarheid
beoordelen? Hoe kan je inschatten dat het afstemmingsproces tussen ouders en hun baby
positief verloopt? Hoe kan je de veiligheid inschatten en welke factoren spelen hierbij een
doorslaggevende rol? Welke hulpmiddelen of kapstokken heeft de begeleider hiertoe ter
beschikking? Wanneer is de grens van de begeleiding bereikt?
In dit hoofdstuk willen we stilstaan bij deze overwegingen en willen we handvaten
aanreiken om de mate van afstemming tussen ouders en hun baby in kaart te brengen en
zo nodig een risicotaxatie van de gezinssituatie te maken.
5.1. Taxatie van de afstemming tussen ouders en hun baby
5.1.1.Checklist Interactie (CKG ’t Hummelhuis)
Referentie: CKG ’t Hummelhuis, CD: Methodieken in kader van interactie en hechting.
(zie bijlage 7, p. 101)
De Checklist Interactie is een meetinstrument om de interactie tussen ouders en baby’s
op een objectievere manier te boordelen. Deze checklist is een onderdeel van een
themapakket rond hechting dat als projectwerk werd ontwikkeld binnen de
Vormingsleergang voor Sociaal en Pedagogisch Werk in opdracht van C.K.G. ’t
Hummelhuis.
De lijst bevat 17 stellingen over houdingen, reacties of gedragingen bij ouder of baby,
zoals: oogcontact zoeken, een dialoog onderhouden, panikeren, … Deze stellingen moeten
beoordeeld worden op een kwalitatieve schaal (onvoldoende, twijfel, voldoende of zeer
goed) of op een kwantitatieve schaal (altijd, meestal, zelden of nooit). Aldus wordt in kaart
gebracht of een gedragskenmerk al dan niet zichtbaar voldoende aanwezig is.
43
5.1.2.Zelfrapporteringschaal voor emotionele beschikbaarheid (Nicole vliegen)
Referentie: Vliegen, N., Bijtebier, P., Boulpaet, N., Luyten, P., Gluckers, G. & Biringen, Z.
(2005). De EA-DSR: een zelfrapporteringsschaal voor het meten van emotionele
beschikbaarheid bij ouders van jonge kinderen (0-1jaar), Diagnostiek-Wijzer, 8, p 137-147.
(Zie bijlage 8, p. 105)
Emotionele beschikbaarheid als basis voor de gehechtheidsontwikkeling wordt gemeten
met de zelfrapporteringschaal voor het meten van emotionele beschikbaarheid.
Het instrument bestaat uit 32 items te scoren door de ouders op een 5-puntenschaal (1=
helemaal mee oneens, 5= helemaal mee eens). Deze items kunnen gegroepeerd worden
tot 5 subschalen: Affectieve Afstemming, Betrekken van de ouder, Affectieve Kwaliteit,
Intrusiviteit en Vijandigheid.
5.1.3.De ‘Emotional Availability Scales’ (E.A.S.)
Referenties:
-Biringen, Z., Robinson, J., & Emde, R. (1998). Emotional availability scales (3th ed.)
-Vliegen, N. (2005). Observatieschalen voor emotionele beschikbaarheid. Een instrument
voor onderzoeks- en klinische praktijk. In: Tijdschrift voor psychotherapie. Januari 2005
(31).
De observatieschalen voor emotionele beschikbaarheid, E.A.S. kunnen zowel in de
onderzoeks- als klinische praktijk hulp bieden. Ze vormen een waardevol instrument bij
de diagnostische evaluatie van de kwaliteit van de ouder-kindrelatie.
Nicole Vliegen licht in haar artikel toe hoe het concept ‘emotionele beschikbaarheid door
Biringen en anderen (1998) geoperationaliseerd werd in zes observatieschalen waarin
zowel ouder- als kindschalen zijn opgenomen. De oorspronkelijke versie van de E.A.S. ,
die dateert van 1988, omvatte vier subschalen: twee voor de ouder (sensitiviteit en niet-
intrusiviteit) en twee voor het kind (responsiviteit en het vermogen om de moeder te
engageren). In 1993 werd de schaal een eerste maal herwerkt en werd de ouderschaal
‘niet-vijandigheid’ toegevoegd. In 1998 kwam men tot de uiteindelijke versie door de
toevoeging van de ouderschaal ‘structureren’.
Op basis van op video opgenomen observaties wordt elk van de ouder- en kinddimensies
gescoord in de context van de gehele relatie. Een korte beschrijving vinden we in het
artikel van Nicole Vliegen. Voor een uitvoeriger beschrijving verwijst ze naar de
handleiding van de E.A.S. (versie 3).
44
5.2. Risicotaxatie-schalen
Om een risicotaxatie te doen, kan een risico-taxatieschaal een hulpmiddel zijn waarbij de
begeleider objectieve kapstokken krijgt om subjectieve indrukken te overwegen en zicht
te krijgen op de stappen die moeten gezet worden. Er bestaan verscheidene schalen,
bedoeld om de veiligheid van een gezinssituatie in kaart te brengen. Zonder daarbij de
bedoeling te hebben exhaustief te zijn, sommen we er hier enkele op. Wij hebben op basis
van de eerste drie een eigen planningsschema of planningsformulier veiligheid
ontwikkeld voor de Ambermodule. Met deze schaal lukt het ons om een zo volledig
mogelijk overzicht te maken van de aanwezige krachten en zorgen en de weging hiervan
te maken. Deze schalen geven geen bepalende uitslag over de beslissing of een kind uit
huis moet, maar helpen een idee te vormen over de acties die de ouders moeten
ondernemen om het thuis veiliger te maken.
5.2.1. Schaal van Hellinckx, Grietens et al.
Referentie: Hellinckx W., Grietens H., Moor G. & Van Assche, V. Risico op kindermishandeling?
Een preventieve aanpak. Leuven/Leusden: Acco, 2001: 118p.
(zie bijlage 9, p. 108)
Deze vragenlijst uit 2001 wordt voor screening gehanteerd door Kind en Gezin.
Deze schaal met 31 items wil bij het scoren de frequentie en intensiteit van risico’s tot
uiting laten komen. Er werd gekozen voor een meerpuntenschaal om het zwart-
witdenken gebaseerd op eerste indrukken tegen te gaan en nuanceringen van uitspraken
over de mogelijke aanwezigheid van risico’s te bevorderen.
5.2.2. Signaallijst Verontrustende Opvoedingssituaties
Referentie: www.signaallijst.be
De Signaallijst Verontrustende Opvoedingssituaties werd door de Universiteit Leuven
ontwikkeld in opdracht van de Vlaamse Overheid. Dit instrument is een intersectoraal
(Integrale Jeugdhulp) ondersteunend instrument dat hulpverleners wil helpen bij het
inschatten en verder opvolgen van mogelijke verontrustende opvoedingssituaties waarin
de psychische of fysieke ontwikkeling van kinderen in het gedrang kan komen. Het is een
instrument dat jeugdhulpverleners moet helpen bij de reflectie en het overleg rond
verontrustende situaties.
De lijst helpt het geheel te overdenken door alle mogelijke verontrustende signalen of
kenmerken van de opvoedingssituatie te belichten. Het is geen screeningsinstrument. De
hulpverlener behoudt de volledige verantwoordelijkheid voor het inschatten van de
situatie en voor het bepalen van de verdere stappen die in het belang van het kind moeten
worden gezet.
45
De lijst bevat 25 signalen die opgedeeld worden in vijf thematische delen:
- De interactie tussen hulpverlener en ouder
- Individuele ouderkenmerken
- Gezinskenmerken
- Kindkenmerken
- Kenmerken van de pedagogische interactie.
Het is geen rapport, er worden geen punten gegeven. Het is vooral een leidraad voor het
intern overleg. Het doet je nadenken of je niet te snel (ver-)oordeelt.
In de Reflectiegroep Ouders Integrale Jeugdhulp zijn reacties van ouders op deze
signaallijst en hun adviezen omtrent het gebruik ervan opgetekend. De ouders uiten hun
bezorgdheid over wie, wanneer ‘oordeelt’/’inschat’ of er in een situatie wel of niet van
verontrusting of van maatschappelijke noodzaak wordt gesproken. Deze inschatting is
onmogelijk objectief te maken en is mede afhankelijk van subjectieve elementen. Een
minimale beveiliging van deze inschatting kan, volgens hen, bekomen worden door deze
situatie te bespreken op teamniveau. Ze vinden dat de signaallijst een toon van
wantrouwen uitstraalt en de wijze van kijken naar het gezin beïnvloed. In plaats van te
leiden tot beslissingen, moet de signaallijst aanzetten tot onderzoek van de situatie
vertrekkend vanuit gesprek en interactie met de ouders. De lijst zou tips moeten bevatten
om het gesprek met de ouders hierover te voeren.
De lijst is geen interactief instrument. Hoewel het niet de bedoeling is om punten of een
beoordeling te geven, werkt men wel met rode en groene lichten. De signalen zouden
beter in vraagvorm geformuleerd worden en ook positieve signalen zouden moeten
opgespoord worden. Een link naar de maatschappij als voorwaardenscheppend kader
ontbreekt. De ouders vinden het belangrijk dat hulpverleners ondersteund worden bij de
inschatting van situaties van verontrusting en dat er richtlijnen voor hulpverleners en
teams worden uitgewerkt. Hierbij zou de dialoog met ouders en minderjarigen centraal
moeten staan. Ze adviseren om de signaallijst te herwerken tot een instrument dat
gebruikt kan worden in de dialoog met ouders en minderjarigen over verontrusting
(gekoppeld aan kwaliteitseisen van cliëntbetrokkenheid).
5.2.3. Signs Of Safety, planningsformulier veiligheid
Referenties:
www.signsofsafety.nl
www.signsofsafety.be
Samenspraak. Perspectieven in het omgaan met verontrusting en maatschappelijke
noodzaak. Leesmap van Signs of Safety. Achtergrond bij de lezing van Eric Sulkers op de
startdagen in Leuven en Brussel, oktober 2011. (Een initiatief van Integrale Jeugdhulp
Vlaams-Brabant en Brussel i.s.m. de vzw Sporen.)
Signs of Safety of ‘Signalen van veiligheid’ is een benadering die door Andrew Turnell en
Steve Edwards in de jaren 90 in Australië is ontwikkeld. Het is een methode om tot een
46
constructieve samenwerkingsrelatie met de cliënt te komen waarin de veiligheid van de
kinderen centraal staat.
Bij de benadering van Turnell staat het begrip ‘partnerschap’ centraal in de hulpverlening
aan gezinnen binnen de kinderbescherming. Waar het gaat om de veiligheid van kinderen
maakt hij wel een kanttekening bij dit begrip. De hulpverlener heeft dan feitelijk meer
macht en het is dan ook belangrijk hier vanaf het begin open en eerlijk over te zijn naar
jezelf en naar de cliënten toe. De veiligheid van de kinderen heeft immers steeds de
hoogste prioriteit. Uit je manier van ingrijpen moet vervolgens blijken dat je streeft naar
samenwerking en partnerschap. Dit bereik je door de veiligheid wel eerst aan de orde te
stellen, duidelijk te zijn over je rol en macht, en vervolgens door samen een plan op te
maken om aan veiligheid te werken. Hierbij worden de ouders aangemoedigd om mee te
denken bij het vinden van oplossingen en worden ook hun ideeën en opvattingen
bevraagd.
De gezinsbegeleider maakt samen met het gezin een analyse van de veiligheid. Vervolgens
wordt een taxatie gemaakt van het risico op herhaling of voortzetting van de onveilige
omstandigheden enerzijds en van de aspecten in het gezin die kunnen bijdragen tot het
vergroten van de veiligheid en het voorkomen van misbruik, mishandeling en
verwaarlozing anderzijds.
Signs of Safety is met ander woorden een methode die zowel een planningsformulier om
de veiligheid te taxeren, als een veiligheidsplan, om te werken aan het vergroten van de
veiligheid, omvat. In het planningsformulier worden naast zorgen en feiten van
onveiligheid ook krachten en feiten van veiligheid genoteerd.
5.2.4. Planningsformulier veiligheid ambermodule (bijlage 10, p. 109)
Het planningsformulier veiligheid van Signs of Safety hebben wij voor onze werking nog
verder hebben opgedeeld naar kind-, ouder-, interactie- en omgevingsfactoren. Wij
hebben dit uitgebouwd tot een schema waarin plaats is voor positieve krachten en
bezorgdheden, veiligheid en onveiligheid die we merken in vier categorieën: bij het kind,
bij de ouder, in de interactie tussen ouder en kind en tenslotte in de omgeving van het
gezin.
Hierbij kunnen we een heel goed beeld krijgen van de veelheid van factoren en hoe deze
tegenover elkaar opwegen. Als de bezorgdheden of de onveiligheid in de interactie tussen
ouder en kind in het oog springen, zal dit voor ons heel erg doorwegen.
Als er voor een onderdeel vooral bezorgdheden of feiten van onveiligheid zijn en er sprake
is van weinig krachten of feiten van veiligheid, is dit een indicatie om op dit vlak samen
met de ouders een plan van aanpak te formuleren in termen van stappen naar meer
veiligheid.
47
5.3. Stappen in de aanpak
Afsluitend willen we stilstaan bij de stappen die een begeleider kan ondernemen wanneer
er een grote bezorgdheid leeft betreffende de veiligheid van een baby.
5.3.1.BEGELEI DER R EFLECT EER T ZELF
De begeleider kan voor zichzelf reeds een schaal invullen. Hierbij kan het invullen van een
schaal rond hechting een onderdeel vormen. De begeleider blikt ook terug op tips,
adviezen of opmerkingen die hij reeds aan het gezin gegeven heeft en op de reactie van
de ouders hierop. De begeleider maakt voor zichzelf een evaluatie van het
begeleidingsproces.
5.3.2.IN VULLIN G TIJDENS EEN CO ACHI NGS GES PR EK OF O P T EAMNI V EAU
Het planningsformulier invullen wordt een teamgebeuren. Iedereen draagt mee in de
opbouw van het schema. Hierdoor wordt de situatie gedragen door meerdere personen.
De begeleider voelt zich niet meer alleen staan en kan zijn indrukken checken met deze
van zijn collega’s. Op deze manier wordt er ook een vollediger beeld verkregen gezien
collega’s soms nog andere krachten zien of zorgen voelen. Doorheen de geleidelijke
opbouw, kan er ook zorg gaan naar het positief formuleren van de inzet die aanwezig is
in het gezin.
Dankzij de bespreking kunnen subjectieve indrukken een plaats krijgen, naast objectieve
gegevens. De begeleider krijgt een overzicht van alle indrukken die hij de voorbije weken
of begeleidingsmomenten heeft verzameld, kan deze in perspectief zetten en zich zo een
beter beeld vormen van zijn eigen standpunt.
5.3.3. TER UGKOPP ELIN G N AAR D E O UDERS
Het is belangrijk om deze activiteit ook samen met de ouders uit te voeren. We vullen met
hen opnieuw het schema in, waarbij hun indrukken een plaats krijgen en ook de
voorbereiding door het team door de begeleider als een aanvulling kan ingebracht
worden. We vinden het belangrijk om dan na te gaan of de ouders deze inbreng
herkennen.
Vaak heeft de begeleider hierover reeds vroeger opmerkingen of opvattingen rond
aangekaart en is dit voor het gezin geen nieuwe informatie. Het nieuwe voor de ouders is
dat het allemaal in één overzichtsschema wordt gebracht. Hierdoor zien ook zij hoe de
dingen wegen of welke stukken er ontbreken.
Door dit planningsformulier samen met hen te construeren voelen de ouders dat we met
hun visie en proces rekening willen houden en ook zicht hebben voor de positieve dingen,
hun inzet, de dingen die al goed lopen. Als ze de tekening zien geven ouders vaak zelf aan
dat ze de bezorgdheden begrijpen en weten plots beter waaraan gewerkt moet worden
48
als ze willen dat wij niet meer ongerust zijn. De weg ligt dan open om als volgende stap
met hen een veiligheidsplan op te maken. We ervaren dat ouders er vaak in slagen om een
eigen score te geven aan de gezinssituatie en dat deze effectief anders ligt voor en na het
invullen van een planningsformulier.
Soms kan de begeleider terughoudend zijn om dit gesprek met de ouders aan te gaan
omdat het moeilijk is in te schatten hoe de ouders op confronterende stukken reageren.
De begeleider wil dan zicht op de consequenties in het gedrag van de ouders.
Het kan helpend zijn om vooraf anoniem coaching te vragen bij het Vertrouwenscentrum
Kindermishandeling (VK), waarbij de begeleider hulp krijgt bij het inschatten hoe dit best
naar het gezin toe gebracht wordt, of er nog ruimte is om de dingen bespreekbaar te
maken, dan wel of er sowieso moet overgegaan worden tot melding.
5.3.4. EVENT UELE ST AP N AAR H ET VER TRO UW EN S CENTR UM K IN DER MISHAN DELIN G
(VK)
Indien bij de terugkoppeling naar de ouders gevoeld wordt dat de risico’s bespreekbaar
zijn en dat er verdere begeleidingsafspraken mogelijk zijn, kan dit binnen de verdere
begeleiding opgenomen worden. Eventueel wordt dit formeel gemaakt aan de hand van
een evaluatiegesprek waarbij de teamverantwoordelijke aanwezig is, zodat het
standpunt van het team of de dienst ook duidelijk is voor het gezin.
Indien dit echter niet bespreekbaar is of de begeleider het gevoel heeft niets te kunnen
opnemen in de weg naar verandering, worden de ouders ingelicht dat er meer of andere
hulp nodig is. We lichten de werking van het vertrouwenscentrum toe aan de ouders en
bevragen of zij de stap naar dit centrum mee willen zetten. Indien er hiervoor geen
openheid is of dit voor de ouders te moeilijk is, gaan we zelf over tot melding. Afhankelijk
van de situatie kan het aangewezen zijn dat de ouders terecht kunnen bij het Comité voor
Bijzondere Jeugdzorg. We ondersteunen de ouders dan in de stap naar deze dienst.
49
HOOFDSTUK 6: GOEDE ZORG VOOR DE
AMBERBEGELEIDER
Het intensief begeleiden van kwetsbare gezinnen met zeer jonge kinderen is een boeiende
opdracht. Door de intensiteit is deze job echter ook veeleisend en dit kan soms zwaar
wegen. Daarom willen we in dit hoofdstuk expliciet aandacht besteden aan het belang van
een zorgvuldige selectie en omkadering van een amberbegeleider. Enerzijds zijn de
opleiding, kennis, draagkracht en mogelijkheid tot zelfreflectie van de begeleider
essentieel, anderzijds dient men als organisatie ook te waken over de omkadering en
aangeboden zorg als werkinstrument voor deze begeleider.
Ouders en begeleider engageren zich in de ambermodule voor een intensief
begeleidingsproces. Dit engagement is groot. Een intensieve mobiele begeleiding is
immers een vorm van begeleiding die ingrijpend is en veel inzet vraagt. De grote
intensiteit maakt dat er sneller een vertrouwensrelatie opgebouwd kan worden waardoor
het gezin de betrokkenheid en de inzet van een begeleider echt ervaart. De frequentie van
de huisbezoeken laat een directe opvolging van de situatie van de baby toe. Doordat de
begeleiding aan huis wordt geboden in de thuissituatie, krijgt een begeleider sneller een
beeld van de gezins- en opvoedingssituatie en van de noden van een gezin en kan zij
hierop gepast inspelen. Dit is zo in de meest ideale omstandigheden, als een begeleiding
goed op gang is gekomen.
Maar er zijn ook momenten in een begeleiding waarin het niet zo makkelijk gaat. Omdat
er vaak “op het scherp van de snee” wordt gewerkt, loopt het soms moeilijk. Op die
kritieke momenten, wanneer een baby niet krijgt wat hij nodig heeft, vraagt dit
emotioneel veel van de amberbegeleider. Zij kan merken dat ouders niet gevoelig genoeg
zijn voor die noden of niet alle noden van een baby herkennen. Maar zij kan niet alleen
aan de kant van de baby gaan staan. Het is ook belangrijk dat zij de ouders meeneemt in
dit proces en het is zeker belangrijk dat zij ook aan de ouders veel zorg geeft. Want enkel
op deze manier kunnen ouders overwinnen wat hen blokkeert. Aan ouders wordt
gevraagd te kijken naar wat er in de weg staat om zich goed af te stemmen op hun baby
en dit brengt hen bij hun eigen kwetsuren en kwetsbaarheid.
De amberbegeleider wordt onvermijdelijk sterk aangesproken door de kwetsbaarheid
van de baby, maakt contact met hem en heeft vanuit dit contact voeling met zijn noden.
Deze betrokkenheid, de kwetsbaarheid van de baby en van zijn ouders vragen een grote
alertheid, draagkracht en engagement van de begeleider.
Heel dit proces is niet zonder struikelblokken en/of valkuilen te gaan. Er is het risico op
verwevenheid, waarbij de afstand van de begeleider tot de ouders of de baby te klein
wordt. Door de positieve ingesteldheid ten aanzien van het te begeleiden gezin, door de
dagdagelijkse betrokkenheid die er ten aanzien van het gezin in de begeleidingsperiode
wordt aangeboden, kan het dat de begeleider dreigt ingezogen te geraken in het gezin/de
50
gezinsproblematiek. Het is dus belangrijk dat de begeleider voldoende ruimte krijgt om
tijdig afstand te nemen en te reflecteren over de gezinssituatie en het begeleidingsproces.
De begeleider kan dit zelf proberen te bewaken, maar moet hierbij ook structureel kunnen
rekenen op de steun van het team en de werkbegeleider.
Een andere valkuil bestaat uit het niet meer volgen of uit het oog verliezen van het tempo
van het gezin. De begeleider heeft het moeilijk om tevreden te zijn met de kleine stapjes
die de ouders vooruit zetten of vindt dat alles wat te traag gaat. Dit kan te maken hebben
met de eigen begeleiderstijl en de gewoonte snel dingen op te pakken, of door de
ongerustheid over de baby. Het is steeds een moeilijke evenwichtsoefening om voldoende
rekening te houden met zowel het belang van de ouders (kansen krijgen tot leren en
vertrouwen) als het belang van de baby (inspelen op de ontwikkelingsnoden) Bij deze
evenwichtsoefening speelt dan vaak ook de druk van derden, andere hulpverleners die
een eigen interventieplan en dus ook een ander tempo voor ogen hebben. Hier is het dan
belangrijk met z’n allen op eenzelfde golflengte te komen. Wanneer de begeleider alleen
nog ziet hoe het gedrag van ouders de ontwikkeling of de groei bedreigen, bestaat de
verleiding om de verantwoordelijkheid te willen overnemen.
Maar mogelijk de grootste valkuil bij deze intensieve werkvorm met wel een zeer
specifieke jonge doelgroep is dat de begeleider over haar eigen grens gaat. Uit de
beschrijving van de specificiteit van de werkvorm en de diverse valkuilen, blijkt dat het
risico op overbelasting voor de begeleider van de Ambermodule reëel is.
Wendela Wentzel beschrijft dit in haar artikel: “Hoe kunnen leidinggevenden werknemers
beschermen tegen secundaire traumatisering”. Zij coacht professionals en organisaties
rond veerkracht en sterk aan het werk, o.a. met oog op het voorkomen van secundaire
traumatisering en burn out. Om een zo goed mogelijke zorg aan te bieden aan de
amberbegeleider is het raadzaam om een aantal hulpbronnen structureel te voorzien, dit
zowel op individueel niveau als op team- of organisatieniveau.
6.1. OP INDIVIDUEEL NIVEAU
De begeleider moet de kans krijgen om voldoende afstand te nemen door tijd te krijgen
voor reflectie: tijd voor verslaggeving, een begeleidingsvrij moment, supervisie of
coachingsgesprekken bij de werkbegeleider/coördinator. Tijdens een coachingsgesprek
kan de begeleider stilstaan bij de eigen positie, het tempo van de gezinsleden,
doelstellingen en prioriteiten, het begeleidingsproces, de samenwerkingsrelatie met het
gezin, inzicht in de eigen draagkracht, … . Het vraagt van de begeleider steeds een
evenwichtsoefening tussen het ondersteunen van het proces dat de ouder gaat enerzijds
en het tegemoet komen aan de ontwikkelingsnoden van de baby anderzijds. Het is dan
belangrijk dat de begeleider daarbij voelt dat zij deze verantwoordelijkheid niet alleen
moet dragen. Door op een afstand het begeleidingsproces te volgen, ondersteunt de coach
de begeleider in het lopende proces van het gezin. De coach/coördinator kan de
begeleider erkenning geven en helpen om enerzijds een overzicht te behouden over de
51
doelstellingen van de gezinsondersteuning en anderzijds om de eigen emoties en
inschatting te verwoorden.
Wentzel benadrukt dat geen ruimte krijgen om de verhalen van de cliënten te ventileren
de belasting zal verhogen, wat tot klachten kan leiden. Het is dus belangrijk te zorgen voor
een plek of een moment waarop medewerkers na intensieve gesprekken stoom kunnen
afblazen. We mogen met andere woorden niet uit het oog verliezen dat naast formele
momenten ook informele momenten van opvang belangrijk zijn.
6.2. OP TEAMNIVEAU
Deze informele momenten kunnen ook op teamniveau geboden worden. Werkoverleg,
teamvergaderingen en intervisies helpen om de situatie en de verantwoordelijkheid te
verbreden naar het teamniveau. De begeleider voelt dat er gewerkt wordt naar het
vormen van een teamstandpunt en dat hij niet alleen instaat voor een gezinssituatie. De
begeleider voelt zich gedragen door een breder kader, door het beleid en haar collega’s.
Het is de verantwoordelijkheid van de direct leidinggevende om er voor te zorgen dat de
case-load zoveel als mogelijk gelijk verdeeld is tussen de begeleiders. Samen met de
begeleider dient de coach/coördinator te bewaken dat de begeleider niet over zijn eigen
grenzen en draagkracht gaat. Het is belangrijk om hierover preventief structureel
duidelijke afspraken te maken, bijvoorbeeld over het maken van overuren, de duur van
de huisbezoeken, het inbouwen van individuele coachingsgesprekken, … .
6.3. OP BELEIDSNIVEAU
Op organisatorisch niveau springen de kleine materiële zorgen natuurlijk het eerst in het
oog: de aanwezigheid van het materiaal en de ruimte om de begeleiding, coaching en
administratie te faciliteren. Daarnaast is ook de immateriële zorg onder de vorm van
betrokkenheid, een duidelijk beleid, waardering en steun van groot belang.
Wanneer de leidinggevende uitstraalt dat de medewerkers het fundament zijn van de
organisatie en het primaire werkproces naar waarde schat, verhoogt dit de motivatie.
Hiervoor is het nodig dat de leidinggevende kennis heeft van de methodiek en inzicht
heeft in wat er leeft op de werkvloer, wat de medewerkers helpt en wat hen hindert. Dit
houdt ook in dat we zoeken naar een manier om de administratieve verplichtingen te
vereenvoudigen en zo mogelijk tot een minimum te beperken.
De goede zorg voor de begeleiders verankeren als onderdeel in het personeelsbeleid
vraagt om een gestructureerde werkwijze. Wentzel suggereert dat hierbij o.a. gedacht kan
worden aan een opvangprotocol, een onafhankelijke vertrouwenspersoon, supervisie,
intervisie en de mogelijkheid tot scholing rond dit thema.
Tot slot kunnen we echter niet voorbij gaan aan het feit dat de veiligheid van de baby soms
niet meer in het gezin kan gegarandeerd worden. Het is zeer belangrijk dat op dat
52
moment, in samenwerking met de bevoegde instanties zoals het VK, door de
coördinator/coach, vanuit het beleid en gedragen door het team, aangegeven wordt dat
de grens van de amberwerking is bereikt. De amberbegeleider heeft in deze
omstandigheden voldoende zorg, ondersteuning en begrenzing nodig om, samen met de
coördinator, de nodige stappen te zetten om de veiligheid en ontwikkelingskansen van de
baby te garanderen.
We kunnen besluiten dat ‘gezond’ aan het werk blijven een gedeelde
verantwoordelijkheid is van werknemer en werkgever. We pleiten voor enerzijds een
zorgvuldige selectie van de begeleiders en anderzijds het voorzien van voldoende
omkadering bij deze werkvorm. Op deze manier kunnen we samen werken aan de goede
zorg voor de amberbegeleider.
53
HOOFDSTUK 7: AANBEVELINGEN
Afsluitend willen we graag nog enkele aanbevelingen formuleren voor Kind en Gezin als
subsidiërende instantie van deze werkvorm en dit in functie van de verfijning van de
methodiek. We hebben in deze handleiding een concrete voorstelling gegeven van de
werkvorm zoals deze in zijn meest zuivere vorm kan toegepast worden. Toch zijn wij
doorheen het tot stand komen van deze handleiding en doorheen de jarenlange ervaring
ook regelmatig op knelpunten gestoten die we hier volledigheidshalve ook willen
belichten.
7.1. Omtrent het hanteren van de F.I.D.parameters
Momenteel schrijft de regelgeving een frequentie van gemiddeld 3 huisbezoeken per
week voor. Vanuit jarenlange ervaring kunnen we stellen dat deze parameter niet
realistisch is. Vanuit het project is steeds de intensiteit van de methodiek beklemtoont. En
terecht. Echter intensiteit werd eerder vertaald naar een streven naar drie huisbezoeken
per week, en dus niet een gemiddelde van 3 huisbezoeken per week. Wij pleiten daarom
voor een frequentie van gemiddeld twee huisbezoeken per week. Op die manier kan meer
op maat van het gezin gewerkt worden. Hieronder sommen we enkele veel voorkomende
situaties op die maken dat de wekelijkse frequentie van 3 huisbezoeken niet lukken:
- De ouder belt een huisbezoek af en het is onmogelijk om dit begeleidingsmoment nog te
verplaatsen in de week (bijv. wanneer dit huisbezoek op vrijdag gepland was), of de ouder
wenst geen derde contact omdat er in die week geen ruimte voor is (bijv. ouder heeft een
afspraak bij de tandarts, dokter, familie, schoolcontact, ...)
- Bij verlof of ziekte van de begeleider wordt de begeleiding overgenomen door een
collega uit het Amberteam. Het kan zijn dat deze, in combinatie met de eigen begeleide
gezinnen, er niet in slaagt om een frequentie van drie huisbezoeken per week te
garanderen. Doch hier wordt de situationele nood van de gezinnen mee in rekening
gebracht en vooropgesteld.
- Bij familiale omstandigheden (zoals een reis, huwelijk, doopfeest, een sterfgeval, …) in
de familie van het te begeleiden gezin, is er geen concrete mogelijkheid om het gezin te
zien. Er vallen dan plots heel wat contacten weg.
- Als de begeleiding opgestart is in de prenatale fase hebben sommige ouders nog geen
behoefte aan 3 huisbezoeken per week. Als amberbegeleider dien je met deze wensen
rekening te houden. Enkel op deze manier kan een vertrouwensband groeien.
- Wanneer de ouder een tewerkstelling terug opneemt, is het niet altijd mogelijk om elke
week 3 contacten te realiseren. Toch blijft de ambermethodiek ook voor deze gezinnen
erg zinvol.
- Wanneer de begeleiding van de Ambermodule loopt in combinatie met een andere
begeleiding, zoals bijvoorbeeld samen met Begeleid Wonen binnen het VAPH of binnen
Jongerenwelzijn, samen met een GOP of een dagbehandeling van een psychiatrisch
centrum, …, loopt het aantal hulpverleners dat over de vloer komt op en dus ook al snel
het aantal momenten dat de ouders in gesprek gaan of aan hun situatie werken. In die
54
situaties moet het aantal begeleidingsmomenten realistisch blijven voor het gezin, dat ook
nog eigen privé-momenten wil. In deze situaties is het belangrijk dat de hulpverleners hun
aanbod goed op elkaar afstemmen en dat de contacten van de Ambermodule ook ingevuld
worden als ondersteuning bij of aanmoediging tot het zetten van stappen naar diensten
om de situatie voor de baby in orde te brengen of te laten opvolgen.
-In het kader van afbouw kan er gepleit worden dat de begeleider ook minder intens
beschikbaar is doordat hij minder op huisbezoek gaat. Dit kan belangrijk zijn om de
overgang naar het wegvallen van hulpverlening of naar een lichtere vorm van
thuisbegeleiding geleidelijk te laten verlopen.
Daarnaast zijn er ook factoren die maken dat je tijdelijk meer gaat. We denken dan aan
crisissituaties of bij het ontslag uit de kraamafdeling, wanneer er geen kraamzorg
geregeld is. Het is belangrijk dat de periode van intensiever op huisbezoek gaan ook niet
te lang wordt aangehouden, want het is niet de bedoeling alles over te nemen, maar om
zelfredzaamheid te bevorderen. Het gezin blijft uiteindelijk zelf verantwoordelijk.
De praktijk heeft ons echter geleerd dat de momenten van intensievere begeleiding (meer
dan 3X/week) minder vaak voorvallen dan de momenten waarbij je minder dan 3X/week
op huisbezoek gaat. Het ene compenseert dus niet het tekort van het andere. Vandaar ons
pleidooi om de FID-parameter aan te passen naar een frequentie van 2
huisbezoeken/week. Op die manier kan de frequentie van de huisbezoeken beter
afgestemd worden op de noden die zich in de begeleiding aandienen.
7.2. Omtrent de doelgroep
De Ambermodule is opgezet binnen het preventieve luik van gezinsondersteuning. Dit
betekent dat we willen ondersteunen vooraleer de situaties zijn geëscaleerd. In dit kader
is het vrijwillig karakter van de hulpverlening een uitgangspunt. Toch zou het feit dat er
reeds Jeugdrechtbank (JRB) of Comité voor Bijzondere Jeugdbijstand (CBJ) betrokken is,
niet mogen uitsluiten dat een gezin de Ambermodule zou krijgen. Wij denken hierbij aan
situaties waarbij er reeds een consulent betrokken is voor de oudere kinderen en waarbij
deze aan de zwangere ouder het advies geeft om onze ondersteuning aan te vragen. De
opzet van hulpverlening in deze situatie is dan toch preventief omdat ze de boreling alle
kansen geeft, gezien er in de relatie tussen de ouders en deze ‘nieuwe’ baby nog niets is
misgelopen. Ook in de situatie van sommige tienermoeders is er JRB of CBJ betrokken. In
dat geval is er reeds een dossier voor de minderjarige moeder maar nog niet noodzakelijk
voor het kind.
In de rand vermelden we hier ook de gezinnen die in eerste instantie via de sociale dienst
van gynaecologie of kraamafdeling bij ons terecht komen en waarbij in die fase soms nog
niet de hele achtergrond gekend is. Het is mogelijk dat vanuit het ziekenhuis naderhand
het parket ingeschakeld wordt met de vraag naar een hoogdringende maatregel. In dat
geval kan het zijn dat vanaf dan de betrokken consulent met onze dienst in contact staat.
Het is met andere woorden mogelijk dat de consulent van de sociale dienst bij de JRB of
van het CBJ de situatie overneemt en zich tot ons wendt.
55
We pleiten er daarom voor dat ook JRB en CBJ moeten kunnen verwijzen naar de
Ambermodule, zolang de bereidwilligheid van de ouders kan afgetoetst worden. De
motivatie van de ouders moet er natuurlijk zijn want deze is cruciaal voor het kunnen
neerzetten van de intensiteit.
7.3. Beheer van de wachtlijst
Gezinnen komen op zeer diverse momenten in hun zwangerschap op de wachtlijst. Soms
vindt dit reeds plaats bij de kennisname van de zwangerschap of tijdens het eerste
trimester van de zwangerschap. Voor deze toekomstige moeders is er mogelijk reeds een
begeleidende instantie die met hen het traject wil uittekenen. De meerderheid van de
gezinnen komen in de loop van de zwangerschap bij ons terecht. Er zijn daarnaast ook
gezinnen die pas in het laatste trimester van de zwangerschap op de wachtlijst komen
omdat ongerustheden of stress-factoren dan meer beginnen te spelen, ouders zich niet
eerder bewust waren van de zwangerschap of de baby mogelijk mentaal werd
weggeduwd of omwille van andere uiteenlopende situationele redenen: het afspringen
van de relatie, het overlijden van de partner, het uitblijven van huisvesting, gebrek aan
motivatie tot opname in een CIG en dergelijke meer.
Het gegeven van een zeer verschillend startmoment van de wachttijd enerzijds en het feit
dat een begeleiding pas één maand voor de vermoedelijke bevallingsdatum kan starten
anderzijds, maakt niet alleen het beheer van de wachtlijst tot een ingewikkelde puzzel.
Het hoeft geen betoog dat er daarnaast ook niet steeds een mooie aansluiting van
begeleidingen kan gegarandeerd worden, bv. het valt voor dat een gezin dat reeds enkele
maanden op de wachtlijst staat, uiteindelijk bij de opstart toch nog afhaakt. Er is dan niet
altijd een ander gezin beschikbaar dat qua timing mooi kan inschuiven in die plaats.
Daarnaast blijft het belangrijk dat de voorziene opstart van de wachtende gezinnen niet
gehypothekeerd wordt.
Het behalen van het juiste aantal vooropgestelde begeleidingen is hierdoor moeilijk te
voorspellen en te beheersen. Daarnaast vraagt het opvolgen van een amberwachtlijst veel
tijd. Naast het beheren moet er immers gezorgd worden dat de gezinnen die wachtende
zijn gemotiveerd blijven. Dit maakt dat het soms nodig is om (telefonisch) contact te
houden tijdens het verloop van de zwangerschap.
7.4. Professionaliteit en vorming
Aangezien de Ambermodule zich richt tot een zeer kwetsbare doelgroep, vraagt dit om
competente begeleiders. Niet iedere begeleider is bekwaam om met deze problematieken
te werken. Willen we zorgen dat de ambermethodiek efficiënt en effectief blijft dan
moeten we niet enkel de methodiek inhoudelijk bewaken maar moeten we er eveneens
voor zorgen dat hij uitgevoerd wordt door deskundige en professionele medewerkers.
Voldoende opleiding is hierbij essentieel.
56
Vandaar dat we pleiten voor een minimale vorming of een startopleiding voor (nieuwe)
ambermedewerkers. Dit zou de kwaliteit van de methodiek ten goede komen en borgen.
Indien er onvoldoende aandacht is voor dit laatste aspect vrezen we voor kwaliteitsverlies
op termijn. Vorming en competentiebewaking vraagt uiteraard de nodig financiële
omkadering die spijtig genoeg samen met de projectfase verdwenen is.
7.5. Omkadering en zorg
Naast vorming van de amberbegeleider zijn er nog een aantal factoren in de zorg naar de
ambermedewerker noodzakelijk. In hoofdstuk 6 stonden we stil bij de zorgvuldige
selectie en omkadering van de ambermedewerker. Gezien de intensiteit van de module
en de specifieke doelgroep (kwetsbare baby’s) heeft een amberbegeleider meestal meer
coaching, meer emotionele support nodig dan bij een andere begeleiding. Als
amberbegeleider draag je immers dagelijks een grote verantwoordelijkheid omtrent het
inschatten van het welzijn van de baby. De mate van emotionele beschikbaarheid en
stabiliteit van de begeleider is doorslaggevend voor de kwaliteit van deze intensieve
begeleidingen. Elke begeleider moet kunnen rekenen op een werkbegeleider. Naast de
zuivere begeleidingstijd moet er voldoende begeleidingsvrije werktijd voorzien worden
om te kunnen reflecteren, om te kunnen luchten, ….
Willen we echt inzetten op deze preventieve methodiek dan moeten de noden aan een
grotere omkadering financieel correcter opgenomen worden in de regelgeving van Kind
en Gezin. Gezien de huidige geringe financiering op dit vlak dreigen er light-versies van
de methodiek te ontstaan of kan er minder ingezet worden op support, met als gevolg
kwaliteitsverlies.
7.6. Dossier en administratie
In de loop der jaren hebben we de administratie rond de amberdossiers zien toenemen.
Meer en meer moet er genoteerd en geregistreerd worden. Dit vraagt heel wat werktijd,
en werkt demotiverend bij de begeleiders. Hoewel we verstaan dat het begeleidingswerk
voor inspectie aantoonbaar moet zijn, willen we toch bewaken dat deze administratieve
zaken zo minimaal en zo eenvoudig mogelijk blijven. De balans tussen het echte
begeleidingswerk en de administratieve formaliteiten moet juist blijven.
57
AANBEVOLEN LITERATUUR
1. BILO, R.A.C. & VOORHOEVE, H.W.A. (2006, 6de) Kind in ontwikkeling. Een
handreiking bij de observatie van jonge kinderen. Maarssen,
Elsevier/gezondheidszorg.
2. BOLT, A. (2006) Het gezin centraal. Handboek voor ambulante hulpverleners. Amsterdam: SWP.
3. DEKKER, J. (red.) (2004) Video-interactiebegeleiding. Houten: Bohn Stafleu Van
Loghum
4. ELIËNS, M.(2005) Baby’s in beeld. Video-hometraining en video-
interactiebegeleiding bij kwetsbare baby’s. Amsterdam: SWP.
5. FRAIBERG, S.H.(2005, 29ste) De magische wereld van het kind. Houten/Antwerpen:
NOM
6. GEENEN, G.& CORVELEYN, J. (2010) Helpende handen. Gehechtheid bij kwetsbare
ouders en kinderen. Leuven: Lannoo Campus.
7. HELLINCKX, W., GRIETENS, H., GEERAERT, L., MOORS G. & VAN ASSCHE, V.(2001)
Risico op kindermishandeling? Een preventieve aanpak. Leuven: Acco
8. KITZINGER, S. (1992) Zwangerschap en geboorte. Utrecht: Het Spectrum
9. KNECHT – BOYER, A. (2004). Spelen met je baby. Een leuke handleiding voor
spelletjes en activiteiten die de mentale, lichamelijke en sociale ontwikkeling van je
baby stimuleren. Utrecht/Antwerpen: Lifetime Kosmos, Z&K uitgevers.
10. MARX, H. (2004) Huilbaby’s. Zwanger en zo. Houten: NOM
11. MEURS, P. & VLIEGEN, N. (2008) Affectinterpretatie en emotieregulatie. I feel
pictures test (Nederlandstalige versie). Leuven: Lannoo Campus.
12. SOLTER, A.J. (2009, 5de). Baby’s weten wat ze willen. Vertrouw op de signalen van je
kind. Haarlem: De Toorts
13. SOLTER, A.J. (2002). De taal van huilen. Haarlem: De Toorts
14. STELLAMANS – WELLENS, H. & CLOET – MULLIE, C. (2002, 3de). Kijk, ik word groot.
Van baby tot peuter. Leuven: Davidsfonds/Infodok.
15. STOPPARD, M. (1991). Wat kan mijn kind. Ontdek samen spelenderwijs al zijn
mogelijkheden. Houten: Van Holkema-Warendorf.
16. STOPPARD, M. (2000). Geboren. Gezond en gelukkig opgroeien van dreumes, peuter
tot kleuter. Utrecht/Antwerpen: Kosmos – Z&K Uitgevers, B.P. (red.)
17. UITENBOGAARD, B.P. (red.) (2000) Stap voor stap. Een stappenplan om ouders met
jonge kinderen te begeleiden bij opvoedingsvragen. Amsterdam: SWP
18. VAN DE RIJT, H. (2003). Oei, ik groei. Utrecht/Antwerpen: Lifetime
19. VAN MARWIJK, F. (2006). Lichaamstaal bij baby’s. Houten/Antwerpen: MOM
20. VANSINA, B. (2007). Zwanger: moeders zwangerschap. Info-, doe- en dagboek.
Antwerpen: Garant.
21. VANSINA, B. (2007). Mee zwanger: vaders zwangerschap. Info-, doe- en dagboek.
Antwerpen: Garant
22. VLIEGEN, N. mmv. LEROY, C. & MEURS, P. Kleine baby’s, prille ouders. Samen in
ontwikkeling. Leuven: Acco
58
23. VLIEGEN, N. & LEROY, C. (red.) (2008). Horen, zien en spreken. Psychoanalytisch
werken met baby’s en ouders. Antwerpen: Garant
24. VLIEGEN, N. & LEROY, C. (eds.). Het moederland? De vroegste relatie tussenmoeder
en kind in de psychoanalytische therapie. Leuven: Acco
25. VZW Handicap & ambulante begeleiding. (2002). Wil je met me spelen? De
ontwikkeling van je kind van 0 tot 2 jaar in beeld. Tienen: Aqua Fortis Uitgeverij.
26. WOOLFSON, R. (2001) Babytaal. Hoe kleine kinderen communiceren met gebaren en
sprak. Baarn: Cantecleer.
59
BIJLAGEN
BIJLAGE 1: DOELSTELLINGENKAARTJES
BIJLAGE 2: OVERZICHT THEMA ’S PRENATALE BEGELEIDING
BIJLAGE 3: CHECKLIST KOFFER MAMA
BIJLAGE 4: CHECKLIST KOFFER BABY
BIJLAGE 5: CHECKLIST BABY-UITZET
BIJLAGE 6: VIP-KAART
BIJLAGE 7: CHECKLIST HECHTING (’T HUMMELHUIS)
BIJLAGE 8: ZELFRAPPORTERINGSSCHAAL HECHTING (NICOLE VLIEGEN)
BIJLAGE 9: VRAGENLIJST HELLINCKX , GRIETENS ET AL .
BIJLAGE 10: PLANNINGSFORMULIER VEILIGHEID AMBERMODULE
60
BIJLAGE 1: DOELSTELLINGENKAARTJES
Focus op de baby:
Voeding
Ik wil bij iemand terecht
kunnen met mijn vragen
rond borstvoeding
Ik wil een flesje leren
klaarmaken
Ik wil een flesje leren
reinigen en steriliseren
Ik wil bij iemand terecht
kunnen met mijn vragen
rond flesvoeding
Ik wil het eetpatroon van
mijn baby leren kennen
61
Ik wil leren hoe ik
groentepap / fruitpap
klaar kan maken
Ik wil leren om mijn baby
op een aangename
manier eten te geven
Ik wil er op letten hoe
mijn baby zich voelt
tijdens het eten
Ik wil leren hoe ik
groentepap / fruitpap
klaar kan maken
Ik wil leren om mijn baby
op een aangename
manier eten te geven
Ik wil er op letten hoe
mijn baby zich voelt
tijdens het eten
Ik wil leren hoe ik
groentepap / fruitpap
klaar kan maken
Ik wil leren om mijn baby
op een aangename
manier eten te geven
Ik wil er op letten hoe
mijn baby zich voelt
tijdens het eten
Ik wil leren hoe ik
groentepap / fruitpap
klaar kan maken
Ik wil leren om mijn baby
op een aangename
manier eten te geven
Ik wil er op letten hoe
mijn baby zich voelt
tijdens het eten
Ik wil leren hoe ik
groentepap / fruitpap
klaar kan maken
Ik wil leren om mijn baby
op een aangename
manier eten te geven
Ik wil er op letten hoe
mijn baby zich voelt
tijdens het eten
Ik wil leren hoe ik
groentepap / fruitpap
klaar kan maken
Ik wil leren om mijn baby
op een aangename
manier eten te geven
Ik wil er op letten hoe
mijn baby zich voelt
tijdens het eten
62
Ik wil leren hoe mijn
baby kan genieten van
een badje
Ik wil me zekerder
voelen bij het geven van
een badje aan de baby
Ik wil weten wanneer ik
de baby het best
verschoon
Ik wil een propere
verzorgingsplaats /
slaapplaats voor de baby
Ik wil aanmoediging bij
het reinigen en het
steriliseren van flesjes
Verzorging /
hygiëne
Ik wil aanmoediging bij
het reinigen en het
steriliseren van flesjes
Verzorging /
hygiëne
Ik wil leren hoe mijn
baby kan genieten van
een badje
Ik wil me zekerder
voelen bij het geven van
een badje aan de baby
Ik wil weten wanneer ik
de baby het best
verschoon
Ik wil een propere
verzorgingsplaats /
slaapplaats voor de baby
Ik wil aanmoediging bij
het reinigen en het
steriliseren van flesjes
Verzorging /
hygiëne
Ik wil leren hoe mijn
baby kan genieten van
een badje
Ik wil me zekerder
voelen bij het geven van
een badje aan de baby
Ik wil weten wanneer ik
de baby het best
verschoon
Ik wil een propere
verzorgingsplaats /
slaapplaats voor de baby
Ik wil aanmoediging bij
het reinigen en het
steriliseren van flesjes
Verzorging /
hygiëne
Ik wil leren hoe mijn
baby kan genieten van
een badje
Ik wil me zekerder
voelen bij het geven van
een badje aan de baby
Ik wil weten wanneer ik
de baby het best
verschoon
Ik wil een propere
verzorgingsplaats /
slaapplaats voor de baby
Ik wil aanmoediging bij
het reinigen en het
steriliseren van flesjes
Verzorging /
hygiëne
Ik wil leren hoe mijn
baby kan genieten van
een badje
Ik wil me zekerder
voelen bij het geven van
een badje aan de baby
Ik wil weten wanneer ik
de baby het best
verschoon
Ik wil een propere
verzorgingsplaats /
slaapplaats voor de baby
Ik wil aanmoediging bij
het reinigen en het
steriliseren van flesjes
Verzorging /
hygiëne
Ik wil leren hoe mijn
baby kan genieten van
een badje
Ik wil me zekerder
voelen bij het geven van
een badje aan de baby
Ik wil weten wanneer ik
de baby het best
verschoon
Ik wil een propere
verzorgingsplaats /
slaapplaats voor de baby
63
Ik heb de nodige spullen
om mijn baby te
verzorgen / een badje te
geven
Ik wil leren hoe ik de
nageltjes van mijn baby
kan knippen
Ik heb de nodige spullen
om mijn baby te
verzorgen / een badje te
geven
Ik wil leren hoe ik de
nageltjes van mijn baby
kan knippen
Ik heb de nodige spullen
om mijn baby te
verzorgen / een badje te
geven
Ik wil leren hoe ik de
nageltjes van mijn baby
kan knippen
Ik heb de nodige spullen
om mijn baby te
verzorgen / een badje te
geven
Ik wil leren hoe ik de
nageltjes van mijn baby
kan knippen
Ik heb de nodige spullen
om mijn baby te
verzorgen / een badje te
geven
Ik wil leren hoe ik de
nageltjes van mijn baby
kan knippen
Ik heb de nodige spullen
om mijn baby te
verzorgen / een badje te
geven
Ik wil leren hoe ik de
nageltjes van mijn baby
kan knippen
64
Ik wil kunnen zorgen voor
propere kleding
Ik wil weten waar ik
terecht kan voor
betaalbare kinderkleding
Ik wil weten waar ik
moet op letten bij het
kiezen van babykleertjes
Kledij
Ik wil voldoende kleren
voor de baby
Kledij
Ik wil voldoende kleren
voor de baby
Ik wil kunnen zorgen voor
propere kleding
Ik wil weten waar ik
terecht kan voor
betaalbare kinderkleding
Ik wil weten waar ik
moet op letten bij het
kiezen van babykleertjes
Kledij
Ik wil voldoende kleren
voor de baby
Ik wil kunnen zorgen voor
propere kleding
Ik wil weten waar ik
terecht kan voor
betaalbare kinderkleding
Ik wil weten waar ik
moet op letten bij het
kiezen van babykleertjes
Kledij
Ik wil voldoende kleren
voor de baby
Ik wil kunnen zorgen voor
propere kleding
Ik wil weten waar ik
terecht kan voor
betaalbare kinderkleding
Ik wil weten waar ik
moet op letten bij het
kiezen van babykleertjes
Kledij
Ik wil voldoende kleren
voor de baby
Ik wil kunnen zorgen voor
propere kleding
Ik wil weten waar ik
terecht kan voor
betaalbare kinderkleding
Ik wil weten waar ik
moet op letten bij het
kiezen van babykleertjes
Kledij
Ik wil voldoende kleren
voor de baby
Ik wil kunnen zorgen voor
propere kleding
Ik wil weten waar ik
terecht kan voor
betaalbare kinderkleding
Ik wil weten waar ik
moet op letten bij het
kiezen van babykleertjes
65
Slapen
Ik wil voldoende rekening
leren houden met het
slaapritme van mijn baby
Ik wil zorgen voor een
goede slaapomgeving
(rookvrij, rustige plaats,
goede slaaphouding,
verluchte kamer)
Ik wil informatie rond
het voorkomen van
wiegendood
Ik wil een slaapritueel voor
mijn baby
Slapen
Ik wil voldoende rekening
leren houden met het
slaapritme van mijn baby
Ik wil zorgen voor een
goede slaapomgeving
(rookvrij, rustige plaats,
goede slaaphouding,
verluchte kamer)
Ik wil informatie rond
het voorkomen van
wiegendood
Ik wil een slaapritueel voor
mijn baby
Slapen
Ik wil voldoende rekening
leren houden met het
slaapritme van mijn baby
Ik wil zorgen voor een
goede slaapomgeving
(rookvrij, rustige plaats,
goede slaaphouding,
verluchte kamer)
Ik wil informatie rond
het voorkomen van
wiegendood
Ik wil een slaapritueel voor
mijn baby
Slapen
Ik wil voldoende rekening
leren houden met het
slaapritme van mijn baby
Ik wil zorgen voor een
goede slaapomgeving
(rookvrij, rustige plaats,
goede slaaphouding,
verluchte kamer)
Ik wil informatie rond
het voorkomen van
wiegendood
Ik wil een slaapritueel voor
mijn baby
Slapen
Ik wil voldoende rekening
leren houden met het
slaapritme van mijn baby
Ik wil zorgen voor een
goede slaapomgeving
(rookvrij, rustige plaats,
goede slaaphouding,
verluchte kamer)
Ik wil informatie rond
het voorkomen van
wiegendood
Ik wil een slaapritueel voor
mijn baby
Slapen
Ik wil voldoende rekening
leren houden met het
slaapritme van mijn baby
Ik wil zorgen voor een
goede slaapomgeving
(rookvrij, rustige plaats,
goede slaaphouding,
verluchte kamer)
Ik wil informatie rond
het voorkomen van
wiegendood
Ik wil een slaapritueel voor
mijn baby
66
Band met de
baby
Ik wil plezier hebben
samen met de baby
Ik wil ontdekken wat mijn
kind leuk vindt
Ik wil leren spelen met mijn
baby
Ik wil leren zien hoe mijn
baby iets duidelijk maakt
Ik wil de verschillende
manieren van huilen bij
mijn baby leren
herkennen
Band met de
baby
Ik wil plezier hebben
samen met de baby
Ik wil ontdekken wat mijn
kind leuk vindt
Ik wil leren spelen met mijn
baby
Ik wil leren zien hoe mijn
baby iets duidelijk maakt
Ik wil de verschillende
manieren van huilen bij
mijn baby leren
herkennen
Band met de
baby
Ik wil plezier hebben
samen met de baby
Ik wil ontdekken wat mijn
kind leuk vindt
Ik wil leren spelen met mijn
baby
Ik wil leren zien hoe mijn
baby iets duidelijk maakt
Ik wil de verschillende
manieren van huilen bij
mijn baby leren
herkennen
Band met de
baby
Ik wil plezier hebben
samen met de baby
Ik wil ontdekken wat mijn
kind leuk vindt
Ik wil leren spelen met mijn
baby
Ik wil leren zien hoe mijn
baby iets duidelijk maakt
Ik wil de verschillende
manieren van huilen bij
mijn baby leren
herkennen
Band met de
baby
Ik wil plezier hebben
samen met de baby
Ik wil ontdekken wat mijn
kind leuk vindt
Ik wil leren spelen met mijn
baby
Ik wil leren zien hoe mijn
baby iets duidelijk maakt
Ik wil de verschillende
manieren van huilen bij
mijn baby leren
herkennen
Band met de
baby
Ik wil plezier hebben
samen met de baby
Ik wil ontdekken wat mijn
kind leuk vindt
Ik wil leren spelen met mijn
baby
Ik wil leren zien hoe mijn
baby iets duidelijk maakt
Ik wil de verschillende
manieren van huilen bij
mijn baby leren
herkennen
67
Ik wil weten hoe ik mijn
baby kan troosten
Ik wil weten hoe ik de band
met mijn baby kan
versterken
Ik wil weten hoe ik mijn
baby kan troosten
Ik wil weten hoe ik de band
met mijn baby kan
versterken
Ik wil weten hoe ik mijn
baby kan troosten
Ik wil weten hoe ik de band
met mijn baby kan
versterken
Ik wil weten hoe ik mijn
baby kan troosten
Ik wil weten hoe ik de band
met mijn baby kan
versterken
Ik wil weten hoe ik mijn
baby kan troosten
Ik wil weten hoe ik de band
met mijn baby kan
versterken
Ik wil weten hoe ik mijn
baby kan troosten
Ik wil weten hoe ik de band
met mijn baby kan
versterken
68
Ontwikkeling
van de baby
Ik wil weten wat ik van
mijn baby kan
verwachten
(bewegingen, zintuigen,
begrijpen, …)
Ik wil weten hoe ik de
ontwikkeling van mijn
baby kan bevorderen
Ik wil leren praten met mijn
baby
Ik wil informatie over de
ontwikkeling van mijn
baby
Ik wil weten welk
speelgoed past bij de
leeftijd van mijn baby
Ontwikkeling
van de baby
Ik wil weten wat ik van
mijn baby kan
verwachten
(bewegingen, zintuigen,
begrijpen, …)
Ik wil weten hoe ik de
ontwikkeling van mijn
baby kan bevorderen
Ik wil leren praten met mijn
baby
Ik wil informatie over de
ontwikkeling van mijn
baby
Ik wil weten welk
speelgoed past bij de
leeftijd van mijn baby
Ontwikkeling
van de baby
Ik wil weten wat ik van
mijn baby kan
verwachten
(bewegingen, zintuigen,
begrijpen, …)
Ik wil weten hoe ik de
ontwikkeling van mijn
baby kan bevorderen
Ik wil leren praten met mijn
baby
Ik wil informatie over de
ontwikkeling van mijn
baby
Ik wil weten welk
speelgoed past bij de
leeftijd van mijn baby
Ontwikkeling
van de baby
Ik wil weten wat ik van
mijn baby kan
verwachten
(bewegingen, zintuigen,
begrijpen, …)
Ik wil weten hoe ik de
ontwikkeling van mijn
baby kan bevorderen
Ik wil leren praten met mijn
baby
Ik wil informatie over de
ontwikkeling van mijn
baby
Ik wil weten welk
speelgoed past bij de
leeftijd van mijn baby
Ontwikkeling
van de baby
Ik wil weten wat ik van
mijn baby kan
verwachten
(bewegingen, zintuigen,
begrijpen, …)
Ik wil weten hoe ik de
ontwikkeling van mijn
baby kan bevorderen
Ik wil leren praten met mijn
baby
Ik wil informatie over de
ontwikkeling van mijn
baby
Ik wil weten welk
speelgoed past bij de
leeftijd van mijn baby
Ontwikkeling
van de baby
Ik wil weten wat ik van
mijn baby kan
verwachten
(bewegingen, zintuigen,
begrijpen, …)
Ik wil weten hoe ik de
ontwikkeling van mijn
baby kan bevorderen
Ik wil leren praten met mijn
baby
Ik wil informatie over de
ontwikkeling van mijn
baby
Ik wil weten welk
speelgoed past bij de
leeftijd van mijn baby
69
Ik wil advies over de
materialen (park, relax, …)
Ik wil advies over de
materialen (park, relax, …)
Ik wil advies over de
materialen (park, relax, …)
Ik wil advies over de
materialen (park, relax, …)
Ik wil advies over de
materialen (park, relax, …)
Ik wil advies over de
materialen (park, relax, …)
70
Gezondheid
van de baby
Ik wil ondersteuning bij
de consultaties van Kind
& Gezin
Ik wil leren herkennen
wanneer mijn kind ziek is
of koorts heeft
Ik wil een vaste arts
zoeken voor mijn baby
Ik wil gewicht / gehoor /
lengte / vaccinaties beter
opvolgen
Ik wil leren hoe ik het
neusje van mijn baby
zuiver kan maken
Gezondheid
van de baby
Ik wil ondersteuning bij
de consultaties van Kind
& Gezin
Ik wil leren herkennen
wanneer mijn kind ziek is
of koorts heeft
Ik wil een vaste arts
zoeken voor mijn baby
Ik wil gewicht / gehoor /
lengte / vaccinaties beter
opvolgen
Ik wil leren hoe ik het
neusje van mijn baby
zuiver kan maken
Gezondheid
van de baby
Ik wil ondersteuning bij
de consultaties van Kind
& Gezin
Ik wil leren herkennen
wanneer mijn kind ziek is
of koorts heeft
Ik wil een vaste arts
zoeken voor mijn baby
Ik wil gewicht / gehoor /
lengte / vaccinaties beter
opvolgen
Ik wil leren hoe ik het
neusje van mijn baby
zuiver kan maken
Gezondheid
van de baby
Ik wil ondersteuning bij
de consultaties van Kind
& Gezin
Ik wil leren herkennen
wanneer mijn kind ziek is
of koorts heeft
Ik wil een vaste arts
zoeken voor mijn baby
Ik wil gewicht / gehoor /
lengte / vaccinaties beter
opvolgen
Ik wil leren hoe ik het
neusje van mijn baby
zuiver kan maken
Gezondheid
van de baby
Ik wil ondersteuning bij
de consultaties van Kind
& Gezin
Ik wil leren herkennen
wanneer mijn kind ziek is
of koorts heeft
Ik wil een vaste arts
zoeken voor mijn baby
Ik wil gewicht / gehoor /
lengte / vaccinaties beter
opvolgen
Ik wil leren hoe ik het
neusje van mijn baby
zuiver kan maken
Gezondheid
van de baby
Ik wil ondersteuning bij
de consultaties van Kind
& Gezin
Ik wil leren herkennen
wanneer mijn kind ziek is
of koorts heeft
Ik wil een vaste arts
zoeken voor mijn baby
Ik wil gewicht / gehoor /
lengte / vaccinaties beter
opvolgen
Ik wil leren hoe ik het
neusje van mijn baby
zuiver kan maken
71
Veiligheid
&
Gevaar
Ik wil dat er iemand
thuis is voor de baby als
ik even weg moet
Ik wil tips over veiligheid
in huis / onderweg / …
voor mijn baby
Ik wil nadenken hoe ik
het voor mijn baby veilig
kan houden in moeilijke
situaties (boos, verdriet,
drugs, alcohol, niet
weten hoe te laten
stoppen met huilen,…)
Ik wil een lijst met
belangrijke
telefoonnummers
Ik wil tips voor
huisdieren en het
hebben van kinderen
Veiligheid
&
Gevaar
Ik wil dat er iemand
thuis is voor de baby als
ik even weg moet
Ik wil tips over veiligheid
in huis / onderweg / …
voor mijn baby
Ik wil nadenken hoe ik
het voor mijn baby veilig
kan houden in moeilijke
situaties (boos, verdriet,
drugs, alcohol, niet
weten hoe te laten
stoppen met huilen,…)
Ik wil een lijst met
belangrijke
telefoonnummers
Ik wil tips voor
huisdieren en het
hebben van kinderen
Veiligheid
&
Gevaar
Ik wil dat er iemand
thuis is voor de baby als
ik even weg moet
Ik wil tips over veiligheid
in huis / onderweg / …
voor mijn baby
Ik wil nadenken hoe ik
het voor mijn baby veilig
kan houden in moeilijke
situaties (boos, verdriet,
drugs, alcohol, niet
weten hoe te laten
stoppen met huilen,…)
Ik wil een lijst met
belangrijke
telefoonnummers
Ik wil tips voor
huisdieren en het
hebben van kinderen
Veiligheid
&
Gevaar
Ik wil dat er iemand
thuis is voor de baby als
ik even weg moet
Ik wil tips over veiligheid
in huis / onderweg / …
voor mijn baby
Ik wil nadenken hoe ik
het voor mijn baby veilig
kan houden in moeilijke
situaties (boos, verdriet,
drugs, alcohol, niet
weten hoe te laten
stoppen met huilen,…)
Ik wil een lijst met
belangrijke
telefoonnummers
Ik wil tips voor
huisdieren en het
hebben van kinderen
Veiligheid
&
Gevaar
Ik wil dat er iemand
thuis is voor de baby als
ik even weg moet
Ik wil tips over veiligheid
in huis / onderweg / …
voor mijn baby
Ik wil nadenken hoe ik
het voor mijn baby veilig
kan houden in moeilijke
situaties (boos, verdriet,
drugs, alcohol, niet
weten hoe te laten
stoppen met huilen,…)
Ik wil een lijst met
belangrijke
telefoonnummers
Ik wil tips voor
huisdieren en het
hebben van kinderen
Veiligheid
&
Gevaar
Ik wil dat er iemand
thuis is voor de baby als
ik even weg moet
Ik wil tips over veiligheid
in huis / onderweg / …
voor mijn baby
Ik wil nadenken hoe ik
het voor mijn baby veilig
kan houden in moeilijke
situaties (boos, verdriet,
drugs, alcohol, niet
weten hoe te laten
stoppen met huilen,…)
Ik wil een lijst met
belangrijke
telefoonnummers
Ik wil tips voor
huisdieren en het
hebben van kinderen
72
Ik wil tips rond het
voorkomen van
wiegendood
Ik wil tips rond het
voorkomen van
wiegendood
Ik wil tips rond het
voorkomen van
wiegendood
Ik wil tips rond het
voorkomen van
wiegendood
Ik wil tips rond het
voorkomen van
wiegendood
Ik wil tips rond het
voorkomen van
wiegendood
73
Focus op het netwerk:
Ouders
en
Familie
Ik wil een beter contact
met mijn ouders
Ik wil een beter contact
met mijn schoonouders
Ik wil zicht krijgen met
welke dingen ik bij welk
familielid terecht kan
Ouders
en
Familie
Ik wil een beter contact
met mijn ouders
Ik wil een beter contact
met mijn schoonouders
Ik wil zicht krijgen met
welke dingen ik bij welk
familielid terecht kan
Ouders
en
Familie
Ik wil een beter contact
met mijn ouders
Ik wil een beter contact
met mijn schoonouders
Ik wil zicht krijgen met
welke dingen ik bij welk
familielid terecht kan
Ouders
en
Familie
Ik wil een beter contact
met mijn ouders
Ik wil een beter contact
met mijn schoonouders
Ik wil zicht krijgen met
welke dingen ik bij welk
familielid terecht kan
Ouders
en
Familie
Ik wil een beter contact
met mijn ouders
Ik wil een beter contact
met mijn schoonouders
Ik wil zicht krijgen met
welke dingen ik bij welk
familielid terecht kan
Ouders
en
Familie
Ik wil een beter contact
met mijn ouders
Ik wil een beter contact
met mijn schoonouders
Ik wil zicht krijgen met
welke dingen ik bij welk
familielid terecht kan
74
Vrienden
en
kennissen
Ik wil zicht krijgen met
welke dingen ik bij wie
terecht kan
Ik wil meer contact met
mijn vrienden
Ik wil de contacten met
mijn vrienden niet
verliezen
Vrienden
en
kennissen
Ik wil zicht krijgen met
welke dingen ik bij wie
terecht kan
Ik wil meer contact met
mijn vrienden
Ik wil de contacten met
mijn vrienden niet
verliezen
Vrienden
en
kennissen
Ik wil zicht krijgen met
welke dingen ik bij wie
terecht kan
Ik wil meer contact met
mijn vrienden
Ik wil de contacten met
mijn vrienden niet
verliezen
Vrienden
en
kennissen
Ik wil zicht krijgen met
welke dingen ik bij wie
terecht kan
Ik wil meer contact met
mijn vrienden
Ik wil de contacten met
mijn vrienden niet
verliezen
Vrienden
en
kennissen
Ik wil zicht krijgen met
welke dingen ik bij wie
terecht kan
Ik wil meer contact met
mijn vrienden
Ik wil de contacten met
mijn vrienden niet
verliezen
Vrienden
en
kennissen
Ik wil zicht krijgen met
welke dingen ik bij wie
terecht kan
Ik wil meer contact met
mijn vrienden
Ik wil de contacten met
mijn vrienden niet
verliezen
75
Focus op de ruimere gezinssituatie:
Wij als ouders
Ik wil een taakverdeling
rond de zorg voor de
kinderen
Ik wil overleggen over de
baby / kinderen
Ik wil dingen delen over de
baby
Ik wil als ouder
gewaardeerd worden
Wij als ouders
Ik wil een taakverdeling
rond de zorg voor de
kinderen
Ik wil overleggen over de
baby / kinderen
Ik wil dingen delen over de
baby
Ik wil als ouder
gewaardeerd worden
Wij als ouders
Ik wil een taakverdeling
rond de zorg voor de
kinderen
Ik wil overleggen over de
baby / kinderen
Ik wil dingen delen over de
baby
Ik wil als ouder
gewaardeerd worden
Wij als ouders
Ik wil een taakverdeling
rond de zorg voor de
kinderen
Ik wil overleggen over de
baby / kinderen
Ik wil dingen delen over de
baby
Ik wil als ouder
gewaardeerd worden
Wij als ouders
Ik wil een taakverdeling
rond de zorg voor de
kinderen
Ik wil overleggen over de
baby / kinderen
Ik wil dingen delen over de
baby
Ik wil als ouder
gewaardeerd worden
Wij als ouders
Ik wil een taakverdeling
rond de zorg voor de
kinderen
Ik wil overleggen over de
baby / kinderen
Ik wil dingen delen over de
baby
Ik wil als ouder
gewaardeerd worden
76
Ons gezin
Ik wil samen dingen doen
met ons gezin
Ik wil mijn aandacht
leren verdelen tussen de
baby en andere kinderen
in het gezin
Ons gezin
Ik wil samen dingen doen
met ons gezin
Ik wil mijn aandacht
leren verdelen tussen de
baby en andere kinderen
in het gezin
Ons gezin
Ik wil samen dingen doen
met ons gezin
Ik wil mijn aandacht
leren verdelen tussen de
baby en andere kinderen
in het gezin
Ons gezin
Ik wil samen dingen doen
met ons gezin
Ik wil mijn aandacht
leren verdelen tussen de
baby en andere kinderen
in het gezin
Ons gezin
Ik wil samen dingen doen
met ons gezin
Ik wil mijn aandacht
leren verdelen tussen de
baby en andere kinderen
in het gezin
Ons gezin
Ik wil samen dingen doen
met ons gezin
Ik wil mijn aandacht
leren verdelen tussen de
baby en andere kinderen
in het gezin
77
Gezondheid
Ik wil meer
lichaamsbeweging
Ik wil gezonder eten
Ik wil na de bevalling terug
in vorm geraken
Ik wil stoppen met
drinken / drugs / roken
Ik wil tijd om mezelf te
verzorgen
Gezondheid
Ik wil meer
lichaamsbeweging
Ik wil gezonder eten
Ik wil na de bevalling terug
in vorm geraken
Ik wil stoppen met
drinken / drugs / roken
Ik wil tijd om mezelf te
verzorgen
Gezondheid
Ik wil meer
lichaamsbeweging
Ik wil gezonder eten
Ik wil na de bevalling terug
in vorm geraken
Ik wil stoppen met
drinken / drugs / roken
Ik wil tijd om mezelf te
verzorgen
Gezondheid
Ik wil meer
lichaamsbeweging
Ik wil gezonder eten
Ik wil na de bevalling terug
in vorm geraken
Ik wil stoppen met
drinken / drugs / roken
Ik wil tijd om mezelf te
verzorgen
Gezondheid
Ik wil meer
lichaamsbeweging
Ik wil gezonder eten
Ik wil na de bevalling terug
in vorm geraken
Ik wil stoppen met
drinken / drugs / roken
Ik wil tijd om mezelf te
verzorgen
Gezondheid
Ik wil meer
lichaamsbeweging
Ik wil gezonder eten
Ik wil na de bevalling terug
in vorm geraken
Ik wil stoppen met
drinken / drugs / roken
Ik wil tijd om mezelf te
verzorgen
78
Ik wil soms wat tijd hebben
om te rusten
Ik wil soms wat tijd hebben
om te rusten
Ik wil soms wat tijd hebben
om te rusten
Ik wil soms wat tijd hebben
om te rusten
Ik wil soms wat tijd hebben
om te rusten
Ik wil soms wat tijd hebben
om te rusten
79
Je goed
voelen
Ik wil rustig leren reageren
Ik wil mijn verleden een
plaats geven
Ik wil steun bij het
oplossen van problemen
Ik wil meer zelfvertrouwen
als mama / papa
Ik wil graag eens met een
psycholoog /
maatschappelijk assistent /
… praten
Je goed
voelen
Ik wil rustig leren reageren
Ik wil mijn verleden een
plaats geven
Ik wil steun bij het
oplossen van problemen
Ik wil meer zelfvertrouwen
als mama / papa
Ik wil graag eens met een
psycholoog /
maatschappelijk assistent /
… praten
Je goed
voelen
Ik wil rustig leren reageren
Ik wil mijn verleden een
plaats geven
Ik wil steun bij het
oplossen van problemen
Ik wil meer zelfvertrouwen
als mama / papa
Ik wil graag eens met een
psycholoog /
maatschappelijk assistent /
… praten
Je goed
voelen
Ik wil rustig leren reageren
Ik wil mijn verleden een
plaats geven
Ik wil steun bij het
oplossen van problemen
Ik wil meer zelfvertrouwen
als mama / papa
Ik wil graag eens met een
psycholoog /
maatschappelijk assistent /
… praten
Je goed
voelen
Ik wil rustig leren reageren
Ik wil mijn verleden een
plaats geven
Ik wil steun bij het
oplossen van problemen
Ik wil meer zelfvertrouwen
als mama / papa
Ik wil graag eens met een
psycholoog /
maatschappelijk assistent /
… praten
Je goed
voelen
Ik wil rustig leren reageren
Ik wil mijn verleden een
plaats geven
Ik wil steun bij het
oplossen van problemen
Ik wil meer zelfvertrouwen
als mama / papa
Ik wil graag eens met een
psycholoog /
maatschappelijk assistent /
… praten
80
Ik wil meer energie
Ik wil me blijer voelen
Ik wil minder dingen
uitstellen
Ik wil over mijn angst(en)
kunnen praten
Ik wil meer energie
Ik wil me blijer voelen
Ik wil minder dingen
uitstellen
Ik wil over mijn angst(en)
kunnen praten
Ik wil meer energie
Ik wil me blijer voelen
Ik wil minder dingen
uitstellen
Ik wil over mijn angst(en)
kunnen praten
Ik wil meer energie
Ik wil me blijer voelen
Ik wil minder dingen
uitstellen
Ik wil over mijn angst(en)
kunnen praten
Ik wil meer energie
Ik wil me blijer voelen
Ik wil minder dingen
uitstellen
Ik wil over mijn angst(en)
kunnen praten
Ik wil meer energie
Ik wil me blijer voelen
Ik wil minder dingen
uitstellen
Ik wil over mijn angst(en)
kunnen praten
81
Ik wil een hobby
Ik wil een hobby
Ik wil een hobby
Ik wil een hobby
Ik wil een hobby
Ik wil een hobby
Vrije tijd
Ik wil meer mensen
ontmoeten
Ik wil bij een vereniging /
club
Vrije tijd
Ik wil meer mensen
ontmoeten
Ik wil bij een vereniging /
club
Vrije tijd
Ik wil meer mensen
ontmoeten
Ik wil bij een vereniging /
club
Vrije tijd
Ik wil meer mensen
ontmoeten
Ik wil bij een vereniging /
club
Vrije tijd
Ik wil meer mensen
ontmoeten
Ik wil bij een vereniging /
club
Vrije tijd
Ik wil meer mensen
ontmoeten
Ik wil bij een vereniging /
club
82
Partnerrelatie
Ik wil dat we meer tijd
maken voor elkaar
Ik wil meer steun van mijn
partner
Ik wil veilig vrijen
Ik wil met iemand praten
over seksualiteit
Ik wil dat we als koppel
gewaardeerd worden door
anderen
Partnerrelatie
Ik wil dat we meer tijd
maken voor elkaar
Ik wil meer steun van mijn
partner
Ik wil veilig vrijen
Ik wil met iemand praten
over seksualiteit
Ik wil dat we als koppel
gewaardeerd worden door
anderen
Partnerrelatie
Ik wil dat we meer tijd
maken voor elkaar
Ik wil meer steun van mijn
partner
Ik wil veilig vrijen
Ik wil met iemand praten
over seksualiteit
Ik wil dat we als koppel
gewaardeerd worden door
anderen
Partnerrelatie
Ik wil dat we meer tijd
maken voor elkaar
Ik wil meer steun van mijn
partner
Ik wil veilig vrijen
Ik wil met iemand praten
over seksualiteit
Ik wil dat we als koppel
gewaardeerd worden door
anderen
Partnerrelatie
Ik wil dat we meer tijd
maken voor elkaar
Ik wil meer steun van mijn
partner
Ik wil veilig vrijen
Ik wil met iemand praten
over seksualiteit
Ik wil dat we als koppel
gewaardeerd worden door
anderen
Partnerrelatie
Ik wil dat we meer tijd
maken voor elkaar
Ik wil meer steun van mijn
partner
Ik wil veilig vrijen
Ik wil met iemand praten
over seksualiteit
Ik wil dat we als koppel
gewaardeerd worden door
anderen
83
Ik wil gewaardeerd worden
door mijn partner
Ik wil gewaardeerd worden
door mijn partner
Ik wil gewaardeerd worden
door mijn partner
Ik wil gewaardeerd worden
door mijn partner
Ik wil gewaardeerd worden
door mijn partner
Ik wil gewaardeerd worden
door mijn partner
84
Veilig vrijen
Ik wil info over seks na de
bevalling (borstvoeding,
wanneer,…)
Ik wil info over middelen
om niet zwanger te
worden
Veilig vrijen
Ik wil info over seks na de
bevalling (borstvoeding,
wanneer,…)
Ik wil info over middelen
om niet zwanger te
worden
Veilig vrijen
Ik wil info over seks na de
bevalling (borstvoeding,
wanneer,…)
Ik wil info over middelen
om niet zwanger te
worden
Veilig vrijen
Ik wil info over seks na de
bevalling (borstvoeding,
wanneer,…)
Ik wil info over middelen
om niet zwanger te
worden
Veilig vrijen
Ik wil info over seks na de
bevalling (borstvoeding,
wanneer,…)
Ik wil info over middelen
om niet zwanger te
worden
Veilig vrijen
Ik wil info over seks na de
bevalling (borstvoeding,
wanneer,…)
Ik wil info over middelen
om niet zwanger te
worden
85
Elke maand
rondkomen
met geld
Ik wil een maandelijks
inkomen
Ik wil een zicht krijgen op
hoeveel geld ik uitgeef
Ik wil dat er iets geregeld
wordt rond de afbetaling
van mijn schulden
Ik wil een overzicht krijgen
op welke schulden ik heb
Elke maand
rondkomen
met geld
Ik wil een maandelijks
inkomen
Ik wil een zicht krijgen op
hoeveel geld ik uitgeef
Ik wil dat er iets geregeld
wordt rond de afbetaling
van mijn schulden
Ik wil een overzicht krijgen
op welke schulden ik heb
Elke maand
rondkomen
met geld
Ik wil een maandelijks
inkomen
Ik wil een zicht krijgen op
hoeveel geld ik uitgeef
Ik wil dat er iets geregeld
wordt rond de afbetaling
van mijn schulden
Ik wil een overzicht krijgen
op welke schulden ik heb
Elke maand
rondkomen
met geld
Ik wil een maandelijks
inkomen
Ik wil een zicht krijgen op
hoeveel geld ik uitgeef
Ik wil dat er iets geregeld
wordt rond de afbetaling
van mijn schulden
Ik wil een overzicht krijgen
op welke schulden ik heb
Elke maand
rondkomen
met geld
Ik wil een maandelijks
inkomen
Ik wil een zicht krijgen op
hoeveel geld ik uitgeef
Ik wil dat er iets geregeld
wordt rond de afbetaling
van mijn schulden
Ik wil een overzicht krijgen
op welke schulden ik heb
Elke maand
rondkomen
met geld
Ik wil een maandelijks
inkomen
Ik wil een zicht krijgen op
hoeveel geld ik uitgeef
Ik wil dat er iets geregeld
wordt rond de afbetaling
van mijn schulden
Ik wil een overzicht krijgen
op welke schulden ik heb
86
Ik wil rekeningen op tijd
leren betalen
Ik wil hulp zoeken om me te
helpen bij het invullen van
papieren
Ik wil leren hoe ik mijn
papieren kan ordenen en
bijhouden
Ik wil de geboortepremie /
bevallingsverlof /
kinderbijslag / … aanvragen
Ik wil rekeningen op tijd
leren betalen
Ik wil hulp zoeken om me te
helpen bij het invullen van
papieren
Ik wil leren hoe ik mijn
papieren kan ordenen en
bijhouden
Ik wil de geboortepremie /
bevallingsverlof /
kinderbijslag / … aanvragen
Ik wil rekeningen op tijd
leren betalen
Ik wil hulp zoeken om me te
helpen bij het invullen van
papieren
Ik wil leren hoe ik mijn
papieren kan ordenen en
bijhouden
Ik wil de geboortepremie /
bevallingsverlof /
kinderbijslag / … aanvragen
Ik wil rekeningen op tijd
leren betalen
Ik wil hulp zoeken om me te
helpen bij het invullen van
papieren
Ik wil leren hoe ik mijn
papieren kan ordenen en
bijhouden
Papieren
Ik wil rekeningen op tijd
leren betalen
Ik wil hulp zoeken om me te
helpen bij het invullen van
papieren
Ik wil leren hoe ik mijn
papieren kan ordenen en
bijhouden
Ik wil de geboortepremie /
bevallingsverlof /
kinderbijslag / … aanvragen
Ik wil rekeningen op tijd
leren betalen
Ik wil hulp zoeken om me te
helpen bij het invullen van
papieren
Ik wil leren hoe ik mijn
papieren kan ordenen en
bijhouden
87
Ik wil een aangepaste
woning vinden
Ik wil de woning aanpassen
aan de baby
Ik wil me inschrijven om een
sociale woning te kunnen
krijgen
Wo Woning
Ik wil een woning vinden
Wo Woning
Ik wil een woning vinden
Ik wil een aangepaste
woning vinden
Ik wil de woning aanpassen
aan de baby
Ik wil me inschrijven om een
sociale woning te kunnen
krijgen
Wo Woning
Ik wil een woning vinden
Ik wil een aangepaste
woning vinden
Ik wil de woning aanpassen
aan de baby
Ik wil me inschrijven om een
sociale woning te kunnen
krijgen
Wo Woning
Ik wil een woning vinden
Ik wil een aangepaste
woning vinden
Ik wil de woning aanpassen
aan de baby
Ik wil me inschrijven om een
sociale woning te kunnen
krijgen
Wo Woning
Ik wil een woning vinden
Ik wil een aangepaste
woning vinden
Ik wil de woning aanpassen
aan de baby
Ik wil me inschrijven om een
sociale woning te kunnen
krijgen
Wo Woning
Ik wil een woning vinden
Ik wil een aangepaste
woning vinden
Ik wil de woning aanpassen
aan de baby
Ik wil me inschrijven om een
sociale woning te kunnen
krijgen
88
Huishouden
Ik wil een overzicht krijgen
van de dingen die in huis
moeten gebeuren
Ik wil een taakverdeling
binnen ons gezin
Ik wil leren koken / poetsen/
wassen / strijken
Ik wil werken aan een
proper huis
Huishouden
Ik wil een overzicht krijgen
van de dingen die in huis
moeten gebeuren
Ik wil een taakverdeling
binnen ons gezin
Ik wil leren koken / poetsen/
wassen / strijken
Ik wil werken aan een
proper huis
Huishouden
Ik wil een overzicht krijgen
van de dingen die in huis
moeten gebeuren
Ik wil een taakverdeling
binnen ons gezin
Ik wil leren koken / poetsen/
wassen / strijken
Ik wil werken aan een
proper huis
Huishouden
Ik wil een overzicht krijgen
van de dingen die in huis
moeten gebeuren
Ik wil een taakverdeling
binnen ons gezin
Ik wil leren koken / poetsen/
wassen / strijken
Ik wil werken aan een
proper huis
Huishouden
Ik wil een overzicht krijgen
van de dingen die in huis
moeten gebeuren
Ik wil een taakverdeling
binnen ons gezin
Ik wil leren koken / poetsen/
wassen / strijken
Ik wil werken aan een
proper huis
Huishouden
Ik wil een overzicht krijgen
van de dingen die in huis
moeten gebeuren
Ik wil een taakverdeling
binnen ons gezin
Ik wil leren koken / poetsen/
wassen / strijken
Ik wil werken aan een
proper huis
89
Daginvulling
Ik wil mijn tijd leren
verdelen tussen mijn
baby en het huishouden
(en werk)
Ik wil een vaste dag- of
weekplanning
Ik wil een kalender of
agenda leren gebruiken om
mijn afspraken te plannen
Ik wil een oplossing voor
verveelmomenten
Daginvulling
Ik wil mijn tijd leren
verdelen tussen mijn
baby en het huishouden
(en werk)
Ik wil een vaste dag- of
weekplanning
Ik wil een kalender of
agenda leren gebruiken om
mijn afspraken te plannen
Ik wil een oplossing voor
verveelmomenten
Daginvulling
Ik wil mijn tijd leren
verdelen tussen mijn
baby en het huishouden
(en werk)
Ik wil een vaste dag- of
weekplanning
Ik wil een kalender of
agenda leren gebruiken om
mijn afspraken te plannen
Ik wil een oplossing voor
verveelmomenten
Daginvulling
Ik wil mijn tijd leren
verdelen tussen mijn
baby en het huishouden
(en werk)
Ik wil een vaste dag- of
weekplanning
Ik wil een kalender of
agenda leren gebruiken om
mijn afspraken te plannen
Ik wil een oplossing voor
verveelmomenten
Daginvulling
Ik wil mijn tijd leren
verdelen tussen mijn
baby en het huishouden
(en werk)
Ik wil een vaste dag- of
weekplanning
Ik wil een kalender of
agenda leren gebruiken om
mijn afspraken te plannen
Ik wil een oplossing voor
verveelmomenten
Daginvulling
Ik wil mijn tijd leren
verdelen tussen mijn
baby en het huishouden
(en werk)
Ik wil een vaste dag- of
weekplanning
Ik wil een kalender of
agenda leren gebruiken om
mijn afspraken te plannen
Ik wil een oplossing voor
verveelmomenten
90
Werk
en
Opleiding
Ik wil op zoek gaan naar een
(nieuwe) job / opleiding
Ik wil kinderopvang zoeken
voor de baby tijdens mijn
werk / opleidingsuren
Ik wil hulp bij problemen op
mijn werk / school
Werk
en
Opleiding
Ik wil op zoek gaan naar een
(nieuwe) job / opleiding
Ik wil kinderopvang zoeken
voor de baby tijdens mijn
werk / opleidingsuren
Ik wil hulp bij problemen op
mijn werk / school
Werk
en
Opleiding
Ik wil op zoek gaan naar een
(nieuwe) job / opleiding
Ik wil kinderopvang zoeken
voor de baby tijdens mijn
werk / opleidingsuren
Ik wil hulp bij problemen op
mijn werk / school
Werk
en
Opleiding
Ik wil op zoek gaan naar een
(nieuwe) job / opleiding
Ik wil kinderopvang zoeken
voor de baby tijdens mijn
werk / opleidingsuren
Ik wil hulp bij problemen op
mijn werk / school
Werk
en
Opleiding
Ik wil op zoek gaan naar een
(nieuwe) job / opleiding
Ik wil kinderopvang zoeken
voor de baby tijdens mijn
werk / opleidingsuren
Ik wil hulp bij problemen op
mijn werk / school
Werk
en
Opleiding
Ik wil op zoek gaan naar een
(nieuwe) job / opleiding
Ik wil kinderopvang zoeken
voor de baby tijdens mijn
werk / opleidingsuren
Ik wil hulp bij problemen op
mijn werk / school
91
BIJLAGE 2: OVERZICHT THEMA ’S PRENATALE BEGELEIDING
PRENATALE BEGELEIDING AMBERMODULE: THEMA’S
Medische begeleiding
- prenatale consultaties
- prenatale diagnostiek - miskraam
- 3x3 maanden
Prenatale begeleiding
- waar info over de bevalling… - prenatale cursussen
- prenatale kiné - prenataal aanbod Kind en Gezin
Bevalling
- waar bevallen?
- bezoek aan de kraamkliniek
- keuze voor manier van bevallen - het geboorteproces
- hulp bij de bevalling - pijn draaglijk houden
- keizersnede - wat als er iets misgaat?
- onderzoek van baby na de bevalling
Praktische organisatie
- babyspullen: de uitzet - ‘koffer’ mama
- ‘koffer’ baby - aankondigingen/ suikerbonen
Kraamtijd
- kraamtijd voor mama - kraamzorg / gezinshulp
- vroedvrouw aan huis
Ouderschap
- aanvaarding van de zwangerschap - papa betrekken/ beleving van papa
- ‘plaats’ voor de baby
92
- band met de baby
- broer of zusje - tweeling
- ontmoetingen met andere (zwangere) ouders
Gezondheid
- gezonde levenswijze tijdens de zwangerschap (rust, werk, roken,
alcohol, drugs, , medicijnen…. - zwangerschapskwaaltjes
Voeding
- voeding van moeder tijdens de zwangerschap
- keuze voor borst- of flesvoeding
Opvang
- zoeken van kribbe of onthaalmoeder
Administratie
- kraamgeld
- premies - kinderbijslag
- mutualiteit - kosten van de zwangerschapsbegeleiding
- zwangerschapsverlof
Seksualiteit/ Anticonceptie
- Hoe zien de ouders hun gezinsplanning - Wat gaan ze doen om dit te realiseren
93
BIJLAGE 3: CHECKLIST KOFFER MAMA
een makkelijk t-shirt, of hemd
2à3 nachtkleedjes of pyjama's
eventueel comfortabele kledij
natte doekjes of washandjes om te verfrissen
elastiekjes of zweetband voor als je lang haar hebt
2 Bh's, eventueel aangepast aan borstvoeding
borstvoedingscompressen als je borstvoeding gaat geven
minstens 8 onderbroeken (niet te strak)
pantoffels of slippers
(kamerjas)
handdoeken (groot en klein)
washandjes
zakdoeken (stoffen of papieren)
maandverband
plastic zakje voor vuil wasgoed of linnenzak
toiletzak: tandenborstel
tandpasta
kam
bril of lenzen en lenzenvloeistof (eventueel)
shampoo
douchegel
deodorant
Mama's koffer Een kleine checklist van dingetjes die je niet
mag vergeten mee te nemen naar het
ziekenhuis wanneer je moet bevallen. Dit kan je
best klaarzetten rond de 34 ste week. Vraag
zeker na in de materniteit wat er daar
beschikbaar is en kan gebruikt worden, vaak
moet je zelf geen slabbetjes of luiers
meebrengen en wordt van het ziekenhuis uit
een pakket verzorgingsproducten aangeboden.
94
(fototoestel)
telefoonlijst
(suikerbonen)
iets om te lezen, muziek
druivensuiker (kan echt een opkikker zijn, wanneer je weeën hebt. Je kan immers niet meer eten, toch verlies je door de inspanning heel wat energie. Je krijgt ook al snel een droge mond)
kleingeld (als je 's nachts bevalt is de ziekenhuiscafetaria gesloten en kan je enkel drank uit een automaat nemen) (parking)
sis-kaart
identiteitskaart
hospitalisatieverzekeringsdocumenten
bloedgroepkaart (als je die hebt)
naam, adres en telefoonnummer van een contactpersoon die kan opgebeld worden.
papier, balpen
gsm en oplader
sieraden, geld en waardevolle zaken laat u best thuis. Het ziekenhuis is meestal niet verantwoordelijk voor verlies of diefstal
lijst met eventuele allergieën
(dagboekje/notaboekje)
kleding voor vertrek uit het ziekenhuis
moederboekje (K&G)
95
BIJLAGE 4: CHECKLIST KOFFER BABY
een 6-tal slabbetjes
handschoentjes om het krabben te voorkomen (meestal in katoen)
een 6-tal body's, minstens 1 per dag (maat 50-56)
3 paar katoenen sokjes
een 6 tal kruippakjes of kleedjes, minstens 1 per dag
3 badcape's of handdoeken voor de baby
verzorgingsproducten: babyshampoo (meestal te koop in het ziekenhuis)
babyzeep
haarborsteltje
washandjes
(fopspeen)
(knuffeltje/knuffeldoekje)
aangepaste kleding om het ziekenhuis te verlaten (naargelang het seizoen)
jasje, mutsje, dekentje (naargelang het seizoen)
reiswieg of maxi cosi om het ziekenhuis te verlaten
Baby’s k Babykoffertje Niet alleen voor jezelf maar ook voor je
pasgeboren babytje heb je spulletjes nodig
wanneer je gaat bevallen.
We hebben hieronder een checklist gemaakt
van dingen die je vast en zeker nodig gaat
hebben.
96
BIJLAGE 5: CHECKLIST BABY-UITZET
Verzorging
aankleedkussen
badje (of bademmer) en badbenodigdheden: babyzeep
babyshampoo
badthermometer
nagelschaartje (pas na 6 weken gebruiken)
babyborstel
steriele compresjes
fysiologisch water
koortsthermometer
luiers (newborn)
vochtige doekjes
billetjeszalf
babybodylotion of babyolie (massage)
6 tetradoeken
2 badcape
3 à 5 navelbandjes
Slapen gaan
wiegje/bedje
matras en matrasbeschermer
2 dekentjes
3 bovenlakentjes
3 hoes -onderlakentjes
BtBBBaby Baby-uitzet
Dit is een basislijst van hetgeen je best in huis hebt voor
als de baby naar huis komt. Je kunt natuurlijk als je zelf
wil artikelen aan de lijst toevoegen.
97
babyfoon
(kamerthermometer)
kussensloop (zonder kussen in)
Honger
6 grote zuigflessen
2 kleine zuigflessen
doseerdoosje voor melkpoeder
aangepaste spenen
flessenborstelset
flesverwarmer
sterilisator
steriliseertang
slabbetjes
(borstcompressen)
(afkolfapparaat)
Kleedjes
body's
pyjama's/kruippakjes
sokjes
kleedjes
geboortemutsje
jasje (seizoen)
Op stap met je baby
verzorgingstas
kinderwagen
matras en matrasbeschermer voor de kinderwagen
dekentje voor de kinderwagen
hoeslakentje en lakentje voor de kinderwagen
98
autostoeltje (maxi-cosi)
buggy
draagdoek
reisbedje
relax
Spelen
park
parktapijt/parkmatras
100
BIJLAGE 6: VIP-KAART
Naam van de jongere
Sector: 1.Verwanten Gezin Familie Partner 2. Vrienden Vrienden Kennissen Buren Collega’s Verenigingsleden 3.maatschappelijke Diensten Arbeid School Hulpverlening Overigen
Praktische hulp en steun 1.Nooit 2.Soms 3.Bijna altijd
Emotionele ondersteuning 1.Nooit 2.Soms 3.Bijna altijd
Informatie en advies 1.Nooit 2.Soms 3.Bijna altijd
Richting 1.Wederzijds 2.Jij naar hen 3.Zij naar jou
Contact-frequentie 1.Nooit 2.Enkele keren per jaar 3.Maandelijks 4.Wekelijks 5.Dagelijks
Hoe lang kennen jullie elkaar? 1.Minder dan een jaar 2.Tussen 1 en 5 jaar 3.Meer dan 5 jaar
Afstand tot woonplaats netwerklid
Aard van de activiteit 1.Sporten 2.Uitgaan 3.Praten
Aard van het contact 1.Telefoon 2.Post 3.e-mail 4.Persoonlijk
Netwerklid
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13. VIP-Kaart (Very Important Persons) – Annelore Vos, 2002 – 2003
101
BIJLAGE 7: CHECKLIST HECHTING (’T HUMMELHUIS)
Checklist om de interactie tussen ouder en baby in kaart te brengen
Naam ouders:
Naam baby:
Leeftijd baby:
Zie onderaan de checklist voor concretere uitleg over de kwalitatieve schaal.
Onvoldoende Twijfel Voldoende Zeer goed
Moeder zoekt en behoudt
oogcontact met de baby op een
gepaste manier
Moeder gaat toegewijd met haar
baby om, op een ontspannen en
geschikt manier.
Moeder neemt initiatief en
onderhoudt zelf de dialoog: tempo,
toon, volume en inhoud zijn
aangepast aan de toestand van de
baby.
Moeder is meestal aangenaam,
ontspannen, bezorgd, warm en
gevoelig t.o.v. baby’s toestand en
stemming. Ze is in staat baby’s
ongemak of prikkelbaarheid te
duiden.
Moeder is goed georganiseerd wat
betreft de verzorging van de baby.
Panikeert niet bij onverwacht kleine
problemen. Zij handelt zelfstandig.
Moeder zorgt ervoor dat er over het
algemeen geen lichamelijk gevaar
voor de baby is. Ze is zorgzaam.
102
Altijd Meestal Zelden Nooit
De ouder(s) tonen voorspelbaar
gedrag naar de baby toe.
De ouder (s) kunnen ingaan op de
behoeften van de baby. Is er de
nodige responsiviteit?
De ouder(s) reageren consequent op
de baby.
De ouder(s) reageert op een
gevoelige en soepele manier op de
baby.
De ouder(s) hebben zelfvertrouwen.
De ouder(s) stellen volgende
gedragingen naar de baby:
-aanraken van de baby
-knuffelen
-kussen
-maken geluidjes
-de baby geruststellen
-strelen
-lachen
-praten met de baby
-langdurig oogcontact
-veel contact met de baby
-empathisch
-veilige omgang met de baby
-rustige houding
-ouders schenken vertrouwen
-aanhankelijk
-ouders zijn bereikbaar
De ouder(s) nemen initiatief tot
positieve interactie met de baby.
De ouder(s) reageren op de geluiden
van de baby.
103
Altijd Meestal Zelden Nooit
De ouder(s) genieten van sterk
lichamelijk contact.
De baby stelt volgende gedragingen:
-huilt veel
-is onrustig
-vermijdt oogcontact
-verstijfd bij het oppakken
-wil niet geknuffeld worden
-Onvoldoende: Het betreffende gedragskenmerk is zichtbaar onvoldoende aanwezig, zonder enige twijfel.
De begeleiding is niet zeker of dit de hechting bevordert, doch belemmert. Bij voortdurende aanhouding
van dit element komt de hechting in gevaar.
-Twijfel: het betreffende gedragskenmerk is twijfelachtig aanwezig. Op een bepaald moment wel en dan
weer niet.
-Voldoende: Het betreffende gedragskenmerk is voldoende aanwezig. De begeleidster ziet dat dit goed
komt.
-Zeer goed: Het betreffende gedragskenmerk is zichtbaar, onmiddellijk en duidelijk aanwezig. De
begeleidster ziet dat dit goed zit.
BIJKOMENDE VRAGEN (aan de hand van deze vragen kan het duidelijker worden of er kans is op een
risicovolle hechting).
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1.Was de zwangerschap gewenst en/of geaccepteerd?
2.Zijn er tijdens de zwangerschap gebeurtenissen voorgekomen die men als stressvol ervaren heeft? (Bv.:
ziekte, sterfgeval, moeilijke zwangerschap, …..)
3.Is de moeder bevallen met een keizersnede? Was deze gepland of onverwacht?
4.Heeft de moeder direct na de geboorte haar baby bij haar mogen houden?
5.Mocht de baby in het ziekenhuis vierentwintig uur per dag bij de moeder blijven?
104
6.Toont mama verschijnselen van een postpartum-depressie?
Bv.: somber zijn, zich niet in staat voelden om voor haar kind te zorgen, zich uitgeput voelen en hier over
schuldgevoelens hebben.)
7.Is de ouder alleenstaand? (Bv.: scheiding, sterfte van de partner….)
8. Is er sprake van een psychologische, psychiatrische problematiek (Bv. Depressie, borderline,
persoonlijkheidsstoornis ….) of heeft één van de ouders een levensbedreigende ziekte?
9.Is de ouder om een of andere reden niet beschikbaar? Emotioneel of fysiek niet beschikbaar?
Misbruikte/mishandelde/verwaarloosde ouder?
Algemene conclusie:
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
105
BIJLAGE 8: ZELFRAPPORTERINGSSCHA AL HECHTING (NICOLE VLIEGEN)
Vragen over de relatie tussen kind en moeder
Instructies:
Hieronder vindt U een aantal vragen of uitspraken over hoe U als ouder denkt over de relatie met uw
kind. Wanneer er meerdere kinderen zijn, gaat het steeds om het jongste kind in Uw gezin.
Achter elke uitspraak staan vijf hokjes, met volgende antwoordmogelijkheden:
Helemaal mee oneens
Eerder mee oneens
Neutraal
Eerder mee eens
Helemaal mee eens
Maak bij elke uitspraak het hokje van uw keuze zwart. Per uitspraak is slechts één antwoord mogelijk.
Denk niet te lang over een antwoord na: het gaat immers om Uw mening, niet om een antwoord dat juist
of fout kan zijn.
Wilt U a.u.b. bij elke uitspraak een antwoord geven?
Helemaal
oneens
Eerder
oneens
Neutraal Eerder
eens
Helemaal
eens
1. Ik vind het prettig oogcontact te hebben
met mijn kind.
2. Het lukt me het gedrag van mijn kind te
sturen wanneer dat nodig is
3. Mijn kind vindt het zichtbaar prettig van
bij mij te zijn
4. Ik vind het moeilijk te begrijpen wat mijn
kind nodig heeft
5. Ik vind het prettig mijn kind op zichzelf te
zijn spelen.
6. In vind het prettig dat dit kind er is.
7. Mijn kind kan met zijn/haar lichaam
aangeven dat ik een spelletje moet doen.
8. Door te b(r)abbelen, toont mijn kind dat
ik moet komen meedoen.
9. Wanneer mijn kind zeurt, moeilijk of
tegendraads is, weet ik soms niet goed
hoe daarmee om te gaan.
106
10. Ik vind dat ik als ouder mijn kind
voortdurend tot nieuwe dingen moet
stimuleren.
11. Ik vind dat mijn kind vaak vervelend is.
12. Wanneer mijn kind en ik samen thuis zijn,
b(r)abblen en spelen we nogal wat.
13. Het gebeurt dat ik onrustig word van bij
mijn kind te zijn.
14. Ik vraag me af of mijn kind het wel
prettig vindt van bij mij te zijn.
15. Mijn kin kan mijn aandacht trekken,
wanneer het wil dat ik met hem/haar
speel.
16. Mijn kin roept naar mij om te komen
spelen.
17. Ik vind het moeilijk me aan te passen aan
het ritme van mijn kind.
18. Ik vin het moeilijk mijn kind af te grenzen
wanneer iets niet mag of gevaarlijk is.
19. Wanneer mijn kind en ik samen zijn, vind
ik ook dat we samen dingen moeten
doen.
20. Als goed moeder wil ik op elk moment
weten wat er in mijn kind omgaat.
21. Het gebeurt dat ik roep om iets duidelijk
te maken aan mijn kind.
22. Mijn kind eist steeds mijn aandacht op.
23. Mijn kind huilt en jammert vaak tegen
mij.
24. Mijn kind betrekt me in zijn/haar spel.
25. Mijn kind slaagt er in mijn aandacht te
trekken voor zijn/haar spel.
26. Het gebeurt dat ik mijn stem verhef
tegenover mijn kind.
107
27. Wanneer mijn kind huilt, begrijp ik
waarom.
28. Als moeder wil ik voortdurend helpen
grenzen te verleggen.
29. Mijn kind laat zich gemakkelijk in een
spel betrekken.
30. Mijn kind vraagt niet uit zichzelf naar een
spelletje.
31. Je moet een kind steeds nieuwe
uitdagingen aanbieden.
32. Mijn kind slaagt er in te tonen dat ik met
hem/haar moet spelen.
108
BI JLAGE 9:VRAGENLIJST VOOR SCREENING GEHANTEERD DOO R KIND EN GEZIN Uit: Hellinckx W, Grietens H, Geeraert L, Moor G & Van Assche V. Risico op kindermishandeling? Een preventieve aanpak. Leuven/Leusden:Acco, 2001 :118p. ISBN 90-334-4786-X
0 = dit is helemaal niet het geval
1 = dit is soms of een beetje het geval 2 = dit is vaak of duidelijk het geval 3 = dit is extreem veel of zeer duidelijk (1) In een stressvolle situatie toont een ouder zich algauw hulpeloos 0 1 2 3
(2) Zorgen voor de baby wordt als een last ervaren 0 1 2 3
(3) De ouder stelt zich niet de vraag naar de reden van het gedrag van de baby 0 1 2 3
(4) Ik vermoed dat de ouder mij onjuiste informatie geeft over het gedrag
en de ontwikkeling van de baby
0 1 2 3
(5) Ik heb het gevoel dat wat de ouder vertelt over de manier waarop
zij/hij met de baby omgaat, onvolledig is of niet klopt
0 1 2 3
(6) De ouder verwacht dat de baby extreem veel liefde zal geven 0 1 2 3
(7) De ouder stelt weinig grenzen en brengt weinig structuur aan in het
leven van de baby
0 1 2 3
(8) De ouder praat veel over zichzelf en weinig over de baby 0 1 2 3
(9) De ouder heeft sombere toekomstverwachtingen 0 1 2 3
(10) De ouder verliest snel het geduld in de omgang met de baby 0 1 2 3
(11) De ouder reageert erg wisselend op het gedrag van de baby 0 1 2 3
(12) In dit gezin voel ik mij ongemakkelijk 0 1 2 3
(13) De ouder gaat niet na wat het effect is van haar/zijn gedrag op de baby 0 1 2 3
(14) De baby wordt ervaren als een beperking van de bewegingsvrijheid
van de ouder
0 1 2 3
(15) De ouder geeft aan als kind weinig liefde van ouders of familie te
hebben gekend
0 1 2 3
(16) De ouder volgt de gegeven adviezen over de zorg voor de baby niet
of onvoldoende op
0 1 2 3
(17) Bij gevoelens van de baby wordt niet stilgestaan 0 1 2 3
(18) De ouder heeft in haar/zijn leven al meerdere crisissen mee
gemaakt en lijkt die moeilijk te hebben verwerkt
0 1 2 3
(19) De ouder geeft aan zich niet goed in haar/zijn vel te voelen 0 1 2 3
(20) Het verzorgen van de baby is aanleiding tot spanning en nervositeit 0 1 2 3
(21) De ouder gaat met de baby om vanuit algemene opvattingen over hoe
je met baby’s moet omgaan, zonder rekening te houden met het
bijzondere van dit kind
0 1 2 3
(22) In dit gezin heerst er een sfeer van geheimzinnigheid 0 1 2 3
(23) De ouder is niet tevreden over de contacten met familie/vrienden 0 1 2 3
(24) Van de partner wordt weinig steun ondervonden 0 1 2 3
(25) De ouder verwacht dat de baby zich zal gedragen zoals het haar/hem
uitkomt
0 1 2 3
(26) De ouder geeft aan er helemaal alleen voor te staan 0 1 2 3
(27) Op signalen van de baby tot sociaal contact (kraaien, lachen) wordt
weinig gereageerd
0 1 2 3
(28) De ouder komt lusteloos over 0 1 2 3
(29) De ouder komt de gemaakte afspraken over huisbezoeken en
consultaties niet na
0 1 2 3
30) De ouder is niet in staat op een gepaste wijze hulp of steun te zoeken 0 1 2 3
(31) De ouder geeft blijk van weinig zelfvertrouwen 0 1 2 3
© WVVH, Richtlijn Kindermishandeling aanpassing en samenvoeging februari 2004
109
BIJLAGE 10: PLANNINGSFORMULIER VEILIGHEID AMBERMODULE
R I S ICOFA CTOREN BESCHERMENDE FACT OR EN
KIND
zorgen:
bedreiging:
KIND
krachten:
veiligheid:
OUDER-KINDRELATIE
zorgen:
bedreiging:
OUDER-KINDRELATIE
krachten:
veiligheid:
OUDERS
zorgen:
bedreiging:
OUDERS
krachten:
veiligheid:
OMGEVING
zorgen:
bedreiging:
OMGEVING
krachten:
veiligheid:
Score van veiligheid en context:
Maatschappelijke doelen:
Doelen van het gezin:
Directe vooruitgang:
110
Bronnen
ELIENS, M.,(2003). Baby’s in beeld. Onderzoek naar het effect van video-hometraining en
video-interactiebegeleiding bij ouders van overmatig huilende zuigelingen. AIT/De
Combinatie, 2003.
GEENEN, G. & CORVELEYN, J. (2010). Helpende handen. Gehechtheid bij kwetsbare
ouders en kinderen. Leuven, Lannoo. Campus.
PLASSCHAERT, S. (2006). Risicofactoren burn-out en secundaire traumatisering. Interne
nota. Werkgroep Zorgen, vzw Amber.
VANDERFAILLE, J. & DE MAEYER, S. (2008). De Focusmodules in beeld: onderzoek naar
de doelgroep, hulpverleningsproces en uitkomsten. V.U.B., Faculteit voor Psychologie en
Educatiewetenschappen.
Dit effectiviteitonderzoek is gebaseerd op een aangeleverde tekst:
LEMMENS, M., VAN LAER, R. & HENNO, K. (2007). Uitdieping focusmodule ‘vroegtijdige
intensieve gezinsbegeleiding’.
VAN LAER, R. (2004). Nieuwe uitdagingen voor het C.K.G. Vroegtijdige intensieve
gezinsondersteuning: Amber. Leuven: studiedag Kind en Gezin.
VAN LAER, R. (2007). Vaardigheden bij hechtingsgericht en relatieopbouwend werken
met gezinnen met een jonge baby. In: jaarverslag vzw. Amber 2007.
VAN LAER, R. & HENNO K. (2007). Intensieve thuisbegeleiding voor infants en hun gezin:
vanaf de zwangerschap tot het eerste levensjaar. Leuven: studiedag WAIMH.
VLIEGEN, N. (2005). Observatieschalen voor emotionele beschikbaarheid. Een
instrument voor onderzoeks- en klinische praktijk. In: ‘Tijdschrift voor psychotherapie’.
Januari 2005 (31).
WENTZEL, W. (2003). Hoe kunnen leidinggevenden werknemers beschermen tegen
secundaire traumatisering? In: ‘Psychopraxis, jaargang 5, nr. 3.