Upload
petra-kerssens
View
214
Download
1
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Interview met Teun Hardjono
Citation preview
Teun Hardjono in gesprek met Annelies Oosterhoff en Paul Quist
Interview ten behoeve van het blad Business Spiritualiteit van Prof. Paul DeBlot.
Iets nalaten Over leiders en anders kijken naar processen
Teun Hardjono startte zijn carrière bij Berenschot en is sinds 1998 hoogleraar kwaliteitsmanagement en certificatie aan de
Rotterdam School of Management Erasmus University Rotterdam,. Ook is hij voorzitter van de stichting SqEME. Geïnspireerd
door de legende van Christoforus zegt hij: ik zie het als mijn opdracht eIk mens die daarom vraagt en voor zover dat in mijn
vermogen ligt naar de overkant van de rivier te helpen. Mijn droom is iets na te laten wat voor de ander er toe doet.
Je bent hoogleraar kwaliteitsmanagement en certificatie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hoe
ben je daar in terecht gekomen en wat is je doel?
Eind jaren zestig koos ik voor een HTS-opleiding Chemie. Het vak interesseerde me wel en dat het
noodzakelijk maakte om op kamers te gaan, maakte het extra aantrekkelijk. Ik bleek in chemie niet zo
goed te zijn. Wel stortte ik me vol overgave in de studentenbeweging van die tijd. Uiteindelijk ben ik de
HTS Confectie gaan doen. Deze opleiding wekte mijn belangstelling voor bedrijfskunde en bracht me
naast economische vakken en arbeidskunde in contact met organisatiepsychologie. Ik ben mijn
carrière begonnen bij Berenschot. De eerste jaren vooral bezig geweest met het saneren van de
confectie-industrie, wat mijn al aanwezige kritische houding tegenover het Taylorisme alleen maar
heeft vergroot. Na die eerste jaren ben ik me vooral gaan richten op kwaliteitsmanagement, wat me in
de gelegenheid stelde na te denken over de vraag: “hoe moeten organisaties worden ingericht om hun
bedoeling te kunnen realiseren. Uiteindelijk ben ik ruim tweeëntwintig jaar bij Berenschot gebleven en
heb als consultant veel bedrijfservaring opgedaan..
Wat mijn doel is? Doelen stellen is 20e eeuws, ik kijk zoals gezegd liever naar de bedoeling van de
organisatie, de reden van bestaan, wat willen we met elkaar bereiken? Met de nadruk op elkaar. De
stip waarnaar je werkt, mensen niet afrekenen om het halen van doelen, maar of ze hun best doen.
De laatste decennia is de discussie stakeholders georiënteerd of shareholder gericht sterk
opgekomen. Lange tijd leek het dat het shareholder gericht zijn, het creëren van
aandeelhouderswaarde als enig doel, dominant te zijn. Bedrijven ontdekken meer en meer dat er ook
zoiets bestaat als wat bij Shell heet: een license to operate. Een ‘licence’, die door de samenleving
wordt afgegeven, maar ook steeds makkelijker als het ware wordt ingetrokken. Ik ben blij te mogen
waarnemen dat de aandacht voor de menselijke factor is veranderd. De gedachte dat de mens geen
resource is, die makkelijk kan worden vervangen, het zij door een machine, het zij door een ander,
wint terrein. Er is meer ruimte voor vragen als: Zijn de mensen erbij betrokken? Heb je talenten binnen
de organisatie gebruikt? Realiseren we onze afhankelijkheid van professionals? Ook omgekeerd gaan
steeds meer mensen zich afvragen: wat betekent deze organisatie voor mij?, in plaats van andersom.
[Streamer: Veranderen is onzin]
Hoe zie je de organisatie van de 21e eeuw?
Processen beschrijven is de grootste onzin, als je denkt daarmee te kunnen vastleggen hoe mensen
moeten handelen. Elk proces is uniek en we zullen dus anders tegen processen moeten aankijken,
allereerst door ze proberen te begrijpen. De vooronderstelling dat je een organisatie kunt inrichten een
aansturen enkel op basis van taken en verantwoordelijkheden, is achterhaald. Ik kijk liever naar de
chemie in het bedrijf: Wat breng je teweeg? Wat hebben bedrijven nu en in de toekomst nodig? De
noodzaak daartoe is actueler dan ooit. We zien dat goed bedoelde systemen, die langere tijd ook
goed gefunctioneerd hebben, zich nu tegen zichzelf keren, aan het perverteren zijn. Ik neem er vier
waar:
. het financiële systemen met zelfs diegenen die er leiding aan geven onbegrijpelijke producten;
. de media, die om te overleven, zich bedienen van oneliners en soundbites;
. de democratie die meer lijkt te bestaan uit een politiek van tegen elkaar opzetten, in plaats van het
redelijk overleg waar zo veel mogelijk rekening wordt gehouden met ieders belang.
Teun Hardjono in gesprek met Annelies Oosterhoff en Paul Quist
. De wetenschap, die verstrikt raakt in een ondoorzichtig systeem van noodzakelijk publiceren in een
commerciële omgeving, die niet betaald maar wel bepaald.
De uitwassen die deze systemen momenteel laten zien roepen disproportionele tegenreacties op. De
paradox is dat maatregelen die ooit dempend werkten, het doorslaan naar de andere kant juist in de
hand werkt. Zorgwekkend is dat meerdere systemen tegelijkertijd zo sterk in beweging zijn gekomen
met als effect dat ze elkaar ook nog eens gaan versterken. Men kan daar, met reden, met grote zorg
naar kijken maar ook met een optimistische blik. In een tijd waar alles in beweging lijkt is er ook ruimte
voor nieuwe ideeën of gedachten waar eerder nauwelijks gehoor voor was, weer eens onder de
aandacht te brengen. Wat dat betreft ben ik optimistisch. We hebben geprofiteerd van de systemen
zoals die in de twintigste eeuw zijn gehanteerd. De tijden zijn echter veranderd en lijkt ruimte te komen
voor andere ideeën.
Wat is jouw talent?
Mijn talent is dat ik redelijk goed kan luisteren, verbanden leggen, patronen herkennen en modellen
maken. Mensen en organisaties helpen zich 180 graden te draaien, door mijn talenten in te zetten.
Modellen zijn voor mij een vereenvoudiging van de werkelijkheid, die ik nodig heb om te kunnen
praten over wat ik meen gezien of gehoord te hebben, dan wel anderen uit te leggen hoe ik naar ik
kijk. Zo ben ik betrokken bij SqEME, waar we een andere manier van kijken naar processen proberen
uit te dragen. We hanteren daarvoor vier vensters om naar een organisatie te kijken.
Hoe is de constructie?
Is het toepasbaar, waarmee correspondeert het?
Wat is de chemie, brengt het teweeg? Krijg je energie terug?
Wat is de constitutie: blauwdruk van waarde toegevoegde processen, wat zijn de
achterliggende gedachten? De spirituele, religieuze wortels vertaald naar een mensenbeeld.
[kader]
De uitkomst van mijn proefschrift van Teun Hardjono is het zogenoemde 4-fasenmodel. De basis
daarvan is het uitgangspunt dat elke mens en dus elke organisatie vier vermogen heeft en die ook
nodig heeft om te kunnen (over)leven: materieel vermogen, commercieel vermogen,
socialisatievermogen en denkvermogen. Onder het materieel vermogen wordt al het bezit verstaan dat
een organisatie heeft en als zodanig op de balans staat en in de winst/verliesrekening voorkomt.
Onder het commercieel vermogen wordt verstaan de bekwaamheid tot het komen tot transacties met
derden. Onder het socialisatievermogen wordt verstaan de bekwaamheid tot samenwerking en het
denkvermogen is het collectief resultaat van persoonlijke groei en intellectuele ontwikkeling van leden
van de organisatie en het vermogen dat te kunnen mobiliseren.
Het model laat zien dat als je de vier vermogens verbindt aan een oriëntatie op beheersing
met daar tegenover een oriëntatie op verandering en oriëntatie op sturing door de omgeving, externe
oriëntatie, met daar weer tegenover zelfsturing of interne oriëntatie anderzijds, het niet moeilijk is
concrete interventies en prestatie indicatoren te benoemen. Het model gaat echter nog verder. De
twee ogenschijnlijke dualiteiten, beheersing en verandering, externe en interne sturing zijn in een
dynamische evenwicht te brengen, zoals, in het model ook zichtbaar gemaakt door toepassen van het
yin-yang in het Chinese taoïstisch denken. Het model laat zien dat er in feite vier strategische
interventies zijn: effectiviteit, efficiency, flexibiliteit en creativiteit, die maar zeer gedeeltelijk gelijktijdig
dezelfde aandacht kunnen krijgen. Alles tegelijkertijd evenveel aandacht geven leidt tot niets en dus
uiteindelijk tot vermogensverlies. Te lange aandacht op een strategie zoals in vorige eeuwe dominante
aandacht voor efficiency, is net zo desastreus.
[Eind kader]
Plaatje van vier fasenmodel:
Teun Hardjono in gesprek met Annelies Oosterhoff en Paul Quist
32
CREATIVITEIT ALS STRATEGISCH STARTPUNT
Internefocus
Externefocus
Creativiteit Flexibiliteit
EfficiencyEffectiviteit
hobbyïsme Anarchie
Bureaucratieverkokering
verstarring
Oriëntatie op beheersing
Oriëntatie op veranderingchaos
InertieOvergevoeligheid
Plaatje vragen aan
Teun Hardjono
Waarom een vierdeling?
Ik heb een voorkeur voor de vierdeling, voor mij mooi gesymboliseerd door de Borobudur, waarvan de
eerste laag, weliswaar uit noodzaak, maar daar dus juist extra symbolisch onder/in de aarde ligt. Vier staat voor het aardse, de windstreken, de vier jaargetijden, de vier elementen, de vier
lichaamsappen, maar ook de vier evangelisten. De meesten van ons denken in vier dimensies,
hoogte, breedte, lengte en niet te vergeten: tijd. Sommigen wijzen mij er op er misschien ook een
vijfde vermogen is, bisschop van Luyn noemt dat pneuma, ‘in contact staan met het hogere’. Dat vijfde
vermogen zit ook wel in mijn 4-fasenmodel maar dan in de vorm van bewegen. Het vermogen om op
tijd van de ene oriëntatie op de andere over te gaan. Te kunnen loslaten en iets nieuws beginnen
zonder dat wat gedaan is te vernietigen of te vergeten. Integendeel zelfs door er op voort te bouwen.
In de wetenschap dat ook die nieuwe oriëntatie tijdelijk zal zijn maar in het vertrouwen dat er ook
daarna zich weer andere mogelijkheden zullen aandienen.
Hoe moeten we die beweging zien?
De vier vermogens zijn continu in beweging. Enerzijds door de dualiteit van interne en externe
oriëntatie. Als er intern of extern iets veranderd in de organisatie dan heeft dat gevolgen voor alle vier
de vermogens. Dat zelfde geldt voor de dualiteit oriëntatie op beheersing en oriëntatie op verandering.
Elke veranderde oriëntatie heeft gevolgen voor de beweging in de vier vermogens. Bovendien
bewegen die twee dualiteiten ook nog eens op elkaar. De oriëntatie op het interne van een
onderneming en de orientatie op verandering vraagt een bepaalde lenigheid van een organisatie, terijl
de combinatie externe oriëntatie en oriëntatie op verandering een bepaalde innovatieve kracht vraagt.
Lenigheid en innovatieve kracht op de vier vermogens dan wel te verstaan. Ook marktgerichtheid als
samenspel van externe oriëntatie en oriëntatie op beheersing vraagt dynamiek. En het geldt voor
productieverbetering.
Dan is er een derde laag die inspeelt op de vier vermogens en de kwadrant van twee polariteiten en
dat is de winstpotentie, het genereren van de vraag, het anticiperen op verschillende
maatschappelijke ontwikkelingen en het anticiperen op de sociale omgeving. Weer een vierdeling.
Het gaat om beweging en niet om eenzijdig iets te veranderen in een organisatie. Dat doe je met
elkaar in de samenhang van het vierfasenmodel bijvoorbeeld. In het 4-fasenmodel is dat uitgedrukt in
een yin-yang teken in het model.
Teun Hardjono in gesprek met Annelies Oosterhoff en Paul Quist
[Streamer: Organisaties zijn niet anders dan beweging, een proces tussen mensen]
Hoe denk je over leiderschap?
Ik geloof niet in leiders en het modieuze gepraat over leiderschap. Het is vaak niet meer dan: Hoe
zorg ik dat anderen voor mij gaan werken? En de anderen nemen dan zelf geen verantwoordelijkheid.
Dat kan anders. Ik wil zelf de verantwoordelijkheid dragen door iets na te laten, te laten zien dat ik mijn
mijn talenten hebt gebruikt. Er uit halen wat er in zit. Het is zonde om je talenten te verspillen.
Uiteraard spreek ik geheel voor me zelf, anderen moeten hun eigen keuzen maken. Eigenlijk ben ik
ontzettend lui, vandaar de oriëntatie op de legende van Christoforus, mezelf verplichten om als er een
beroep op me wordt gedaan daar dan ook antwoord op te geven. Er is echter zo veel te doen en veel
dat ik laat liggen. Vandaar ook dat ik graag samen werk met jonge mensen, zij stellen veel en niet
zelden indringende vragen, die me dwingen om te blijven denken. Dat denken richt zich met name op
de klassieke tegenstelling individu versus het collectief. Deze tegenstelling typeert de ideologische
strijd van de negentiende en twintigste eeuw. Om de een of andere reden past die tegenstelling niet
in de modellen waar ik het zojuist over had, de vier vensters van SqEME en het 4-fasenmodel.
Jongeren van nu geven aan dat het ook anders kan. Zij willen nergens lid van zijn maar wel ergens bij
horen en tegelijker tijd zich in de groep waartoe ze behoren ook onderscheiden. Het collectief én het
individu en een behoefte aan authenticiteit. Die gedachte inspireert me.
Destijds ging ik in militaire dienst omdat ik het hoorde te doen, vond ik. Maar ik wilde me niet
ondergeschikt maken, ik was tegendraads. Had een gevoel van onderscheidmakend bewustzijn: Zorg
ervoor dat als je je conformeert, je niet je eer aantast. Ze hebben me er voortijdig uitgegooid en
eigenlijk ben ik ook wel een beetje trots op, ook al vind ik nog steeds dat als we als collectief iets
afspreken dat je je er ook aan moet houden. Echter niet tegen elke prijs en waar de grens ligt is je
eigen verantwoordelijkheid. Een verantwoordelijkheid die je niet bij een of andere leider kan
neerleggen, maar kan ook niet door een of andere leider worden bepaald.
Wat is jouw rol?
Mensen naar de overkant brengen, begeleiden. Geïnspireerd door Christoforus doe ik dat vanuit een
leergedachte. Vandaar dat ik het initiatief heb genomen een wetenschappelijke leergemeenschap op
te richten, die we Clinamen zijn gaan noemen. Clinamen is de naam die Lucretius (99-55 vChr) gaf de
afwijking die atomen in hun verticale baan laten en die zo leiden tot een botsing, nodig om tot
verandering te komen. De Clinamen bestaat uit promovendi en inmiddels gepromoveerden die
proberen te werken vanuit een holistisch en historisch perspectief met respect voor filosofie, kunst,
levensbeschouwing en wetenschap.
[kader]
Clinamen vormt een wetenschappelijke leergemeenschap. De leden zoeken naar vormen waarin men
elkaar helpt de door hen opgedane ervaring en tacit knowledge bloot te leggen, vast te leggen en door
te ontwikkelen in de vorm van een proefschrift om daarmee een bijdrage te leveren aan de
maatschappij. Daarmee helpt Clinamen de leden hun kennis, ervaring en wijsheid op de
wetenschappelijke wijze te onderbouwen, het ter beoordeling te leggen aan anderen en deze ter
beschikking stellen aan de maatschappij, to leave a legacy.
Als symbool voor haar activiteiten heeft ze gekozen voor de metafoor van Christoffel, de heilige die
het kind draagt over de kolkende rivier. Het kind blijkt Christus te zijn en Hij zorgt ervoor dat Christoffel
veilig de overkant bereikt. De leden van Clinamen willen dienstbaar zijn aan mens en maatschappij,
over de woelige rivier van het leven: Het dragen van anderen en gedragen worden vanuit de eigen
levenshouding als persoon en acterend vanuit eigen inspiratiebronnen.
[einde kader]
Wie brengt jou naar de overkant, wat geeft je inspiratie?
Mijn werk heeft wederkerigheid in zich. Een belangrijk deel van mijn werk is het begeleiden van
zogenoemde buitenpromovendi. Zij en anderen die ik begeleid stellen vragen, dwingen me om niet lui
Teun Hardjono in gesprek met Annelies Oosterhoff en Paul Quist
te zijn. Wederkerige liefde en dankbaarheid. Ik geef adviezen. Vaak kan ik er geen geld voor vragen.
Soms wordt er misbruik van gemaakt. Dat geeft het praktische probleem: de hypotheek moet tenslotte
ook worden betaald, maar wil me daar niet door laten sturen. Daarom hou ik ook lezingen en geef
nog altijd organisaties advies. Dan lever ik tegendraads denken om anderen aan het denken te zetten.
Dat gaat me goed af. Het is niet alleen naar de overkant brengen. Het is ook meelopen. Een barrière
samen nemen en dan volgt de ander weer zijn of haar eigen weg.
Hoe zie je de toekomst?
Ik zie die in tegendraads gedrag. Nu dingen doen die onlogisch zijn. Andere kapstop nemen. Kijk naar
de informatie over topvrouw Brenda Barnes van Sara Lee en Assange met zijn Wikileaks: niets is
meer geheim. 500 jaar geleden mocht het gepeupel de Bijbel niet lezen. De gedrukte media brak de
macht van toen. Het internet doet hetzelfde maar nu in onze tijd. Wetenschappers publiceren online
met peer review en omzeilen zo de macht van de commerciële uitgevers het duistere systeem van
double blind reviews zoals dat nu wordt gehanteerd. Apple heeft nu 60.000-70.000 apps die in grote
aantallen worden gedownloadet en daarmee de grootste productdevelopment afdeling die je maar
kunt bedenken, zonder er voor te hoeven betalen. De informatietechnologie maakt transparantie een
feit. We zien grote organisaties verkruimelen of omzichtig worden omgebouwd tot complexe netwerk
organisaties. We zie kleine organisaties zich verenigen in complexe netwerken. We zien professionals
zich losmaken uit organisaties en zich vestigen als ZZP-er om zich vervolgens te nestelen in de
knooppunten van de netwerken waar ik het over had. De jongeren waar ik het over had zien het
volgens mij goed: “nergens lid van zijn maar wel ergens bij horen en tegelijker tijd je wel
onderscheiden. Het collectief én het individu en met de noodzaak tot authenticiteit. Dat vraagt werken
aan je professionaliteit en diep in je zelf te gaan op zoek naar je eigen spirituele bron.
Wat is je droom?
Door de op me genomen opdracht mensen naar de andere kant van de rivier te brengen, wil ik een
positieve bijdrage leveren. Ik ben niet altijd even optimistisch. Mijn eigen universiteit en dan met name
de Rotterdam School of Management is een stapje gestegen tot de 6e plaats in de Europese ranglijst
van Business Schools. Er is daar veel potentie in denkkracht, die helaas wordt ingezet om te rennen,
niet om te reflecteren. MBA’ers over de hele wereld zoek naar methoden die 100% zekerheid bieden,
ze willen doelen bereiken, want anders verdienen ze geen bonussen. Ze willen garantie. Zij echter niet
alleen. Er is een markt voor hen. We leven nog steeds in een wereld die 100% garantie eist dat er
nooit iets fout zal gaan, dat waar naar gestreefd wordt ook onverkort wordt gehaald en dat alles onder
controle is te brengen en dat er leiders moeten komen die ons dat komen brengen. Zo ontstaat er
vanzelf gebrek aan fantasie en lef, gebrek aan werkelijk ondernemerschap. We hebben de afwijking
van Lucretius nodig, de botsing om tot verandering te komen. Gelukkig wordt spiritualiteit voorzichtig
op de agenda worden gezet, ook al vinden velen dat nog eng. De vraag naar je wortels is te lang een
taboe geweest en hebben velen zich aan hun echte verantwoordelijkheden weten te onttrekken, door
die anderen neer te leggen,met als gevolg dat er misbruik van gemaakt kon worden Dat kan anders
als iedereen zich verantwoordelijk voelt voor de gemeenschappelijke ruimte, als was het maar omdat
je er zelf een onderdeel van de ruimte ben en dus ook van afhankelijk.
Over Teun Hardjono
Teun Hardjono is sinds 1998 deeltijd hoogleraar kwaliteitsmanagement en certificatie aan de Erasmus
Universiteit en directeur van de CSR Academy. Hij startte zijn carrière bij Berenschot en promoveerde
in 1995 aan de TU Eindhoven met de dissertatie Ritmiek en Organisatiedynamiek. Naast diverse
nevenfuncties heeft hij een eigen adviespraktijk, TwH-advies. www.hardjono.nl