32
HHFlex Air Handling Units Installatie-, onderhouds- en bedieningsvoorschriften

HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

HHFlex Air Handling UnitsInstallatie-, onderhouds- en bedieningsvoorschriften

Page 2: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

ContentVeiligheid

4 1.1 - Algemeen4 1.2 - Voorgeschreven toepassingen5 1.3 - Soorten aanwijzigingen6 1.4 - Afval

Transport en hijsvoorschriften

6 2.1 - Algemeen6 2.2 - Transport en opslag6 2.3 - Transportbescherming7 2.4 - Verticaal transport7 2.5 - Horizontaal transport7 2.6 - Opslag7 2.7 - Samenbouwen

Schema controlepunten bij inbedrijfstellen

9 3.1 - Schema controlepunten bij inbedrijfstellen

Inbedrijfstellingsvoorschriften

11 4.1 - Omkasting11 4.1.1 - Beplating11 4.1.2 - Deuren en luiken11 4.1.3 - Flexibels11 4.1.4 - Aarding11 4.1.5 - Koppelen en plaatsen LBK12 4.1.6 - Buitenlucht aanzuig13 4.1.7 - Montage en opstelling van de luchtbehandelingsunit13 4.1.8 - Contaminatie van lucht13 4.1.9 - Condens in of op LBK13 4.2 - Kleppenregisters13 4.2.1 - Kleppenregisters14 4.2.2 - Recirculatiekleppen14 4.3 - Luchtfilters14 4.4 - Verwarmers14 4.4.1 - Algemeen15 4.4.1.1 - Glycol in elementen15 4.4.2 - Elektrische verwarmers16 4.4.3 - Stoomverwarmers16 4.5 - Koelers16 4.5.1 - Algemeen17 4.5.2 - Glycol in elementen17 4.5.3 - DX-elementen18 4.6 - Warmtewiel18 4.7 - Platenwisselaar18 4.8 - Stoombevochtiging direct18 4.8.1 - Algemeen

Page 3: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

19 4.8.2 - Stoombevochtiging direct19 4.9 - Stoombevochtiging elektrisch19 4.9.1 - Algemeen19 4.9.2 - Stoombevochtiger elektrisch19 4.10 - Waterbevochtigers19 4.10.1 - Algemeen20 4.10.2 - Sproeibevochtiger20 4.10.3 - Bepalen spuiwaterhoeveelheid en indikkingsfactor20 4.10.4 - Infrasoon bevochtiger21 4.11 - Ventilator23 4.11.1 - Plugventilatoren24 4.11.2 - Frequentieomvormer24 4.11.3 - Plugventilatoren met ingebouwde EC motoren24 4.12 - Geluiddemper24 4.13 - Verlichting

Onderhoudsschema

26 5.1 - Schema controlepunten en onderhoudsintervallen

Onderhouds- en bedieningsvoorschriften

27 6.1 - Algemeen27 6.2 - Beplating27 6.2.1 - Binnenopstelling27 6.2.2 - Buitenopstelling27 6.3 - Deuren en luiken27 6.4 - Flexibels27 6.5 - Aarding27 6.6 - Kleppenregisters28 6.7 - Buitenlucht aanzuiging28 6.8 - Filters28 6.9 - Verwarmers28 6.9.1 - Water-, glycol-, en stoomwarmtewisselaars28 6.9.2 - Elektrische verwarmers29 6.10 - Koelers29 6.10.1 - Water-, glycol-, en stoomwarmtewisselaars29 6.11 - Warmtewiel30 6.12 - Platenwisselaar30 6.13 - Recirculatieklep30 6.14 - Waterbevochtiging30 6.14.1 - Algemeen30 6.14.2 - Sproeibevochtiger30 6.14.3 - Infrasoonbevochtiging30 6.15 - Ventilator30 6.15.1 - Algemeen30 6.15.2 - Lagers31 6.15.3 - Overbrenging31 6.16 - Geluiddempers

Afkortingen LBK - Luchtbehandelingskast PED - Pressure equipment directive GBS - Gebouwbeheerssyteem SSR - Solid state relais SUP - Toevoerlucht ETA - Afzuiglucht ODA - Buitenlucht EHA - Afblaaslucht HMI - Human-Machine Interface RH - Relatieve vochtigheid VU - Ventilatie-Eenheid (VE) NRVU - Niet-Residentiële Ventilatie-Eenheid (NRVE) UVU - Éénrichtings-Ventilatie-Eenheid (EVE) BVU - Tweerichtings-Ventilatie-Eenheid (TVE)

Page 4: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

4 | HHFlex Luchtbehandelingsunits

Veiligheid

1.1 - Algemeen De luchtbehandelingscentrale (verder aangeduid als LBK) is volgens de CE machinerichtlijn ontworpen en vervaardigd. Om een veilige werking en gebruik van het apparaat te garanderen dient u de voorschriften die in deze handleiding staan, zorgvuldig te lezen en bijzondere aandacht te schen-ken aan de waarschuwingen die voor dit apparaat gelden. Systemair B.V. wijst erop dat modificaties aan de LBK in uitvoering en/of opstelling welke zonder overleg met en zonder schriftelijke toestemming vooraf van Systemair B.V. worden uitgevoerd, leiden tot het vervallen van de aanspraak op garantie en het aansprakelijk stellen voor eventuele letselschade van personeel als gevolg van de modificaties. Werkzaamheden mogen alleen door voldoende opgeleid personeel worden uitgevoerd. Alle persoonlijke veiligheids-middelen die van toepassing zijn moeten worden gebruikt om het veilig werken te garanderen. Voor alle onderhouds-werkzaamheden is het gebruik van handschoenen en veiligheidsbril verplicht. Bij het verwisselen van de filters is een mondkap verplicht. De A-gewogen equivalente continue geluidsdruk kan boven de 80 dB(A) liggen. Dit is afhankelijk van de motorgrootte, ventilatorgrootte, toerental van de ventilator en de omgeving waarin de LBK is opgesteld. Dientengevolge is men verplicht gehoorbescherming te dragen bij draaiende ventilator.

Alle deuren en luiken zijn uitgevoerd met minimaal 1 sluiting die alleen met een speciaal gereedschap kan worden geopend. Verwarmings- en koelelementen worden vervaar-digd en geleverd volgens de PED (Pressure Equipment Directive) voorschriften. Daken van zowel binnen- als buitenopstellingsunits zijn niet beloopbaar. Alleen voldoende gekwalificeerd personeel mag werkzaamheden uitvoeren aan (elektrische) componenten. Alle elektrische voedingen naar de unit moeten worden afgesloten voordat enige werkzaamheden uitgevoerd mogen worden. Schakel de voedingsspanning af middels de hoofdschakelaar.

LET OP: Elektrische verwarmers hebben over het algemeen een separate voeding en moeten separaat worden uitgeschakeld!

Indien hulpverlichting noodzakelijk is, mag men alleen gebruik maken van verlichting met een spanning van maximaal 24 V. Het gebruik van elektrisch gereedschap met een spanning hoger dan 48 V mag alleen als er een aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die de lokale cq landelijke voorschriften niet overschrijdt. 1.2 - Voorgeschreven toepassingDe LBK is ontwikkeld voor het transport en het conditioneren van lucht; tenzij in het ontwerp anders wordt afgesproken.

Sinds 1-1-2016 moeten LBK’s voldoen aan de EU verorde-ning 1253/2014 tot uitvoering van de ErP richtlijn 2009/125/EG. Mits ze in de scoop van de verordening en de richtlijn vallen. De EU-verordening 1253/2014 maakt deel uit van de CE-markering.

Deze verordening is van toepassing op:• ventilatie-eenheid (VU): een elektrisch toestel uitgerust met ten minste één waaier, één motor en een kast, dat bedoeld is om in een gebouw of een deel van een gebouw vervuilde lucht door buitenlucht te vervangen.

Waarbij een LBK wordt beschouwd als:• niet-residentiële ventilatie-eenheid (NRVU): een ventilatie-eenheid met een maximaal debiet van meer dan 250 m3/h, of met een maximaal debiet van de ventilatie-eenheid tussen 250 en 1 000 m3/h, die volgens de producent niet uitsluitend voor residentiële ventilatie bedoeld is.

In de verordening zijn twee typen ventilatie eenheden gedefineerd, deze moeten conform de gestelde eisen in de verordening in de handel worden gebracht of in gebruik worden genomen.• éénrichtingsventilatie-eenheid (UVU): een ventilatie-eenheid die een luchtstroom in slechts één richting produceert, van binnen naar buiten (afgezogen lucht) of van buiten naar binnen (aangezogen lucht), waar de mechanisch geproduceerde luchtstroom door natuurlijke luchtaan- of -afvoer wordt gecompenseerd.• tweerichtingsventilatie-eenheid (BVU): een ventilatie-eenheid die een luchtstroom van binnen naar buiten en omgekeerd produceert en met zowel afzuig- als aanzuig-ventilatoren is uitgerust.

Ook de volgende combinaties moeten als een BVU worden beschouwd:• Twee of meer units gecombineerd met een twin coil warmteterugwinsysteem• Twee of meer units direct (zonder gebouwzijdig kanalenwerk) verbonden met een mengplenum.

Als twee of meer units zoals hierboven beschreven ter plaatse in een gebouw door een derde partij (b.v. een installateur) worden gecombineerd tot één systeem, wordt feitelijk een BVU (gebaseerd op CE-gemarkeerde UVU’s) in gebruik genomen. Dit houdt in dat de derde partij moet verklaren dat het product conform de geldende eisen voor een BVU, in gebruik is genomen en er voor moet zorgen dat het product CE gemarkeerd wordt.

Units kunnen worden geleverd exclusief accessories die verplicht zijn zoals omschreven in de verordening 1253/2014. Deze accessories moeten door een derde partij geleverd en gemonteerd worden. De niet meegeleverde, echter verplichte, accessories zijn in de technische specificaties

Page 5: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

HHFlex Luchtbehandelingsunits | 5

van de betreffende LBK opgegeven. Denk hierbij aan toerenregeling ventilatoren, thermische bypass voorziening warmteterugwinning, visueel signaal of alarm filters (2018 verordening).

1.3 - Soorten aanwijzigingenDe volgende waarschuwingspictogrammen en stickers met tekst worden gebruikt.

HijspuntDit pictogram duidt aan waar de LBK moet worden gehesen en bevindt zich tegen het lijf van de onder-steuningsbalken.

Verboden te heffenDit pictogram duidt aan dat men onder dit profiel geen horizontale verplaatsers zoals palletwagens en lepels van heftrucks e.d. mag plaatsen. Tevens is het verboden om onder dit profiel de kast te onderstoppen voor transport en opslag.

AardingDit pictogram duidt aan waar de LBK geaard kan worden en bevindt zich tegen het lijf van een van de ondersteunings-balken aan de voorzijde van de kast in het gedeelte waar de ventilator zich bevindt. Bestaat een unit uit meerdere secties dan hoeft maar 1 deel geaard te worden, mits de secties op de correcte wijze gekoppeld zijn. De elektrische componenten in de LBK moeten geaard zijn, uitgezonderd componenten die dubbel geïsoleerd zijn en/of componenten met een voedingsspanning lager dan 50 V. De elektrische componenten moeten geïnstalleerd worden volgens de nationale en plaatselijk voorschriften.

Draaiende delenDit pictogram duidt aan dat er zich achter dit luik, deur of paneel draaiende delen bevinden die een gevaar vormen voor de ledematen. De functies die draaiende delen bevatten zijn: de ventilator- en warmtewielfunctie. Indien zich achter deuren, luiken en panelen speciale componenten bevinden die klantspecifiek zijn ingebouwd en draaiende

delen hebben die een gevaar vormen, dan wordt dit ook door dit pictogram aangeven.

Warm oppervlakDit pictogram duidt aan dat er zich achter dit luik, deur of paneel componenten bevinden die bij aanraking ernstige brandwonden kunnen veroorzaken.

De functie die hete componenten bevat is de elektrische verwarmer. Indien zich achter deuren, luiken en panelen speciale componenten bevinden die klantspecifiek zijn ingebouwd en hete aanrakingsoppervlakken hebben die een gevaar vormen, dan wordt dit ook door dit pictogram aangeven.

Elektrische spanningDit pictogram duidt aan dat er zich achter dit luik, deur of paneel elektrische componenten bevinden die een gevaar kunnen vormen voor de gebruiker/installateur. Alleen bevoegd personeel mag werkzaamheden verrichten aan de elektrische installatie. Bij deze werkzaamheden dienen de geldende internationale alsmede de nationale normen en richtlijnen in acht genomen te worden. Op het luik dat toegang geeft tot de aansluitkast van de elektrische verwarmer is het pictogram aangebracht.

Centrale gegevensOp deze sticker bevinden zich de gegevens van de LBK zoals ordernummer, positienummer etc. De sticker bevindt zich bij voorkeur op het luik of de deur van de ventilator-functie. Indien de LBK uit meerdere delen bestaat zal elk deel een sticker krijgen met de benodigde gegevens.

Page 6: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

6 | HHFlex Luchtbehandelingsunits

Openen deur ventilatorDit pictogram bevindt zich aan de buitenzijde op de deur of het luik van de ventilatorfunctie. Dit pictogram waarschuwt dat vóór het openen van deuren en luiken de ventilator uitgeschakeld en spanningsloos moet worden gemaakt en minimaal 2 minuten moet uitlopen. Tevens geeft dit pictogram aan dat de transportbeugels vóór het opstarten van de ventilator bij inbedrijfstellen moeten worden verwijderd.

! Waarschuwing !Voor openen deuren, ventilator

uitschakelen, spanningsloos maken en uit laten lopen

(minimaal 2 minuten).

TransportbeugelsVerwijder transportbeugels voor

opstarten ventilator.

! Warning !Before opening the doors, switch off and deenergise the fan and

allow it to run down(minium 2 minutes)

Transport brackets Remove transport brackets before

starting up the fan.

! Attention ! Avant ouverture des portes, le

ventilateur doit être déconnecté et avoir eu le temps, de s’arrêter

completement(2 minutes minimum)

Fixations de transportRetirer les fixations de transport

avant la mise en route.

! Gefahr !Vor Öffnen der Türen den

Ventilator abschalten, span-nungslos machen und zum Stillstand kommen lassen

(mindestens 2 Minuten warten).

TransportsicherungenTransportsicherungen vor der Inbetriebnahme demontieren.

200034906

Andere waarschuwingslabels

! Waarschuwing !Vervuilde filters zijn brandbaar.

! Warning !Polluted filters are inflammable.

! Attention ! Les filtres encrassés peuvent être

inflammables.

! Gefahr !Verschmutzte Filter sind leicht

entflammbar.

200034907

! Waarschuwing !Na het uitzetten van de

elektrische verwarmer moet de ventilator nog

minimaal 5 minuten draaien.

! Warning !After switching off the electric

heater the fan must continue to run for at least 5 minutes.

! Attention ! Après la déconnexion de la

résistance électrique, le venti- lateur doit continuer à tourner pendant au moins 5 minutes.

! Gefahr !Nach Abschalten der

Elektroheizung muss der Ventilator noch mindestens 5 Minuten

weiterlaufen.

200034908

LET OP: Alle deuren en luiken dienen gesloten te zijn alvorens men de kast opstart.

Hijsen en transporterenOp de LBK is een voorschrift aangebracht waarop is aangegeven hoe te handelen tijdens hijsen en transporteren. In het volgende hoofdstuk wordt hier verder op ingegaan.

1.4 - AfvalHet verpakkingsmateriaal dient op een verantwoorde manier en volgens de plaatselijke voorschriften te worden afgevoerd. Componenten die vervangen moeten worden, dienen afgevoerd te worden als hierboven beschreven.

Transport- en hijsvoorschriften

2.1 - Algemeen• Het transporteren en hijsen van de LBK dient te allen tijde te geschieden volgens de hieronder vermelde instructies. Indien er anders wordt gehandeld dan voorgeschreven dan kan er onherstelbare schade aan het product worden toegebracht. Tevens brengt men de mensen in de directe omgeving in gevaar. Systemair B.V. neemt geen enkele verantwoording indien anders wordt gehandeld dan voorgeschreven. Het transporteren en hijsen dient te geschieden door deskundig personeel. De LBK mag alleen met behulp van de door Systemair B.V. geleverde hijspijpen (kokerprofiel 30x30x4 st52 of buis 48,3x6,3 st52) worden gehesen. Zie montage voorschriften HHFlex. • In speciale gevallen wordt gehesen middels een basis- of hijsframe voorzien van hijsplaten met gaten ter bevestiging van D-sluitingen.• Het hijsen dient te gebeuren volgens de plaatselijke voorschriften en met behulp van gecertificeerde hijsmiddelen.• Per order/pos nummer wordt per unit breedte (indien besteld) maar 1 set hijspijpen meegeleverd. Deze hijspijpen zijn geschikt voor eenmalig gebruik, alleen voor de delen behorende bij dit order/pos nummer. De hijspijpen zijn gecertificeerd door een bevoegde instantie middels een type keur.

2.2 - Transport en opslagTijdens transport en opslag mag de LBK alleen ondersteund worden ter plaatse van de hijspunten. Het ondersteunen of het tillen ter plaatse van de dwarsbalken is verboden. Op de dwarsbalk wordt dit aangegeven d.m.v. de volgende sticker.

2.3 - Transportbescherming van dakrand buitenopstelling

Page 7: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

HHFlex Luchtbehandelingsunits | 7

Dakrand transport beschermingTijdens het transport per vrachtwagen worden de units vastgezet op de laadbak door middel van spanbanden die over de unit naar de zijkanten van de truck getrokken worden. Ter bescherming van de dakrand van de buiten-opstellingscentrales, die breder zijn dan 1500 mm, worden ter plaatse van de banden profielen aangebracht die verbuigen van de dakrand moeten voorkomen. 2.4 - Verticaal transportAfhankelijk van de afmetingen van de luchtbehandelings-centrale en de transportmogelijkheden ter plaatse, worden de luchtbehandelingscentrales afgeleverd in tevoren overeengekomen transportdelen.

Alvorens tot transport en opstelling van de kastdelen over te gaan, raadplege men altijd de betreffende maatschets waarop de afmetingen en gewichten van de delen, alsmede de volgorde van de afleveringsdelen is aangegeven. Op het transportdeel staat het gewicht aangegeven. Het transportdeel is voorzien van een onderframe waarin op vier punten hijsvoorzieningen kunnen worden aangebracht. Deze punten worden middels onderstaande sticker gemarkeerd.

Voor het lossen dan wel het verticaal transport kunnen hijskabels (hijsbanden) aan de hijspijpen worden bevestigd. Met behulp van afstandhouders (effenaar) tussen de hijskabels (hijsbanden) wordt voorkomen dat de centrale aan de bovenzijde wordt beschadigd en dat een te grote zijdelingse druk op de zijwanden wordt uitgeoefend. Controleer bij het verticaal transport de gelijkmatige verdeling van het gewicht.

Het is verboden om de luchtbehandelingscentrale tijdens heffen of verplaatsen te tillen onder de dwarsbalken. Dit wordt aangegeven door middel van de onderstaande sticker.

2.5 - Horizontaal transportVoor het horizontaal transport kunnen onder het opstellings-frame, of onder de pijpen, palletwagens of zogenaamde “transporttankjes” geplaatst worden. Het is belangrijk dat de gebruikte “horizontale verplaatsers” dragen onder de hijspunten. Het is te allen tijde verboden om de “horizontale verplaatsers” te gebruiken onder de tussenbalken aan de kopkanten van de luchtbehandelingscentrales. DUS BIJ HORIZONTAAL TRANSPORT ALTIJD ONDERSTEUNEN ONDER HIJSPUNTEN. Het gebruik van pijpen, als rollers, kan leiden tot beschadigingen van het opstellingsframe.

2.6 - OpslagDe verpakking waarin de LBK wordt afgeleverd kan bij ongeconditioneerde opslag er voor zorgen dat condens ontstaat tussen de verpakking en LBK. Daarom wordt geadviseerd als de LBK niet direct in gebruik wordt genomen de LBK geconditioneerd inpandig op te slaan. Bij kortstondige opslag buiten moet directe zoninstraling vermeden worden.

Bij langere stilstand van de ventilatoren kan lagerschade ontstaan (langer dan 3 maanden). Om dit te voorkomen wordt aangeraden de V-snaar spanning te verlagen of de V-snaren tijdelijk te verwijderen. Bij opstarten moet de snaarspanning weer op de aangegeven spanning worden teruggebracht. Ook het geregeld draaien van de ventilatorwaaier kan deze schade voorkomen, dit wordt ook aanbevolen bij direct aangedreven ventilatoren.

2.7 - SamenbouwenVoor het samenbouwen van onze units verwijzen wij u naar onze instructiefolder “Samenbouwen”.

Page 8: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

8 | HHFlex Luchtbehandelingsunits

Voorbeeld configuratie van HHFlex met warmtewiel

D2

T1

D1

M2

X1

X1

M2 M1

T1

X1

X1

M1M1

M1

D2

T1

D1

M2

X1

X1

M2 M1

T1

X1

X1

M1M1

M1

D2

T1

D1

M2

X1

X1

M2 M1

T1

X1

X1

M1M1

M1

Page 9: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

HHFlex Luchtbehandelingsunits | 9

H

18

16

14

12

10

8

6

4

2.5

4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24

W

Schema controlepunten bij

inbedrijfstellen

3.1 - Schema controlepunten bij inbedrijfstellen

Vóór het inbedrijfstellen dienen alle onderstaande functies met bijbehorende componenten, te worden gecontroleerd aan de hand van de lijst. In het schema is een algemeen overzicht gemaakt van de werkzaamheden die het installeren van de luchtbehandelingscentrale vereenvoudigt. Op de volgende pagina’s wordt nader ingegaan op de individuele componenten.

Waarschuwing: Voordat de LBK wordt opgestart, de componenten controleren op juiste aansluitspanning en aansluiten volgens de voorschriften. De deuren en luiken dienen gesloten te zijn en de luchtbehandelingscentrale dient geaard te zijn.

VerklaringA. BuitenluchtaanzuigklepB. ToevoerfilterC. Anti corrosieschermD. VoorverwarmerE. ToevoerventilatorF. Verwarmer warmwaterG. KoelerH. DruppelvangerI. StoombevochtigerJ. ToevoerklepK. AfzuigklepL. AfzuigfilterM. AfzuigventilatorN. WarmtewielO. Afblaasklep

Verklaring1. Servo buitenluchtklep2. Frequentieomvormer toevoerventilator3. Hoofdschakelaar toevoerventilator4. Druksensor toevoerventilator5. Servo toevoerklep6. Servo afzuig7. Hoofdschakelaar afzuigventilator8. Frequentie omvormer afzuigventilator9. Druksensor afzuigventilator10. Servo afblaasklep11. Drukschakelaar toevoerfilter12. Vorstbeveiligingsthermostaat verwarmer13. Drukschakelaar afzuigfilter

Tabel afmetingen unitW = breedte unit n x 160+98H = hoogte unit n x 160+98H1 = hoogte ondersteuning in mm

De grijze vlakken in de tabel geven de gestandaardiseerde units aan. Afwijkende afmetingen zijn mogelijk.De serviceruimte voor het verwisselen van componenten zoals elementen en ventilatoren is afhankelijk van de kastbreedte en is minimaal gelijk aan de kastbreedte.

Controlepunten bij inbedrijfstellen Functies Componenten Controlepunten In bedrijf stellenalgemeen alle functies obstakels en losliggende voorwerpen in functie verwijderen

alle functies controleer en droog eventueel aanwezig condensbinnenopstelling/buitenopstelling

binnen en buitenbeplating beschadigingenbinnen en buitenbeplating beschadigingenkitnaden scheurendeuren/luiken moeten gesloten en opslot zijnflexibels correct gemonteerdaarding correct aarden volgens voorschriftendakbedekking (buitenopstelling) controleer of deze volledig waterdicht is aangebracht

kleppen correcte werkingbladen volledig gesloten in nul stand

servo correcte werkingcontroleer draairichtingeindstanden servo gelijk aan eindstanden klep

filters juist filter typezijn alle filters goed gemonteerd

drukverschilmeter correcte werking

Page 10: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

10 | HHFlex Luchtbehandelingsunits

Controlepunten bij inbedrijfstellen Functies Componenten Controlepunten In bedrijf stellen

drukverschilschakelaar correcte werking/instelling druppelvangers verschoven lamellen sifon correcte aansluiting verwarmers warmwaterblok correcte aansluitingen

volledig ontluchtenlekkagevorstthermostaat aangesloten

elektrische verwarmer controleer aarden verwarmercontroleer aarden deurcorrect afgezekerdcontroleer aansluitschemacontroleer en droog eventueel aanwezig condens

stoom verwarmer correcte aansluitingen volledig watervrijmaken lekkage verwarmer en leidingwerk testen verwarmer en leidingwerk koelers koudwaterblok correcte aansluitingen

volledig ontluchtenlekkage

druppelvanger verschoven lamellensifon correcte aansluiting

warmtewiel rotor controleer draairichtingafdichting correct afgesteld tegen wielmotor controleer aansluitspanning

controleeer aansluitingencontroleer stroomsterkte alle fasen

snaar spanningrotatiebewaking correct aangeslotenregelaar correct aangesloten

platenwisselaar klep (indien toegepast) correcte werkingservo (indien toegepast) correcte werkingsifon correcte aansluitingdruppelvanger (indien toegepast)

verschoven lamellen

Stoombevochtiging direct

aansluitingen en appendages zie meegeleverde documentatie testen bevochtiger en leidingwerk

lekkage servo controleer aansluiting en werking Stoombevochtiging elektrisch

aansluitingen en appendages controleer aansluitspanning controleer aansluiting en werking

waterbevochtigers Sproeibevochtigers zie meegeleverde documentatie infrasoonbevochtigers zie meegeleverde documentatie controleer aansluitspanning controleer afvoer controleer de slangen controleer de verneveling controleer de pressostaten ventilator transportbeveiliging demonteren

ventilatorhuis en ventilatorruimte obstakels en losliggende voorwerpen in ventilator en ventilatorruimte verwijderen

ventilatorruimte, ventilator, motor, frequentieomvormer

controleer en droog eventueel aanwezig condens

waaier controleer draairichtingmotor controleer aansluitspanning

controleer aansluitingencontroleer stroomsterkte alle fasen

snaar spanningflexibels correct gemonteerdwerkschakelaar controleer aansluiting

tijdens werkzaamheden voorzien van slotdrukschakelaar/sensor werking

geluiddemper (kanaal) beschadiging van de toplaagcontroleer of deze luchtdicht op de juiste opening is aangeslotenis kanaaldemper voldoende ondersteund

frequentieomvormer aansluitingen correct aangesloten/let op EMCfrequentieomvormer controleer en droog eventueel aanwezig condensspanning controleer aansluitspanninginstellingen controleer juiste instellingenfasen controleer stroomsterkte alle fasen

verlichting lamp controleer aansluitspanningschakelaar controleer aansluiting

elektrisch regelpaneel componenten controleer en droog eventueel aanwezig condensvoeding controleer aansluitspanning

controleer nulcorrect aarden volgens voorschriften

externe sensors/corrigerende organen

aansluiten volgens schema

alarmen aansluiten op GBS of extern paneelregelaar parameters stel project specifieke parameters in

Page 11: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

HHFlex Luchtbehandelingsunits | 11

Inbedrijfstellingsvoorschriften

4.1 - OmkastingDe gegevens van het apparaat zoals ordernummer, positie-nummer etc. bevinden zich op de typesticker.

4.1.1 - BeplatingControleer de beplating van de LBK op beschadigingen. Alle verontreinigingen moeten van het oppervlak verwijderd worden om de inwerking van de veront-reiniging tegen te gaan. Het aanwezige bouwstof op de daken van zowel de binnen- als de buitenopstellingsunits verwijderen. Verontreinigingen verwijderen met behulp van water en een zachte huishoudelijke zeep. De beschadigingen kan men repareren door het oppervlak goed schoon te maken en eventueel te repareren en bij te lakken. Controleer indien aanwezig de kitnaden en repareer de kitnaden indien nodig.

4.1.2 - Deuren en luikenControleer de werking van de deurgreep, het slot en het draaien van de scharnieren. Controleer of de roller (aan de binnenzijde van de deur) goed is aangedraaid, zodat over-matig lekken van deze deuren wordt voorkomen. Contro-leer bij buitenopstelling van de LBK de werking van het stormkoord. Voor die secties die op overdruk staan wordt aanbevolen een deursluiting met een overdrukbeveiliging te bestellen.

Let op: deuren en luiken dienen gesloten te zijn alvorens men de kast opstart!

4.1.3 - FlexibelsControleer of alle flexibels vastzitten tegen de LBK. Eventuele losse schroeven aandraaien. De gestrekte lengte van een enkelwandige flexibel is 130 mm, echter een flexibel mag NOOIT onder spanning tussen de LBK en het kanaal worden gemonteerd. Na montage moet de werkende lengte van het flexibel 100 mm zijn.

4.1.4 - AardingControleer of de LBK op de juiste manier en volgens de plaatselijke voorschriften geaard is. Op de ondersteuning is door middel van een sticker aangegeven waar de aarding moeten worden gemaakt.

4.1.5 - Aansluiting kanalenOp alle aan te sluiten openingen zijn hoekramen aangebracht. Middels deze hoekramen kan het luchtkanaal op de LBK worden aangesloten.• Geadviseerd wordt om zowel op het hoekraam als op het aan te sluiten kanaal zogenaamde europrofielen (type E30) te plaatsen.

• Europrofielen zijn op een vaste lengte verkrijgbaar en kunnen middels een zaag op de juiste lengte worden afgekort. Deze profielen zijn eenvoudig over het hoekraam heen te schuiven. Houdt rekening met een maximale hoogte van het profiel van 30 mm, zodat eventueel boven elkaar liggende kanalen correct gemonteerd kunnen worden.• De 4 hoeken tussen de profielen kunnen worden afgewerkt met een hoekstuk (type H30).

• Het profiel op het hoekraam kan met een schuiflat (type SR) aan het profiel op het kanaal worden bevestigt.

• Door het aanbrengen van een zelfklevende tape tussen de twee profielen wordt de luchtdichte afwerking gewaarborgd, zoals aangegeven in de tekening op de volgende bladzijde.

Page 12: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

12 | HHFlex Luchtbehandelingsunits

Verklaring:1. LBK2. Kanaalaansluiting

• Het hoekraam heeft een lengte van 40 mm maar steekt 32 mm buiten de externe LBK maat uit zoals aangegeven in onderstaande tekening.

• De flexibele verbinding steekt buiten de externe LBK uit, zoals aangegeven in onderstaande tekening.

Verklaring1. LBK2. Flexibel of klep3. Kanaalaansluiting(enkelwandig flexibel ± 30 mm ingedrukt monteren)

• Een combinatie van flexibele verbinding en kleppenregister steekt buiten de externe LBK maat uit, zoals aangegeven in onderstaande tekening.

Verklaring1. LBK2. Klep3. Flexibel4. Kanaalaansluiting(enkelwandig flexibel ± 30 mm ingedrukt monteren)

4.1.6 - Buitenlucht aanzuig• Zorg voor een correcte aansluiting van het aanzuigkanaal, waarbij hoge luchtsnelheden voorkomen moeten worden en zo ook het mee aanzuigen van regendruppels. Dit kan voorkomen worden door het toepassen van regeninslagvrije aanzuigroosters (let op maximale luchtsnelheid rooster zoals aangegeven door leverancier). Het achterliggende aanzuigkanaal mag niet zo gedimensioneerd zijn dat in het rooster hogere luchtsnelheden dan toelaatbaar te verwachten zijn. Hoge luchtsnelheden in de openingen kunnen ook veroorzaakt worden door zogenaamde windaanvallen op één van de openingen. Indien dit tengevolge van de opstelling of geografische ligging, te verwachten is, probeer dit middels schotten te minimaliseren. Indien het aanzuigen van regenwater niet volledig kan worden uitgesloten dan moeten druppelvangers worden voorzien na aanzuigrooster in het buitenluchtkanaal.• Het overmatig nat worden van de filters ten gevolge van mist, kan worden voorkomen door het toepassen van een voorverwarmer (voor de filters), die de relatieve luchtvochtigheid zal verlagen.

Aansluiten buitenlucht aanzuigkanaalAansluiten buitenlucht aanzuigkanaal op een unit met kleppenregister.• Sluit een passtuk van 500mm lang aan op het hoekraam van de luchtbehandelingscentrale• Isoleer het volledige passtuk inwendig tot op het paneel van de unit.• Isoleer het passtuk uitwendig tot dat er 250mm overlapping ontstaat tussen de inwendige en uitwendige isolatie.• De rest van het passtuk dient uitwendig niet te worden geïsoleerd, zoals aangegeven in onderstaande tekening.

Aansluiten buitenlucht aanzuigkanaal op een unit zonder kleppenregister.• Sluit een passtuk van 500mm lang aan op het hoekraam van de luchtbehandelingscentrale• Isoleer het volledige passtuk inwendig tot op het paneel van de unit.• Isoleer het passtuk uitwendig tot dat er 250mm overlapping ontstaat tussen de inwendige en uitwendige isolatie.

Page 13: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

HHFlex Luchtbehandelingsunits | 13

• De rest van het passtuk dient uitwendig niet te worden geïsoleerd.

Verklaring1. LBK2. Kanaalaansluiting

Door het buitenlucht aanzuigkanaal op een van bovenstaande manieren aan te sluiten wordt voorkomen dat er condensatie optreedt op de buitenkant van de hoekstijl.

4.1.7 - Montage en opstellen van de luchtbehandelingsunitControleer of de vloer van de opstellingsruimte vlak en waterpas is. De deelnaden moeten worden voorzien van de meegeleverde afdichtband. Daarna kunnen de secties in de juiste volgorde worden geplaatst. Plaatst de delen zo dicht mogelijk tegen elkaar en draag er zorg voor dat de delen kunnen schuiven. Trek, via de ondersteuning, de delen naar elkaar toe met een trekband. Controleer of alle delen waterpas staan opgesteld en schuif zonodig opvul-platen onder de ondersteuning daar waar toegestaan (zie ook hoofdstuk 2). Bevestig hierna de bijgeleverde profielen op de deelnaad. Het dak bij buitenopstellings-units moet afgedicht worden zodat geen water naar binnen kan lekken. Bevestig de buitenopstellingsunit altijd aan de grond of het ondersteuningsframe, dit om er zeker van te zijn dat de unit niet kan bewegen of vallen (er moet rekening worden gehouden met windbelasting). Bij binnenopstellingsunits moet beoordeeld worden of er een kans bestaat dat de unit van zijn steunpunten af kan schuiven. Is deze kans aanwezig dan zal de unit aan de ondersteuning moeten worden bevestigd.

Voor een uitgebreide beschrijving van het samenbouwen verwijzen wij u naar de instructie folder “Samenbouwen”.

4.1.8 - Contaminatie van luchtAls de afblaas- en buitenlucht aanzuigopening dicht bij elkaar zijn gepositioneerd is er een gerede kans op contaminatie. Om de contaminatie te verminderen zal de lucht “verdund” moeten worden. Om dit correct te realiseren moet rekening worden gehouden met de luchthoeveelheid, de horizontale en verticale afstand van de twee openingen en de positie van de twee opening t.o.v. elkaar (is de buitenlucht aanzuig lager of hoger gepositioneerd t.o.v. de afblaasopening). Hieruit kan

voortvloeien dat de twee openingen verder uit elkaar geplaatst moeten worden. Dit kan gebeuren door een extra kanaalstuk op de buitenlucht aanzuigopening te plaatsen. Bij buitenopstellingsunits dit kanaalstuk tussen de luchtbehandelingskast en de eventueel voorgemonteerde aanzuigkap plaatsen.

Dit kanaalstuk moet te allen tijde op een deugdelijke wijze worden ondersteund.

4.1.9 - Condens in of op LBK Zowel in- als uitwendig kan op een LBK condens ontstaan. Dit is afhankelijk van de opstellingspositie (binnen of buiten), temperatuur en relatieve vochtigheid binnen en buiten de LBK en de koudebrugfactor (de zg TB-waarde) van de LBK. Kies daarom altijd een LBK met een koude-brugfactor die bij de in en uitwendige condities geen condensatie tot gevolg heeft. Voor binnenopstellingsunits moet rekening gehouden worden met:• “Open” water verzamelreservoirs (zoals bv stoom/condens verzamelreservoir). Deze moeten altijd drukloos worden afgedekt zodat de relatieve vochtigheid in de technische ruimte wordt geminimaliseerd.• Koud water en condensleidingen voldoende isoleren tot op de LBK.• Luchtkanalen waarin een luchttemperatuur voor kan komen onder het dauwpunt van de lucht in de technische ruimte, correct en voldoende isoleren zoals eerder beschreven.

Voor buitenopstellingsunits moet rekening gehouden worden met:• Luchtkanalen waarin een luchtconditie (temperatuur en RV) voor kan komen waarvan het dauwpunt boven de te verwachten buitenlucht ligt, altijd isoleren om condens in het kanaal te voorkomen. Het is echter raadzaam dat alle kanalen van en naar het gebouw geïsoleerd worden om warmteuitwisseling te minimaliseren om een goede regeling te garanderen.• Na het aansluiten van de kanalen op het gebouw moet ook direct de unit elektrisch worden aangesloten, ingeschakeld en inbedrijf worden gesteld. Gebeurt dit niet dan zal vanuit de gebouwkanalen een vochtbelasting naar de LBK komen, waardoor de RV in de LBK oploopt. Dit zal bij lage buitenluchttemperaturen (en het niet in bedrijf zijn van de LBK) leiden tot ongewenste condensatie in de LBK en op het regelpaneel. Dit moet te allen tijde worden voorkomen.

4.2 - Kleppenregisters4.2.1 - KleppenregistersBij werkzaamheden bij kleppenregisters is beklemmen van vingers mogelijk. Tijdens reinigen van de klepbladen moet de LBK spanningsvrij worden gemaakt om onverwacht sluiten van de kleppen te voorkomen. Tijdens aansluiten van de bekabeling van de servo moet de LBK spannings-

Page 14: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

14 | HHFlex Luchtbehandelingsunits

vrij worden gemaakt om het onder spanning staan van de aansluitkabels te voorkomen.

• Controleer of de servomotor gemonteerd is volgens de voorschriften van de toeleverancier.• Controleer of de juiste slag is ingesteld.• Controleer of de klep goed sluit.• Controleer of de klep in volledig geopende stand kan worden gezet.• Controleer de werking en klepstand van de veerteruggang bij spanningsuitval. Sommige kleppen moeten open staan, andere dicht.• Controleer of eindstand van de klep overeenkomt met de eindstand van de servomotor. Zodat aandrijfleaver van de klep onbelast is in de eindstand.

Handbediening Servobediening

4.2.2 - Recirculatieklep• De klep moet bij spanningsuitval en stilstand unit altijd gesloten zijn.• Indien een recirculatieklep wordt toegepast dan zullen zowel de buitenlucht aanzuig- als de afblaasopening van een klep moeten worden voorzien.• Indien de recirculatieklep modulerend wordt gebruikt, zal de autoriteit gewaarborgd moeten worden afhankelijk van de externe drukken op de andere opening. De autoriteit van de recirculatieklep kan verhoogd worden door een geperforeerde plaat op de klep te plaatsen. In het andere geval alleen open/dicht regeling toepassen.

4.3 - LuchtfiltersSoorten filters:• Vlak filter• Zakkenfilter• Absoluutfilter• Koolstoffilter• Chemischfilter• Elektrostatischfilter Let op: Bij het proefdraaien van de LBK mag men de luchtintrede- en uittredezijde van het filter nooit afblinden. Wanneer de drukval over het filter te groot wordt zal het bevestigingsframe van het filter bezwijken.

• Controleer of de juiste filters zijn gemonteerd. (luchtrichting)

• Controleer of de filterzakken verticaal zijn gemonteerd.• Absoluutfilters worden los meegeleverd om vervuiling tijdens transport en in bedrijfstellen te voorkomen. Filters mogen pas gemonteerd worden nadat LBK volledig is schoongemaakt.• Eventuele drukschakelaars of sensoren afstellen.• Inspectiedeur sluiten.

• Achter het buitenluchtaanzuigfilter kan indien gewenst een druppelvanger worden gemonteerd. Deze druppelvanger dient ervoor om druppels die van het filter afvallen op te vangen. De druppels bevatten stoffen die zeer agressief zijn en kunnen corrosieschade veroorzaken in filterfunctie en functies achter het filter. Onder het filter wordt dan een RVS lekbak gemonteerd.• Controleer de of lamellen van de druppelvanger recht staan en vast zitten• Controleer de werking van de sifon zie 4.5.1 4.4 - Verwarmers 4.4.1 - Algemeen• Het gebruik van handschoenen ter voorkomen van snijwonden tijdens onderhoud cq reparatie verwarmer element is verplicht.• Tijdens werkzaamheden aan verwarmer element is het dragen van een veiligheidsbril verplicht• Aanraking van de lamellen en het leidingwerk kunnen temperaturen bereiken die brandwonden kunnen veroorzaken. Tijdens onderhoudswerkzaamheden is het dragen van handschoenen die een bescherming geven tegen temperaturen van minimaal 70°C bij verwarmer verplicht.• Het is verboden om gaten te boren in de LBK om beschadigingen van leidingen en de verwarmer element te voorkomen. • Tijdens afpersen van het systeem kan restwater achterblijven in de element. Het systeem moet voldoen aan de PED richtlijn. Het afpersen valt onder de verantwoordelijkheid van de installateur. Het systeem altijd ontluchten. Indien kast tijdelijk niet in gebruik is moet al het restwater worden verwijderd om bevriezingsgevaar te voorkomen.• Gebruik alleen dat medium waarvoor het element is ontworpen. Indien medium bestaat uit een mengsel van water/glycol moet men rekening houden met dat glycol een sterk oxidatie middel is.

Page 15: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

HHFlex Luchtbehandelingsunits | 15

• Indien men alleen water als medium gebruikt moet men het element aftappen indien de lucht het bevriezingspunt nadert. • Vermijdt bovenmatige trillingen veroorzaakt door externe apparaten die door het leidingwerk worden doorgegeven.• De flenzen van de verzamelaars dienen spannings-loos aan het leidingwerk gemonteerd te worden.• De maximale werkdruk mag nooit overschreden worden.• Aansluitingen controleren aan de hand van de maatschets.• Controleer of element volledig is ontlucht.• Aansluitingen controleren op lekkage.• Controleer of de vorstthermostaat op de juiste wijze aangesloten en ingesteld is.• Het kan zijn dat de verwarmer de laatste of één na laatste component is in de LBK. De vorstthermostaat moet dan bereikbaar worden gemaakt door middel van een, door derden aan te brengen inspectie opening in het toevoerkanaal.• Controleer of de verwarmer warmte kan leveren om bevriezing bij het opstarten van de ventilator te voorkomen.

LET OP: Bij het aftappen van de elementen mag geen water in de circuits achterblijven om bevriezing bij temperaturen onder nul te voorkomen.

4.4.1.1 - Glycol in elementenAls elementen met een water/glycol mengsel gevuld zijn, dan dient hier extra aandacht aan geschonken te worden.• Glycol kan een heftige reactie met sterke oxidatiemiddelen aangaan.• Controleer bij werkzaamheden aan het element altijd welk medium is toegepast. Voordat er toevoegingen aan het warmtewisselend medium worden toegevoegd eerst de installateur raadplegen.• Draag altijd een veiligheidsbril en handschoenen.• Niet roken en geen open vuur.• Houdt bij de dimensionering van het expansievat rekening met een grotere warmteuitzettingscoefficient, (± 25% groter).

• Afdichtingen die water dicht zijn, zijn niet altijd dicht voor water/glycol mengsels. Pas daarom bijvoorkeur las/soldeer verbindingen toe.• Water/glycol geeft meer kans op slibvorming.• Altijd de voorschriften van de glycolfabrikant in acht nemen.• Controleer het mengsel op het juiste gewichtper-centage glycol.

4.4.2 - Elektrische verwarmerLet op:• De elektrische verwarmer dient aangesloten te worden aan de hand van de technische gegevens en het meegeleverde aansluitschema. Belangrijk is dat de gevraagde vermogens van het apparaat overeenkomen met de dikte van de gekozen aansluitkabel en afzekering van het stroomnet. De installateur is verantwoordelijk voor de aansluiting en goede werking van het apparaat.• Het is verboden de LBK te betreden indien de elektrische verwarmer aanstaat. • In de regeling opnemen dat eerst de ventilator moet draaien voordat de verwarmer mag worden aangezet. Na het uitzetten van de verwarmer moet de ventilator nog minimaal 5 minuten nadraaien.• Als niet alle stappen van de elektrische verwarmer variabel geregeld zijn dan moet er zorg voor worden gedragen dat de minimale snelheid over de verwarmer 2m/s is. Zijn alle stappen variabel geregeld dan kan tot een luchtsnelheid over het element van 1.5m/s teruggeregeld worden.• Controleer en/of sluit de verwarmer aan volgens de plaatselijke voorschriften en de gegevens van de toeleverancier.• Controleer of de aarding is aangesloten van zowel het aansluitpaneel als van het luik.• Controleer op eventueel aanwezig condens/vocht. Tengevolge van weeromslag en of vochtige lucht uit het gebouw kan in de periode voor de eerste start van de LBK condens ontstaan. Verwijder alle condens op de constructie delen en droog door middel van warme (droge) lucht de elektrische componenten (bv föhn).• Controleer de aansluitspanning.• Meet de opgegeven stroomsterkte over alle fasen. De waarden moeten overeenkomen met de gegevens op de capaciteitsplaat van de verwarmer.• De verwarmer is uitgerust met een thermostaat met auto reset (80°C) en een maximaal thermostaat met hand reset (128°C) ter beveiliging van verwarmer.• Het waarschuwingspictogram betreffende elektrische spanning is op het luik geplakt.

Page 16: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

16 | HHFlex Luchtbehandelingsunits

• Het waarschuwingspictogram betreffende aarding is aan de binnenzijde van de verwarmer en het luik aangebracht.

• Het waarschuwingspictogram procedure uitzetten verwarmer bevindt zich op de deur c.q. het luik van de ventilatorfunctie.

! Waarschuwing !Na het uitzetten van de

elektrische verwarmer moet de ventilator nog

minimaal 5 minuten draaien.

! Warning !After switching off the electric

heater the fan must continue to run for at least

5 minutes.

! Attention ! Après la déconnexion de la

résistance électrique, le ventilateur doit continuer à tourner pendant au moins 5

minutes

! Gefahr !Nach Abschalten der

Elektroheizung muss der Ventilator noch mindestens 5 Minuten

weiterlaufen.

200034908

4.4.3 Stoomverwarmers Let op:• Stoomverwarmers die op het leidingwerk zijn aangesloten moeten door voldoende opgeleid personeel altijd worden afgeperst en voldoen aan de PED richtlijn. Het afpersen valt onder de verantwoordelijkheid van de installateur. Leidingwerk moet altijd geisoleerd worden en valt onder de verantwoordelijkheid van de installateur. • De werking van de stoomverwarmer moet worden gekoppeld aan de werking van de ventilator. Indien de ventilator uitvalt moet de toevoer naar de stoomverwarmer direkt worden gestopt. • Stoomverwarmers hebben oppervlakte temperatu-ren die hoger zijn dan 100°C. Het inlaten van de stoom dient gecontroleerd te gebeuren door deskundig personeel.• De stoomverwarmer mag pas worden ingeschakeld als er een minimale opgegeven luchthoeveelheid over de verwarmer stroomt.• Controleer of er zich nog voorwerpen in de verwamingsfunctie bevinden. De temperatuur kan zo hoog oplopen dat kunststof kan smelten.• De stoomverwarmer dient minimaal 5 minuten voor het uitschakelen van de LBK te worden uitgeschakeld.• Op het paneel van de LBK is de volgende waarschuwingspictogram aangebracht. Warm oppervlak

4.5 - Koelers4.5.1- Algemeen• Het gebruik van handschoenen ter voorkomen van snijwonden tijdens onderhoud cq reparatie koelelement is verplicht.• Tijdens werkzaamheden aan koelelementis het dragen van een veiligheidsbril verplicht• Tijdens onderhoudswerkzaamheden is het dragen van handschoenen verplicht.• Het is verboden om gaten te boren in de LBK om beschadigingen van leidingen en de koelelement te voorkomen. • Tijdens afpersen van het systeem kan restwater achterblijven in de element. Het systeem moet voldoen aan de PED richtlijn. Het afpersen valt onder de verantwoor-delijkheid van de installateur. Het systeem altijd ontluchten. Indien kast tijdelijk niet in gebruik is moet al het restwater worden verwijderd om bevriezingsgevaar te voorkomen.• Gebruik alleen dat medium waarvoor het element is ontworpen. Indien medium bestaat uit een mengsel van water/glycol moet men rekening houden met dat glycol een sterk oxidatie middel. Eventuele resten vloeistof direct verwijderen.• Indien men alleen water als medium gebruikt moet men het element aftappen indien de lucht het bevriezingspunt nadert.• Vermijdt bovenmatige trillingen veroorzaakt door externe apparaten die door het leidingwerk worden doorgegeven.• De flenzen van de headers dienen spanningsloos aan het leidingwerk gemonteerd te worden• De maximale werkdruk mag nooit overschreden worden.• Aansluitingen controleren aan de hand van de maat-schets.• Controleer of het element volledig is ontlucht.• Aansluitingen controleren op lekkage.

LET OP: Bij het aftappen van de elementen mag geen water in de circuits achterblijven om bevriezing bij temperaturen onder nul te voorkomen.

• Indien een omkeerelement gevoed wordt middels een warmtepomp dient de installatie zodanig te zijn ontworpen dat, de benodigde warmte tijdens de ontdooicyclus van de warmtepomp in de installatie gecompenseerd moet worden en niet aan de toevoer-lucht kan worden onttrokken. Anders kan de toevoerlucht temperatuur niet behaald worden. Tijdens de ontdooicyclus van de warmtepomp moet er zoveel warmte in het systeem geïnjecteerd kunnen worden dat gelijktijdig de gewenste inblaastemperatuur (ontwerpcapaciteit verwarmer) als de benodigde warmte tbv het ontdooien van de warmtepomp gegarandeerd kan worden.

Page 17: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

HHFlex Luchtbehandelingsunits | 17

• Controleer of de LBK op voldoende hoogte staat voor een correcte werking van de sifon.• Controleer of de sifon (optie) op de juiste wijze gemonteerd is. Zorg voor een waterdichte aansluiting van de haakse bocht op de aftap van de lekbak middels een PTFE tape. Tussen het sifonhuis en koppeling naar buis rond 32 mm NOOIT tape toepassen, de afdichting wordt hier verzorgd door de meegeleverde rubber ring.• De door Systemair B.V. geleverde onderdruk sifon is geschikt tot 800 Pa onderdruk in de bijbehorende sectie.

• Controleer of het deksel en het balletje van de sifon op de juiste wijze gemonteerd zijn.• De door Systemair B.V. geleverde overdruk sifon is geschikt tot 1200 Pa overdruk in de bijbehorende sectie.

• Controleer of de druk (onder- of overdruk) correspondeert met het geïnstalleerde type sifon.• De uitloop van de sifon moet altijd drukloos op de riolering worden aangesloten.

• Het is aan te bevelen om een sifon van een onderdrukdeel en een sifon van een overdrukdeel niet middels 1 verzamelleiding drukloos op de riolering aan te sluiten, maar door middel van twee separate verzamelleidingen.• Indien een zelfgemaakte sifon wordt toegepast, volg dan de aanwijzingen op bij de tekening hiernaast.

Sifon vullen met water tijdens stilstand ventilator.

Onderdruk: H1 = maximale onderdruk in koelerdeel (in mm WK) + 50 mmH2 = >1/2 x H1

Overdruk: H1 = >maximale overdruk in koelerdeel (in mm WK) + 50 mm H2 = 50 mmDruk in mm WK (100 Pa = 10 mm WK)

• Controleer of de druppelvanger na de koeler goed gemonteerd is. • Controleer of er lamellen zijn verschoven tijdens transport.• Lamellen op correcte manier plaatsen in hun originele stand.• De lamellen krijgen pas na enkele dagen, in ontvochtigingsbedrijf, de correcte werking.• De koeler in bedrijf stellen door de afsluiters te openen en de regeling in te schakelen. Na enkele dagen van koelbedrijf de condensafvoer en de werking van de kunststofsifon in de afvoer controleren.• Eventueel de sifon schoonmaken.

4.5.2 - Glycol in elementen zie 4.4.1.14.5.3 - DX-elementen• De DX-elementen worden zonder koelmiddel geleverd.• De elementen mogen nooit met water worden afgeperst. De elementen worden afgesloten en afgeperst met een gasvormig medium aangeleverd om vervuiling van het element te voorkomen.• Het element en de rest van het system voldoende laten vullen door gekwalificeerd personeel met het in de technische specificatie voorgeschreven koelmiddel.• Het aansluiten van het DX-element op de compressor/condensing unit altijd uitvoeren volgens de specificaties van de leverancier en door gekwalificeerd personeel.

Page 18: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

18 | HHFlex Luchtbehandelingsunits

• Het wordt sterk afgeraden meerdere DX-elementen op één compressor/condensing unit aan te sluiten.• Bijvoorkeur een traploze regeling van de compressor/condensing unit toepassen. Is de condensing unit traploos regelaar dan kan één van de temperatuur-regelingen in de regelaar worden gekozen.• Is de condensingunit niet volledig traploos regelbaar dan moet de LBK regeling worden ingesteld op toevoerluchttemperatuur regeling, waarbij ipv de toevoerluchttemperatuur sensor de DX inlaattemperatuur sensor aangesloten moet worden. De gewenste (ruimte) temperatuur moet dan middels een separate regeling op de condensing unit worden uitgevoerd.

Indien een omkeerelement gevoed wordt middels een warmtepomp dient de installatie zodanig te zijn ontworpen dat, de benodigde warmte tijdens de ontdooicyclus van de warmtepomp in de installatie gecompenseerd moet worden en niet aan de toevoerlucht kan worden onttrokken. Anders kan de toevoerlucht temperatuur niet behaald worden. Tijdens de ontdooicyclus van de warmtepomp moet er zoveel warmte in het systeem geïnjecteerd kunnen worden dat gelijktijdig de gewenste inblaastemperatuur (ontwerpcapaciteit verwarmer) als de benodigde warmte tbv het ontdooien van de warmtepomp gegarandeerd kan worden. 4.6 - Warmtewiel• Controleer of het aanstroomoppervlak van de warmtewisselaar niet is beschadigd.• Controleer de juiste draairichting van het wiel. Dit is aangegeven door middel van een pijl op de omkasting.• Controleer of de afdichting van het wiel goed aansluit.• Controleer of de snaarspanning correct is.• Controleer of de motor en de rotatiebewaking goed is aangesloten. (5 mm speling tussen sensor en detectie punt op het wiel).• Controleer of de regelaar op de juiste manier en volgens de voorschriften van de toeleverancier is ingesteld. Hierbij zijn de voorschriften van de regelaar-leverancier doorslaggevend.• Controleer of het toerental van de rotor goed is ingesteld. De toegepast condensatie rotor in de HHFlex moet maximaal draaien met een toerental van 10 min-1; een sorptierotor moet draaien op een maximum toerental van 20 min-1. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de warmtewiel regelaar.• Indien lucht wordt aangezogen kouder dan -15°C dan wordt een voorverwarmer voor het warmtewiel geadviseerd om bevriezing te voorkomen.

• Op het paneel is het volgende waarschuwings- pictogram aangebracht:

Draaiende delen

LBK met regelingIndien het warmtewiel wordt geleverd inclusief rotor-regelaar, dan moet deze worden opgenomen in het centrale regelpaneel. De rotatiebewaking van de rotor is voorgemonteerd en moet worden aangesloten. Indien het noodzakelijk is om het warmtewiel te beschermen tegen vorstschade moet men het warmtewiel voorzien van een druksensor of pulse/pause inschakelen of de toevoerlucht hoeveelheid verminderen.

4.7 - Platenwisselaar• Controleer of het aanstroom oppervlak van de warmtewisselaar niet is beschadigd.• Indien een kleppenregister aanwezig is, controleer dan ook of de servomotor gemonteerd is volgens de voorschriften van de toeleverancier.• Controleer of de juiste slag is ingesteld.• Controleer of de klep goed sluit.• Controleer of de klep de volledig geopende stand kan bereiken.• Voor het aansluiten van de sifon en het controleren van eventueel aanwezige druppelvanger zie hoofdstuk 4.5.• Als bij een kruisstroom platenwisselaar lucht wordt aangezogen kouder dan -10°C dan wordt een voorverwarmer voor de platenwisselaar geadviseerd om bevriezing te voorkomen.• Bij een tegenstroom platenwisselaar wordt een voorverwarmer voor de platenwisselaar geadviseerd, indien lucht wordt aangezogen kouder dan -5°C om bevriezing te voorkomen.

Indien gewenst / noodzakelijk is het warmtewiel voorzien van een druksensor die de wisselaar beschermt tegen invriezen. Indien kleppen aanwezig: Om bevriezen van de platenwisselaar te voorkomen moet in het regelsysteem het op het juiste moment open en dichtgaan van de kleppen zijn voorzien.

4.8 Stoombevochtiging direct4.8.1 Algemeen• Lees eerst de meegeleverde documentatie door. • De stoomopwekker aansluiten volgens meegele-verde documentatie.

Page 19: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

HHFlex Luchtbehandelingsunits | 19

• Dragen van veiligheidsbril en veiligheidshand-schoenen verplicht.• Het betreden van een werkende stoomopwekker is verboden. Betreden is pas toegestaan als stoomopwekker gedurende 10 minuten uit staat. Bij het betreden van de stoomfunctie en het aanraken van de stoomopwekker, spreidingsbuis en leidingwerk moet men zich vergewissen dat het apparaat geen stoom meer produceert. • Bij het betreden van de stoomfunctie en het aan-raken van stoomopwekker, spreidingsbuis en leidingwerk bestaat de kans op verbranding. De oppervlaktetempe-ratuur van de stoomopwekker, spreidingsbuis en leidingwerk en de stoom kan 100°C of meer zijn. • Stoomopwekkers die op het leidingwerk zijn aangesloten moeten door voldoende opgeleid personeel altijd worden afgeperst en voldoen aan de PED richtlijn. Het afpersen valt onder de verantwoordelijkheid van de installateur. Het systeem altijd ontluchten. Leidingwerk moet altijd geisoleerd worden en valt onder de verant-woordelijkheid van de installateur. • Bij storingen aan systeem moet men de meegele-verde documentatie raadplegen.• De werking van de stoomopwekker moet worden gekoppeld aan de werking van de ventilator. Indien de ventilator uitvalt moet de toevoer naar de stoomopwekker worden gestopt. • Voor alle typen bevochtigers is het van belang dat een maximaal hygrostaat wordt geplaatst zodat bij een te hoge bevochtiging wordt ingegrepen in de regeling.

4.8.2 Stoombevochtiging direct• Controleer de bevestiging van de stoompot.• Controleer de stoomtoevoer en condensafvoer.• Bij langere leidingen een extra condenspot monteren volgens voorschriften van leverancier.• Controleer of de vuilvanger is geplaatst.• Condensaat afvoer afhankelijk van fabrikaat, al dan niet drukloos uitvoeren. Zie voorschriften toeleverancier.• Bij onderdruk in de LBK voor condensaat afvoer een speciale sifon plaatsen.• Voor het in bedrijfstellen van de stoombevochtiger moet de stoom langzaam in het systeem worden toegelaten en wordt de bevochtiger op bedrijfstempe-ratuur gebracht. Wanneer de condensleiding de werk-temperatuur heeft bereikt de stelmotor elektrisch of pneumatisch in werking stellen en de gewenste vochtigheidsgraad instellen. Zie voorschriften toeleverancier.• Enkele dagen na het in bedrijfstellen de zeef van de vuilvanger schoonmaken en de condensafvoer controleren. Bij kasten met onderdruk moet de werking van de onderdruksifon met terugslagklep worden gecontroleerd.• Er moet een maximaalhygrostaat gemonteerd worden om overbevochtiging in LBK te voorkomen. Zie 4.8.1.

• De aansluitingen van de stoompijp aan leiding moet spanningsloos zijn om verdraaien van stoombuis en opwekker te voorkomen.• Op het paneel is de volgende waarschuwingssticker aangebracht: warm oppervlak.

4.9 - Stoombevochtiger elektrisch4.9.1 Algemeen zie 4.8.1• De elektrische bevochtiger dient aangesloten te worden aan de hand van de technische gegevens en het meegeleverde aansluitschema. Belangrijk is dat de gevraagde vermogens van het apparaat overeenkomen met de dikte van de gekozen aansluitkabel en afzekering van het stroomnet. De installateur is verantwoordelijk voor de aansluiting en goede werking van het apparaat.

4.9.2 Stoombevochtiger elektrisch• Controleer de bevestiging van de stoomopwekker.• Controleer de stoomtoevoer- en condensafvoer-leidingen.• Condensaat afvoer afhankelijk van fabrikaat, al dan niet drukloos uitvoeren. Zie voorschriften toeleverancier.• Bij onderdruk in de LBK voor de condens afvoer een speciale sifon plaatsen.• Controleer de spanning en meet de totale stroomafname.• Sluit de bevochtiger aan volgens de voorschriften van de toeleverancier.• Op het paneel is de volgende waarschuwingssticker aangebracht. Warm oppervlak.

• Er moet een maximaalhygrostaat gemonteerd worden om overbevochtiging in LBK te voorkomen. Zie 4.8.1.

4.10 Waterbevochtigers.4.10.1 Algemeen• Het is mogelijk dat in het openwater bacteriegroei optreed, Bevochtiger opnemen in het legionella preventieprogramma van het gebouw.• Het aansluiten van het suppletiewater en de afvoer van het ingedikte water dient in overeenstemming te zijn met de plaatselijke voorschriften.• De circulatiepomp van de bevochtiger mag alleen worden gestart worden met draaiende ventilator. Zonder

Page 20: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

20 | HHFlex Luchtbehandelingsunits

luchtstroom functioneren deze niet of onvoldoende, waardoor andere delen van de kast nat zouden kunnen worden. Start de bevochtigingspomp en controleer de draairichting overeenkomstig de aangebrachte pijl. Direct na het opstarten van de pomp moet de pomp moet water uit de sproeiers komen. Zo nodig direct stoppen. De circulatiepomp heeft namelijk watergesmeerde lagers en een watergesmeerde as afdichting, uitgevoerd met 2 hardmetalen ringen.• In geval van bevriezingsgevaar altijd nagaan of de verwarmer goed functioneerd.• De werking van de waterbevochtiger moet worden gekoppeld aan de werking van de ventilator. Indien de ventilator uitvalt moet de toevoer naar de waterbevochtiger direct worden gestopt. • Er moet een maximaalhygrostaat gemonteerd worden om overbevochtiging in LBK te voorkomen. Zie 4.8.1.

4.10.2 Sproeibevochtiger• Voor het meten van de spuiwaterhoeveelheid dient de sifon losgekoppeld te worden en ter plaatse de hoeveelheid water worden gemeten met behulp van een maatbeker en de stopwatch. De vereiste spuiwaterhoeveelheid dient van te voren voor elke kast te worden bepaald. Controleer of de vlotterafsluiter in het waterreservoir op de juiste hoogte is afgesteld.

4.10.3 Bepalen spuiwaterhoeveelheid en indikkingsfactor• Door het voortdurende verdampen van water nemen de zoutconcentraties en daarbij de concentratie van de andere bestanddelen in het reservoir toe. Bij het bevochtigen van lucht wordt een gedeelte van het water verdampt, terwijl het resterende water terug valt in het reservoir. De altijd in leidingwater of onthard water aanwezige zouten en andere onopgeloste stoffen blijven achter in het water dat terugvalt in het waterreservoir, terwijl het verdampte gedeelte geen vaste bestanddelen bevat.• Door het verdampen zou het niveau in het reservoir dalen. Dit wordt voorkomen, doordat er automatisch, via de vlotterafsluiter, vers water wordt toegevoegd. Hierin zijn echter ook weer zouten en andere vaste stoffen aanwezig, zodat in het reservoir een steeds grotere concentratie hiervan ontstaat, welke wordt aangeduid met de term ’’Indikking’’. Door continu een bepaalde hoeveelheid water te spuien, kan de concentratie in de bak worden beperkt. Deze begrenzing hebben in de hand door de benodigde spuiwaterhoeveelheid vast te stellen.• Bepaling van de spuiwaterhoeveelheid bij een bekend maximum te verdampen waterhoeveelheid en een gekozen indikkingsfactor. Qs = qv qt = qv + qs i-1

Waarin:i = indikkingsfactor (zie onder)qt = toevoerwaterhoeveelheidqv = te verdampen waterhoeveelheidqs = spuiwaterhoeveelheidDe Ph waarde van het spuiwater mag niet lager zijn dan 5 en niet hoger dan 10• De keuze van de indikkingsfactor (en dus van de spuiwaterhoevelheid) is een belangrijk gegeven. Wordt de indikkingsfactor te laag gekozen, dan zij de kosten voor het waterverbruik onnodig hoog. Wordt de indikkingsfactor te hoog gekozen, dan vindt een extreme kalkafzetting en vervuiling plaats van de natte delen van de bevochtiger. Deze veroorzaakt hoge onderhoudskosten. • Er moet een maximaalhygrostaat gemonteerd worden om overbevochtiging in LBK te voorkomen. Zie 4.8.1.

4.10.4 Infrasoon bevochtiging• Lees de meegeleverde voorschriften van de toeleverancier eerst aandachtig door. De volgende punten dienen extra aandacht.• Controleer of de aansluitspanning overeenkomt met de spanning van her apparaat.• Het apparaat aansluiten volgens het meegeleverde schema.• Controleer de juiste aansluiting van de afvoer.• Controleer de aansluiting de hoge druk slang. Na het in bedrijfstellen controleren of de slangen nergens tegen aanschuren.• Controleer of de sproeiers goed vernevelen. Controleer de werking van de pressostaten en de druk.• Controleer de waterkwaliteit.• De bevochtiger dient regeltechnisch voorzien te worden van een beveiliging tegen oververhitting en drooglopen.• De luchtstroom over de bevochtiger mag niet meer dan 5,5 m/s bedragen. De optimale werking is bij 4 m/s. Als bevochtigingsmedium mag alleen gedemineraliseerd water worden gebruikt, met een geleidbaarheid tot 20 microsiemens/cm en een omgevingstemperatuur van +2°C tot +30°C.• Regeltechnisch maatregelen treffen dat de lucht-stroom nog 20 minuten na ijlt nadat de bevochtigings-pomp uitgeschakeld is. Dit om de LBK volledig te laten drogen en biologische en microbiologische vervuiling te voorkomen.• Na 50 bedrijfsuren dient de olie van de pomp vervangen te worden. Aanbevolen wordt hiervoor een synthetische olie SAE 20W50 te gebruiken.• Er moet een maximaalhygrostaat gemonteerd worden om overbevochtiging in LBK te voorkomen. Zie 4.8.1.

Page 21: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

HHFlex Luchtbehandelingsunits | 21

• Op de regelkast is de volgende sticker aangebracht.

4.11 - Ventilator

LET OP: Door de luchtstroom kunnen stilstaande delen (ook een uitgeschakelde ventilator) in beweging komen!

• Verwijder de transportbeugels. Dit wordt ook door middel van een sticker op de deur vermeld.• Controleer of de ventilator vrij kan bewegen zonder belemmeringen van frame, flexibele verbinding of bekabeling.• Controleer op eventueel aanwezig condens/vocht. Tengevolge van weeromslag en of vochtige lucht uit het gebouw kan in de periode voor de eerste start van de LBK condens ontstaan. Verwijder alle condens op de constructie delen en droog door middel van warme (droge) lucht de elektrische componenten (bv föhn). Houdt rekening met zowel de motor als de frequentieomvormer.• Controleer de aansluitspanning.• Controleer en/of sluit de motor aan volgens de plaatselijke voorschriften en de gegevens van de toeleverancier.• Controleer de draairichting van de waaier. De draai-richting is aangegeven op de ventilator d.m.v. een pijl.• Meet de opgenomen stroomsterkte van de elektromotor over alle fasen afzonderlijk. De stroom-sterkte van alle fasen moet ongeveer gelijk zijn en in overeenstemming met de gegevens op de motorplaat. Stel de motorbeveiliging in op de nominale waarde.• De vermelde motordata zijn opgegeven voor een hoogte boven zeeniveau tot 1000 m en een omgevingstemperatuur van maximaal 40°C.• De gegevens voor type snaar, snaarspanning, aantal snaren, grootte en type pulley staan vermeld op een sticker op het ventilatorhuis.

• Bij langere stilstand van de ventilatoren kan lagerschade ontstaan (langer dan 3 maanden). Om dit te voorkomen wordt aangeraden de V-snaar spanning te verlagen of de V-snaren tijdelijk te verwijderen. Bij opstarten moet de snaarspanning weer op de aangegeven spanning worden teruggebracht. Ook het geregeld draaien van de ventilatorwaaier kan deze schade voorkomen, dit wordt ook aanbevolen bij direct aangedreven ventilatoren.• Controleer of de flexibel goed gemonteerd is.• Controleer, indien aanwezig de drukschakelaar en stel de juiste druk in.• Controleer de werking van de werkschakelaar. Let op: Tijdens werkzaamheden aan de ventilator dient de schakelaar door middel van een slot in de uitstand te worden vergrendeld.• De waarschuwingspictogrammen betreffende draaiende delen, elektrische spanning en openen van de deuren zijn op de deur geplakt.

! Waarschuwing !Voor openen deuren, ventilator

uitschakelen, spanningsloos maken en uit laten lopen

(minimaal 2 minuten).

TransportbeugelsVerwijder transportbeugels voor

opstarten ventilator.

! Warning !Before opening the doors, switch off and deenergise the fan and

allow it to run down(minium 2 minutes)

Transport brackets Remove transport brackets before

starting up the fan.

! Attention ! Avant ouverture des portes, le

ventilateur doit être déconnecté et avoir eu le temps, de s’arrêter

completement(2 minutes minimum)

Fixations de transportRetirer les fixations de transport

avant la mise en route.

! Gefahr !Vor Öffnen der Türen den

Ventilator abschalten, span-nungslos machen und zum Stillstand kommen lassen

(mindestens 2 Minuten warten).

TransportsicherungenTransportsicherungen vor der Inbetriebnahme demontieren.

200034906

Het spontane herstarten van de machine, wanneer deze door een onverwachte onderbreking in de stroomtoevoer is gestopt, moet worden vermeden.In het besturingsysteem moet dit worden beveiligd.

Algemene gegevens ventilatormotorIsolatieklasse motor : FAanspreektemperatuur PTC : 155 °CAansluitspanning : 3 x 230 V/50 Hz 3 x 400 V/50 Hz 3 x 690 V/50 Hz

Page 22: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

22 | HHFlex Luchtbehandelingsunits

De ventilatormotor wordt gevoed met een spanning 3 x 230 V/50 Hz of 3 x 400 V/50 Hz. De aansluiting moet met behulp van een kortsluitbeveiliging (zekeringen) en thermische motorbeveiligingsschakelaar uitgevoerd worden afgestemd op de nominaalstroom van de motor. De motor kan tevens tegen oververhitting beschermd worden middels drie in serie verbonden PTC thermistorbeveiligingen die in de motorwikkelingen zijn gemonteerd. De thermistoren moeten bij toepassing van een frequentieomvormer op de omvormer worden aangesloten.

Thermische beveiliging van de motoren

Voor het aansluiten van de stroomvoorziening dient gecontroleerd te worden of onderstaande schema’s in overeenstemming zijn met de gegevens op de typeplaat van de motor en de gegevens in de technische documentatie.

De werkschakelaar bevindt zich op, of in de nabijheid, van het ventilatordeel. Tijdens werkzaamheden de schakelaar uitschakelen en beveiligen met een hangslot. Het uitschakelen van de werkschakelaar dient spanningsloos te geschieden.

Vóór het openen van de deur of het luik van de ventilator-sectie (storing, onderhoud, service) dient de LBK spanningsloos te worden gemaakt.

WAARSCHUWING: De motoren met een motorvermogen tot en met 2,2 kW (230/400 V) mogen direct aanlopen. Motoren met een motorvermogen van 3 kW (400/690 V) en meer dienen middels een ster-driehoek schakelaar te worden gestart, indien geen frequentieomvormer wordt gebruikt.

Page 23: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

HHFlex Luchtbehandelingsunits | 23

Aansluitschema’s: Aansluiten van de stroomvoorzieningskabel en verbinden van de klemmen op de klemmenstrook

4.11.1 - PlugventilatorenPlugventilatoren zijn ventilatoren zonder een slakkenhuis en worden direct door de motor aangedreven. Om het juiste werkpunt voor deze ventilator te verkrijgen is een frequentieomvormer noodzakelijk. De maximale frequentie waarop de plugventilator mag draaien is afhankelijk van de motor/waaier combinatie en zal normaliter hoger dan 50 Hz zijn. De maximale frequentie is vermeld op het type plaatje van de ventilator.

Plugventilatoren zijn uitgerust met een drukmeetpunt in de inletcone van de ventilator. Door het drukverschil te meten tussen de druk voor de ventilator en de druk in de inletcone kan het actuele luchtdebiet worden uitgerekend middels de volgende formule: V = k ·√∆pst

Hierin is:V = actuele volume in m3/hk = specifieke ventilator constante∆pst = drukverschil cone/aanzuigsectie in Pa

De k-waarde is afhankelijk van de toegepaste ventilator en kan op aanvraag worden verkregen.

Motor met aanduiding op de typeplaat 230 V/400 V - Y/ΔDirect aansluiten aan het net met spanning tussen twee fasen van: Indirect aansluiten Y/Δ bij spanning

tussen twee fasen van: 230 V230 V 400 VSchema van de wikkelingsverbindingen

DRIEHOEK STER

Aansluitwijze van de draden aan de klemmen van de motor

L2

L1

L3V1V2

U2W1

W2 U1

L2L2

L1

W1

W2U2

V2

U1

V1

L2 L3L1

U1 V1 W1

W2 U2 V2 V2U2W2

W1V1U1

L1 L3L2

L2 L3L1

U1 V1 W1

W2 U2 V2

Y/Δ schakelaar

L2

L1

L3V1V2

U2W1

W2 U1

L2L2

L1

W1

W2U2

V2

U1

V1

L2 L3L1

U1 V1 W1

W2 U2 V2 V2U2W2

W1V1U1

L1 L3L2

L2 L3L1

U1 V1 W1

W2 U2 V2

L2

L1

L3V1V2

U2W1

W2 U1

L2L2

L1

W1

W2U2

V2

U1

V1

L2 L3L1

U1 V1 W1

W2 U2 V2 V2U2W2

W1V1U1

L1 L3L2

L2 L3L1

U1 V1 W1

W2 U2 V2

Motor met aanduiding op de typeplaat 400 V/690 V - Y/ΔDirect aansluiten aan het net met spanning tussen twee fasen van: Indirect aansluiten Y/Δ bij spanning tussen

twee fasen van: 690 V400 V 690 VSchema van de wikkelingsverbindingen

DRIEHOEK STER

Aansluitwijze van de draden aan de klemmen van de motor

L2

L1

L3V1V2

U2W1

W2 U1

L2L2

L1

W1

W2U2

V2

U1

V1

L2 L3L1

U1 V1 W1

W2 U2 V2 V2U2W2

W1V1U1

L1 L3L2

L2 L3L1

U1 V1 W1

W2 U2 V2

Y/Δ schakelaar

L2

L1

L3V1V2

U2W1

W2 U1

L2L2

L1

W1

W2U2

V2

U1

V1

L2 L3L1

U1 V1 W1

W2 U2 V2 V2U2W2

W1V1U1

L1 L3L2

L2 L3L1

U1 V1 W1

W2 U2 V2

L2

L1

L3V1V2

U2W1

W2 U1

L2L2

L1

W1

W2U2

V2

U1

V1

L2 L3L1

U1 V1 W1

W2 U2 V2 V2U2W2

W1V1U1

L1 L3L2

L2 L3L1

U1 V1 W1

W2 U2 V2

Page 24: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

24 | HHFlex Luchtbehandelingsunits

4.11.2 - FrequentieomvormersHet is aan te bevelen een frequentieomvormer toe te passen met een geïntegreerde werkschakelaar. Wordt een separate werkschakelaar toegepast op de unit, en in de nabijheid van de frequentieomvormer, dan kan deze geplaatst worden in de voedingsspanning naar de frequentieomvormer. Is de frequentieomvormer niet in de buurt van de unit/werkschakelaar gemonteerd, dan kan de werkschakelaar in de stuurstroom geplaatst worden die dan door middel van een relais de voedingsspanning naar de frequentieomvormer schakelt. Voor het aansluiten van de frequentieomvormer zie aansluitschema van de toegepaste omvormer. Draag er zorg voor dat de EMC-richtlijnen worden nageleefd, denk hierbij aan afgeschermde kabels.

De frequentieomvormer moet altijd correct worden ingesteld, afhankelijk van de motor en soort toepassing. Volg hierbij de instructies volgens de leverancier van de frequentieomvormer. Speciale aandacht voor de volgende parameters:• Correct invoeren algemene motorgegevens - Speciale aandacht voor motorfrequentie - Bij ondersynchroon bedrijf (lager dan netfrequentie) moet deze worden ingesteld volgens het typeplaatje op de motor. - Bij oversynchroonbedrijf (hoger dan netfrequentie) moet deze worden ingesteld op de maximale toelaatbare frequentie van de motor/waaier combinatie (dit doet zich vooral voor bij plugventilatoren.)• Type bedrijf, kwadratisch variabel koppel• Het is aan te bevelen de zogenaamde overmodulatie uit te zetten.• Instellen van normale aanloop/uitloop tijden.

Controleer op eventueel aanwezig condens/vocht. Tengevolge van weeromslag en of vochtige lucht uit het gebouw kan in de periode voor de eerste start van de LBK condens ontstaan. Verwijder alle condens op de constructie delen en droog door middel van warme (droge) lucht de elektrische componenten (bv föhn).

4.11.3 - Plugventilatoren met ingebouwde EC motorenVoor EC motoren geldt dat zowel de commuteerinrichting als toerenregeling standaard zijn geïntegreerd in de motor. De beschermingsklasse van deze motoren is IP54 en de thermische beschermingsklasse is THCL155. De motoren kunnen uitgevoerd zijn als een 1 fase 230 V of als een 3 fase 400 V uitvoering.

Voor het bereiken van het juiste motor toerental moet een 0-10 V stuursignaal worden aangeboden. In de technische specificatie van de unit staat aangegeven wat de exacte waarde (in V) is voor het bereiken van dit toerental.

Eventueel kan er voor de extra optie gekozen worden dat het 10 V signaal het werkpuntstoerental is.

Een andere optie is dat de motor is uitgevoerd met een Modbus module. De motor kan dan direct via een RS485 of wifi verbinding worden ingesteld of worden aangestuurd (een EC 090 motor heeft standaard een RS485 Modbus module). De electrische schema’s voor EC motoren kunnen op de volgende pagina worden terug gevonden.

LBK met regelingOptie Modbus module is niet mogelijk. Het stuursignaal t.b.v. motor wordt vanuit de regeling voorzien en is vooraf ingesteld.

4.12 - Geluidempers• De geluiddemper moet gecontroleerd worden op beschadigingen van de toplaag.

4.13 - Verlichting • Controleer de aansluitspanning. • Controleer de werking van de schakelaar. De schakelaar dient aangesloten te zijn volgens de plaatselijke voorschriften. • Indien een bulley gemonteerd is wordt geen lamp meegeleverd.

Page 25: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

HHFlex Luchtbehandelingsunits | 25

GND - EI 0-10 V stuursignaal11 - 14 Storingsmelding (ook bij geen motorspanning)DI Vrijgave motor 24 V DC (muv EC 090: 10 V DC)

24V 10V GND D1 E1 11 14

DC

Out

(I max

= 7

0 m

A)D

C O

ut(I m

ax =

10

mA)

Dig

ital I

n 1

Ana

log

In 1

L3/NL2L1PE

L1

L2 L3

PE

L1

N

ECblue Basic (_ _ _ _ _-_I_.D_._ _ _ _), (_ _ _ _ _-_I_.G_._ _ _ _)

MOEA03K008.03.2011

K1

KontaktbelastungContact rating

max. AC 250 V 2 A

Netzspannung LeistungsschildLine voltage Rating-plate

EingangInput

0...10 V

+

PWMf = 1...10 kHz

Externe DrehzahlvorgabeExternal speed setting

5

3

4

2

10 kΩ

10 kΩ

10 V

GN

D E1

24 V E1

E1

GN

D

15...28 V

+-

3 ~ Typ nur in Sonderausführung für IT-System geeignet

3 ~ type only in special versionsuitable for IT-System

1

Contact ratingmax AC 250 V 2 A

External speed setting

Input 0-10 V

Line voltage g rating plate

Voor het aansluiten van een 1 fase 230 V of 3 fase 400 V motor kan het onderstaande schema worden aangehouden.

A110V GND E1 D1 11 14

Ope

n-C

olle

ctor

Out

DC

Out

Ana

log

In

Dig

ital I

n

ECblue (_ _ _ _ _-_I_.B_._ _ _ _) (_ _ _ _ _-_I_.D_._ _ _ _)

EMUN19K024.09.2013

K1

max. AC 250 V 2 A

Signal0...10 V

+

Signal PWMf = 1...10 kHz

8

7 6

2

10 kΩ

10 kΩ

10 V

GN

D E1

E1

GN

D

15...28 V

+-

L1NPE

RD

BU

YE

GN

WH

BK

BN

WH

WH

GN

YE

BU

BN

Netzspannung LeistungsschildLine voltage Rating-plate

1

A(D+)

B(D-)

9

MO

DB

US

(RS

-485

)

4 3

5

10 V E1

MUV de EC 090 motor deze moet op de volgende wijze worden aangesluiten.

Line voltage g rating plate

Contact ratingmax AC 250 V 2 A

Page 26: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

26 | HHFlex Luchtbehandelingsunits

Onderhoudsschema

5.1 - Schema controlepunten en onderhoudsintervallen

In het schema is een algemeen overzicht gemaakt van een planning die de inspecties en het onderhoud van de LBK vereenvoudigen. Op de volgende pagina’s wordt nader ingegaan op de individuele componenten.

Waarschuwing: Niet vergeten alle componenten spanningsloos te maken en ventilator uit te laten lopen voordat de deuren en luiken worden geopend en er inspecties en onderhoud worden verricht.

Controlepunten en onderhoudsintervallen

functies componenten controlepunten

1 m

aand

3 m

aand

en

6 m

aand

en

12 m

aand

en

afha

nkel

ijk

leve

ran-

cier

en

mat

e va

n ve

rvui

ling

omkasting algemeen

binnenopstelling/buitenopstelling

binnen en buitenbeplatingvuilafzetting/corrosie en beschadigingenbinnenbeplating

buitenbeplatingnaden

dakbedekking (buitenopstelling) naden/scheuren (waterdicht)deuren/luiken scharnieren juiste werking

sloten roller in unit (bout vast)deurrubber scheurenflexibels scheuren

kleppen kleppen afdichtinglagers

klep aandrijving servobuitenlucht aanzuig aanzuigkap/rooster controleer op blokade/luchtsnelheid

vloer/lekbak (indien toegepast) vervuiling/corrosiedruppelvanger (indien toegepast) vervuiling/corrosie

filters vlakfiltercontroleer drukval over filter, beschadigingen en afdichting

zakkenfilterkoolstoffilterelektrostatisch filterdrukverschilmeter werkingdrukverschilschakelaar werking

lekbak vervuiling/corrosie Druppelvanger (indien

toegepast)vervuiling

sifon vervuiling and werkingverwarmers warmwaterblok vervuiling/corrosie

volledig ontluchtenlekkage

glycol controleer percentage glycolvorstthermostaat werkingelektrische verwarmer vervuiling verwarmingsspiralen

vastzitten bedradingwerking thermostaten

stoom verwarmer vervuiling/corrosielekkage

koelers koudwater element vervuiling/corrosievolledig ontluchtenlekkage

lekbak vervuiling/corrosiedruppelvanger (indien toegepast) vervuilingsifon vervuiling en werkingglycol controleer percentage glycol

warmtewiel rotor vervuilingafdichting scheuren/tegen rotor aangedruktmotor werkingsnaar spanning/slijtageelektrische componenten werking

platenwisselaar lamellen vervuilingklep (indien toegepast) afdichting

lagersservo

lekbak vervuiling/corrosiesifon vervuiling en werking

Page 27: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

HHFlex Luchtbehandelingsunits | 27

Onderhouds- en

bedieningsvoorschriften

6.1 - AlgemeenDe gladde binnen- en buitenafwerking van de panelen maakt het onderhoud eenvoudig.

Tweemaal per jaar de omkasting van de luchtbehandelings-centrale, voor wat betreft de droge delen, in- en uitwendig zorgvuldig controleren. Voor onderhoud aan natte delen (koelers) wordt verwezen naar de betreffende luchtbehandelingsfuncties.

Werkzaamheden mogen alleen door voldoende opgeleid personeel worden uitgevoerd. Alle persoonlijke veiligheidsmiddelen die van toepassing zijn moeten worden gebruikt om het veilig werken te garanderen. Voor alle onderhoudswerkzaamheden is het gebruik van handschoenen en veiligheidsbril verplicht. Bij het verwisselen van de filters is ook een mondkap verplicht.

Het boren in de LBK is verboden om lekkage van LBK, koelers, verwarmers en beschadigingen aan elektrische bedrading te voorkomen.

6.2 - Beplating6.2.1 - Binnenopstellinga) Inwendige inspectie van beplating van de dubbelwandige panelen en van alle droge delen.

Verontreinigingen verwijderen met behulp van water en een zachte (pH neutrale) huishoudelijke zeep. Waar beschadigingen zijn opgetreden, zonodig ontroesten en schilderen met een goede kwaliteit anti corrosieve primer. Vooral buitenluchtaanzuig-

secties kunnen als gevolg van de neergeslagen verontreinigde deeltjes door mist, regen en luchtvochtigheid corrosieve aantasting vertonen.b) Uitwendige inspectie van beplating. Waar beschadigingen zijn opgetreden, zonodig ontroesten en schilderen met een goede kwaliteit anti corrosieve primer.

6.2.2 - BuitenopstellingBij buiten opgestelde luchtbehandelingscentrale(s) de naden controleren en zonodig afkitten met een UV-bestendige en overschilderbare kit. Beschadigingen bijwerken zoals omschreven bij binnenopstelling. Controleer het dak op lekkages en herstel deze zonodig.

6.3 - Deuren en luikenSloten en scharnieren van alle deuren en luiken controleren. Ga na of de bout van de inwendige roller nog is aangedraaid.

6.4 - FlexibelsControleer de flexibels op beschadigingen.

6.5 - AardingControleer of de aarding nog aanwezig is en op de juiste manier bevestigd is.

6.6 - KleppenregisterLET OP:• Bij werkzaamheden bij kleppenregisters is beklemmen van vingers mogelijk. • Tijdens reinigen van de klepbladen moet de LBK spanningsvrij worden gemaakt om onverwacht sluiten van de kleppen te voorkomen. • Tijdens reparatie van de servo moet de LBK spannings-vrij worden gemaakt om het onder spanning staan van de aansluitkabels te voorkomen.

stoombevochtiging direct aansluiting en appendages lekkage/werking servo werkingstoombevochtiging elektrisch aansluiting en appendages lekkage/werking elektrische componenten werking ketel kalkafzetting op de elektrodessproeibevochtiging sproeiers werkingInfrasoonbevochtiger slangen aansluitingen/scheuren sproeiers werking pressostaten werking/max. druk spoelfilter vervuiling werkdruk ventilator lagers (grotere types) smeren/slijtage

waaier vervuiling/corrosiemotor (grotere types) smerensnaar spanning/slijtagetrillingsdempers bevestigingenflexibels scheurendrukschakelaar/sensor werking

geluiddemper vuilafzettingbeschadiging toplaag

regelaar alarmen controleer fout historiesensors algemeen controleer werking alle sensors

druksensors nul kalibratie

Page 28: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

28 | HHFlex Luchtbehandelingsunits

• Smering van kleppenregisters is niet noodzakelijk. Overmatige stofafzetting verwijderen door schoonblazen met perslucht en eventueel schoonmaken met water en een zachte huishoudelijke zeep. Controleren of de klepbladen vrijlopen in de omkasting.

6.7 - Buitenlucht aanzuigBuitenluchtaanzuigdelen worden vooral vervuild door verontreinigingen in de aangezogen lucht. Het is nood-zakelijk dat het onderhoudsinterval onvoorwaardelijk wordt nageleefd omdat anders onherstelbare aantasting van de beplating kan optreden. Het buitenluchtaanzuig-deel goed schoonmaken en beschadigingen herstellen zoals omschreven in punt 6.2.1. Controleer of er geen vocht (druppels) mee worden aangezogen, is dit wel het geval zorg er dan voor dat dit wordt opgelost, door een aanpassing van het buitenlucht aanzuigkanaal.

6.8 - FiltersLET OP:• Bij het verwisselen van het filter bestaat gevaar voor virale en bacteriologische besmetting. Het gebruik van geschikte handschoenen, mondkap en veiligheidsbril is verplicht. Het dragen van een veiligheidsbril is verplicht. Het mondkapje dient minimaal P2 te zijn. De handschoenen moeten vloeistofdicht zijn.• De filters moeten op de juiste wijze (luchtrichting) worden gemonteerd.• De bodem onder het filter kan sterk vervuild zijn. Dit vuil moet bij elke inspectie worden verwijderd. Eventuele corrosie van de bodem moet direct worden verwijderd en worden bijgewerkt met anti corrosiemiddel en/of coating.• Filters die te vuil zijn verhogen eveneens de weerstand (drukval) van het filter en kunnen het energieverbruik verhogen. Wanneer de drukval over het filter te groot wordt zal het bevestigingsframe van het filter kunnen bezwijken. • De filters dienen elke maand geïnspecteerd te worden op overmatige vervuiling, drukval, beschadigingen en plaatsing van de filters in de schuiven of inbouwramen. Zorg ervoor dat bij inschuiffilters de filters goed in de schuiven zitten en onderling goed tegen elkaar aange-drukt zijn. Bij vervanging van inbouwfilters moet men er zorg voor dragen dat het filter goed tegen de afdichting wordt aangedrukt. Indien de standtijd van het filter wordt overschreden dan dienen de filters te worden vervangen. Het tijdstip van vervanging is afhankelijk van de filter kwaliteit en de vervuilingsgraad van de lucht. Op de drukverschilmeter kan men het drukverschil over het vervuilde filter aflezen.• Filterfuncties die voorzien zijn van druppelvangers, RVS lekbak en RVS binnenplaten moeten in zijn geheel goed worden schoongemaakt. Alle vervuiling moet van de wanden, lekbak en lamellen worden verwijderd. Lekbak en sifon doorspoelen met schoon water.

• Tijdens het verwisselen van de filters is open vuur verboden in verband met het ontvlammen van het stof in de filters. Dit wordt middels een sticker aangegeven op de deur cq. luik.

! Waarschuwing !Vervuilde filters zijn brandbaar.

! Warning !Polluted filters are inflammable.

! Attention ! Les filtres encrassés peuvent être

inflammables

! Gefahr !Verschmutzte Filter sind

leicht entflammbar.

200034907

6.9 - Verwarmers6.9.1 - WarmwaterblokLet op: Zie voor algemene opmerkingen 4.1.1

• Vervuiling op het gevind oppervlak vermindert de capaciteit van de verwarmer.• Eenmaal per jaar aan de luchtintredezijde op vervuiling controleren en eventueel tegen de luchtrichting in schoonblazen met perslucht of aan de luchtintredezijde schoonzuigen met een stofzuiger.• Controleeren verwarmer.• Controleer de werking van de vorstthermostaat en controleer, of regeltechnisch de juiste maatregelen worden genomen bij het aanspreken van de thermostaat.• Voor elementen gevuld met glycol moet gecontroleerd worden of in het mengsel het juiste gewichtpercentage glycol aanwezig is.• Tijdens werkzaamheden is het dragen van hand-schoenen die bescherming bieden tegen temperaturen van 70°C verplicht. Het leidingwerk buiten de LBK dient geïsoleerd te worden. Watertemperatuur in leidingwerk mag max. 120°C bedragen.• De volgende sticker is aangebracht ter indicatie: let op warm oppervlak.

6.9.2 - Elektrische verwarmer• Controleer het element eenmaal per jaar aan de luchtintrede- of luchtuittredezijde op vervuiling. Indien vervuild schoonzuigen met stofzuiger.• Tijdens werkzaamheden is het dragen van handschoenen en veiligheidsbril verplicht. De oppervlakte temperatuur van de spiralen kan oplopen tot ca 600°C. Indien de verwarmer bereikbaar is dan zal een veiligheids-scherm de gebruiker beschermen tegen direct contact.

Page 29: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

HHFlex Luchtbehandelingsunits | 29

LET OP: Indien men de elektrische verwarmer aanzet dan moet de ventilator altijd draaien om oververhitting van de binnenzijde van de kast te voorkomen. Na uitzetten van de elektrische verwarmer moet de ventilator nog minimaal 5 minuten draaien. Dit is nodig om de spiralen af te laten koelen.• De volgende sticker is aangebracht ter indicatie let op warm oppervlak.

• Het waarschuwingspictogram betreffende elektrische spanning is op het luik aangebracht.

• Het waarschuwingspictogram betreffende aarding is aan de binnenzijde van de verwarmer en het luik aangebracht.

• Het waarschuwingspictogram uitzetten verwarmer. Dit bevindt zich op de deur cq luik van de ventilatorfunctie.

! Waarschuwing !Na het uitzetten van de

elektrische verwarmer moet de ventilator nog minimaal 5 minuten

draaien.

! Warning !After switching off the electric

heater the fan must continue to run for at least 5 minutes.

! Attention ! Après la déconnexion de la

résistance électrique, le ventilateur doit continuer à tourner pendant

au moins 5 minutes

! Gefahr !Nach Abschalten der

Elektroheizung muss der Ventilator noch mindestens 5 Minuten

weiterlaufen.

200034908

6.10 - Koelers6.10.1 - KoudwaterblokLET OP: Zie voor algemene opmerkingen 4.5.1

• Vervuiling op het gevind oppervlak vermindert de capaciteit van de koeler.• Eenmaal per jaar op vervuiling controleren en

eventueel tegen de luchtrichting in schoonblazen met perslucht of schoonzuigen met een stofzuiger. Controleer het element en de aansluitingen op lekkage. Voor elementen gevuld met glycol moet gecontroleerd worden of in het mengsel het juiste gewichtpercentage glycol aanwezig is.• DX coolers mag men nooit met stoom reinigen.• Controleer de lamellen van de druppelvanger achter het element. De sifon schoonmaken en controleren op goede werking. Lekbak controleren op vuilafzetting en indien nodig schoonmaken.

6.11 - Warmtewiel• Vervuiling op het gevind oppervlak vermindert de capaciteit van het warmtewiel.• De rotor één maal per jaar controleren op vuilafzetting en indien noodzakelijk schoonblazen met perslucht. Het toerental van de rotor controleren en vergelijken met de ontwerp gegevens.• Controleer de werking van de rotatiebewaking. Afhankelijk van het rotormateriaal kan het wiel vocht opnemen. In stilstand zal het wiel eenzijdig vochtig worden en dus zwaarder. In de regelaar moet men het toerental van de rotor intermitterend instellen zodat het wiel “x” maal per tijdseenheid draait.• De lagers van de rotor zijn voorzien van levensduursmering en behoeven geen onderhoud. De aandrijfmotor is bereikbaar via een inspectieluik.• De V-snaar wordt automatisch gespannen door een verende wipstoel waarop de motor is gemonteerd. Nieuwe snaren rekken in het begin sterk. Controleer reeds na 2 dagen of de motor nog steeds voldoende spanmogelijkheid heeft. Daarna volgt een wekelijkse controle gedurende de eerste maand. Vervolgens de snaarspanning eenmaal per maand controleren.• Voor verdere werking en onderhoud van het warmtewiel/regelaar zie meegeleverde documentatie van de toeleverancier.• Op het paneel is het volgende waarschuwingspictogram aangebracht: draaiende delen

Page 30: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

30 | HHFlex Luchtbehandelingsunits

6.12 - Platenwisselaar• Het reinigingsmiddel mag de warmtewisselaar niet aantasten. • De platenwisselaar een maal per jaar controleren op vuilafzetting en indien noodzakelijk tegen de luchtrichting in schoonblazen met perslucht. Indien kleppen aanwezig zijn handelen als omschreven onder punt 6.6.• Lekbak en sifon controleren op vuilafzetting en indien nodig schoonmaken.• Controleer de lamellen van de druppelvanger in de lekbak (indien aanwezig).

6.13 - RecirculatieklepVoor onderhoud aan deze klep wordt verwezen naar paragraaf 6.6.

6.14 Waterbevochtigers6.14.1 Algemeen zie 4.10.1 Indikkingsfactor zie 4.10.3

6.14.2 Sproeibevochtiger• Controleer wekelijks de goede werking van de vlotterafsluiter voor het suppletiewater. Kalkafzetting en slibvorming kunnen de werking van de vlotterkraan nadelig beïnvloeden. Onder alle omstandigheden moet het waterniveau in de waterbak op “peil” gehouden kunnen worden, zonder dat water in de trechtervormige overloop stroomt. Bij stilstaande circulatiepomp is het peil 5mm onder de overloop. Controleer tijdens het bevochtigingsseizoen wekelijks de spuiwaterhoeveelheid. De zoutconcentratie (indikking) in het reservoir is direct afhankelijk van de goede werking van de spuikraan. Controleer de periodiek kwaliteit van het water in het reservoir. Tijdens het bevochtigingsseizoen dient dit maandelijks te gebeuren.• Wekelijks de flexibele verbindingen tussen pomp en kastwand inspecteren op eventuele lekkages.• Tweemaal per jaar moet het reservoir van de bevochtigingssectie inwendig worden schoongemaakt.• Het waterreservoir aftappen en met en waterstraal en zachte borstel de gehele sectie schoonmaken en met water schoonspoelen.• Tijdens het schoonmaken geen scherpe of harde voorwerpen gebruiken om te voorkomen, dat de beschermlaag en/of thermische isolatie wordt beschadigd. In de gehele sectie de oppervlakte zorgvuldig inspecteren en eventuele beschadigingen bijwerken.• Na het schoonmaken, het reservoir weer vullen met water. Controleer of de vlotterafsluiter de bak vult tot de merkstreep, daarna de pomp opstarten.• Bij eventuele verstoppingen van de sproeiers de sproeikop losdraaien, waarna deze eenvoudig gereinigd kan worden.• Buiten het bevochtigingsseizoen en tijdens perioden van langdurige stilstand wordt aanbevolen om de pomp wekelijks gedurende enige minuten te laten draaien, om

kalkafzetting op de lagers en de asafdichting van de pomp te voorkomen.• Tijdens deze periode van langdurige stilstand het water tijdig verversen i.v.m. gezondheidsrisicio’s en stankoverlast.N.B. Een maandelijkse controle van de geleidbaarheid van het water in het reservoir van elke bevochtiger in gebouw verdient aanbeveling. Een aanpassing van de indikkingsfactor kan het gevolg zijn Zie 4.10.3

6.14.3 - Infrasoonbevochtiging De volgende punten dienen extra aandacht.• Controleer de juiste werking van de afvoer.• Controleer de aansluiting van de hoge druk slang op scheuren en lekkage’s.• Controleer of de sproeiers goed vernevelen. • Controleer de werking van de pressostaten en de druk.• Controleer de waterkwaliteit. Zie 4.10.3• Indien de bevochtiger voor een langere tijd buiten werking is geweest en opnieuw opgestart moet worden, dienen de volgende punten opgevolgd te worden. – controleer de opstelling van de bevochtiger.• Door het aan en uitschakelen van de bevochtiger kan er in de sproeipijpen kalkaanslag ontstaan waardoor de werking hiervan beïnvloed kan worden. Regelmatig controleren en schoonmaken van deze sproeipijpen is dan ook noodzakelijk.

6.15 - Ventilator6.15.1 - Algemeen

• Let op: Door de luchtstroom kunnen stilstaandedelen (ook een uitgeschakelde ventilator) in beweging komen!• Let op: Tijdens werkzaamheden aan de ventilatordient de schakelaar door middel van een slot beveiligdin de uitstand te staan.

Voordat de ventilator wordt uitgezet moet men altijd controleren of een eventueel gemonteerde elektrischeverwarmer aanwezig is. Indien aanwezig dan moet meneerst de elektrische verwarmer uitzetten. De ventilatormoet minimaal 5 minuten nadraaien om de spiralen af telaten koelen.

• De gegevens over het type snaar, snaarspanning, aantal snaren, indrukkracht en doorbuiging, grootte en type pulley zijn vermeld op het huis van de ventilator.

6.15.2 - LagersDe lagers van de kleinere type ventilatoren zijn nietnasmeerbaar. De grotere type ventilatoren zijnnasmeerbaar. De nasmeerbare lagers dienen elk half jaargesmeerd te worden. Bij hogere temperaturen en groterevervuilingsgraad moet het smeerinterval worden

Page 31: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

HHFlex Luchtbehandelingsunits | 31

aangepast. De standaard vetvulling is Shell Alvania R3. Bij hogere temperaturen en hogere vochtigheidsgraad smeren met een door de toeleverancier aanbevolen vetsoort.

De elektromotoren zijn voorzien van rollagers. Afhankelijkvan de motorgrootte hebben de lagers een levensduursmering of zijn voorzien van een smeernippel voor nasmering.

Smeerinterval en type vet als bovengenoemd.Het is aan te bevelen de lagers, van zowel de motor als de ventilator te controleren op overmatig trillen. Dit kan duiden op lagerslijtage maar ook op een incorrecte werking van de overbrenging of onbalans van het systeem.

De volgende punten verdienen extra aandacht:• Controle trillingen• Controle draairichting• Vermijden van onnodige stops en snel opstartenventilator

6.15.3 - OverbrengingNa het inbedrijfstellen, maar ook na het plaatsen vannieuwe snaren, moet men binnen een week en vervolgens na twee weken de snaarspanning controleren en zonodig naspannen. Vervolgens elke drie maanden desnaarspanning controleren en de kwaliteit van de snareninspecteren.

De JUISTE SNAARSPANNING is afhankelijk van: • type snaar;• aantal snaren;• kleinste pulley diameter;• over te dragen vermogen;• snaarsnelheid.

De snaarspanning wordt voor elke overbrenging berekend. Een te hoge snaarspanning kan aanleiding geven tot lagerslijtage en trillingen, een te lage snaarspanning kan leiden tot snaarslip en pulley- en snaarslijtage.

Volgorde van monteren nieuwe riemen:• Controleer of de schijven in lijn gemonteerd zijn.Zonodig uitlijnen.• Alle riemen losjes op de snaarschijven aanbrengen,de riemen nooit onder spanning over de schijven wippen.• Riemen spannen en de spanning controleren metbehulp van Sonic Tension Meter of met behulp van een veerpen.• Uitlijning nogmaals controleren.

Indien men het toerental van de ventilator wijzigt of eenmotor monteert met andere vermogens en/of toerentaldan dient men dit vooraf te overleggen met de leverancier. De leverancier dient de belasting op de lagers, alsmede de belasting van de waaier opnieuw door te rekenen. Indien hiervan wordt afgeweken dan kan er onherstelbare schade aan de ventilator ontstaan. De leverancier neemt geen enkele verantwoording voor modificaties die niet zijn gemeld. Zie hoofdstuk 1.1.

Na het wijzigen van motor, overbrenging, of frequentie-omvormer instellingen:• Draairichting ventilator controleren• Opgenomen stroom controleren

Let op: Tijdens werkzaamheden aan de ventilator dientde schakelaar d.m.v. een slot in de uitstand te staan.

De waarschuwingspictogrammen betreffende draaiende delen, elektrische spanning en openen van de deuren zijn op de deur geplakt.

! Waarschuwing !Voor openen deuren, ventilator

uitschakelen, spanningsloos maken en uit laten lopen

(minimaal 2 minuten).

TransportbeugelsVerwijder transportbeugels voor

opstarten ventilator.

! Warning !Before opening the doors, switch off and deenergise the fan and

allow it to run down(minium 2 minutes)

Transport brackets Remove transport brackets before

starting up the fan.

! Attention ! Avant ouverture des portes, le

ventilateur doit être déconnecté et avoir eu le temps, de s’arrêter

completement(2 minutes minimum)

Fixations de transportRetirer les fixations de transport

avant la mise en route.

! Gefahr !Vor Öffnen der Türen den

Ventilator abschalten, span-nungslos machen und zum Stillstand kommen lassen

(mindestens 2 Minuten warten).

TransportsicherungenTransportsicherungen vor der Inbetriebnahme demontieren.

200034906

Waarschuwing: Niet vergeten alle componenten spanningsloos maken en ventilator uit laten lopen voordatde deuren en luiken worden geopend en er inspecties enonderhoud worden verricht.

6.16 - GeluiddempersAanbevolen wordt de koelissen van de geluiddempersperiodiek te controleren op eventuele beschadigingen enhet losraken van de vezels, dit om vuilafzettingen verderop in de installatie te voorkomen.

Page 32: HHFlex Air Handling Units - Start |  · Schema controlepunten bij inbedrijfstellen ... RH - Relatieve vochtigheid VU ... aardlekschakelaar wordt toegepast met een waarde die

Hol

land

Hea

ting_

IOM

HH

Flex

_NL_

juni

201

7_Ve

rsie

03

Systemair B.V.Zanddonkweg 7A

5144 NX, WaalwijkPostbus 159, 5140 AD Waalwijk

Tel. +31 (0) 416 685555Fax +31 (0) 416 341795

www.systemair.nl

Systemair B.V. neemt deel aan het Eurovent Certificatie programma. Producten voldoen aan de omschrijving in de Eurovent lijst van gecertificeerde producten. Wijzingen voorbehouden. De foto op de voorzijde dient alleen ter illustratie en is niet contractueel bindend. Geproduceerd door: Systemair B.V., Waalwijk, Nederland. Gedrukt in de Europese Unie.