5

Inhoudsopgave

vijf

Introductie 8

thema’s en leerdoelen Het leerproces per hoofdstuk De instructies De woorden Minidialogen

Hoofdstuk 1 In de les 13

thema’s en leerdoelen grammatica klank en spelling Begroeten en afscheid nemen Vragen naar naam, nationaliteit, land van herkomst,

woonplaats en talenkennis, en reageren Jezelf voorstellen

   pronomina: ik, je, jij, mijn, je, jouw

  aa, ee, oo  ie, ië, ij, oe, ui

Hoofdstuk 2 En dit is … 21

thema’s en leerdoelen grammatica klank en spelling Praten over je familie Andere personen voorstellen Vragen naar de spelling van namen Namen spellen

  pronomina personalia: subject  verba: presens regelmatig

  au, ou, ei, eu

Hoofdstuk 3 Aan de balie 29

thema’s en leerdoelen grammatica klank en spelling Vragen naar persoonlijke gegevens Persoonlijke gegevens vertellen Tellen Een formulier invullen

  pronomina: uw  verba: presens hebben en zijn  woordvolgorde: hoofdzin  woordvolgorde: vraagzin

  uu

Hoofdstuk 4 Bij het sportcentrum 37

thema’s en leerdoelen grammatica spelling Vragen hoe het gaat en reageren Praten over de dagen van de week, dagdelen en de

tijdsaanduidingen Praten over sport en andere activiteiten Een afspraak maken

–   syllaben splitsen

Hoofdstuk 5 Zullen we even overleggen? 45

thema’s en leerdoelen grammatica klank en spelling Een voorstel doen voor een afspraak met een collega Reageren op een voorstel Een afspraak maken met een collega Een korte e-mail schrijven aan een collega

  verba: presens modale verba auxiliaria  verba: presens gaan  woordvolgorde: inversie (1)  de negatie (geen/niet)

   korte en lange  vocalen: |a|-|aa|  |e|-|ee| |i|-|ie|  |o|-|oo| |u|-|uu|

Spel 1 Het Wat-weet-je-al?-spel! 53

6

Inhoudsopgave

zes

Hoofdstuk 6 Wat gaan we eten? 55

thema’s en leerdoelen grammatica spelling Een menukaart lezen Bestellen in een restaurant of eetcafé Vragen om de rekening

  substantieven: singularis en pluralis   open en gesloten syllaben

Hoofdstuk 7 Aan de ontbijttafel 65

thema’s en leerdoelen grammatica spelling Je mening geven over eten en drinken Zeggen wat je wel/niet lekker vindt Zeggen hoe iets smaakt Twee dingen met elkaar vergelijken Je voorkeur uitspreken

   adjectief, comparatief en superlatief: regelmatig

  spelling: regels

Hoofdstuk 8 In de supermarkt 75

thema’s en leerdoelen grammatica uitspraak Een simpel recept lezen Instructies lezen en geven Zeggen wat je nodig hebt Vragen waar je iets kunt vinden Praten met een medewerker in de supermarkt

   adjectief, comparatief en superlatief: onregelmatig  verba: de imperatief  conjuncties hoofdzin

   de letter e: |ee| |è| |ә|

Hoofdstuk 9 Hoeveel kost het? 83

thema’s en leerdoelen grammatica uitspraak De prijs van een product vragen en zeggen Het gewicht van een product benoemen Een gesprek in een winkel voeren Een korte verkoopadvertentie begrijpen Een online bestelformulier invullen

–    de klank sjwa (1)

Hoofdstuk 10 Een dag uit het leven van … 93

thema’s en leerdoelen grammatica uitspraak Je dag beschrijven Praten over gewoontes en routines Tijdstippen en dagdelen benoemen Een verhaal structureren Vertellen over je vrije tijd

  frequentiewoorden  sequentiewoorden   woordvolgorde: hoofdzin met

inversie (1)

  de klank sjwa (2)  klemtoon (1)

Spel 2 Het Je-bent-op- -spel! 103

Hoofdstuk 11 Een familiefeestje 105

thema’s en leerdoelen grammatica uitspraak Vertellen over activiteiten Praten over familieleden Relaties benoemen Mensen beschrijven

  heden: aan het + infinitief + zijn  toekomst: gaan + infinitief  pronomina: possessief pronomen

  klemtoon (2)

7zeven

Hoofdstuk 12 Onderweg 115

thema’s en leerdoelen grammatica uitspraak De weg vragen Route-instructies begrijpen Praten over vervoermiddelen De dienstregeling van een bus of trein lezen

en begrijpen

   woordvolgorde: hoofdzin met inversie (2)   woordvolgorde: imperatief met

sequentiewoord

  zinsaccent

Hoofdstuk 13 Bij de dokter 125

thema’s en leerdoelen grammatica uitspraak Telefonisch een afspraak met de huisarts maken Praten met de dokter en de doktersassistent Praten over klachten Een advies begrijpen en geven Informatie over medicijnen begrijpen

  verba: perfectum herkennen (1)   woordvolgorde: zinnen met

twee verba

  |g| |h| |ng| |nk|

Hoofdstuk 14 Op het gemeentehuis 135

thema’s en leerdoelen grammatica uitspraak Online informatie van de gemeente vinden Online een afspraak met de gemeente maken Praten met een ambtenaar aan het loket Een huwelijk, scheiding, geboorte, verhuizing of

overlijden aan de gemeente doorgeven

   woordvolgorde: bijzin herkennen na de conjuncties als, omdat, terwijl  pronomina personalia: object

  |f| |v| |w| |b|

Hoofdstuk 15 Feestje! 145

thema’s en leerdoelen grammatica uitspraak Een uitnodiging voor een feestje begrijpen Een simpel weerbericht begrijpen Overleggen over een cadeautje met vrienden of

collega’s Praten over de voorkeuren en wensen van iemand

anders Iemand feliciteren, condoleren of succes wensen Een korte speech houden

  het was, het is, het wordt  verba: perfectum herkennen (2)   woordvolgorde: hoofdzin met

inversie (3)

–

Bijlagen 1551. Lijst met grammaticale termen en voorbeelden 1562. Klanken, spelling en uitspraak 1573. Getallen 1594. Grammatica 1605. Taalsituaties: de grammatica gebruiken 1666. Alfabetische lijsten met preposities 1687. Woordenlijsten per hoofdstuk 173

Bronvermelding 207