Upload
others
View
1
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Jaarverslag 2012 | Preventie & Interim
InhoudInhoud
Voorwoord 4
1 Interne werking 7
1.1 Beheer ........................................................................................................................................................................................................................................................................................ 8
1.2 Preventie en Interim ...................................................................................................................................................................................................................................... 8
1.3 Verbindingspersonen .................................................................................................................................................................................................................................... 9
2 Tewerkstelling in de uitzendsector 11
2.1 Tewerkstelling 2012 in de totale uitzendsector ............................................................................................................................... 12
2.2 Tewerkstelling 2012 jobstudent-uitzendkrachten ......................................................................................................................... 13
3 Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2012 17
3.1 Nationale cijfers arbeidsongevallen uitzendsector 2012 ................................................................................................ 18
3.2 Arbeidsongevallen 2011-2012 van de uitzendkrachten per gewest ........................................................... 27
3.3 Dodelijke arbeidsongevallen ...................................................................................................................................................................................................... 28
3.4 Jobstudent-uitzendkrachten ..................................................................................................................................................................................................... 29
3.5 Algemeen besluit .......................................................................................................................................................................................................................................... 35
jaarverslag 2012 • 2
4 Centrale gegevensbank voor de uitzendsector 37
4.1 Principe ............................................................................................................................................................................................................................................................................... 38
4.2 Consulteren van de gegevensbank ............................................................................................................................................................................... 38
4.3 Centrale gegevensbank uitzendkrachten .......................................................................................................................................................... 39
5 Sensibilisatiecampagnes 43
5.1 Campagne 2012 ............................................................................................................................................................................................................................................... 44
5.2 Communicatiekanalen ......................................................................................................................................................................................................................... 46
5.3 Producten ...................................................................................................................................................................................................................................................................... 49
5.4 Opleidingen ............................................................................................................................................................................................................................................................... 52
5.5 Studie-, informatie- en vormingsactiviteiten .......................................................................................................................................... 53
5.6 Persartikels ................................................................................................................................................................................................................................................................... 53
6 Actieplan 2013 55
7 Bijlagen 59
3Inhoud
VoorwoordVoorwoord
Preventie en bescherming van de uitzendkracht op de werkplek is zinvol.
Dit blijkt eens te meer uit de arbeidsongevallencijfers van 2012. In vergelijking met
2011 werd zowel voor frequentie- als ernstgraden een daling van 11% opgetekend.
Jaar na jaar worden er in de uitzendsector minder arbeidsongevallen genoteerd wat in
2012 resulteert in een frequentiegraad van 44,86 en een ernstgraad van 0,89. Rekening
houdend met een lagere economische activiteit blijft dit voor 2012 een opmerkelijk
gegeven. Voor het eerst zakt de frequentiegraad voor alle uitzendkrachten samen
onder 50, de werkelijke ernstgraad onder 1 en de globale ernstgraad onder 3.
In 2012 werden in de sector 165 miljoen uren uitzendarbeid gerealiseerd. De daling
van tewerkstelling van uitzendkrachten was sterker voelbaar bij de arbeiders dan bij de
bedienden. Opmerkelijk is dat jobstudenten-uitzendkrachten daarentegen een toename
van tewerkstelling hadden van 25% of tot 20,82 miljoen uren. Voor de jobstudent-
uitzendkrachten werden eveneens relatief gezien, minder arbeidsongevallen genoteerd
dan in 2011.
Preventie en Interim werkt samen met de verbindingspersonen van de sector om de
veiligheid van de uitzendkracht te garanderen. Belangrijk is om alle nodige accenten
te leggen, zodat de uitzendkracht wordt gevrijwaard van vermijdbare risico’s op de
werkplek bij de gebruiker. Gekende tools van Preventie en Interim zijn ondertussen de
werkpostfiche, de jaarlijkse campagne voor de jobstudenten en de toegankelijkheid
van onze communicatiekanalen zoals www.p-i.be en nieuwsbrieven.
4 jaarverslag 2012 •
Een opdracht veilig uitvoeren op de werkplek is voor de uitzendkracht nauw verbon-
den met een correct onthaal door de gebruiker. De werkpostfiche blijft hiervoor een
handig instrument. Preventie en Interim ontwikkelt samen met de sector een site
www.werkpostfiche.be waarin o.a. de werkpostfiche en de voorbereidende risico-
analyse van de verschillende werkposten aan bod zullen komen.
Jobstudent-uitzendkrachten zijn inderdaad de werknemers van morgen. Het is
belangrijk om deze doelgroep nu al bewust te maken van veilig gedrag op de werkplek.
Jongeren zijn zeer vertrouwd met Facebook, Twitter, apps ed. Het is voor Preventie
en Interim een uitdaging om jongeren via deze kanalen te bereiken en de kennis rond
welzijn op het werk mee te geven.
Preventie en Interim heeft in 2012 een centrale gegevensbank ontwikkeld waarin de
resultaten van de medische onderzoeken van de uitzendkrachten worden opgenomen.
De gegevensbank zal in 2013 operationeel zijn en houdt voor de sector een efficiënte
opvolging van de medische geschiktheden van de uitzendkrachten in.
Bergie Van den Bossche Marijke Bruyninckx
Voorzitter Directeur
5Voorwoord
1 Interne werking
1 Interne werkingHoofdstuk 1Interne werking 1
1.1 Beheer
Preventie en Interim telt 174 leden (zie hfdst. 7 Bijlagen).
In 2012 heeft de Raad van Bestuur 3 maal vergaderd (april, juni en november).
Leden Raad van Bestuur van Preventie en Interim op 31/12/2012
Bergie VAN DEN BOSSCHE (Voorzitter) ACV - CSC
Herwig MUYLDERMANS (Ondervoorzitter) FEDERGON
Pascale WIRKEN ABVV
Virginie CAVERNEELS ABVV
Kurt MARYSSE ACLVB
Piet VAN DEN BERGH ACV -CSC
Alain TERMOTE ADECCO PS nv
Frédéric LAMBEAU DAOUST INTERIM
Marc BUVE T BRUSSELS
Marie-José JANSSEN EQUIP’ sa
Ann CATTELAIN FEDERGON
Anne-Marie VERSCHETSE-VERVAEKE KONVERT INTERIM
Linda HENDRICKX MANPOWER BELGIUM
Marie-Claire CLABOTS PEOPLE INTERIM sa
Dirk DE CLERCQ RANDSTAD BELGIUM
Greta DEBAENE START PEOPLE
Philip CRACCO ACCENT JOBS FOR PEOPLE nv
Sylvie BRICHARD TRACE!
Els ROELS T-GROEP
1.2 Preventie en Interim
Preventie en Interim heeft de volgende werknemers in dienst:
Marijke BRUYNINCKX Directeur Preventie en Interim
Nathalie LIBERT Preventieadviseur II
Kris VANHEMELEN Preventieadviseur I
Nicolas KOZYREFF Adviseur Webmaster
Jessy NOTEBOOM Management Assistant
Achraf AOUSSAR Preventieadviseur I
Carine GRYSPEERD Administratief medewerkster
jaarverslag 2012 • 8
1.3 Verbindingspersonen
1.3.1 Doel
In ieder uitzendbedrijf wordt een verbindingspersoon aangesteld die samen met Preventie
en Interim de gemeenschappelijke preventiedienst voor de uitzendsector vormt. In
2012 waren er 174 verbindingspersonen waarvan 135 onder hen werden aangeduid die
minimum een basisvorming veiligheid gevolgd hebben, gelet op het feit dat sommige
verbindingspersonen voor verschillende uitzendbureaus werken.
1.3.2 Onthaal nieuwe uitzendbureaus
Uitzendbureaus die recent werden opgestart, worden onthaald door een teamlid van Preventie
en Interim, zoals voorzien in het Koninklijk Besluit van 4 december 1997 tot oprichting van
een centrale preventiedienst voor de sector van de uitzendarbeid.
Tijdens dit persoonlijk contactmoment wordt uitgelegd wat de rol van een verbindings
persoon is samen met het PIteam. Tevens wordt toegelicht wat Preventie en Interim kan
betekenen voor het uitzendbureau op vlak van preventie en bescherming van de uitzendkracht.
1.3.3 Vergaderingen
Tweemaal per jaar nodigt Preventie en Interim haar verbindingspersonen uit voor de
“Dag van de VP”.
In 2012 werd met de verbindingspersonen een studiedag georganiseerd over het thema
“Verbale agressie”. Daarvoor heeft Preventie en Interim o.a. op 7 juni 2012 een beroep
gedaan op externe deskundigen, gespecialiseerd in deze materie.
Hoofdstuk 1 • Interne werking 9
10
2Tewerkstelling in de uitzend
2Tewerkstelling in de uitzendHoofdstuk 1
Tewerkstelling in de uitzendsector 2
jaarverslag 2012 • 12
2.1 Tewerkstelling 2012 in de totale uitzendsector
De cijfergegevens zijn afkomstig van de jaarrapporten van alle uitzendbureaus actief in
België. Preventie en Interim (PI) verwerkt deze cijfergegevens voor de gehele uitzendsector,
met als resultaat een overzicht van de tewerkstellingscijfers uit dit hoofdstuk en de
arbeidsongevallencijfers uit het volgende hoofdstuk 3.
In 2012 werden in België 165,64 miljoen uren gepresteerd door uitzendkrachten in alle
sectoren. 60,1% van de uitzendkrachten werden ingezet als arbeiders en 39,9% als bedienden.
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
201220112010200920082007200620052004200320022001200019991998
11
6,3
0
Uren (miljoen)
12
1,9
0
13
7,5
0
13
0,6
0
12
9,1
4
12
8,9
3
14
6,2
3
15
1,0
8
17
1,9
8
18
6,9
3
18
0,9
1
14
1,3
0
16
0,8
1
17
6,5
7
16
5,6
4
Zoals blijkt uit bovenstaande figuur kent de uitzendsector in 2012 een flinke daling in
tewerkstellingscijfers in vergelijking met 2011. Concreet is de tewerkstelling gedaald met
6,2% en dat na 2 opeenvolgende jaren van aanzienlijke stijgingen na het crisisjaar 2009
(respectievelijk +13,8% en +9,8%). Bij de arbeiders was de daling veel meer te voelen
(9,1%) dan bij de bedienden met een beperkt verlies van 1,3%.
Gemiddeld waren er in 2012 elke dag 84.945 uitzendkrachten aan het werk in België. Uit de
cijfers van Federgon blijkt dat er in 2012 in totaal 540.434 uitzendkrachten minstens één
opdracht hebben volbracht (waaronder 188.422 als jobstudentuitzendkracht).
Uitzendbureaus die uitzendkrachten inzetten in de bouwsector hebben hiervoor een
gescheiden kantorennetwerk met een aparte erkenning. Zij vertegenwoordigen ongeveer
2,4% van de totale uitzendarbeid in België.
Hoofdstuk 2 • Tewerkstelling in de uitzendsector 13
2.2 Tewerkstelling 2012 jobstudent-uitzendkrachten
Tot 2011 werden jaarlijks tijdens de zomerperiode de tewerkstellingsuren en arbeidsongevallen
van de jobstudenten opgevraagd bij de uitzendbureaus. Preventie en Interim is in 2012 gestart
met het opvragen van de cijfers voor het gehele jaar. Hiermee volgt Preventie en Interim de
recente wetswijziging waarbij jobstudenten tijdens het gehele jaar kunnen werken. Ondanks
een daling in de algemene tewerkstellingscijfers van 2012, stijgt het aantal gepresteerde uren
van de jobstudentuitzendkrachten met 25,4% of tot 20,82 miljoen uren.
Dit betekent dat de markt van de jobstudentuitzendkrachten 12,5% deel uitmaakt van de
gehele uitzendsector. Niettegenstaande het uitstekend economisch jaar 2011 maakte de
categorie jobstudentuitzendkracht toen nog maar 9,4% uit van het geheel.
z o m e r
Uren (miljoen)
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
201220112011201020092008200720062005
11
,81
12
,83
13
,21
14
,03
11
,91
12
,56
12
,50
16
,60
20
,82
Meer en meer beperken jobstudenten zich dus niet enkel tot arbeid in de zomerperiode maar
zijn ze ook doorheen het jaar actiever. De vereenvoudigde wetgeving, in voege sinds 1 januari
2012 versnelt dit proces ongetwijfeld. Dit betekent dat het onderscheid tussen zomerperiode
en periode doorheen het schooljaar minder uitgesproken wordt. Bovendien wordt het aantal
dagen waarbij men kan werken tegen een voordelige sociale bijdrage sinds begin 2012 ook
vermeerderd tot 50 dagen per jaar. Deze makkelijkere inzetbaarheid van jobstudenten, is een
aanneembare verklaring voor de hogere tewerkstellingsgraad van dit afgelopen jaar.
jaarverslag 2012 • 14
In 2011 werden ruim 4 miljoen bijkomende uren verricht buiten de zomerperiode. Zo werd
in 2011 75% van de studentenarbeid nog steeds in de zomer gerealiseerd en de overige 4
miljoen uren buiten deze piekperiode. Gezien de opmerkelijke stijging van de tewerkstelling
in 2012, zal de spreiding van het werk over het gehele jaar stellig verder ingang vinden.
Deze 20,82 miljoen uren werden in 2012 gepresteerd door 188.422 jobstudentuitzendkrachten.
Het aantal jobstudenten zelf is nauwelijks gestegen (+5.906) maar de toename van het aantal
individueel gepresteerde uren doorheen het hele kalenderjaar is wel opmerkelijk gestegen.
Hoofdstuk 2 • Tewerkstelling in de uitzendsector 15
jaarverslag 2012 • 16
3Arbeidsongevallen uitzendk
Hoofdstuk 3 • Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2012 17
3Arbeidsongevallen uitzendkHoofdstuk 1
Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2012 3
jaarverslag 2012 • 18
3.1 Nationale cijfers arbeidsongevallen uitzendsector 2012
3.1.1 Overzicht arbeidsongevallen uitzendkrachten 2012
Preventie en Interim (PI) heeft voor de uitzendsector de cijfers afkomstig van de jaarrapporten
van de verschillende uitzendbureaus verwerkt.
In 2012 waren er op de werkplaats 7.431 arbeidsongevallen met minimum één dag werkverlet
(de dag van het ongeval niet meegerekend). Hiervan waren er:
• 4 dodelijke arbeidsongevallen, en
• 639 met blijvende arbeidsongeschiktheid.
In totaal geven deze ongevallen samen 147.878 dagen arbeidsongeschiktheid. In 2012 waren
14 uitzendkrachten op 1.000 slachtoffer van een arbeidsongeval met minimum één dag
arbeidsongeschiktheid en 1,1 uitzendkracht op 1.000 met blijvende arbeidsongeschiktheid
ten gevolge van een ongeval op de werkplaats.
Deze verhouding ligt lager dan het gemiddelde van alle werknemers in de private sector
waar ongeveer 33 werknemers op 1.000 elk jaar één ongeval heeft met minstens één dag
arbeidsongeschiktheid (cijfers FAO). Uitzendkrachten worden echter flexibel ingezet en
werken in vergelijking met vaste werknemers meestal geen volledig jaar als uitzendkracht
(dit varieert van één dag tot een volledig jaar).
Om arbeidsongevallencijfers goed te interpreteren, worden deze omgerekend tot coëfficiënten
die rekening houden met het aantal uren gepresteerd door alle betrokken werknemers
tijdens dat kalenderjaar. Zoals uit onderstaande tabel blijkt, betreffen deze coëfficiënten de
frequentiegraad, de werkelijke ernstgraad en de globale ernstgraad.
Hoofdstuk 3 • Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2012 19
Tabel 1: Toelichting coëfficiënten arbeidsongevallencijfers
CoëffiCiënt Definities Betekenis
FgFrequentie-graad
Fg= maat voor het aantal ongevallen
Aantal arbeidsongevallen (min. 1 dag arbeidsongeschiktheid) vermenigvuldigd met 1.000.000 en gedeeld door totaal aantal uren gewerkt door alle uitzendkrachten in dat kalenderjaar.
Fg = ∑ arbeidsongevallen x 1.000.000
aantal gepresteerde uren
Fg = 100 komt overeen met:
één op 6 fulltime tewerkgestelde werknemers heeft jaarlijks een arbeidsongeval.
Weg
Werkelijke ernstgraad
Weg= maat voor menselijke schade tengevolge van alle ongevallen
Totaal aantal dagen arbeidsongeschiktheid (van alle uitzendkrachten samen) vermenigvuldigd met 1.000 en gedeeld door totaal aantal uren gewerkt door alle uitzendkrachten in dat kalenderjaar.
Weg = ∑ dagen arbeidsongeschiktheid x 1.000
aantal gepresteerde uren
Weg = 1 komt overeen met:
1,5 dag arbeidsongeschiktheid tijdens één jaar voor elke fulltime tewerkgestelde werknemer.
Geg
Globale ernstgraad
Geg= maat voor totale menselijke schade tengevolge van alle ongevallen
Totaal aantal kalenderdagen arbeidsongeschiktheid PLUS aantal forfaitaire dagen vermenigvuldigd met 1.000 en gedeeld door het aantal uren gewerkt door alle uitzendkrachten in dat kalenderjaar.
Geg = (∑ dagen arbeidsongeschiktheid + ∑ forfaitaire dagen) x 1.000
aantal gepresteerde uren
Aantal forfaitaire dagen1 voor:• verlies hand: 4.450 dagen;• verlies oog: 2.800 dagen;• verlies vinger: 825 dagen;• dodelijk arbeidsongeval2:
7.500 dagen.
Tabel 2: Frequentie- en ernstgraad 2012 voor de totale uitzendsector
Voor 2012 werd voor de ganse Belgische uitzendsector berekend:
Frequentiegraad 44,86
Werkelijke ernstgraad 0,89
Globale ernstgraad 2,56
opmerking:
Globale ernstgraad houdt rekening met dodelijke arbeidsongevallen en arbeidsongevallen met een blijvende
arbeidsongeschiktheid of invaliditeit. Dit wordt voor elk arbeidsongeval afzonderlijk vastgelegd. Voor dodelijke
ongevallen en deze met invaliditeit worden een aantal dagen forfaitair bijgeteld ten einde hiermee rekening te
houden met de ernst. Formeel geeft een dodelijk arbeidsongeval geen aanleiding tot verloren dagen. Bij “blijvende
ongeschiktheid” gaat het om de prognose van de verzekeraar aan het eind van het jaar (vooral belangrijk voor niet
“zichtbare” invaliditeit) en niet om een definitief erkende blijvende arbeidsongeschiktheid.
1 - Het aantal forfaitaire dagen houdt rekening met blijvende arbeidsongeschiktheid en dodelijke arbeidsongevallen.2 - Of 100% onbekwaam.
jaarverslag 2012 • 20
Frequentiegraad (Fg)
Evolutie Fg: arbeiders
Fg
20
40
60
80
100
120
140
2012201120102009200820072006200520042003200220012000
13
6,0
13
4,7
12
4,6
11
0,3
99
,9
91
,9
95
,4
95
,4
89
,1
76
,5
76
,2
72
,5
65
,3
Evolutie Fg: bedienden
10
20
30
40
50
2012201120102009200820072006200520042003200220012000
15
,8
13
,5
15
,0
16
,7
13
,8
15
,4
16
,3
17
,4
17
,5
17
,3
17
,2
14
,5
Fg
14
,1
Evolutie Fg: arbeiders + bedienden
Fg
20
40
60
80
100
120
2012201120102009200820072006200520042003200220012000
99
,6
94
,3
87
,8
79
,6
71
,4
65
,9
68
,5
67
,8
61
,8
51
,9
53
,4
50
,5
44
,9
3.1.2 Evolutie arbeidsongevallencijfers uitzendsector 2000 t.e.m. 2012
Hoofdstuk 3 • Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2012 21
Werkelijke ernstgraad (Weg)
Evolutie Weg: arbeiders
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
3,0
2012201120102009200820072006200520042003200220012000
Weg2
,49
2,6
7
2,4
1
2,1
5
1,9
4
1,7
7
1,7
7
1,8
0
1,7
4
1,5
0
1,4
9
1,3
4
1,4
7
Evolutie Weg: bedienden
0,2
0,4
0,6
0,8
2012201120102009200820072006200520042003200220012000
0,2
5
0,2
2
0,2
5
0,2
7
0,2
0
0,2
5
0,2
6
0,2
8
0,3
0
0,3
4
0,3
2
0,2
3
0,2
6
Weg
Evolutie Weg: arbeiders + bedienden
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
2012201120102009200820072006200520042003200220012000
1,8
1
1,8
5
1,6
8
1,5
4
1,3
8
1,2
5
1,2
6
1,2
6
1,1
9
1,0
2
1,0
3
1,0
1
0,8
9
Weg
jaarverslag 2012 • 22
Globale ernstgraad (Geg)
Evolutie Geg: arbeiders
2
4
6
8
2012201120102009200820072006200520042003200220012000
Geg5
,77
6,7
8
6,4
8
5,4
5
4,9
4
5,2
5
5,1
2
4,7
2
4,7
5
4,5
4
4,5
4
3,8
5
4,5
1
Evolutie Geg: bedienden
0,5
1,0
1,5
2,0
2012201120102009200820072006200520042003200220012000
Geg
0,5
7
0,5
5
0,6
7
0,6
1
0,6
6
0,6
9
0,6
1
0,6
4
0,8
3
0,7
4
0,8
6
0,6
1
0,6
5
Evolutie Geg: arbeiders + bedienden
1
2
3
4
5
6
7
2012201120102009200820072006200520042003200220012000
4,1
9
4,7
0
4,5
3
3,8
6
3,5
6
3,7
0
3,5
9
3,2
7
3,2
5
2,9
6
3,1
2
2,5
6
3,0
4
Geg
Hoofdstuk 3 • Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2012 23
3.1.3 Overzicht gegevens arbeidsongevallen uitzendkrachten
3.1.3.1 Arbeidsongevallencijfers van 2000 t.e.m. 2012
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de evolutie van de arbeidsongevallencijfers
vanaf 2000 tot 2012. Zoals blijkt uit de cijfers hebben in de voorbije jaren de verschillende
sensibilisatieacties naar de uitzendsector resultaat gegeven met een significante daling van
arbeidsongevallen over de hele lijn. Ondanks een daling in de gepresteerde uren blinkt 2012
uit als één van de beste jaren. Op alle vlakken daalden de frequentieen ernstgraden, dit
zowel bij de arbeiders als bij de bedienden, nog nooit zo sterk als het afgelopen jaar.
Tabel 3: Overzicht 2000-2012
2000 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2012/2011 2012/2000
A l l e U I T Z e N D K R A C H T e N
Fg 99,60 71,40 65,96 68,42 67,85 61,78 51,86 53,38 50,50 44,86 -11,2% -55%
Weg 1,81 1,38 1,25 1,26 1,26 1,19 1,02 1,04 1,01 0,89 -11,9% -51%
Geg 4,19 3,56 3,74 3,61 3,27 3,25 2,96 3,11 3,04 2,56 -15,8% -39%
A R b e I D e R s
Fg 135,79 99,85 91,92 95,47 95,48 89,12 76,54 76,20 72,5 65,32 -9,9% -52%
Weg 2,49 1,94 1,77 1,77 1,80 1,74 1,50 1,49 1,47 1,34 -8,8% -46%
Geg 5,77 4,94 5,31 5,16 4,72 4,75 4,54 4,53 4,51 3,85 -14,6% -33%
b e D I e N D e N
Fg 15,77 13,77 15,39 16,29 17,44 17,48 17,32 17,17 14,54 14,09 -3,1% -11%
Weg 0,25 0,20 0,25 0,26 0,28 0,30 0,34 0,32 0,26 0,23 -11,5% -8%
Geg 0,57 0,66 0,69 0,62 0,64 0,83 0,74 0,86 0,65 0,61 -6,2% +7%
jaarverslag 2012 • 24
3.1.3.2 Overzicht van de gegevens over arbeidsongevallen bij uitzendkrachten 2000-2011-2012
Tabel 4: Overzicht 2000 - 2011 - 2012
2000 2011 2012
Arbeiders + bediendenAantal gepresteerde uren 137.520.266 176.470.000 165.644.431
Aantal ongevallen 13.697 8.917 7.431
Aantal ongevallen met tijdelijke ongeschiktheid 12.943 8.140 6.788
Aantal ongevallen met blijvende ongeschiktheid 751 772 639
Aantal dodelijke arbeidsongevallen 3 5 4
Aantal dagen arbeidsongeschiktheid 249.077 177.943 147.878
Aantal forfaitaire dagen 327.598 359.269 275.549
Frequentiegraad 99,6 50,50 44,86
Werkelijke ernstgraad 1,81 1,01 0,89
Globale ernstgraad 4,19 3,04 2,56
Arbeiders Procentueel aandeel blootstelling 70 62,02 60,06
Aantal uren blootstelling 95.913.964 109.518.914 99.487.183
Aantal ongevallen 13.041 7.942 6.499
Aantal ongevallen met tijdelijke ongeschiktheid 12.323 7.244 5.918
Aantal ongevallen met blijvende ongeschiktheid 715 693 577
Aantal dodelijke arbeidsongevallen 3 5 4
Aantal dagen arbeidsongeschiktheid 238.580 160.618 132.899
Aantal forfaitaire dagen 314.473 332.850 250.349
Frequentiegraad 135,97 72,50 65,32
Werkelijke ernstgraad 2,49 1,47 1,34
Globale ernstgraad 5,77 4,51 3,85
BediendenProcentueel aandeel blootstelling 30 37,98 39,94
Aantal uren blootstelling 41.606.302 67.058.175 66.157.248
Aantal ongevallen 656 975 932
Aantal ongevallen met tijdelijke ongeschiktheid 620 896 870
Aantal ongevallen met blijvende ongeschiktheid 36 79 62
Aantal dodelijke arbeidsongevallen 0 0 0
Aantal dagen arbeidsongeschiktheid 10.497 17.325 14.979
Aantal forfaitaire dagen 13.125 26.419 25.200
Frequentiegraad 15,77 14,54 14,09
Werkelijke ernstgraad 0,25 0,26 0,23
Globale ernstgraad 0,57 0,65 0,61
Hoofdstuk 3 • Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2012 25
3.1.4. Toelichting arbeidsongevallen bij uitzendkrachten
3.1.4.1 Vaststellingen
• In vergelijking met 2011 is het aantal gepresteerde uren in 2012 gedaald met 6,2%. Bij de
arbeiders was de daling met 9,1% sterk te voelen, bij de bedienden is de inkrimping beperkt
tot 1,3% (zie H.2, punt 2.1 Tewerkstelling totale uitzendsector). Na twee opeenvolgende
jaren van stijgende tewerkstelling, kampt ook de uitzendsector, net als in 2009, met een
economisch minder goed jaar.
• Voor de frequentiegraad (Fg) stellen we in 2012 zowel bij de arbeiders (9,9%) als bij
de bedienden (3,1%) een belangrijke daling vast. Terwijl in 2011 de bedienden de beste
cijfers optekenden (arbeiders: 4,8 versus bedienden: 15,4%), is het nu aan de arbeiders om
de grootste vooruitgang te boeken. Voor de gehele uitzendsector (arbeiders en bedienden
samen) is er een opmerkelijke daling van 11,2% (zie tabel 3: Overzicht 20002012).
• Voor de werkelijke ernstgraad (Weg) is er voor de totale uitzendmarkt een aanzienlijke
daling met 11,9%. De bedienden bevestigen met 11,5% opnieuw hun goed resultaat uit
2011. Ook de arbeiders presteren dit keer met 8,8% uitstekend in tegenstelling tot hun
bescheiden maar wel positief resultaat (1,3%) van het jaar daarvoor.
• Ook de globale ernstgraad (Geg) kent in 2012 met 15,8% mooie resultaten voor
het totaal van beide categorieën werknemers. Voor de bedienden is er een verbetering
vastgesteld van 6,2%, zij het iets minder spectaculair dan in 2011 toen 24,4% werd
bereikt. De arbeiders kenden dit jaar, in tegenstelling tot de geringe afname uit 2011, de
grootste daling met 14,6%.
jaarverslag 2012 • 26
3.1.4.2 Besluit
Ondanks een moeilijk economisch jaar 2012 vertonen de frequentie en ernstgraden van
afgelopen jaar uitstekende resultaten. Een daling van meer dan 10% voor de gehele groep
voor zowel frequentie als ernstgraad is een opvallend resultaat!
In 2011 kenden de arbeidsongevallencijfers een gunstige evolutie na het status quo in 2010.
In vergelijking met de arbeiders boekten vooral de bedienden in 2011 een mooie vooruitgang.
In 2012 zijn het opnieuw de arbeiders die de allergrootste daling realiseren met 9,9% voor de
frequentiegraad en 11,5% en 14,6% voor respectievelijk de werkelijke en globale ernstgraad.
De tewerkstelling in 2012 daalde vooral bij de arbeiders met 9,1%, bij de bedienden bleef
het verlies relatief beperkt. Uit de frequentiecijfers blijkt dat arbeiders 4,6 keer meer het
slachtoffer worden van een arbeidsongeval dan bedienden. Uit de ernstcijfers blijkt verder
dat deze arbeiders 5,8 keer meer kans hebben op een arbeidsongeval met één of meerdere
dagen arbeidsongeschiktheid, dan de bedienden.
Dat arbeidersfuncties meer en meer een bediendestatuut krijgen toebedeeld, blijkt
ontegensprekelijk uit de tewerkstellingscijfers. In 2000 waren 70% van de uitzendkrachten
arbeiders, in 2012 is dit nog 60,1%. Deze tendens is identiek aan de evolutie in de totale
werknemerspopulatie.
De algemene tendens om bepaalde functies van arbeiders naar bediendestatuut te
verplaatsen weerspiegelt zich in de globale ernstcijfers van het jaar 2000 tot 2010. Voor
bedienden kennen de globale ernstcijfers een decennium lang een stijging of een status
quo. Als reden werd aangestipt dat functies met een arbeidersprofiel een hoger risico op
ongevallen inhouden dan de klassieke administratieve bediendefuncties. Een voorbeeld is de
logistiek bediende die ook met een heftruck werkt.
Voor het eerst nam men in 2011 een keerpunt waar in het fenomeen van de voortdurende
stijging van de werkelijke ernstgraden bij de bedienden. Deze ommekeer was onmiddellijk
zeer significant met een reductie van 18,8% voor de werkelijke en 24,4% voor de globale
ernstgraad. Het jaar 2012 bevestigt de trend met opnieuw een daling van 11,5% en 6,2%
voor respectievelijk de werkelijke en globale ernstgraad. Wellicht is de in 2012 lagere
tewerkstelling van arbeiders en arbeidersfuncties hiervoor een reden. Dit gegeven zal de
volgende jaren opgevolgd worden om te bekijken of de tendens blijvend is.
Hoofdstuk 3 • Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2012 27
3.2 Arbeidsongevallen 2011-2012 van de uitzendkrachten per gewest
Onderstaande tabel geeft een overzicht weer van de arbeidsongevallen bij de uitzendkrach
ten in 20112012 voor Vlaanderen, Wallonië en Brussel.
Vlaanderen Wallonië Brussel Nationaal
2011 2012 2011 2012 2011 2012 2011 2012
TEWERksTEL-LINGsuREN 68,22% 68,99% 23,28% 22,11% 8,50% 8,90% 100% 100%
ARBEIDERs
Fg 71,10 63,24 75,36 75,47 71,94 56,28 72,52 65,32
Weg 1,35 1,22 1,71 1,66 1,75 1,47 1,47 1,34
Geg 3,99 3,38 5,80 5,22 4,77 4,46 4,51 3,85
BEDIENDEN
Fg 14,05 13,62 19,75 17,36 9,39 9,21 14,54 14,09
Weg 0,22 0,22 0,38 0,32 0,26 0,15 0,26 0,23
Geg 0,53 0,60 1,75 0,72 0,77 0,46 0,65 0,61
ALLE
Fg 51,03 44,75 56,57 56,61 27,95 22,58 50,50 44,86
Weg 0,95 0,85 1,26 1,18 0,67 0,53 1,01 0,89
Geg 2,77 2,34 4,43 3,61 1,96 1,60 3,04 2,56
Vlaanderen scoorde de afgelopen jaren in frequentie en ernstgraden beter dan de andere
gewesten. De bedienden hebben daarentegen in Brussel in hun categorie herhaaldelijk de
beste cijfers.
In 2012 heeft Vlaanderen opnieuw opmerkelijke cijfers, meer bepaald voor zijn arbeiders,
alsook het nationaal gemiddelde wordt door het economische overwicht van dit gewest
positief beïnvloed. Door de opmerkelijke prestatie van de arbeidersgroep, zakt zelfs de
nationale frequentiegraad voor alle werknemers gezamenlijk voor het eerst flink onder 50.
In 2011 kende Wallonië een gunstige evolutie van de arbeidsongevallencijfers richting
nationaal gemiddelde, zijn arbeidsongevallencijfers lagen immers voortdurend hoger dan de
rest van het land. In 2012 waren de frequentiecijfers bij de arbeiders echter gestagneerd,
de ernstgraden kenden dan weer wel een hoopgevende ontwikkeling. Door het geringere
gewicht in tewerkstellingsuren (22%), drukken de hogere frequentie en ernstgraden van
Wallonië slechts licht door in het nationaal gemiddelde.
jaarverslag 2012 • 28
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt gekenmerkt door een veel sterkere vertegen–
woordiging van de bedienden (71%) t.o.v. de totale populatie. Vandaar de nog steeds
gunstigere cijfers voor Brussel. Merk op dat Brussel vrijwel uitsluitend kantoorjobs heeft en
dat de tendens om bepaalde functies van arbeiders naar bediendestatuut te verplaatsen hier
minder van belang is. De echte arbeidersgroep in dit gewest behaalt met hun frequentiegraad
dit jaar voor het allereerst de beste score van het land. Toch betreft het slechts een beperkt
aantal uitzendkrachten die statistisch gezien niet bepalend zijn.
3.3 Dodelijke arbeidsongevallen
In 2012 waren 4 uitzendkrachten het slachtoffer van een dodelijk arbeidsongeval op de
werkplaats:
• Klemming tussen vrachtwagen en aanhanger in een onderhoudsgarage;
• Brandwonden met de dood tot gevolg;
• Val van het dak bij installatie zonnepanelen;
• Verstikking in bloemsilo.
Preventie en Interim volgt een arbeidsongeval van een uitzendkracht van nabij op. De studie
van de omstandige verslagen van de ernstige arbeidsongevallen van uitzendkrachten geven
Preventie en Interim de mogelijkheid om voor de sector gerichte acties en voorstellen uit te
werken ter bescherming van de uitzendkrachten.
Hoofdstuk 3 • Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2012 29
3.4 Jobstudent-uitzendkrachten
3.4.1 Analyse arbeidsongevallencijfers jobstudent-uitzendkrachten 2012
In 2012 hadden 2,16 jobstudentuitzendkrachten op 1.000 een arbeidsongeval.
Tabel 5: overzicht “2010 - 2011 - 2012”
Zomer 2010 Zomer 2011 2011 2012
Frequentiegraad 25,79 23,91 22,46 19,65
Ernstgraad 0,28 0,22 0,20 0,19
Aantal contracten jobstudenten 150.247 150.967 182.516 188.422
Aantal gepresteerde uren 12.561.529 12.503.842 16.604.415 20.820.665
Aantal gepresteerde uren per contract 83,33 82,83 90,97 110,50
Totaal aantal arbeidsongevallen met werkverlet 324 301 373 407
Totaal aantal dagen arbeidsongeschiktheid 3.569 2.444 3.369 3.943
Aantal Jobstudenten op 1000 slachtoffer van AO 2,16 1,99 2,04 2,16
Zoals aangegeven in hoofdstuk 2.3 “Tewerkstelling 2012 jobstudent-uitzendkrachten”
vraagt Preventie en Interim vanaf 2012 aan de uitzendbureaus enkel de arbeidsongevallen–
cijfers over het hele jaar op en niet langer de cijfers van de zomerperiode apart. Er zal worden
opgevolgd of de stelselmatige dalingen van ongevallencijfers bij jobstudenten de afgelopen
zomers nu ook tijdens het jaar waarneembaar zijn. Met een voor heel 2012 opvallende daling
van 12,5% voor de frequentiegraad (22,46 naar 19,65) wordt dit alvast bevestigd.
De opvraging bij alle uitzendbureaus over het gehele jaar gebeurt op dezelfde wijze als
de andere uitzendkrachten (en dus ook als alle werknemers op de arbeidsmarkt). Enkel zo
kunnen we het risicoprofiel van jobstudenten t.o.v. de andere werknemers onderzoeken.
In 2011 beschikte Preventie en Interim over zowel de zomercijfers als de gegevens over
het hele jaar. PI heeft toen vastgesteld dat een kwart van de jobstudentuitzendkrachten
buiten de traditionele zomerpiek werkt. Gezien de stijging tot 20,8 miljoen gepresteerde
uren in 2012 kunnen we met stellige zekerheid veronderstellen dat gedurende het jaar
steeds meer jobstudenten worden ingeschakeld. Dit zien we bevestigd in het feit dat het
aantal jobstudenten zelf nauwelijks is gestegen (3,2 % tot 188.422) maar het aantal uren
wel gestegen is met maar liefst 25,4% tot 20,82 miljoen uren. Zo presteert elke jobstudent
gemiddeld 110,5 uur per jaar tegenover 90,9 uur per jaar in 2011. De versoepelde wetgeving
in 2012 waardoor jobstudenten onder een fiscaal gunstig regime 50 dagen per jaar mogen
werken, laat zich onmiddellijk voelen!
jaarverslag 2012 • 30
3.4.2 Evolutie arbeidsongevallencijfers jobstudent-uitzendkrachten 1999-2012
Grafiek 1: Frequentiegraad van 1999 tot 2012
z o m e r
12,5
25,0
37,5
50,0
62,5
75,0
20122011201120102009200820072006200520001999
Fg
71
,70
60
,94
41
,98
37
,10
40
,86
30
,07
29
,23
25
,79
23
,91
19
,65
22
,46
Grafiek 2: Ernstgraad van 1999 tot 2012
z o m e r
Eg
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,6
20122011201120102009200820072006200520001999
0,6
2
0,5
1
0,3
2
0,3
7
0,3
2
0,2
7
0,3
0
0,2
8
0,2
2
0,1
9
0,2
0
Tabel 6 vergelijkt de arbeidsongevallencijfers van de jobstudentuitzendkrachten voor de
periode 1999 tot en met 2012. Deze basisgegevens omvatten de totale uitzendmarkt van
jobstudentenuitzendkrachten.
In de voorlaatste kolom wordt het procentuele verschil gegeven tussen 2012 en 2011. Er
wordt vastgesteld dat de frequentiegraad daalde met 12,5% en de ernstgraad met 5%.
In de laatste kolom wordt het procentuele verschil vermeld tussen de zomer van 1999 en
het jaar 2012: een daling met 72% van de frequentiegraad en met 69% van de ernstgraad.
Hoofdstuk 3 • Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2012 31
Tabel 6: Vergelijking 1999 - 2012 arbeidsongevallen jobstudent-uitzendkrachten
Z o m e r2012
vs 20112012
vs 19991999 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2012
Frequentiegraad 71,7 41,98 37,10 40,86 30,07 29,23 25,79 23,91 22,46 19,65 -12,5% -72%
Werkelijke ernstgraad 0,62 0,32 0,37 0,32 0,27 0,30 0,28 0,22 0,20 0,19 -5,0% -69%
3.4.3 Cijfergegevens per leeftijdscategorie
In 2000 was nog 30% van de jobstudentuitzendkrachten jonger dan 18 jaar. Na een intensieve
informatiecampagne, namelijk geen uitvoerende handenarbeid in een industriële omgeving
toe te laten voor jongeren onder de 18 jaar, daalde het aandeel van deze leeftijdscategorie in
de zomerperiode tot net iets boven 20% (22,9% voor zomer 2011). Dit heeft dan ook geleid
tot de sterke daling van het totaal aantal arbeidsongevallen, omdat deze leeftijdscategorie
het meeste ongevallen had (zie ook hogere Fg voor <18 jarigen in grafiek 4).
Grafiek 3: verdeling van de jobstudent-uitzendkrachten volgens leeftijdscategorie
<18 jaar ≥ 18 jaar
z o m e r
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
2012201120112010200920052000
69,9%
30,1%
78,3%
21,7%
79,3%
20,7%
79,5%
20,5%
77,1%
22,9%
82,8% 80,7%
17,3% 19,3%
Nu de cijfers voor het hele jaar worden opgevraagd, kan vastgesteld worden dat het aandeel
van de leeftijdscategorie <18 verder zakt tot onder 20%. Ongetwijfeld worden de ≥18 jarigen
sinds de aangepaste wetgeving in 2012 actiever gedurende het jaar waardoor hun verhouding
stijgt tot boven 80%. De groep van <18jarigen werkt buiten de zomerpiekperiode waarschijnlijk
minder intensief dan hun iets oudere collega’s.
jaarverslag 2012 • 32
Grafiek 4: evolutie van de frequentiegraad volgens leeftijdscategorie
z o m e r
Fg
10
20
30
40
50
60
201220112011201020092008200720062005
45
,60
48
,90
51
,90
39
,10
30
,04
26
,80
24
,72
31
,43
22
,65
39
,00
34
,48
41
,76
26
,20
27
,00
24
,73
23
,90
20
,90
18
,85
Fg < 18 jaar
Fg ≥ 18 jaar
Grafiek 5: evolutie van de ernstgraad volgens leeftijdscategorie
z o m e r
Eg
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,6
201220112011201020092008200720062005
0,3
4
0,4
6
0,4
5
0,3
7
0,3
8
0,3
7
0,2
7
0,3
6
0,2
1
0,3
1
0,3
5
0,3
2
0,2
4
0,2
8
0,2
6
0,1
9
0,1
7
0,1
8
Eg < 18 jaar
Eg ≥ 18 jaar
De algemene tendens van frequentie en ernstgraad was doorheen de jaren al sterk dalend.
Zo werden tegelijk ook de verschillen tussen beide leeftijdsgroepen stilaan weggewerkt.
Bij de allereerste meting over een heel jaar (2011) dook er ogenschijnlijk een probleem op
bij de <18 jarigen, dit zowel voor de frequentie als voor de ernstgraad. Met respectievelijk
31,43 en 0,36 scoorden ze heel wat slechter dan de zomers voorheen. We beloofden dit kort
op te volgen en kunnen nu verheugd vaststellen dat met een frequentiegraad van 22,65
en een ernstgraad van 0,21 de allerjongste jobstudenten opnieuw mooie cijfers behalen en
daardoor zelfs terug aansluiting vinden bij de categorie ≥18 jarigen. De hele achterstand
werd in één keer bijna ingehaald.
Nu verbeteren ook beide groepen al hun cijfers uit de zomer van 2011. De <18jarigen
evenaren bijna het resultaat van de ≥18jarigen uit 2011. De ≥18jarigen verbeteren op
hun beurt verder de frequentiegraad met 9,8% tot 18,85. Enkel hun ernstgraad “stagneert”,
hoewel we 0,18 absoluut geen slecht resultaat kunnen noemen!
Hoofdstuk 3 • Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2012 33
3.4.4 Toelichting arbeidsongevallencijfers 2012 jobstudent-uitzendkrachten
3.4.4.1 Vaststellingen
• In 2012 hebben 188.422 studenten een studentenjob uitgevoerd via een uitzendkantoor.
In 2011 werkte nog ongeveer een kwart van de jongeren buiten deze zomerperiode en
deed zo het totaal aantal gepresteerde uren stijgen van 12,5 miljoen tijdens de zomer tot
16,6 miljoen over het gehele jaar 2011. In 2012 stijgt de tewerkstelling van jobstudent
uitzendkrachten ongezien verder tot 20,8 miljoen gepresteerde uren. Hierdoor neemt de
zomerpiekperiode stellig wat verder af en zijn jobstudenten doorheen het jaar actiever.
• Het aantal gepresteerde uren per contract en dus per jobstudent neemt verder toe.
Toen de meting nog in de zomerperiode gebeurde, betrof het ieder jaar ongeveer 80 uur
per jobstudent. In 2011 nam dit reeds toe tot 90 uur om in 2012 met de vernieuwde
wetgeving verder te klimmen tot 110 uur per jobstudent. Dit bewijst alvast dat jongeren
niet meer enkel tijdens de zomer studentenarbeid verrichten.
• 2 jobstudenten op 1000 hadden in 2012 een arbeidsongeval (opgelet: “nieuwe” berekening
met minstens 1 dag arbeidsongeschiktheid, identieke berekeningswijze als voor de andere
uitzendkrachten).
• De grote verschillen tussen de leeftijdscategorieën in frequentie en ernstgraad
verflauwden de afgelopen jaren steeds meer. Na een kleine hapering in 2011 bij de
<18jarigen, kent ook deze groep opnieuw een sterke positieve evolutie. Het onderscheid
tussen <18 en ≥18 jarigen is daarmee bijna helemaal weggewerkt.
• In vergelijking met 2011 is in 2012 de frequentiegraad van de arbeidsongevallen van de
jobstudenten gedaald met 12,5% en de ernstgraad met 5%.
• In vergelijking met 1999 is in 2012 het aantal jobstudenten meer dan verdubbeld, maar
de frequentiegraad daalde wel met 72% en de ernstgraad met 69%.
jaarverslag 2012 • 34
3.4.4.2 Besluit
Het afgelopen decennium daalden de frequentie en ernstgraad bij jobstudent
uitzendkrachten voortdurend. Dit is een gevolg van de maatregel van de uitzendbureaus om
<18 jarigen enkel kantoorwerk laten uit te voeren en geen uitvoerend werk in een risicovolle
werkplaatsomgeving. Bedienen van machines werd taboe voor <18 jarigen met het Koninklijk
Besluit Jongeren van 1999.
2012 is helemaal geen uitzondering op deze positieve evolutie. Het crisisjaar 2012 en de
nieuwe verruimde wetgeving rond jobstudenten, deden aanvankelijk vermoeden dat een
overgangsjaar met stabilisering het hoogst haalbare was. Wel integendeel, de verdere
daling kent dit afgelopen jaar een grotere sprong dan initieel verwacht: 12,5% voor de
frequentiegraad en 5% voor de ernstgraad.
De preventieacties voor jongeren via de scholen, jeugdcentra, uitzendkantoren en bedrijven
zijn er op gericht om deze toekomstige werknemers al tijdens hun studentenjob attent te
maken op het beschermen van risico’s aanwezig op de werkplek. De sensibilisatieacties van
PI en de jaarlijkse veiligheidswedstrijd op de site www.ikbenjobstudent.be richtten zich
volledig naar de jobstudenten.
In 2012 wendde Preventie en Interim zich zelfs rechtstreeks tot de scholen: op eenvoudig
verzoek verzorgde PI er kennismakingspresentaties over de wetgeving voor bescherming van
de jongeren, de risico’s en vooral de juiste preventiemaatregelen bij studentenjobs. Het jaar
2012 was op dat vlak nog een soort tryout met het aftasten naar de juiste aanpak, in 2013
wordt dit alles al concreter aangepakt.
De ludieke aanpak gericht op de leefwereld van jongeren heeft in belangrijke mate bijgedragen
tot de grote vermindering van de arbeidsongevallen bij jobstudentuitzendkrachten.
Naast puur vakantiewerk kent de studentenarbeid een groeiend succes voor de zogenaamde
“werkstudenten” die het hele jaar door werken. Door de versoepelde wetgeving rond
studentenarbeid wordt dit fenomeen zonder enige twijfel nog versterkt. Deze categorie
studenten is meestal ouder dan 18 jaar, krijgt meer ervaring, maar loopt tegelijkertijd een hoger
risico op een ernstig ongeval. Onafgezien van de bevestiging van de positieve cijfers in 2012,
vraagt deze groep dus een continue aandacht in de acties van PI. Sinds 2012 vraagt Preventie en
Interim geen zomercijfers meer op, maar analyseert ze de arbeidsongevallen over een volledig
kalenderjaar. De arbeidsongevallen worden op deze manier 12 maanden lang bewaakt, net
zoals bij de overige uitzendkrachten. Preventie en Interim houdt daarom eveneens de website
www.ikbenjobstudent.be het hele jaar toegankelijk.
Hoofdstuk 3 • Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2012 35
3.5 Algemeen besluit
De cijfers voor 2012 zijn positief. Zowel frequentie als ernstgraad vertonen een
belangrijke daling en dit zowel bij de arbeiders als bij de bedienden. Voor het eerst
zakt de frequentiegraad voor alle uitzendkrachten samen onder 50, de werkelijke
ernstgraad onder 1 en de globale ernstgraad onder 3. Dat alles ondanks een crisisjaar.
In 2011 zagen we ook al een algemene verbetering van frequentie en ernstgraad.
Bij de bedienden was er in 2011 een allereerste daling van de arbeidsongevallencijfers
na jarenlange lichte stijgingen. Voorheen was de toename in de cijfers bij de bedienden
te verklaren door indeling van de ongevallen van de uitzendkrachten volgens het
statuut van de uitzendkracht en niet volgens de taakinhoud. Preventie en Interim stelde
zich vorig jaar de vraag of 2011 hiermee een gunstige trendbreuk kende. Vandaag kan
worden bevestigd dat 2012 naadloos aansluit bij deze eerdere bevinding.
Hoewel in 2011 de grote vooruitgang voornamelijk bij de bedienden opviel, maken
de arbeiders nu in 2012 een even grote progressie. De sterke afnames in de algemene
frequentie en ernstgraad zijn daarom dit jaar vooral de verdienste van de arbeiders.
Ondanks de moeilijkere economische tijden, werpen de jarenlange inspanningen van
de verbindingspersonen en hun uitzendbureaus mooie vruchten af.
Er moet worden opgemerkt dat een goed ingevulde werkpostfiche noodzakelijk is
voor de continuïteit van de behaalde arbeidsongevallencijfers. Meer en meer wordt
de werkpostfiche een handig instrument binnen de uitzendsector. Als de gebruiker
het nodige accent legt op de risicoanalyse en de werkpostfiche naar behoren invult
zal dit zeker een positieve weerslag hebben op de arbeidsongevallencijfers van de
uitzendkrachten.
jaarverslag 2012 • 36
4Centrale gegevensbank voCentrale gegevensbank
voor de uitzendsector
Hoofdstuk 4 • Centrale gegevensbank voor de uitzendsector 37
4Centrale gegevensbank voHoofdstuk 1
Centrale gegevensbank voor de uitzendsector 4
jaarverslag 2012 • 38
4.1 Principe
Preventie en Interim (PI) ontwikkelt voor de uitzendsector een centrale gegevensbank
voor uitzendkrachten. De gegevensbank bevat de resultaten van het voorafgaand medisch
onderzoek dat uitzendkrachten ondergaan, alvorens tewerkgesteld te worden aan de hun
toegewezen werkposten.
De opdracht voor PI wordt concreet verwoord in artikel 14 van het Koninklijk Besluit d.d. 15
december 2010 tot vaststelling van de maatregelen betreffende het welzijn op het werk van
uitzendkrachten. Het besluit, als resultaat van een unaniem advies van de sociale partners in de
schoot van zowel het paritair comité voor de uitzendarbeid als de Hoge Raad voor Preventie en
Bescherming op het Werk, stipuleert in artikel 14 eveneens dat de gegevensbank wordt beheerd
door Preventie en Interim. Het beheer van de gegevensbank omvat het vastleggen van de moda
liteiten voor het opstellen, de werking, controle, bewaring en toegang tot de gegevensbank.
Artikel 8 §3 van het KB Uitzendarbeid 2010 legt verder vast dat de externe diensten het
resultaat van elk medisch onderzoek van een uitzendkracht overbrengen naar de centrale
gegevensbank. Hierdoor is de gegevensbank dagdagelijks actueel bij het consulteren ervan,
met als resultaat een optimale opvolging van de geschiktheden van de uitzendkrachten.
De centrale gegevensbank wordt ontwikkeld zoals vastgelegd in het Koninklijk Besluit
Uitzendarbeid 2010 wat automatisch impliceert dat de Wet van 8 december 1992,
tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van
persoonsgegevens, wordt gerespecteerd.
4.2 Consulteren van de gegevensbank
Medische diensten van de interne en externe preventiediensten consulteren de centrale
gegevensbank in het kader van het gezondheidsonderzoek van de uitzendkracht. Voorafgaand
aan het ter beschikking stellen van een welbepaalde uitzendkracht aan een gebruiker, consulteert
het uitzendbureau de gegevensbank in verband met de geschiktheden van de uitzendkracht
voor de risico’s waaraan de uitzendkracht aan de werkpost blootgesteld zal zijn.
Een gebruiker bezorgt hiertoe aan het uitzendbureau alle nuttige informatie met betrekking
tot de vereiste beroepskwalificaties en de specifieke kenmerken van de werkpost. Betreft het
een functie waarbij de werknemer onderworpen is aan gezondheidstoezicht, dan duidt de
gebruiker dit verplicht aan in de werkpostfiche.
Hoofdstuk 4 • Centrale gegevensbank voor de uitzendsector 39
Preventie en Interim heeft een modelwerkpostfiche ontwikkeld en ter beschikking gesteld
voor gebruikers en de uitzendsector op de website van Preventie en Interim, www.p-i.be.
4.3 Centrale gegevensbank uitzendkrachten
4.3.1 Realisatie fase I en fase II
Preventie en Interim heeft in 2012 een prototype centrale gegevensbank voor de uitzendsector
ontwikkeld en getoetst aan de verwachtingen van de verschillende stakeholders.
De ontwikkeling van de centrale gegevensbank verloopt in twee fasen. De creatie van een
prototype gegevensbank betekent dat fase I van de gegevensbank gerealiseerd is. De sleutel tot de
gegevensbank is een login samen met een paswoord welke wordt toegekend door PI als beheerder
van de gegevensbank. Er is geen bijkomende installatie of programmering nodig, een eenvoudige
internetverbinding volstaat. Elk kantoor, groot of klein, kan lokaal de gegevensbank consulteren.
De realisatie van de centrale gegevensbank voor de uitzendsector heeft het nodige evenwicht
gevraagd met betrekking tot het bewaken van de privacy van de uitzendkrachten, het verzoenen
van belangen van stakeholders en commerciële vertrouwelijkheden inzake klanten.
Na verwerking van de testresultaten van het prototype, start fase II. Deze richt zich met
name op het ontwikkelen van een platform (XML) waarlangs de essentiële gegevens van het
gezondheidsformulier van een uitzendkracht ingevuld door de arbeidsgeneesheer van de externe
of interne medische dienst elektronisch worden overgeheveld naar de centrale gegevensbank.
Vanaf januari 2013 wordt hierrond intensief gewerkt samen met de ontwikkelaars van de
gegevensbank en de informatici van de betrokken externe diensten. Streefdatum voor het
opstarten van de gegevensbank is gepland voor 2013.
4.3.2 Voorstelling van de Centrale gegevensbank
De centrale gegevensbank draagt de initialen PIM met als logo:
jaarverslag 2012 • 40
De afkorting Pi-M staat voor Preventie en Interim met als extra de letter M voor het woord
medisch.
De toegang tot de gegevensbank gebeurt via het rijksregisternummer van de uitzendkrachten
samen met het identificatienummer van de werkpostfiche waarvoor hij kandidaat is.
Consultatie van de centrale gegevensbank voor de uitzendkracht gebeurt in functie van een
werkpostfiche ingevuld door de gebruiker. In de centrale gegevensbank wordt de identificatie
van de werkpostfiche genoteerd als:
KBO gebruiker/intern nummer werkpost/datum opmaak//gezondheidsrisico
Op de website van Preventie en Interim (www.pi.be) is een webpagina ter beschikking
gesteld aan de stakeholders waar de verdere ontwikkeling van de centrale gegevensbank kan
worden opgevolgd. Deze webpagina is bereikbaar via de knop Pi-M.
Hoofdstuk 4 • Centrale gegevensbank voor de uitzendsector 41
4.3.3 www.pi-m.be
Een website www.pi-m.be werd reeds gecreëerd waarin de centrale gegevensbank zal
worden opgenomen. Deze website zal verder worden uitgebouwd gedurende 2013.
5 Sensibilisatiecampagnes
Sensibilisatiecampagnes
5 SensibilisatiecampagnesHoofdstuk 1Sensibilisatiecampagnes 5
jaarverslag 2012 • 44
5.1 Campagne 2012
5.1.1 Actie jobstudenten 2012
De website voor jobstudenten www.ikbenjobstudent.be werd speciaal ontwikkeld
voor jongeren en omkadert de “Actie jobstudenten 2012”. De website bevat tools inzake
elearnings, concrete veiligheidstips, wetgeving alsook FAQ’s (Frequently Asked Questions)
omtrent uitzendarbeid bij jobstudenten.
Op de website www.ikbenjobstudent.be geeft de tab «Speel mee» de mogelijkheid aan de
jobstudent om deel te nemen aan een ludieke veiligheidswedstrijd. Het doel van deze wedstrijd
is risico’s, werkpostfiches en verboden functies voor jobstudenten op een speelse manier te
laten ontdekken. In 2012 werd geopteerd om tickets voor pretparken als prijzen uit te delen.
Een internetlink op de jongerensite naar de PI Facebook en Twitteraccount gaf de mogelijkheid
om continu in contact te blijven met de deelnemers van de wedstrijd alsook om een breed
publiek te bereiken.
In functie van de zichtbaarheid van haar actie heeft Preventie en Interim affiches en
folders verspreid via de uitzendkantoren. Deze middelen leggen in klare taal uit waaruit de
veiligheidswedstrijd bestaat en leiden de jongeren rechtstreeks naar de website en de wedstrijd op
www.ikbenjobstudent.be.
Hoofdstuk 5 • Sensibilisatiecampagnes 45
PI heeft tevens een publicitaire spot van 15 seconden laten ontwikkelen ter promotie van de
actie jobstudenten. Deze spot werd vertoond in heel België in 7 verschillende bioscopen van
Kinepolis voor een totale duur van 6 weken.
5.1.2 scholenactie
In het kader van de actie jobstudenten 2012 heeft Preventie en Interim scholen over heel België
bezocht, om de studenten te sensibiliseren rond veiligheid op het werk. Eén van de middelen die PI
inzet tegen arbeidsongevallen is de actie jobstudenten (juniseptember 2012). Deze sensibiliseert
de jobstudentuitzendkrachten rond de risico’s van bepaalde beroepen en is deels ludiek opgezet
(wedstrijd), maar ook en vooral pedagogisch. Het platform www.ikbenjobstudent.be biedt
allerlei informatie over werken als jobstudentuitzendkracht (contract, overuren, vakantiegeld,
verboden werkzaamheden, enz.). In totaal werden er 32 scholen bezocht.
jaarverslag 2012 • 46
5.2 Communicatiekanalen
5.2.1 Website PI – www.p-i.be
De website is een belangrijk kanaal om de sensibilisatieacties van Preventie en Interim te
realiseren en te ondersteunen. Het doel van de website is vooral:
• Informeren en uitleg geven over de jongste wijzigingen betreffende de welzijns
wetgeving en veiligheid op het werk;
• Opleiden en advies geven over alle onderwerpen in verband met veiligheid en ge
zondheid van uitzendkrachten;
• Tools op maat ontwikkelen en deze gratis beschikbaar te stellen.
5.2.2 Website jobstudenten – www.ikbenjobstudent.be
De website www.ikbenjobstudent.be verzamelt zo compleet als mogelijk alle informatie
over het welzijn op het werk van jonge werknemers. Deze informatie is nuttig voor zowel
jobstudenten als uitzendconsulenten of onderwijzend personeel.
Hoofdstuk 5 • Sensibilisatiecampagnes 47
5.2.3 www.werkpostfiche.be
Uitzendbureaus worden nog te vaak geconfronteerd met gebruikers die onvoldoende geïnfor
meerd zijn over de noodzaak, de inhoud en het correct opstellen van werkpostfiches. Preventie
en Interim startte daarom in 2012 met het ontwerpen van de website: www.werkpostfiche.be,
welke in 2013 online beschikbaar zal zijn.
Zo kunnen uitzendbureaus, wanneer zij worden geconfronteerd met niet behoorlijk inge
vulde werkpostfiches, hun klanten verwijzen naar deze pagina. Zeer bondig zal alle nodige
informatie worden gebundeld, gaande van de voorafgaande risicoanalyse tot het opvragen
van advies bij arbeidsgeneesheer, preventieadviseur en comité PBW. Ook verdere vereisten
van de werkpostfiche volgens het KB welzijn uitzendarbeid van 15 december 2010 zullen
uitgebreid worden toegelicht.
jaarverslag 2012 • 48
5.2.4 PI News - PI Mail
De uitgave PI News wordt bezorgd aan uitzendkantoren, preventieadviseurs, arbeidsongeval
lenverzekeraars, de overheid, externe diensten voor Preventie en Bescherming op het werk
en de grootste ondernemingen in België.
PI News wordt op 3000 exemplaren gedrukt en is een middel om belangrijke en nuttige informatie door te geven. Via dit kanaal informeert PI de uitzendkantoren immers over haar acties en belangrijk nieuws voor de sector, met een onmiddellijke verwijzing naar de website van PI voor aanvullende of bijkomende informatie.
Daarnaast stuurt Preventie en Interim wekelijks een PI Mail uit naar de verbindingspersonen. Deze mailing heeft als doel bondig te informeren over actualiteiten met betrekking tot preventie en veiligheid op het werk, en op de hoogte houden van de verschillende PI acties en evenementen.
Hoofdstuk 5 • Sensibilisatiecampagnes 49
5.3 Producten
5.3.1 Agenda 2013
De agenda is één van de belangrijkste sensibilisatiemiddelen bedoeld voor de uitzendkrachten.
De agenda omvat een:
• klassieke indeling van maanden/dagen dat o.a. toelaat de gepresteerde arbeidsuren
te noteren;
• praktische mededelingen en adviezen over gezondheid en veiligheid op de werkplek.
Elke uitzendkracht vindt in deze agenda stof tot nadenken en ideeën om veilig te
handelen zowel op het werk als thuis;
• ruimte voor planning van persoonlijke aangelegenheden.
De agenda informeert de uitzendkracht van een zeker aantal elementen die nieuw zijn voor
hem/haar, zoals de werkpostfiche, de reglementering over alcohol en drugs en relevante
opleidingen.
Preventie en Interim heeft in 2012 129.00 exemplaren voor het jaar 2013 uitgedeeld bij alle
uitzendkantoren, relevante opleidingen en netwerkmomenten.
jaarverslag 2012 • 50
5.3.2 Pleisters
In september 2012, voor het begin van het nieuwe schooljaar, heeft Preventie en Interim
als gadget pleisters ontwikkeld om uit te delen aan de uitzendbureaus. De uitzendbureaus
verdeelden op hun beurt deze pleisters aan hun uitzendkrachten.
Hoofdstuk 5 • Sensibilisatiecampagnes 51
5.3.3 Affiches
In 2012 stelt Preventie en Interim affiches ter beschikking met simpele en directe
veiligheidsboodschappen (formaat: 40 x 60 cm). De keuze kan gemaakt worden op de website
van PI. Het betreft onder andere affiches rond industrieel reiniger, rigger, huishoudhulp,
vrachtwagenchauffeur, logistiek bediende, rolbrugbestuurder of signalisatie van
gevaarlijke stoffen.
jaarverslag 2012 • 52
5.4 Opleidingen
5.4.1 De opleiding van verbindingspersonen
Ook in 2012 werd door Preventie en Interim, in samenwerking met een externe partner, een
basisopleiding veiligheid georganiseerd voor de verbindingspersonen.
Het doel is aan de verbindingspersonen van de uitzendbureaus en hun medewerkers een
aangepaste opleiding te bieden die de vereisten van de Welzijnswet toelicht en tegelijkertijd
rekening houdt met de eigenheden van de uitzendsector.
Zo worden naast welzijnswetgeving, brandveiligheid, ergonomie en psychosociale belasting
ook zeer specifieke thema’s in de uitzendsector behandeld. De arbeidsongevallen en jobstu
denten komen eveneens uitgebreid aan bod.
Verbindingspersonen worden geconfronteerd met diverse vraagstukken in allerlei sectoren
en met diverse partijen zoals gebruikers, externe diensten en toezicht welzijn op het werk.
Zij moeten daarom goed voorbereid zijn om de uitzendkracht in deze complexe omgevingen
te behoeden voor arbeidsongevallen en beroepsziekten. Tijdens de opleiding verwerven de
verbindingspersonen de kennis die ze nodig hebben om aan de ondernemingen en de uit
zendkrachten informatie te verstrekken over de risico’s waaraan ze zijn blootgesteld, en over
de gepaste aanbevelingen in verband met preventie.
5.4.2 Cursus sociaal recht voor uitzendconsulenten
De cursus voor uitzendconsulenten bevat naast het door Federgon georganiseerd sociaal
recht tevens een onderdeel “Preventiebeleid en uitzendarbeid”, verzorgd door Preventie en
Interim. In 2012 waren er 10 opleidingen in beide talen, goed voor 702 cursisten in het totaal.
In deze sessies worden de toekomstige uitzendconsulenten bewust gemaakt dat veiligheid een
essentieel onderdeel vormt bij de selectie van uitzendkrachten. De wetgeving wordt er in een
notendop overlopen met de nodige aandacht voor onder meer welzijnswetgeving, werkpostfi
ches, gezondheidsonderzoek, VCA en de rolverdeling tussen gebruiker en uitzendbureau.
Tot slot werden er Nederlandstalige en Franstalige examensessies georganiseerd over het
luik “Preventiebeleid en uitzendarbeid”, daaraan hebben 1398 kandidaten deelgenomen.
Hoofdstuk 5 • Sensibilisatiecampagnes 53
5.5 Studie-, informatie- en vormingsactiviteiten
Preventie en Interim werkt regelmatig mee aan studiedagen en opleidingen op het gebied
van het welzijn op het werk met o.a. CREsEPT, PREBEs, PREVENT, VYDIAs, AMs en kLuWER.
5.6 Persartikels
In 2012 heeft Preventie en Interim onderstaande artikels gepubliceerd:
september 2012 “Minder ongevallen door betere communicatie” Peoplesphere n°66
Augustus 2012 “Sterke daling arbeidsongevallen bij uitzendkrachten” De Standaard
Juli 2012 “Arbeidsongevallen van uitzendkrachten in 2011”Veiligheidsnieuws (Prebes)
Maart 2012 Artikel “Le BienEtre des intérimaires en 2012”Bijlage van La Libre Belgique (P.10)
6 Actieplan 2013
Actieplan 2013
6 Actieplan 2013Hoofdstuk 1Actieplan 2013 6
jaarverslag 2012 • 56
Actieplan 2013
Interne werking Preventie en Interim
Om de werking van het team binnen PI te optimaliseren worden alle bestaande processen
en interne opdrachten stelselmatig uitgewerkt in procedures. Daarnaast wordt een gepaste
opleiding voor het personeel voorzien.
Website PI
Naast de website van Preventie en Interim heeft PI een jongerensite: www.ikbenjobiste.be.
Deze site blijft een belangrijke bron van informatie voor de jongeren en krijgt in 2013 een
nieuwe layout. Er zal eveneens een copywriter worden aangesproken om de teksten te her
schrijven naar een meer toegankelijke jongerentaal. In 2013 zal de informatieve site met
betrekking tot de werkpostfiches worden afgewerkt. Er zal eveneens een openingsblad wor
den gecreëerd die toegang geeft tot de centrale gegevensbank. Het beheer van de site wordt
verzorgd door een webmaster in samenspraak met de hostingpartner.
sensibilisatieproducten
De belangrijkste producten zijn: PI News (3x per jaar), Jaarverslag PI, agenda voor de uitzend
kracht, technische hulpmiddelen, wekelijkse PImail naar de verbindingspersonen.
statistieken van arbeidsongevallen
De statistieken van de arbeidsongevallen van uitzendkrachten en jobstudenten blijven
een belangrijk aandachtspunt. De basisopleiding veiligheid wordt geoptimaliseerd met
een cursus arbeidsongevallenonderzoek. Dit zal door de preventieadviseurs van PI wor
den gegeven.
Jobstudenten
Uit een interne studie blijkt dat de scholenactie en communicatie via Facebook en Twitter de
jongeren het meest bereiken. In 2012 werd gestart met de scholenactie en deze zal in 2013
verder uitgewerkt worden. In het kader van de jongerensite zullen de communicatiekanalen
Facebook en Twitter verder worden uitgewerkt. Er wordt gestart met een werkgroep ‘Jon
geren’ om samen met de verbindingspersonen als praktijkdeskundigen uit te zoeken onder
welke vorm veiligheidsinformatie naar deze doelgroep moet worden verspreid.
Hoofdstuk 6 • Actieplan 2013 57
Centrale gegevensbank
In 2013 start fase II van de ontwikkeling van de centrale gegevensbank voor de uitzendsector.
Het omvat het creëren van een platform voor gegevensuitwisseling tussen de gegevensbank
en de betrokken externe diensten. Het geldt met name voor die uitzendbureaus en medische
diensten met een eigen geïnformatiseerd en gecentraliseerd systeem. Tegelijkertijd wordt
vanaf januari in samenwerking met een communicatiebureau een communicatieplan opge
start ter bekendmaking van de centrale gegevensbank bij alle stakeholders. Er zal een studie
worden gemaakt in samenspraak met de overheid welke gegevens nuttig zijn om te worden
opgenomen in het jaarverslag van Preventie en Interim.
jaarverslag 2012 • 58
7 Bijlagen
Bijlagen
Hoofdstuk 7 • Bijlagen 59
7 BijlagenHoofdstuk 1Bijlagen 7
jaarverslag 2012 • 60
Overzicht leden Preventie en Interim op 31/12/2012
AB sERVICE LIMBuRG bv 6049 GZ ROERMONDABsOLuTE@CONsTRuCT bvba 8000 BRUGGEABsOLuTE@WORk bvba 8000 BRUGGEACCENT CONsTRuCT nv 8800 ROESELAREACCENT JOBs FOR PEOPLE nv 8800 ROESELAREACTA INTERIM 4800 VERVIERSACTIEF CONsTRuCT 3560 LUMMENACTIEF INTERIM nv 3560 LUMMENAD INTERIM bvba 1000 BRUSSELAD INTERIM 1000 BRUSSELADCOR CONsTRuCT bvba 8900 IEPERADCOR INTERIM bvba 8900 IEPERADECCO CONsTRuCT nv 1702 GROOTBIJGAARDENADECCO Ps nv 1702 GROOTBIJGAARDENADMB HR sERVICEs 8000 BRUGGEADs INTERIM sa 4000 LIEGEAGO CONsTRuCT bvba 8500 KORTRIJKAGO INTERIM BELGIE nv 8500 KORTRIJKAGRO-sERVICEs cvba 2500 LIERALLO Interim 1060 BRUXELLESALLO INTERIM sa 1060 BRUXELLESAPPRO bvba 2830 WILLEBROEKARTEC INTERIM bv 4382 AC VLISSINGENARTEMIs NETWORk sa 1050 BRUXELLESAsAP.be 1420 BRAINE L'ALLEUDAsAP.BE nv 3600 GENKAVANCE HAssELT bvba 3500 HASSELTAXINTOR 8630 VEURNEAXIs nv 2000 ANTWERPENAXXICOM nv 2000 ANTWERPENBAkkER & PARTNERs 2600 BERCHEMBELGIuM TECHNICAL suPPORT nv 2100 DEURNEBIk INTERIM 2000 ANTWERPENBLC nv 2490 BALENBOsTONAIR Ltd. Beverly, East Yorkshire
(GB)BTs INTERIM nv 2070 ZWIJNDRECHTCARE TALENTs nv 8500 KORTRIJKCN BELGIuM 2610 ANTWERPENCONTRACTAIR Ltd 24 8 WD UK BASTINGSTOKE UKCONsTRuCT INTERIM NV 1000 BRUSSELDAOusT INTERIM sa 1050 BRUXELLESDAXXA BELGIE bvba 2910 ESSENE + nv 2018 ANTWERPENEMs-CONsTRuCT bv 6603 WIJCKEN NLEQuIP' sa 4500 HUY
Hoofdstuk 7 • Bijlagen 61
ERGOFLEX nv 2800 MECHELENETAPE INTERIM bvba 8500 KORTRIJKEuROP INTERIM sa 1060 BRUXELLESEuROsTAR 25 BELGIuM bvba 2321 MEEREXARIs INTERIM 1000 BRUXELLESEXCEL INTERIM sa 1050 BRUXELLESEXPERZA 8700 TIELTEXPREss MEDICAL sa 2000 ANTWERPENFLEX-IN LOGIsTICs bv 4836 LG BREDA NLFLEXPOINT bvba 3520 ZONHOVENFLEXTRA INTERIM nv 1730 ASSEFOCus HR GROuP nv 2850 BOOMFORuM INTERIM nv 8800 ROESELAREFRIDAY EuROTECH CONsTRuCT nv 2970 SCHILDEFRIDAY EuROTECH MECHANICAL nv 2970 SCHILDEGENTIs sa 1150 BRUXELLESGO TEMP bvba 8500 KORTRIJKGREENPOL INTERIM bvba 2990 WUUSTWEZELH & L PEOPLE nv 2000 ANTWERPENHARVEY NAsH nv 1702 GROOTBIJGAARDENHAYs nv 8520 KUURNEHET INTERIMPALEIs cvba 1060 BRUSSELHuMAN CONsTRuCT 6000 CHARLEROIHuMAN suPPORTs 6000 CHARLEROIIMPACT INTERIM NV 3500 HASSELTIN PERsON BOuW bv 1013 AS AMSTERDAM NLINFORMATIC BENELuX sa 1050 BRUXELLESINTELECT bvba 2600 BERCHEMINTERIM PARTNER sprl 1050 BRUXELLESINTERIM@WORk 3730 HOESELTINTERPAss nv 9450 HAALTERTJOB BALANCE nv 3000 LEUVENJOBCONCEPT nv 8790 WAREGEMJOBCONNECTION NV 3000 LEUVENJOBs CONsTRuCT INTERIM 3620 LANAKENJOBs cvba 2600 BERCHEMJusT WORk nv 8500 KORTRIJKkELLY sERVICEs INTERIM nv 1160 AUDERGHEMkEYWORks bvba 3560 LUMMENkONVERT INTERIM nv 8500 KORTRIJKkONVERT INTERIM VLAANDEREN nv 8500 KORTRIJKkONVERT INTERIM WALLONIE sa 8500 KORTRIJKkONVERT kONsTRukT nv 8500 KORTRIJKkONVERT OFFICE nv 8500 KORTRIJKkOPMAN INTERIM 2000 ANTWERPENLAB suPPORT nv 2018 ANTWERPEN
jaarverslag 2012 • 62
LEADER INTERIM sa 95604 EAUBONNE FRANCELEM INTERIM sa 4030 LIEGELIB (Logistiek Interim Bedrijf) nv 8500 KORTRIJKLINk2EuROPE nv 2870 PUURSLOsFELD CONsuLT sprl 7504 FROIDEMONTLusO BAsTO sERVICOs 4860350 CABECEIRAS DE BAS DE
BASTOM INTERIM sa 1000 BRUXELLESMAANDAG BELGIE 2600 BERCHEMMAINTEC CONsTRuCTION nv 3500 HASSELTMAINTEC nv 3500 HASSELTMANDORA NV 3800 SINTTRUIDENMANPOWERGROuP BELGIuM nv 1050 BRUXELLESMERVEILLE PLus INTERIM sa 7950 CHIEVRESMuNDO INTERIM bvba 3620 LANAKENOk PEOPLE 6000 CHARLEROIORANJEBuILD bv XZ 3011 ROTTERDAM NLORION ENGINEERING sERVICEs Ltd IV2 6AA ScotlandUKOTTO WORk FORCE bv 5803 AP VENRAY NLPAGE INTERIM 1050 BRUXELLESPARC INTERIM Ltd DUBLIN 9 IRELANDPEOPLE INTERIM sa 1000 BRUXELLESPEPs INTERIM sa 7000 MONSPLus uITZENDkRACHTEN nv 2000 ANTWERPENPROCAREER sOLuTIONs nv 3500 HASSELTQuALITAIR ENGINEERING sERVICEs Ltd CB85TE UK CAMBRIDGEQuALITAIR AVIATION HOLLAND 1437 EJ RozenburgSchiphol Ne
derlandQuALITY bva 8790 WAREGEMQuALITY@CONsTRuCT 3900 OVERPELTQuALITY@WORk 3941 EKSELRANDsTAD CONsTRuCT nv 1853 STROMBEEKBEVERRANDsTAD BELGIuM nv 1853 STROMBEEKBEVERREAL CONsTRuCT INTERIM nv 8630 VEURNEREFLEX INTERIM 1050 BRUXELLESRITMO INTERIM nv 2000 ANTWERPENROBERT HALF nv 1702 GROOTBIJGAARDENROBERT WALTERs PEOPLE sOLuTIONs nv 1050 BRUSSELRuNTIME sERVICEs nv 2221 BOOISCHOOTsAFETEC INTERIM bvba 2000 ANTWERPENsALEs TALENTs 8500 KORTRIJKsAMENWERkING TECHNIEk ORGANIsATIE BEL-
GIE bvba
8670 KOKSIJDE
sEAWORks.BE bvba 2060 ANTWERPENsEAWORks.BE.INTERIM bvba 4381 CK VLIESINGEN NLsECRETARY PLus MANAGEMENT suPPORT 2000 ANTWERPENsEGERs sELECT bvba 3550 HEUSDENZOLDERsELECT HuMAN REsOuRCEs nv 8500 KORTRIJK
Hoofdstuk 7 • Bijlagen 63
sELEXIs nv 2850 BOOMsHERPA INTERNATIONAL FORCE 3500 HASSELTsHERPA INTERNATIONAL FORCE 5928 RH VENLO NLskILLFLEX NV 2800 MECHELENsTAFFABLE BELGIuM NV 9000 GENTsTART PEOPLE ABROAD 2000 ANTWERPENsTART PEOPLE CONsTRuCT nv 2000 ANTWERPENsTART PEOPLE nv 2000 ANTWERPENsTART PEOPLE nv 9051 ST.DENIJS WESTREMsTEGMANN BELGIuM 2000 ANTWERPENsuIVI TECHNIQuE ORGANIsATION 59380 QUAEDYPRE FRsYNERGIE BELGIuM 2018 ANTWERPENsYNERGIE CONsTRuCT 2018 ANTWERPENT BRussELs 1000 BRUSSELTALENTus 8790 WAREGEMTEAM-ONE EMPLOYMENT sPECIALIsTs sprl 4500 HUYTEMPO-TEAM 1020 BRUSSELTENTOO nv 1930 ZAVENTEMT-GROEP; DIVIsIE T-INTERIM 2800 MECHELENTHE CREW FLEX nv 2000 ANTWERPENTHG-INTERIM AG 4700 EUPENTOBAsCO nv 3500 HASSELTTOP INTERIM 3500 HASSELTTOP INTERIM nv 3500 HASSELTTRACE ! sa 6000 CHARLEROITRACE CONsTRuCTION sa 6000 CHARLEROIuNIQuE nv 2000 ANTWERPENusG FINANCIAL FORCEs nv 2000 ANTWERPENVALEsTA nv 2800 MECHELENVDET nv 3500 HASSELTVERA INTERIM nv 9000 GENTVERA INTERIM PLus nv 3000 LEUVENVIND nv 8800 ROESELAREVIO INTERIM 9040 SINT AMANDSBERGVIVALDI's CONsTRuCT 2850 BOOMXTRA-INTERIM 2100 DEURNEZANTEO INTERIM sp.zo.o 61246 POZNAN PLZ-sTAFFING 3583 PAAL
jaarverslag 2012 • 64