3
10 Maatwerk Vakblad voor maatschappelijk werk Internationale uitwisseling levert een bijdrage aan de professionalisering van het beroep De term ‘social work’ gebruik ik uitdrukkelijk als een overkoepe- lend, internationaal begrip voor verschillende sociaalagogische functies en beroepen, dus ook voor sociaalpedagogische hulp- verlening (SPH). Niet alle maatschappelijk werkers zullen zich aangesproken voelen. In haar agenda voor het maatschappelijk werk pleit Scholte (2010) echter voor aansluiting bij internationale bewegingen (met behoud van de term ‘sociaal werk’) en verster- king van de eenheid onder sociale professionals. Social work krijgt dan ook langzaam maar zeker een internationale identiteit en een gezamenlijk kennisbestand: een body of knowledge. Internationaal beweegt de beroepsgroep naar elkaar toe. Op natio- naal niveau is er eerder sprake van versnippering en zonderen we ONS AF BINNEN DIVERSE BEROEPSPROlELEN $E VRAAG IS OF EN HOE WE ons ook in Nederland gaan verenigen. En wie zijn ‘we’ in dit ver- band? In dit artikel ga ik in op mogelijkheden voor internationale samenwerking en belicht ik enkele valkuilen en discussiepunten. Onontkoombaar We zijn in Europa allemaal met dezelfde vragen bezig, zoals de gevolgen van de economische crises, mobiliteit, vergrijzing en mi- gratie. Ondanks dat er op het terrein van migratie en vluchtelingen- vraagstukken al veel contacten zijn over de grenzen heen, zou er nog meer uitgewisseld kunnen worden. Discussies over keuzes tus- sen persoonlijk en publiek belang, zelfzorg en zorg voor anderen, en particuliere consumptie en publieke uitgaven zijn momenteel overal aan de orde (Blok, 2009). Het is onontkoombaar. Onze lands- grenzen zijn steeds minder relevant voor sociale ontwikkelingen. Toch vindt elk land haar eigen antwoorden op sociale vraagstukken en doet dingen op haar eigen manier. Daarom zou het heel interessant en zinvol zijn om de dialoog met elkaar aan te gaan. Internationale uitwisseling levert een bijdrage aan de professionalisering van het beroep en leert ons onder meer juist te herkennen hoe het werk is ingebed in de eigen nationale context. Daarnaast ben ik overtuigd dat social workonderzoek en -theorieontwikkeling gebaat zijn bij een comparatief en internatio- naal perspectief (Reverda, 2005). In allerlei verbanden wordt die dialoog al aangegaan. Onder invloed van de toenemende globalisering vinden ook social workers elkaar steeds vaker en gemakkelijker, zeker binnen de opleidingen waar het Bolognaproces – de beginselverklaring over het creëren van een Europese ruimte voor hoger onderwijs (1999) – een stevige aanzet heeft gegeven tot internationalisering en internationale mobiliteit. Naast het onderwijs vindt ook binnen social workonderzoek een levendige uitwisseling plaats in allerlei netwerken zoals IFSW, EASSW, IASSW. Het zijn internationale stappen om naar elkaar toe te groeien, hoewel vooral wetenschappers en onderzoekers het debat bepalen. Zij lijken te gaan over het vak, terwijl er nog maar weinig professionals bij betrokken lijken. Schön (1991) noemde het een verontrustend fenomeen als professionals en onderzoekers in verschillende werelden leven en elkaar weinig te vertellen hebben. Een eerste valkuil, want er zijn hiertoe wel degelijk mogelijkheden. Wereldwijde agenda Dit jaar werd op 20 maart World Social Work Day gevierd. Een jaar- lijks terugkerend fenomeen op de derde dinsdag in maart met als doel het beroep en het werk van sociale professionals in de schijn- werpers te zetten.Waarschijnlijk wisten niet veel maatschappelijk werkers dit, niet alleen in Nederland. Zes dagen later was er ook in de United Nations aandacht voor social work.Toen werd de Global Agenda (2012) gepresenteerd, een gezamenlijk initiatief van drie internationale organisaties: de International Federation of Social Work (IFSW), de International Association of Schools of Social Work Een mondiale agenda voor het maatschappelijk werk Internationale ontwikkelingen Peter Hendriks organiseert mede de Europese conferentie van Ensact in Turkije in april 2013. Hij moedigt maatschappelijk werkers aan het Nederlandse debat te voeren in een internationale context. ‘Ontmoeten we elkaar in Istanbul?’ door Peter Hendriks

Internationale ontwikkelingen

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Internationale ontwikkelingen

10 Maatwerk Vakblad voor maatschappelijk werk

Internationale uitwisseling levert een bijdrage aan de professionalisering van het beroep

De term ‘social work’ gebruik ik uitdrukkelijk als een overkoepe-

lend, internationaal begrip voor verschillende sociaalagogische

functies en beroepen, dus ook voor sociaalpedagogische hulp-

verlening (SPH). Niet alle maatschappelijk werkers zullen zich

aangesproken voelen. In haar agenda voor het maatschappelijk

werk pleit Scholte (2010) echter voor aansluiting bij internationale

bewegingen (met behoud van de term ‘sociaal werk’) en verster-

king van de eenheid onder sociale professionals. Social work krijgt

dan ook langzaam maar zeker een internationale identiteit en een

gezamenlijk kennisbestand: een body of knowledge.

Internationaal beweegt de beroepsgroep naar elkaar toe. Op natio-

naal niveau is er eerder sprake van versnippering en zonderen we

ons ook in Nederland gaan verenigen. En wie zijn ‘we’ in dit ver-

band? In dit artikel ga ik in op mogelijkheden voor internationale

samenwerking en belicht ik enkele valkuilen en discussiepunten.

Onontkoombaar

We zijn in Europa allemaal met dezelfde vragen bezig, zoals de

gevolgen van de economische crises, mobiliteit, vergrijzing en mi-

gratie. Ondanks dat er op het terrein van migratie en vluchtelingen-

vraagstukken al veel contacten zijn over de grenzen heen, zou er

nog meer uitgewisseld kunnen worden. Discussies over keuzes tus-

sen persoonlijk en publiek belang, zelfzorg en zorg voor anderen,

en particuliere consumptie en publieke uitgaven zijn momenteel

overal aan de orde (Blok, 2009). Het is onontkoombaar. Onze lands-

grenzen zijn steeds minder relevant voor sociale ontwikkelingen.

Toch vindt elk land haar eigen antwoorden op sociale vraagstukken

en doet dingen op haar eigen manier.

Daarom zou het heel interessant en zinvol zijn om de dialoog met

elkaar aan te gaan. Internationale uitwisseling levert een bijdrage

aan de professionalisering van het beroep en leert ons onder meer

juist te herkennen hoe het werk is ingebed in de eigen nationale

context. Daarnaast ben ik overtuigd dat social workonderzoek en

-theorieontwikkeling gebaat zijn bij een comparatief en internatio-

naal perspectief (Reverda, 2005).

In allerlei verbanden wordt die dialoog al aangegaan. Onder invloed

van de toenemende globalisering vinden ook social workers elkaar

steeds vaker en gemakkelijker, zeker binnen de opleidingen waar

het Bolognaproces – de beginselverklaring over het creëren van

een Europese ruimte voor hoger onderwijs (1999) – een stevige

aanzet heeft gegeven tot internationalisering en internationale

mobiliteit.

Naast het onderwijs vindt ook binnen social workonderzoek een

levendige uitwisseling plaats in allerlei netwerken zoals IFSW,

EASSW, IASSW. Het zijn internationale stappen om naar elkaar toe te

groeien, hoewel vooral wetenschappers en onderzoekers het debat

bepalen. Zij lijken te gaan over het vak, terwijl er nog maar weinig

professionals bij betrokken lijken. Schön (1991) noemde het een

verontrustend fenomeen als professionals en onderzoekers in

verschillende werelden leven en elkaar weinig te vertellen hebben.

Een eerste valkuil, want er zijn hiertoe wel degelijk mogelijkheden.

Wereldwijde agenda

Dit jaar werd op 20 maart World Social Work Day gevierd. Een jaar-

lijks terugkerend fenomeen op de derde dinsdag in maart met als

doel het beroep en het werk van sociale professionals in de schijn-

werpers te zetten. Waarschijnlijk wisten niet veel maatschappelijk

werkers dit, niet alleen in Nederland. Zes dagen later was er ook in

de United Nations aandacht voor social work. Toen werd de Global

Agenda (2012) gepresenteerd, een gezamenlijk initiatief van drie

internationale organisaties: de International Federation of Social

Work (IFSW), de International Association of Schools of Social Work

Een mondiale agenda voor het maatschappelijk werk

Internationale ontwikkelingen

Peter Hendriks organiseert mede de Europese conferentie van Ensact in Turkije in april 2013. Hij moedigt maatschappelijk werkers aan het Nederlandse debat te voeren in een internationale context. ‘Ontmoeten we elkaar in Istanbul?’ door Peter Hendriks

Page 2: Internationale ontwikkelingen

nummer 5, oktober 2012 11

(IASSW) en de International Council on Social Welfare (ICSW).

De Global Agenda is een poging om als beroepsgroep mondiaal

gezicht te geven aan de belangrijkste sociale uitdagingen van deze

tijd. De sociale sector wil zich (opnieuw) het recht toe-eigenen

op ‘politieke’ actie, het geluid van maatschappelijke ontwikkeling

laten horen en een collectief proces starten voor een gezamen-

lijke agenda voor sociaal werk en maatschappelijke ontwikkeling.

Samenwerking op internationaal niveau is nu eenmaal gericht op

overeenkomsten en minder op verschillen, gestoeld op idealen en

wat minder op de weerbarstige realiteit en dat leidt tot ambitieuze

agenda’s.

Ethics boom

Een andere belangrijke internationale ontwikkeling die van grote

invloed is geweest op het ontstaan van de Global Agenda is de

internationale aandacht voor ethiek, de zogenaamde ethics boom

(Banks, 2010). Deze ontwikkeling van de laatste 25 jaar gaat

gepaard met internationale bezorgdheid over marktwerking en

bedrijfsmatig werken (managerialism and marketization).

De IFSW en IASSW (2004) nemen in dit debat stelling en zien het

als strijdig met de kernwaarden en kerndoelen van social work.

In Nederland leidde dit onder meer tot de ontwikkeling van de

‘normatieve professionalisering’, dat het accent legt op de morele

dimensie van het professionele handelen (Van den Ende & Kun-

neman, 2008). Ook stellen verschillende organisaties vormen van

‘moreel beraad’ in. In het buitenland viel het ontstaan van het

Britse Social Work Action Network (SWAN, 2007) op, een (poli-

tiek-) kritisch netwerk dat zich vooral verbindt met gebruikers- en

zelfhulpgroepen.

Een ander mooi voorbeeld is de discussie over de International

(IFSW, IASSW, 2001). Het is een poging

kan vinden en waarbij recht wordt gedaan aan de talloze culturele

verschillen. Dat is echter een hachelijke onderneming binnen een

zeer divers terrein, van armoedebestrijding in zuidoost Azië tot

maatschappelijk werk in Nederland.

Collectieve identiteit

Dit betekent echter onmiskenbaar dat een collectieve identiteit

gepaard gaat met een zekere mate van standaardisering. De effec-

ten van globalisering en de veranderende rol van de welvaartsstaat

dwingen tot internationalisering van de beroepskennis. Maar in al

deze internationale ontwikkelingen binnen het social work valt

ook een universalistische claim te bespeuren.

Daarmee zijn we beland bij een nieuwe valkuil. Zowel de Global

Agenda

Ho

lla

nd

se

Ho

og

te /

Zu

ma

Pre

ss

>

internationaal

Afkortingen en links

• EASSW › European Association of Schools of Social

Work: www.eassw.org

• IASSW › International Association of Schools of Social

Work: www.iassw-aiets.org

› heeft International Definition of Social Work online

staan: www.iassw-aiets.org › About IASSW › Definition

of Social Work

• ICSW › International Council on Social Welfare:

www.icsw.org

• IFSW › International Federation of Social Work

(beroepsvereniging): www.ifsw.org

• Ensact › European Network for Social Action:

www.ensact.org

› organiseert Europese conferentie in april 2013 in

Istanbul, zie: www.ensactistanbul.org

• SWAN Social Work Action Network:

www.socialworkfuture.org

• Global Agenda for Social Work:

www.globalsocialagenda.org

• Bologna proces:

www.ond.vlaanderen.be/hogeronderwijs/bologna/pcao

Page 3: Internationale ontwikkelingen

12 Maatwerk Vakblad voor maatschappelijk werk

context algemene uitspraken te kunnen doen over social work. Dit

terwijl social work toch bij uitstek taal- en cultuur en dus context-

gebonden is.

Het normatieve karakter is altijd kenmerkend geweest voor social

work. Ethiek, morele dilemma’s en moraliteit krijgen binnen social

work veel aandacht (Van Ewijk, 2010). Mensenrechten en sociale

als motivatie en rechtvaardiging voor het handelen van social

workers. Maar er bestaan natuurlijk grote verschillen tussen landen

in het niveau van welvaart, de cultuur, ideologie, godsdienst en het

democratisch gehalte van politieke modellen. Standaardisering leidt

onontkoombaar tot de-contextualisering. De kernwaarden die cen-

human

rights en sociale rechtvaardigheid – doen nauwelijks recht aan de

De claim dat social work in Nederland een bijdrage levert aan

deze kernwaarden zal hier eerder vanwege zijn pretentie wenk-

brauwen doen fronsen. Het lijkt hier eerder bij te dragen aan een

verwijdering tussen ideologie en realiteit, tussen theorie en praktijk.

Blok (2009) spreekt zich daarentegen ook binnen de Nederlandse

context uit voor een beroep dat het democratisch functioneren van

mensen bevordert en bijdraagt aan een menswaardige samenleving.

De Global Agenda heeft een uitgesproken politiek karakter en dat

staat in schril contrast met de beroepspraktijk in Nederland die bij

uitstek gedepolitiseerd is (misschien wel altijd was). Maatschappe-

lijk werk richt zich tenslotte ook op het bestendigen van bestaande

verhoudingen. Toen we van de weeromstuit social work gelijk stel-

den met een ‘linkse’ ideologie, is het Nederlandse maatschappelijk

werk daar nooit zo in meegegaan.

Think globally, act locally

De vraag is echter of de toenemende academisering en internatio-

nalisering van het beroep de afstand tussen ideologie en realiteit,

theorie en praktijk niet zal vergroten. Het risico is dat daarmee

professionals in de beroepspraktijk steeds vaker afhaken omdat

zij zich niet herkennen of kunnen verbinden. Dat zou bijzonder

onwenselijk zijn. Hoe kunnen we de valkuilen omzeilen?

Juist een verbinding tussen de beroepspraktijk en deze interna-

tionale ontwikkelingen zou een bijdrage kunnen leveren aan de

nationale agenda van het maatschappelijk werk en het versterken

van de eenheid binnen het domein van sociale professionals. In

Nederland zijn allerlei interessante discussies gaande over de Wmo,

Welzijn Nieuwe Stijl, actief burgerschap en burgerparticipatie, ke-

tenbenadering en competentiedenken. Ons liberale gedachtegoed

zou eens afgestoft en meer zichtbaar gemaakt kunnen worden,

bijvoorbeeld rond homo-emancipatie, abortus en euthanasie. Ook

het debat over de politieke rol van het maatschappelijk werk zou

weer eens gevoerd kunnen worden.

Een platform zou hierin het voortouw kunnen nemen. Het idee van

een platform rondom internationalisering wordt toegejuicht door

kenniscentra als MOVISIE, het Verwey-Jonker Instituut en de hoge-

scholen. Functies van zo’n platform zouden onder meer kunnen

zijn om discussies te voeren en internationale conferenties voor te

bereiden, maar ook aandacht te besteden aan internationale dagen,

bijvoorbeeld de World Social Work Day. Een platform kan bijdragen

aan gezamenlijkheid. Er gebeurt al veel op hogescholen, maar dat

blijft allemaal nogal intern.

De aanwezigheid van vertegenwoordigers vanuit de beroepsprak-

tijk kan hierin veel bijdragen. De slogan think globaly, act localy is

een mondiaal concept dat ook in de internationale samenwerking

binnen social work is overgenomen: de overtuiging dat in het

lokaal werk de mondiale context altijd aanwezig dient te zijn.

Brug slaan

Mogelijk symboliseert het onderscheid tussen thinking en acting

ook de afstand tussen de professionals die in de praktijk staan en

de opleiders en onderzoekers. De kracht van Nederland is echter

juist dat praktijk en theorie minder ver van elkaar staan dan elders.

Onderzoek binnen social work is hier vooral gericht op innovatie

van de beroepspraktijk en veel professionals zijn op dit terrein ac-

tief. Ook ons competentiegericht onderwijs is ooit juist ontwikkeld

om een brug te slaan tussen theorie en praktijk.

De aandacht voor de morele dimensie van het professionele

handelen enerzijds en het politieke engagement anderzijds lijken

zo twee kanten van dezelfde medaille. ‘De gesel van de markt’ en

de gevolgen daarvan voor de beroepsuitoefening staan overal hoog

op de agenda. Het is op zich niet vreemd dat ten tijde van econo-

mische crises de publieke sector onder druk staat. Maar wat is de

impact hiervan op het beroep en de professionals? Een gezamen-

lijke agenda, ook in internationaal verband, is dringend gewenst,

en samenwerking binnen de eigen landsgrenzen is een eerste

voorwaarde.

Ook de beroepsvereniging NVMW dient te zich mengen in het

internationale debat en stem te geven aan wat er in de beroeps-

praktijk van maatschappelijk werkers in ons eigen land speelt. Een

eerste gelegenheid die zich daarvoor aandient is in april 2013. Dan

vindt de Ensact-conferentie in Istanbul plaats, met als thema Social

Action in Europe: Towards Inclusive Policies and Practices. Het

zou mooi zijn om elkaar daar te ontmoeten.

Peter Hendriks is secretaris van EASSW en programmavoorzitter van de

Ensact-conferentie in Istanbul. Hij is werkzaam als docent en onderzoe-

ker binnen het lectoraat Innovatieve Maatschappelijke Dienstverlening

van de Hogeschool Utrecht en doet promotieonderzoek naar maatschap-

pelijk werkers met een Turkse en Marokkaanse achtergrond.

<

Bronnen

• Banks, S. (1995), Ethics and values in social work. Palgrave: Macmillan.

• Blok, W. (2009), Inleiding Social Work. Vanuit internationaal perspectief.

Baarn: HBuitgevers.

• Ewijk, H. van (2010), Maatschappelijk werk in een sociaal gevoelige tijd.

Amsterdam: SWP.

• Reverda, A. (2005), Social Work Research in a Comparative and European

Context. Inaugural lecture. Maastricht: ESRT/Hogeschool Zuyd.

• Scholte, M. (2010), Oude waarden in nieuwe tijden. Over de kracht van

maatschappelijk werk in de 21e eeuw. Haarlem: Hogeschool INHolland.

• Schön, D. A. (1991), The Reflective Practitioner. How professionals think

in action. Arena, Ashgate Publishing imited.

• Van den Ende, T. & H. Kunneman (2008), ‘Normatieve professionaliteit en

Normatieve professionalisering’. In: Jacobs, G., R. Meij, H. Tenwolde &

Y. Zomer, Goed Werk. Verkenningen van normatieve professionalisering.

Utrecht: Humanistic University Press.