4
INTERVIEW MEDIA & PRESENTATIE 34

INTERVIEW MEDIA & PRESENTATIEstatic.speakersacademy.com/files/publications/2740/Bert van der... · Hij had mijn boek op zijn vakantieadres op Aruba aan ... B e r t V A n D e r V e

  • Upload
    hadieu

  • View
    215

  • Download
    1

Embed Size (px)

Citation preview

INTERV I E W M ED IA & PR ESENTAT I E

34

winter 20 05|20 06 AcA de m Y MAGA ZINE 35

Dat is niet zo verwonderlijk. Hij was televisiecolumnist voor Vrij Nederland, het Algemeen Dagblad en de gpd-bladen, en ontpopte zich terloops als liedjesschrijver bij Goede Tijden Slechte Tijden, waarvoor hij de openingstune schreef. Tegenwoordig publiceert hij in Vara tv Magazine en am. Hij schreef misdaadromans, standaardwerken over televisie en ‘true fiction’ over zowel Pim Fortuyn als Mabel Wisse Smit. Zijn meest recente boek, Bad Ass Days deed nogal wat stof opwaai-en. “Toen ik het boek af had dacht ik: nou hè hè, ik heb einde-lijk een bestseller geschreven.”

En?“Ach, laat maar. De uitgever spreekt over een ‘condoomeffect’. Je stapt niet snel naar de boekhandel en zegt: doet u mij maar dat grappige boek over aambeien. Dat is kennelijk toch een probleem. Het merkwaardige fenomeen doet zich echter voor dat mensen die het boek kopen, en echt de moeite nemen om het te lezen, echt unaniem van mening zijn dat het het grappigste boek is dat ze ooit hebben gelezen. Henny Huisman belde me bijvoorbeeld onlangs op, en zei dat de tranen over zijn wangen rolden van het lachen bij het lezen. Hij had mijn boek op zijn vakantieadres op Aruba aan allerlei mensen uitgeleend, vertelde hij, het doet nu de ronde.”

Toch laat je het schrijvershoofd niet hangen, want het ma-nuscript van je volgende boek, De Meisjeskijker, ligt alweer bij je uitgever.

“Nee, en dat geloven mensen dan weer nooit, dat ik het echt niet erg vind dat mijn boeken nog nooit het gedroomde succes

B e r t V A n D e r V e e r

hadden. Ze denken dat ik dat wel zeg, maar in mijn hart niet zo voel. Maar dat is echt niet zo. Sterker nog, zolang die bestseller er niet is, is er nog iets om naar te streven nietwaar, het zorgt ervoor dat de ‘drive’ blijft.”

Hangt het televisiehoofd na het volgen van de eerste Talpa-schreden op het scherm al wel een beetje?

“Hoewel het best grappig en spannend is om zo’n nieuwe zen-der om je heen vorm te zien krijgen, zie ik toch een hoop men-sen, waaronder Barend en Van Dorp, een beetje de wenkbrau-wen fronsen over de omgeving waarin ze terecht zijn gekomen. De ontwikkelingen op televisiegebied stemmen me treurig. De ambities van programmamakers nemen enorm af. Als je televi-sieprogramma’s maakt dan ben je geen fabrikant van pleebor-stels. Je bent iets aan het maken dat minimaal mensen amu-seert, maar hopelijk ook nog informeert. Dat dus opinievormend werkt en uiteindelijk ook maatschappijveranderend is. Dat schept natuurlijk wel bepaalde verplichtingen. Bij heel veel tele-visiemakers heerst cynisme; zo van ach jongens het maakt al-lemaal niet uit, zolang ze maar kijken, die krengen.Nu moeten dingen ook nog groeien natuurlijk. Barend en Van Dorp hebben anderhalf jaar nodig gehad voordat het program-ma was waar het nu is. Het was geen succes vanaf de eerste dag, de eerste maand of zelfs het eerste seizoen. De mensen moeten iets ‘vinden’ van zo’n programma. Er moet wel visie zijn. En cynisme heeft per definitie geen visie. Neem nse, het Talpa nieuwsprogramma. Daar wordt veel geld in gestopt, maar nooit zoveel geld als in het rtl4 nieuws. Dus moeten ze andere we-

Wie een etiket op hem wil plakken moet van goeden huize komen. Hij was tot oktober 2000 program-madirecteur bij RTL4 en Veronica, zat in het management van Joop van den Ende Producties en is program-mabedenker bij Tévé Holland. Bij AVRO’s Toppop begon zijn carrière als regisseur. Daarna regisseerde hij onder andere Tineke en De Surpriseshow, en tegenwoordig TV3, het cultureel magazine van de NPS, en het tot Talpa bekeerde Barend en Van Dorp. Hoewel Bert van der Veer vooral bekend werd als omroepman, en vaak als mediadeskundige wordt gepresenteerd, ziet hij zelf toch het liefst ‘schrijver’ onder zijn naam staan.

“Ik heb televisie een beetje opgegeven”

T E K S T A N N E M A R I E P O S T M A

F O T O G R A F I E R O Y B E U S K E R

Bad-Ass Bert van der Veer is ietsje sadder maar veel wiser

36 AcA de m Y MAGA ZINE winter 20 05|20 06

gen vinden om het nieuws te brengen, en die andere wegen lei-den tot een soort Bildzeitung-achtige boosheid. Dan krijg je verongelijktheid, of laconiek doen over onderwerpen waarbij dat niet past; terrorisme in Nederland bijvoorbeeld. Het hangt teveel aan elkaar van niet-onderzochte uitspraken, van kretolo-gie. Bovendien, omdat Talpa nu eenmaal de zender is waar het voetbal zit, betekent het dat je in ieder half uur van nse mini-maal acht minuten te horen krijgt dat de tweede trainer van nac zijn enkel geblesseerd heeft bij de training.”

Wat zou een alternatief zijn geweest?“John de Mol had, ik noem maar een paar namen, Catherine Keyl of Jeroen Pauw, elke dag van zeven tot halfacht ‘het inter-view van de dag’ kunnen laten doen, met gasten die op dat mo-ment actueel zijn. Met de directeur van de Nederlandse Spoorwegen bijvoorbeeld omdat er weer een trein ontspoord is in Amsterdam. Of met Salman Rushdie over zijn nieuwste boek. Dan ondertitel je het maar. Dat was goedkoper, interessanter en diepgravender geweest dan nse. De uiteindelijke vraag die je moet stellen is of het meer kijkers getrokken zou hebben dan het originele nse. Maar waarom bij voorbaat zeggen dat het minder kijkers trekt? Sterker nog: een begaafde interviewer die dagelijks zijn kunstje mag vertonen, daar heb ik wel zin in, daar zit ik wel op te wachten. Ik vond, zeker in de eerste jaren, B&W een heer-lijk programma. Waarom zou de commerciële televisie dat niet kunnen doen? Dat heeft heel erg te maken met het inschatten van ‘wat de massa wel leuk zal vinden’. Terwijl je als program-mamakers ook kunt zeggen: “Wij gaan eens doen wat wij vinden dat er gemaakt moet worden, wat wij vinden wat misschien wel belangrijk is om onder de mensen te verspreiden, en daarvan gaan we proberen een succes te maken.” Ik heb helemaal niets tegen Big Brother, dat vind ik een geweldig programma. Maar in Engeland wordt dat uitgezonden door Channel 4. Dat is dus echt het Nederland 3 van Engeland, daar zien ze het dan ook veel meer als een sociologische studie. Daardoor kijk je heel an-ders naar zo’n programma dan wanneer je alleen de voyeuristi-sche kant als invalshoek neemt.”

Mist John de Mol niet een hele ontwikkeling die er in de lucht hangt, een bewustzijnsomslag bijna? Mensen hebben vol-gens mij namelijk wel degelijk steeds meer behoefte aan diep-gang. Gaat hij volgens jou door op een achterhaald spoor?

“Kijk naar de krant waarvoor jij zelf schrijft. Columns mogen nog maar 250 woorden hebben. Dat hangt allemaal samen met dezelfde misvatting. Omdat de goed bekeken programma’s nog-al hapklare brokken zijn, fastfood, denkt men dat het enige dat mensen nog willen eten fastfood is. En dat is natuurlijk niet zo. Dat is inderdaad een achterhaalde gedachte. Als je de analogie met voedsel doortrekt, dan zie je dat tegenwoordig bij Albert Heijn toch ook de beste maaltijden staan, laten we wel wezen.”

Die signalen moet John de Mol toch ook oppikken?“Ik denk niet dat John de Mol vaak boodschappen doet bij Albert Heijn.”

Je zou zeggen dat er zo langzamerhand een omslagpunt in televisieland moet komen.

“Er zijn nu eenmaal dingen die altijd mis blijven gaan. Ik zie op dit terrein het omslagpunt niet zo snel komen. Als er iemand risico’s had kunnen nemen op ‘kwaliteitsniveau’ was het John de Mol geweest. Je kunt niet van sbs of rtl verwachten dat ze dat proberen, want die hebben de aandeelhouders in hun nek hijgen, en kunnen zich dat soort risico’s niet veroorloven. Maar bij De Mol is de behoefte om Big Brother te herhalen aanmer-kelijk groter dan om een echt mooi programma te maken. Zijn visie is gericht op succes en macht, en op het streven naar suc-cesformules die internationaal verkoopbaar zijn.”

Zelf ook niet stiekem een ietsie pietsie cynisch aan het worden?

“Ja, cynisch in de betekenis van: dit kan ik allemaal wel vinden, maar ik moet die wereld ook niet willen verbeteren. Ik heb tele-visie een beetje opgegeven. Nu is mijn mazzel dat ik werk aan programmaconcepten en programma’s als Barend en Van Dorp en tv3, die inhoudelijk wel voldoen aan wat ik zelf interessant vind. Maar ik merk wel dat ik het schrijven steeds meer nodig heb, om even weg te kunnen zakken in een wereld die ik wat beter onder controle heb. Ik wil eigenlijk niet teveel door de werkelijkheid in de weg gezeten worden.”

Heeft Talpa jou als adviseur gevraagd?“Godzijdank niet, want ik ken John de Mol goed genoeg om te weten dat ‘he doesn’t take no for an answer’. Dus als ik had gezegd: ‘John, ik wil het alleen maar doen als ik dan ook over drie jaar binnen ben”, dan had hij waarschijnlijk gezegd: ‘Dat is goed’. En dan doe je het ook, want zo moedig ben ik dan ook wel weer. En dat wil niet zeggen dat ik er in die drie jaar geluk-kiger op was geworden. Waarschijnlijk had ik in de tiende maand van het derde jaar een hartinfarct gekregen, en had ik gedacht: ‘Goh, wat jammer toch, had ik het nu maar anders gedaan’. En tegelijkertijd ben ik ook te eigenwijs en te solis-tisch, iets dat John ook heel goed kent. Als ik bijvoorbeeld had gezegd: ‘Luister John, met dit programma moeten we ophou-den’, dan had hij gezegd: ‘Luister, beste Bert, 6 procent kijk-dichtheid, dus wil je even lekker je mond houden’. Nee, dat had niet gewerkt. Bovendien moest er rond Talpa natuurlijk ook een elan hangen van jonge, frisse mensen, dus is het ook wel weer goed dat Remco van Westerloo, om maar eens iemand te

Hè, hè, ik heb eindelijk een bestseller geschreven

38 AcA de m Y MAGA ZINE winter 20 05|20 06

noemen, ex-programmaleider van Net5, daar nu de program-madirecteur is.”

Waar kijk je zelf graag naar?“Het liefst kijk ik naar de Engelse televisie. Dat heeft met name te maken met wat de commerciële zenders - die we hier in Nederland niet kunnen ontvangen - daar doen. Maar die zijn dan ook aan veel meer regels gebonden. Je kunt in Engeland geen commerciële televisiezender beginnen zonder dat je bij-voorbeeld een programma voor of over allochtonen, of mensen met een handicap, maakt. Dat is daar gewoon vastgelegd.”

Waarom kan dat hier niet?“Dat zou hier wel kunnen, maar het is nooit gedaan. Het heeft ook te maken met de ‘beschikbaarheid’. Nederland is het best bekabelde land ter wereld, er is hier geen schaarste. In Engeland worden televisiekanalen op de ouderwetse, antenne-achtige manier verspreid, waardoor je dus wel schaarste hebt. En op het moment dat je schaarste hebt kun je en moet je de regels ver-scherpen, moet er heel bewust gekozen worden wie er wel via de antenne verspreid wordt en wie niet. Op het moment dat iets ongelimiteerd is, hoef je geen regels in te stellen. Dat neemt niet weg dat als de Nederlandse overheid de commerciële televisie-stations aan bepaalde regels zou willen onderwerpen, ze dat natuurlijk gewoon zou kunnen doen. Maar de politiek houdt zich al nauwelijks bezig met het goed inrichten van de publieke omroep, laat staan dat ze zich hiermee zou bezighouden.”

Je houdt heel erg van je mening en visie verkondigen in columns en artikelen en op radio en tv; hou je ook van spreken in het openbaar?

“Mijn moeder vertelde me onlangs nog smakelijk dat ik op fami-lieverjaardagen als vijfjarig jongetje met kromme beentjes op de tafel ging staan en complete gedichten oplepelde die ik uit mijn hoofd geleerd had. De jaren daarna is het een beetje weggeëbd. Je kunt nou niet zeggen dat ik voor spreekbeurten geboren ben. Ik was vroeger altijd een beetje de ‘nerd’ en had zoiets van: laat maar. Het werd pas echt iets dat ik onder de knie wilde krijgen toen ik voor rtl4 ging werken in 1992. Toen moest ik in elk geval een keer per jaar voor al die adverteerders, mensen van mediabureaus en journalisten mijn verhaal vertellen. Ik noemde dat dan Prinsjesdag, kocht dan ook altijd een nieuw jasje, liet me rijden die dag, eiste een eigen kleedkamer en had een eigen coach. Ik begon te voelen dat ik dit leuk vind, en dit kan. Ik ben wel heel erg van het uitschrijven. Ik kan best, als er bijvoorbeeld een personeelslid vertrekt, à l’improviste eventjes op vrijdagmid-dag met een borreltje erbij wat aardige dingen zeggen. Maar als ik echt goed wil speechen vind ik het prettiger om het van papier te doen. Dan zijn mijn grappen beter, mijn overgangen mooier. Ik geniet van de lach, dat is cruciaal voor mij, als er niet gelachen wordt, vind ik er echt geen bal aan. En dat was met name bij dat soort bijeenkomsten eigenlijk best lastig, want daar kwamen die mensen niet voor; die kwamen om te horen wat je voor het nieuwe mediaseizoen voor spannende plannen had. Af en toe maakte ik bijvoorbeeld een grap over een programma dat ik net zelf had binnengehaald. Dat was een soort relativering die niet altijd bij iedereen even goed aankwam. Maar goed, het gevoel is vanaf toen nooit over gegaan. Ik vind het ontzettend leuk om op het podium te staan, mensen te prik-kelen en te amuseren.”

Wat willen mensen vooral van je weten, wat willen ze ho-ren?

“Ze willen meestal horen hoe de toekomst van de media in el-kaar steekt.”

En, hoe steekt de toekomst van de media in elkaar?“Ja, dat ga ik dan dus vertellen voor veel geld.”

...?!“Het aardige is dat ik het natuurlijk ook niet helemaal weet. Wat ik denk te weten, en waarin ik heel erg geloof, is dat ons media-gebruik - en dat moet je heel breed zien: welke televisiepro-gramma’s kijk ik, welke boeken lees ik, welke films wil ik zien et cetera - steeds meer ‘personalized’ wordt. Dat is wel een beetje eng. Als ik vanavond naar een documentaire kijk op Nederland 3 over AZ die in 1981 landskampioen werd, dan wordt dat er-gens geregistreerd, en wordt ergens vastgesteld dat ik kennelijk geïnteresseerd ben in de geschiedenis van het voetbal. En dan krijg ik twee weken daarna een e-mailtje: “Meneer Van der Veer, er is een boek verschenen over het WK 1962, lijkt u dat wat?” Dat vind ik aan de ene kant iets heel erg beangstigends omdat ik weet dat er misbruik van gemaakt kan worden. Aan de andere kant lijkt het me ook wel weer prettig en handig om een beetje geleid te worden, en tips te krijgen over dingen die aansluiten bij jouw persoonlijke interesse. Daardoor wordt je mediagebruik minder verspillend en ben je geen tijd meer kwijt aan dingen die toch niets voor jou zijn. Het haalt natuurlijk wel een beetje de avontuurlijkheid uit je bestaan.”

Hoezo?“Ja, het is natuurlijk hartstikke avontuurlijk om op een avond om kwart voor negen de televisie aan te zetten en gewoon te gaan zitten zappen.”

Bert van der VeerHij is vooral bekend van zijn vele werk achter de schermen, maar eigenlijk ziet Bert van der Veer zichzelf meer als schrij-ver en de laatste jaren meer en meer als spreker. De man van cultuurmagazine TV3 en Barend en Van Dorp heeft ondertussen 10 boeken geschreven en de 11e komt eraan.Television Business schreef: “Pace, rhythm, speed and glamour are some of Van der Veer’s favourite words and he has put them at work at television.” Voeg daar een flinke dosis hu-mor aan toe en dan is de spreker Van der Veer getypeerd.Boek Bert van der Veer bij Speakers Academy®[email protected]

“Wie de media controleert, controleert het verstand.” – Jim Morrison –