16
publicatie 70.1 KENNISINSTITUUT VOOR DE INSTALLATIESECTOR Omgaan met hemelwater binnen de perceelsgrens HERZIENE UITGAVE 2011

ISSO-publicatie 70-1-2011

Embed Size (px)

DESCRIPTION

 

Citation preview

Page 1: ISSO-publicatie 70-1-2011

publicatie

70.1

ke

NN

IS

IN

St

It

uu

t v

oo

r d

e I

NS

ta

ll

at

Ie

Se

ct

or

Om

ga

an

me

t h

em

elw

at

er

bin

ne

n d

e p

er

ce

el

sg

re

ns

omgaan met hemelwater binnen de perceelsgrens

Herziene uitgave 2011

Page 2: ISSO-publicatie 70-1-2011

ISSO-publicatie 70.1

Omgaan met hemelwater binnen de perceelgrens

ISBN: 978-90-5044-156-8

Page 3: ISSO-publicatie 70-1-2011
Page 4: ISSO-publicatie 70-1-2011

Publicatie 70.1 3 Omgaan met hemelwater binnen de perceelgrens

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord 5

Begrippen 7

Inleiding 9

1 Duurzaam waterbeheer 11

1.1 Noodzaak voor duurzaam waterbeheer 11

1.2 Beleid met betrekking tot duurzaam waterbeheer 12

1.3 Sociale aspecten 14

1.4 Milieu-aspecten 15

2 Methoden voor duurzame omgang hemelwater 17

2.1 (Verbeterd) gescheiden rioolstelsel 17

2.2 Afkoppelen van verhard oppervlak 17

2.3 Benutten van hemelwater 18

2.4 Behandelen van hemelwater 18

3 Regelgeving 19

3.1 Benuttingssystemen binnen de perceelgrens 19

3.2 Infiltratiesystemen binnen de perceelgrens 20

3.3 Lozing van hemelwater op oppervlaktewater 21

3.4 Lozing op de riolering 21

3.5 Bouwstoffenbesluit en Besluit bodemkwaliteit 22

4 Neerslag 23

4.1 Neerslaghoeveelheden huidige situatie 23

4.2 Klimaatverandering 24

4.3 De kwaliteit van hemelwater 25

5 Systeemkeuze 27

5.1 Duurzame omgang met hemelwater 27

5.2 Principe keuze 28

5.3 Hemelwaterbenuttingssystemen 305.3.1 Zwaartekrachtsysteem 305.3.2 Pompsysteem 305.3.3 Vergelijking systemen 30

5.4 Infiltratietechnieken 325.4.1 Infiltratie via het verharde oppervlak 325.4.2 Infiltratie via het onverharde oppervlak 335.4.3 Ondergrondse infiltratie c.q. percolatie 345.4.4 Combinatie oppervlakte en ondergrondse infiltratie 375.4.5 Vergelijking toepasbaarheid infiltratietechnieken 37

5.5 Behandelen van hemelwater 38

5.6 Stappenplan uitwerking initiatief 40

6 Hemelwaterbenutting 41

6.1 Systeemonderdelen hemelwaterbenutting 416.1.1 Opvang van hemelwater 426.1.2 Filter 436.1.3 Opslagtank 466.1.4 Pomp 486.1.5 Vul- en zuigleiding 486.1.6 Drinkwatersuppletie en regeling 496.1.7 Afnamepunten en gebruikstoestellen 51

6.2 Dimensionering 526.2.1 Aanbod en afname van hemelwater 526.2.2 Dimensionering hemelwaterleidingen 586.2.3 Keuze filter 636.2.4 Dimensionering opslagtank 636.2.5 Dimensionering zuig-, en drukleidingen 636.2.6 Dimensionering pomp 64

6.3 Uitvoeringsaspecten 66

Page 5: ISSO-publicatie 70-1-2011

Publicatie 70.1 4 Omgaan met hemelwater binnen de perceelgrens

6.4 Beheer en Onderhoud 666.4.1 Gebruikerservaringen 666.4.2 Onderhoud en inspectie hemelwaterafvoersysteem 676.4.3 Onderhoud en inspectie filter 676.4.4 Onderhoud en inspectie tank 676.4.5 Onderhoud en inspectie zuig- en drukleiding 676.4.6 Onderhoud en inspectie pomp 676.4.7 Onderhoud en inspectie suppletievoorziening 67

6.5 Investerings- en exploitatiekosten 68

6.6 Milieueffecten 686.6.1 Reductie drinkwatergebruik 686.6.2 Overige milieueffecten 69

6.7 Stappenplan benuttingssystemen 706.7.1 Stap 1: Programmafase 706.7.2 Stap 2: Ontwerpfase 71

6.7.3 Stap 3: Uitwerkingsfase 71

6.7.4 Stap 4: Realisatiefase 72

6.7.5 Stap 5: Beheerfase 72

7 Infiltratie van hemelwater 73

7.1 Onderdelen infiltratiesysteem 737.1.1 Ondergrond 737.1.2 Filter 747.1.3 Infiltratievoorziening 747.1.4 Reinigingslaag / bodempassage 757.1.5 Geotextiel 757.1.6 Noodoverloop 76

7.2 Dimensionering infiltratievoorziening 767.2.1 Dimensioneringsmethode 777.2.2 Inloop hemelwater 787.2.3 Afvoer uit voorziening 797.2.4 Benodigde berging 797.2.5 Ledigingstijd 807.2.6 Ontwerp per type infiltratievoorziening 807.2.7 Ontwerp infiltratievoorziening in combinatie met hemelwaterbenutting 85

7.3 Aanvullende ontwerpaspecten 867.3.1 Doorlatende verharding 867.3.2 Ondergrondse infiltratievoorzieningen 867.3.3 Bovengrondse infiltratievoorzieningen en Wadi’s 88

7.4 Uitvoerings aspecten 88

7.5 Beheer en onderhoud 90

7.6 Investerings- en exploitatiekosten 91

7.7 Milieu-effecten van infiltratie van hemelwater 92

7.8 Stappenplan infiltratie van hemelwater 937.8.1 Stap 1: Programmafase 937.8.2 Stap 2: Ontwerpfase 937.8.3 Stap 3: Uitwerkingsfase 947.8.4 Stap 4: Realisatiefase 947.8.5 Stap 5: Beheerfase 95

8 Bergen en behandelen van hemelwater 97

8.1 Olieafscheiders en slibvangputten 97

8.2 Retentie- en bezinkingsvijvers 97

8.3 Lamellenafscheiders 98

8.4 Helofytenfilters 98

8.5 Substraatfilters 99

Bijlage A Schema's hemelwatersystemen 101

Bijlage B Voorbeeldberekening hemelwatersysteem 103

Bijlage C Lijst van formules 108Literatuur 115

Page 6: ISSO-publicatie 70-1-2011

Publicatie 70.1 5 Omgaan met hemelwater binnen de perceelgrens

VOORWOORD

Nieuwe wetgeving legt de verantwoordelijkheid voor hemelwater bij de perceelseigenaar. De perceelseige-naar moet het hemelwater zoveel mogelijk zelf ver-werken bij de plaats waar het valt. Afvloeiend hemelwater moet bijvoorkeur worden benut of lokaal in het milieu worden gebracht. Dat blijkt uit de wettelijke voorkeursvolgorde voor omgaan met hemelwater. Die voorkeursvolgorde volgt uit:

De Wet milieubeheer (artikel 10.29a), en;De Wet gemeentelijke watertaken (Hemelwa-terzorgplicht op grond van de Wet waterhuis-houding);Het Besluit lozing afvalwater huishoudens (Paragraaf 5.4 van nota van toelichting);Het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit, artikel 3.3).

Uit oogpunt van gezondheidsrisico’s is te verwachten dat eerder gekozen wordt voor het lokaal brengen van hemelwater in het milieu. Of dat mogelijk is, en de wijze waarop, is locatie afhankelijk. Is het terugbren-gen van hemelwater in het milieu geen optie, dan is het benutten van hemelwater te overwegen. Hemel-water kan in principe worden benut als huishoudwa-ter. Voor individuele woninginstallaties gelden hiervoor minder strenge voorschriften dan voor collec-tieve huishoudwaterinstallaties. De nieuwe wetge-ving, die vanaf 1 januari 2008 van kracht is, vraagt van gemeenten om te bepalen wanneer de perceelseige-naar zelf het hemelwater moet verwerken. Een alge-mene afweging wordt in het gemeentelijke rioleringsplan (GPR) gemaakt. Op basis daarvan kan de gemeente beoordelen in welke gebieden of situaties eventueel aanvullende regels nodig zijn voor het bren-gen van hemelwater op of in de bodem of lozing op een gemeentelijk stelsel.De perceelseigenaar zal, als gevolg van de nieuwe wet-geving, vaker een beroep doen op de installatiesector voor de realisering van technische oplossingen met betrekking tot het omgaan met hemelwater binnen de perceelgrens. Nieuwe wetgeving, - inzichten en - tech-nische ontwikkelingen op het gebied van de water-huishouding binnen de perceelgrens, maakte het noodzakelijk om de ISSO-SBR-publicatie 70.1 van 2000 te actualiseren. De geactualiseerde versie is, met instemming van SBR, een volledige ISSO-uitgave geworden. De voorliggende herziene uitgave is het resultaat van de rapporteurs ir. Emil Hartman en ir. Ragna Clocquet die daarbij deskundig terzijde zijn gestaan door de breed samengestelde ISSO-kontakt-groep KG 79 waarvan de samenstelling elders is te lezen. Dankzij de inspanningen van de rapporteurs, de ISSO-kontaktgroep en het instituut ISSO, is de installa-tiesector in staat om het hemelwater binnen de per-ceelgrens daar te brengen waar het milieu het meest mee gediend is.

Page 7: ISSO-publicatie 70-1-2011

Publicatie 70.1 6 Omgaan met hemelwater binnen de perceelgrens

Page 8: ISSO-publicatie 70-1-2011

Publicatie 70.1 7 Omgaan met hemelwater binnen de perceelgrens

BEGRIPPEN

AerosolvormingDe vorming van zwevende waterdeeltjes.

AfkoppelingHet niet via de riolering afvoeren van hemelwater. Het relatief schone hemelwater wordt in plaats daarvan geïnfiltreerd in de bodem of afgevoerd naar het opper-vlaktewater.

AggregaatVulmateriaal voor de ondergrondse berging van een infiltratiekoffer (bijvoorbeeld grind, geëxpandeerde kleikorrels of lavastenen).

Ander waterWater dat gebruikt wordt om drinkwater (gedeeltelijk) te vervangen.

Berging uitgedrukt in millimeterDe berging in een infiltratievoorziening wordt vaak uit gedrukt in millimeter. Dit is het bergende volume van de infiltratievoorziening (in m3) gedeeld door het aan-gesloten verhard oppervlak (in m2).

DrinkwaterWater dat bestemd is of mede bestemd tot drinkwater voor menselijk gebruik.

DuurzaamheidHet voorzien in de eigen behoeften zonder de moge-lijkheden van toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien in gevaar te brengen.

FilterrendementPercentage van totale hoeveelheid water dat een filter passeert en wordt gevoerd naar de opslagtank. Hoe hoger het rendement, hoe gunstiger.

Gemiddelde Hoogste GrondwaterstandGrondwaterstand die men in een gemiddeld jaar in de winter (december - februari) mag verwachten.

Grijs waterWater afkomstig van bad, douche, wastafel en/of was-machine.

HemelwaterRegenwater en smeltwater dat van daken van gebou-wen, straten en andere verharde oppervlakken tot afstroming is gekomen.

Hemelwaterafvoer (HWA)Stelsel van leidingen, bestemd voor de afvoer van hemelwater van het buitenoppervlak van het gebouw.

HemelwatersysteemInstallatie ten behoeve van gebruik van hemelwater voor huishoudelijke toepassingen (toiletspoeling, wasmachine en buitenkraan).

HuishoudwaterWater, door middel van collectieve (gemeenschappe-lijke) systemen via leidingen geleverd aan huishou-dens, dat van mindere kwaliteit is dan drinkwater en dat bestemd is voor laagwaardige toepassingen.In de definitie van VEWIN is bovendien het uitgangs-punt dat de levering van huishoudwater wordt ver-zorgd door het waterleidingbedrijf.

InfiltratieAlgemeen: het in de bodem brengen van water.Een nadere betekenis van infiltratie is: het intreden van water in de bodem vanaf het grondoppervlak.

InundatieHet onder water lopen van een laag gelegen terrein.

Niet-zelfaanzuigende pompPomp waarvan de werking berust op centrifugaal-kracht.

Ontwerpmiddellijn De theoretische inwendige middellijn van een leiding.

PerceelBij een gebouw of woning behorende grond.

PercolatieDe neerwaartse beweging van water in de onverza-digde zone.

PersleidingEen leiding waardoor water onder overdruk wordt afgevoerd (ook wel drukleiding genoemd)

RioolstelselSysteem voor de inzameling en het transport van afvalwater naar de rioolwaterzuiveringsinrichting.

SifonEen in een lozingstoestel of in een aansluitleiding aan-gebrachte voorziening, die -door een in die voorzie-ning aanwezige hoeveelheid water- de uittreding van gas uit de afvoerleiding via het lozingstoestel verhin-dert.

Slok-opOverloopvoorziening (o.a. bij een wadi), waarbij het water versneld in een ondergrondse infiltratiekoffer kan stromen.

TerugslagklepEen dichtingselement dat transport van water in één richting toestaat.

TerugstroombeveiligingBeveiliging om te voorkomen dat water uit het hemel-watersysteem terugstroomt in het drinkwaternet.

UV-systeemEen hemelwaterafvoersysteem met gesloten stroming onder invloed van drijfhoogte.

Page 9: ISSO-publicatie 70-1-2011

Publicatie 70.1 8 Omgaan met hemelwater binnen de perceelgrens

VerdrogingDe aantasting van de natuur als gevolg van (grond)- waterstandsdaling, zowel direct door de daling van de waterstand als door indirecte effecten (zoals de aan-voer van gebiedsvreemd water van een andere kwali-teit om het watertekort aan te vullen).

Vrij vervalToevoer van water door gebruikmaking van de zwaar-tekracht in plaats van een pomp.

VulleidingLeiding waarmee de opslagtank van een hemelwater-systeem wordt gevoed met hemelwater.

WadiType infiltratievoorziening bestaande uit een greppel met daaronder een infiltratiekoffer plus drainagelei-ding

WatervoorzieningWinning, productie en distributie van water.

WegcunetGestabiliseerd zandlichaam waar de wegverharding (klinkers of asfalt) op gefundeerd is.

WegzijgingHet wegzakken van water in de bodem.

Zelfaanzuigende pompPomp, die door onderdruk een waterkolom, al dan niet van een lager gelegen punt dan de pomp, kan aanzui-gen. De pomp kan meegevoerde lucht of andere gas-sen uit de zuigleiding afvoeren.

ZuigleidingDe leiding van de opslagtank naar de (zelfaanzui-gende) pomp van een hemelwatersysteem.

Page 10: ISSO-publicatie 70-1-2011

Publicatie 70.1 9 Omgaan met hemelwater binnen de perceelgrens

INLEIDING

Hemelwater binnen de perceelgrenzenIn het kader van 'duurzaam bouwen' wordt steeds vaker in nieuwbouwprojecten, maar ook bij bestaande bouw, gezocht naar mogelijkheden om duurzaam om te gaan met water. Hierbij kan gedacht worden aan de toepassing van waterbesparende maatregelen, zoals closets met minder spoelwater, waterbesparende douchekoppen en doorstroombegrenzers op tappun-ten, maar ook aan verdergaande maatregelen, zoals gebruik van hemelwater voor toepassingen waarvoor geen drinkwater is vereist.Naast deze drinkwaterbesparende maatregelen kan bij het duurzaam omgaan met water binnen de per-ceelgrens ook gedacht worden aan het infiltreren van hemelwater in de bodem, in plaats van de afvoer van het water via het riool naar de rioolwaterzuiveringsin-stallatie (rwzi).

Benutting en infiltratieIn deze publicatie "Omgaan met hemelwater binnen de perceelgrens" worden de mogelijkheden bespro-ken om duurzaam om te gaan met hemelwater binnen de perceelgrenzen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen benutting van hemelwater binnen de perceelgrens en infiltratie van hemelwater binnen de perceelgrens. De publicatie richt zich in principe op nieuwbouw situaties. In aparte paragrafen wordt aan-gegeven hoe in bestaande situaties (bij aanpassing of renovaties) kan worden gehandeld. De publicatie heeft alleen betrekking op de woning- en utiliteits-bouw en niet de omgang met hemelwater op grote bedrijventerrein of op hemelwatertoepassingen in de land- en tuinbouw. Ook op het voorkomen van afvoer (bijvoorbeeld door middel van vegetatiedaken) als-mede de afvoer naar en de verwerking op de rwzi wordt niet inhoudelijk ingegaan.

Het gebruik van de publicatieHet proces van initiatief tot realisatie en beheer van voorzieningen voor hemelwaterbenutting of infiltratie-voorzieningen van hemelwater laat zich onderscheiden in een vijftal fasen, (zie onderstaande afbeelding):

Programmafase (inclusief uitwerking initiatief);Ontwerpfase;Uitwerkingsfase;Realisatiefase;Beheerfase.

Deze publicatie is gericht op:De ontwerpfase als onderlegger van de uitwer-kingsfase van benuttingssystemen of infiltratie-technieken. Aan andere onderwerpen is alleen aandacht besteed indien deze van invloed zijn op de ontwerpfase;Alle partijen die zijn betrokken bij de totstand-koming van een hemelwaterbenuttings-sys-teem of een voorziening voor infiltratie, berging of behandeling van hemelwater. Voor degenen die alleen betrokken zijn bij de keuze voor een bepaald systeem is het eerste deel van de pro-grammafase, waarin het initiatief wordt uitge-werkt, van belang (hoofdstuk 1 t/m 5). Voor degenen die betrokken zijn bij de verdere tot-standkoming van hemelwaterbenutting of infil-tratievoorziening zijn, naast het vervolg van de programmafase, ook de ontwerp-, uitwerkings-, realisatie- en beheerfase van belang. Voor deze laatste groep bieden de hoofdstukken 7 en 8 gedetailleerde informatie die van belang is voor het ontwerp van een benuttingssysteem of infil-tratievoorziening;De ontwerper / installateur, maar geeft ook inzicht in de rol van andere disciplines in de ver-schillende fasen van het proces.

LeeswijzerIn de programmafase wordt onderscheid gemaakt tus-sen (1) de uitwerking van het initiatief met als doel het opstellen van een globaal programma van eisen en (2) het toetsen van de technische, juridische en financiële haalbaarheid, om te komen tot een definitief pro-gramma van eisen. Dit onderscheid sluit aan bij ver-schillen binnen de doelgroep van deze publicatie.

Programmafase/Uitwerking initiatiefIn hoofdstuk 1 wordt ingegaan op duurzaam water-gebruik, het beleid ten aanzien van dit onderwerp en sociale en milieu-aspecten. Hoofdstuk 2 geeft aan op welke manieren invulling gegeven kan worden aan het duurzaam watergebruik. Vervolgens komt in hoofdstuk 3 de regelgeving voor infiltratiesystemen en benuttingssystemen binnen de perceelgrens, de regelgeving voor huishoudwater en andere relevante regelgeving aan de orde. Hoofdstuk 4 bespreekt de hoeveelheid (beschikbare) neerslag en de kwaliteit ervan. Vervolgens gaat hoofd-stuk 5 in op de mogelijkheden om om te gaan met de beschikbare neerslag: wordt het hemelwater binnen de perceelgrens gebruikt voor toepassing binnen de woning of het gebouw of wordt het hemelwater geïn-filtreerd in de bodem? Of misschien een combinatie van beiden? Voor zowel het benuttingssysteem als het infiltratiesysteem worden een aantal mogelijke syste-men en technieken gegeven, waarvan de voor- en nadelen worden belicht. Op basis hiervan kan een keuze gemaakt worden voor een bepaald systeem. Hoofdstuk 5 besluit met een stappenplan voor het eer-ste deel van de programmafase: de uitwerking van het initiatief tot een voorlopig programma van eisen.

Page 11: ISSO-publicatie 70-1-2011

Publicatie 70.1 10 Omgaan met hemelwater binnen de perceelgrens

In hoofdstuk 6 worden allereerst de verschillende onderdelen van een hemelwaterbenuttings-systeem besproken. Vervolgens wordt ingegaan op de dimen-sionering van deze onderdelen. Ook wordt aandacht besteed aan constructieve aspecten, beheer en onder-houd, kosten en milieu-aspecten.Infiltratie van hemel-water wordt behandeld in hoofdstuk 7. Achtereenvolgens worden de onderdelen van het infiltratiesysteem besproken, de dimensionering van het systeem, constructieve aspecten, beheer en onder-houd, kosten en milieu-aspecten. Tot slot worden in hoofdstuk 8 de ontwerpaspecten met betrekking tot

het bergen en eventueel behandelen (c.q. zuiveren) van hemelwater besproken.

De hoofdstukken 6 en 7 eindigen met een volledig stappenplan, waarin de realisatie van de systemen in vijf fasen worden toegelicht. Programmafase, ontwer-pfase, uitwerkingsfase, realisatiefase en beheerfase worden toegelicht. Van de programmafase wordt alleen het tweede deel uitgewerkt. Het eerste deel van de programmafase, waarin het initiatief wordt uitge-werkt, is reeds beschreven in hoofdstuk 5.

ooH f kutsd 6 ooH f kutsd 7ooH f kutsd 8

ooH f kutsd 8

nettuneBnerertlifnI negreB etkalvreppO

retaw

nelednaheB

Leidraad RioleringDe Leidraad Riolering is een belangrijke handreiking met algemeen geaccepteerde uitgangspunten, methoden en technieken met betrekking tot de rioleringszorg in Nederland. De Leidraad Riolering, welke wordt uitgegeven door stichting RIONED, komt tot stand in samenwerking met alle professioneel bij de rioleringszorg betrokken partijen en kent daardoor een zeer breed draagvlak. De leidraad heeft een modulaire opbouw.

Met betrekking tot deze publicatie zijn de volgende Leidraadmodules met name relevant:

A2000 Juridische aspecten bij rioleringsactiviteitenBeschrijft de juridische aspecten van elke fase in de levensloop van een riolering, van aanleg tot verwijdering. Ook beschrijft de module in het kort de procedures en geeft antwoord op tien veelgestelde juridische vragen.

B2200 Functioneel ontwerp: inzameling en transport van regenwaterGaat over het functioneel ontwerp van systemen voor regenwater met infiltratie of zuivering voor lozing op opper-vlaktewater. De basis hiervoor is het schetsontwerp (B1100). Het functioneel ontwerp geeft het systeem zijn dimen-sies. De dimensionering van onderdelen vindt u in module B3000.

B2250 Aanbevelingen voor ontwerp en aanleg van regenwatervoorzieningenDeze module geeft aanvullend op de andere ontwerpmodules aanbevelingen voor zowel het ontwerp als de aanleg van regenwatervoorzieningen.

C2200 Hydraulisch functioneren van regenwatervoorzieningenDeze module bevat aanbevelingen voor de controle van het hydraulisch gedrag van systemen voor benutting, ber-ging, infiltratie, behandeling en afvoer van regenwater. Zij geeft meetmethodes in de vorm van vuistregels en tabel-len waarmee u het hydraulisch functioneren op een eenvoudige wijze kunt toetsen aan lokaal vast te stellen maatstaven.

C3200 Beheer van infiltratievoorzieningenDeze module behandelt de mechanismen welke leiden tot achteruitgang in de toestand en het functioneren van een infiltratievoorziening. Daarnaast worden aanwijzingen gegeven voor beheeractiviteiten en -maatregelen van infiltratievoorzieningen. Tot slot komen ook aanbevelingen voor het ontwerp en de aanleg van infiltratievoorzienin-gen aan de orde.

Stichting RIONED stimuleert de zorg voor de riolering en water in de stad in Nederland. Zij is het platform waarin overheden, het bedrijfsleven en onderwijs samenwerken.

Page 12: ISSO-publicatie 70-1-2011

Publicatie 70.1 11 Omgaan met hemelwater binnen de perceelgrens

1 DUURZAAM WATERBEHEER

Het op een verantwoorde wijze omgaan met water en is een belangrijk thema. De aanleiding daarvoor is onder andere de wateroverlast die in het veleden in Nederland is opgetreden en de verwachte klimaatont-wikkeling. De verandering van het klimaat leidt niet alleen tot hevigere buien maar ook tot langere droogte perioden. De veiligheid van Nederland en de beschikbaarheid van zoet water met een goede kwali-teit moet gewaarborgd worden. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de noodzaak voor duurzaam stedelijk waterbeheer, de nadruk die daarop wordt gelegd in het vigerende beleid en de sociale aspecten van een duurzame omgang met water.

1.1 NOODZAAK VOOR DUURZAAM WATER-BEHEER

WatergebruikTweederde deel van ons land krijgt drinkwater bereid uit grondwater. De kwantiteit en kwaliteit van het grondwater baren vanuit milieutechnisch oogpunt echter zorgen. Als gevolg van de onttrekking van grondwater kan verdroging van de natuur optreden en als gevolg van landgebruik door bijvoorbeeld de landbouw en stedelijke ontwikkeling kan het grond-water verontreinigd raken. Het optreden van verdro-ging en verspreiding van verontreinigingen wordt tegengegaan door een reeks van maatregelen. Bij-voorbeeld daar waar grondwateronttrekkingen een bijdrage leveren aan de verdroging van natuurgebie-den, schakelen de waterleidingbedrijven zo mogelijk over op oppervlaktewater in plaats van grondwater als bron voor drinkwater. Het gebruik van oppervlaktewa-ter betekent voor de waterleidingbedrijven echter een intensievere zuivering en dat heeft weer een grotere milieubelasting tot gevolg (chemicaliën- en energie-gebruik, reststoffenproductie etc.).

Duurzaamheid op watergebruiksniveau houdt in dat de kwaliteit en kwantiteit van het beschikbare water moeten passen bij de gebruiksfunctie. Het water moet niet verder dan noodzakelijk worden gezuiverd en er moet zo weinig mogelijk worden gebruikt.

Maatregelen die kunnen bijdragen aan een minder grote milieubelasting door gebruik van water zijn:

Voorkomen van verspilling;Het gebruik van water van een minder hoge kwaliteit dan drinkwater voor bepaalde toepas-singen;Het benutten van hemelwater.

Een algemeen criterium voor duurzaamheid is, dat er geen verschuiving mag optreden van milieubelasting van het ene milieucompartiment naar het andere of in de tijd, tenzij dat de duurzaamheid van het gehele sys-teem ten goede komt. Met andere woorden: positieve resultaten ten aanzien van het watermilieu mogen niet ten koste gaan van bodem, lucht of grondstofvoorraden.

WaterketenDe watervoorziening maakt deel uit van de waterketen die vanaf de bron via winning, gebruik en inzameling, na zuivering weer sluit bij de bron: oppervlakte- en grondwater. De watervoorziening betreft het deel van de keten dat betrekking heeft op de winning, bewer-king (productie) en distributie van drinkwater en andere soorten water.

De waterketen verschilt per gebied. Zo kan onder-scheid gemaakt worden tussen bebouwd en onbe-bouwd gebied of tussen polders, natuurgebieden of hogere gronden. Gebiedsgebonden omstandigheden bepalen hoe het hemelwater wordt afgevoerd. In de onbebouwde situatie draagt hemelwater bij aan de aanvulling van de hoeveelheden grond- en oppervlak-tewater. In de Nederlandse steden en dorpen wordt het regenwater via de riolering en de rioolwaterzuive-ringsinstallatie (rwzi) afgevoerd naar het oppervlakte-water. Daarbij wordt in het overgrote deel van de gevallen (ongeveer 72%) het relatief schone regenwa-ter tezamen met het huishoudelijk afvalwater ingeza-meld en afgevoerd (gemengd stelsel). Een belangrijk nadeel daarvan is dat bij hevige regenval het riole-ringsstelsel het water niet meer kan verwerken waar-door regenwater vermengd met ongezuiverd afvalwater overloopt op oppervlaktewater. Bij grote overloophoeveelheden kan er daardoor in het ontvan-gende oppervlaktewater massale vissterfte optreden. Bovendien is, door de vermenging, het afvalwater dat op de zuivering aankomt minder geconcentreerd, en treden er grotere fluctuaties in de aanvoer op wat een nadelige invloed heeft op het zuiveringsrendement van de rwzi.

Afb. 1.1 De waterketen

nenniw eb ew rk ne birtsid u eit

be gnimrehcsbr nenno

taw e -rseb p gnira

aw et ueilim t' ni r eg rb kiu

nezol nereviuz nelemazni

Page 13: ISSO-publicatie 70-1-2011

Publicatie 70.1 12 Omgaan met hemelwater binnen de perceelgrens

Daarnaast infiltreert er minder water in de bodem dan in de onbebouwde situatie het geval was. Daardoor zie je in en rond stedelijke gebieden dat de natuurwaar-den achteruitgaan door verdroging. Tot slot verloopt de afvoer via de riolering vele malen sneller dan de natuurlijke afvoer via de bodem. Daardoor wordt het ontvangend oppervlaktewater meer belast en kunnen beken en rivieren de piekafvoeren niet snel genoeg verwerken wat tot wateroverlast kan leiden.Door het hemelwater af te koppelen van het riool kun-nen veel van de bovengenoemde problemen worden voorkomen. Ervoor zorgen dat daartoe geschikt hemelwater daar waar het valt ook infiltreert in de bodem zodat het grondwater aangevuld wordt, beperkt milieuschade.

1.2 BELEID MET BETREKKING TOT DUURZAAM WATERBEHEER

Bij ruimtelijke keuzes en ingrepen in het watersysteem worden samenvattend de volgende beleids-uitgangs-punten gehanteerd:

Geen afwenteling van knelpunten in plaats en tijd;Water zo veel mogelijk vasthouden, als dat niet kan (tijdelijk) bergen en alleen als het niet anders kan afvoeren; Water zo veel mogelijk schoon houden, als dat niet kan scheiden en alleen als het niet anders kan zuiveren; Iedereen draagt zijn steentje bij. Bewoners, overheden en andere bij het waterbeheer betrokken organisaties delen de verantwoorde-lijkheid voor een goed waterbeheer.

Het beleid van de rijksoverheid op het gebied van duurzaam watergebruik in Nederland is vastgelegd in een aantal nota’s en wetten. Hieronder worden de belangrijkste stukken kort toegelicht, te weten:

Vierde Nota Waterhuishouding NW4 (1997);Waterbeheer 21e eeuw;Nationaal Bestuursakkoord Water;Rioleringsbeleid - Wet Milieubeheer;Regenwaterbrief staatssecretaris van Geel;Het voorstel Wet Gemeentelijke Watertaken.

Vierde Nota WaterhuishoudingHet landelijk waterbeleid is vastgelegd in de Vierde Nota Waterhuishouding (NW4). Een belangrijk thema hierin is de optimalisatie van het waterbeheer in de stad door gemeenten en waterschappen gezamenlijk. Genoemde aandachtspunten daarbij zijn: de hydrolo-gie (onder andere vasthouden van water), ecologie,

relatie van stedelijk water met de omgeving, de bele-ving van het water en de waterketen (drinkwaterberei-ding en afvalwaterbehandeling). Maatregelen die hierbij passen zijn onder andere: afkoppelen van ver-hard oppervlak om meer water vast te houden en rioolwaterzuiveringsinstallaties niet onnodig te belas-ten, verminderen van riooloverlopen, ecologische inrichting van watergangen, saneren van verontrei-nigde waterbodems en besparing van het drinkwater-gebruik.

Waterbeheer 21e eeuwRecent is het rapport "Waterbeheer 21e eeuw" (WB21) opgesteld. Aanleiding voor het opstellen van dit rap-port is de wateroverlast gedurende de afgelopen jaren en de verwachte klimaatontwikkeling met meer neer-slag en hevigere buien. In het rapport wordt het belang van het kunnen vasthouden en bergen van water benadrukt. Hiermee zal de veiligheid van Neder-land in de toekomst op peil moeten worden gehou-den. Vergroten van de afvoercapaciteit is pas aan de orde wanneer de mogelijkheden voor het vasthouden en bergen van water zijn benut (niet afwentelen van de problematiek).

In het rapport is een doorkijk gegeven naar effecten van verwachte klimaatontwikkelingen door het bestaand stedelijk watersysteem te toetsen aan een extreme gebeurtenis. Voor eventuele knelpunten wor-den maatregelen geformuleerd.

Nationaal Bestuursakkoord WaterIn de aard en omvang van de nationale waterproble-matiek doen zich structurele veranderingen voor. Kli-maatverandering, zeespiegelstijging, bodemdaling en verstedelijking maken een nieuwe aanpak in het waterbeleid noodzakelijk. In februari 2001 sloten daarom Rijk, Interprovinciaal Overleg, Unie van Water-schappen en Vereniging van Nederlandse Gemeenten de Startovereenkomst Waterbeleid 21e eeuw. Twee jaar later zijn de resultaten van die samenwerking en van voortschrijdende kennis en inzicht neergelegd in het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW).

Conform de afspraken in het NBW moeten water-schappen en gemeenten tezamen de omvang van de wateropgave in beeld brengen, als gevolg van de kli-maatverandering, zeespiegelstijging, bodemdaling en verstedelijking. Door het treffen van maatregelen moet uiteindelijk in 2015 het watersysteem op orde zijn.

In de NW4 zijn met betrekking tot het afkoppelen van verhard oppervlak streefpercentages aangeven. Genoemd werd 20% in bestaand stedelijk gebied en 60% en nieuwbouw wijken.In het wetsvoorstel gemeentelijke watertaken, waarin de zorgplicht voor hemelwater wordt geintroduceerd, wordt dit streefpercentage losgelaten. Bij de concrete invulling van de zorgplicht hebben gemeenten beleidsvrijheid om op het lokale niveau de integrale afweging te maken op welke wijze het beste kan worden omgegaan met hemelwa-ter, rekening houdend met de maatschappelijke lasten en de verschillende randvoorwaarden (zoals een duurzaam watersysteem, leefomgeving, functie van een gebied, milieu, volksgezondheid). Overleg met waterbeheerders en provincie is daarbij van belang.

Page 14: ISSO-publicatie 70-1-2011

Publicatie 70.1 13 Omgaan met hemelwater binnen de perceelgrens

Een onderdeel van de NBW is de watertoets. De water-toets heeft als doel om ruimtelijke ontwikkelingen in een vroegtijdig stadium te toetsen op alle relevante effecten op de waterhuishouding (naast veiligheid en wateroverlast ook waterkwaliteit en verdroging). De verplichting om een watertoets uit te voeren staat in artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 (Bro) (conform de wijziging welke in werking is getreden op augustus 2003). Het gaat daarbij in principe om alle ruimtelijke plan-nen en besluiten waarin waterhuishoudkundige aspecten voorkomen. Onderwerpen die daarbij spelen zijn voldoende ruimte voor water (berging, infiltratie, aan- en afvoer), voldoende aandacht voor effecten op de waterkwaliteit en natuur, op veiligheid (overstro-ming) en op grondwater.De Watertoets is een procesinstrument waarbij initia-tiefnemers van ruimtelijke plannen en waterbeheer-ders samen tot oplossingen voor eventueel optredende problemen met de waterhuishouding komen. De Watertoets omvat het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uitein-delijk beoordelen van ruimtelijke plannen en beslui-ten.Het resultaat van de watertoets wordt verwoord in de waterparagraaf van het plan. In de waterparagraaf moet aandacht besteed worden aan de doorwerking van het waterbeleid in de ruimtelijke ordening en moet inzicht worden gegeven in de afwegingen die op dit punt zijn gemaakt.

Rioleringsbeleid - Wet MilieubeheerHet rioleringsbeleid is verankerd in de Wet Milieube-heer en is vormgegeven door een afspraak tussen de Vereniging van Nederlandse Gemeente en de Unie van Waterschappen. In deze afspraak is het tweesporenbe-leid opgenomen. Dit beleid is gericht om het terug-dringen van de emissie naar het oppervlaktewater (emissiespoor) en het voorkomen van negatieve effec-ten op het oppervlaktewater (waterkwaliteitsspoor).

Wet Gemeentelijke Watertaken Per 1 januari 2008 is de Wet gemeentelijke watertaken in werking getreden. Deze wet regelt een aantal nieuwe zaken, met name op het gebied van het regen-water beleid. Op termijn zal dit beleid worden opgeno-men in de nieuwe Integrale Water Wet (IWW). Het regenbeleid bestaat uit vier peilers:

1. Aanpak bij de bron: het voorkomen van verontreiniging van regenwater;

2. Regenwater vasthouden en bergen;3. Regenwater gescheiden van afvalwater

afvoeren;4. Integraal afwegen van de wijze van omgaan

met regenwater.

De kern van de Wet gemeentelijke watertaken is de splitsing van de oude zorgplicht uit de huidige Wet Milieubeheer voor de inzameling en transport en afvalwater in drie afzonderlijke zorgplichten, te weten:

De inzameling en het transport van stedelijk afvalwater. Daaronder wordt verstaan afvalwa-ter dat overwegend afkomstig is van de mense-

lijke stofwisseling en van huishoudelijke werkzaamheden, al dan niet gemengd met andere afvalwaterstromen. Op deze gemeente-lijke zorgplicht sluit vervolgens de zorgplicht van de waterschappen aan om het afvalwater te zuiveren;De zorg voor een doelmatige inzameling van het afvloeiend hemelwater. Hiermee wordt gesteld dat de gemeente een ontvangstplicht heeft ten aanzien van hemelwater dat een per-ceelseigenaar niet zelf kan afvoeren;Een gemeentelijke zorgplicht voor de afvoer van overtollig grondwater die zich richt op het in het openbare gemeentelijke gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort.

Op particulier terrein is primair de eigenaar verant-woordelijk voor de afvoer van hemelwater, bij voor-keur naar oppervlaktewater of in de bodem (infiltratie). Pas indien dit redelijkerwijs niet van hem kan worden gevraagd heeft de gemeente een taak om het afvloeiende hemelwater verder af te voeren vanaf de grens van het particuliere perceel. Welke maatregelen in redelijkheid voor rekening van de perceelseigenaar zijn, zal lokaal en zelfs per geval kunnen verschillen. In het gemeentelijk rioleringsplan zal door de gemeente duidelijk moeten worden gemaakt welke maatregelen in beginsel van de perceelseigenaren worden ver-wacht, respectievelijk door de gemeente zelf zullen worden genomen.Deze verantwoordelijkheid van particulieren vloeit allereerst voort uit het burgerlijk recht. Een eigenaar dan wel erfpachter is verantwoordelijk voor de staat waarin de bij hem in eigendom zijnde gebouwen ver-keren, inclusief de fundering en het - indien aanwezig - waterdicht zijn van kelders en kruipruimtes, en voor de toestand waarin zijn percelen verkeren. Daarnaast vloeien ook uit het publiekrecht verplichtingen voort voor particulieren. Zij dienen immers te voldoen aan de bouwvoorschriften uit de Woningwet en de daarop gebaseerde regelgeving (het Bouwbesluit en de gemeentelijke bouwverordening). In dit kader zijn in het bijzonder van belang de voorschriften die betrek-king hebben op voorzieningen voor afvalwater en hemelwater [bron: 40] (zie ook hoofdstuk 3).

Europese Kaderrichtlijn WaterEen goede waterkwaliteit is voor Nederland van groot belang. Maar omdat water zich weinig aantrekt van landsgrenzen, is het voor een belangrijk deel ook een internationale zaak. Daarom is sinds eind 2000 de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht. Deze moet ervoor zorgen dat de kwaliteit van het opper-vlakte- en grondwater in Europa in 2015 op orde is. De Kaderrichtlijn Water (KRW) is erop gericht zowel de chemische als ecologische kwaliteit van watersyste-men te verbeteren, onder meer door lozingen op het

Page 15: ISSO-publicatie 70-1-2011

Publicatie 70.1 14 Omgaan met hemelwater binnen de perceelgrens

oppervlaktewater aan te pakken en watersystemen natuurlijker in te richten. Daarnaast is het de bedoeling het duurzaam gebruik van water te bevorderen en de verontreiniging van grondwater aanzienlijk te vermin-deren.

Om een goede ecologische situatie te bereiken gaat men uit van de rangorde dat verontreiniging van water zoveel mogelijk wordt voorkomen, schoon en vuil water worden gescheiden en als laatste het ver-ontreinigde water wordt gezuiverd.

De KRW legt vanaf het jaar 2015 een resultaatverplich-ting op. Het betreft hier een verplichting voor de reali-satie van de geplande maatregelen uit de stroomgebiedbeheersplannen.

Duurzaam BouwenDe Nationale Pakketten Duurzaam Bouwen kunnen gebruikt worden als instrument om onder meer invul-ling te geven aan de aandachtspunten die zijn genoemd in de Vierde Nota Waterhuishouding. De rijksoverheid zal duurzaam bouwen blijven stimule-ren. Vanuit de invalshoek water zal, naast een aantal eenvoudige technische besparingsmaatregelen, aan-dacht uitgaan naar de mogelijkheid voor het gebruik van grijs- en hemelwater en infiltratie.

De prijs van waterOp dit moment zijn diverse ontwikkelingen gaande met betrekking tot 'de prijs van water'. Er zijn verschil-lende scenario's denkbaar voor de ontwikkeling van de waterprijs. Naast een autonome stijging van de drinkwaterprijs, wordt drinkwater duurder doordat drinkwater onder een hoger BTW-tarief gaat vallen (17,5% in plaats van 6%). In het scenario waterspoor kan onderscheid gemaakt worden tussen het smal waterspoor, waarin de kosten voor riolering en drink-water worden gecombineerd en het breed water-spoor, waarin naast de rioolheffing ook de zuiveringslasten worden gecombineerd met de drink-waterprijs.

1.3 SOCIALE ASPECTENEr bestaan verschillende opvattingen over het meest geschikte aangrijpingspunt om een duurzaam water-gebruik te bewerkstelligen: de techniek of de consu-ment.

TechniekEnerzijds is er de opvatting dat men zich bij het streven naar duurzaam omgaan met water niet moet richten op gedragsbeïnvloeding van de consument. Daarbij wordt gerefereerd aan onderzoeken waarin consu-menten is gevraagd naar hun bereidheid om zich milieuvriendelijk te gedragen. Op papier blijkt die bereidheid groot te zijn, in de praktijk valt dat altijd tegen, zeker als die bereidheid ook financiële conse-quenties heeft. Ook wordt gewezen op het risico dat de consument na een tijdje genoeg krijgt van de gedragsaanpassingen en terugvalt in zijn oude gedrag. Vertegenwoordigers van deze denklijn zien veel meer in de opties als standaard in alle nieuw-

bouwvoorzieningen eenvoudige technische maatre-gelen voor waterbesparing (spaardouche, waterzuinig closetreservoir met spoelonderbreking of spoelkeuze, waterbesparende kranen etc.) of hemelwaterbenut-ting in direct aangesloten toestellen (closetreservoirs).

ConsumentLijnrecht hier tegenover staat de opvatting dat men de consument centraal moet stellen. Omdat technisch alles mogelijk is, is beschikbaarheid van voldoende water van goede kwaliteit een vanzelfsprekendheid geworden. De consument moet zich weer duidelijk bewust worden van de waterketen. Aanhangers van deze denklijn menen dat politici veel cynischer zijn over de milieu-attitude van de consument dan de con-sument zelf. Zij refereren aan projecten waarbij een actieve betrokkenheid van de consument leidt tot resultaten die verder reiken dan de beleidsdoelstellin-gen. Hierdoor zijn maatregelen haalbaar, zoals een grijswatersysteem dat een bewust lozingsgedrag van de consument vraagt.

Comfort en gedragWater sparen is niet een kwestie van een keuze tussen gedragsbeïnvloeding of techniek. Het is een mix van beiden. De acceptatie van technische maatregelen hangt onder andere af van comfort (gebruiksvriende-lijkheid) en gebruikersgedrag.

Technische maatregelen worden slechts geaccepteerd wanneer sprake is van een aanvaardbaar comfortni-veau. Indien men niet tevreden is, dan zal men een relatief goedkoop en eenvoudig vervangbaar toestel niet meer willen gebruiken. De spaardouchekop is daarvan een voorbeeld. Bevalt de douchekop wel, dan is het gebruikersgedrag bepalend of water bespaard wordt. Onderzoek leert ook dat de acceptatie van tech-nische maatregelen toeneemt als de consument bij-voorbeeld een spaarstand tijdelijk kan opheffen om een hoger gebruikscomfort te bereiken.

Sommige technische maatregelen hebben nauwelijks met comfort te maken. Zij zijn voor wat betreft de waterbesparing gedeeltelijk afhankelijk van het gedrag van de gebruiker. Voorbeelden hiervan zijn het closet en de wasmachine. Het spoelvolume van het closetreservoir is een gegeven. Het correct gebruik van spoelonderbreking of spoelvolumekeuze is wel afhan-kelijk van het gedrag. Bij aanschaf van een wasma-chine bepaalt de consument de keuze van het toestel en daarmee is het watergebruik per spoelbeurt een gegeven. Het efficiënt gebruik van de wasmachine, en daarmee het watergebruik, is afhankelijk van het gedrag van de consument.

Het gebruik van hemelwater of huishoudwater voor closetspoeling is een technische maatregel die nauwe-lijks met comfort te maken heeft en voor wat betreft het effect van waterbesparing min of meer gebruiker-sonafhankelijk is.

Page 16: ISSO-publicatie 70-1-2011

Publicatie 70.1 15 Omgaan met hemelwater binnen de perceelgrens

1.4 MILIEU-ASPECTEN

LevenscyclusanalyseHet vaststellen van de milieu-effecten van maatrege-len ten behoeve van een duurzaam watergebruik is niet eenvoudig, doordat de milieubelasting van het watersysteem of het milieurendement van een maat-regel moeilijk grijpbare aspecten zijn. Een goede ont-wikkeling op dit gebied is het gebruik van de zogenaamde Levens Cyclus Analyse (LCA). Hierbij wordt gekeken naar het gebruik van grondstoffen, emissies en energieverbruik vanaf verwerking van de grondstof tot en met de afbraak en verwerking c.q. stort van een product. Opgemerkt moet worden dat deze methode niet alle effecten volledig expliciet kan maken of goed kan inschatten. Dit geldt met name voor de indirecte effecten, zoals bijvoorbeeld gedrags-verandering en milieu- of waterbewustwording.

Milieubelasting (drink)waterVoor watersystemen blijken in een LCA met name de volgende factoren maatgevend te zijn voor de milieu-belasting:

Energieverbruik;Gebouwen;Gebruik van chemicaliën;Materiaalgebruik.

Op dit moment wordt er op diverse niveaus gediscus-sieerd over de milieuvoor- en -nadelen van hemelwa-ter en/of huishoudwatersystemen. Aan de ene kant wordt met een alternatieve watervoorziening bespaard op het gebruik van kostbaar drinkwater, maar aan de andere kant is energie benodigd om het andere water te leveren en is extra materiaal benodigd voor het systeem.

Hierbij moet worden opgemerkt dat verdroging niet standaard wordt meegenomen in een LCA. In verdro-gingsgevoelige gebieden waar grondwater wordt gebruikt als bron voor drinkwater, kan vervanging van een deel van het drinkwater door hemelwater of huis-houdwater een milieuvoordeel opleveren.

Milieu-aspecten hemelwaterbenutting en infiltratieVoor een uitgebreide beschouwing van de milieu-aspecten van gebruik van hemelwater voor huishou-delijke toepassing en infiltratie wordt verwezen naar respectievelijk paragraaf 6.6 en 7.7.