29
Herinrichting Stationseiland & Prins Hendrikkade Waterparagraaf Auteur(s) I.C. Calvelage Opdrachtgever Projectbureau Zuidelijke IJ-oevers Stationseiland Projectnummer 65331 Herinrichting Stationseiland & Prins Hendrikkade Opsteller Goedgekeurd en vrijgegeven Paraaf Datum I.C. Calvelage W. Koreman

Herinrichting Stationseiland & Prins Hendrikkade · Het leggen van kabels en leidingen in de beschermingszone, maar op een afstand van meer dan 5 m van de kernzone, kan worden afgehandeld

  • Upload
    lydat

  • View
    216

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Herinrichting Stationseiland

& Prins Hendrikkade

Waterparagraaf

Auteur(s)

I.C. Calvelage

Opdrachtgever

Projectbureau Zuidelijke IJ-oevers

Stationseiland

Projectnummer

65331

Herinrichting Stationseiland & Prins Hendrikkade

Opsteller Goedgekeurd en

vrijgegeven

Paraaf Datum

I.C. Calvelage W. Koreman

Definitief

Versie 7

20-03-2013

Doc. 180232

Herinrichting Stationseiland, Waterparagraaf

Inhoudsopgave

1 Inleiding .................................................................................................................... 1

2 Wettelijk kader en beleid ........................................................................................ 2 2.1 Toepasselijk recht...................................................................................................... 2 2.2 Toepasselijk beleid .................................................................................................... 4

3 Beschrijving herinrichtingsplannen ...................................................................... 6 3.1 Verkeer ...................................................................................................................... 6 3.2 Open Havenfront ....................................................................................................... 7 3.3 Steigers en kades ...................................................................................................... 7 3.4 Ondergrondse constructies ....................................................................................... 7 3.5 Bomen ....................................................................................................................... 8

4 Wateraspecten in de toekomst .............................................................................. 9 4.1 Waterkeringen ........................................................................................................... 9 4.2 Hemelwater ............................................................................................................. 13 4.3 Oppervlaktewater .................................................................................................... 14 4.4 Grondwater .............................................................................................................. 15 4.5 Watercompensatie................................................................................................... 16 4.6 Beheer en onderhoud .............................................................................................. 18

Bronvermelding ............................................................................................................... 19

Bijlage 1

Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

Definitief

Versie 7

20-03-2013

Doc. 180232

Herinrichting Stationseiland, Waterparagraaf

Conclusie

In dit wateradvies worden de hydrologische voorwaarden vastgelegd die de speelruimte

bepalen voor het ontwerp van het Stationseiland en de Prins Hendrikkade. De

wateraspecten die beschouwd worden in dit wateradvies zijn: waterkeringen, hemelwater,

oppervlaktewater en watercompensatie, grondwater.

De nautische aspecten van het Open Havenfront worden in een apart traject met

Waternet behandeld.

Waterkering

De Prins Hendrikkade is een primaire, verholen waterkering. In relatie met de primaire

waterkering moet bij de herinrichting van het Stationseiland en Prins Hendrikkade

rekening worden gehouden met de volgende zaken:

Bomen:

Voor het planten van de bomen bij en in een waterkering moet een watervergunning

worden aangevraagd. Het planten van bomen in de kernzone van de primaire waterkering

is zonder vergunning verboden. Ter plaatse van de Prins Hendrikkade west, tussen

Singel en Martelaarsgracht worden 6 nieuwe bomen geplant die op een afstand van 1

meter komen te staan van het keurprofiel van de verholen waterkering. Vanwege de

ligging van de bomen in de kernzone is Waternet betrokken bij het overlegproces over de

plaatsing van de bomen. Waternet/AGV heeft het maatschappelijk belang van de bomen

aanvaard en is voornemens een watervergunning voor het planten van deze 6 bomen in

de kernzone te verlenen. De overige nieuwe bomen langs de Prins Hendrikkade worden

buiten de kernzone geplant. Deze bomen zijn niet vergunningplichtig.

Kabels en Leidingen:

Volgens de Keur [bron 2] moet voor het leggen van kabels en leidingen in de kernzone en

binnen 5 m van de kernzone van een verholen waterkering een watervergunning worden

aangevraagd. Het leggen van kabels en leidingen in de beschermingszone, maar op een

afstand van meer dan 5 m van de kernzone, kan worden afgehandeld met een

Keurmelding, mits aan een aantal voorwaarden is voldaan. Vooroverleg met de

waterbeheerder is wenselijk.

(Verankerde) damwanden

In de huidige beleidsregels geldt nog een absoluut verbod voor het plaatsen van bouw-

werken in de kernzone én het profiel van vrije ruimte/ keurprofiel. Om die reden kan

Waternet volgens de huidige beleidsregels de groutankers niet vergunnen als (onderdeel

van) een (bouw-)werk, terwijl ze evenmin onder een andere beleidsregel te vergunnen

zijn.

Begin 2013 worden aangepaste beleidsregels aan het bestuur van Waternet voorgelegd.

In die aangepaste beleidsregels is het genoemde absoluut verbod er uit gehaald. Dat

betekent dat volgens die nieuwe beleidsregels de damwand en groutankers vergund

Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

Definitief

Versie 7

20-03-2013

Doc. 180232

Herinrichting Stationseiland, Waterparagraaf

zouden kunnen worden als bouwwerk, dat deels in de kernzone en deels in het

keurprofiel geplaatst wordt. De voorwaarden om die vergunning te krijgen zijn

aangegeven in hoofdstuk 1, eerste beleidsregel van de Beleidsregels Keurvergunningen

(link www.agv.nl/regels/keur). Deze voorwaarden worden ook nog iets aangepast in de

nieuwe beleidsregels, maar eerder eenvoudiger dan ingewikkelder (zo moet volgens de

aanpassing 'desgewenst' met een berekening aangetoond worden dat de stabiliteit van

de kering goed blijft). De kans is hierdoor groot dat de damwand en groutankers vanaf het

tweede kwartaal van 2013 vergunbaar zijn.

Hoogte van de waterkering:

Volgens de legger van Waternet/AGV moet het maaiveld in de kruin van de waterkering

op minimaal NAP +2,0 m liggen. Dit wordt in de huidige situatie niet overal gehaald langs

de Prins Hendrikkade. Bij de herinrichting van de Prins Hendrikkade wordt het maaiveld

opgehoogd tot minimaal NAP +2,0 m (na zetting). De maaiveldhoogte op het overig deel

van de Prins Hendrikkade voldoet aan de minimale hoogte van NAP +2,0 m.

Hemelwaterafvoer

Voor de autowegen geldt dat het hemelwater, dat via de weg naar de kolken stroomt,

eerst gezuiverd moet worden voordat het afgevoerd wordt naar het oppervlaktewater. De

zuivering dient te geschieden met een zandvang en een olieafscheider.

Het water van de trambanen mag zonder zuiveringsmaatregelen direct worden geloosd

op het oppervlaktewater.

Het regenwater van fietspaden en voetgangersgebieden, dat via kolken van de straat

wordt afgevoerd, mag direct zonder zuivering worden geloosd op het oppervlaktewater

van het Open Havenfront.

Oppervlaktewater

Het is verboden zonder vergunning boven of onder oppervlaktewaterlichamen of in de

beschermingszones daarvan:

het oppervlaktewaterlichaam van richting, vorm, afmeting of constructie te

veranderen

beschoeiing te plaatsen of te verwijderen

kademuren te vervangen

steigers aan te leggen

bomen te planten

kabels en leidingen te leggen

bodemonderzoek uit te voeren

een boot aan te leggen

Voor al het werk in en op het Open Havenfront moet een ontheffing in de vorm van een

vergunning worden aangevraagd bij de waterbeheerder Waternet/AGV. Geadviseerd

wordt om Waternet/AGV vroeg te betrekken bij het planproces.

Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

Definitief

Versie 7

20-03-2013

Doc. 180232

Herinrichting Stationseiland, Waterparagraaf

Bij het uitvoeren van de werkzaamheden is het belangrijk dat er voldoende ruimte in het

Open Havenfront vrij blijft, zodat de doorstroming van het water en de waterkwaliteit niet

negatief beïnvloed worden door de bouwwerkzaamheden.

Veel van de werkzaamheden aan het Stationseiland en de Prins Hendrikkade zullen (voor

een deel) vanaf het water worden uitgevoerd. Dit wordt behandeld in een apart traject, het

nautisch advies.

Grondwater

De 3 ondergrondse fietsenkelders in het ontwerpboek, zullen verwaarloosbare

veranderingen in de grondwaterstand veroorzaken en vormen geen obstakel in de

grondwaterstroming ter plaatse.

De vervangingen van de kadeconstructies kunnen een verandering in de

grondwaterstand veroorzaken. De kademuren van het Stationseiland worden na de

herinrichting vervangen door een constructie met een aanzicht van grijs basalt en graniet;

de kademuren aan de stadszijde worden vervangen door een kadeconstructie met een

aanzicht van rode baksteen.

Geadviseerd wordt om voor de bouwwerkzaamheden de grondwaterstand vlak achter de

kademuren te monitoren met peilbuizen. Indien de huidige kademuren erg doorlatend

blijken te zijn, dan moet er bij de vervanging van de kademuren voor gezorgd worden dat:

de nieuwe kademuren even doorlatend zijn als de oude, of

er voorzieningen worden aangebracht, zodat het grondwater in de toekomst even

gemakkelijk kan wegstromen, zoals een grindkoffer of uitstroomgaten.

Watercompensatie

Door het vergroten van het Open Havenfront wordt circa 2.600 m2 extra water gecreëerd.

Dit extra water is bijgeschreven in de oppervlaktewaterbalans van het Oosterdok (zie

tabel 1). De verharding van de Prins Hendrikkade neemt niet af of toe.

Jaar Project Demping

[m²]

Ontgraving

[m²]

Cumulatief

[m²]

Gereed Verlengen Zouthaven 700 3.300 + 2.600

Gereed Herinrichting Oosterdokskade 0 0 + 2.600

Gereed Aanleg ODE brug 590 0 + 2.010

Gereed Ontmanteling tijdelijk busstation 0 5 + 2.015

Gereed Na realisatie ODE brug 0 120 + 2.135

Gereed Aanleg kade-uitbreiding zuidoostzijde

Stationseiland nabij fietsbrug over

Oostertoegang

715 0 + 1.420

2013 Uitbreiding De Ruijterkade tussen

Westerdokskade en Westertoegang

1.080 0 + 340

2013 Herinrichting touringcarplatform 0 4.510 + 4.850

2013 Afbraak verbindingsdam

Oosterdokskade

0 5.470 + 10.320

Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

Definitief

Versie 7

20-03-2013

Doc. 180232

Herinrichting Stationseiland, Waterparagraaf

Jaar Project Demping

[m²]

Ontgraving

[m²]

Cumulatief

[m²]

2013 of

later

Aanleg wooncomplex Fountainhead

aan de Ertskade1

1.500 0 + 8.820

2013 - 2015 Aanleg ondergrondse parkeergarage

Oosterdok met toegangstunnel (fase

1)

9.100 0 - 280

2013 - 2017 Herinrichting Prins Hendrikkade 0 2.600 + 2.320

2015 - 2017 Aanleg ondergrondse parkeergarage

Oosterdok zonder toegangstunnel

(fase 2)

0 1.900 + 4.220

2017 Na realisatie ondergrondse

parkeergarage Oosterdok met

toegangstunnel

0 7.200 + 11.420

Totaal (eindsituatie) - 13.685 + 25.105 + 11.420 m²

Tabel 1: waterbalans Oosterdok en Stationsgebied

Beheer en onderhoud

Het extra water in het Open Havenfront moet in de toekomst worden onderhouden en

gebaggerd. Het is de bedoeling dat Waternet hiervoor verantwoordelijk wordt. Hierover

moeten nog afspraken tussen het Stadsdeel, het projectbureau en Waternet worden

gemaakt.

Vervolgacties

Waternet betrekken bij het ontwerpproces in verband met. oppervlaktewater en

primaire waterkering.

Watervergunning aanvragen voor alle werkzaamheden bij het water en op de

waterkering.

Afspraken maken met Stadsdeel Centrum en Waternet met betrekking tot het

beheer en onderhoud van het extra water in het Open Havenfront.

Opstellen nautisch advies Open Havenfront.

Specificeren hoeveel oppervlaktewater beschikbaar moet blijven voor

doorspoeling en waterkwaliteit..

De oppervlaktewaterbalans in de DO-fase bijwerken met de status van de

projecten rondom het Stationseiland, zodat de projecten en de bijbehorende

dempingen of extra water actueel blijven. De oppervlaktewaterbalans moet

afgestemd worden met Waternet. Hiervoor wordt in 2013 een apart document

opgesteld.

1 Volgens de laatste stand van zaken gaat dit project voorlopig niet door, maar er bestaat kans op een

eventuele doorstart waarbij de demping alsnog gaat plaatsvinden.

Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

Definitief

Versie 7

20-03-2013

Doc. nr. 180232

Herinrichting Stationseiland, Waterparagraaf

1

1 Inleiding

De gemeente Amsterdam is bezig met de voorbereiding en de besluitvorming voor de

herinrichting van het Stationseiland en de Prins Hendrikkade. De basis voor deze

herinrichting is het Ontwerpboek Stationseiland - Prins Hendrikkade [bron 1], dat in 2011

door de Dienst Ruimtelijke Ordening is opgesteld. Ingenieursbureau Amsterdam maakt, in

opdracht van het Projectbureau Zuidelijke IJ-oever, het technisch voorontwerp aan de hand

van dit ontwerpboek.

Het Stationseiland is een belangrijk verkeersknooppunt en verantwoordelijk voor de eerste

indruk van Amsterdam. De ambitie is om een aantrekkelijke en overzichtelijke verkeers-,

woon- en werksituatie te creëren. Daarnaast herbergt de Prins Hendrikkade een minder

bekende functie: de Prins Hendrikkade is een verholen, primaire waterkering, die het

Amsterdamse stadscentrum beschermt tegen het water in het IJ en het Noordzeekanaal.

Om de dubbelfunctie van verkeersknooppunt en waterkering te waarborgen is het

noodzakelijk om in een zo vroeg mogelijk stadium rekening te houden met de

wateraspecten in het definitief ontwerp.

De „watertoets‟ is een instrument dat waterhuishoudkundige belangen expliciet en op

evenwichtige wijze laat meewegen bij het opstellen van ruimtelijke plannen en besluiten.

Het watertoetsproces is wettelijk verplicht bij een bestemmingsplan, een inpassingsplan,

een projectbesluit en ontheffingen voor een bestemmingsplan. De notitie die voor u ligt is

een waterparagraaf waarin de schetsen in het ontwerpboek in relatie worden gebracht met

de waterhuishoudkundige situatie, en vormt de eerste stap in de verslaglegging van het

watertoetsproces.

Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

Definitief

Versie 7

20-03-2013

Doc. nr. 180232

Herinrichting Stationseiland, Waterparagraaf

2

2 Wettelijk kader en beleid

2.1 Toepasselijk recht

Kaderrichtlijn water

De Kaderrichtlijn water (KRW) is een Europese richtlijn gericht op de verbetering van de

kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater. De KRW maakt het mogelijk om

verontreiniging van oppervlaktewater en grondwater internationaal en stroomgebiedsgericht

aan te pakken. De Kaderrichtlijn water moet ervoor zorgen dat de kwaliteit van het

oppervlakte- en grondwater in 2015 op orde is. In dat jaar moet het oppervlaktewater

voldoen aan de gestelde waterkwaliteitseisen, die afhankelijk zijn van onder meer het type

water. De uit de KRW voortkomende milieudoelstellingen en maatregelen zijn verwerkt in de

waterbeheerplannen van de waterschappen.

Waterwet

Op 22 december 2009 is de Waterwet in werking getreden. De Waterwet stelt integraal

waterbeheer op basis van de 'watersysteembenadering' centraal. Deze benadering gaat uit

van het geheel van relaties binnen watersystemen. Hierbij moet worden gedacht aan de

relaties tussen waterkwaliteit, -kwantiteit, oppervlakte- en grondwater, maar ook aan de

samenhang tussen water, grondgebruik en watergebruikers. Hiernaast kenmerkt integraal

waterbeheer zich ook door de samenhang met de omgeving. De Waterwet regelt het

beheer van oppervlaktewater en grondwater, en verbetert ook de samenhang tussen

waterbeleid en ruimtelijke ordening. Dit resulteert in één vergunning, de Watervergunning,

die met een wettelijk vastgesteld aanvraagformulier kan worden aangevraagd. Het bevoegd

gezag is de hoogste waterbeheerder in het plangebied. Voor het plangebied Stationseiland

en Prins Hendrikkade is dit Waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV), dat zijn taken door

Waternet laat uitvoeren. De “Watertoets” is binnen de Waterwet actief als het

procesinstrument om water in een vroeg stadium goed te borgen in ruimtelijke plannen.

Volgens de Waterwet mag een ondergrondse ontwikkeling geen structureel nadelige

effecten op de grondwaterstand hebben.

Watertoetsproces

Het watertoetsproces bestaat sinds 2001 met het ondertekenen van de startovereenkomst

Waterbeheer in de 21ste

eeuw. Sinds 2003 is het opgenomen in het Besluit ruimtelijke

ordening (Bro) dat met ingang van 1 juli 2008 is herzien, gelijktijdig met de Wet ruimtelijke

ordening (Wro). Het watertoetsproces is wettelijk verplicht bij een bestemmingsplan, een

inpassingsplan of een projectbesluit. Het is niet een toets achteraf, maar een proces dat de

initiatiefnemer van een ruimtelijk plan en de waterbeheerder met elkaar in gesprek brengt in

een zo vroeg mogelijk stadium.

Keur

De Keur van het AGV is gericht op het beschermen van de aan- en afvoer van water, de

bescherming tegen wateroverlast en overstroming en op het beschermen van de

ecologische toestand van het watersysteem. In de Keur zijn verschillende geboden en

verboden opgenomen, waarop echter door het waterschap ontheffing kan worden verleend.

Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

Definitief

Versie 7

20-03-2013

Doc. nr. 180232

Herinrichting Stationseiland, Waterparagraaf

3

Op 1 december 2011 is de meest recente Integrale Keur van het hoogheemraadschap

Amstel, Gooi en Vecht (AGV) in werking getreden [bron 2]. Het hoogheemraadschap werkt

momenteel aan een nieuwe Keur en het bijbehorende Keurbesluit Vrijstellingen en

Beleidsregels Keurvergunningen. Deze is ten tijden van het schrijven van deze

waterparagraaf nog niet in werking getreden.

De Waterwet vormt de wettelijke basis van de Keur. Dat betekent dat ontheffingen op de

Keurbepalingen via een watervergunning verleend kunnen worden. De volgende artikelen

van de Keur zijn in dit plangebied in het bijzonder van belang:

Artikel 3.3.1:

Het is verboden zonder vergunning van het bestuur Waternet/AGV in de kernzone en

beschermingszones van aangewezen verholen waterkeringen en in beschermende

gronden:

a. te graven of grond te verwijderen

b. kabels en leidingen, buizen of draden aan telgeggen, te verwijderen of te

vernieuwen.

c. bouwwerken en/of andere werken op te richten, te hebben of te verwijderen

d. boringen of sonderingen uit te voeren.

In de beleidsnota Keurontheffingen Waterkeringen, vastgesteld door het Algemeen Bestuur

van AGV op 13 april 2006 zijn de voorwaarden voor het afgeven van een ontheffing op het

bovengenoemde artikel uit de Keur opgenomen.

Artikel 3.1.2: Het is verboden zonder vergunning van het bestuur in, boven of onder

oppervlaktewaterlichamen en de beschermingszones daarvan en in de kernzone en

beschermingszones van waterkerende dijklichamen en waterkerende constructies :

a. kabels, buizen, draden of leidingen aan te leggen, te hebben, geheel of gedeeltelijk

te vernieuwen of te verwijderen;

b. boringen en sonderingen uit te voeren;

c. zich op te houden op door het bestuur aangegeven plaatsen, met uitzondering van

gerechtigden;

d. steigers en afmeerpalen aan te brengen, te hebben, te wijzigen of te verwijderen;

e. oeverbeschoeiing aan te brengen, te hebben, te wijzigen of te verwijderen;

f. bouwwerken en/of andere werken op te richten, te hebben, te wijzigen of te

verwijderen;

g. ligplaats te nemen, te meren of te ankeren, met een (woon)schip, drijvend voorwerp

of drijvende inrichting;

Artikel 3.4:

1. Het is verboden zonder vergunning van het bestuur oppervlaktewaterlichamen:

a. direct of indirect met elkaar of met andere oppervlaktewaterlichamen in verbinding te

brengen;

b. geheel of gedeeltelijk te dempen en gedempt te houden;

c. van richting, vorm, afmeting of constructie te veranderen.

2. Het is verboden zonder vergunning van het bestuur in oppervlaktewaterlichamen:

a. schepen, drijvende voorwerpen of drijvende inrichtingen onbeheerd te laten drijven of

in gedeeltelijk of geheel gezonken toestand te laten liggen;

Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

Definitief

Versie 7

20-03-2013

Doc. nr. 180232

Herinrichting Stationseiland, Waterparagraaf

4

3. Het is verboden zonder vergunning van het bestuur:

a. schade toe te brengen aan oevers, rietkragen, beplanting of

beschermingsmaterialen;

b. vorm en inrichting van de oevers te wijzigen;

4. Het is verboden zonder vergunning van het bestuur in, boven of onder primaire wateren

en de beschermingszone daarvan:

a. te graven of te baggeren buiten het oorspronkelijke, of het in de legger,

keurvergunning of overeenkomst vastgestelde, (ligplaats)profiel;

b. houtgewas of takken van bomen boven het water te laten hangen, indien dit de

toegankelijkheid voor onderhoud belemmert.

Artikel 3.13: Op grond van dit artikel uit de Keur is het verboden om meer dan 1.000 m²

verhard oppervlak aan te leggen binnen stedelijk gebied. Bij de aanleg van 1.000 vierkante

meter of meer verhard oppervlak in stedelijk of glastuinbouwgebied, of meer dan 5.000

vierkante meter in overig gebied, dient binnen het betreffende peilgebied een gebied ter

grootte van ten minste 10% van de totale toename in verhard oppervlak ingericht te worden

voor extra waterberging.

2.2 Toepasselijk beleid

Nationaal Waterplan

Het ontwerp Nationaal Waterplan is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit

1998 en vervangt alle voorgaande Nota's Waterhuishouding. Het Nationaal Waterplan is

opgesteld op basis van de Waterwet die op 22 december 2009 in werking is getreden. Het

Nationaal Waterplan beschrijft de hoofdlijnen van het nationale waterbeleid. Op basis van

de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten de

status van structuurvisie. Als bijlage bij het ontwerp Nationaal Waterplan zijn beleidsnota's

toegevoegd over waterveiligheid. Deze beleidsnota's vormen een nadere uitwerking en

onderbouwing van de keuzes die in de hoofdtekst staan van het Nationaal Waterplan en

dienen in samenhang ermee te worden gelezen. Bij de ontwikkeling van locaties in de stad

wordt ernaar gestreefd dat de hoeveelheid groen en water per saldo gelijk blijft of toeneemt.

Dit streven is doorgezet in de ruimtelijke ontwikkeling van het plangebied Stationseiland.

Anders omgaan met water. Waterbeleid in de 21ste eeuw

Dit kabinetsstandpunt uit december 2000 geeft de overkoepelende visie van het Rijk weer

op de aanpak van veiligheid en wateroverlast. In dit beleidsstuk wordt de watertoets

geïntroduceerd om te voorkomen dat de bestaande ruimte voor water geleidelijk afneemt,

door bijvoorbeeld landinrichting, de aanleg van infrastructuur of woningbouw.

Nationaal Bestuursakkoord Water

In 2003 sloten het Rijk, de provincies, het Samenwerkingsverband Interprovinciaal Overleg

(IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen het

Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). Dit akkoord is op 25 juni 2008 onder andere in

verband met de implementatie van de Europese Kaderrichtlijn Water geactualiseerd. Met de

actualisatie van het NBW onderstrepen de betrokken partijen, rijk, provincies, gemeenten

en waterschappen nogmaals het belang van samenwerking om het water duurzaam en

klimaatbestendig te beheren. In het akkoord staat onder meer hoe met klimaatveran-

Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

Definitief

Versie 7

20-03-2013

Doc. nr. 180232

Herinrichting Stationseiland, Waterparagraaf

5

deringen, de stedelijke wateropgave en de ontwikkelingen in woningbouw en infrastructuur

moet worden omgegaan. Ook is er meer aandacht voor het realiseren van schoon en

ecologisch gezond water. Het NBW heeft tot doel om in de periode tot 2015 het water-

systeem in Nederland op orde te brengen en te houden en te anticiperen op klimaat-

verandering. Het gaat hierbij om de verwachte zeespiegelstijging, bodemdaling en

klimaatverandering. Nederland krijgt hierdoor steeds meer te maken met extreem natte en

extreem droge periodes.

Breed Water, plan gemeentelijke watertaken 2010-2015

Het ‟Plan gemeentelijke Watertaken 2010-2015‟ bevat de visie van de gemeente op het

gewenste waterbeleid voor de komende jaren. De gemeente Amsterdam is wettelijk

verantwoordelijk voor de inzameling en transport van stedelijk afvalwater, de inzameling en

verwerking van afvloeiend hemelwater en het nemen van grondwatermaatregelen. In dit

onderliggend ‟Plan gemeentelijke Watertaken 2010-2015‟ staat hoe deze drie zorgplichten

door de gemeente Amsterdam worden ingevuld. Doel van het plan is om aan het bevoegd

gezag te verantwoorden op welke wijze de gemeente Amsterdam haar watertaken uitvoert

en in hoeverre zij afdoende middelen heeft om dit in de toekomst te blijven doen. Hiermee

voldoet de gemeente aan de planverplichting zoals die in de Wet milieubeheer (artikel 4.22)

is opgenomen. Dit plan biedt tevens een kans om in te spelen op ontwikkelingen zoals het

veranderende klimaat.

Waterbeheerplan AGV 2010-2015

Het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) zorgt voor schoon water op het

juiste peil en voor droge voeten in het beheergebied. In dit Waterbeheerplan staat welke

doelen AGV de komende zes jaren nastreeft en op welke manier het waterschap die doelen

wil bereiken. Het WBP is een regionale doorvertaling van het provinciale waterbeleid. De

drie provincies waar AGV binnen valt (Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland) toetsen het

WBP en verlenen goedkeuring.

De essentie van dit nieuwe Waterbeheerplan (WBP) is dat AGV de planperiode gaat

gebruiken om door te gaan met het garanderen van voldoende waterstaatkundige veiligheid

voor mensen, dieren en goederen, voldoende water en schoon water.

Figuur 1: Stationseiland en Prins Hendrikkade, 2011

Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

Definitief

Versie 7

20-03-2013

Doc. nr. 180232

Herinrichting Stationseiland, Waterparagraaf

6

3 Beschrijving herinrichtingsplannen

De Gemeente Amsterdam werkt aan de herinrichting van het Stationseiland en de Prins

Hendrikkade. Op het Stationseiland bevindt zich het treinstation Amsterdam Centraal, het

belangrijkste vervoersknooppunt voor de Amsterdamse binnenstad.

Hieronder worden de belangrijkste aspecten uit het ontwerpboek, die invloed kunnen

hebben op het watersysteem, samengevat. Het voorlopig maaiveldontwerp van het hele

plangebied is weergegeven in figuur 2 [bron 1].

.

Figuur 2: Maaiveldontwerp, 1 juli 2012.

3.1 Verkeer

De herinrichting van het projectgebied houdt in dat voetgangers, fietsers en openbaar

vervoer voorrang krijgen op het gemotoriseerde vervoer. In het kader van de „Stadshartlus‟

wordt de doorgaande route over de Prins Hendrikkade tussen Martelaarsgracht en Damrak

afgesloten voor het autoverkeer. Dit wordt “de knip” genoemd. Verkeer rijdt „stad in‟ via de

Martelaarsgracht en „stad uit‟ via het Damrak. De parkeergarage P1, die zich aan de

westzijde onder de Prins Hendrikkade bevindt, blijft bereikbaar. Taxi‟s en bussen rijden

langs de IJ-zijde van Amsterdam Centraal.

Het gedeelte Prins Hendrikkade tussen Damrak en Martelaarsgracht wordt alleen

toegankelijk voor fietsers en voetgangers. De tramsporen blijven globaal op dezelfde locatie

liggen in het eindbeeld, maar worden tijdens de werkzaamheden tijdelijk verlegd.

Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

Definitief

Versie 7

20-03-2013

Doc. nr. 180232

Herinrichting Stationseiland, Waterparagraaf

7

3.2 Open Havenfront

Om het oude stadscentrum weer een directe link met het water te geven is het gewenst dit

water herkenbaarder te maken. Door het Open Havenfront te vergroten wordt het water en

het Stationseiland beter zichtbaar. Het vergroten van het westelijk deel van het Open

Havenfront is niet mogelijk vanwege de aanwezigheid van parkeergarage P1 onder de Prins

Hendrikkade, die tevens als kadeconstructie fungeert. Een impressie van het vergrote Open

Havenfront is weergegeven in figuur 3.

Figuur 3: Voorlopig maaiveldontwerp, Dienst Ruimtelijke Ordening, 17 november 2011.

3.3 Steigers en kades

Aan de stadszijde van het Open Havenfront worden de locaties heringericht om plaats te

bieden aan de rondvaartrederijen. Deze locaties zijn vorm gegeven door verlaagde kades

met op enkele plekken steigers. De kademuren krijgen een aanzicht met rode baksteen,

graniet en zwart basalt. De steigers zijn gemaakt van FSC hardhout. Ter plaatse van de

Parkeergarage P1 bevindt zich nu een glooiing. Deze glooiing wordt vervangen door een

verticale keermuur met een aanzicht van baksteen en graniet.

3.4 Ondergrondse constructies

Op en nabij het Stationseiland zijn een aantal bestaande en nieuwe ondergrondse

constructies, die de inrichting op het maaiveld beïnvloeden. De bestaande ondergrondse

constructies zijn:

De parkeergarage P1 aan de westzijde van de Prins Hendrikkade, tussen Singel en

Martelaarsgracht.

De ondergrondse (mechanische) parkeergarage voor het Barbizon-hotel.

Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

Definitief

Versie 7

20-03-2013

Doc. nr. 180232

Herinrichting Stationseiland, Waterparagraaf

8

De passage (tunnel) voor langzaam verkeer onder Amsterdam Centraal.

De bestaande tunnels en stations van de metro Oostlijn en de Noord/Zuidlijn (inclusief

de in 2011 gerealiseerde tunnel onder Amsterdam Centraal voor de verbinding richting

Amsterdam Noord).

De nieuwe ondergrondse constructies zijn:

De ondergrondse fietsenstalling aan de stadszijde, ter plaatse van het westelijk deel

van het Stationsplein, grenzend aan het Open Havenfront.

De ondergrondse fietsenstalling aan de IJ-zijde ter plaatse van de De Ruijterkade

(IJSEI).

De autotunnel in De Ruijterkade (IJSEI).

De reservering op de ondergrond voor het doortrekken van de metro Oostlijn richting

het westen.

De ondergrondse fietsenstalling en de autotunnel in De Ruijterkade aan de IJ-zijde van

Amsterdam Centraal, behoren tot het project IJSEI en worden hier enkel voor het overzicht

van mogelijke obstakels in de grondwaterstroming genoemd.

3.5 Bomen

Op basis van het voorlopige ontwerp blijkt dat 41 bomen die nu op het Stationseiland en

omgeving staan, niet te handhaven zijn. Hiervan worden er maximaal 14 verplant en de

overige bomen worden gekapt. De gekapte bomen worden gecompenseerd door de

aanplant van bomen op de Prins Hendrikkade en het Stationsplein.

Alle bomen krijgen, indien mogelijk, 25 m3 aan ondergrondse „ruimte‟. Deze doorwortelbare

ruimte ligt boven het hoogste grondwaterpeil en bestaat uit bomenzand. De bomen worden

geplant in een permavoid-constructie zodat de wortels niet verdrukt worden door zwaar

verkeer. Op een aantal locaties zal het gevolg van de aanplant van bomen zijn dat

bestaande kabels en leidingen verlegd dienen te worden ten gunste van deze nieuwe

bomen. Dit is in het bijzonder het geval aan de Prins Hendrikkade west, tussen Singel en

Martelaarsgracht.

Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

Definitief

Versie 7

20-03-2013

Doc. nr. 180232

Herinrichting Stationseiland, Waterparagraaf

9

4 Wateraspecten in de toekomst

In dit wateradvies worden de hydrologische voorwaarden vastgelegd die de speelruimte

bepalen voor het ontwerp van het Stationseiland en de Prins Hendrikkade. Ook worden de

knelpunten op hydrologisch gebied beschreven, zodat gezocht kan worden naar

aanpassingen in het ontwerp en/of overeenstemming met de waterbeheerder. In dit gebied

is de waterbeheerder Waternet/AGV.

De wateraspecten die beschouwd worden in dit wateradvies zijn: waterkeringen,

hemelwater, oppervlaktewater en watercompensatie, grondwater.

De nautische aspecten van het Open Havenfront, waarin wordt onderzocht hoe de

scheepvaart kan omgaan met de bouwwerkzaamheden, de aan- en afvoer van materiaal en

materieel en de logistiek van de rondvaartrederijen, worden in een apart traject met

Waternet behandeld.

4.1 Waterkeringen

De Prins Hendrikkade is een primaire, verholen waterkering [bron 3] en is onderdeel van de

dijkringen 14 en 44. „Verholen‟ betekent dat de waterkering vanaf het maaiveld niet

herkenbaar is als dijk maar dat er op deze locatie ruimte gedefinieerd is voor een

ondergronds dijkprofiel, die het achterland beschermt tegen het buitenwater van het IJ

(„primair‟). In figuur 4 is de ligging van de primaire waterkering in een geel-zwart geblokte

lijn aangegeven.

Figuur 4: Ligging van de primaire waterkeringen onder de Prins Hendrikkade (geel/zwart geblokte lijn)

Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

Definitief

Versie 7

20-03-2013

Doc. nr. 180232

Herinrichting Stationseiland, Waterparagraaf

10

De verholen waterkering bestaat uit een keurprofiel onder het maaiveld (zie figuur 5).

Hieronder volgt de uitleg van enkele toepasselijke termen met betrekking tot de verholen

primaire waterkering:

Het keurprofiel is de kruin van de dijk (dijktafelhoogte op NAP +2,0 m, kruin 3 meter

breed) met aan weerszijden een talud met een helling van 1:3,5 [bron 4].

De dijktafelhoogte is de minimaal vereiste hoogte van de kruin, zoals vastgelegd in

de Legger van het Hoogheemraadschap AGV [bron 6]. De dijktafelhoogte ter plaatse

van de Prins Hendrikkade is NAP +2,0 m.

De kernzone van de waterkering is het aan het grondoppervlak gelegen deel van een

waterkering waarbinnen de strengste verboden gelden.[bron 6].

Het profiel van vrije ruimte is de ruimte die ondergronds of bovengronds is

gereserveerd voor ophoging en versterking in de toekomst. Op deze locatie is het

profiel van vrije ruimte gelijk aan het keurprofiel zoals vastgelegd in de Legger [bron 4].

Figuur 5: De ligging van het keurprofiel van de verholen waterkering ter plaatse van de Prins Hendrikkade

In relatie met de primaire waterkering moet bij de herinrichting van het Stationseiland

rekening worden gehouden met de volgende zaken:

Bomen:

Voor het planten van de bomen bij en in een waterkering moet een watervergunning worden

aangevraagd. Het planten van bomen in de kernzone van de waterkering is zonder

vergunning verboden. Beleidsregel 1 van hoofdstuk 9 [bron 1] stelt dat voor het verkrijgen

van een vergunning aan twee aspecten moet worden voldaan:

a) de beplanting wordt buiten het profiel van vrije ruimte geplaatst, en

b) het maatschappelijk belang voor het planten van bomen moet worden aangetoond.

Ter plaatse van de Prins Hendrikkade west, tussen Singel en Martelaarsgracht staan 6

nieuwe bomen gepland, die op een afstand van 1 meter komen te staan van de verholen

waterkering (zie figuur 6). In eerste instantie stonden de bomen in het keurprofiel van de

waterkering zelf. Het waterschap Waternet/AGV keurde dit ontwerp af, omdat bomen in de

kernzone verboden zijn. Door het ontwerp zo te optimaliseren en extra hoogte aan te

brengen, is het gelukt om de bomen in de kernzone buiten het keurprofiel te houden. Dit

betekent dat in het midden van het trace het maaiveld wordt opgehoogd naar NAP +2,35 m

Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

Definitief

Versie 7

20-03-2013

Doc. nr. 180232

Herinrichting Stationseiland, Waterparagraaf

11

(na zetting), wat ten goede komt aan zowel de afstand van de bomen tot aan het keurprofiel

van de waterkering, als de hoogte van de kernzone van de waterkering. Hiermee wordt dit

deel van de Prins Hendrikkade verhoogd en komt na zetting boven de minimale hoogte van

NAP +2,00 m te liggen, zoals in de huidige situatie het geval is.

Vanwege de ligging van de bomen in de kernzone is Waternet betrokken bij het

overlegproces over de plaatsing van de bomen. In bijlage 1 is de notitie bijgevoegd,

waarmee het maatschappelijk belang van de bomen voor de stad wordt aangetoond.

Waternet/AGV heeft het maatschappelijk belang aanvaard en is voornemens een

watervergunning voor het planten van deze 6 bomen in de kernzone van de waterkering te

verlenen (zie bijlage 1). Eén van de voorwaarden voor het verlenen van een

watervergunning is dat de ondergrondse ruimte van de bomen inclusief permavoidkratten

verder wordt uitgewerkt.

De overige nieuwe bomen langs de Prins Hendrikkade worden buiten de kernzone geplant.

Deze bomen zijn niet vergunningplichtig.

Figuur 6: uitsnede uit bijlage 1 van de bomen op de Prins Hendrikkade die in de kernzone zijn geprojecteerd.

Kabels en Leidingen:

Volgens de Keur [bron 2] moet voor het leggen van kabels en leidingen in de kernzone en

binnen 5 m van de kernzone van een verholen waterkering wél een watervergunning

worden aangevraagd. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen kabels die in de

lengterichting van de waterkering worden gelegd en kabels die de waterkering kruisen.

Het bestuur van Waternet/AGV kan onder de volgende voorwaarden vergunning verlenen

voor het leggen van doorgaande kabels en leidingen in de lengterichting van de kernzone

van een verholen kering:

1. Leidingen dienen te voldoen aan de geldende NEN-normen, en

2. Kabels en leidingen mogen niet dieper dan noodzakelijk liggen met een maximum van

0,9 m onder het maaiveld, en

3. De stabiliteit van de waterkering is tijdens en na het uitvoeren van de werkzaamheden

aantoonbaar gegarandeerd, en

4. De ophoogbaarheid van de kernzone wordt niet aangetast.

Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

Definitief

Versie 7

20-03-2013

Doc. nr. 180232

Herinrichting Stationseiland, Waterparagraaf

12

Kabels en leidingen die de kernzone kruisen moeten bij voorkeur de kering haaks kruisen,

of er moet aangetoond worden waarom dit niet mogelijk is. Ook moet rekening worden

gehouden met de hierboven genoemde voorwaarden voor vergunning verlening van kabels

en leidingen in de lengterichting van de kernzone. En de kabels die haaks kruisen moeten

zoveel mogelijk geconcentreerd worden, met inachtneming van de veiligheidsafstanden.

Het leggen van kabels en leidingen in de beschermingszone, maar op een afstand van

meer dan 5 m van de kernzone, kan worden afgehandeld met een Keurmelding, mits aan

een aantal voorwaarden is voldaan. Deze voorwaarden staan beschreven in artikel 3.7 van

het Keurbesluit Vrijstellingen 2011 van het hoogheemraadschap AGV.

Rekening houdend met deze voorwaarden is het dus mogelijk om het benodigde kabels- en

leidingen werk uit het ontwerpboek uit te voeren. Vooroverleg met de waterbeheerder is

wenselijk.

(Verankerde) damwanden

Het Open Havenfront wordt tussen Damrak en Martelaarsgracht aan de zuidzijde over een

breedte van ca. 30 m. vergroot. De constructie langs de randen van de ontgraving bestaat

uit een verankerde stalen damwand. De verankering van de stalen damwand reikt,

uitgaande van een helling van 45 graden, tot in de kernzone van de waterkering.

In de huidige beleidsregels geldt nog een absoluut verbod voor het plaatsen van bouw-

werken in de kernzone én het profiel van vrije ruimte/ keurprofiel. Om die reden kan

Waternet volgens de huidige beleidsregels de groutankers niet vergunnen als (onderdeel

van) een (bouw-)werk, terwijl ze evenmin onder een andere beleidsregel te vergunnen zijn.

Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

Definitief

Versie 7

20-03-2013

Doc. nr. 180232

Herinrichting Stationseiland, Waterparagraaf

13

Begin 2013 worden aangepaste beleidsregels aan het bestuur van Waternet voorgelegd. In

die aangepaste beleidsregels is het genoemde absoluut verbod er uit gehaald. Dat betekent

dat volgens die nieuwe beleidsregels de damwand en groutankers vergund zouden kunnen

worden als bouwwerk, dat deels in de kernzone en deels in het keurprofiel geplaatst wordt.

De voorwaarden om die vergunning te krijgen zijn aangegeven in hoofdstuk 1, eerste

beleidsregel van de Beleidsregels Keurvergunningen (link www.agv.nl/regels/keur). Deze

voorwaarden worden ook nog iets aangepast in de nieuwe beleidsregels, maar eerder

eenvoudiger dan ingewikkelder (zo moet volgens de aanpassing 'desgewenst' met een

berekening aangetoond worden dat de stabiliteit van de kering goed blijft). De kans is

hierdoor groot dat de damwand en groutankers vanaf het tweede kwartaal van 2013

vergunbaar zijn.

Hoogte van de waterkering:

Volgens de legger van Waternet/AGV moet het maaiveld in de kruin van de waterkering op

minimaal NAP +2,0 m liggen. Dit wordt echter op diverse plaatsen langs de Prins

Hendrikkade niet gehaald, het maaiveld ligt te laag. Volgens het Actueel Hoogtebestand

Nederland ligt een laagste deel van de Prins Hendrikkade tussen de Singel en de

Martelaarsgracht en is het laagste maaiveldniveau NAP +1,7 m [bron 7]. Bij de herinrichting

van de Prins Hendrikkade wordt het maaiveld hier opgehoogd tot minimaal NAP +2,0 m na

zetting. De maaiveldhoogte op het overig deel van de Prins Hendrikkade voldoet aan de

minimale hoogte van NAP +2,0 m.

4.2 Hemelwater

De wegen die toegankelijk zijn en blijven voor het autoverkeer, zijn weergegeven in figuur 8.

Deze wegen maken onderdeel uit van het Hoofdnet Auto, waarvoor zwaardere normen

gelden voor de afvoer van hemelwater, dan bv voor fietspaden of voetgangersgebieden.

Afvoer van neerslagwater dient bij voorkeur te geschieden door infiltratie in de berm naast

de weg. In dit plangebied is echter geen ruimte voor onverharde bermen. Voor deze wegen

geldt dat het hemelwater, dat via de weg naar de kolken stroomt, eerst gezuiverd moet

worden voordat het afgevoerd wordt naar het oppervlaktewater. De zuivering dient te

geschieden met een zandvang en een olieafscheider. Opgemerkt wordt hierbij dat het

merendeel van de autoroute zoals weergegeven in figuur 7 onder het bestek IJSEI valt.

De bevoorrading van Amsterdam Centraal in de gebieden waar geen auto‟s mogen rijden,

geschiedt via vrachtwagens die over de tramsporen rijden. Het aantal voertuigbewegingen

per uur voor de bevoorrading is naar verwachting laag. De vervuiling die via de

vrachtwagens en de neerslag naar het oppervlaktewater wordt afgevoerd is in dat geval te

verwaarlozen. Het water van de trambanen kan daarom mogelijk zonder

zuiveringsmaatregelen direct worden geloosd op het oppervlaktewater [bron 5].

De rest van het plangebied is geschikt voor fietsers en voetgangers. Neerslag die op

fietspaden en voetgangersgebieden valt kan direct geïnfiltreerd worden in de bodem.

Gezien de aanwezige verharding in dit plangebied is infiltratie echter geen optie. In deze

situatie mag het water, dat via kolken van de straat wordt afgevoerd, direct zonder zuivering

worden geloosd op het oppervlaktewater van het Open Havenfront.

Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

Definitief

Versie 7

20-03-2013

Doc. nr. 180232

Herinrichting Stationseiland, Waterparagraaf

14

Figuur 7: Hoofdnet Auto na de herinrichting

4.3 Oppervlaktewater

De artikelen 3.1 lid 2 en 3.4 in de Keur [bron 2] beschrijven verboden handelingen in en

nabij oppervlaktewaterlichamen. Het is verboden zonder vergunning boven of onder

oppervlaktewaterlichamen of in de beschermingszones daarvan:

het oppervlaktewaterlichaam van richting, vorm, afmeting of constructie te

veranderen

beschoeiing te plaatsen of te verwijderen

kademuren te vervangen

steigers aan te leggen

bomen te planten

kabels en leidingen te leggen

bodemonderzoek uit te voeren

een boot aan te leggen

Voor al het werk in en op het Open Havenfront moet een ontheffing in de vorm van een

vergunning worden aangevraagd bij de waterbeheerder Waternet/AGV. De werkzaamheden

in en op het Open Havenfront worden nader uitgewerkt in de volgende planfase (definitef

ontwerp) van dit project. Het is belangrijk de waterbeheerder vroeg in de planvorming bij het

ontwerp te betrekken.

Het gebruik van uitlogende materialen in oppervlakten die in contact staan met het

oppervlaktewater is verboden. In het ontwerpboek zijn allemaal natuurlijke materialen

toegepast, die niet uitlogen en zodoende de waterkwaliteit niet beïnvloeden. De kademuren

aan de stadszijde worden uitgevoerd in gemetselde rode baksteen, de kademuren van het

Stationseiland worden uitgevoerd in grijs basalt. De lage kades worden afgewerkt met

graniettegels. De steigers die in het water worden geplaatst zijn gemaakt van FSC hardhout

[bron 1].

Voor de kwaliteit van het oppervlaktewater is het belangrijk dat alle waterpartijen met elkaar

in verbinding staan, zodat er voldoende doorstroming kan plaatsvinden. Alleen met elkaar in

verbinding staande waterpartijen worden meegerekend in de wateropgave. Voor het Open

Havenfront geldt dat deze direct verbonden is met de Singel en het IJ en daarmee aan deze

voorwaarde voldoet.

Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

Definitief

Versie 7

20-03-2013

Doc. nr. 180232

Herinrichting Stationseiland, Waterparagraaf

15

Bij het uitvoeren van de werkzaamheden is het belangrijk dat er voldoende ruimte in het

Open Havenfront vrij blijft, zodat de doorstroming van het water en de waterkwaliteit niet

negatief beïnvloed worden door de bouwwerkzaamheden. Hoeveel ruimte dat daadwerkelijk

is, moet in een volgende ontwerpfase worden gespecificeerd, zodat de bouwfasering

daarop kan worden afgestemd.

Scheepvaart – rondvaart

Het Open Havenfront betreft een druk bevaren gebied. Veel van de werkzaamheden aan

het Stationseiland en de Prins Hendrikkade zullen (voor een deel) vanaf het water worden

uitgevoerd. Het bouwmateriaal kan aan- en afgevoerd worden via het Open havenfront.

Hoe deze bouwlogistiek zich verhoudt in relatie tot de vaarschema‟s en –routes van de

rondvaartrederijen en andere scheepvaart wordt in een afzonderlijk traject samen met

Waternet behandeld.

4.4 Grondwater

Volgens de Waterwet mag een ondergrondse ontwikkeling geen structureel nadelige

effecten op de grondwaterstand hebben. Ondergrondse constructies kunnen de

grondwaterstroming beïnvloeden en daarmee leiden tot verhoging of juist tot verlaging in de

lokale grondwaterstand. Voor nieuwe ondergrondse constructies in een complexe stedelijke

omgeving wordt daarom vaak een grondwateronderzoek uitgevoerd, waarin onderzocht

wordt of de nieuwe ondergrondse constructie invloed heeft op de grondwaterstand in de

directe omgeving. In figuur 8 zijn een aantal ondergrondse fietsenkelders weergegeven,

waarmee rekening is gehouden in het Ontwerpboek.

Figuur 8: Onder- en bovengrondse fietsenkelders in het ontwerpboek

Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

Definitief

Versie 7

20-03-2013

Doc. nr. 180232

Herinrichting Stationseiland, Waterparagraaf

16

De ondergrondse voorzieningen in het Ontwerpboek, die in de toekomst gerealiseerd

worden (3 ondergrondse fietsenkelders) zullen op zichzelf staand verwaarloosbare

veranderingen in de grondwaterstand veroorzaken. Dit komt door het eilandkarakter van

Stationseiland: overal om het eiland is oppervlaktewater aanwezig, waardoor grondwater

gemakkelijk weg kan stromen. Het eiland is volledig verhard, dus zal er weinig neerslag in

de bodem infiltreren waardoor de grondwaterfluctuaties minimaal zijn. Het Stationseiland

bestaat verder uit goed doorlatend, opgespoten zand, dat de afvoer van grondwater

vergemakkelijkt. Het Stationseiland bevindt zich in een inzijgingsgebied (de stijghoogte van

de eerste zandlaag is lager dan de freatische grondwaterstand). Het grondwater in het

zandpakket onder het Stationseiland stroomt via de kades af naar het open water, of zijgt

door het zandpakket in naar diepere bodemlagen.

Amsterdam Centraal en de bebouwing langs de Prins Hendrikkade zijn gefundeerd op

houten palen. Houten paalfunderingen zijn gevoelig voor verlagingen in de grondwater-

stand, omdat de paal bij het droogvallen kan gaan rotten, waardoor verzakkingen van het

gebouw kunnen optreden.

De vervangingen van de kadeconstructies kunnen een verandering in de grondwaterstand

veroorzaken. Als de nieuwe kademuur minder waterdoorlatend, of juist meer doorlatend is,

dan de huidige constructie, dan kan de grondwaterstand achter de nieuwe kademuur

veranderen ten opzichte van de huidige situatie.

De kademuren van het Stationseiland worden na de herinrichting vervangen door een

constructie met een aanzicht van grijs basalt en graniet; de kademuren aan de stadszijde

worden vervangen door een kadeconstructie met een aanzicht van rode baksteen.

Voor de constructie van de kade kan worden gedacht aan een betonnen, op palen

gefundeerde L-constructie met onderloopsheidscherm, of een stalen dam- of combiwand, al

dan niet verankerd.

Geadviseerd wordt om voor de bouwwerkzaamheden de grondwaterstand vlak achter de

kademuren te monitoren met peilbuizen. Indien de huidige kademuren erg doorlatend

blijken te zijn, dan moet er bij de vervanging van de kademuren voor gezorgd worden dat:

de nieuwe kademuren even doorlatend zijn als de oude, of

er voorzieningen worden aangebracht, zodat het grondwater in de toekomst even

gemakkelijk kan wegstromen. Hierbij is te denken aan uitstroomvoorzieningen in de

kademuren of een grindkoffer achter de kademuren. Met deze voorzieningen moet

in het definitief ontwerp en bestek rekening worden gehouden. Mocht in een later

stadium blijken dat de oude en nieuwe kademuren nagenoeg even doorlatend zijn,

dan kunnen de grondwater verlagende voorzieningen altijd nog uit het bestek

worden verwijderd.

4.5 Watercompensatie

Door het vergroten van het open Havenfront wordt circa 2.600 m2 extra water gecreëerd. Dit

extra water wordt bijgeschreven in de oppervlaktewaterbalans van het Oosterdok, waarvan

de meest actuele versie afkomstig is uit de waterparagraaf Westelijk Stationseiland [bron

Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

Definitief

Versie 7

20-03-2013

Doc. nr. 180232

Herinrichting Stationseiland, Waterparagraaf

17

8]. In versie 4 van de waterparagraaf Westelijk Stationseiland zijn de opmerkingen van

onder andere Waternet verwerkt.

Voor het project Stationseiland en Prins Hendrikkade is een nieuwe versie van de

oppervlaktewaterbalans Oosterdok opgesteld (zie tabel 2). De nieuwe versie wordt in de

volgende fase van dit project in een apart document bijgewerkt en afgestemd met de

projectorganisatie en met Waternet, zodat de benodigde hoeveelheid open water voor de

compensatieverplichting bij alle partijen in het vizier blijft.

De hoeveelheid nieuw open water wordt, na goedkeuring van het bevoegd gezag, in de

toekomst ingezet ter compensatie van toegenomen verharding of demping van water in

andere projecten van de gemeente Amsterdam.

Er wordt geen oppervlaktewater gedempt.

De gehele Prins Hendrikkade is in de huidige situatie verhard en dit blijft in de toekomst

hetzelfde. De verharding neemt niet toe.

Jaar Project Demping

[m²]

Ontgraving

[m²]

Cumulatief

[m²]

Gereed Verlengen Zouthaven 700 3.300 + 2.600

Gereed Herinrichting Oosterdokskade 0 0 + 2.600

Gereed Aanleg ODE brug 590 0 + 2.010

Gereed Ontmanteling tijdelijk busstation 0 5 + 2.015

Gereed Na realisatie ODE brug 0 120 + 2.135

Gereed Aanleg kade-uitbreiding zuidoostzijde

Stationseiland nabij fietsbrug over

Oostertoegang

715 0 + 1.420

2012 Uitbreiding De Ruijterkade tussen

Westerdokskade en Westertoegang

1.080 0 + 340

2013 Herinrichting touringcarplatform 0 4.510 + 4.850

2013 Afbraak verbindingsdam

Oosterdokskade

0 5.470 + 10.320

2013 of

later

Aanleg wooncomplex Fountainhead

aan de Ertskade2

1.500 0 + 8.820

2013 - 2015 Aanleg ondergrondse parkeergarage

Oosterdok met toegangstunnel (fase

1)

9.100 0 - 280

2013 - 2017 Herinrichting Prins Hendrikkade 0 2.600 + 2.320

2015 - 2017 Aanleg ondergrondse parkeergarage

Oosterdok zonder toegangstunnel

(fase 2)

0 1.900 + 4.220

2 Volgens de laatste stand van zaken gaat dit project voorlopig niet door, maar er bestaat kans op een eventuele doorstart waarbij de

demping alsnog gaat plaatsvinden.

Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

Definitief

Versie 7

20-03-2013

Doc. nr. 180232

Herinrichting Stationseiland, Waterparagraaf

18

Jaar Project Demping

[m²]

Ontgraving

[m²]

Cumulatief

[m²]

2017 Na realisatie ondergrondse

parkeergarage Oosterdok met

toegangstunnel

0 7.200 + 11.420

Totaal (eindsituatie) - 13.685 + 25.105 + 11.420 m²

Tabel 2: waterbalans Oosterdok en Stationsgebied

4.6 Beheer en onderhoud

Het extra water in het Open Havenfront moet in de toekomst worden onderhouden en

gebaggerd. Het is de bedoeling dat Waternet hiervoor verantwoordelijk wordt. Daarvoor zal

na oplevering van het project een formele overdracht van dit nieuwe water moeten

plaatsvinden van de initiatiefnemer naar Waternet toe. Daarbij moeten gegevens worden

opgeleverd over ligging en diepte van het water. Over het beheer en onderhoud, de

oplevering en de overdracht moeten afspraken worden gemaakt tussen het projectbureau,

Stadsdeel Centrum en Waternet.

Het advies- en ingenieursbureau van Amsterdam

Definitief

Versie 7

20-03-2013

Doc. nr. 180232

Herinrichting Stationseiland, Waterparagraaf

19

Bronvermelding

[1] Ontwerpboek Stationseiland - Prins Hendrikkade, Dienst Ruimtelijke Ontwikkeling,

vastgesteld door gemeenteraad, 14 maart 2012.

[2] Keur, Keurbesluit en Beleidsregels; De regels van AGV voor een veilig en gezond

watersysteem, Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, 13 oktober 2011.

[3] Keurkaart AGV 2009, Regio Amsterdam, Waterkeringen, hoofdwateren,

kunstwerken en functies, Waternet/AGV, 12 mei 2009.

[4] Email van M. van Vemden (planadviseur Waternet) aan W.J.C. Koreman

(projectleider IBA), “Re: Betr: Situatie Stationseiland, met doorsneden waterkering

Prins Hendrikkade”, 16 februari 2012.

[5] Afstromend wegwater, Commissie Integraal waterbeheer, Werkgroep 4 Water en

Milieu, april 2002.

[6] Legger van de waterkeringen door Amsterdam, Vastgesteld door het Algemeen

bestuur van het Hoogheemraadschap Amstel, gooi en Vecht, Sector Watersysteem,

Afdeling Informatiebeheer, 19 december 2007.

[7] Actueel Hoogtebestand Nederland, AHN 2.0.

[8] Waterparagraaf Westelijk Stationseiland, IBA rapport, projectnummer 50412,

documentnummer 176234, 28 augustus 2012.

Bijlage 1

Definitief

Versie 7

20-03-2013

Doc. nr. 180232

Herinrichting Stationseiland, Waterparagraaf

Colofon Herinrichting Stationseiland & Prins Hendrikkade, Waterparagraaf

Tekst

Gemeente Amsterdam

Ingenieursbureau

Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder bronvermelding.

Gemeente Amsterdam

Ingenieursbureau

Weesperstraat 430

Postbus 12693

1100 AR AMSTERDAM