25
inko in formatiegevende en ko ntaktleggende periodiek van de fraters van utrecht 32 e jaargang nummer 5 december 2009 2 VAN DE REDACTIETAFEL Het laatste nummer van de 32 e jaargang is van de pers gerold. De redactie heeft besloten om voorlopig gewoon door te gaan, ondanks de vraag of het zin had nu de meeste leden van onze Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch nog steeds de moeite waard om de medebroeders en andere geïnteres- seerden onze periodiek aan te reiken. Dit nummer is herkenbaar als het Kerstnummer, gezien de kerstwensen van het Algemeen en Provinciaal Bestuur; de foto’s van de diverse kerstgroepen, zoals deze in de huizen gebruikt worden en de herinneringen aan het Kerstkind, opgetekend door Ben Bergen. Door de noot van de redactie bij het artikel “De pen doorge- ven…. “ van Els Backer zal het eenieder duidelijk zijn, waarom we nu twee afleveringen van deze rubriek in deze INKO heb- ben staan. Ben Doodkorte laat u kennisnemen van zijn gedachten én de tien stellingen van de Raad van Kerken bij de financiële crisis. Een felicitatie aan het adres van de Gouden Sarto in Ende sluit de rij van jubilarissen dit jaar af. De redactie wenst alle lezers en lezeressen hele fijne en inspi- rerende kerstdagen toe en een gezond en gelukkig Nieuwjaar. Moge 2010 u brengen wat u ervan hoopt te ontvangen en anders veel goede moed geven om op te pakken wat op uw weg komt.

inko VAN DE REDACTIETAFEL · 2014. 1. 9. · inko informatiegevende en kontaktleggende periodiek van de fraters van utrecht Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: inko VAN DE REDACTIETAFEL · 2014. 1. 9. · inko informatiegevende en kontaktleggende periodiek van de fraters van utrecht Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch

inko informatiegevende en kontaktleggende periodiek van de fraters van utrecht

32e jaargang

nummer 5

december 2009

2

VAN DE REDACTIETAFEL Het laatste nummer van de 32e jaargang is van de pers gerold. De redactie heeft besloten om voorlopig gewoon door te gaan, ondanks de vraag of het zin had nu de meeste leden van onze Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch nog steeds de moeite waard om de medebroeders en andere geïnteres-seerden onze periodiek aan te reiken. Dit nummer is herkenbaar als het Kerstnummer, gezien de kerstwensen van het Algemeen en Provinciaal Bestuur; de foto’s van de diverse kerstgroepen, zoals deze in de huizen gebruikt worden en de herinneringen aan het Kerstkind, opgetekend door Ben Bergen. Door de noot van de redactie bij het artikel “De pen doorge-ven…. “ van Els Backer zal het eenieder duidelijk zijn, waarom we nu twee afleveringen van deze rubriek in deze INKO heb-ben staan. Ben Doodkorte laat u kennisnemen van zijn gedachten én de tien stellingen van de Raad van Kerken bij de financiële crisis. Een felicitatie aan het adres van de Gouden Sarto in Ende sluit de rij van jubilarissen dit jaar af. De redactie wenst alle lezers en lezeressen hele fijne en inspi-rerende kerstdagen toe en een gezond en gelukkig Nieuwjaar. Moge 2010 u brengen wat u ervan hoopt te ontvangen en anders veel goede moed geven om op te pakken wat op uw weg komt.

Page 2: inko VAN DE REDACTIETAFEL · 2014. 1. 9. · inko informatiegevende en kontaktleggende periodiek van de fraters van utrecht Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch

3

Het Algemeen Bestuur van de 

Congregatie Fraters ‘Bunda Hati Kudus’ wenst u allen 

 EEN VREDIGE KERST 2009

en

EEN GELUKKIG NIEUW JAAR 2010

Moge de liefde van de Vredevorst die werd geboren

uit de eenvoud van de Maagd Maria de inspiratie zijn van

onze liefdevolle dienstbaarheid aan God

en onze medemens.

Fr. Simon BHK

Algemeen Overste

4

KERSTMIS De herders lagen in het veld.

Zij telden niet hun schapen. Zij vloekten, kletsten, zopen maar.

De oudste lag te slapen. De nacht was helder, het was koud.

De hemel stond vol sterren. Het roofdier, grommend, zocht naar buit,

als dreigement van verre De herders rond het knappend

vuur vertelden, fantaseerden. Een hutspot vol onzinnigheid

tot spot van de geleerden. Ze zwetsten met en door elkaar.

Ze wisten niet van horen. En toen ze waren uitgeraasd

begon het weer van voren. Toen nam er een zijn blaaspijpriet

en floot zijn vlotste deunen. Zijn makkers zongen brommend mee

om hem te ondersteunen.

Page 3: inko VAN DE REDACTIETAFEL · 2014. 1. 9. · inko informatiegevende en kontaktleggende periodiek van de fraters van utrecht Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch

5

De ruwste kerels zwegen soms. Muziek voert tot bezinnen.

Het grofste tuig ontsluit het hart. En stil wordt het van binnen.

De echo gaf de zang terug.

Als wilde zij bedanken. Het hele dal gevuld met zang;

nooit inniger van klanken. De hemel heeft op dit moment

zijn Boodschappers gezonden. De herders stonden haastig op

en hebben Hem gevonden. De oudste herder zei heel zacht:

"Hier ligt Hij, die wij zoeken. Dit Kind daar, in die voederbak

gewikkeld in wat doeken". Zij keken zwijgend naar het Kind.

Zij wilden het niet storen. En in hun harten werd opnieuw

het Christuskind geboren. Zij gingen blij naar huis terug

vertelden opgetogen, wat God hen had bekend gemaakt.

Niet een heeft toen gelogen. 6

De hele streek trok naar de stal Zij liepen niet, zij renden.

De jongens sleepten meiden mee. Wat was me dat een bende.

De veldwacht stormde op hen af.

Hij schold hen voor: "Rebellen". De herders brulden: "Hou je kop..

Je hebt niks te vertellen." Ze drongen schuiflend in de stal.

Stil, verwonderd, niet verward. Maria keek hen allen aan.

Sloot hen blijvend in haar hart. GEBED

Dat ook ik dit Kindje vinde en zò in zijn ban geraak.

Dat ik steeds meer mens ga worden En…….wat minder heisa maak.

Theobaldus

Page 4: inko VAN DE REDACTIETAFEL · 2014. 1. 9. · inko informatiegevende en kontaktleggende periodiek van de fraters van utrecht Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch

7

ZUL JIJ ER ZIJN VOOR MIJ? artikel 7

Onze gemeenschap bestaat niet alleen omwille van zichzelf. Wij zijn geroepen om gezonden te worden, ‘op tocht te gaan en vruchten voort te brengen die blijvend mogen zijn’. (Joh. 15: 16)

Zoals Jezus door de Vader gezonden werd, zo zendt Hij ons, om lief te hebben, om gerechtigheid te doen en daarvoor vrede te bewerken; om mensen Gods belofte te laten ervaren: Ik zal er zijn voor u.

artikel 8

De congregatie aanvaardt vanuit de Kerk de opdracht, zorg te dragen voor jonge mensen op hun levensweg. Als de omstandigheden dat vragen, zullen wij beschikbaar zijn om, in dienst van de naaste, ook andere taken op ons te nemen.

8

artikel 9

Wij willen ons laten leiden door het woord van Jezus, de Mensenzoon: ‘Al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders, hebt gij voor Mij gedaan’. (Mt. 25: 40)

Bij voorkeur zullen wij de armen nabij zijn. Daarbij staat ons voor ogen het voorbeeld van Vincentius a Paulo, die de arme zelfs beschouwde als zijn meester.

In onze levensloop hebben wij heel wat plus– en minpunten vergaard, met de regelmaat van de klok gescoord, gewonnen en verloren. Wat gisteren verworven is aan ervaringen, bezittingen en dergelijke moeten wij vandaag gebruiken om de dag die komen gaat voor te bereiden. Durven wij onze ups en downs te benoe-men, al wat ons vreugde verschafte en ook al hetgeen ons soms pijn deed. Eigenlijk hebben wij daar geen behoefte aan in de trant van “Opa vertel nog eens van vroeger?” Ons geldt meer: “Blijf niet staren op wat vroeger was. Sta niet stil in het verleden. “Ik, zegt Hij, ga iets nieuws beginnen. Het is al begonnen, merk je het niet? “ Bij terugblikken hoort vooruitkijken. Kijken naar de toekomst, de mogelijkheden en uitdagingen die er óók nu nog liggen.

Page 5: inko VAN DE REDACTIETAFEL · 2014. 1. 9. · inko informatiegevende en kontaktleggende periodiek van de fraters van utrecht Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch

9

Een van de dingen die we uit ons verleden mogen meenemen: “IK ZAL ER ZIJN VOOR JOU”, de naam waarmee God zich liet kennen aan Mozes. De Naam van het kind van Bethlehem: “God-met-ons!” De eerste leerlingen, Kleopas en de ongenoem-de, hebben op weg van Jeruzalem naar Emmaus en retour, het letterlijk mogen ervaren, dat “Ik zal er zijn voor jou” werkelijk-heid is, waarheid en leven betekent. Op die belofte van God mag je telkens zonder ophouden vertrouwen en blijven vragen: “Ben jij er voor mij?“ Als een uitdrukking van verbazing, als een kreet om hulp, als een belofte van geborgenheid, als het herkennen van iemand bij wie je thuiskomt, als woorden van dank, omdat we niet van God verlaten zijn. Moeilijker blijft de vraag: “Maar ben jij er ook voor mij? Blijf je dicht bij de Bron om zelf bron te zijn! “ Samen vormen wij een communiteit, elkaar tot steun bij het drinken uit die Bron en ook zelf bron te zijn. Leven vanuit de Bron gebeurt niet op de eerste plaats door de verkondiging van het Woord, door mooie woorden en onvermoeibare inzet, maar bij uitstek door de “Blijde Boodschap” dagelijks te beleven, een gemeenschap van “bezielde” mensen te zijn. De rode draad in onze communiteit zal zijn: leven vanuit je eigen diepte, respec-terend elkanders eigenheid. Het schijnt mij toe dat de Congregatie in Nederland op dit his-torisch ogenblik niet in de eerste plaats werken nodig heeft, hoe nuttig en goed die ook mogen zijn. Er is nood aan vernieuwing die van binnenuit begint, bij de wortels, en dit kan niet alleen komen van ons werk. Het betekent leven in een houding van deemoedig vertrouwen en van waakzaamheid. God de kans geven te werken in ons leven en in onze gemeenschap. Voor ons geldt blijvend de vraag, wie is onze inspiratiebron? Het is één proces van samen zoeken naar onze inspiratie – bron en de uitdagende vraag: stroomt die nog?

10

Loop ik, lopen wij nog de goede richting? Ga ik Jezus van Nazareth achterna? Is Hij nog onze wegwijzer naar de toekomst? Of hebben wij andere, betere wegwijzers? In elk geval weten wij dat Hij mensen wil dienen door zijn hele leven te geven voor hun bevrijding, hun rechten, hun geluk. Hij wil ons laten leven in dat grote verbond tussen hemel en aarde, tussen God en mens. Hij doet een dringend beroep op ons Hem achterna te gaan op zijn weg, ook al staat op het einde een kruis. Dat mag voor ons geen verrassing zijn In het kruis raken hemel en aarde elkaar. Dienstbaar zijn aan elkaar, desnoods je leven geven, dé oplossing voor de toekomst. Uw inspirerende Constituties spreekt geregeld op een uitdagende en verfrissende wijze over de ruimte voor verbondenheid en solidariteit. Ruimte geven aan de mooie momenten, de prestaties die verricht zijn waarbij ook niet vergeten mag worden de teleurstellingen en de droevige dingen, de mislukkingen in ieders mensenleven, zonder te vervallen in een soort boekhoud-som. Een terugzien op de vraag van Jezus in het Evangelie: “Ben ik de afgelopen tijd er geweest voor anderen?” Heb ik liefgehad? Ben ik voor anderen een luisterend oor geweest, een arm om de schouder, een beetje tijd, een duwtje in de rug? Het draait om de vraag waar was ik als ik er zijn moest voor mezelf en voor anderen? Uitdagend! Gemeenschapsleven is de meest intense verwerkelijking van ons christelijk leven. Een niet aflatende opdracht onze communiteiten tot haarden van evangelisch leven te maken, door de wijze waarop wij voor elkaar openstaan, door broederlijk delen en door gastvrijheid. Mijn verwachting, dat de Congregatie mag blijven ervaren welk een voorrecht het is tenvolle Vrij-gezel te mogen zijn! Vrij gemaakt om gezel te zijn van jezelf (een opdracht meer dan boeiend en voor velen te vaak onderbelicht), vrijgemaakt gezel te zijn van de mens, die je nog mag ontmoeten, als een

Page 6: inko VAN DE REDACTIETAFEL · 2014. 1. 9. · inko informatiegevende en kontaktleggende periodiek van de fraters van utrecht Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch

11

nieuwe Emmaüsganger en uiteindelijk vrijgemaakt gezel te mogen zijn van de Levende. Uit deze levende en dynamische eenheid leeft de Kerk, leeft de religieuze gemeenschap Het gaat uiteindelijk om het Gezel-zijn in de dubbele uitdaging van het woord: enerzijds compagnero, vriend, mede-weggenoot, maar ook in die heel oude betekenis van gezel: leerling zijn. In dit wonderlijke spel van vrijgemaakt willen zijn kom je soms tijd tekort. Het eist zorg en discipline, vroeger zouden wij zeggen ascese. Er aan gaan staan, de vraag tenvolle beamen: “Zul jij er zijn voor mij?” Zo herkennen wij ons in Maria, onze medezuster in geloof, die mede aan de wieg stond van Jezus van Nazareth. Wat er in haar leven ook gebeurde, zij liet zich leiden met alle consequenties vandien. “Mij geschiede naar Uw woord”. Haar levenshouding, los laten, je eigen plannen, dromen en verwachtingen, je eigen zekerheden. Haar Zoon blijvend volgend, met Hem meetrekkend tot het bittere einde toe. Zij had de moed en durf ja te blijven zeggen op het grote Mysterie in haar leven, meedragend in haar hart, “Ik zal er zijn voor jou?

Voorhout, 15 november 2009 Drs. Alfons Kroese o.c.d.

12

KERSTGROEP

KAPEL, FRATERHUIS ST. JOZEF

Page 7: inko VAN DE REDACTIETAFEL · 2014. 1. 9. · inko informatiegevende en kontaktleggende periodiek van de fraters van utrecht Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch

13

Noot van de redactie: Door een technische onvolkomenheid in het e-mailverkeer, is in de vorige aflevering van INKO, slechts de helft van het verhaal van Els doorgekomen en afgedrukt. Onze verontschuldigingen aan haar! Graag plaatsen we deze keer haar gehele pennenvrucht. Leo Zuiderwijk heeft het pennetje aan mij doorgegeven met daarbij vertellend: schrijf iets over wat je interesseert ……

Els Backer, Hoofd van de zorg Fraterhuis St.-Jozef

Mijn passie Een van mijn passies is Zuid-Frankrijk. Frankrijk interesseert mij al sinds de middelbare school, net als de franse chansons. Waarschijnlijk mee ingegeven dat ik ben geboren en opgegroeid in Maastricht. Het dialect bevat veel Franse woorden; vlak over de grens spreekt men Frans….

14

De laatste jaren breng ik met Hans, mijn echtgenoot, de zomer-vakantie door in Zuid-Frankrijk. In 2002 hebben wij een rondje Frankrijk gedaan om te weten te komen wat voor ons een prettige omgeving is in Frankrijk. We hebben alle departementen gezien en werden in Zuid-Frankrijk geraakt door de zuidelijke Ardèche. Wanneer je bij Pierelatte de autoroute verlaat, de airco uitzet en de raampjes open doet, komt er een geur van lavendel, thijm je tegemoet. De cigales zingen je oren doof. Heerlijk. Het gebied is ruig: rotsen, bergen, droog en arm. Het gebied is dun bevolkt. De Noordelijke Ardèche is zeer toeristisch en het zuiden met name rond Vallon Pont d’Arc. Dit kun je als nadeel ervaren, ook kun je dit negeren. Dat laatste doen we dan ook en genieten van al het moois wat dit gebied in zich heeft. Na twee jaar dit gebied te hebben bezocht, kwamen we erachter dat een oud-leerlinge van Hans hier woont. Zij was de eerste leerling van Hans in 1973, zij was toen 10 jaar. Dit gegeven deed ons het jaar erop wederom naar dit gebied afreizen. Inmiddels zijn zij ons zeer dierbaar geworden en mogen we hun als onze vrienden beschouwen. Dus ook bivakkeren we bijna elk jaar op dezelfde camping. Het gebied is rijk aan geschiedenis wat ons beider interesse heeft. Mijn cursus kunstgeschiedenis die ik enkele jaren geleden gevolgd heb, komt dan goed van pas. We reizen dan ook wat af. Zo hebben we Nîmes, Orange, Avignon, Vaison la Romain, Mont Ventoux, de Camarque, Arles, de Gorges du Tarn en natuurlijk de Gorges de Ardèche verschillende keren bezocht en iedere keer zien we weer wat anders. In de buurt van de camping zijn verschillende grotten en de een na de ander presenteert zich als de mooiste en de beste. Nu heb ik in het verleden al vele grotten gezien. Als Maastrichtse de mergelgrotten en ook de druipsteengrotten van de Ardennen in België en op Mallorca.

Page 8: inko VAN DE REDACTIETAFEL · 2014. 1. 9. · inko informatiegevende en kontaktleggende periodiek van de fraters van utrecht Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch

15

Dus je kunt je voorstellen dat we niet zo’n behoefte hadden om weer grotten te bezoeken. Echter dit jaar was het zo warm in de Ardêche dat we de koelte wilden opzoeken. En waar kun je dat beter doen dan in een grot. De vraag was alleen welke, er zijn in dit gebied een aantal. Om niet te lang in de auto te zitten besloten we om naar de dichtst-bijzijnde te gaan. Op een kwartiertje rijden vind je de Aven D’Orgnac. Na een rit door de bossen en vlakte van de Ardèche kom je nauwelijks zichtbaar bij de Aven. Het ziet er verzorgd uit en de auto kan onder de bomen staan. Op het terrein is een museum met de geschiedenis van het gebied. Ook zie je hier de resten die gevonden zijn. We moeten een uur wachten voor we de grot in kunnen. We komen in een groep met een Engelse gids. In de tussentijd lopen we door de tuin die aangelegd is met de vegetatie van de streek. Dit maakt al een overweldigende indruk, ben benieuwd hoe de grot eruit ziet. We worden ontvangen in een ruimte waar ons verteld wordt wat we kunnen verwachten. Als je denkt dat je direct de grot inloopt heb je het mis, twee-honderd treden naar beneden. Dan kom je in een immens grote ruimte. Je loopt langs een grote berg met afval, hierboven zie je een klein rond gat waar licht door komt. Dit is een natuurlijke opening met de buitenwereld. Deze opening werd door de mensen gebruikt als put waarin afval, dode dieren werden gegooid. Ook vielen hier dieren door en stierven ze een hongerdood. Door dit gat heeft in 1935 Robert de Joly de grot ontdekt. Inmiddels staat de grot op werelderfgoedlijst. Het is de grootste grot in de wereld.

16

De route onder de grond is meer dan 500 m lang. Je daalt tijdens de route 120 meter. Onderweg zie je zeer grote stalagmieten en stalactieten, breed en hoog. De druppels hebben mooie vormen gekregen van dennenappels, palmboomstronken, schijven en orgelpijpen. In een van de zalen staat hoog bovenop een boog een urn met de resten van Robert de Joly. Zijn hondje ligt aan de voet van de urn begraven. In het begin zie je bijna geen druppels vallen. Door een fout is de parkeerplaats daarboven geasfalteerd. Er kon geen water meer door. Toen men dit bemerkte heeft men het asfalt weggehaald. Helaas was het kwaad al geschied. Dit heeft de voortgang van de druppels verstoord. Verderop in de grot zie je de druppels met een hoog tempo vallen en uiteenspatten. Hierdoor worden de calcietpilaren gevormd. De kleuren zijn roodachtig. Aan het eind van de tocht kom je bij een ondergrondse rivier, waar een mooi lichtspel wordt getoond.

Page 9: inko VAN DE REDACTIETAFEL · 2014. 1. 9. · inko informatiegevende en kontaktleggende periodiek van de fraters van utrecht Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch

17

Wat we gezien hebben is slechts 10% van de gehele grot. Ben je niet bang en heb je geen hoogtevrees dan kun je als een echte speleoloog, met speciale kleding, door nauwe gangen kruipen. Dan ben je ongeveer 3 tot 8 uur bezig en zie je de nog niet geëxploiteerde gangenstelsels. De totale lengte van de grot is nu ongeveer drie kilometer. Nog niet alles is vrijgegeven. Ook wil men niet alles voor bezoekers vrijstellen dit om de grot authentiek te houden. De terugtocht gaat per comfortabele lift en brengt je in 20 seconden weer terug in de werkelijkheid. Terug van een comfortabele temperatuur van 13 graden naar de hitte van de zomer bovengronds. De galerijen die het netwerk van de gangen van Orgnac vormen werden in het Tertiar, 6 miljoen jaar geleden, door ondergrondse rivieren uitgeslepen. Ik kan niet anders zeggen dan dat deze grot op mij een over-weldigde indruk heeft achtergelaten. Zie ook www.orgnac.com Dit is één van mijn passies, Frankrijk en hier hoop ik nog vele jaren naar terug te gaan. Net als mijn dagelijkse rit naar De Bilt, nog zo’n passie.

Els Backer, teammanager zorg Fraterhuis St. Jozef. En de pen is doorgegeven aan Astrid Lunsingh.

18

FRATER SARTO IN HET GOUD Frater Sarto, H. Ndoki, is afkomstig uit Kanganana op Flores. Zijn geboortedatum is genoteerd op 31-12-1938. Waarschijnlijk is dit niet de exacte dag, maar dat is in het verleden veel voorge-komen in Indonesië. Op 25 juli 1959 is hij ingekleed en deed zijn professie voor het leven op 20 juni 1965. Frater Sarto is - ondanks zijn leeftijd van bijna 71, hetgeen in Indonesië heel oud is - nog steeds directeur van de SMA (hogere middelbare school) in Ende. Hij heeft een goede staat van dienst als onderwijzer, directeur, overste en provinciaal overste. Overal waar hij geleefd en gewerkt heeft, maakte hij zich tevens verdienstelijk op muzikaal terrein met zijn zang, pianospel en leiding van koren, zowel binnen als buiten de liturgie. Hij heeft zijn talenten vol-op benut ten dienste van onze gemeenschap en de jeugd. Sarto, namens de lezers van INKO, van harte proficiat met deze gouden mijlpaal en wij hopen dat je nog een geruim aantal jaren - in goede ge-zondheid - actief kan blijven voortgaan.

Leo Ruitenberg

Page 10: inko VAN DE REDACTIETAFEL · 2014. 1. 9. · inko informatiegevende en kontaktleggende periodiek van de fraters van utrecht Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch

19

KERSTGROEP

DE WONNE, ALMELO

20

HERINNERING AAN HET KERSTKIND Het is al weer enige jaren geleden dat een goede kennis mij had laten doorschemeren dat zij met Kerstmis een kerststal in huis best leuk zou vinden. Maar nooit was ze er toe gekomen een te kopen. Een paar weken later vond ik in mijn supermarkt een eenvoudig kerststalletje te koop aangeboden en ik vermoedde dat het bij haar in de smaak zo vallen. Dus kocht ik het en nam het mee naar huis. Maar bij de controle op de inhoud van de doos … wie schetst mijn verbazing; geen kindje Jezus. Het zat er niet bij. Was men het vergeten het erbij te doen? Was het er uit gevallen? Was een verzamelaar van Jezuskindjes doende geweest? Hoe dan ook, ik ging terug naar de winkel en sprak er de filiaalhouder over aan, of ik soms daags voor Kerstmis het kindje Jezus moest komen ophalen? We hebben alle dozen nagekeken. Alleen in de mijne ontbrak het kerstkind. En wat is nu een kerststal zonder kerstkind? Ik kreeg een andere doos mee. Voor mij is het Kerstfeest geen feest als ik niet stil sta bij de oorsprong en de betekenis van het feest. Als pastor ontkom ik daar natuurlijk ook niet aan. Maar het gaat dieper. Het heeft met mijn eigen wortels te maken. De wijze waarop we thuis in het gezin Kerstmis vierden. Want elk jaar stond er weer een eenvoudige kerststal, met beeldjes ooit door mijn vader in Kevelaer gekocht. Het Jezuskind in de kribbe, Maria en Jozef en drie schaapjes, waarvan een al heel vaak gerestaureerd was, zoals je aan zijn nek kon zien. En elke avond zongen we kerstliederen.

Page 11: inko VAN DE REDACTIETAFEL · 2014. 1. 9. · inko informatiegevende en kontaktleggende periodiek van de fraters van utrecht Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch

21

Stilstaan bij het kerstkind van Kerstmis. Dat betekent stilstaan bij zijn geboorte. Daarover twee persoonlijk getinte verhalen. Het is al weer heel wat jaren geleden dat ik met een reisgezel-schap op studiereis was in Israel. In januari van dat jaar. Op die reis was er gelegenheid om buiten de vaste groep om een dagje naar Bethlehem te gaan. Zo kwam ik in de kerk van de geboorte. Het was voor mij een ongelofelijke ervaring. Want het was er heel rustig en ik kon me in de crypte neerzetten naast een broeder die de wacht had en daar zat te bidden. Ik heb op die plek zeker een half uur doorgebracht, terwijl af en toe een pelgrim de crypte in en uit ging. Al mediterend keek ik naar de ster op de grond, ingelegd op de plaats waar volgens de traditie het Jezuskind was geboren. Misschien was het wel niet precies de plaats. Maar toch…, doorheen de vele eeuwen was het door het bezoek van talrijke pelgrims in ieder geval een heilige plaats geworden: teken van de geboorte van Jezus, de Messias van God onder ons mensen. Al kijkend naar de ster zag ik de rots daaronder. Een oneffen plaats met kuiltjes en bulten. En dat kende ik, want op mijn vele fietstochten met wat kookgerei en een slaapzak had ik me dikwijls genoeg neergelegd op harde en oneffen grond. En ineens schoot het door me heen; zo hebben hemel en aarde elkaar geraakt. Een mensenkind ons door God gezonden in ons harde bestaan. Als troost en bemoediging. Maar ook als een opwekking om die hardheid van onze wereld te doen verzachten. Een tweede verhaal. Ooit ben ik op Kerstavond voorgegaan in een viering in de Arnhemse Rijnhal voor circusartiesten en belangstellenden. Een eucharistieviering midden in de piste van het circus. Toen een traditie van enkele jaren. Uiteraard werd er in die viering ook een woord van mij verwacht in die ruimte die zo anders is dan de ruimte van de kerk. Daarom was ik eerst zomaar een paar keer binnengelopen om iets van de sfeer van het circus te proeven.

22

En ook nu werd ik op een bijzondere manier geraakt. Want wie naar een voorstelling gaat ziet andere artiesten - of beter gezegd - ziet de artiesten anders dan in hun gewone leven. Bij de voor-stelling een en al glitter en geflonker van kleding en mensen die als ‘t ware boven zichzelf uitstijgen in velerlei prestaties. Maar buiten de voorstelling hebben de artiesten niets opvallends. Toch zijn het dezelfde mensen. Ook in het verhaal van de geboorte ligt die tegenstelling. Daar is ook sprake van een voorstelling. Een hemelse. Lichtende engelen, die een boodschap uitspreken en uitzingen voor de toeschouwers: de herders. Ook bij de kribbe raken hemel en aarde elkaar. In dat mensenkind dat zij mogen ontmoeten. Dat bijzondere mensenkind, dat Zoon van God wordt genoemd. Bij de kribbe gekomen zien ze slechts een pasgeboren kind in doeken gewikkeld. Daar moeten ze het maar mee doen. Wij moeten het met minder doen. We hebben slechts een verhaal. Maar wie gelooft in dit verhaal, weet dat in elke mens, - hoe gewoon of hoe marginaal ook in onze samenleving - een kind van God schuil gaat. Verborgen maar reëel. Wie ziet met de ogen van de herders naar een andere mens, is zich bewust dat er voor elke mens een plek mag zijn om te leven en te wonen. Wie zo kan zien heeft weet van een verantwoordelijkheid naar elkander toe, omdat God zelf ons het eerst heeft liefgehad.

Ben Bergen, msc

Page 12: inko VAN DE REDACTIETAFEL · 2014. 1. 9. · inko informatiegevende en kontaktleggende periodiek van de fraters van utrecht Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch

23

DE CRISIS EN IKZELF FINANCIËLE VERKENNINGEN 2008-2009 Tien stellingen bij de financiële crisis van de Raad van Kerken De Raad van Kerken krijgt allerlei vragen over de financiële crisis. Om de kerken te stimuleren het gesprek daarover te zoeken heeft het moderamen tien stellingen geformuleerd. Kerken kunnen de stellingen gebruiken om het gesprek over geld en cultuur rond financiën aan te gaan. De stellingen vormen niet de afronding van een discussie, maar beogen juist een referentiekader aan te reiken waarbinnen het zinvol kan zijn om het gesprek te starten. Overbodig te zeggen: de stellingen zijn met uitputtend. Vandaar dat op de website van de Raad van Kerken de reactie-functie open is gesteld en kerken en personen nadrukkelijk worden uitgenodigd om eigen gedachten en stellingen toe te voegen. Er zijn vele deskundigen buiten de kerk die een zinvolle analyse van de financiële en de economische situatie geven. Voor de kerken is het het meest interessant te kijken naar wat een bijbels-theologische inbreng kan zijn. Kernbegrippen zijn daarbij geloof, vertrouwen en levensstijl. De kerken hebben geen eigen oplossing. De kerken hebben wel een visie op een sociale samenleving; ze hebben een opvatting over menswaar-dige verhoudingen·in het licht van bijbelse oriëntatie en over pastorale nabijheid·bij mensen die de dupe worden van een economische teruggang.

24

1. We erkennen dat God de eigenaar is van de aarde, van de grondstoffen, de hulpbronnen en daarmee van de geldmiddelen. Vanaf Genesis is duidelijk dat God de hand in de schep-ping heeft. De mens is rentmeester, geen bezitter noch bezetter. De lofprijzing op Hem als Schepper keert daarna steeds 'weer terug', bijvoorbeeld in de Psalmen. 'Van de Heer is de aarde en alles wat daar leeft' (psalm 24: 1,2). Ten teken van Gods eigenaarschap kent het volk Israël bet offer van de eerstelingen. Mensen blijven iets houden van huurders of nomaden.

2. We erkennen dat ons christelijke geloof direct te

maken beeft met de besteding van ons geld. Het geloof begint in het hart van een christen en maakt zich van daaruit concreet. De God die de aarde geeft, koppelt aan de schepping onmiddellijk een tijdsordening en een maatschappelijke ordening die ons daarop oriën-teert. De sabbat, het sabbatjaar en het jubeljaar zijn daar voorbeelden van. Konrad Raiser, secretaris-generaal van de Wereldraad, zei in 1997: "Het principe van het jubel-jaar is niet alleen in tegenspraak met de basislogica van de economie, maar schijnt ook de politieke orde te onder-mijnen door de rechtmatigheid van macht die gebaseerd is op verkregen rechten, in het bijzonder eigendomsrecht, uit te dagen".

3. We erkennen dat wij christenen net als andere

mensen een systeem ondersteunen waarin geld tot doel op zichzelf is geworden. De kerk is een instelling en een groep van mensen die ieder voor zich deel hebben aan de crisis met het geld Er zijn vele christenen die een appél hebben doen uitgaan om het verschil te maken in de wereld; er zijn even zo vele christenen die kritiekloos onderdeel uitmaken van

Page 13: inko VAN DE REDACTIETAFEL · 2014. 1. 9. · inko informatiegevende en kontaktleggende periodiek van de fraters van utrecht Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch

25

het systeem. Als kerk zijn we onderdeel van de cultuur waarin we leven en dragen we de verantwoordelijkheid voor de huidige stand van zaken.

4. We erkennen dat wij christenen vanuit de bijbel een veel genuanceerder gebruik van geld krijgen aange-reikt. Vanaf de oudste bijbelse bronnen is er gewezen op een mentaliteit van hoe om te gaan met geld. De bijbel verbiedt niet om geld te lenen, maar moedigt het zeker ook niet aan. Geld lenen maakt afhankelijk. Vooral de praktisch ingestelde dichter van Spreuken ziet daaraan allerlei gevaren kleven. En al in de Tora wordt heel nuchter gesproken over het lenen. 'Als je geld leent aan iemand van het volk die armoede lijdt, gedraag je dan niet als een geldschieter. Vraag geen rente van hem. Als je iemands mantel als onderpand neemt, moet je die voor zonsondergang teruggeven, want hij heeft niets anders om zich mee toe te dekken als hij gaat slapen'. (Exodus 22: 24-25).

5. We erkennen dat niet geld, maar God het perspectief

van ons leven vormt; we richten ons voor alles op een levende en een levendmakende relatie met Jezus Christus. God is eigenaar van de aarde. En Hij neemt zijn verant-woordelijkheid als eigenaar en stelt zijn bezit veilig. Hij overwint de meest ultieme dreiging, die van de dood, en vanuit dat perspectief leent Hij ons zijn bezittingen uit om er mee oefenen, te spelen en van te genieten. In de persoon van Jezus ontmoeten we iemand die staat in die relativerende joodse traditie waar het gaat om geld. Hij laat ons zien dat een oriëntatie op God en op Zijn Konink-rijk veel meer perspectief biedt dan een geïnvolveerdheid op de Mammon (een Aramese aanduiding voor 'geld').

26

6. We erkennen dat wij christenen een traditie hebben waarin vele christenen een genuanceerd gebruik van geld voorstaan. De eerste joods-christelijke gemeente plaatste de gemeen-schap boven bet individuele bezit van geld. Indirect uit de verhalen van bijvoorbeeld Paulus weten we dat er elders collecten zijn gehouden om deze gemeente te ondersteunen. In de kloostertraditie is dit element van armoede en gematigdheid terug te vinden. Thomas à Kempis begint zijn Navolging van Christus al onmiddel-lijk met "IJdelheid is het dus, vergankelijke rijkdom te zoeken en daarop zijn hoop te stellen". Hij plaatst deze concrete uitspraak in een levensinstelling. Het gaat om een levenshouding van bescheidenheid en innerlijke concentratie waarvan genuanceerd omgaan met geld een gevolg is.

7. We erkennen dat er in onze christelijke traditie bij

de uitwerking van onder meer de decaloog en het gebed steeds een hoofdlijn van denken is geweest die spiritualiteit verbindt met matiging en zelfbeheersing op materieel gebied. In verschillende kerkelijke catechismussen en tradities is de uitleg van de bede 'Geef ons vandaag het brood dat we nodig hebben' betrokken op een matigende levens-houding. En de uitleg van het gebod 'Steel niet' is betrok-ken op de bredere omgang met geld. In de Catechismus van de Katholieke Kerk staat: 'Het gebod schrijft voor, de rechtvaardigheid en de naastenliefde te beoefenen bij het beheren van de aardse goederen en de vruchten van de menselijke arbeid'. En: 'De mens mag de aardse goede-ren niet uitsluitend beschouwen als zijn privé-eigendom, maar evenzeer als gemeenschappelijk bezit, in deze zin dat ze niet alleen hemzelf maar ook anderen tot voordeel kunnen strekken'.

Page 14: inko VAN DE REDACTIETAFEL · 2014. 1. 9. · inko informatiegevende en kontaktleggende periodiek van de fraters van utrecht Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch

27

Zondag 42 Vraag 110 van de Heidelbergse Catechismus zegt: 'God verbiedt niet alleen het stelen en roven dat de overheid straft, maar Hij rekent ook als diefstal alle sluwe streken en listen, waardoor wij het bezit van onze naasten in handen trachten te krijgen, hetzij met geweld of schijn van recht of door het vervalsen van gewichten, maat, waar en munt, met woeker of door enig middel, dat God verboden heeft. Hij verbiedt zowel alle gierigheid als alle misbruik en verkwisting van zijn gaven'. In de tradities van relatief kleine kerken als de Doopsgezinden en de Quakers spelen deze accenten een aanwijsbare plaats in de geloofspraxis.

8. We erkennen in een oecumenische traditie te staan

die zich kritisch uitlaat over hebzucht en over de verdeling van geld. De Wereldraad van Kerken heeft vele kritische uitspraken gedaan over ongebreideld materialisme en over oneerlijke verdelingen van de middelen in de wereld. Het conciliair proces van JPIC (Justice, Peace and Integrity of Creation), een van de tradities in de Wereldraad, heeft een duide-lijke boodschap over geld en laat zien dat de inzet gericht moet zijn op het bevorderen van gerechtigheid en het behoud van het milieu.

9. We erkennen de noodzaak een levensstijl te kiezen

waarbij 'genoeg' en 'eerlijke verdeling' sleutelbegrip-pen zijn. De huidige economie is in ecologisch en sociaal opzicht niet duurzaam. Het onverbiddelijk vasthouden aan het groeimodel schaadt de duurzaamheid en creëert proble-men. Genoeg is genoeg (vergelijk onder meer het werk van Bob Goudzwaard en van Harry de Lange; en vergelijk de uitgave van de Raad van Kerken uit 2002 getiteld: 'Economie in dienst van leven').

28

10. We erkennen dat christelijke deugden en de gaven van de Geest geen eigendom zijn van ons, maar steeds weer gezocht willen wezen. De kerk en de christenen onderwerpen zich altijd weer aan een reformatie van het denken. Opdat het rentmeester-schap iedere keer weer ontdekt wordt. Sinds 1989 (de Val van de Muur) denken velen in het westen dat hun liberale markttheorieën het koninkrijk Gods benaderen. Maar we zien in diezelfde westerse cultuur onvermoede consequenties: speculatie op speculatie gebaseerd op onvoldoende draagvlak in de werkelijkheid en het neerleggen van de rekening van deze speculaties bij mensen die part noch deel hebben aan het economisch gewin. In bredere zin blijkt de kwetsbaarheid bij: de uitbouw van de zorg gebaseerd op efficiency en geld boven barmhartigheid, managers die onevenredig veel geld bij elkaar schrapen en een kloof tussen arm en rijk die voor kennisgeving wordt aangenomen. Steeds weer komen de zeven hoofdzonden in een ander gezicht om de hoek kijken; dat zijn: superbia (hoogmoed), avaritia (hebzucbt), luxuria (lust), invidia (jaloezie), gula (onmatigheid), ita (woede), acedia (traagheid). Daar-tegenover staan zeven deugden: prudentia (wijsheid), iustitia (rechtvaardigheid), temperantia (zelfbeheersing), fortitudo (moed), fides (geloof), spes (hoop) en caritas (naastenliefde).

DE CRISIS EN IKZELF Als ik de economische, financiële, kredietcrisis, met zijn mentale achtergrond, mij als een spiegel wil voorhouden, en ik bezie de tien stellingen welke door de Raad van Kerken in dat verband onder de aandacht worden gebracht, dan roept dat bij mij de volgende gedachten op:

Page 15: inko VAN DE REDACTIETAFEL · 2014. 1. 9. · inko informatiegevende en kontaktleggende periodiek van de fraters van utrecht Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch

29

God is voor mij niet Degene die zich opstelt als heersend eigenaar van het aardse, maar meer als de Levenskracht die zich in het aardse wil ontplooien door middel van het geschapene zelf, met daarin de mens die als denkend en willend wezen het beheer van het aardse in volle verantwoordelijkheid is toevertrouwd. Ik deel in die menselijke zending, gedreven door de ingeschapen liefde van de scheppende en meetrekkende God van Leven. Ik ben en wordt geroepen, terwille van mijzelf en anderen, om in alle opzichten van mijn menszijn het leven te delen, zowel materieel als immaterieel. Alles is aan en voor ons allen gegeven, opdat alle mensen volwaardig menselijk kunnen leven, met inachtneming ook van de levensrechten van alle andersoortige schepselen. Waar in onze welvaartsmaatschappij het hoofdaccent - met overaccentuering - gelegd wordt bij de materie, de mammon, het geld, de (over)macht, wil ik mij temeer bewust zijn dat ik in volle medeverantwoordelijkheid mijn keuzen te maken heb in de deelname aan de welvaart, met als criterium mijn antwoord op de aanhoudende vraag, in hoeverre de welvaart in dienst staat van het welzijn. En als ik dan welzijn als criterium hanteer, geldt dat niet alleen voor mijzelf. Het moet ook effect hebben in mijn relatie tot mede-mensen en hun welzijn. Het materieel en immaterieel appel dat van medemensen naar mij uitgaat, wil ik trachten te beantwoor-den in dienst van hun welzijn, te beginnen bij hun beleving van welzijn. Ik wil mij ervan bewust houden, dat de voortlevende God van Leven in mij en in heel de schepping, de Drijfkracht is van het goede. Dit roept mij op tot respectvolle eerbied voor die drijvende kracht in al wat leven is.

30

Ik ben een samenstellend element in het geheel, die zichzelf moet zijn, en het 'zichzelf' van anderen mede moet bevorderen. Ik wil mij bewust blijven, dat alles bestemd is voor allen, en dat ieder recht heeft op een evenredig deel van dat alles, rekening houdend met eigen omstandigheden en die van anderen. Zo hoop ik mij ervan te weerhouden om meer dan een evenredig deel voor mijzelf te reserveren of op te eisen, in het bewustzijn ook, dat ik daarmee anderen automatisch tekort zou doen. Het ligt in het verlengde van 6, dat ik mij bewust wil zijn van een mogelijke neiging tot over-consumeren, tot gierigheid, tot jaloezie, tot verkwisting; mogelijke neiging die ik wil zien als een aantasting van mijn menselijke waardigheid en integriteit. In de hier gegeven lijn zie ik het ook als een zelfopdracht, om in het dagelijks omgaan met materie in relatie tot medemensen, er niet op uit te zijn om het beste, het lekkerste, het grootste, het mooiste voor anderen weg te kapen, in tegenstelling tot ze te laten voorgaan. Zo ook ligt het in genoemde lijn, er in allerlei opzicht bewust voor te kiezen om het ‘genoeg’ daadwerkelijk genoeg te laten zijn. Samenvattend voel ik mij uitgenodigd en uitgedaagd om, geleid door de God van Leven in mij en in al wat leeft, behoedzaam in het leven te staan en weloverwogen keuzen te maken voor het goede.

Ben Doodkorte, 15.03.2009

Page 16: inko VAN DE REDACTIETAFEL · 2014. 1. 9. · inko informatiegevende en kontaktleggende periodiek van de fraters van utrecht Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch

31

KERSTGROEP

MELISSEKADE, UTRECHT

32

IK BEN ASTRID LUNSINGH In 2001 kwam ik in gesprek met mevrouw Ineke Wezenaar van Stichting Beukenstein in Driebergen. Ik was al ruim 10 jaar werkzaam in de Thuis-zorg in Utrecht en had net weer een aanvullend zorgcertificaat behaald. Ineke vroeg mij of ik er iets voor voelde om bij de Stichting Beuken-stein te komen werken. Ik heb daar toen lang over nagedacht; ik had immers een heel prettige cliëntenkring. Even later vroeg zij mij of ik er iets voor voelde om bij de fraters in De Bilt te werken. Als niet-katholiek had ik nog nooit van een frater gehoord en wist dus ook niet wat het inhield. Op 1 januari 2002 ben ik als verzorgende in dienst gekomen en … ik heb er nooit spijt van gehad! Graag wil ik nu met u terugblikken op herinneringen van vele jaren terug.

Page 17: inko VAN DE REDACTIETAFEL · 2014. 1. 9. · inko informatiegevende en kontaktleggende periodiek van de fraters van utrecht Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch

33

NOSTALGIE? Voor mij bij de kassa van de supermarkt staat een groepje jongeren met zakken chips, Red Bull en Energie drankjes. Ze zijn zo’n 12 tot 13 jaar; er wordt 20 Euro gewisseld. Thuis terugdenkend aan dit tafereel mijmer ik over vroeger toen ik dezelfde leeftijd had. Een gulden per week kreeg ik; dat was een vermogen. Daarmee kon je bij ‘Engelbert’ (de koek en snoep-winkel) heel wat koekkruimels kopen. Ik denk aan de krakende houten vloer en het altijd sloffende vrouwtje met haar blauwe schort. Hij, meneer Engelbert, werd altijd weer bedonderd door de jongens van de LTS. “Nee hoor meneer Engelbert, ik heb drie dropstaven en een zak koekkrui-mels”. Steevast hadden ze vijf dropstaven en een hele grote zak koekkruimels; niet afgewogen natuurlijk. Ze zeggen dat het komt doordat je ouder wordt, dat je veel meer aan vroeger denkt. ‘s Winters waren thuis de ramen dichtgevroren; het ijs zat aan de binnenkant van de éénsteens buitenmuur, gelegen op het noorden. Als het ging dooien zat de muur vol zwarte plekken; dan zat het ‘weer’ er in. ‘s Avonds werd in de put buiten, in de tuin van de benedenburen, de waterleiding ingepakt en afgedekt met stro en oude lappen om vooral bevriezen te voorkomen. Was de waterleiding toch bevroren dan ging er een slang, buiten om, naar de buren en werd er water getapt. Had je de pech dat ook de kolenkachel uit was dan was het zó koud en zó vochtig. Eén kachel om twee grote kamers, keuken en zijkamer te verwarmen. Mijn moeder ‘pookte’ dan tussen de ’tanden’ van

34

de kachel alle ‘slakken’ weg. Helemaal leegmaken en opnieuw aanmaken. En als ie brandde kroop je er helemaal voor om lekker warm te worden. De techniek heeft veel verandering gebracht: de ‘vooruitgang’. De kleine snoepwinkel is weg, zo ook de kolensjouwer met die zware zakken op z’n rug. Je had ‘eentjes, tweetjes en drietjes’, afhankelijk van de grootte van de kolen. Hoe heetten ze ook alweer…. ik ben het vergeten en heb het wat koud. Ik loop naar de thermostaat en zet ‘m wat hoger op 20°. Boven op zolder ploft de volelektronische ketel aan.

En ik geef de pen graag door aan Alma Soekhai

Page 18: inko VAN DE REDACTIETAFEL · 2014. 1. 9. · inko informatiegevende en kontaktleggende periodiek van de fraters van utrecht Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch

35

KERSTGROEP

RECREATIE, FRATERHUIS ST. JOZEF

36

Uit de nalatenschap van frater André Formanoy:

ONTMOETINGEN EN AVONTUREN De Harskamp

De modelboerderij was vlakbij. Vijf minuten lopen. Een echtpaar van naar schatting dertig jaar ging naast Angelus lopen en stelde zich voor als familie van de Pijl, een joods gezin. Gedurende de oorlog hadden ze op negen adressen een onderkomen gehad. Op het laatste adres op de vliering, waar ze niet van af mochten komen. Zomer en winter. Als het koud was de hele dag in bed. Een Engels woordenboek hadden ze helemaal doorgewerkt. Nu hadden ze niets meer. Of ze bij onze groep mochten komen. Ze waren uiterst voorzichtig. 'Goed', zei Angelus. Bij de modelboerderij werden we verwelkomd door een lid van het huisvestingscomité. 'Van harte welkom, ik zal uw onderkomen laten zien.' Hij bracht ons naar een groot lang gebouw. We kwamen in een flinke ruimte. Er stonden tafels en stoelen, een groot fornuis tevens kachel, een piano en wat afgescheiden waren kleine ruimtes voor onze bagage. Een deur bracht ons in de stal. Er was plaats voor vijftig koeien. De plaatsen waren genummerd. Het was er kraakhelder. Op de plaats van de koeien lag een dik pak stro. Het leek wel of de grote stal pas gewit was. Aan de andere kant een deur die naar een ander vertrek leidde. Mochten we ook gebruiken. 'Buiten is een toilet rechts van dit gebouw. Links van het gebouw is de gaarkeuken'. We bedankten hem, en Angelus met een van onze gasten begonnen de slaapplaatsen vast te stellen. Daarna werden de namen en bijbehorende nummers voorgelezen. Vervolgens moest iedereen zijn 'bed' opzoeken en daar blijven staan tot iedereen klaar was. Daarna avondmaal. Er stonden tien tafels, dus je kon weer eens rustig zitten. Tegen de avond kwamen drie heren om ons te spreken. Het waren christenen die ook

Page 19: inko VAN DE REDACTIETAFEL · 2014. 1. 9. · inko informatiegevende en kontaktleggende periodiek van de fraters van utrecht Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch

37

eerst aan een begrafenisonderneming gedacht hadden, maar al gauw dachten ze dat we monniken waren. Angelus legde alles uit. Toen alles 'helder' was boden ze ons ruimte in de School van de Bijbel aan voor onze kerkelijke diensten. Een katholieke kerk was hier niet. In het hele dorp waren twee katholieken. Een gezin zonder kinderen. De heren werden bedankt en gingen huiswaarts. Die avond hebben we een uurtje gepraat. Vervolgens naar 'bed'. Op de dikke laag stro was het goed slapen. Na het ontbijt vroeg Angelus de aandacht. 'We hebben hier geen kranten en boeken dus als iemand bezig wil zijn, kan hij in de gaarkeuken helpen, houtzagen, onze kerk inrichten, of naar Barneveld fietsen om de pastoor te vragen of we kerkartikelen mogen lenen. Die activiteiten alleen 's morgens. We moeten nog tot rust komen. 's Middags kun je wandelen in de omgeving of je weet wat anders. Maar denk eraan werken is vrij en alleen 's morgens.' Twee (of drie) fraters gingen naar de gaarkeuken. Ik en drie andere fraters gingen houtzagen, anderen gingen naar onze 'kerk' en twee richting Barneveld. De rest van het gezelschap ging aardappelen schillen. De pastor speelde piano tijdens het schillen. Urenlang duurde het eer de enorme berg aardap-pelen geschild waren. Tegen 12 uur zagen we een menigte mensen voor het erf van de boerderij. Gewapend met pannen wachtten ze op een sein van de gaarkeuken. Toen het zover was vormden ze een rij. Ze lieten eerst een gewaarmerkt briefje zien. Daarop stond het aantal personen. Die dag was het

38

stamppot. Ons portie werd ook opgehaald. Onze eerste warme maaltijd. Heerlijk. 's Middags een wandeling. We kwamen beken-den tegen van Arnhem en Oosterbeek. Zij vertelden van hun belevenissen. We ontmoetten ook de ouders van frater Aurelius, die met de andere fraters in een Jappenkamp op Java verbleef. We zijn vaak op bezoek geweest en konden daar ook een 'bad' nemen. Achter een gordijn in de kamer van hun onderkomen stond dan een emmer warm water en een met koud water. Na het bad kreeg je dan een groot glas wijn. Ze hadden acht flessen, gekregen van een familielid. Op een avond vertelde familie van der Pijl (in bescheiden kring) dat hun naam een schuilnaam was en dat wij ook hun eigenlijke naam niet mochten weten. Hun kind was veilig ondergebracht. De rest van hun familie was uitgemoord en ze wisten ook hoe. Ze vertelden ook dat wij het tiende onderduikadres waren en dat ze als hun bevrijdingsdag beschouwden de dag vanaf dat Angelus "goed" had gezegd. Wat ze vroeger deden was taboe. Ook vertelden ze dat ze voor een paspoort diverse keren honder-den guldens hadden betaald. Mijn vrouw heeft geen kennelijk joods uiterlijk. Ik wel. Dus een paspoort is voldoende. Anacletus vroeg om alle gegevens die nodig waren voor het invullen van een paspoort. De volgende avond kwam hij terug met een pakket-je in 'feestpapier', overhandigde het aan de heer van der Pijl en ging zitten. Van der Pijl met een betraand gezicht stak een paspoort omhoog en kon geen woord uitbrengen. Later zei hij: 'Hoe is het mogelijk in een dag en gratis?' Het waar, wie en hoe heeft Anacletus nooit verteld. Een frater kwam op mij af met een dik boek Spy Stories, 700 blz. Hij gaf het mij en toen ik zei dat het een heel vrachtje geweest was onderweg zei hij dat hij het meegenomen had omdat de laatste twintig bladzijden nog niet uit waren. Het enige boek is veel gelezen.

Page 20: inko VAN DE REDACTIETAFEL · 2014. 1. 9. · inko informatiegevende en kontaktleggende periodiek van de fraters van utrecht Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch

39

We gingen 's morgens richting 'School met de Bijbel’ waar onze kerk was. Na de mis en na het zondagse lof waren er altijd vrien-den en kennissen die meeliepen voor uitwisseling van nieuws, Zo hoorden we dat de ondergrondse een wagon van een Duitse trein had afgehaakt. Inhoud: sigaretten. Een paar dagen later werd bij ons een pakket bezorgd. De sigaretten, ieder kreeg zijn deel. Onder het zondagse lof zat ik naast de moeder van frater Aurelius. De kapelaan wierookte met lege conservenblikken, het wierookvat was er nog niet. 'Moet je zien.' zei de 'buurvrouw' en even later 'hier heb je een kwartje voor de kapelaan om zijn haar te laten knippen. De fraters zorgden ook voor menige ontspan-ningsavonden. Er kwam een brief van het hoofdbestuur, we moesten evacueren naar Baarn. Vijf fraters zouden in de Harskamp blijven. We gingen inpakken, afscheid nemen, op een boerenkar klimmen en op onze bezittingen zitten. We vertrokken van de wuivende Harskampers naar de fraters in Baarn waar we na twaalf uur rijden en hobbelen aankwamen.

40

Taalkundige pater

Een van de faculteiten van de Weense Universiteit heet Anthropos. Daar worden Volkenkunde en Talenkunde gedoceerd. Een afgestudeerde pater met een minikoffertje kwam aanhollen, passagiers aan de reling, merkte op dat het vast een bezoeker was vanwege het minikoffertje, maar het was wel een passagier. Ik maakte kennis met hem in Toda Belu. Flores heeft negen ver-schillende talen. Iedere pater moet dus twee talen leren. De Indonesische taal en de taal in hun gebied. Om de verschillende talen te bestuderen, te verstaan, te spreken, een handleiding en een woordenboek samen te stellen, was onze pater met het minikoffertje uitermate geschikt. Toen ik hem ontmoette in Toda Belu had hij al twee talen volledig af. Twee jaar een taal. Hij stelde eerst een plaats vast in dat gebied. Er moest een kerk, een school en huisvesting zijn. Daar was hij iedere dag te vinden met papier en potlood bij een gezin. De hele dag hoorde, sprak en schreef hij in zijn notitieboek, iedereen in dat gebied werd bezocht. Hij zorgde ook voor de kerkelijke diensten, zoals de hoogmis op zondag, dopen, huwelijks- en begrafenisplechtig-heden. Eens in de maand kwamen alle paters en broeders bij elkaar op een centraal punt. Daar bleven ze om uit te rusten van een maand patrouille, je moedertaal weer te horen en te spreken, paarden en materialen te laten verzorgen, kortom jezelf weer te worden. Op zijn kamer liet de talenpater mij zijn grote bak zien met vakjes van A tot Z gevuld met papiertjes, het begin van een woordenboek. Op Java hoorde ik dat hij de vijfde taal voltooid had,

Page 21: inko VAN DE REDACTIETAFEL · 2014. 1. 9. · inko informatiegevende en kontaktleggende periodiek van de fraters van utrecht Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch

41

Mes

In 1952 kwamen we terug van een kort verlof en spoedden ons terstond naar ons hoogste gezag in Indonesië, te weten Frater Vicaris, gezeteld te Surabaya. Daar zouden we nieuwe 'marsorders' krijgen. Ndao-Flores, leraar op de nieuwe kweekschool, en de andere frater hoofd internaat van diezelfde kweekschool. Toen we in Ndao aankwamen waren er al andere fraters die ook benoemd waren voor de kweekschoo1 die over drie weken zou beginnen. De directeur, een Florinees, Pater Lame was nog in Nederland voor studie en zou directeur worden voor de wet. Een frater zou de praktische leiding krijgen, maar niemand wist wie. Alles was zo'n beetje aanwezig. Ruimte voor klassen en internaat, opgestapelde banken, alle bedden in een hoek van de slaapzaal, boeken eigengereid in rijen. Een grote doos met opschrift 'administratie' bestond helaas uit maar één schrift met de namen en adressen van de leerlingen. Het was dus wachten op het commando van Surabaya. Duizend kilometer. Hier mocht en kon niemand uitmaken wie de lakens zou uitdelen. Twee weken vóór de leerlingen zouden komen kwamen wij op het vernuftige idee om de directeur van de praktische leiding te bepalen met een mes. We gingen allemaal akkoord. Alle kandi-daten kropen angstig rondom een grote tafel, zochten een tafelmes uit dat goed en lang draaide. Iedereen hield zich in bedwang, want niemand had zin in dat baantje. De baas van het huis draaide het mes met alle kracht en zolang het maar draaide was alles best.

42

Het mes stopte en wees iemand aan die tien jaar ouder was dan ik. Hij wilde niet, was al eens directeur geweest en barstte bijna in tranen uit. Met algemene stemmen mocht het mes nog een keer draaien en wees op mij, de jongste van de inboedel. De voorzitter riep: 'Neem je het aan?' 'Dat hadden we afgesproken', zei ik. 'Op één voorwaarde dat jullie allemaal gaan doen wat ik zeg'. 'Akkoord'. Iedereen kreeg werk. Bedden en banken sjouwen, internaat en klassen inrichten, boeken sorteren en telegrammen versturen. Zelf ging ik een voorlopig lesrooster maken. 'In vier uur moet alles klaar zijn. Niemand mag eerder ophouden. Als je eerder klaar bent ga je anderen helpen, dan ben je allemaal tegelijk klaar.' Drie uur later was het karwei geklaard. Allen werden lovend geprezen en bedankt. De overste gaf een extra borrelavond. De leerlingen kwamen en drie maanden liep alles op rolletjes. Het hoge gezag zette zich in beweging en kwam briesend bij ons aan. Onmiddellijk werd ik op het bekende matje geroepen. 'Wie heeft jou benoemd?' 'Niemand.' Hoe komt het dan in je hoofd op om hier drie maanden de baas uit te hangen?' 'Omdat er van u taal noch teken is vernomen ben ik aangewezen door een mes'. Dat vereiste een lange toelichting. Na het hele verhaal was de barometer van storm naar mooi weer gekropen. 'Sta je erop dit nog lang te doen?' 'Morgen kunt u mij vervangen.' Het geschiedde prompt. Tot mijn groot genoegen was ik weer gewoon leraar en 'chef' administratie. Die mesperiode ben ik nooit vergeten, toen de kweekschool 25 jaar bestond verscheen er een boek over de geschiedenis van de kweekschool. Naar de mesperiode heb ik naarstig tevergeefs gezocht. Daarom heeft dit gerenommeerd tijdschrift de primeur.

Page 22: inko VAN DE REDACTIETAFEL · 2014. 1. 9. · inko informatiegevende en kontaktleggende periodiek van de fraters van utrecht Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch

43

Moesigit

Twaalf uur in de nacht was er telefoon van het ziekenhuis aan de overkant dat er een leerling van ons overleden was. We gingen er terstond naar toe, bezochten het stoffelijk overschot van onze leerling en telefoneerden zijn familie. De volgende morgen, een nationale feestdag, kwamen we van de kathedraal, waar we een meerstemmige mis hadden gezongen, een groep leerlingen van de hoogste klas tegen die verslag kwamen uitbrengen over alles wat ze gedaan hadden voor de begrafenis van hun medeleerling. Het bleek dat ze niets vergeten hadden. Het wassen, omwikkelen met linnen, bestellen van benodigdheden, inlichten van gemeente, politie, bestelling van kransen en bloemen, en overhandigden mij de onkostennota die ik terstond voldeed. Van jongsaf hadden ze geleerd wat er nodig was voor een begrafenis. Ik stond versteld. In de tropen moet men dezelfde dag begraven worden. Om twee uur vertrok de begrafenisstoet. Zes leerlingen van de hoogste klas kweekschool droegen de stretcher met het in linnen omwikkelde lijk. Geen kist. Daarachter leerlingen met planken, de familie, de hele kweekschool, leraren, personeel en leerlingen. Op het kerkhof stonden allen rondom het graf. Een islamitische voorganger was al aanwezig. Ik zag dat hij een boek vasthield, op de kaft zag ik 'Rekenboek', derde deel, 'Bouwman en van Zelm'. Met een haarspeld opende hij het boek en begon te bidden. Ineens stopte hij en vroeg siapa namanya? (Hoe is zijn naam?) Allen antwoordden 'Moesigit' Dat gebeurde nog een paar keer. Het lijk was in het graf gelegd onderin helemaal rechts met het hoofd naar Mekka. De planken schuin over het lijk tegen de zijkant. Het graf werd door alle omstanders dichtgeworpen, een toespraak van de familie en van een kweekschoolleerling, daarna ging iedereen zijns weegs.

44

DE TOEKOMST

Uit het boek “Na ons de zondvloed” door Mineke Schipper

uitgegeven door Bert Bakker ingediend door Hilarius

De mensheid is nog erg jong, ongeveer tweehonderdduizend jaar, en cultureel zijn we niet ouder dan zo’n vijfduizend jaar. Sinds mensenheugenis zijn er ontelbare generaties voorouders geweest die aan een leefbare wereld gebouwd hebben en oog voor de toekomst hadden, een toekomst waarin mensen niet alleen genoeg te eten zouden hebben, maar waar ook ruimte gemaakt werd voor steeds meer cultuur en wetenschap. Het is evident dat cultuur en wetenschap elk land aanzienlijk minder kosten dan welke oorlog ook. Hoe ziet de toekomst er volgens de wetenschap uit? De wetenschap beseft steeds beter hoe weinig zij weet. Het einde van de mensheid is niet noodzakelijk het einde van de wereld, maar wat weten we er echt van? Niemand kan bewijzen dat de tijd ooit ophoudt, maar de voort-gang van de tijd betekent zeker niet dat alles automatisch beter wordt. De mensheid blijft niet vanzelf voortbestaan en funda-mentalistisch vooruitgangsgeloof dient krachtig bestreden te worden. Toekomst is in de wetenschap net zozeer een kwestie van geloof als in de kunst en de literatuur: gedreven door eindigheid gaan mensen op zoek naar iets wat geen einde is, maar een nieuw begin. Een troostend geloof dat hen op de been houdt, een geloof dat luitenant-kolonel Wersjinin in “Drie Zusters” van Tsjechov prachtig onder woorden brengt: Over twee-, driehonderd, of over duizend jaar – het gaat tenslotte niet om het aantal jaren – zal er een nieuw, gelukkig leven aanbreken. Wij zullen er natuur-lijk geen deel aan hebben, maar ons leven van nu en ons werk zijn daarop gericht en we lijden er ook voor, wij zijn het die het voortbrengen – en daarin alleen vinden we de zin van ons bestaan, als u wilt, ons geluk.

Page 23: inko VAN DE REDACTIETAFEL · 2014. 1. 9. · inko informatiegevende en kontaktleggende periodiek van de fraters van utrecht Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch

45

46

KERSTMIS: GOD LAAT ZICH ZIEN IN EEN KIND Met Kerstmis ervaren we de komst van God bij de mensen. Maar in het leven door het jaar heen, zien we niet altijd dat God in ons midden is. Wij ervaren het niet altijd. We zien God niet.

In een verhaal over Pater Damiaan, die onlangs heilig verklaard is, komt naar voren hoe het komt dat we God niet kunnen zien. Een vriend van Damiaan ging op zoek naar hem in het melaatsen-kamp. De vriend vond het maar niets dat Damiaan zich geheel en al aan de melaatsen gaf. Hij moest terugkomen naar België. De vriend zocht hem overal, maar vond hem nergens. Totdat hij in de kerk een oud mannetje zag. Aan hem vroeg hij waar Damiaan was. Tot zijn verbazing was het Damiaan echter zelf. Hij was gelijk geworden aan de mensen die in het melaatsenkamp woon-den. Hij was één van hen geworden.

Zo is God ook in ons midden. Hij geeft zich helemaal voor de mensen en wordt zo één van ons. God laat zich zien in de medemens.

Laten wij, in onze gemeen-schap, ook God aan elkaar laten zien. Dat wens ik de lezers van INKO voor het komende kerstfeest ons toe. Namens het Provinciaal Bestuur Nederland, een Zalig Kerstfeest en een goed begin van het nieuwe jaar 2010. Fr. Wilfried van der Poll, Provinciaal Overste.

Page 24: inko VAN DE REDACTIETAFEL · 2014. 1. 9. · inko informatiegevende en kontaktleggende periodiek van de fraters van utrecht Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch

47

KERSTMIS Wanneer ik aan dit feest denk, dan komen bij mij de volgende gedachten naar voren: Een tijd van blijdschap: Hoera, wij hebben een ……. Een tijd van verdraagzaamheid. Een tijd van vrede. Een tijd van: God in jou laten gebeuren ……. En dat niet alleen met Kerst, maar voor altijd !!! Dat is de wens die ik graag met anderen zou willen delen. En niet alleen nu, maar elke dag. Frits Stevens,

namens de redactie 48

I N H O U D Van de redactierafel 2 Kerstwens Algemeen. Bestuur Frater Simon 3 Kerstmis Theobaldus Gereats 4 Overweging bij de Constituties:

Zul je er zijn voor mij? Alfons Kroese 7 Kerstgroep: Kapel Fraterhuis St. Jozef Foto 12 De pen doorgeven Els Backer 13 Frater Sarto in het goud Leo Ruitenberg 18 Kerstgroep: De Wonne, Almelo Foto 19 Herinneringen aan het kerstkind Ben Bergen m.s.c. 20 De crisis en ikzelf Ben Doodkorte 23 Kerstgroep: Melissekade Utrecht Foto 31 De pen doorgeven Astrid Lunsingh 32 Kerstgroep: Recreatie Fraterhuis St. Jozef Foto 35 Ontmoetingen en avonturen André Formanoy 36 De toekomst Mineke Schipper 44 Kerstmis: God laat zich zien in een kind Wilfried van der Poll 45 Kerstmis Frits Stevens 46 Inhoud 47

Page 25: inko VAN DE REDACTIETAFEL · 2014. 1. 9. · inko informatiegevende en kontaktleggende periodiek van de fraters van utrecht Provincie in één huis wonen. De redactie vindt het toch

49

INKO

onder redactie van: Theo te Bogt, Johan Brummelhuis, Wim Heister, Leo Ruitenberg, Frits Stevens, Wim Versteeg

met medewerking van: Angelico Fennis (omslag) Hilarius de Booij (illustraties) Petra de Landmeter (interviews)

secretariaat: Johan Brummelhuis Schorteldoeksesteeg 1, 3732 HS De Bilt tel.: 030 - 69 76 237 email: [email protected]