Upload
nederlands-jeugdinstituut
View
244
Download
6
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Naar een duurzame en effectieve transformatie
Citation preview
JAARVERSLAG 2014
Jaarverslag 2014 | Nederlands Jeugdinstituut
NAAR EEN DUURZAME EN EFFECTIEVE TRANSFORMATIE
Voorwoord 2
1 Transitie en transformatie 5
2 Een sterke basis en eerste lijn 9
3 (Passend) onderwijs en jeugdhulp 15
4 Veilig opgroeien 19
5 Effectiviteit & Vakmanschap 23
6 Kennis delen 27
7 Personeel en organisatie 31
Financiers 34
Jaarrekening 2014 35
Productenoverzicht 2014 58
INHOUD
Het jaarverslag, de jaarrekening en het productenoverzicht van het
Nederlands Jeugdinstituut worden ook gepubliceerd op www.nji.nl/jaarverslag.
NAAR EEN DUURZAME EN EFFECTIEVE TRANSFORMATIE
JAARVERSLAG 2014
2014 was een roerig jaar voor de jeugdsector. Op 1 januari 2015 werd de nieuwe Jeugdwet van kracht en de decentralisatie, ofwel transitie van de hulp voor jeugdigen naar gemeenten, een feit. Gemeenten, de Rijksoverheid, instellingen, belangen- en ondersteuningsorganisaties; ze werkten hard om daarvoor klaar te zijn. Met de overheveling en wettelijke kaders wordt ook een transformatie, een inhoudelijke vernieuwing, nagestreefd. Het Nederlands Jeugdinstituut was in 2014 nauw betrokken bij de ondersteuning van deze transitie en transformatie. De transformatie van de jeugdsector vraagt daarnaast tevens van ons instituut om een transformatie. En ook daaraan is hard gewerkt in 2014.
Naar een duurzame en effectieve transformatie
Het jeugdstelsel moet transformeren. Samen met
andere betrokken partijen zijn gemeenten vanaf 2015
verantwoordelijk voor die transformatie. Het doel ervan
is dat kinderen en jongeren met (kans op) problemen in
het opgroeien en opvoeders die problemen ondervinden
tijdens het opvoeden beter ondersteund en geholpen
worden. Zodat kinderen en jongeren zoveel mogelijk
deel kunnen nemen aan het ‘gewone leven’. Om dat voor
elkaar te krijgen is het nodig dat preventie, onderwijs,
zorg, opvoedhulp en behandeling beter op elkaar
aansluiten en dat het hele systeem kosteneffectiever
wordt. Want de transities gaan vergezeld van
bezuinigingen. Meer ‘eigen kracht’, meer hulp ‘naar
voren’ en minder specialistische hulp, beter samenwerken,
sneller op- en afschalen; overal in het land vinden in dat
kader experimenten plaats. Maar brengen die echt
vernieuwing? Bouwen ze voort op kennis over wat wel en
niet werkt? Hoe ‘profiteren’ de experimenten van elkaar?
Is met minder middelen een effectiever jeugdstelsel te
realiseren? Wat zijn daarvoor de belangrijkste bouw-
stenen? Hoe kunnen we de samenhang tussen de
decentralisatie-opgaven rond jeugdhulp, participatie,
de vernieuwde WMO en passend onderwijs verbeteren?
En wat vraagt dat van de kennisinfrastructuur?
Met die vragen hebben we ons in 2014 fundamenteel én
praktisch bezig gehouden. We deden dat samen met het
veld, gemeenten, onderwijs- en kennisinstellingen,
cliënten-, branche- en beroepsorganisaties en door
middel van onder andere het organiseren van kennis-
praktijknetwerken, learn and share bijeenkomsten,
expertmeetings, de Denktank Transformatie Jeugdstelsel
en het congres Transformeren doe je samen. Dat alles
heeft geleid tot aanscherping van onze positionering,
programmering en activiteiten in 2014 en de nog
komende jaren. Het legde tevens de basis voor verdere
samenwerking en co-creatie met gemeenten, veldpartijen,
kennisinstellingen en cliënten- en beroepsorganisaties.
Als gevolg van de transities en de transformatie is niet
alleen het veld, maar ook het kennisbeleid van de
Rijksoverheid en de gemeentelijke overheid volop in
beweging. Gemeenten willen meer invloed op de bepaling
en benutting van de landelijke kennisfuncties. Dit gaat
niet alleen het Nederlands Jeugdinstituut aan, maar het
hele kennis en innovatiebeleid in de sociale sector en
meerdere instituties en gremia. Ook het ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport is zoekende naar
zijn rol en verantwoordelijkheden in het stelsel (stelsel-
verantwoordelijkheid), in de transformatie en de kennis-
infrastructuur. De gesprekken daarover met het ministerie
van VWS en het gemeentelijk veld kwamen in 2014 goed
op gang en waren constructief. Zo zijn we in 2014
begonnen met structureel overleg over de kennis agenda
Jeugd met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
(VNG), de stedennetwerken G4 en G32 en de platform-
directeuren van 100.000 + gemeenten. In dat kader is
tevens de samenwerking met collega-organisaties als
Movisie, Vilans, het NCJ, het Trimbos-instituut, het
Verwey-Jonker Instituut en de Kenniscentra KJP en
LVB versterkt.
Voorwoord
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Voorwoord2
Het Nederlands Jeugdinstituut wil bijdragen aan een
duurzame transformatie en de verbetering van de
resultaten van de sector. Daarvoor is kennis nodig.
Maar zeker ook een ‘lerende sector’, internationaal,
regionaal en interlokaal, die zichzelf steeds verder
verbetert. En dit alles vraagt om een interactieve,
flexibele kennis infra structuur en een kennis-praktijk-
netwerkorganisatie, die samen met andere partijen
kennis maakt en deelt, leert en verbetert.
Om die rol van kennisnetwerkorganisatie zo goed
mogelijk te kunnen vervullen, transformeert het
Nederlands Jeugdinstituut eveneens. Ook bij ons
gaat die verandering gepaard met bezuinigingen.
‘Beter met minder’ is ook op onszelf van toepassing.
Onze kennisinfrastructuur is in het licht van de transitie
en transformatie van het stelsel vernieuwd. We werken
meer interactief, in co-creatie met partners en met lokale,
regionale en (inter)nationale verbindingen. We hebben
onze kennisactiviteiten verbreed en programmatisch
ingericht, in de context van de drie decentralisaties van
het sociale domein en passend onderwijs. En we hebben
onze interne organisatie verder op de schop genomen.
Dit als onderdeel van de in 2013 ingezette reorganisatie,
transformatie en cultuurverandering. Een proces dat we
de komende jaren zullen doorzetten.
In 2014 hebben we gewerkt aan kennisontwikkeling
op diverse gebieden. Het ging hierbij om lopende
thema’s, maar ook om positief opvoeden en positieve
ontwikkeling, de problematiek van aanstaand
ouderschap en van zorg intensieve gezinnen, de eigen
kracht van jeugd en gezin, anti-pestprogramma’s, de
participatie van kwetsbare jeugd, mediaopvoeding, de
wijkteams jeugd en gezin, de toegang tot jeugdhulp,
Veilig Thuis en de nieuwe jeugdbescherming, (passend)
onderwijs en jeugdhulp, de transitie en transformatie en
effectiviteit en profes sio nalisering. Wat betreft dit laatste
is veel aandacht gegaan naar effectieve interventies en
zicht op effectiviteit, werken met richtlijnen, prestatie-
indicatoren, monitoren en benchmarks, maar vooral
ook op het ondersteunen van een ‘meet-weet-leer-en
verbeterbeweging’ in praktijk en beleid. Met als
uitgangspunt: weten én doen wat werkt.
Dat het kennisbestand wordt gewaardeerd blijkt onder
andere uit de meer dan 1.7 miljoen bezoeken aan onze
website (www.nji.nl) in 2014. Daarnaast hebben we heel
veel gedaan aan het versterken van de interactie tussen
kennis en praktijk rond transitie- en transformatie-
vraagstukken door middel van ons Kennisnet Jeugd
(www.kennisnetjeugd.nl). Hierop zijn inmiddels meer
dan 20 digitale werkgroepen over diverse onderwerpen
geopend en actief.
Tot slot. We willen – samen met onze partners en
stakeholders – bouwen aan een beter functionerend
jeugdstelsel én een optimaal functionerende
kennisinfrastructuur. Nu de transitie heeft plaats-
gevonden, komt het erop aan in de komende jaren
ook daadwerkelijk een transformatie, een duurzame
verbetering, te bewerkstelligen. We hebben daarvoor
in 2014 belangrijke stappen gezet. We hopen dat dit
jaarverslag daarvan getuigt en motiveert om samen
aan deze verbetering verder te bouwen.
Drs. Kees BakkerVoorzitter Raad van Bestuur
3Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Voorwoord 3
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Transitie en transformatie4
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Transitie en transformatie
In 2014 werkten gemeenten toe naar de transitie. Het Nederlands Jeugdinstituut ondersteunde die overgang van jeugdhulp en zorg naar regio’s en gemeenten. Maar we zetten vooral in op een inhoudelijke verbetering van het jeugdstelsel: de transformatie.
Transitie en transformatie1
1 januari 2015 was voor gemeenten een mijlpaal. Op die
datum werden ze volgens de wet bestuurlijk en financieel
verantwoordelijk voor alle jeugdhulp en de uitvoering van
kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. In
de jaren ervoor is hard gewerkt om deze transitie goed voor
te bereiden en optimaal te laten verlopen. Geen sinecure,
want deze overheveling van taken en verantwoordelijkheden
gingen gepaard met flinke bezuinigingen. Het Nederlands
Jeugdinstituut ondersteunde dit proces ook in 2014. Dat
deden we door kennis te delen en professionals en gemeenten
te adviseren en te begeleiden. Tegelijkertijd hielpen wij een
duurzame inhoudelijke verandering van het jeugdstelsel
– de transformatie – in gang te zetten. We trokken daarbij
eveneens samen op met gemeenten, professionals en
aanbieders van jeugdhulp- en opvoed ondersteuning en
diverse andere relevante kennisinstituten.
Denktank Transformatie JeugdstelselIn de jaren voor de transitie werd her en der in Nederland
druk geëxperimenteerd met de herinrichting van het stelsel of
werden hiervoor plannen ontwikkeld. Niet altijd was daarbij
sprake van samenhang. Niet altijd ook wisten gemeenten van
elkaar welke ideeën, plannen of projecten ze hadden. Kortom:
een gemeenschappelijk kader of integrale aanpak voor de
transformatie ontbrak. Ook bleek er behoefte aan meer
mogelijkheden en ruimte om van elkaars ervaringen te leren
en beschikbare kennis te delen met anderen.
In 2013 is daarom op initiatief van het Nederlands
Jeugdinstituut gestart met een Denktank Transformatie Jeugdstelsel, in de wandelgangen ook wel T-tank of
Transformatie-denktank genoemd. Hierin denken
vernieuwingsgezinde bestuurders van deelsectoren, branches
en gemeenten onder leiding van oud-politicus Job Cohen
mee over de thema’s en onderwerpen die richting kunnen
geven aan een transformatie-agenda en de aanpak van de
transformatie in de regio’s en gemeenten. Het doel van de
Denktank Transformatie Jeugdstelsel is om te komen tot
een duurzaam maatschappelijk resultaat. Om dat doel te
bereiken heeft de denktank zichzelf tot taak gesteld om
gemeenschappelijke ambities te formuleren binnen een
proces van kenniscoproductie of co-creatie.
Beter met minderIn 2014 kwam de denktank diverse malen bijeen. Daar
rolde onder meer een invloedrijk visiedocument uit: Beter
met minder. Bouwstenen voor de transformatie van het
jeugdstelsel. Hierin staan bouwstenen waarmee – op
nationaal niveau – een succesvol nieuw jeugdstelsel gebouwd
kan worden. Ofwel: in dit document worden de belangrijkste
elementen geformuleerd waarmee een beter functionerend
jeugdstelsel op poten kan worden gezet met minder
financiële middelen.
In diverse gemeenten werd al enthousiast aan de slag gegaan
met de transformatie. Om die inspirerende praktijk voor-
beelden te delen met een breder publiek werd in 2014 de
hand gelegd aan een reeks Capita Selecta met de titel
Samen om het kind. Het eerste deel in deze reeks – over
het versterken van de basisvoorzieningen in de praktijk –
verscheen eind 2014.
Kennis- en ondersteuningsvragen gemeentenNiet elke gemeente heeft een overstijgende blik en ziet wat
er aan de andere kant van Nederland gebeurt op jeugd(zorg)
gebied. Het Nederlands Jeugdinstituut heeft die over-
koepelen de blik wel. Naast het verwerven en actief ophalen
van kennis uit de landelijke praktijk, deden we ditzelfde in
2014 meer dan ooit in regio’s en gemeenten. Er was vrucht-
baar overleg met het gemeentelijke veld: de VNG, G32 en G4.
5
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Transitie en transformatie
We werkten nauw samen met gemeenten om bruikbare
informatie over de transformatie op te halen en beschikbaar
te maken voor anderen. In 2014 startten we met het concept
van de Transformatie-makelaar, ofwel T-makelaar. Dit
zijn deskundigen van het Nederlands Jeugdinstituut die als
een soort accountmanager een langdurige relatie opbouwen
met een geselecteerde groep gemeenten en regio’s. De
T-makelaars ondersteunen en inspireren gemeenten op het
gebied van de transformatie, ze halen vragen op om zo een
beter inzicht te krijgen in de vragen die er in de lokale
praktijk leven. Zo komen ze samen met gemeenten en
andere relevante organisaties tot een kennis co-creatie:
een gezamenlijke kennisopbouw. In 2014 zijn drie van deze
T-makelaars contacten aangegaan met een aantal
gemeenten, zoals Amsterdam, Utrecht en Eindhoven.
In die laatste stad was het Nederlands Jeugdinstituut nauw
betrokken bij de inhoudelijke invulling van de kick-off van de
regionale transformatieagenda op 3 november 2014.
Op deze dag kwamen onder andere vertegenwoordigers van
zorginstellingen, gemeenten, cliënten en onderwijs bijeen
voor een inspirerende en constructieve bijeenkomst over de
transformatie van de jeugdzorg in de regio Zuidoost Brabant.
Centraal stond de vraag ‘Waar willen we als regio de
komende tijd werk van maken als het om het transformeren
van het jeugdstelsel gaat?’ Deskundigen van het Nederlands
Jeugdinstituut gaven input op deze dag waar circa
80 deelnemers aanwezig waren. De bouwstenen uit het
rapport Beter met minder dienden hierbij als basis.
WijkteamsIn de aanloop naar de decentralisatie zijn er in 2014 overal in
Nederland wijkteams gevormd of waren er voorbereidingen
daartoe. Wijkteams zijn multidisciplinaire teams,
samengesteld uit professionals afkomstig van verschillende
organisaties en disciplines. Zij werken samen in een
wijkteam om een integrale aanpak te realiseren en over de
schotten van organisaties heen te werken. Op 3 maart 2014
ging ons dossier Wijkteams online, een stevig dossier met
informatie over wat nu wijkteams eigenlijk zijn, wat het beste
werkt in de invulling en inrichting ervan, en hoe wijkteams
samen kunnen werken met bijvoorbeeld het onderwijs. Op
onze site www.kennisnetjeugd.nl werd de werkgroep Wijkteams met 6.317 bezoekers zeer goed bezocht. In deze
werkgroep wordt kennis over en ervaring met het werken in
wijkteams uitgewisseld. In mei, juni en juli stond een aantal
specifieke vragen over wijkteams centraal, waaronder: Wat
zijn ondersteuningsvragen van de basisvoorzieningen? En:
Over welke competenties moeten professionals in een
wijkteam jeugd en gezin beschikken? De werkgroep heeft
meer dan 200 deelnemers.
Diverse nieuwe wijkteams maakten zich in 2014 klaar om de
nieuwe werkwijze te omarmen. Dat ging niet van de ene op
de andere dag. In samenwerking met de Generalist.nl
trainden deskundigen van het Nederlands Jeugdinstituut
professionals in negen sociale wijkteams in Enschede.
Het scholingsaanbod was gericht op het leren werken volgens
de nieuwe werkwijze voor de wijkcoach. Hierbij stonden het
maken van een cultuuromslag, het vormen van een teamgevoel
en procesafspraken over de manier van werken centraal.
Andere belangrijke modules in deze training waren het
uitbreiden van kennis en vaardigheden rond het Hoe van
Eigen kracht en rond het versterken van sociale netwerken
in de wijk.
Verder bereidden we ons in 2014 voor op de nieuwe
Academische Werkplaats Transformatie Jeugd in Utrecht,
die in de loop van 2015 wordt opgericht. Gemeente,
wijkteams, zorgaanbieders, de Universiteit Utrecht en
kennisinstituten als het Trimbos-instituut en het Verwey-
Jonker Instituut werken hierin met ons samen. De
Werkplaats is gericht op de ontwikkeling van wijkteams
jeugd en gezin.
Bijeenkomsten…In 2014 werden nog veel meer bijeenkomsten georganiseerd
om ervaring en kennis van deskundigen, professionals maar
ook gemeenten te delen. In de Jeugdwet is geregeld dat
gemeenten ook de toegang tot de jeugdhulp moeten
organiseren. Voorheen werd dit op provinciaal niveau
gedaan door de Bureaus Jeugdzorg. Er leefden veel vragen
van gemeenten rondom die toegang. Over de organisatie
ervan, maar ook over de manieren waarop je nu kinderen en
gezinnen met hulpvragen het beste bereikt. Gemeenten doen
dit allemaal anders, zo blijkt. De een heeft een centraal
telefoonnummer, de ander een getrapte ingang via een
Centrum voor Jeugd en Gezin of het sociale wijkteam.
Rondom die vragen organiseerde het Nederlands
Jeugdinstuut in 2014 een aantal learn and share bijeen-komsten, om vragen op te halen, maar bovenal om de
uitwisseling van kennis en ervaring tussen gemeenten
op gang te brengen. Op deze bijeenkomsten werd samen
gekeken naar de oplossingen die diverse gemeenten
gevonden hebben en of andere gemeenten wat aan die
oplossingen hebben. Dit gebeurde overigens ook virtueel
via ons Kennisnet Jeugd. We deden dit allemaal in opdracht
van het Transitiebureau en samen met de VNG.
We schreven in 2014 tevens de factsheet Toegang tot jeugdhulp rondom dit thema. Deze factsheet gaat onder
meer in op de inrichtingsvereisten, het wettelijk kader alsook
de uitvoeringsaspecten, het professioneel kader en invulling
van de kwaliteit van de uitvoering.
6
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Transitie en transformatie
…en conferentiesIn 2014 waren we actief betrokken bij diverse evenementen,
(expert)meetings, conferenties en festivals.
‘Transformeren doe je samen’ was het motto van het congres dat het Nederlands Jeugdinstituut op 16 juni organiseerde samen met tien brancheorganisaties, vijf andere kennisorganisaties, het stedennetwerk G32, de VNG en zeven cliëntenorganisaties en -fora. Tijdens dit congres, dat 532 bezoekers trok, stond de vraag
centraal hoe de betrokken partijen samen de beoogde
transformaties van maatschappelijke ondersteuning,
passend onderwijs en jeugdhulp zo kunnen vormgeven dat
de burger effectievere zorg krijgt met minder bureaucratie
en tegen lagere kosten. Tijdens dit congres werden tevens
de Nationale Jeugdzorg Prijzen 2014 uitgereikt.
In 2012 werd het Transitiebureau opgericht. Doel was om de
transitie en transformatie in goede banen te leiden. Aan dit
samenwerkingsverband namen de ministeries van
Volksgezondheid, Wetenschap en Sport (VWS), Veiligheid en
Justitie (VJ) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
(VNG) deel. Het Nederlands Jeugdinstituut ondersteunt en
werkt nauw samen met dit verband, dat inmiddels in de
wandelgangen de naam T-bureau heeft gekregen.
In 2014 organiseerden we in opdracht van het T-bureau
onder meer de Voor de Jeugd Dag op 27 oktober, waarop
de transformatie van het jeugdstelsel centraal stond. Het
Nederlands Jeugdinstituut nam ook de projectleiding voor
zijn rekening. Circa 1.350 mensen namen aan de dag deel.
Ze gaven de dag gemiddeld een 8,4. De organisatie deden
we samen met het congresbureau van de VNG.
Op de dag zelf vonden circa 90 workshops en sessies plaats.
Deskundigen van ons instituut verzorgden het internationale
paviljoen alsook tal van workshops, waaronder de workshop rond het Familiegroepsplan. Ouders of gezinnen moeten
de mogelijkheid hebben om samen met familie, vrienden en
anderen die tot de sociale omgeving van de jeugdige behoren
een familiegroepsplan op te stellen, zo is in de Jeugdwet
vastgelegd. Dit familiegroepsplan, dat het hulpverlenings-
plan of een onderdeel daarvan kan zijn, helpt om ouders en
jeugdigen zoveel mogelijk zelf de regie te laten houden
wanneer er sprake is van problemen. In de workshop
wisselden deelnemers ervaringen met dit familiegroepsplan
uit. Met input van de deelnemers van de workshop verscheen
niet lang daarna in opdracht van het Transitiebureau de
factsheet Familiegroepsplan.
Websites en dossierswww.voordejeugd.nl is een site die speciaal in het leven is
geroepen om informatie te geven over de stelselwijziging. De
site is een initiatief van de ministeries van VWS, VenJ en de
VNG en is bedoeld voor iedereen die professioneel is
betrokken bij de uitvoering van de stelselwijziging jeugd.
Evenals het jaar ervoor leverde het Nederlands Jeugdinstituut
in 2014 belangrijke bijdragen aan deze website.
Bovengenoemde factsheet Familiegroepsplan bijvoorbeeld
was vanaf november 2014 van de site te downloaden. Sinds
een paar jaar kunnen professionals en beleids medewerkers
die betrokken zijn bij de transitie en transformatie van het
jeugdstelsel elkaar ontmoeten, hun kennis delen en vragen
stellen en beantwoorden op ons eigen interactieve digitale platform Kennisnet Jeugd. Eind 2013 telde dit platform
meer dan 1.500 deelnemers. Eind 2014 waren dat er al meer
dan 3.583. Het totaal aantal bezoeken in 2014 lag zelfs op
137.770.
En er werden in 2014 weer diverse webdossiers online gezet.
Het dossier Transitie jeugdzorg, waarin alle ins en
outs over zowel de decentralisering als de inhoudelijke
transformatie van het jeugdstelsel staan, was bijzonder
populair bij de bezoekers van onze website www.nji.nl.
Het dossier werd in 2014 maar liefst 78.831 keer bezocht.
Over de grensEén van de doelstellingen van de transformatie is meer juiste
zorg bieden maar wel waar mogelijk met minder kosten. Dat
betekent onder meer dat er een balans gevonden moet worden
tussen onnodig medicaliseren en het geven van juist te weinig
medicijnen en zorg. Eind mei organiseerde het Nederlands
Jeugdinstituut in Den Haag een International expert meeting
on demedicalising childhood disorders. Daar werden veel
buitenlandse ervaringen gedeeld. De deelnemers waren het
erover eens: een integrale benadering is cruciaal voor het
proces van demedicalisering. Het land dat toch wel het
meest inspirerend leek voor onze Nederlandse praktijk, was
wederom Denemarken. Daar is bijvoorbeeld een nationaal
integraal actieplan adhd gelanceerd, waarbij ook gekeken
werd naar interventies zonder medicatie ondersteuning.
Op 1 en 2 september 2014 brachten staatssecretaris Martin
van Rijn (hoofd van de delegatie), minister Ronald Plasterk
en staatssecretaris Fred Teeven, Kinderombudsman Marc
Dullaert en VNG directieraad voorzitter Jantine Kriens een
werkbezoek aan Denemarken in het kader van de
decentralisatie van de jeugdhulp. Denemarken is al een eind
op weg als het gaat om deze decentralisatie. En dat heeft als
resultaat dat er minder uithuisplaatsingen zijn. Wat tijdens
het bezoek vooral een eyeopener was, zo bleek, is het feit dat
de diverse Deense partners in het jeugdstelsel het school-
perspectief van kinderen centraal stellen. Visie op zorg voor
kinderen wordt in Denemarken genomen vanuit de
inclusiegedachte en de nadruk ligt op het welbevinden van
kinderen. Daarbij wordt er veel aandacht besteed aan de
continuering van de schoolloopbaan.
7
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Een sterke basis en eerste lijn8
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Een sterke basis en eerste lijn
Een sterke basis en eerste lijn
2Voor een optimale ontwikkeling van elk kind is een sterke pedagogische basis cruciaal. Maar ouders voeden nooit alleen op. Ook de omgeving van een kind participeert in de opvoeding. Daarom zien we graag sterke basisvoorzieningen in het jeugdstelsel: de school, de kinderdag opvang en het kinder- en jongerenwerk. In 2014 ondersteunden we die versterking vooral binnen het proces van de transformatie. In de aanloop naar de decentralisatie ontwikkelden wij in 2014 tevens kennis over inrichtingsvraagstukken van de eerstelijns jeugdhulp. Bijvoorbeeld over hoe de wijkteams het beste gevormd kunnen worden.
Elk kind, in welke opvoedomgeving ook, moet de kans
krijgen zijn talenten te ontwikkelen. Wij vinden dan ook
dat professionals en medeopvoeders niet uit moeten gaan
van problemen, maar van wat kinderen wél kunnen. Om
kinderen en jongeren de kans te geven op een optimale
talentontwikkeling, moeten er sterke basisvoorzieningen
zijn. Ook in 2014 heeft het Nederlands Jeugdinstituut
geïnvesteerd in de versterking van deze ‘basis’.
Triple P bij scheidingenDie basis begint bij de ouders, zij zijn de eersten die opvoeden.
Het Nederlands Jeugdinstituut ondersteunt al jaren de
invoering en (door)ontwikkeling van het opvoed programma
Triple P Dit programma draagt bij aan het versterken van de
basisvoorzieningen en het normaliseren van opvoedvragen,
maar is ook te gebruiken bij ernstigere problemen of ter
preventie hiervan. Triple P kan immers op verschillende
niveaus gebruikt worden: het ondersteunt ouders die lichte
opvoedingsproblemen hebben, maar is ook inzetbaar in de
zwaardere jeugdzorg. Daarnaast is er een Triple P variant die
specifiek gericht is op kinderen van gescheiden ouders. Ieder
jaar krijgen ongeveer 70.000 kinderen te maken met een
scheiding. De conflicten, stress en communicatieproblemen
die hiermee helaas vaak gepaard gaan, kunnen een grote
impact hebben op hun ontwikkeling. Het opvoed-programma Triple P Family Transitions ondersteunt
scheidende ouders bij de overgang naar de nieuwe situatie.
In opdracht van het Nederlands Jeugdinstituut voerde het
Trimbos-instituut tussen 2012 en 2014 een pilotstudie uit
naar de ervaringen van professionals en ouders met Triple P
Family Transitions. In de pilot werden de positie en
aansluiting van Family Transitions binnen het huidige
aanbod van cursussen rond echtscheiding onderzocht,
evenals de werving en tevredenheid van ouders. De
bevindingen uit dit onderzoek zagen in 2014 het licht.
De tevredenheid van de ouders over Triple P Family
Transitions was groot, zo bleek: 90% van de ouders gaven
de hulp die ze ontvingen een 5 of hoger op een 7-puntsschaal.
Terwijl ouders en professionals in de praktijk wel overwegend
positief waren over Triple P, was er in 2014 ook kritiek.
Het opvoedingsprogramma zou niet bewezen effectief zijn,
zo vonden diverse wetenschappers. Het Nederlands
Jeugdinstituut nam die kritiek serieus. In 2014 vond er
een discussiebijeenkomst over de effectiviteit van Triple P
plaats, die we organiseerden in samenwerking met ZonMw.
Het was de start van een diepgaander debat dat we in 2015
willen voeren over deze materie.
Kansrijk ImplementerenVanaf 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor
de aankoop en invoering van opvoedprogramma’s als
Triple P. Zo’n multi-level programma kan alleen succesvol
zijn als de invoering ervan effectief is. Daarom voerde het
Nederlands Jeugdinstituut samen met het Trimbos-instituut
in de periode 2011-2013 het project Kansrijk Implemen-teren uit. Dit samenwerkingsproject werd mede mogelijk
gemaakt door ZonMw.
Het project bestond uit twee fases. Ten eerste ontwikkelden
we een landelijk implementatiemodel voor de invoering van
een multi-level programma als Triple P In de tweede fase
onderzocht het Trimbos-instituut hoe het programma Triple P
9
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Een sterke basis en eerste lijn
geïmplementeerd is in de praktijk en of de stappen van
bovengenoemd implementatiemodel bijdragen aan succesvol
implementeren. Op basis van de bevindingen uit onder meer
dit onderzoek werd het model steeds verder aangepast en
verfijnd.
Steun aan aanstaande oudersIn het kader van de Wet publieke gezondheid (Wpg) zijn
gemeenten sinds 2012 verantwoordelijk voor prenatale
voorlichting aan aanstaande ouders. Gemeenten geven deze
voorlichting vaak in de vorm van online informatie via een
gemeentelijke website. Sinds 1 januari hebben gemeenten
tevens een regierol als het gaat om opvoedingsondersteuning.
Niet per se omdat ouders problemen in de opvoeding onder-
vinden, maar omdat ze veelal normale opvoedvragen hebben.
Niet altijd zijn ouders gemakkelijk te bereiken. De
gemeentelijke regierol in prenatale voorlichting is een kans
om ouders op positieve manier te binden aan lokale
voorzieningen en hen contacten te laten leggen met andere
vaders en moeders. In opdracht van de directie Jeugd van het
ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, schreef
het Nederlands Jeugdinstituut in 2014 een visiedocument
voor gemeenten met de titel Steun voor aanstaande ouders bij ouderschap en opvoeding. Het document
biedt gemeenten handreikingen bij het invullen van een
ondersteuningsaanbod voor aanstaande ouders. Voor het
document werd gebruik gemaakt van de ervaringen en ideeën
van leden van de online werkgroep ‘Opvoedsteun aanstaande
ouders’ op www.kennisnetjeugd.nl.
Positieve ontwikkeling jeugd De transformatie van het jeugdstelsel is erop gericht dat
kinderen zo goed mogelijk kunnen meedoen en gezond en
veilig kunnen opgroeien in hun eigen omgeving met steun
van ouders en medeopvoeders. Om dat te realiseren is meer
aandacht nodig voor beschermende factoren die de positieve
ontwikkeling van kinderen en jongeren bevorderen.
In 2013 omschreven we een Top 10 van beschermende factoren die bijdragen aan een positieve ontwikkeling van
kinderen en jongeren. Op het congres Jeugd in Onderzoek in maart 2014 werden de Top 10 van
beschermende factoren in een goed bezochte workshop
besproken. En in september 2014 organiseerden we samen
met expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding
JSO een bijeenkomst voor gemeenten over de inzet van de
Top 10 bij het jeugdbeleid.
In dit jaar voerden we bovendien een vervolgstudie uit,
waarbij we werkzame elementen en interventies die gericht
zijn op de positieve ontwikkeling van jeugd onder de loep
namen. De bevindingen uit deze studie die de titel Wat werkt bij het bevorderen van een positieve ontwikkeling van jeugdigen? kreeg, werden neergepend
in een publicatie. Die publicatie was bedoeld voor diverse
voorzieningen. Voor gemeenten hebben we hiervan een
samenvatting gemaakt: Wat werkt bij het bevorderen van een positieve ontwikkeling? De top tien beschermende factoren en handvatten voor jeugdbeleid: samenvatting. Hiermee wilden we
gemeenten stimuleren om werkzame elementen en effectieve
interventies te integreren in het jeugdbeleid. De publicatie is
onder andere op het congres Transformeren doe je samen in
juni onder gemeenten verspreid.
Mediaopvoeding Zowel ouders en verzorgers, als professionals in de
opvoedingsondersteuning worden dagelijks geconfronteerd
met vraagstukken rond het gebruik van media door kinderen
en jongeren. De behoefte aan gefundeerde antwoorden
hierover is de laatste jaren sterk toegenomen. Met subsidie
van het ministerie van VWS begonnen we in 2014 met een
project mediaopvoeding. Doel hiervan is om inzicht te
krijgen in het huidige aanbod van producten, materialen en
diensten voor professionals; wat is er, wat is de waarde ervan,
en wat ontbreekt er? Tevens ontwikkelden we materialen,
producten en diensten waar professionals mee vooruit
kunnen in hun werk als ondersteuner bij de opvoeding.
Kennis vergaren en delenHet Nederlands Jeugdinstituut organiseert regelmatig
kenniskringen over verschillende onderwerpen. Een
kenniskring bestaat uit beroepskrachten, beleidsmakers,
adviseurs en onderzoekers die hun kennis delen en expliciet
omschrijven. Wetenschappelijke inzichten nemen zij hierin
mee. In 2014 waren er twee bijeenkomsten van de
Kenniskring Doorgaande ontwikkellijn: noodzaak of nonsense? Onder de term ‘doorgaande ontwikkellijn’
kan veel geschaard worden. In feite is het een container
begrip. Vanuit wetenschap, beleid, praktijk en advies zaten
“ In opdracht van de directie Jeugd van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, schreef het Nederlands Jeugdinstituut in 2014 een visiedocument voor gemeenten met de titel Steun voor aanstaande ouders bij ouderschap en opvoeding.”
10
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Een sterke basis en eerste lijn
in 2014 diverse professionals met elkaar om tafel om het
fenomeen doorgaande ontwikkellijn voor de groep 0-12 jaar,
aan een nadere verkenning te onderwerpen. In een aantal
bijeenkomsten buigen zij zich over vraagstukken zoals: wat is
een passende definitie voor ‘doorgaande ontwikkellijn’? Ook
dit onderwerp raakt nauw aan de transformatie. Immers, om
de transformatiedoelen te bereiken is het van belang dat de
kwaliteit van de basisvoorzieningen en de doorgaande lijn
tussen kinderopvang, peuterspeelzalen en basisonderwijs
goed op orde is.
Sterke kinderopvangNaast thuis en op school worden kinderen ook op kinder-
dagverblijven opgevoed. Het is zaak dat de pedagogische
begeleiders kwaliteit leveren en dat de dagverblijven
optimaal zijn ingericht. Inspecteurs kinderopvang van de
GGD observeren pedagogische begeleiders in de praktijk en
kijken of zij voldoen aan pedagogische basiscriteria als het
waarborgen van emotionele veiligheid en het bieden van
mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van
persoonlijke competentie. In opdracht van GGD GHOR
Nederland ontwikkelde het Nederlands Jeugdinstituut in
2011 een instrument dat inspecteurs kan helpen om de
pedagogische praktijk van kindercentra en peuterspeelzalen
te beoordelen als zij een kinderopvanglocatie bezoeken. Het
Veldinstrument observatie pedagogische praktijk is
in de jaren erna wetenschappelijk getoetst en vervolgens in
2014 door onze deskundigen aangepast op basis van de
adviezen uit dat onderzoek. Deze nieuwe versie is sinds
1 januari 2015 in gebruik door inspecteurs en voor het eerst
openbaar.
Alert4youDe daadwerkelijke transformatie vindt plaats op de
werkvloer. Het Nederlands Jeugdinstituut voert diverse
programma’s uit die laten zien dat de inhoudelijke
verandering van het jeugdstelsel succesvol kan zijn zeker
als het gaat om het ‘naar voren halen’ van specialistische
jeugdhulp. Zo ‘doen’ we al jaren de uitvoering en monitoring
van het programma Alert4you, een programma voor
pedagogische medewerkers in de kinderopvang met als doel
om via vroegsignalering, goede ondersteuning en adequate
doorverwijzing kinderen met problemen of opvallend
gedrag sneller te helpen. Alert4you is gericht op een betere
samenwerking tussen kinderopvang en experts in de
instellingen voor Jeugd & Opvoedhulp. Professionals uit die
instellingen worden bij het programma ingezet als coach
voor pedagogisch medewerkers, als sparringpartner voor
stafmedewerkers, als trainer of als collega. Het programma
startte in 2007 met drie pilots. In 2014 hadden rond de
duizend samenwerkingsverbanden in meer dan 80 gemeenten
het programma omarmd. Er waren in datzelfde jaar diverse
publicaties en bijeenkomsten rondom Alert4you. Van 2009
tot 2013 deed het Nederlands Jeugdinstituut onderzoek naar
de werkzame factoren van Alert4you. In 2014 verscheen een
publicatie met de belangrijkste resultaten van dit onderzoek.
Het kreeg de titel Ken de praktijk. Onderzoek naar Alert4you 2009-2013.
Voorheen werd de kennis- en praktijkontwikkeling van
Alert4you gedaan door Het Kinderopvangfonds. Eind maart
2014 werden deze taken overgedragen aan het Nederlands
Jeugdinstituut. Dit gebeurde tijdens een feestelijke
bijeenkomst in Amsterdam. Het Nederlands Jeugdinstituut
blijft de platformbijeenkomsten organiseren en de website
www.alert4you.nl bijhouden.
Wijkteams en Alert4youOp 11 juli 2014 organiseerde het Nederlands Jeugdinstituut
een landelijke bijeenkomst met ambassadeurs en project-
leiders waarin het vooral ging over de relatie tussen
wijkteams en Alert4you. Tevens vond de voorbereiding
plaats van een tweede bijeenkomst die op 26 januari 2015
gepland stond. Met deze bijeenkomsten wil het Nederlands
Jeugdinstituut onder andere kennis verzamelen, verrijken,
valideren en verspreiden over Alert4you en de inpassing van
dit programma in het nieuwe jeugdstelsel.
Daarnaast verzorgde het Nederlands Jeugdinstituut samen
met Het Kinderopvangfonds een workshop Zorgsamen-werking in opvang en onderwijs tijdens het congres
Transformeren doe je samen, dat op 16 juni 2014 plaatsvond.
De workshop draaide om de succesfactoren van het landelijke
ontwikkeltraject Alert4you.
Op de Voor de Jeugd Dag in oktober presenteerden wij
het voorbeeld van regionale samenwerking kinderopvang-
onderwijs-jeugdzorg uit Almere in het programmaonderdeel
‘Gluren bij de buren’. Onder de noemer Sterk in de klas
werken de gemeente Almere, onderwijs en zorgaanbieders
nadrukkelijk samen bij de invoering van passend onderwijs
en de transitie jeugdzorg. Het uitgangspunt daarbij is 1 gezin,
1 plan, 1 aanpak, ook op school.
PACT Inmiddels is Het Kinderopvangfonds met diverse partners
gestart met een nieuw landelijk initiatief: PACT. Dit
initiatief borduurt voort op eerdere projecten als Alert4You,
maar gaat verder dan alleen de kinderopvang. Met PACT
wil Het Kinderopvangfonds een verbond (pact) stimuleren
tussen de drie sectoren waar kinderen tot zes jaar mee te
maken hebben: onderwijs, kinderopvang en zorg. Deze drie
sectoren functioneren regelmatig als eilandjes op zich. PACT
investeert in de pedagogische omgeving van jonge kinderen
door de kwaliteit van pedagogische professionals in deze drie
sectoren te versterken en samenwerking te ondersteunen.
11
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Een sterke basis en eerste lijn
In 2014 is een wetenschapsteam gevormd waarin diverse
wetenschappers en voorlopers uit de praktijk (zoals Het
Talent uit Lent) samen aan de kwaliteit van professionals
rond het jonge kind werken. Vanuit het Nederlands
Jeugdinstituut is Tom van Yperen aan dit team verbonden.
In 2015 zal PACT aan de slag met een aantal proeftuinen in
diverse scholen en kinderopvangcentra die voorlopen en
innovatief werken in de praktijk.
Zorgintensieve kinderenEen kleine groep ouders in Nederland heeft een kind dat veel
zorg vereist, omdat het (ernstige) lichamelijke of
verstandelijke beperkingen heeft, een chronische of
langdurige ziekte of een psychiatrische stoornis. Het
Nederlands Jeugdinstituut deed in 2014 onderzoek naar de
draaglast van deze ouders – in feite mantelzorgers – door
middel van een Quickscan naar de ondersteunings-behoefte van zorgintensieve gezinnen. Hieruit bleek
dat intensieve zorg voor een kind enorme impact op het hele
gezin heeft. Ruim de helft van de 100 ondervraagde ouders
constateert dat de andere kinderen in hun gezin onvoldoende
aan bod komen. 78% van de ouders is minder gaan werken en
60% raakt zelfs overwerkt of komt in een burn-out terecht.
De uitkomsten kregen veel media aandacht. Ze haalden
onder meer de voorpagina van dagblad Trouw.
Het ondersteunen van deze mantelzorgers is een wettelijke
taak van gemeenten. In het visiedocument dat de Quickscan
begeleidde geeft het Nederlands Jeugdinstituut concrete
handvatten om deze taak goed uit te voeren en zoveel
mogelijk tegemoet te komen aan de behoeften van
zorgintensieve gezinnen.
Jongerenwerk in een transformerend stelselHet belang van jongerenwerk voor alle jongeren, niet alleen
voor jongeren die problemen hebben, wordt algemeen
erkend. Toch is er nog veel onduidelijk over de positie van
het jongerenwerk in een transformerend stelsel. Het
Nederlands Jeugdinstituut organiseerde in 2014 twee
goedbezochte bijeenkomsten in Zwolle en Tilburg over
de rol en de toegevoegde waarde van het jeugd- en jongerenwerk in het nieuwe jeugdbeleid.
We deden dit in samenwerking met de brancheorganisatie
voor welzijnsinstellingen, de MOgroep. Aan de bijeen-
komsten namen beleidsambtenaren en managers deel, maar
ook stafmedewerkers en jongerenwerkers van welzijns- en
jongerenwerkorganisaties.
De kennis die uit deze bijeenkomsten naar voren kwam is
door het Nederlands Jeugdinstituut samen met al aanwezige
kennis uit theorie en praktijk verwerkt in een conceptnotitie
voor gemeenten. De thema’s van de notitie werden vervolgens
voorgelegd aan zo’n dertig beleidsambtenaren en managers,
stafmedewerkers, jongerenwerkers van welzijns- en
jongerenwerkorganisaties, de BV Jong, Verdiwel en het
lectoraat jongerenwerk.
Dit gebeurde tijdens de Slotdag van de InterCity Youth Conference op 11 november 2014 in Den Bosch. Op die
dag organiseerde de gemeente ‘s-Hertogenbosch in samen-
werking met het Nederlands Jeugdinstituut een speciaal
programma over de toekomst van het jongerenwerk in het
sociaal beleid in Nederland. De dag markeerde het einde van
een driedaagse internationale conferentie waarin
gemeentelijke collega’s en jeugdprofessionals uit circa twintig Europese landen met elkaar in gesprek gingen over
dit onderwerp. De Scandinavische landen gooiden hier
wederom hoge ogen.
We hielden een presentatie over hetzelfde onderwerp op de
Voor de Jeugd Dag in het internationale paviljoen in oktober
samen met jongerenwerkers van ContourdeTwern en
Compass Uden. De positie van het jongerenwerk in het
nieuwe jeugd- en sociale stelsel was bovendien een van de
vragen die beantwoord moest worden aan de visitatie-
commissie jongerenwerk van de gemeente Utrecht. Ook
daar werkte het Nederlands Jeugdinstituut aan mee.
Over de grensAls het gaat om het versterken van de basisvoorzieningen
lopen diverse Scandinavische landen voor op Nederland.
Zo worden in Zweden en Finland groepsbijeenkomsten
georganiseerd voor vaders en moeders over zwangerschap en
geboorte, met veel aandacht voor de emotionele en sociale
aspecten van het krijgen van een kind en de eigen kracht van
ouders. Deze landen gaven onder meer inspiratie voor het
eerder genoemde visiedocument Steun voor aanstaande ouders bij ouderschap en opvoeding.Meer Europa kwam aan de orde in Think Parents! Putting
parents at the heart of parenting support waar het
Nederlands Jeugdinstituut aan mee schreef. In dit
Engelstalige boek dat in 2014 verscheen beschrijven auteurs uit heel Europa hoe ze ouders betrekken bij de opvoedings-
ondersteuning.
Ook met het werken in jeugdwijkteams hebben
Scandinavische landen al langer ervaring. Zij kunnen goede
praktijkvoorbeelden leveren voor Nederland. In 2014
verscheen de publicatie Wat valt te leren van de Scandinavische social worker? De praktijk van gedecentraliseerde jeugdhulp.
Youth in Action Het Nederlands Jeugdinstituut beheert al jaren het
Europees subsidieprogramma Youth in Action, een
12
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Een sterke basis en eerste lijn
programma waarbij jongeren van 13 tot 30 jaar de kans
krijgen te participeren in buitenlandse samenlevingen door
middel van uitwisselingen, vrijwilligerswerk en andere
internationale projecten. Youth in Action is in 2013
omgedoopt in Erasmus+ dat loopt van 2014 tot en met 2020.
13
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / (Passend) onderwijs en jeugdhulp14
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / (Passend) onderwijs en jeugdhulp
Per 1 augustus 2014 werd de Wet passend onderwijs van kracht. Doel van de wet is om zoveel mogelijk kinderen – ook kinderen met diverse problemen – een plek te bieden binnen het regulier onderwijs. Om dat voor elkaar te krijgen moeten scholen in de regio nauw samenwerken, met elkaar maar ook met gemeenten en met de wijkteams. Dit vereist kennis, inzicht en het juiste ‘gereedschap’.
(Passend) onderwijs en jeugdhulp
3
Als het gaat om de verbinding onderwijs, zorg en participatie
hebben gemeenten er veel taken bijgekregen. Naast de
transitie van de jeugdhulp naar gemeenten per 1 januari 2015
en de invoering van de Wet passend onderwijs per 1 augustus
2014, waren er ook nog belangrijke andere transities: de
AWBZ-zorg werd gedeeltelijk naar gemeenten overgeheveld.
Bovendien is de gemeente verantwoordelijk geworden voor
de uitvoering van de Participatiewet.
Eén van de hoofdopdrachten voor gemeenten is om al die
verschillende transities in samenhang vorm te geven en op
lokaal en regionaal niveau de verbinding te leggen tussen
onderwijs, zorg en participatie. Dit proces is verre van
gemakkelijk. Het Nederlands Jeugdinstituut ondersteunde
in 2014 gemeenten en de samenwerkingsverbanden in het
onderwijs om zich zo goed mogelijk voor te bereiden op de
nieuwe taken en in het geval van passend onderwijs, de nieuwe
wettelijke opdracht zo optimaal mogelijk uit te voeren.
Beoordeling anti-pestprogramma’s Er was in 2014 veel te doen over de beoordeling van diverse
anti-pestprogramma’s voor basis- en middelbare scholen.
Het aanbod hierin is groot, maar zijn deze programma’s wel
allemaal bewezen effectief? Om scholen te begeleiden en te
ondersteunen bij het kiezen van een goed anti-pestprogramma
vroeg het ministerie van OCW het Nederlands Jeugdinstituut
in 2013 om een plan te maken voor de beoordeling van deze
anti-pestprogramma’s. Om tot een wetenschappelijk
verantwoorde validatie te komen, stelden we een
onafhankelijke commissie van deskundigen samen: de
Commissie Anti-pestprogramma’s. Daarnaast leidden we het
hele traject van validering; we voerden een onderzoek uit
naar het effect van de anti-pestprogramma’s in de praktijk op
diverse scholen in het primair, voortgezet en speciaal
onderwijs, beoordeelden deze programma’s en legden onze
bevindingen neer in het eindrapport Beoordeling anti-pestprogramma’s. De uitkomsten van ons onderzoek
zorgde voor veel commotie. Nogal wat scholen, zo bleek uit
ons onderzoek, gebruikten anti-pestprogramma’s die niet of
nauwelijks bewezen effectief waren. Er was veel aandacht
voor van de media en politiek.
Passend en dekkend aanbod onderwijs en zorgSoms lukt het leerlingen niet om op school te blijven; omdat
hun gedrag dat niet toelaat bijvoorbeeld. Dan hebben ze –
tijdelijk – passende ondersteuning nodig buiten het reguliere
onderwijs. Om daarna weer terug te kunnen keren.
Samenwerkingsverbanden in het onderwijs kunnen op grond
van de Wet passend onderwijs bovenschoolse ondersteuning
voor dit soort leerlingen organiseren. Sinds 1 augustus
2014 hebben ze daar ook geld voor. Voorbeelden zijn de
reboundvoorziening – tijdelijke opvang voor leerlingen met
een extra ondersteuningsbehoefte - en het orthopedagogisch
didactisch centrum (OPDC) nieuwe stijl, een onderwijs-
voorziening voor leerlingen die door leerproblemen of
persoonlijkheidsproblemen (nog) niet in staat zijn het
onderwijs in een van de leerwegen binnen het reguliere
vmbo met leerwegondersteunend onderwijs succesvol te
doorlopen.
In 2013 deed het Nederlands Jeugdinstituut diverse
aanbevelingen voor de invulling en inrichting van deze
OPDC’s nieuwe stijl. In 2014 verkenden we samen met
het Platform Samenwerkingsverbanden VO en de landelijke
OPDC vereniging diverse samenwerkingsverbanden in het
voortgezet onderwijs. We keken daarbij naar de door-
ontwikkeling van deze OPDC’s nieuwe stijl. We gebruikten
15
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / (Passend) onderwijs en jeugdhulp
deze verkenning als basis voor een workshop op de landelijke
conferentie in Lunteren, waar samenwerkingsverbanden uit
het voortgezet onderwijs bijeenkwamen.
Goede praktijkvoorbeelden Sinds begin 2013 heeft het Da Vinci College (DVC) in
Roosendaal een schoolcoach. Deze coach is vijf dagen in de
week aanwezig om leerlingen en docenten te ondersteunen,
vooral daar waar uitval van school dreigt of terugval naar een
lager niveau, bijvoorbeeld van vmbo-kader naar -basisniveau.
De schoolcoach werd ingezet vanuit de instelling voor Jeugd
& Opvoedhulp Juzt. Het Nederlands Jeugdinstituut maakte
een informatieve film van het project en maakte dit openbaar
voor publiek op www.nji.nl. Het is een van de eerste praktijk-
voorbeelden die we gaan belichten in het kader van het meer
actief betrekken van het onderwijs in de samenwerking
tussen opvang en zorg.
ThuiszittersEr is een groep leerlingen die (lange tijd) helemaal niet meer
naar school gaat. Deze ‘thuiszitters’ vormen een moeilijk
bereikbare groep. In september 2014 lanceerde het
Nederlands Jeugdinstituut samen met Samenwerkend
Toezicht Jeugd (het verband van samenwerkende
jeugdinspecties) de website Reikthuiszittersdehand.nl. Deze website biedt beroepskrachten veel achtergrond-
informatie, maar ook praktische informatie over de
problematiek van leerplichtige jongeren die thuis zitten.
De informatie heeft zijn wortels in de praktijk. In 2013
onderzochten de jeugdinspecties namelijk bij drie
samenwerkings verbanden in Zwolle, Nijmegen en Goeree-
Overflakkee hoe problemen van thuiszitters werden opgelost.
Die informatie, inzichten, praktijkvoorbeelden en tips van
jongeren, ouders en beroepskrachten zijn samengebracht in
de website. Wij ondersteunden onder meer bij het onder de
aandacht brengen van de site.
Monitoring De transformatie verloopt optimaal als er ‘integraal en
samenhangend’ wordt gewerkt. Daar lijkt iedereen het wel
over eens. Maar hoe verloopt dit proces in praktijk? Het
Nederland Jeugdinstituut ontwikkelt al jaren monitors
waarmee processen kunnen worden gevolgd en geanalyseerd.
In 2014 werkten we aan de ontwikkeling van de monitor aansluiting passend onderwijs en jeugdhulp. We
deden dat met drie regio’s (Helmond-Peelland, Oss-Uden-
Veghel en Zuid-Kennemerland). Met de monitor wordt
gekeken hoe effectief de aansluiting passend onderwijs en
jeugdhulp verloopt. Ofwel: de monitor meet op welke
thema’s scholen en gemeenten samenwerken. Zijn er
overlappingen in het gebruik van jeugdhulp en de inzet
van onderwijsondersteuning bijvoorbeeld? En zijn ouders,
hulpverleners en scholen tevreden met de samenwerking?
Al in 2014 lieten 25 samenwerkingsverbanden en 60
gemeenten weten belangstelling te hebben voor de monitor.
In 2014 werd eveneens afgesproken dat diverse landelijke
koepelorganisaties, waaronder de VNG, de Primair
Onderwijsraad (PO-Raad), de Voortgezet Onderwijs raad
(VO-raad) het instrument ‘mee gaan dragen’. Ofwel; de
monitor haakt aan bij andere landelijke ontwikkeltrajecten,
zoals het landelijke dashboard passend onderwijs en de
monitoring van het sociaal domein van gemeenten.
School en wijk verbondenScholen, vooral basisscholen, zijn onlosmakelijk verbonden
met de wijk waarin ze staan. Zeker nu er sinds de transitie
meer nadruk wordt gelegd op wijkteams, waar diverse
professionals de handen inéén slaan om kinderen en
jongeren in de wijk hulp te bieden. In 2014 was het
Nederlands Jeugdinstituut op diverse manieren aan de slag
om die verbinding tussen scholen en de wijk te versterken.
Zo verscheen onder meer de factsheet School en wijk
verbonden, waarin tips staan voor gemeenten en
samenwerkingsverbanden die de verbinding tussen jeugdhulp en het onderwijs willen realiseren in werkbare
structuren en processen, bijvoorbeeld in wijkteams.
Daarnaast ontwikkelden we de ‘metrokaart’, een handige
en aansprekende publicatie waarin metrolijnen synoniem
staan voor de mogelijke routes die tot een beter resultaat wat
betreft de aansluiting tussen school en wijk kunnen leiden.
Het MBO als Wijk Jongeren en adolescenten van 16-27 jaar maken een
ontwikkelfase door die zich onderscheidt van fases op jongere
leeftijd door een groei naar volwassenheid en zelfstandigheid.
Ouders raken in deze fase meer op de achtergrond en zijn
voor sommige jongeren niet (meer) aanwezig. Soms hebben
jongeren in deze leeftijdsgroep zelf al kinderen.
Veelal studeren jongeren in deze leeftijdscategorie, meestal
buiten de eigen wijk. Het organiseren van zorg dichtbij
vraagt daarom om andere oplossingen dan een puur
wijkgerichte aanpak. Waar voor kinderen en jongeren de
“ In 2014 was het Nederlands Jeugdinstituut op diverse manieren aan de slag om de verbinding tussen scholen en de wijk te versterken.”
16
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / (Passend) onderwijs en jeugdhulp
buurt en de wijk nog een belangrijk leefmilieu is, is dat voor
studenten in deze leeftijdsfase de opleiding. Functies die
voor kinderen en jongeren in de buurt en de wijk worden
georganiseerd, worden voor 16-27 jarigen op het niveau van
de opleiding aangeboden. Het zorg- en adviesteam op een
mbo-instelling kan bijvoorbeeld worden gezien als een
equivalent van een Centrum voor Jeugd en Gezin in de wijk.
Door het mbo als wijk te zien, kan binnen mbo-instellingen
worden gezocht naar vormen van hulp en ondersteuning die
aansluiten bij de vragen, behoeften en specifieke kenmerken
van studenten in deze leeftijdsfase. Zo kan tevens aangesloten
worden bij de principes van de nieuwe wetgeving. Volgens
die nieuwe wet heeft het mbo immers de taak een stevige
ondersteuningsstructuur neer te zetten voor alle jongeren
met een extra onderwijs- of zorgbehoefte. Om de onder-
steuning te kunnen bieden die nodig is, werkt het mbo nauw
samen met partijen die de ondersteuning (gaan) bieden,
zoals gemeenten en zorgaanbieders.
Onder de noemer het MBO als wijk deed het Nederlands
Jeugdinstituut in 2014 een kortlopend verkennend
onderzoek onder zes mbo-instellingen in Amsterdam,
Utrecht, Zwolle, Den Haag, Zoetermeer en Rotterdam
gevraagd om deel te nemen. Deze instellingen hebben als
taak om samen met gemeenten een doorgaande schoolloop-
baan met perspectief op werk te bieden met passende
ondersteuning als dat nodig is. Hoe gaat dat in de praktijk?
Wat werkt en wat niet? En wat zijn belangrijke voorwaarden
voor succesvolle samenwerking?
Dit waren de vragen die in interviews aan betrokkenen
werden gesteld. De opbrengst van de interviews verbonden
met wat uit de literatuur en eerder onderzoek bekend is over
effectieve samenwerking en een gezamenlijke aanpak om
onderwijs en (jeugd)hulp te verbinden werden beschreven
in de rapportage MBO als wijk. Verbinden vanuit een ander perspectief. Samen met de VNG en de MBO Raad organiseerde het
Nederlands Jeugdinstituut in opdracht van het ministerie van
OCW een conferentie op 11 november over de samen werking
tussen het mbo en het gemeentelijk jeugdbeleid.
Arbeidstoeleiding kwetsbare jeugd Een groep kwetsbare jongeren heeft moeite met het behalen
van een startkwalificatie of heeft een grote afstand tot de
arbeidsmarkt. Het gaat hierbij om uitstromers uit het
speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs en mbo-1. Maar
ook jongeren met een beperking, migrantengroepen,
jongeren uit de jeugdzorg en voortijdige schoolverlaters uit
het reguliere onderwijs hebben vaak veel moeite met het
vinden van passend werk. Een samenhangende aanpak van
onderwijs, gemeenten en werkgevers is nodig om deze
jongeren continuïteit in begeleiding en (jeugd)hulp te bieden.
In 2014 voerden we een verkenning uit naar de problematiek
van de arbeidstoeleiding van deze kwetsbare jeugd vanuit het
programma participatie. Dit resulteerde in de notitie Arbeidstoeleiding kwetsbare jeugd; een publicatie
waarin we het begrip kwetsbare jeugd definiëren, de omvang
van de problematiek inventariseren, een overzicht geven van
relevant beleid en na een eerste stand van zaken beschrijven
‘wat werkt’ als het gaat om het toeleiden naar de arbeidsmarkt.
Er verscheen tevens een nieuw dossier over dit thema, het
dossier Arbeidstoeleiding kwetsbare jeugd met daarin
een veelgebruikt paper waarin alle regelingen op dit domein
geordend zijn.
Conferenties & dossiersEr werden in 2014 tal van dossiers toegevoegd op de website
www.nji.nl. Zo maakten we kennis over passend onderwijs
beschikbaar via het nieuwe dossier Passend onderwijs en jeugdhulp. In 2014 werd door ons een startdossier
gemaakt voor de Onderwijsraad met de titel Startdossier kansen en risico’s in de verbinding onderwijs-jeugdbeleid. Een internationale verkenning en Nederlandse reflectie. Hierin geven we een overzicht
van goede buitenlandse en Nederlandse voorbeelden voor
de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp. We
analyseerden tevens welke factoren bepalend zijn voor
een succesvolle samenwerking. De Onderwijsraad heeft
dit startdossier gebruikt bij de samenstelling van het
advies ‘Samen voor een ononderbroken schoolloopbaan’.
In 2014 brachten we bovendien de veel gedownloade
publicatie Wegwijs in de transities van het jeugdstelsel uit. Daarin staat kort de kern van de vijf
transformaties beschreven alsook de doelgroep, de
financiering en wie waarvoor verantwoordelijk is.
Het Nederlands Jeugdinstituut organiseerde in 2014
wederom diverse conferenties, waaronder ‘De kracht van verbinding’, de jaarlijkse conferentie van de
samenwerkingsverbanden in het voortgezet onderwijs.
We deden dit samen met het Platform SWV VO. Daarnaast
kwam er een conferentie over de verbinding van het
gemeentelijk jeugdbeleid met het mbo, met de titel MBO en gemeentelijk jeugdbeleid: dit werkt! Deze conferentie
organiseerden we samen met de VNG en de MBO Raad. De
transformatie en passend onderwijs waren op beide
conferenties belangrijke thema’s.
Over de grens Ook als het gaat om passend onderwijs en de transitie en
transformatie geeft de Deense praktijk tal van bruikbare
voorbeelden. Het Nederlands Jeugdinstituut beschreef ze
onder meer in de publicatie Deense inspiratie voor de transitie en transformatie van jeugdhulp en passend onderwijs in Nederland, dat in 2014 verscheen.
17
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Veilig opgroeien18
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Veilig opgroeien
In 2014 gebeurde er erg veel rondom de thema’s veiligheid en kindermishandeling. Zo maakten gemeenten en ministeries zich op voor het nieuwe Advies- en meldpunt ‘Veilig Thuis’. Met de overheveling van de jeugdzorg naar gemeenten, gingen bovendien de jeugdbescherming en de jeugdreclassering op de schop. Het Nederlands Jeugdinstituut ondersteunde deze processen door gedegen kennis te vergaren, te delen en te valideren.
Veilig opgroeien4
Deskundigen van het Nederlands Jeugdinstituut kregen
in 2014 veel vragen, vooral over kindermishandeling,
vechtscheidingen en pesten. Daarbij ging het om
individuele vragen van professionals; ‘Welke instrumenten
zijn bruikbaar naast de meldcode kindermishandeling?’
Maar ook collectieve vragen – van scholen, ministeries
maar ook gemeenten – vonden hun weg veel en vaak naar
ons instituut. Zo wilde het ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport graag weten hoe vaak bepaalde preventieve
programma’s tegen kinder mishandeling nu in praktijk
worden gebruikt. Al met al beantwoordde onze helpdesk in
2014 ruim 300 vragen.
Veilig ThuisKindermishandeling en huiselijk geweld liggen vaak in
elkaars verlengde. Vanaf 2015 hebben daarom alle gemeenten
een regionaal Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en
Kindermishandeling (AMHK), waarin de functies van de
Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK’s) en de
Steunpunten Huiselijk Geweld (SHG’s) samen zijn gevoegd.
Dit Advies- en Meldpunt kreeg de naam ‘Veilig Thuis’.Om te zorgen dat in 2015 alle burgers en beroepskrachten bij
dat ene punt terecht konden met hun zorgen en vragen over
en meldingen van huiselijk geweld en kindermishandeling,
moest in 2014 veel werk verzet worden. Wij begeleidden dit
proces waar we konden. We werkten hierin veel samen met
de VNG en Movisie. Zo ontwikkelden we in 2014 onder meer
het programma Startdagen Veilig Thuis, een
programma van 4 dagen waarin medewerkers van Veilig
Thuis werken aan een gedeelde visie en expertise op het
gebied van duurzame veiligheid. Tijdens het programma
kunnen de medewerkers zich tevens de nieuwe werkwijze van
Veilig Thuis eigen maken.
Ondersteuning gemeentenOm gemeenten bij hun nieuwe taken te ondersteunen
organiseerden we in 2014 samen met de VNG en Movisie
diverse regioconferenties voor gemeenten over de
integrale aanpak van huiselijk geweld en kindermis handeling.
En in mei 2014 werd de Monitor Aanpak Kinder mis-handeling gelanceerd. Hiermee kunnen gemeenten hun
eigen beleid ten aanzien van kindermishandeling tegen het
licht houden en hebben ze beschikking over belangrijke
kengetallen rondom kindermishandeling in hun gemeente.
Zo geeft de monitor informatie over het aantal onderzoeken
en adviezen van de Advies- en Meldpunten Kindermis-
handeling, maar ook over het aantal betrokken kinderen bij
kindermishandeling. Voor de ontwikkeling en verspreiding
van de Monitor werkten we samen met de Kinderombuds man,
de Bernard van Leer Foundation en de Taskforce Kindermis-
handeling. Eind 2014 maakten circa 180 gemeenten al
gebruik van de Monitor. Het instrument zal in 2015
uitgebreid worden met het thema huiselijk geweld. In
2014 werden daar de eerste aanzetten toe gedaan.
Seksueel misbruikUit onderzoek van de Commissie Samson uit 2012 blijkt dat
jeugdigen in residentiële instellingen twee keer zo vaak het
slachtoffer zijn van seksueel misbruik dan thuiswonende
jeugdigen. Veel jeugdigen in instellingen en pleeggezinnen
zijn bovendien voorafgaand aan hun plaatsing al getuige
geweest van ongezonde uitingen van seksualiteit en zijn soms
ook seksueel misbruikt. De commissie meende daarom dat er
een grondige risico-inventarisatie gedaan zou moeten
worden bij de plaatsing van een jeugdige.
De instrumenten voor risico-inventarisatie die er al waren
zoomen echter nauwelijks in op mogelijke risico’s van de
19
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Veilig opgroeien
jeugdigen op seksueel grensoverschrijdend gedrag. Daarom
vroeg Jeugdzorg Nederland aan het Nederlands Jeugdinstituut
een risicotaxatie-instrument Seksueel Grensover-schrijdend Gedrag te ontwikkelen dat jeugdzorgwerkers
kan helpen het risico op seksueel overschrijdend gedrag in te
schatten. We voerden deze opdracht uit in de periode van
april tot en met augustus. Financiering voor dit project kwam
van het ministerie van VWS.
LHBTi-jongerenIn opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport deden we samen met Movisie een onderzoek naar
knelpunten in het signaleren en omgaan met problemen
van LHBTi- jongeren; jongeren die lesbisch, homo, bi of
transgender zijn en jongeren met een intersekse conditie.
Bijna de helft van de professionals die met deze jongeren
werken, ziet niet of nauwelijks dat ze vaak worstelen met
hun gevoelens, zo blijkt daaruit. In de jeugdsector ontbreekt
bovendien gedegen kennis over het onderwerp om de
jongeren goed te kunnen begeleiden en helpen. Het rapport
dat hieruit voortkwam, het rapport Jong en Anders, is
besproken in een Algemeen Overleg Jeugd in de Tweede
Kamer en heeft de aandacht van Jeugdzorg Nederland,
onder andere bij het ontwikkelen van een basismethodiek
in de jeugdzorg. De jeugdzorgorganisaties aangesloten bij
Jeugdzorg Nederland hebben op basis van de aanbevelingen
van het rapport afgesproken in de komende periode te
achterhalen welke jeugdzorgorganisaties het LHBTi-thema
hebben opgepakt of gaan oppakken, zodat kennis ontwikkeling
kan worden gerealiseerd.
De nieuwe jeugdbeschermingMet de overheveling van de jeugdzorg naar gemeenten zijn
ook de jeugdbescherming en de jeugdreclassering op de schop
gegaan. Niet alleen de Bureaus Jeugdzorg, maar ook andere
instellingen kunnen nu jeugdbeschermingsmaatregelen gaan
uitvoeren, als ze maar gecertificeerd zijn. Wat betreft de
vrijwillige hulpverlening kunnen gemeenten sinds 1 januari
2015 zelf kiezen met welke partijen ze in zee gaan.
De belangrijkste inhoudelijke verandering die er in 2014 aan
zat te komen, was wat in jargon de ‘beweging naar voren’
heet van de jeugdbescherming en jeugdreclassering. Een
belangrijke reden om het jeugdstelsel aan te passen ging
namelijk over het feit dat veel kinderen vrij snel een
beschermingsmaatregel zoals een ondertoezichtstelling
(OTS) kregen. Als je eerder ingrijpt, is dat in veel gevallen
niet nodig. Een substantieel onderdeel van de transformatie
is daarom het eerder inzetten van deskundigen uit het meer
specialistische veld: jeugdzorginstellingen, jeugdbeschermers
of gezinsvoogden. Als die eerder worden geraadpleegd en
indien nodig ingezet, kan het aantal maatregelen tot een
minimum beperkt worden, zo is de gedachte. In praktijk
komt het erop neer dat professionals uit de basis- of
eerstelijnsvoorzieningen – leerkrachten, medewerkers in
de kinderopvang of het CJG – bij ‘onderbuikgevoelens’ of
aanwijsbare signalen dat de veiligheid van een kind in het
geding is, korte lijnen hebben met jeugdzorginstellingen in
zowel het vrijwillige als gedwongen kader.
In 2014 voerde het Nederlands Jeugdinstituut diverse
opdrachten uit voor het ministerie van Veiligheid en Justitie
op het gebied van deze nieuwe jeugdbescherming.
VliegwielprojectenZo onderzochten we twaalf innoverende initiatieven in de
jeugdbescherming, de zogenaamde ‘vliegwiel’-projecten,
waaronder het programma SAVE in Utrecht, VERVE in
Overijssel, GGW in Amsterdam en Signs of Safety in
Drenthe en Groningen. Uit al die projecten destilleerden
we succesvolle elementen ofwel ‘bouwstenen’, waarmee een
nieuw type jeugdbescherming te vormen is. Uitgangspunt
hierbij was dat kinderen blijvend veilig opgroeien en dat zo
weinig mogelijk jeugdbeschermingsmaatregelen nodig zijn.
We zochten antwoorden op vragen als: wat werkt in de
praktijk goed? En: wat hebben deze projecten voor gemeen-
schappelijke effectieve elementen? We voerden dit onderzoek
uit in samenwerking met adviesbureau BMC. De bevindingen
beschreven we in het rapport Kinderen blijvend veilig,
waarin tal van bouwstenen worden benoemd en beargumen-
teerd voor verbetering van de jeugd bescherming. Het rapport
werd op 27 oktober overhandigd aan staatssecretaris Fred
Teeven en VNG-bestuursvoorzitter Annemarie Jorritsma op
de Voor de Jeugd Dag.
“ Jeugdzorg Nederland vroeg aan het Nederlands Jeugd instituut een risicotaxatieinstrument Seksueel Grensover schrijdend Gedrag te ontwikkelen dat jeugdzorg werkers kan helpen het risico op seksueel overschrijdend gedrag in te schatten.”
20
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Veilig opgroeien
De transformatie en sectoraal samenwerkenTransformeren gaat over inhoudelijk veranderen. Om zo
goed mogelijk antwoord te kunnen geven op vragen van
ouders en kinderen, moeten (veld)partners hun krachten
zoveel mogelijk bundelen. In de transformatie naar een
inhoudelijk nieuw jeugdstelsel is het daarom cruciaal dat
er integraal wordt samengewerkt. Maar zeker ook sectoraal;
tussen de diverse sectoren.
Een goed voorbeeld van dit intersectoraal werken was de
werkconferentie ‘Uit de houdgreep’ die het Nederlands
Jeugdinstituut samen met de Taskforce Kindermishandeling
en Seksueel Misbruik organiseerde op 27 mei. Bij een
echtscheiding die op ‘vechten’ uitloopt en de zorg en hulp
voor kinderen, zijn professionals uit diverse sectoren
betrokken: jeugdzorg, de juridische sector, maar ook de
volwassenzorg, zoals de GGZ of verslavingszorg. In praktijk
zijn deze sectoren – zeker het juridische werkveld en de hulp
en zorgverlening – vaak gescheiden werelden. Maar op de
conferentie kwamen 150 professionals en hun leidinggevenden
vanuit wetenschap, zorg en recht samen in het provinciehuis
van Utrecht. Ze keken hoe we de hulp bij vechtscheidingen
beter kunnen aanpakken en wisselden expertise en ervaring
uit. In tal van workshops werd gepraat over de knelpunten én
de oplossingen daarvoor.
Evenementen In 2014 werden onze medewerkers veelvuldig gevraagd voor
expertmeetings, begeleidingscommissies, presentaties,
workshops en congressen. Van belang was onder meer onze
deelname aan de klankbordgroep van Jeugdzorg Nederland,
die kritisch meedacht en keek naar de nieuwe methodiek-
ontwikkeling complexe scheidingen. In het licht van de
nieuwe jeugdbescherming organiseerde het Nederlands
Jeugdinstituut bovendien in november een conferentie voor
de jeugdreclassering over transformatie en innovatie binnen
de jeugdreclassering met de titel De jeugdreclassering transformeert ook! Dit was wederom een opdracht van
het ministerie van Veiligheid en Justitie. We organiseerden
deze conferentie samen met de Jeugdzorg Nederland, de
William Schrikker Groep (WSG), de Stichting Verslavings-
reclassering GGZ (SVG) en de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG). Er waren 230 deelnemers.
Het doel van deze conferentie was om met de deelnemers
vanuit gemeenten en toekomstige gecertificeerde instellingen
ervaringen over vernieuwingen in de jeugdreclassering uit te
wisselen en actief stil te staan bij de positie van de jeugd-
reclassering in het nieuwe jeugdstelsel. Ter inspiratie gaf de
Engelse Charlotte Matthews, Senior Practitioner van de
Camden Youth Offending Service een lezing over het Engelse
jeugdrechtsysteem.
21
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Effectiviteit & Vakmanschap22
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Effectiviteit & Vakmanschap
Effectiviteit & Vakmanschap5
De transitie en transformatie slagen pas echt als professionals efficiënt, effectief en met kennis van zaken werken. Dat vraagt om vakmanschap. In 2014 droeg het Nederlands Jeugdinstituut wederom bij aan het versterken van de effectiviteit van interventies en aan de doorontwikkeling en verspreiding van richtlijnen en een kader voor professionalisering in het jeugddomein. We richtten ons hierbij vooral op het aanbod van de eerstelijnshulp en gespecialiseerde jeugdhulp.
Als het gaat om het ondersteunen van kinderen en opvoeders
bij opvoed- en opgroeiproblemen spelen beroepskrachten
een centrale rol. Het Nederlands Jeugdinstituut zet zich in
om de professionaliteit van deze beroepskrachten te
verbeteren. We doen dit door hen instrumenten en methoden
in handen te geven waarmee ze effectief kunnen werken, en
door de programma’s en interventies die ze gebruiken onder
de loep te nemen en te valideren: zijn ze wel evidence based?
Welke elementen uit het aanbod werken wel en welke niet?
In het licht van de transformatie is deze vraag ook van
cruciaal belang voor gemeenten. Willen zij kostenefficiënt
maar tevens duurzaam hun jeugdstelsel inrichten? Dan is het
raadzaam te letten op de kwaliteit van zowel de professional
als het aanbod van jeugdhulp en ondersteuning. Het
Nederlands Jeugdinstituut beheert diverse databanken
waarin methoden, werkwijzen en interventies op diverse
terreinen zijn opgenomen. Zowel professionals als
gemeenten kunnen die databanken inzien. Samen met
diverse partners beheren we bijvoorbeeld de databank
Effectieve Jeugdinterventies. In 2014 bevatte die
databank 223 programma’s voor hulp bij problemen met
opgroeien en opvoeden. Deze interventies zijn door een
onafhankelijke erkenningscommissie beoordeeld en
erkend als goed onderbouwd of effectief. Overigens haalde
gemiddeld 15% van de afgelopen jaren de databank niet.
Werkzame elementenAl langer is het de vraag of en tot hoeveel interventies we de
databank Effectieve Jeugdinterventies moeten vullen. Is het niet slimmer om de werkzame elementen uit
diverse interventies te destilleren en de programma’s en
interventies die er zijn te bekijken op het hebben van die
elementen? In 2015 gaan we, binnen zes thema’s, kijken
naar de werkzame elementen van de interventies en
programma’s in de databank. Het doel hiervan is om deze
te standaardiseren. We gaan dit doen binnen een consortium
waaraan professionals, maar ook universiteiten en andere
kennisinstituten deel namen. Dit project wordt gefinancierd
door ZonMw. In 2014 startten de voorbereidingen hiervan.
Samenwerkingsverband Effectieve Jeugdzorg NederlandAl sinds een aantal jaren voert het Nederlands Jeugdinstituut
het projectsecretariaat uit van het Samenwerkingsverband
Effectieve Jeugdzorg Nederland (SEJN). Dit is een interactief
netwerk van 29 praktijkinstellingen in de gespecialiseerde
jeugdzorg en vier onderzoeksbureaus (Nederlands
Jeugdinstituut, PIONN, Praktikon en PI Research). Twee
keer per jaar worden bijeenkomsten – de zogenoemde
effectiviteitsplatforms – georganiseerd waarbij het thema
“ Het Nederlands Jeugdinstituut beheert diverse databanken waarin methoden, werkwijzen en interventies op diverse terreinen zijn opgenomen. Zowel professionals als gemeenten kunnen die databanken inzien.”
2323
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Effectiviteit & Vakmanschap
effectiviteit is. Het SEJN brengt een uitwisseling op gang
tussen praktijk, beleid en wetenschap op het gebied van
effectiviteit en ondersteunt instellingen bij het benutten van
resultaten van onderzoek en bij het opzetten van een meet-
en verbetercyclus. De opzet van de effectiviteitsplatforms
kennen het principe van ‘halen’ en ‘brengen’ zodat een
actieve uitwisseling van kennis en ervaring ontstaat (lerend
systeem). Ook in 2014 vonden deze bijeenkomsten plaats
evenals twee bijeenkomsten voor bestuurders.
Actieplan loverboy-problematiek Ondanks alle aandacht die er de afgelopen jaren voor is
geweest, stijgt het aantal slachtoffers van loverboys en
mensenhandel nog steeds. Begin 2014 namen jeugdzorg-
organisaties die aangesloten zijn bij Jeugdzorg Nederland het
initiatief om een commissie in te stellen onder onafhankelijk
voorzitterschap van voormalig GroenLinks-politica Naïma
Azough. De Commissie Aanpak meisjesslachtoffers
loverboys/mensenhandel in de zorg voor jeugd ofwel kortweg
de Commissie Azough kreeg de opdracht met een actieplan
te komen om de effectiviteit van de bestaande aanpak te
verbeteren. Eind december zag het Actieplan Hun verleden is niet hun toekomst het licht. Jeugdzorg gaat
volgens dit actieplan onder andere werken aan betere
signalering en een registratieprocedure voor minderjarige
slachtoffers ontwikkelen. Ook is afgesproken deze meiden
voortaan op te vangen in een groep specifiek voor meisjes,
tenzij er zwaarwegende argumenten zijn dit niet te doen.
De samenwerking met politie en justitie wordt verder
uitgewerkt en er komt een overzicht van beschikbare
effectieve behandelingen. Het Nederlands Jeugdinstituut
voerde dit jaar het projectsecretariaat voor de commissie.
Nieuwe richtlijnen Voor een duurzame verbetering van de zorg is het belangrijk
dat de professional beschikt over de juiste kennis. Die verkrijgt
hij of zij onder meer uit het programma Richtlijnen Jeugd-hulp, waarbij het Nederlands Jeugdinstituut betrokken is.
Deze richtlijnen bieden een overzicht van de laatste kennis:
op basis van wetenschap, praktijk én cliëntvoorkeuren.
Het Nederlands Jeugdinstituut neemt een substantiële rol in
als het gaat om de ontwikkeling en (landelijke) implementatie
van de Richtlijnen Jeugdhulp. Wij voeren de programma-
leiding in opdracht van de beroepsverenigingen NIP, NVO en
NVMW. Bij de ontwikkeling van richtlijnen wordt onze
kenniscollectie benut, denk hierbij aan de interventies in de
Databank Effectieve Jeugdinterventies. Deze kennis vertalen
de ontwikkelaars in nauwe samenwerking met professionals
en cliënten naar praktische aanbevelingen en informatie.
In totaal zullen acht van de veertien richtlijnen mede door
het Nederlands Jeugdinstituut worden ontwikkeld. We
begeleiden en coördineren daarnaast de proefinvoering en
invoering in opdracht van de gezamenlijke beroeps-
verenigingen. Er zijn vijf richtlijnen opgeleverd in 2014;
de Richtlijnen Uithuisplaatsing, Crisisplaatsing, Problematische gehechtheid, Stemmingsproblemen en KOPP. De eerste twee zijn door het Nederlands
Jeugdinstituut ontwikkeld, de ander drie door het Trimbos-
instituut en TNO. Met elf richtlijnen werd proefgedraaid
in diverse pilots. Ter voorbereiding op de landelijke
implementatie was er nauwe samenwerking met stake-
holders als Jeugdzorg Nederland, de Inspectie Jeugdzorg,
het ministerie van VWS en de beroepsverenigingen. Daarnaast
organi seerden we in het najaar van 2014 een eerste landelijke
werkbijeen komst om de landelijke implementatie
gezamenlijk verder vorm te geven. Daar waren meer dan
80 deelnemers aanwezig.
Professionalisering JeugdzorgIn 2014 werd het Actieplan Professionalisering Jeugdzorg
afgerond. Dit actieprogramma, dat in 2010 van start ging,
werkte onder meer aan de versterking van de beroeps-
verenigingen, de verbetering van de mogelijkheden voor
scholing en bijscholing en de invoering van tuchtrecht. In de
jaren erna werd hier verder op gebouwd met een plan van
uitvoering, waarbij het onder meer ging om de registratie
van professionals in een beroepsregister. Dit uitvoeringsdeel,
dat de naam Implementatieplan Professionalisering Jeugdzorg kreeg, liep van 2011 tot 2014. Het Nederlands
Jeugdinstituut vervulde in dit grootschalige professionali-
serings traject de rol van programmacoördinator en secretaris van de stuurgroep Implementatie Professionalisering Jeugdzorg (STIPJ).
In 2014 werkte een groot aantal veldpartijen (branche-
organisaties, beroepsverenigingen, cliëntvertegenwoordigers
en gemeentevertegenwoordigers) samen aan de totstand-
koming van het Kwaliteitskader Jeugd. Dit kwaliteits-
kader biedt een leidraad voor het toepassen van de norm
verantwoorde werktoedeling en beschrijft voor welke taken
en werkzaamheden in het jeugddomein de inzet van
geregistreerde professionals noodzakelijk is en wanneer het
mogelijk is een niet-geregistreerde professional in te zetten.
Het is een belangrijk fundament voor verdere professionali-
sering en kwaliteitsverbetering in het jeugddomein. Van
2015 tot en met 2017 zullen alle betrokken partijen
gezamenlijk verder werken aan (brede) kwaliteitsverbetering
en professionalisering in het jeugddomein. Het Nederlands
Jeugdinstituut voert voor dit programma het subsidiebeheer
en maakt deel uit van het programmasecretariaat, samen
met bureau AEF en Movisie. De financiering komt van het
ministerie van VWS. De voorbereidingen hiervoor zijn in
2014 gestart.
24
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Effectiviteit & Vakmanschap
Verbetering op lokaal niveauOok werkten we in 2014 aan de verbetering van de
effectiviteit van de jeugdhulp in – lokaal – beleid. Het gaat
daarbij om een ‘meet – en verbeterbeweging’ door het
opbouwen van een systeem van beleids(sturings)informatie,
monitoring en benchmarking. Zo startten we in 2014 het
project Matching vraag en aanbod van jeugdhulp in Hoorn en Medemblik dat gaat over het matchen van vraag
en aanbod in de jeugdsector van deze gemeenten. Het
Nederlands Jeugdinstituut brengt de zorgbehoefte, het
zorggebruik en een aantal aspecten van kwaliteit van de
jeugdhulp in deze gemeenten in kaart. Denk aan het
registreren van de opleidingen van professionals die in de
(lokale) jeugdhulp werken en de effectiviteit van de inter-
venties die worden ingezet. Daarnaast keken we in dit project
naar de kostenefficiëntie van de jeugdhulp: welke inhoudelijke
veranderingen zijn nodig om de bezuinigingsdoelstelling te
halen?
Pleegzorg in transformatieZo gewoon mogelijk opgroeien is een van de uitgangspunten
van de transformatie. Dat geldt ook voor pleeggezinnen.
Juist in getransformeerde zorg met daarin aandacht voor
zo gewoon mogelijk leven binnen de eigen omgeving is het
belangrijk om te beschikken over kwalitatief sterke pleegzorg.
Het Nederlands Jeugdinstituut voert diverse projecten uit
om de kwaliteit van de pleegzorg te verbeteren en om deze
beter aan te laten sluiten bij de ontwikkeling in de transitie
van de zorg. We doen dit in opdracht van diverse opdracht-
gevers, met financiering van onder andere Stichting Kinder-
postzegels en in samenwerking met kennispartners en
pleegzorgaanbieders, vertegenwoordigers van pleegouders,
ouders en pleegkinderen. Zo is in 2014 gestart met het
digitale platform Kennisnetwerk Pleegzorg binnen de
site www.kennisnetjeugd.nl. In dit digitale netwerk kunnen
deelnemers kennis bundelen en discussies voeren, bijvoor-
beeld over de vraag of pleegzorg in het eigen netwerk de
voorkeur verdient boven pleegzorg in een pleeggezin. Het
digitale platform is een uitvloeisel van het Expertisenetwerk
Pleegzorg dat het Nederlands Jeugdinstituut alweer een paar
jaar geleden in het leven riep in opdracht van Stichting
Kinderpostzegels. Dat netwerk bestaat uit allerlei vertegen-
woordigers van de pleegzorg in Nederland, zoals het
ministerie van VWS, de Raad voor de Kinderbescherming,
Pleegzorg Nederland maar ook gecertificeerde instellingen
voor jeugdbescherming en verschillende organisaties voor
de belangenbehartiging van pleegouders en jongeren.
In oktober vond de tweede landelijke conferentie van het
Expertisenetwerk Pleegzorg plaats. Ruim 60 pleegzorg-
professionals, jongeren, onderzoekers, projectleiders en
andere betrokkenen uit het pleegzorgveld kwamen bij elkaar
om rond het onderwerp ‘Pleegzorg in transformatie’
ideeën uit te wisselen en inspiratie op te doen. Het
Nederlands Jeugdinstituut organiseerde de bijeenkomst en
leverde de dagvoorzitter.
Outcome in zichtAanbieders van zorg, educatie en dienstverlening zijn steeds
meer maatschappelijke ondernemers die door middel van
innovatie moeten blijven aansluiten op de vraag. Zij hebben
in dit kader behoefte aan direct toepasbare kennis over
innovaties en het werken met instrumenten als prestatie-
indicatoren, output- en outcome monitoring, benchmarking
en verbetermethoden. Datzelfde geldt voor (lokale)
bestuurders en beleidsmakers. Zij hebben behoefte aan
kennis die hen helpt de door hen gefinancierde voorzieningen
(kosten)effectiever te maken.
Bovendien zijn gemeenten per 1 januari wettelijk verplicht
aan te geven welke outcome-criteria of outcome-indicatoren
zij hanteren voor jeugdhulpvoorzieningen. Ofwel, wat zijn
de resultaten van de hulp, maar ook: Hoe tevreden zijn de
cliënten, hoeveel zijn er afgehaakt tijdens het traject?
In opdracht van de VNG en de ministeries van VWS en
V&J draaide het Nederlands Jeugdinstituut dit najaar een
pilot bij vijf regio’s om zicht te krijgen op de effecten en de
verbetering van de kwaliteit van jeugdhulp.
Het project, dat de titel Outcome in zicht kreeg, was
bedoeld om de outcome-sturing in de jeugdhulp aan te
zwengelen. In de vijf betrokken regio’s werd gekeken hoe
outcome-sturing verduidelijkt en vereenvoudigd kan worden.
Daarmee kunnen gemeenten straks het gesprek aan met de
aanbieders over het resultaat van de aangeboden hulp.
Bovendien werden er standaarden gedefinieerd voor het
hanteren van deze outcome-indicatoren. Daarnaast
verscheen het rapport Outcome in zicht; 10 tips voor
gemeenten in de sturing van de jeugdhulp. Die werd
uitgereikt op de slotconferentie op 11 december. Daar
werden tevens de uitkomsten van de pilots gepresenteerd
door de deelnemende regio’s. Informatie over Outcome in
zicht werd toegevoegd aan ons dossier Prestatie-indicatoren.
25
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Kennis delen26
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Kennis delen
Kennis delen6
Kennis is de basis van het Nederlands Jeugdinstituut. Wij vinden dat de kennis die wij verzamelen, valideren en analyseren goed opgeslagen, optimaal vindbaar en doorzoekbaar moet zijn. Voor professionals, gemeenten, maar ook andere geïnteresseerden. Onze kennis moet daarnaast uitnodigen tot nog meer verrijking en verbinding. In 2014 deelden wij bovenal veel kennis over de transitie en transformatie.
www.nji.nlDe bezoekcijfers van onze website www.nji.nl zijn hoog.
Het aantal bezoeken in 2014 ging de anderhalf miljoen over:
1.748.639, per dag waren dat er 4.791, 8% meer dan in 2013.
En ook het aantal bezoekers steeg: 1.065.038 over het hele
jaar geteld: 2.918 per dag.
Het onderwerp transitie en transformatie was zeer populair,
zo blijkt onder meer uit de bezoekcijfers van ons dossier Transitie jeugdzorg. Dit dossier kende in 2014 de meeste
bezoeken: 78.831. De vier andere dossiers in de top vijf van meest bekeken dossiers zijn het dossier Kindermis-
handeling (65.851 bezoeken), Kinderopvang (42.813),
Jeugdzorg (38.669) en Pesten (37.337)
Start herontwerp websiteUit het klanttevredenheidsonderzoek van 2013 begrepen we
dat bezoekers de site niet altijd even makkelijk in gebruik
vinden. Daarom hebben we in 2014 een gebruikersonderzoek
uitgevoerd om uit te vinden waar de knelpunten liggen. In de
herfst van 2014 namen we een extern ontwerpbureau in de
arm om ons te helpen met het bruikbaarder maken van onze
site. Het bureau ging tegelijkertijd aan de slag met een nieuw
jasje. Het huidige ontwerp van de site was alweer vijf jaar
oud. Eind 2014 waren we al flink op weg, al was dit nog niet
zichtbaar voor de buitenwereld. We verwachten dit project in
2015 uit te voeren.
Sociale mediaHet Nederlands Jeugdinstituut was ook in 2014 zeer actief
op sociale mediakanalen. In 2014 was er eveneens een forse
stijging van het aantal Twitter-volgers. Eind 2014 had ons
Twitteraccount @HetNJi 16.752 volgers. Eind 2013
was dat 13.474. Onderwerpen waarover op Twitter en binnen
veel te doen was dit jaar waren wederom de transitie en
transformatie.
De LinkedIn groep het Nederlands Jeugdinstituut, die
voorheen door ons werd beheerd, werd in 2014 omgedoopt
in Zorg voor de Jeugd www.linkedin.com/groups/ZorgEnJeugd. De groep wordt vanaf die tijd gefaciliteerd
door jeugdgezondheidsorganisatie Captise. Het Nederlands
Jeugdinstituut verlegde de focus naar het digitaal platform
www.kennisnetjeugd.nl.
Kennisnet JeugdOp ons digitale platform Kennisnet Jeugd kunnen
beleidsmakers en professionals uit de jeugdsector kennis
met elkaar uitwisselen. Deelnemers kunnen hun mening
en ervaringen kwijt in discussies en blogs of met elkaar
samenwerken aan kennis in werkgroepen. In 2014 stond
Kennisnet Jeugd geheel in het teken van de transitie en
transformatie van het jeugdstelsel. Het totaal aantal
deelnemers was 3.583. Dat betekent dat we er in 2014
bijna 2.200 nieuwe deelnemers bijkregen.
“ De bezoekcijfers van onze website www.nji.nl zijn hoog. Het aantal bezoeken in 2014 ging de anderhalf miljoen over: 1.748.639, per dag waren dat er 4.791, 8% meer dan in 2013.”
27
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Kennis delen
Het totaal aantal bezoeken in 2014 was ook hoog:137.770. De meest bezochte rubrieken waren de werkgroepen
(69.086 paginaweergaves), waarbij de werkgroep Vacatures
(11.960) en de werkgroep Wijkteams (6.317) het hoogste
scoorden. De blogs deden het met 66.802 paginaweergaves
ook erg goed. Met stip bovenaan stond de blog over Slecht
burgerschap met 2.958 paginaweergaves, gevolg door de blog
Buikpijn over besluitvorming met 2.100. De diverse blogs over
wijkteams en de taken van gemeenten deden het ook goed.
Op www.kennisnetjeugd.nl staan tevens tal van vragen met
antwoorden en uitleg. In 2014 was het blijkbaar nog niet
geheel duidelijk wat het verschil was tussen de transitie en
transformatie. Maar liefst 1.525 bezoekers wilden een
antwoord op die vraag hebben. Ook waren er veel vragen
over de wijkteams. De vraag Hoe voorkomt het wijkteam dat
het een nieuwe versie van Bureau Jeugdzorg wordt? telde 911
paginaweergaves.
DatabankenEr werd in 2014 veel gebruik gemaakt van onze databanken.
In de top drie staat de Databank Instrumenten en richtlijnen met 159.726 bezoeken met stip bovenaan.
De stijging ten opzichte van 2013 was 6% meer bezoeken.
Daarna volgde de Databank Nederlands onderzoek
(72.180 en een stijging van 29%) en de Databank Effectieve Jeugdinterventies met 118.343 bezoeken
en een stijging ten opzichte van 2013 met maar liefst 31%.
Reguliere ‘downloads’en Nieuwsbrief JeugdNatuurlijk werd er ook veelvuldig gebruik gemaakt van de
mogelijkheid om publicaties en bestanden met informatie te
downloaden van onze site. Van deze reguliere gedownloade
bestanden stonden naast de beoordeling van anti-
pestprogramma’s het Balansmodel bovenaan plus het
bestand met informatie over Transitie en transformatie van de zorg voor jeugd.
De Nieuwsbrief Jeugd begon het jaar met 25.486
abonnees. Dat aantal was eind oktober opgelopen tot 27.660.
Alle abonnees is in 2014 gevraagd hun abonnement te
verlengen. Begin november zijn de niet verlengde
abonnementen uit het bestand verwijderd. Daardoor had
de nieuwsbrief eind december nog 16.371 abonnees.
Het totaal aantal paginaweergaves van nieuwsberichten op de website was 498.544. Dat is 7,4% minder dan in
2013. Voor een deel is de terugloop toe te schrijven aan de
opschoning van het abonnementenbestand, maar een grotere
rol speelt dat in de loop van het jaar in de sector veel
ontslagen zijn gevallen. Het is dan ook geen toeval dat het
bericht ‘Veel banen in de jeugdzorg gaan verloren’ in 2014
het meest gelezen is.
“ Er werd in 2014 veel gebruik gemaakt van onze databanken. In de top drie staat de Databank Instrumenten en richtlijnen met 159.726 bezoeken met stip bovenaan.”
28
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Kennis delen 29
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Personeel en organisatie30
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Personeel en organisatie
Personeel en organisatie7
In 2014 voerde het Nederlands Jeugdinstituut een reorganisatie door. Daarbij nam het instituut via een sociaal plan afscheid van 6 collega’s, 1 collega werd herplaatst en 1 collega heeft zelf een andere baan gevonden (in 2015).
Cultuur- en organisatieverandering:De reorganisatie om bedrijfsorganisatorische gronden heeft
veel los gemaakt. Het maakte duidelijk dat we blijven sturen
op werk dat de meeste toegevoegde waarde heeft voor het
instituut en dus ook besluiten welk werk dat niet meer heeft
en functies opheffen. Het maakte tevens duidelijk dat we
goed moeten blijven communiceren over wat we als
Nederlands Jeugdinstituut willen en duidelijk maken wat
wij verwachten en hoe hieraan voldaan kan worden. Daartoe
hebben wij vooral het management, de RvB en de programma-
leiders willen versterken, die daarvoor in wisselende samen-
stellingen een trainingsprogramma hebben doorlopen.
VerzuimIn 2014 is hard gewerkt aan het terugdringen van het
verzuim. Waar we in januari nog begonnen met een verzuim
van 8,31% was dit in december 3,17%. Het gemiddeld
verzuim over 2014 bedroeg 4,32%. De verzuimmeldingen
werden begeleid door arbodienst De Witte Raaf, waarbij in
2014 met een nieuwe bedrijfsarts is gewerkt. In 2014 heeft
10 keer een overleg van het Sociaal Medisch Team (SMT)
plaatsgevonden. Het hele management is op meerdere keren
op verzuimtraining geweest, in afdelingsoverleggen is hier
regelmatig over gesproken en ook individueel is dit
besproken. Waar sprake was van verzuim is dat anders
aangepakt. Nadruk ligt nu op het ‘eigen regie model’ en
‘gedragsmodel’. Mede hierdoor is het aantal keren dat het
spreekuur van de bedrijfsarts bezocht is gedaald van 117 keer
in 2013 naar 60 keer in 2014. Medewerkers pakken de eigen
regie goed op. Een prima resultaat van iedereen, wat vooral
ook maakt dat er meer continuïteit is en er minder ingewerkt
hoefde te worden.
Arbobeleid en arbojaarplanNaast het verzuimbeleid is het hele arbobeleid in nauwe
samenwerking met de ondernemingsraad in 2014 vernieuwd.
Er is een actueel arbojaarplan, acties uit de Risico
Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) zijn in behandeling
genomen en afgerond, de preventiemedewerker is in functie
en de vertrouwenspersoon is geregeld. Het geheel is op orde
en verloopt goed.
Strategisch HR- en formatiebeleid Het Nederlands Jeugdinstituut heeft in 2014 verder gewerkt
aan de plannen voor het strategisch HR- en formatiebeleid.
In werkgroepen is de visie vertaald naar een beleid op in-,
door- en uitstroom en scholing en ontwikkeling van
medewerkers. In 2015 gaat het instemmingsverzoek naar
de ondernemingsraad.
Personeel in feiten en cijfersDe personele omvang van het Nederlands Jeugdinstituut
steeg in 2014 van 114 medewerkers (93,8 fte) naar 116
(96,1 fte). Daarnaast waren 10 werknemers in dienst op basis
van een arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht.
Verder werden 10 stageplaatsen en 3 werkervaringsplekken
ingevuld. Eind 2014 was de verhouding tussen tijdelijk en
vast personeel: 25% tijdelijk en 75% vast. De procentuele
verhouding tussen mannen en vrouwen was 13:87. In de
“ In 2014 is hard gewerkt aan het terugdringen van het verzuim. Waar we in januari nog begonnen met een verzuim van 8,31% was dit in december 3,17%. Het gemiddeld verzuim over 2014 bedroeg 4,32%.”
31
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Personeel en organisatie
loop van het jaar zijn 27 vacatures opengesteld. Daarop
stroomden 21 nieuwe medewerkers in. De uitstroom bedroeg
19 medewerkers.
ISOOok in 2014 werd het ISO9001 certificaat verlengd. Het is
voor medewerkers steeds vanzelfsprekender om volgens de
afgesproken procedures te werken. Onze bedrijfsprocessen
zijn op orde. De evaluatie van projecten blijft een aandachts-
punt. Daar blijven we op sturen, ook in 2015.
Omzet, financiële resultaten en balansIn 2014 heeft het Nederlands Jeugdinstituut een omzet
gerealiseerd van ruim € 14,3 miljoen.
De omzet is (afgerond) als volgt samengesteld:
35% instellingssubsidie van het ministerie van VWS
50% opbrengsten ministeries, subsidies van fondsen en
internationale subsidie- en opdrachtgevers
10% opbrengsten trainingen en congressen
5% overige opbrengsten
Ten opzichte van 2013 is de omzet € 2,4 miljoen lager.
In de opbrengsten van 2014 is een bedrag begrepen van
€ 1,4 miljoen dat niet bestemd is voor het Nederlands
Jeugdinstituut, maar betrekking heeft op aan derden door
te betalen gelden. In 2013 ging het om een bedrag van
€ 3,3 miljoen. Laten we deze inkomsten buiten beschouwing,
dan zijn de opbrengsten 2014 ongeveer € 0,5 miljoen lager
dan in 2013. De productopbrengsten zijn afgenomen met
bijna € 1 miljoen (met name veroorzaakt door minder
trainingen Triple P); hier staat tegenover dat de opdrachten
met € 0,5 miljoen zijn toegenomen.
De totale kosten bedragen € 14 miljoen en zijn € 2,8 miljoen
lager dan in 2013. Ook in de kosten zijn de aan derden door
te betalen gelden ad € 1,4 miljoen verdisconteerd (2013
€ 3,3 miljoen). Exclusief deze gelden zijn de kosten
€ 0,9 lager dan in 2013. De kostenreductie hangt deels
samen met de afname van de opbrengsten, maar is ook
het gevolg van doorgevoerde bezuinigingen.
Het resultaat uit gewone bedrijfsvoering komt hiermee uit
op bijna € 0,3 miljoen positief (€ 283.129).
Samen met een financieel resultaat van € 72.397 (rente-
inkomsten), bedraagt het totale resultaat € 355.526 positief.
Na toevoeging van dit resultaat aan het eigen vermogen,
bedraagt het eigen vermogen per 31 december 2014
€ 3.461.262. Het eigen vermogen heeft een omvang van
24,2% van de jaaromzet. Mede gezien de onzekerheid over
de omvang van de omzet in de komende jaren is een
vermogen noodzakelijk van circa 25% van de jaaromzet.
“ Ook in 2014 werd het ISO9001 certificaat verlengd. Het is voor medewerkers steeds vanzelfsprekender om volgens de afgesproken procedures te werken. Onze bedrijfsprocessen zijn op orde. De evaluatie van projecten blijft een aandachtspunt. Daar blijven we op sturen, ook in 2015.”
32
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Personeel en organisatie 33
In 2014 hebben de volgende subsidiegevers en fondsen
één of meerdere projecten gefinancierd:
> Bernard van Leer Foundation
> European Commission, Directorate General for
Education and Culture
> Fonds Psychische Gezondheid
> Jeugd Innovatie Fonds
> Leger des Heils
> Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
> Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
> Ministerie van Veiligheid en Justitie
> Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
> Stichting Het Kinderopvangfonds
> Stichting Kinderpostzegels Nederland
> Stichting Zonnige Jeugd
> Vereniging van Nederlandse Gemeenten
> Diverse gemeenten
> Overige financiers
Bovendien werd een aantal projecten op indirecte
wijze door fondsen en subsidiegevers
gefinancierd. Het gaat om projecten die in
samenwerking met andere instituten uitgevoerd
zijn, maar waarvan de partner de penvoerder was.
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Financiers
Financiers
34
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
2 0 1 4 Jaarrekening
35
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
BALANS PER 31 DECEMBER 2014(NA RESULTAATVERDEL ING)
ACTIVA 31 DECEMBER 2014 31 DECEMBER 2013
€ €
Vaste activa Materiële vaste activa 69.251 111.102
Totaal 69.251 111.102
Vlottende activa Vorderingen op korte termijn 2.961.246 2.670.248
Liquide middelen 13.676.829 9.877.795
Totaal 16.638.075 12.548.043
Totaal activa 16.707.326 12.659.145
PASSIVA
Eigen vermogen
Algemene reserve 3.413.974 3.098.218
Egalisatiereserve instellingssubsidie 47.288 7.518
Totaal 3.461.262 3.105.736
Voorzieningen 296.839 0
Langlopende schulden 87.444 39.366
Kortlopende schulden 12.861.781 9.514.043
Totaal passiva 16.707.326 12.659.145
36
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
WINST- EN VERLIESREKENING 2014
Realisatie Begroting Real isatie
2014 2014 2013
€ € €
OpbrengstenInstellingssubsidie 5.236.728 5.115.300 5.193.211
Projectsubsidies 1) 2) 5.262.380 5.947.100 7.117.389
Opdrachten derden 2) 2.219.688 1.591.000 1.691.879
Overige projectopbrengsten 1.546.101 1.948.800 2.542.454
Niet-projectgebonden opbrengsten 62.355 0 172.764
Totale opbrengsten 14.327.252 14.602.200 16.717.697
KostenPersonele kosten 7.670.813 7.355.800 7.621.200
Materiële projectkosten 1) 4.597.427 5.077.000 6.777.405
Niet-projectgebonden materiële kosten 1.775.883 2.199.400 2.456.767
Totale kosten 14.044.123 14.632.200 16.855.372
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering 283.129 -30.000 -137.675
Financieel resultaat 72.397 30.000 111.766
Bedrijfsresultaat 355.526 0 -25.909
1) Inclusief gelden bestemd voor projectpartners IPJ en Richtlijnen (realisatie € 1,4 miljoen; begroting € 1,6 miljoen; 2013 € 3,3 miljoen).
2) In het kader van bovenvermelde projecten heeft er in de vergelijkende cijfers 2013 een verschuiving ad € 609.000 plaatsgevonden van
projectsubsidies naar opdrachten derden.
37
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
KASSTROOMOVERZICHT 2014(VOLGENS DE INDIRECTE METHODE)
2014 2014 2013
€ € €
Resultaat 355.526 -25.909
Afschrijvingen 44.778 39.689
400.304 13.780
Toename voorzieningen 296.839 -852.011
Mutaties werkkapitaal:
Vorderingen korte termijn -290.998 1.126.178
Kortlopende schulden 3.347.738 -443.082
3.056.740 683.096
Kasstroom uit operationele activiteiten 3.753.883 -155.135
Investeringen in materiële vaste activa -2.927 -49.209
Desinvesteringen in materiële vaste activa 0 0
Kasstroom uit investeringsactiviteiten -2.927 -49.209
Langlopende schulden 48.078 22.630
Kasstroom uit financieringsactiviteiten 48.078 22.630
Netto kasstroom 3.799.034 -181.714
Liquide middelen:
Stand per 31 december 2013 9.877.795
Stand per 31 december 2014 13.676.829
Mutatie liquide middelen 3.799.034 -181.714
38
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
ALGEMENE TOELICHTING
ActiviteitenDe activiteiten van de Stichting Nederlands Jeugdinstituut bestaan uit het
verzamelen, verrijken, valideren en verspreiden van kennis; praktijkontwikkeling,
-ondersteuning en -onderzoek, opleiding en training. De activiteiten worden
hoofdzakelijk in Nederland uitgeoefend. Het NJi is statutair en feitelijk gevestigd
op de Catharijnesingel 47 te Utrecht.
KasstroomoverzichtHet kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen
in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen.
Verbonden partijenVan een verbonden partij is sprake wanneer een partij beleidsbepalende invloed kan
uitoefenen in een andere partij, dan wel invloed van betekenis kan uitoefenen op het
zakelijke en financiële beleid van de andere partij. Zo kan sprake zijn van een dergelijke
invloed indien: de ene partij in het bestuur dan wel in een vergelijkbaar gezaghebbend
orgaan van de andere partij vertegenwoordigd is; de ene partij betrokken is bij de
bepaling van het beleid van de andere partij; met die andere partij materiële
transacties worden aangegaan. Hierdoor is Stichting Sekondant een verbonden partij.
SchattingenOm de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen
toepassen, is het nodig dat de Raad van Bestuur zich over verschillende zaken een
oordeel vormt en schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de
jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het vereiste inzicht
noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende
veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten.
GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA
AlgemeenBij het opstellen van deze jaarrekening is uitgegaan van de continuïteitsveronderstelling.
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de bepalingen van het
Ministerie van VWS en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de
Jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving,
specifiek RJ 640 Organisaties zonder winststreven.
Activa en passiva (met uitzondering van het vermogen) worden in het algemeen
gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien geen specifieke
waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs.
De jaarrekening is opgesteld in euro’s.
Vergelijking met voorgaand jaarDe gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd
t.o.v. het voorgaande jaar.
39
Toelichting jaarrekening
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
Materiële vaste activaDe materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingspijs onder aftrek van
lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte gebruiksduur. Met op balansdatum
verwachte bijzondere waardeverminderingen wordt rekening gehouden.
De afschrijvingspercentages bedragen: Hard- en software 20%. Op balansdatum
wordt beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere
waardevermindering onderhevig is. Indien indicaties aanwezig zijn, wordt de
realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Er is ultimo boekjaar 2014
geen noodzaak tot het doorvoeren van een bijzondere waardevermindering.
VorderingenVorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde
van de tegenprestatie. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering
gebracht op de boekwaarde van de vordering.
Liquide middelenLiquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met
een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn
opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden.
Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Eigen vermogenHet vermogen wordt bepaald op basis van historische prijzen. Een gerealiseerd
overschot of tekort op het totaal van projecten gefinancierd met instellingssubsidie,
wordt toegevoegd c.q. onttrokken aan de egalisatiereserve instellingssubsidie.
VoorzieningenVoorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke
verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat
een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare
wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting
van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te
wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de
uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen,
tenzij anders vermeld. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen
vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden
ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als
een actief in de balans opgenomen. De voorziening jubilea wordt opgenomen voor
verwachte lasten gedurende het dienstverband. De overige voorzieningen worden
opgenomen tegen nominale waarde.
Langlopende schuldenLanglopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële
waarde.
40
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
GRONDSLAGEN VOOR BEPALING VAN HET RESULTAAT
AlgemeenHet resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de opbrengstwaarde van de
geleverde prestaties en de kosten en andere lasten over het jaar.
SubsidiesSubsidies worden als bate verantwoord in de winst-en-verliesrekening in het
jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd,
of wanneer zich een gesubsidieerd exploitatietekort heeft voorgedaan. De baten
worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de
condities voor ontvangst aangetoond kunnen worden.
PersoneelsbeloningenPeriodiek betaalbare beloningen
Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden
verwerkt in de winst-en-verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan
werknemers.
Pensioenen
Het Nederlands Jeugdinstituut heeft voor haar werknemers een toegezegde
pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de
pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het
gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft
opgebouwd bij PFZW. De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten, zijn
ondergebracht bij het bedrijfspensioenfonds Zorg en Welzijn. Het NJi betaalt
hiervoor premies waarvan de helft door de werkgever wordt betaald en de helft door
de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor
zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds dit toelaat. Het pensioenfonds dient
een dekkingsgraad van tenminste 105% te hebben. De stand van de dekkingsgraad
ultimo december 2014 is 102%. Het NJi heeft geen verplichting tot het voldoen van
aanvullende bijdragen in het geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan
het effect van hogere toekomstige premies. Het NJi heeft daarom alleen de
verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening
verantwoord.
Financiële baten en lastenRentebaten en -lasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de
effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van
de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten
op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve
rente worden meegenomen.
41
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening42 Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
VASTE ACTIVA
Materiële vaste activa Hard- en 31-12-2014 31-12-2013
software Totaal totaal
€ € €
Stand per 1 januari:
Aanschafwaarde 222.425 222.425 173.216
Cumulatieve afschrijvingen -111.323 -111.323 -71.634
Boekwaarde 111.102 111.102 101.582
Mutaties:
Investeringen 2.927 2.927 49.209
Afschrijvingen -44.778 -44.778 -39.689
-41.851 -41.851 9.520
Stand per 31 december:
Aanschafwaarde 225.352 225.352 222.425
Cumulatieve afschrijvingen -156.101 -156.101 -111.323
Boekwaarde 69.251 69.251 111.102
Voor hard- en software wordt een afschrijvings -
percentage gehanteerd van 20%.
VLOTTENDE ACTIVA
Vorderingen op korte termijn 31-12-2014 31-12-2013
€ €
Debiteuren 711.960 1.128.005
Rekeningen-courant 966.702 994.354
Te ontvangen (project-)subsidies 945.183 110.588
Te ontvangen opdrachten derden 166.402 144.793
Overige vorderingen 104.637 247.292
Overlopende activa 66.362 45.216
Totaal vorderingen op korte termijn 2.961.246 2.670.248
Liquide middelen 31-12-2014 31-12-2013
€ €
Kas en bankrekeningen 299.818 173.968
Deposito’s 13.377.011 9.703.827
Totaal liquide middelen 13.676.829 9.877.795
Totaal vlottende activa 16.638.075 12.548.043
Toelichting balans
42
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening 43Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
Debiteuren 2014 2013
Stand per 31 december 781.301 1.198.932
Voorziening dubieuze debiteuren -69.341 -70.927
Totaal 711.960 1.128.005
Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt:
2014 2013
Stand per 1 januari 70.927 109.869
Ontvangen/afgeboekt -39.396 -49.769
Dotatie ten laste van resultaat 37.810 10.827
Stand per 31 december 69.341 70.927
Rekeningen-courantDe rekening-courant ad € 966.702 (2013 € 994.354)
betreft de rekening-courant met Sekondant.
De rekening-courant is (formeel) direct opeisbaar.
Te ontvangen (project-)subsidies en te ontvangen opdrachten derdenDe te ontvangen (project-)subsidies ad € 945.183 (2013 € 110.588) en
opdrachten derden ad € 166.402 (2013 € 144.793) betreffen subsidies
en opbrengsten uit opdrachten die gerealiseerd zijn in 2014, maar die
nog niet (helemaal) zijn ontvangen.
Overige vorderingen 2014 2013
Te ontvangen rente 37.530 19.423
Te ontvangen teruggave premie WAO/WIA 0 32.301
Te ontvangen zwangerschapsgelden UWV 0 45.632
Te ontvangen baten projecten 67.107 121.831
Overige 0 28.105
Totaal 104.637 247.292
Overlopende activa 2014 2013
Vooruitbetaald OV/NS-jaarkaarten 43.524 33.541
Overige vooruitbetaalde kosten 22.838 11.675
Totaal 66.362 45.216
Liquide middelenDe liquide middelen zijn direct opeisbaar.
43
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
EIGEN VERMOGEN
Algemene reserve 31-12-2014 31-12-2013
€ €
Stand per 1 januari 3.098.218 3.131.645
Reclassificatie -282 0
Resultaat boekjaar 316.038 -33.427
Stand per 31 december 3.413.974 3.098.218
Egalisatiereserve instellingssubsidie 31-12-2014 31-12-2013
€ €
Stand per 1 januari 7.518 0
Reclassificatie 282 0
Dotatie resultaat huidig boekjaar 39.488 7.518
Stand per 31 december 47.288 7.518
Totaal eigen vermogen 3.461.262 3.105.736
VOORZIENINGEN 31-12-2014 31-12-2013
€ €
Stand per 1 januari 0 852.011
Uitgaven ten laste van voorziening 0 -844.011
Vrijval ten gunste van resultaat 0 0
Reclassificatie 0 -8.000
Stand per 31 december 0 0
Toevoeging ten laste van resultaat 296.839 0
Stand per 31 december 296.839 0
De ultimo 2014 gevormde voorziening ad € 296.839 heeft betrekking
op de kosten verband houdend met een reorganisatie die eind 2014 in
gang is gezet. De afwikkeling van eerdere reorganisaties heeft volledig
plaatsgevonden.
LANGLOPENDE SCHULDEN 31-12-2014 31-12-2013
€ €
Stand per 1 januari 39.366 16.736
Reclassificatie naar kortlopende schulden -14.363 -10.794
Dotatie ten laste van resultaat 62.441 33.424
Stand per 31 december 87.444 39.366
De schuld ultimo 2014 heeft betrekking op meerjarige
betalingsverplichtingen aan medewerkers die in het kader
van een reorganisatie zijn uitgestroomd.
44
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
KORTLOPENDE SCHULDEN 31-12-2014 31-12-2013 € €Vooruitontvangen (project-)subsidies 3.333.053 1.106.862
Vooruitontvangen opdrachten derden 563.787 674.429
Vooruitontvangen gelden Youth in Action en Erasmus+ 4.937.774 2.985.018
Crediteuren 882.651 739.005
Contractuele projectverplichtingen 1.992.958 2.963.516
Belastingen en sociale verzekeringen 409.505 448.891
Overige schulden en overlopende passiva 742.053 596.322
Totaal kortlopende schulden 12.861.781 9.514.043
Vooruitontvangen (project-)subsidies en vooruit ontvangen
opdrachten derden
De vooruitontvangen subsidies en opdrachten derden betreffen bedragen
die in 2014 of eerder zijn ontvangen, maar bestemd zijn voor 2015.
Vooruitontvangen gelden Youth in Action en Erasmus+
De vooruitontvangen gelden Youth in Action en Erasmus + hebben
betrekking op de subsidiegelden die het Nederlands Jeugdinstituut in het
kader van het internationale subsidieprogramma’s Youth in Action en (de
opvolger) Erasmus + heeft ontvangen van de Europese Commissie, maar
die in 2014 (nog) niet zijn betaald aan projecten.
Contractuele projectverplichtingen
De contractuele projectverplichtingen zijn de verplichtingen die in 2014
of eerder voor de lopende projecten zijn aangegaan. De afwikkeling van
deze verplichtingen vindt in 2015 plaats.
Belastingen en sociale verzekeringen 2014 2013
Afdracht Belastingdienst loonheffing 381.889 422.335
Afdracht Pensioenfonds Zorg en Welzijn 8.595 19.705
Afdracht BTW 19.021 6.851
Totaal 409.505 448.891
Overige schulden en overlopende passiva 2014 2013
Opgebouwde vakantietoeslag 220.318 234.715
Opgebouwde vakantiedagen/jubileumuitkeringen 114.028 138.245
Te betalen afvloeiingskosten 304.274 136.381
Te betalen diensten derden 71.543 36.804
Overige te betalen kosten 29.390 23.152
Vooruitontvangen baten 2.500 27.025
Totaal 742.053 596.322
45
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN
Het Nederlands Jeugdinstituut is meerjarige financiële verplichtingen
aangegaan ter zake van inhuur van diensten van derden voor een bedrag
van € 327.583 (2013 € 1.080.439). Dit bedrag heeft volledig betrekking op
aangegane verplichtingen ten behoeve van de uitvoering van projecten. De
maximale looptijd van de verplichtingen is één jaar.
Het NJi heeft een overeenkomst met Sekondant afgesloten voor de
administratieve dienstverlening, ICT dienstverlening, huisvesting
en facilitaire dienstverlening. De begrote kosten voor 2015 voor de
basisdienstverlening bedragen € 1.107.764. Het NJi draagt samen met
de kennisinstituten Movisie en Vilans het risico voor het resultaat van
Sekondant.
46
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
Toelichting winst- en verliesrekening
OPBRENGSTEN
• Instellingssubsidie
De instellingsubsidie wordt jaarlijks door het
ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
toegekend ten behoeve van de uitvoering van de
projecten binnen het Kenniscentrum Jeugd.
De subsidie is als volgt samengesteld: Realisatie Begroting Real isatie
2014 2014 2013
€ € €
Toekenning basissubsidie 5.115.313 5.085.799
Toevoegingen:
- tijdelijke uitbreidingen/kortingen 41.383 0
- loonbijstelling (OVA) 80.032 107.412
Totaal 5.236.728 5.115.300 5.193.211
De basissubsidie is ten opzichte van 2013
met 1,5% gekort, de laatste tranche van een
efficiencybezuiniging over de jaren 2012 t/m
2015. Het ministerie heeft opnieuw een korting
aangekondigd van 10% met ingang van 2016.
De tijdelijke uitbreiding betreft een eenmalige
verhoging ten behoeve van de ontwikkeling van
een instrument voor de risicobeoordeling van
seksueel misbruik.
• Projectsubsidies
De projectsubsidies ad € 5.262.380 (2013
€ 7.117.389) hebben betrekking op niet-structurele,
specifiek voor bepaalde projecten toegekende
subsidiegelden. De subsidies worden verstrekt
door ministeries (OC&W, VWS, Sociale Zaken,
Justitie, Buitenlandse Zaken), decentrale
overheden, fondsen en Europese instellingen
en programma’s.Ten opzichte van 2013 zijn de
subsidie-opbrengsten ruim € 2,5 miljoen lager.
In de projectsubsidies is een bedrag begrepen van
ongeveer € 1,4 miljoen bestemd voor de samen-
werkingspartners binnen twee projecten waar
het NJi penvoerder van is; in 2013 bedroegen
deze doorsluisgelden nog € 3,3 miljoen.
Laten we deze gelden buiten beschouwing dan
zijn de gerealiseerde projectsubsidies ongeveer
gelijk aan die van 2013. Ten opzichte van de
begroting (€ 5.947.100) zijn de opbrengsten
± € 7 ton lager. Met name bij de programma’s
Veilig opgroeien en Participatie zien we een
verschuiving van subsidies naar opdrachten.
47
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening48 Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
• Opdrachten derden
De opdrachten derden ad € 2.219.688 (2013
€ 1.691.879) betreffen de opbrengsten uit opdrach-
ten. Ten opzichte van de begroting (€ 1.591.000)
zijn de opbrengsten ruim € 6 ton hoger. De
dalende trend van de afgelopen jaren heeft zich
niet verder voort gezet. Hoewel de beschikbare
budgetten van potentiële opdrachtgevers nog
steeds beperkt zijn, neemt de vraag naar advies toe.
• Overige projectopbrengsten
De overige projectopbrengsten zijn als volgt te
specificeren: Realisatie Begroting Real isatie
2014 2014 2013
€ € €
Opbrengst producten 1.388.001 1.645.700 2.113.321
Overige opbrengsten 158.100 303.100 429.133
Totaal 1.546.101 1.948.800 2.542.454
Opbrengst productenDe productopbrengsten bestaan uit de opbrengsten
voor trainingen (€ 1.026.953), congressen
(€ 187.317) en publicaties (€ 173.731). Uit
voorzichtigheid worden de publicatieopbrengsten
van het project Gezinsgerichte ontwikkelings-
stimulering op kasbasis verantwoord.
De opbrengsten trainingen hebben voor ongeveer
€ 0,9 miljoen betrekking op de trainingen van
het programma Triple P. Deze opbrengsten zijn
€ 0,2 miljoen lager dan begroot en € 0,4 miljoen
lager dan de realisatie 2013. Zoals verwacht is het
aantal afgenomen trainingen verder teruggelopen,
omdat een groot deel van de potentiële afnemers
inmiddels (in de basis) is getraind.
Overige opbrengstenDe overige opbrengsten bestaan uit opbrengsten
voor lezingen, vacatiegelden en bijdragen in
projectkosten.
• Niet-projectgebonden opbrengsten
In de niet-projectgebonden opbrengsten ad
€ 62.355 (2013 € 172.764) zijn incidentele baten
opgenomen ten bedrage van € 56.398. Dit betreft
vooral de vrijval van de volgende posten:
- Voorziene oninbare debiteuren
(alsnog geïnde bedragen) € 42.112
- (gedeeltelijke) vrijval verplichting Sekondant
€ 14.286
48
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening 49Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
KOSTEN
• Personele kosten
Realisatie Begroting Real isatie
2014 2014 2013
€ € €
Medewerkers in vaste dienst 5.405.303 5.592.000 5.627.977
Medewerkers in tijdelijke dienst 1.452.672 1.493.400 1.667.180
Detacheringen en uitzendkrachten 66.070 0 72.232
Opleidingskosten 135.067 141.700 145.434
Overige personele kosten 746.752 204.500 348.686
Opbrengst (personeelsgebonden) -135.051 -75.800 -240.309
Totaal 7.670.813 7.355.800 7.621.200
Medewerkers in vaste en tijdelijke dienstTen opzichte van 2013 zijn de totale salariskosten
(vaste en tijdelijke mw) met ruim € 0,4 miljoen
gedaald. Het gemiddeld aantal fte’s is in lijn
met de begroting afgenomen naar 92 fte (2013
100 fte). De afname wordt veroorzaakt door een
reorganisatie van het secretariaat en door de
afloop van een aantal tijdelijk contracten.
De verhouding vaste en tijdelijke medewerkers
per 31 december 2014 is 75/25 (2013 idem).
De sociale lasten bedragen € 821.255
(2013 € 869.866) en de pensioenlasten € 533.730
(2013 € 589.614)
De bezoldiging van de Raad van Bestuur, de
Directie en de Raad van Toezicht, conform de
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen
publieke en semipublieke sector (WNT) bedraagt:
Raad van Bestuur: 2014 2013
drs. C. J. Bakker / 1,06 fte / dienstverband heel 2014
Beloning 137.400 136.600
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding 0 3.400
Beloning betaalbaar op termijn (werkgeversdeel pensioenpremie) 15.000 14.800
Totaal bezoldiging 152.400 154.800
49
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
Directie: 2014 2013
drs. S.H.M. Janssen / 0,89 fte / dienstverband heel 2014
Beloning 88.200 86.500
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding 0 0
Beloning betaalbaar op termijn (werkgeversdeel pensioenpremie) 8.800 8.200
Totaal bezoldiging 97.000 94.700
Raad van Toezicht (geen dienstverband; beloning betaalbaar op termijn n.v.t.): 2014 2013
mr. P.A.H. van Lieshout, voorzitter (2014 6 mnd)
Beloning 2.500 0
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding 0 0
Totaal bezoldiging 2.500 0
mr. N.A. Kalsbeek voorzitter (2014 6 mnd)
Beloning 2.700 6.000
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding 500 500
Totaal bezoldiging 3.200 6.500
drs. F. J. Nauta
Beloning 2.500 2.500
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding 0 0
Totaal bezoldiging 2.500 2.500
prof. Dr. H.P. Adriaansens en drs. B.C. Maasdamme
Beloning 2.700 3.000
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding 500 300
Totaal bezoldiging 3.200 3.300
drs. S.R.P. Lissenberg-van Embden
Beloning 2.700 2.700
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding 500 500
Totaal bezoldiging 3.200 3.200
mr. J.H.C. van Zanen, 11 maanden
Beloning 2.500 3.000
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding 500 300
Totaal bezoldiging 3.000 3.300
50
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
Detacheringen en uitzendkrachtenDe kosten voor detacheringen en uitzendkrachten
hebben betrekking op ingehuurde menskracht,
met name ter vervanging bij ziekte en
zwangerschap. De kosten worden niet
begroot en worden gefinancierd met onder
andere zwangerschapsgelden (zie opbrengst
personeelsgebonden).
Opbrengst (personeelsgebonden)De overige personele kosten hebben betrekking
op kosten arbodienst, personeelsevenementen,
outplacementkosten etc. De overschrijding
ten opzichte van de begroting wordt volledig
veroorzaakt door de niet begrote kosten voor
twee reorganisaties eind 2014 en begin 2015.
Overige personele kostenDe personeelsgebonden opbrengsten
hebben betrekking op de opbrengsten voor
zwangerschapsgelden, WAO etc.
• Materiële projectkosten
Real isatie Begroting Real isatie
2014 2014 2013
€ € €
Diensten derden 3.910.822 4.181.700 6.117.248
Overige materiële projectkosten 686.605 895.300 660.157
Totaal 4.597.427 5.077.000 6.777.405
In de diensten derden is de eerder genoemde
doorbetaling aan onze projectpartners begrepen
van € 1,4 miljoen, € 0,2 miljoen lager dan begroot
(2013 € 1,9 miljoen lager).
• Niet-projectgebonden materiële kosten
Realisatie Begroting Real isatie
2014 2014 2013
€ € €
Basisdiensten Sekondant 1.222.341 1.591.200 1.836.578
Diensten derden 112.959 92.400 75.727
Afschrijvingen 44.778 53.700 39.689
Public relations en marketing 54.355 87.500 56.304
Bureaukosten 51.529 92.500 77.787
Overige materiële kosten 289.921 282.100 370.682
Totaal 1.775.883 2.199.400 2.456.767
51
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
Basisdiensten SekondantDeze kosten hebben betrekking op de diensten die
Sekondant aan het Nederlands Jeugdinstituut levert
(ICT, huisvesting, financiële- en salarisadministratie
en facilitaire zaken). Eind 2013 is er binnen Sekondant
een reorganisatie doorgevoerd. De reorganisatie
had betrekking op het management, de financiële
administratie en (in mindere mate) op de ICT. De
financiële administratie is met ingang van 1 juli 2014
overgegaan naar het NJi. In de begroting van het
NJi waren de kosten voor het tweede half jaar nog
opgenomen onder de kosten van Sekondant
(± € 2 ton). Bovendien is de eindafrekening 2014
van Sekondant uitgekomen op een positief bedrag van
€ 134.000.
Diensten derdenDe diensten derden bestaan uit de kosten voor
organisatieadvies, fiscaal-juridische adviezen, ICT-
advies, accountantscontrole etc. Ten opzichte van de
begroting zijn de kosten hoger, met name in verband
met toegenomen kosten voor inhuur externen (ICT)
in verband met de overgang van de administratie
naar het NJi.
AfschrijvingenDe afschrijvingskosten zijn lager dan begroot,
omdat enkele voor 2014 geplande investeringen
(vooralsnog) niet hebben plaatsgevonden.
Public relations en marketingDe kosten zijn lager dan begroot. Gepland was om
eind 2014 een nieuw relatiemagazine uit te brengen,
maar dit is verplaatst naar 2015.
BureaukostenDe bureaukosten bestaan uit de kosten voor repro,
porti, telefoon en kantoormiddelen. De bureaukosten
zijn, in lijn met de gedaalde omzet, maar ook ten
gevolge van de digitalisering, de afgelopen jaren
steeds verder afgenomen. Ten tijde van het opstellen
van de begroting waren de gerealiseerde cijfers 2013
nog niet bekend, waardoor de begrote bureaukosten
nog te hoog begroot waren.
Overige materiële kostenDeze kosten omvatten alle niet eerder genoemde
niet-projectgebonden kosten, waaronder kosten voor
zaalhuur, reis- en verblijfkosten, verzekerings- en
onderhoudskosten en de kosten voor de OR en de
Raad van Toezicht.
In de overige materiële kosten zijn incidentele
lasten opgenomen ten bedrage van € 45.577
(2013 € 110.224). Dit bedrag heeft volledig
betrekking op in 2014 voorziene dubieuze
debiteuren.
• Verbonden partijen
Het NJi is verbonden met de Stichting Sekondant,
omdat de Raad van Bestuur van het NJi lid is van
het bestuur van Stichting Sekondant. Het NJi heeft,
samen met de kennisinstituten Movisie en Vilans,
een overeenkomst afgesloten voor de administratieve
dienstverlening, ICT dienstverlening, huisvesting en
facilitaire dienstverlening. Deze overeenkomst loopt
tot en met 31 december 2015.
De werkelijke kosten 2014 van Sekondant bedragen
€ 1.602.631, waarvan een deel verantwoord is onder
de projectlasten.
De jaarrekening is door de Raad van Bestuur
vastgesteld op 17 maart 2015 en goedgekeurd
door de Raad van Toezicht in de vergadering van
31 maart 2015.
drs. C.J. Bakker
Voorzitter Raad van Bestuur
prof. dr. P.A.H. van Lieshout
Voorzitter Raad van Toezicht
prof. dr. H.P. M. Adriaansens
Lid Raad van Toezicht
mr. drs. I.K. van Engelshoven
Lid Raad van Toezicht
drs. S.R.P. Lissenberg-van Embden
Lid Raad van Toezicht
drs. B.C. Maasdamme
Lid Raad van Toezicht
drs. F. J. Nauta
Lid Raad van Toezicht
drs. M.A. Verhoef
Lid Raad van Toezicht
52
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
Overige gegevens
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM
Er zijn geen bijzondere gebeurtenissen na balansdatum te vermelden.
BESTEMMING RESULTAAT
Het resultaat ad € 355.526 is als volgt toegevoegd aan het
eigen vermogen:
2014 2013
Algemene reserve 316.038 -33.427
Egalisatiereserve instellingssubsidie 39.488 7.518
Totaal 355.526 -25.909
In overeenstemming met de Kaderregeling VWS-subsidies wordt
het deel van het resultaat dat samenhangt met de instellingssubsidie
toegerekend aan de egalisatiereserve instellingssubsidie. De
egalisatiereserve instellingssubsidie dient ter dekking van verliezen
op met instellingssubsidie gefinancierde projecten. Conform de
subsidieregeling wordt een gerealiseerd overschot of tekort op de
projecten gefinancierd met instellingssubsidie toegevoegd danwel
onttrokken aan de egalisatiereserve instellingssubsidie, waarbij
het overschot/tekort wordt toegerekend naar rato van de instellings-
subsidie en de begrote eigen bijdrage (in 2014 0 % – 100 %).
Berekening: 2014 2013
Resultaat projecten gefinancierd met instellingssubsidie 39.488 7.799
Waarvan aandeel instellingssubsidie 39.488 7.518
Percentage 100% 96,39%
ControleverklaringDe controleverklaring is opgenomen op bladzijde 20 en 21.
53
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
5454
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening 55
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Jaarrekening56
PRODUCTENOVERZICHT
57
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
Productenoverzicht 2014Boeken, handleidingen, rapportenTenzij anders vermeld, is de uitgever Nederlands
Jeugdinstituut te Utrecht.
• Abrahamse, S., Spoelstra, J., Stals, K., Moenander, P.,
Goorden, O. (2014). Rapport evaluatie proef
invoering Richtlijn ADHD. Utrecht/Amsterdam:
Nederlands Jeugdinstituut/Hogeschool van
Amsterdam.
• Abrahamse, S., Stals, K., Moenander, P. (2014).
Rapport evaluatie proefinvoering Richtlijn
Multiprobleemgezinnen. Utrecht/Amsterdam:
Nederlands Jeugdinstituut/Hogeschool van
Amsterdam.
• Addink, A., Ligtermoet, I. (2014). Werken met
multiprobleemgezinnen bij LJ&R. Methodische
aanvulling op de Deltamethode voor
gezinsvoogden. Utrecht.
• Addink, A., Ligtermoet, I. (2014). Met respect
vasthouden. Advies naar aanleiding van de
opdracht ‘met respect vasthouden’. Utrecht.
• Addink, A., Lekkerkerker, L. (2014). Feedback
Informed Treatment in jeugd en opvoedhulp. Een
onderzoek bij Trias naar het werken met FIT. Utrecht.
• Adriaensen, I., Meersschaert, E., Daele, S. van,
Vogelaere, W., IJzerman, E., Marijnis, H.M. (2014).
Blikopener. Intercultureel leren in internationale
jongerenprojecten. Utrecht.
• Anthonijsz, I., Julsingha, K. van, Sluijs, C. van der,
Kleinjan-van Zwet, M., Mobach, C. (2014). Kinderen
blijvend veilig. Bouwstenen voor verder werken
aan vernieuwing in de jeugdbescherming in het
nieuwe jeugdstelsel. Utrecht.
• Baat, M. de, Messing, C.T.H.M., Prins, D. (2014).
Wat werkt bij schoolverzuim en voortijdig
schoolverlaten? Update (2014). Utrecht.
• Baat, M. de, Spoelstra, J., Meulen, G. ter,
Stoltenborgh, M., Vinke, A. (2014). Matching van
langdurig uithuisgeplaatste jeugdigen aan een
pleeggezin of gezinshuis. Hoe werkt het in de
praktijk? Leiden/Utrecht/De Glind: ADOC/
Nederlands Jeugdinstituut/Gezinspiratieplein.
• Bakker, P.P. (2014). Een keur aan brede scholen.
Campus Caleidoscoop 2014. Keurmerkverlening
Brede scholen Almere. Rapportage keurmeester.
Utrecht.
• Bakker, P.P. (2014). Rapport audit Keurmerk
Rotterdams jongerenwerk. Stichting Buurtwerk
Alexander Noord, Rotterdam. Utrecht.
• Bakker, P.P. (2014). Rapport audit Keurmerk
Rotterdams jongerenwerk. Stichting Buurtwerk
Kralingen Crooswijk, Rotterdam. Utrecht.
• Bakker, P.P. (2014). Talentontwikkeling in woord
en daad. Inhoudelijk kader jeugdwerk Stichting De
Schoor, Almere. Utrecht.
• Balledux, M., Chênevert, C., Lekkerkerker, L.,
Daamen, W., Verweij-Kwok, S. (2014). Alert4you in
de BSO. Utrecht.
• Balledux, M., Chênevert, C. (2014). Ken de praktijk.
Onderzoek naar Alert4you 20092013. Utrecht.
• Bartelink, C., Udo, N., Kooijman, K. (2014).
Veiligheid en welzijn van jeugdigen van ouders met
middelenmisbruik en/of psychische problemen.
Utrecht.
• Bartelink, C., Eijgenraam, K., Kooijman, K., Daru, S.,
Gastel, W. van (2014). Ontwikkeling en
betrouwbaarheid van een risicotaxatieinstrument
Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag. Utrecht.
• Bartelink, C., Kooijman, K. (2014). Beslissen over
hulp door ouders, jeugdige én de jeugd en
gezinsgeneralist. Utrecht.
• Berge, I.J. ten, Beek, I. van, Anthonijsz, I., Goes, A.
(2014). Handleiding en deelnemersmap Training
Startdagen Veilig Thuis. In opdracht van de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
Den Haag: VNG.
• Berge, I.J. ten, Eijgenraam, K., Bartelink, C. (2014).
Licht Instrument Risicotaxatie Kindveiligheid.
Herziene versie 2014. Utrecht.
• Berge, I.J. ten, Eijgenraam, K., Bartelink, C. (2014).
Licht Instrument Risicotaxatie Kindveiligheid
Toelichting en instructie 2014. Utrecht.
• Berge, I.J. ten, Meuwissen, I. (2014). Licht
Instrument Risicotaxatie Kindveiligheid korte
toelichting. Utrecht.
• Berger, M.A., Abrahamse, S., Gort, A. (2014). Hun
verleden is niet hun toekomst. Actieplan Aanpak
meisjesslachtoffers van loverboys/mensenhandel in
de zorg voor jeugd. Utrecht.
• Berger, M.A., Vons, W. (2014). Jeugdzorg versterkt
door professionalisering en beroepsregistratie.
Terug blik op een succesvolle kwaliteitsimpuls.
Utrecht.
58
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
• Berns, J., Bommel, M. van, Rijn. J. van (2014).
Handleiding Kansrijk Implementeren Triple P.
Utrecht.
• Bosscher, N., Chênevert, C., Balledux, M. (2014).
Rapportage monitoronderzoek naar de meerwaarde
van OKIDO. Utrecht.
• Daamen, W., Chênevert, C. (2014). Vroeg signalering
en ondersteuning in de kinder opvang. Monitor
naar de samenwerking tussen de ouderkind
adviseur en de Alert4you coach in de kinderopvang.
Utrecht.
• Daamen, W., Ince, D. (2014). Wat werkt bij het
bevorderen van een positieve ontwikkeling van
jeugdigen? Utrecht.
• Daamen, W., Verweij-Kwok, S., Balledux, M. (2014).
Eindrapportage procesevaluatie coaching on the
job in de proeftuin Gewoon bijzonder wordt
Bijzonder – Gewoon. Monitor naar coaching on the
job in de gemeente Rotterdam. Utrecht.
• Darwish, L., Bakker, P.P. (2014). Jongerencoaching:
unieke inzet voor participatie. Inhoudelijk kader
jongerencoaching voor Stichting Dienstverlening
Nieuwe Waterweg. Utrecht.
• Darwish, L., Bakker, P.P. (2014). Jongerencoaching
in Vlaardingen. Uitgangspunten en handvatten.
Methodiekbeschrijving. Utrecht.
• Deen, C., Vink, C., Berg-Le Clerq, T., Daamen, W.,
Smit, H. (2014). Startdossier kansen en risico’s in
de verbinding onderwijsjeugdbeleid. Een
internationale verkenning en Nederlandse reflectie.
Utrecht.
• Deen, C., Messing, C.T.H.M., Meima, B., Daamen, W.,
Prins, D. (2014). Verkenning jeugdzorgbehoefte in
het SBO, het PrO en REC 3 in Amsterdam, Utrecht.
Utrecht.
• Denktank Transformatie Jeugdstelsel, Bakker, C.J.,
Yperen, T.A. van, Prakken, J. (red.) (2014). Beter
met minder. Bouwstenen voor de transformatie
van het jeugdstelsel. Utrecht.
• Denktank Transformatie Jeugdstelsel, Prakken, J.
(red.) (2014). De eerste lijn: over wijkteams,
generalisten, kansen en dilemma’s. Notitie
Denktank Transformatie Jeugdstelsel. Utrecht.
• Eijgenraam, K., Bartelink, C., Daru, S., Gastel, W. van,
Kooijman, K. (2014). Instrument Risicotaxatie
Seksueel grensoverschrijdend gedrag. Utrecht.
• Eijgenraam, K., Bartelink, C., Daru, S., Gastel, W. van,
Kooijman, K. (2014). Toelichting bij Instrument
Risicotaxatie Seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Utrecht.
• Eijgenraam, K., Ligtermoet, I., Yperen, T.A. van
(2014). Afname van het beroep op dure zorg voor
jeugd meten. Advies voor operationalisatie van
CJG prestatieindicator 4. Utrecht.
• Emmen, M., Addink, A., Felten, H. (2014). Jong &
Anders. Onderzoek naar aandacht voor lesbische,
homo en bijongeren, transgenderjongeren en
jongeren met een intersekse conditie (LHBTi) in
jeugdwelzijn, jeugdzorg en jeugd(L)VB. Utrecht:
Movisie/Nederlands Jeugdinstituut.
• European Commission - Directorate General
Education & Culture, Snijder, M., Marijnis, H.M.
(2014). Erasmus+ Programmagids Nederlandstalige
Pocketeditie Jeugd. Utrecht.
• Foolen, N., Stals, K., Moenander, P. (2014). Rapport
evaluatie proefinvoering Richtlijn Uithuisplaatsing
en Richtlijn Crisisplaatsing. Utrecht/Amsterdam:
Nederlands Jeugdinstituut/Hogeschool van
Amsterdam.
• Foolen, N., Stals, K., Moenander, P., Goorden, O.
(2014). Rapport evaluatie proefinvoering Richtlijn
Scheiding en problemen van kinderen. Utrecht/
Amsterdam: Nederlands Jeugdinstituut/Hogeschool
van Amsterdam.
• Foolen, N., Stals, K., Moenander, P., Goorden, O.
(2014). Rapport evaluatie proefinvoering Richtlijn
Middelengebruik. Utrecht/Amsterdam: Nederlands
Jeugdinstituut/Hogeschool van Amsterdam.
• Foolen, N., Koopman, M., Moenander, P.,
Goorden, O. (2014). Rapport evaluatie
proefinvoering Richtlijn Pleegzorg. Utrecht/
Amsterdam: Nederlands Jeugdinstituut/Hogeschool
van Amsterdam.
• Hilverdink, P., Berg-le Clerq, T. (2014). Solid
ground for early intervention. Findings of an
international review in The Netherlands. Utrecht.
• Hoex, J., Kolsteren, F. (2014). Veldinstrument
observatie pedagogische praktijk kindercentra en
peuterspeelzalen. Utrecht: GGD GHOR Nederland.
• Hoogeboom, F., Messing, C.T.H.M., Zwijnenburg, M.,
Bosdriesz, M., Deen, C. (2014). Veiligheid in
verbinding. Onderwijs en de justitiële keten samen
voor kind en jongere. Utrecht.
• Kalthoff, H. (2014). Handleiding voor de Instapje
medewerkster. Utrecht.
• Kalthoff, H. (2014). Hoe speel je Samenslim met je
kind? Alkmaar: Buro Extern.
• Kalthoff, H., Berns, J. (2014). Integratie Bereslim in
VVE Thuis. Toelichting voor begeleiders van
ouderbijeenkomsten. Alkmaar: Buro Extern.
59
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
• Kalthoff, H., Berns, J. (2014). Integratie Bereslim in
Opstapje en Opstap. Toelichting voor begeleiders.
Alkmaar: Buro Extern.
• Kalthoff, H., Berns, J. (2014). Instructiebladen
Bereslimme Boeken. Alkmaar: Buro Extern.
• Kalthoff, J., Berns, J. (2014). Instructiebladen
Letters in Beweging. Alkmaar: Buro Extern.
• Kalthoff, H., Ince, D. (2014). Handleiding contact
medewerksters Opstap. Alkmaar: Buro Extern.
• Kalthoff, H., Ince, D., Berns, J. (2014). Handleiding
contactmedewerksters Opstapje. Alkmaar: Buro
Extern.
• Kalthoff, H., Ince, D., Berns, J. (2014). Handleiding
training contactmedewerksters Opstapje. Alkmaar:
Buro Extern.
• Kann, D., Wijnen, B., Wienke, D., Wilde, E.J. de,
Deen, C. (2014). Top10 Ondersteuningsvragen in
het onderwijs. Utrecht.
• Kooijman, K., Zoon, M. (2014). Uitvoering van
interventies die bijdragen aan de preventie van
kindermishandeling. Een beknopte inventarisatie.
Utrecht.
• Kooijman, K., Vianen, J. (2014). Kwaliteit van de
zorgstructuur, competenties en werkwijze bij
beslissen over en toeleiden naar jeugdhulp.
Adviesrapport voor gemeente Haarlemmermeer.
Utrecht.
• Kooijman, K., As, A. van (2014). VoorZorg Monitor
2013. Utrecht.
• Kooijman, K. (2014). ‘Jij en je kind’: versterken van
ontwikkelingsstimulering en ouderkind interactie
in VoorZorg. Eindverslag van de pilot, ten behoeve
van de Bernard van Leer Foundation. Utrecht.
• Laffra, J., Nikken, P. (2014). Wat werkt bij het
versterken van eigen kracht? Utrecht.
• Lange, M., Prakken, J., Candel, F., Dijkshoorn, P.,
Verhoef, M., Yperen, T. van (red.) (2014). Specifieke
zorg voor jeugd in het nieuwe stelsel. Notitie
Denktank Transformatie Jeugdstelsel. Utrecht.
• Lekkerkerker, L., Wilde, E.J. de, Kann, D. (2014).
Monitor Professionalisering Jeugdzorg.
Eindrapportage. Utrecht.
• Ligtermoet, I., Okma, K. (2014). Steun voor
aanstaande ouders bij ouderschap en opvoeding.
Visiedocument voor gemeenten. Utrecht.
• Ligtermoet, I., Kalthoff, H. (2014). Oudercursus
Ouders Interactief. Draaiboek voor begeleiders.
Alkmaar: Buro Extern.
• Ligtermoet, L., Kooijman, K. (2014). Moeders
Informeren Moeders Registratie 2013. Utrecht.
• Messing, C.T.H.M. (2014). School als Werkplaats.
MBO niveau 3 en 4 opleidingen. Utrecht.
• Messing, C.T.H.M., Valkestijn, M. (2014).
Arbeidstoeleiding kwetsbare jeugd. Utrecht.
• Messing, C.T.H.M. (2014). On the rebound.
Inrichting van de bovenschoolse ondersteuning in
de regio NoordOost Twente. Utrecht.
• Messing, C.T.H.M. (2014). Diabetes en primair
onderwijs. Een verkenning van toegang en medisch
handelen in enkele Europese landen en de VS.
Utrecht.
• Meulen, G. ter., Vinke, A., Baat, M. de, Spoelstra, J.
(2014). Matching van langdurig uithuisgeplaatste
jeugdigen aan een pleeggezin of gezinshuis. Een
overzicht uit de literatuur. Leiden/Utrecht/De
Glind: ADOC/Nederlands Jeugdinstituut/
Gezinspiratieplein.
• Nederlands Jeugdinstituut (2014). Tienerouders.
Over hulp aan jonge moeders en vaders. Utrecht.
• Nikken, P., Markx, I. (2014). Opvoeden met media:
Een verkennend onderzoek naar ‘lastige’
opvoedsituaties en het gebruik van
opvoedingsondersteuning bij ouders met kinderen
tot en met 12 jaar. Utrecht.
• Okma, K., Naafs, L., Vergeer, M., Berns, J. (2014).
QuickScan naar de ondersteuningsbehoefte van
zorgintensieve gezinnen. Visiedocument. Utrecht.
• Prakken, J., Deen, C., Wijnen, B. (red.) (2014).
Passend onderwijs en jeugdhulp: een gedeelde
verantwoordelijkheid. Notitie Denktank
Transformatie Jeugdstelsel. Utrecht.
• Programma Richtlijnontwikkeling Jeugdzorg (2014).
Jaarverslag 2013. Utrecht: Nederlands
Jeugdinstituut/Stuurgroep Richtlijnontwikkeling
Jeugdzorg.
• Radema, D., Kessel, B. van (2014). In vijf stappen
naar een OZA zmolk. Utrecht: Nederlands
Jeugdinstituut/Landelijk Expertisecentrum Speciaal
Onderwijs (LESCO).
• Radema, D., Kessel, B. van, Deen, C. (2014).
Onderwijszorgarrangementen (zmolk). Voor
leerlingen met een (lichte) verstandelijke beperking
en ernstige gedrags of psychiatrische
problematiek. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut/
Landelijk Expertisecentrum Speciaal Onderwijs
(LESCO).
• Radema, D., Kessel, B. van, Deen, C. (2014).
Samenvattende basisaanpak zmolk’ers. Utrecht:
Nederlands Jeugdinstituut/Landelijk
Expertisecentrum Speciaal Onderwijs (LESCO).
60
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
• Radema, D., Kessel, B. van, Deen, C. (2014).
Bewerking competentieprofiel leerkracht speciaal
onderwijs. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut/
Landelijk Expertisecentrum Speciaal Onderwijs
(LESCO).
• Radema, D., Kessel, B. van, Deen, C. (2014).
Kerncompetenties van uitvoerders van onderwijs
zorgarrangementen voor zmolk’ers. Utrecht:
Nederlands Jeugdinstituut/Landelijk
Expertisecentrum Speciaal Onderwijs (LESCO).
• Rooijen, K. van, Zwikker, N., Vliet, E. van der (2014).
Wat werkt bij online hulpverlening. Update (2014).
Utrecht.
• Rooijen, K. van, Ince, D., Rietveld, L. (2014).
Wat werkt bij supervisie, intervisie en coaching?
Update (2014). Utrecht.
• Rooijen, K. van, Udo, N., Daamen, W. (2014).
Wat werkt tegen pesten? Update (2014). Utrecht.
• Smit, H., Messing, C.T.H.M., Brinkman, B. (2014).
Maak werk van participatie. Eindrapportage
Kennispraktijknetwerk arbeidstoeleiding
kwetsbare jeugd. Utrecht.
• Smit, H., Wagemans, R., Brinkman, B. (2014). MBO
als wijk verbinden vanuit ander perspectief. Utrecht.
• Spaans, M., Ahles, K., Abell, O., Nikken, P. (2014).
Media in de kinderopvang: Een onderzoek naar
media en beleid in de kinderopvang. Hilversum/
Utrecht: Mediawijzer.net/Sardes/Nederlands
Jeugdinstituut.
• Spoelstra, J., Stals, K., Moenander, P., Goorden, O.
(2014). Rapport evaluatie proefinvoering Richtlijn
KOPP. Utrecht/Amsterdam: Nederlands
Jeugdinstituut/Hogeschool van Amsterdam.
• Spoelstra, J., Stals, K., Moenander, P., Goorden, O.
(2014). Rapport evaluatie proefinvoering Richtlijn
Stemmingsproblemen. Utrecht/Amsterdam:
Nederlands Jeugdinstituut/Hogeschool van
Amsterdam.
• Verweij-Kwok, S., Kalthoff, H., Verbern, J. (2014).
Oudercursus Omgaan met media. Draaiboek voor
begeleiders. Utrecht.
• Vianen, R., Prakken, J. (red.) (2014). Jeugdigen
beschermen in het nieuwe stelsel. Notitie Denktank
Transformatie Jeugdstelsel. Utrecht.
• Vink, C., Fukkink, R., Bosscher, N. (2014). Think
Parents. Putting Parents at the heart of parenting
support. Utrecht.
• Wienke, D. (2014). Onderzoek sociale veiligheid
IJburg College Amsterdam n.a.v. steekpartijen en
bedreigingen. Utrecht.
• Wienke, D. (2014). Onderzoek bij de Horeca
Vakschool te Rotterdam; een zoektocht naar
redenen in/om de school voor de zelfdoding van
een leerling. Utrecht.
• Wienke, D. (2014). Randvoorwaarden en
invoeringscondities voor antipestprogramma’s;
resultaten van een praktijkvalidatie. Utrecht.
• Wienke, D., Antonijsz, I., Abrahamse, S., Daamen,
W., Nieboer, A. (2014). Beoordeling
antipestprogramma’s; rapportage van de
commissie voor het Ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap. Utrecht.
• Winter, M. de, Valkestijn, M., Metz, J., Hoorik, I.
van (2014). Jongerenwerk Utrecht: Een basis
voorziening! Rapport visitatie jongerenwerk
Utrecht. Utrecht.
• Yperen, T.A. van, Wilde, E.J. de, Keuzenkamp, S.
(2014). Outcome in Zicht. Werken met prestatie
indicatoren in de jeugdhulp. Utrecht.
• Yperen, T.A. van, Wilde, E.J. de (2014). Op zoek
naar uitkomst. Meten van resultaten in het
jeugdstelsel. Utrecht/Amsterdam: Nederlands
Jeugdinstituut/DMO Amsterdam.
• Yperen, T.A. van, Berg, G. van den (2014). JGZ en
vrij toegankelijke jeugdhulp. Definitie en prestaties.
Utrecht.
• Yperen, T.A. (e.a.), Gezondheidsraad, Commissie
professionalisering maatschappelijke ondersteuning
(2014). Sociaal werk op solide basis. Den Haag:
Gezondheidsraad.
• Zoon, M., Berg-le Clercq, T. (2014). Wat werkt in
multiprobleemgezinnen? Update (2014). Utrecht.
• Zoon, M., Berg-le Clercq, T. (2014). Wat werkt voor
kinderen van ouders met psychische problemen?
Utrecht.
• Zoon, M., Foolen, N. (2014). Wat werkt bij licht
verstandelijk beperkte ouders? Update (2014).
Utrecht.
61
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
Artikelen• Bartelink, C., Yperen, T.A. van, Berge, I.J. ten,
Kwaadsteniet, L. de, Witteman, C.L.M. (2014).
Agreement on Child Maltreatment Decisions: A
Nonrandomized Study on the Effects of Structured
Decision-Making. Child & Youth Care Forum,
43 (5), 639-654.
• Berge, I.J. ten, Bartelink, C. (2014). Zicht op
veiligheid: Veiligheids- en risicotaxatie in de zorg
voor jeugd. In: Goudena, P.P., Groot, R., Janssens,
J.M.A.M. de, Orthopedagogiek: State of the art
(pp. 171-186). Antwerpen-Apeldoorn: Garant.
• Busch, V., Loyen, A., Lodder, M., Schrijvers A.J.P.,
Yperen, T.A. van, Leeuw, J.R.J. de. (2014). The
effects of adolescent health-related behavior on
academic performance: a systematic review of the
longitudinal evidence. Review of Educational
Research, 84 (2), 245-274.
• Eiling, E., Diggele-Holtland, M. van, Yperen, T.A. van,
Boer, F. (2014). Outcome evaluation of psychosocial
support for children in the Republic of South Sudan.
Intervention, International Journal of Mental
Health, Psychosocial Work and Counselling in Areas
of Armed Conflict, 20 (1), 61-75.
• Goense, P., Boendermaker, L., Yperen, T.A. van,
Stams, G., Laar, J. van. (2014). Implementation of
treatment integrity procedures. Zeitschrift für
Psychologie, 222 (1), 12-21.
• Haar, M. ter, Valkestijn, M. (2014). Werk aan de
winkel: de sportvereniging als verbinding tussen
sport en jeugdbeleid. Jeugdbeleid, 8 (3/4), 1-8.
Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
• Hoex, J., Hooghuis, T. (2014). Kindvolgend of
doelgestuurd. Management Kinderopvang, 20 (9),
16-18. Amsterdam: Reed Business Media.
• Hoex, J., Janssen, H. (red.) (2014). Partnerschap in
opvangen en opvoeden / Het werkveld kinderopvang.
In: Samen opvoeden; oriëntatie op pedagogische
werkvelden. Bussum: Uitgeverij Coutinho.
• Kalthoff, H. (2014). UW Ouderplatform - Utrecht-
West. www.nji.nl.
• Kooijman, H. (2014). SiStah. Ondersteunt
pubermeiden in de gemeente Delft bij het volwassen
worden. www.nji.nl.
• Nikken, P., Jansz, J. (2014). Developing scales to
measure parental mediation of young children’s
internet use. Learning, Media & Technology, 39 (2),
250-266. Taylor & Francise Online.
• Notten, N., Nikken, P. (2014). Boys and girls taking
risks online: A gendered perspective on the impact
of families and societies on adolescents’ risky online
behavior. New Media & Society, nms.sagepub.com,
Sage Journals.
• Vink, C. (2014). De verbinding tussen onderwijs en
wijkaanpak. Kader Primair, maart 2014, 24.
• Vink, C. (2014). School en Jeugdzorg. Didactief,
44 (10), december 2014, 21.
• Vink, C., Wijnen, B. (2014). Het Deense gezicht van
passend onderwijs en jeugdzorg. Van 1218, april
2014, 10.
• Vries, D. de, Peter, J., Nikken, P., Graaf, H. de.
(2014). The effect of social network site use on
appearance investment and desire for cosmetic
surgery among adolescent boys and girls. Sex Roles;
A Journal of Research, 71 (9), 283-295. Springer.
• Wilde, E.J. de, Andriessen, K., Krycinska, K.,
Andries, C. (2014). Het suïcidale proces In:
Zelfdoding bij kinderen en jongeren. Utrecht:
Lannoo.
• Yperen, T.A. van, Ince, D., Valkestijn, M. (2014).
Effectieve interventies voor de beroepsopvoeder.
In: Meer dan opvoeden. Perspectieven op het
werken met ouders. Bussum: Coutinho.
• Yperen, T.A. van (2014). Evidence-based werken is
geen kwestie van top-down of bottom-up. Debat:
Sociale interventies onderzoeken doe je zo!
www.socialevraagstukken.nl, 15 december 2014.
• Yperen, T.A. van. (2014). Evidence-based werken in
de jeugdzorg. In: L. Tavecchio, C. van Dijkum (red.),
Praktijkonderzoek in ontwikkeling. Nieuwe
inzichten en voorbeelden (pp. 29-46). Amsterdam:
Boom Lemma.
• Yperen, T.A. van. (2014). Jeugdsector: gebruik die
kennis! NVOBulletin, 15 (2), 10-11.
62
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
Blogs• Baat, M. de (2014). Gemeenten: koop
professionele pleegzorgbegeleiding in.
www.kennisnetjeugd.nl, 7 augustus 2014.
• Bakker, P.P. (2014). Een jeugdgeneralist weet
ook niet alles. www.zorgenwelzijn.nl,
15 september 2014.
• Bakker, P.P. (2014). Jongens op hoge hakken.
www.zorgenwelzijn.nl, 17 september 2014.
• Bakker, P.P. (2014). Is kinderwerk kinderspel?
www.zorgenwelzijn.nl, 22 oktober 2014.
• Berg, G. van den (2014). Hoeveel kinderen
hebben autisme? We weten het niet.
www.kennisnetjeugd.nl, 11 september 2014.
• Berg-le Clercq, T. (2014). Is Nederland wel
kampioen uithuisplaatsen?
www.kennisnetjeugd.nl, 20 februari 2014.
• Berg-le Clercq, T. (2014). Hoe stomen we
samen nieuwe raadsleden klaar voor de
stelsel wijziging jeugd? www.kennisnetjeugd.nl,
7 maart 2014.
• Berg-le Clercq, T. (2014). Passend onderwijs:
staat het kind of het geld voorop?
www.kennisnetjeugd.nl, 25 maart 2014.
• Berg-le Clerq, T. (2014). ‘Gemeenten informeer
gezinnen nu al!’. www.kennisnetjeugd.nl,
11 april 2014.
• Berg-le Clercq, T. (2014). Gemeenten en
alternatieve geneeswijzen.
www.kennisnetjeugd.nl, 15 april 2014.
• Berg-le Clercq, T. (2014). 2015: een spannend
jaar voor ons allemaal. www.kennisnetjeugd.nl,
26 mei 2014.
• Berg-le Clercq, T. (2014). Mijn moeizame
relatie met de jeugdgezondheidszorg.
www.kennisnetjeugd.nl, 30 oktober 2014.
• Drion, N. (2014). Laat de dokter niet verzuipen.
www.kennisnetjeugd.nl, 25 november 2014.
• Dronkers, F. (2014). Richtlijnen jeugdzorg:
klaar voor de transitie. www.kennisnetjeugd.nl,
10 juni 2014.
• Foolen, N. (2014). Waarom worden effectieve
interventies zo weinig gebruikt?
www.kennisnetjeugd.nl, 11 november 2014.
• Holdorp, J.M. (2014). Zorgprofessionals,
maak tijd voor je vakliteratuur.
www.kennisnetjeugd.nl, 23 december 2014.
• Kalthoff, H. (2014). Voor- en vroegschoolse
educatie werkt niet/wel? www.kennisnetjeugd.nl,
23 september 2014.
• Kooijman, K. (2014). Beslissen in dialoog.
www.kennisnetjeugd.nl, 20 mei 2014.
• Lange, M. de (2014). Hoe zorgen we dat
kwetsbare kinderen mee doen?
www.kennisnetjeugd.nl, 4 juli 2014.
• Lange, M. de (2014). Buikpijn over
besluitvorming. www.kennisnetjeugd.nl,
21 augustus 2014.
• Lange, M. de (2014). Ruim baan voor cliënten.
www.kennisnetjeugd.nl, 19 december 2014.
• Messing, C.T.H.M. (2014). Je zult het maar
hebben. www.kennisnetjeugd.nl, 2 september 2014.
• Messing, C.T.H.M. (2014). Het Zwitserlevengevoel.
www.kennisnetjeugd.nl, 24 oktober 2014.
• Meuwissen, I. (2014). Opleidingen hebben
onvoldoende aandacht voor kinder-
mishandeling en huiselijk geweld.
www.kennisnetjeugd.nl, 26 augustus 2014.
• Okma, K. (2014). Goedkoop adequaat.
www.kennisnetjeugd.nl, 8 april 2014.
• Okma, K. (2014). Van mij! Nietes! Van mij!
www.weekvandeopvoeding.nl, 8 oktober 2014.
• Smit, H. (2014). De droom van Pieter.
www.kennisnetjeugd.nl, 15 december 2014.
• Stals, K. (2014). Vakgenoten: stel je op als
ambassadeur van je richtlijnen.
www.kennisnetjeugd.nl, 2 december 2014.
• Vergeer, M. (2014). Zelfregulatie in de
residentiële jeugdzorg: het kan!
www.kennisnetjeugd.nl, 9 september 2014.
• Vergeer, M. (2014). Wat kan de gemeente doen
voor weeskinderen? www.kennisnetjeugd.nl,
23 oktober 2014.
• Verweij-Kwok, S. (2014). Doorgaande lijn:
noodzaak of nonsense? www.kennisnetjeugd.nl,
11 maart 2014.
• Wijnen, B. (2014). Passend onderwijs en
jeugdhulp: het kan simpeler! www.nji.nl,
26 maart 2014.
• Wijnen, B. (2014). Uitdaging bij invoering
Passend Onderwijs. www.hetkind.org, 12 juli 2014.
• Wijnen, B. (2014). Onderwijs in 2032: niet
alleen leren, maar ook ontwikkelen.
www.kennisnetjeugd.nl, 21 november 2014.
• Wilde, E.J. de (2014). Kindermishandeling
professioneel aanpakken.
www.kennisnetjeugd.nl, 21 mei 2014.
• Wilde, E.J. de (2014). De gemeentelijke
sturingsfruitmand. www.kennisnetjeugd.nl,
16 oktober 2014.
63
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
• Yperen, T.A. van (2014). Lessen uit Londen.
www.kennisnetjeugd.nl, 13 februari 2014.
• Yperen, T.A. van (2014). Past intuïtie bij
professioneel handelen?
www.kennisnetjeugd.nl, 19 maart 2014.
• Yperen, T.A. van (2014). Jeugdhulp en een
gebroken been. www.kennisnetjeugd.nl,
14 april 2014.
• Yperen, T.A. van (2014). Jeugdhulp
driehoog achter. www.kennisnetjeugd.nl,
19 mei 2014.
• Yperen, T.A. van (2014). Afscheid van een
water bed. www.kennisnetjeugd.nl,
18 december 2014.
Video’s• Abrahamse, S., Nuyens, N. (regisseur) (2014).
Praktijkvoorbeeld Transitie en Transformatie:
FACT-team Hoogeveen. www.nji.nl [video].
• Maanen, B. van., Marijnis, H.M. (regisseur) (2014).
Erasmus+ in 150 seconden: Nederlandse versie.
www.erasmusplusjeugd.nl [video].
• Maanen, B. van, Marijnis, H.M. (regisseur) (2014).
Erasmus+ in 150 seconden: Engelse versie.
www.erasmusplusjeugd.nl [video].
• Maanen, B. van, Marijnis, H.M. (regisseur) (2014).
Eurodesk animatie: Nederlandse versie.
www.erasmusplusjeugd.nl [video].
• Maanen, B. van., Marijnis, H.M. (regisseur) (2014).
Eurodesk animatie: Engelse versie.
www.erasmusplusjeugd.nl [video].
• Raad, M. de, Marijnis, H.M. (regisseur) (2014).
Uitgewisseld. www.erasmusplusjeugd.nl [video].
• Rijn, J. van (regisseur) (2014). De voordelen van
Triple P. www.triplepnederland.nl [video].
• Smit, H., Daamen, W. (regisseur) (2014).
Impressie congres MBO en jeugdbeleid: dit werkt!
www.nji.nl [video].
Brochures, factsheets, folders• Berg-le Clercq, T., Ooms, H., Wilde, E.J. de, Nuyens, N.
(2014). Kosteneffectief Transformeren. Wat is uw
succesformule?
• Bosscher, N. (2014). Factsheet The decentralisation
and transformation of the Dutch youth care
system. Update June 2014.
• Deen, C., Wagemans, R., Wijnen, B. (2014). School
en wijk verbonden. Tips voor de aansluiting van
onderwijs op een wijk, gebieds of stedelijke
aanpak voor opvoeden en opgroeien.
• Deen, C., Messing, C.T.H.M., Wijnen, B. (2014).
Ondersteuning in het Nederlandse onderwijs.
• Denktank Transformatie Jeugdstelsel (2014).
Beter met minder Samenvatting.
• Denktank Transformatie Jeugdstelsel (2014).
Beter met minder Statements.
• Hilverdink, P. (2014). Working with young people
in the Netherlands: state of the art in short.
Background information for the 2nd European
Youth Work Convention, Belgium 2015.
• Ince, D., Yperen, T.A. van, Valkestijn, M., Meinema,
T., TvoorTaal (2014). Top ten positive youth
development. Protective factors in parenting and
growing up.
• Kalthoff, H., Berns, J. (2014). Bereslim.
• Kalthoff, H., Berns, J. (2014). Samen spelen met
Bereslim.
• Kalthoff, H. (2014). Factsheet UW Ouderplatform.
Geef jeugd en gezin toekomst!
• Kessel, B. van, Fafieanie, V. (2014). Factsheet
Continuïteit van onderwijszorgarrangementen in
het speciaal onderwijs.
• Messing, C.T.H.M., Deen, C. (2014). Onderwijs in
Nederland.
• Messing, C.T.H.M., Berg-le Clercq, T., Smit, H. (2014).
Wegwijs in de transities van het jeugdstelsel.
• Nederlands Jeugdinstituut, Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Ministerie van
Veiligheid en Justitie, Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG) (2014). Factsheet Toegang tot
jeugdhulp.
• Ree, Y. van der, Messing, C.T.H.M., Wagemans, R.,
Deen, C., Roozemond, C. (2014). Om de leerling.
Passend onderwijs maken we samen.
• Smit, H., Wijnen, B. (2014). Inkoop van jeugdhulp:
onderwijs in beeld?
• Snijder, M., Remijn, M., Wijdeven, F., Ravenhorst, H.,
Marijnis, H.M. (2014). Erasmus+ Meer perspectief.
Jeugd.
• Snijder, M., Remijn, M., Wijdeven, F., Ravenhorst, H.,
Marijnis, H.M. (2014). Erasmus+ Meer Perspectief.
Algemeen.
• Valkestijn, M., Ince, D., Daamen, W. (2014).
Wat werkt bij het bevorderen van een positieve
ontwikkeling jeugd. De top tien beschermende
factoren en handvatten voor jeugdbeleid.
• Vink, C., Wijnen, B. (2014). Deense inspiratie
voor de transitie en transformatie van jeugdhulp
en passend onderwijs in Nederland.
• Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG),
64
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
Nederlands Jeugdinstituut (2014). Factsheet
Toegang.
• Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG),
Nederlands Jeugdinstituut, Bartelink, C. (2014).
Factsheet Familiegroepsplan.
• Wienke, D. (2014). Factsheet voor schoolleiders:
hoe pesten in en om school te voorkomen en tegen
te gaan.
• Wijnen, B., Messing, C.T.H.M. (2014). Participatie
kwetsbare jeugd. Waar alle transities in het sociaal
domein samenkomen.
• Wilde, E.J. de, Soest, M. van (2014). De Monitor
Aanpak Kindermishandeling.
• Zwikker, N., Berg, G. van der (2014). Alcohol en
Cannabis. Gebruik en zorggebruik door jongeren.
Nieuwsbrieven• Bommel, M. van (2014). Triple P voor
beroepskrachten, jaargang 6 (9 t/m 11).
• Bommel, M. van (2014). Speciale nieuwsbrief
Triple P, jaargang 6 (1 t/m 2).
• Darwish, A.A. (2014). Newsletter Netherlands
Youth Institute, jaargang 5 (1).
• Hardeman, S. (2014), Nieuwsbrief Richtlijnen
Jeugdzorg, jaargang 2 (1 t/m 3).
• Kalthoff, H., Berns, J., Eersel, E. van (2014).
Nieuwsbrief VVE Thuis (1 t/m 3).
• Kalthoff, H., Berns, J., Eersel, E. van (2014).
Nieuwsbrief Stapprogramma’s (1 t/m 2).
• Lierop, R. van (2014). Nieuwsbrief Jeugd,
jaargang 7 (1 t/m 44).
• Marijnis, H.M. (2014). Nieuwsbrief Erasmus+
Jeugd en Eurodesk, jaargang 1 (1 t/m 9).
Bijeenkomsten, congressen en expertmeetings• BV Jong, Verdiwel, Nederlands Jeugdinstituut,
Kinderwerkersdag 2014, te Utrecht, op 3 november
2014, aantal deelnemers 100.
• Kohnstamm Instituut, Gastouderopvang in
WestEuropa, te Amsterdam, op 22 mei 2014,
aantal deelnemers 14.
• Nederlands Jeugdinstituut, Praktikon, PIONN,
PI-Research, SEJN Effectiviteitsplatform, te
Utrecht, op 24 april 2014, aantal deelnemers 50.
• Nederlands Jeugdinstituut, RIVM, GGD Nederland,
Kennisnetwerk Jeugdmonitoring, te Utrecht, 3
bijeenkomsten op diverse data, aantal deelnemers 60.
• Nederlands Jeugdinstituut, Jeugdzorg Nederland,
GGD Nederland, MEE Nederland, G32, Ieder(in),
Jeugdwelzijnsberaad, LOC Zeggenschap in zorg,
Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, MOgroep,
ActiZ, Vereniging Orthopedagogische Behandelcentra,
GGZ Nederland, Landelijk Kenniscentrum LVB,
Forum, Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie,
Landelijk platform GGZ, Movisie, Nationale Jeugd-
zorg Prijzen, Nederlands Centrum Jeugdgezond heid,
NJR, Het Kinderopvangfonds, PO-Raad, VO-raad,
Vereniging van Nederlandse Gemeenten,
Transformeren doe je samen, te Ede,
op 16 juni 2014, aantal deelnemers 580.
• Nederlands Jeugdinstituut, Vereniging van
Nederlandse Gemeenten (VNG), Learn&Share
bijeenkomsten Sociale Wijkteams en Jeugd/
Toegang, te Kampen, op 30 juni 2014,
aantal deelnemers 20.
• Nederlands Jeugdinstituut, Vereniging van
Nederlandse Gemeenten (VNG), Learn&Share
bijeenkomsten Sociale Wijkteams en Jeugd/Toegang,
te Cuijk, op 1 juli 2014, aantal deelnemers 20.
• Nederlands Jeugdinstituut, Vereniging van
Nederlandse Gemeenten (VNG), Learn&Share
bijeenkomsten Sociale Wijkteams en Jeugd/
Toegang, te Bergen op Zoom, op 3 juli 2014,
aantal deelnemers 20.
• Nederlands Jeugdinstituut, Vereniging van
Nederlandse Gemeenten (VNG), Learn&Share
bijeenkomsten Sociale Wijkteams en Jeugd/
Toegang, te Stichtse Vecht, op 8 juli 2014,
aantal deelnemers 20.
• Nederlands Jeugdinstituut, Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport, International
expert meeting on demedicalising childhood
disorders, te Den Haag, op 23 mei 2014,
aantal deelnemers 20.
• Nederlands Jeugdinstituut, Vereniging van
Nederlandse Gemeenten (VNG), Lunchbijeenkomst
VNG, te Den Haag, op 21 januari 2014, aantal
deelnemers 30.
• Nederlands Jeugdinstituut, CINOP, EP-Nuffic,
Informatiebijeenkomst Erasmus+ Jeugd, te
Utrecht, op diverse data, aantal deelnemers 30.
• Nederlands Jeugdinstituut, Vereniging van
Nederlandse Gemeenten (VNG), MBO Raad,
MBO en jeugdbeleid: dit werkt!, te Assen,
op 11 november 2014, aantal deelnemers 230.
• Nederlands Jeugdinstituut, LECSO, VGN en VOBC,
Werkbijeenkomst onderwijszorgarrangementen
voor Zmolk/LVB+, te Utrecht, op diverse data,
aantal deelnemers 200.
65
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
• Nederlands Jeugdinstituut, Universiteit Utrecht,
Altra, Onderwijs en jeugdhulp: meer dan de som
der delen, Lezingencyclus Opgroeien tussen
wetenschap en praktijk, te Utrecht, op diverse data,
aantal deelnemers 120.
• Nederlands Jeugdinstituut, Kinderrechtenhuis,
Jongeren die er toe doen. Zelfbestuur in jeugdhulp,
Mulock Houwer-lezing door Wim Slot, te Leiden, op
20 november 2014, aantal deelnemers 150.
• Nederlands Jeugdinstituut, JSO, Indicatoren voor
de positieve ontwikkeling, te Utrecht, op
8 september 2014, aantal deelnemers 12.
• Nederlands Jeugdinstituut, Gemeente Den Bosch,
Jongerenwerk in een transformerend stelsel, te Den
Bosch, op 11 november 2014, aantal deelnemers 40.
• Nederlands Jeugdinstituut, Movisie,
Transformatiedenktank met cliënten(organisaties),
te Utrecht, op diverse data, aantal deelnemers 20.
• Nederlands Jeugdinstituut, Ophalen en verspreiden
goede voorbeelden over kosteneffectieve zorg, te
Utrecht, op diverse data, aantal deelnemers 16.
• Nederlands Jeugdinstituut, diverse experts
weeskinderen, Focusgroep weeskinderen, te
Utrecht, op 18 december 2014, aantal deelnemers 8.
• Nederlands Jeugdinstituut, Stichting De Schoor,
Welzijn Almere, Kick Off Talentontwikkeling
Jeugdwelzijnswerk, te Almere, op 4 september
2014, aantal deelnemers 60.
• Nederlands Jeugdinstituut, Gemeente Ede,
Transformatiescan, te Ede, op 4 december 2014,
aantal deelnemers 15.
• Nederlands Jeugdinstituut, Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Werkbezoek
Van Rijn, Teeven, Plasterk en kinderombudsman
Denemarken, te Denemarken, op 1 en 2 september
2014, aantal deelnemers 18.
• Nederlands Jeugdinstituut, JUGEND für Europa,
Gemeente ‘s-Hertogenbosch, Intercity III Peer
Learning in Local Youth Work and Policy, te
Utrecht, op diverse data, aantal deelnemers 50.
• Nederlands Jeugdinstituut, NCJ, ZonMw, TNO, RIVM
Centrum Gezond Leven, Jeugd in Onderzoek, te
Nieuwegein, op 10 maart 2014, aantal deelnemers 500.
• Nederlands Jeugdinstituut, Entréa, Instructie
bijeenkomsten Proefinvoering Richtlijn ADHD,
te Tiel, op 30 januari 2014, aantal deelnemers 20.
• Nederlands Jeugdinstituut, Oosterpoort,
Instructiebijeenkomst Proefinvoering Richtlijn
ADHD, te Den Bosch, op 13 februari 2014, aantal
deelnemers 20.
• Nederlands Jeugdinstituut, Lindenhout, Instructie
bijeenkomst Proefinvoering Richtlijn Scheiding, te
Arnhem, op 13 februari 2014, aantal deelnemers 20.
• Nederlands Jeugdinstituut, FlexusJeugdplein,
Instructiebijeenkomst Proefinvoering Richtlijn
Scheiding, te Rotterdam, op 27 februari 2014,
aantal deelnemers 20.
• Nederlands Jeugdinstituut, Ouder- en Kindteam
Bos en Lommer, Instructiebijeenkomst
Proefinvoering Richtlijn Scheiding, te Amsterdam,
op 6 maart 2014, aantal deelnemers 20.
• Nederlands Jeugdinstituut, GRIP-team,
Instructiebijeenkomst Proefinvoering Richtlijn
Multiprobleemgezinnen, te Hengelo, op 27 mei 2014,
aantal deelnemers 20.
• Nederlands Jeugdinstituut, Rubicon,
Instructiebijeenkomst Proefinvoering Richtlijn
Multiprobleemgezinnen, te Roermond, op 3 juni 2014,
aantal deelnemers 20.
• Nederlands Jeugdinstituut, Gemeente Rotterdam,
Instructiebijeenkomst Proefinvoering Richtlijn
Middelengebruik, te Rotterdam, op 28 mei 2014,
aantal deelnemers 20.
• Nederlands Jeugdinstituut, Bureau Jeugdzorg
Gelderland, William Schrikker Groep, Instructie
bijeenkomst Proefinvoering Richtlijn
Multiprobleemgezinnen, te Nijmegen, op 5 juni 2014,
aantal deelnemers 20.
• Nederlands Jeugdinstituut, De Rading, Instructie
bijeenkomst Proefinvoering Richtlijn Pleegzorg,
te Utrecht, op 10 juni 2014, aantal deelnemers 20.
• Nederlands Jeugdinstituut, Elker, Bureau Jeugdzorg
Groningen, Instructiebijeenkomst Proefinvoering
Richtlijn Pleegzorg, te Groningen, op 17 juni 2014,
aantal deelnemers 20.
• Nederlands Jeugdinstituut, Jeugdhulp Friesland,
Instructiebijeenkomst Proefinvoering Richtlijn
Middelengebruik, te Drachten, op 18 juni 2014,
aantal deelnemers 20.
• Nederlands Jeugdinstituut, Youké, Instructie
bijeenkomst Proefinvoering Richtlijn Pleegzorg,
te Utrecht, op 1 juli 2014, aantal deelnemers 20.
• Nederlands Jeugdinstituut, Pactum, Instructie
bijeenkomst Proefinvoering Richtlijn Residentiële
jeugdzorg, te Deventer, op 15 september 2014,
aantal deelnemers 20.
• Nederlands Jeugdinstituut, Jeugdformaat,
Instructiebijeenkomst Proefinvoering Richtlijn
Residentiële jeugdzorg, te Den Haag,
op 18 september 2014, aantal deelnemers 20.
66
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
• Nederlands Jeugdinstituut, Entréa, Instructie
bijeenkomst Proefinvoering Richtlijn Residentiële
jeugdzorg, te Nijmegen, op 30 september 2014,
aantal deelnemers 20.
• Nederlands Jeugdinstituut, Praktikon, PIONN,
PI-Research, SEJN Effectiviteitsplatform, te Utrecht,
op 13 november 2014, aantal deelnemers 75.
• Nederlands Jeugdinstituut, Gezinshuis.com, Ambiq,
Spirit, OCK het Spalier, Intermetzo, Ontwikkelgroep
Matching, te Utrecht, op diverse data, aantal deel-
nemers 10.
• Nederlands Jeugdinstituut, Rondetafelgesprek
Richtlijnen Jeugdzorg, te Utrecht, op 14 november
2014, aantal deelnemers 12.
• Nederlands Jeugdinstituut, Jeugdzorg Nederland,
Presentatie Actieplan Aanpak meisjesslachtoffers
van loverboys/mensenhandel in de zorg voor
jeugd aan staatsecretaris van Rijn, te Rijswijk,
op 8 december 2014, aantal deelnemers 50.
• Nederlands Jeugdinstituut, Slotbijeenkomst
Outcome in Zicht, te Utrecht, op 11 december 2014,
aantal deelnemers 150.
• Nederlands Jeugdinstituut, RIVM Centrum Gezond
Leven, Movisie, Invitational Conference ‘Laat
effectieve interventies voor je werken’, te Utrecht,
op 11 november 2014, aantal deelnemers 100.
• Nederlands Jeugdinstituut, Vereniging van
Nederlandse Gemeenten (VNG), Movisie, Federatie
Opvang, Regiobijeenkomsten aanpak huiselijk
geweld en kindermishandeling, te Haarlem,
Eindhoven, Assen, op 11, 18 en 25 september 2014,
aantal deelnemers 70.
• Nederlands Jeugdinstituut, Praten met kinderen
over kindermishandeling, te Utrecht,
op 28 januari 2014, aantal deelnemers 7.
• Nederlands Jeugdinstituut, Het LOCK, Praten met
kinderen over kindermishandeling, te Utrecht,
op 13 juni 2014, aantal deelnemers 8.
• Nederlands Jeugdinstituut, Prebijeenkomst
EUSARF, te Kopenhagen, op 2 september 2014,
aantal deelnemers 15.
• Nederlands Jeugdinstituut, Platform SWV VO,
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
De kracht van verbinding; Lunteren 2014, te
Lunteren, op 2 en 3 oktober, aantal deelnemers 120.
• Nederlands Jeugdinstituut, Caseconference VoorZorg,
te Utrecht, op diverse data, aantal deelnemers 25.
• Nederlands Jeugdinstituut, Trimbos-instituut,
Eindbijeenkomst pilot Triple P Family Transitions,
te Utrecht, op 20 mei 2014, aantal deelnemers 15.
• Nederlands Jeugdinstituut, Informatiebijeenkomst
Triple P Lifestyle, te Utrecht, op 6 november 2014,
aantal deelnemers 20.
• Nederlands Jeugdinstituut, Kosteneffectiviteit, te
Utrecht, op diverse data, aantal deelnemers 15.
• Nederlands Jeugdinstituut, St. Kinderpostzegels,
Conferentie Pleegzorg, te Utrecht, op 27 oktober
2014, aantal deelnemers 65.
• Nederlands Jeugdinstituut, Triple P International,
Hogeschool Inholland, Triple P Masterclass voor
professionals die werken met ouders van tieners,
met Dr. Alan Ralph, te Amsterdam, op 20 maart
2014, aantal deelnemers 100.
• Nederlands Jeugdinstituut, vanuit het Programma
Richtlijnontwikkeling Jeugdzorg, Cliëntentafel
Richtlijnen Jeugdzorg, te Utrecht, op diverse data,
aantal deelnemers 12.
• Stichting De Schoor Almere, Versterking Kinderwerk
Stichting De Schoor, Almere. SWOTbijeenkomsten,
te Almere, op diverse data, aantal deelnemers 45.
• Taskforce Seksueel Misbruik en Kindermishandeling
Nederlands Jeugdinstituut en Sietske Dijkstra, Uit de
houdgreep: werkconferentie over vechtscheidingen,
te Utrecht, op 27 mei 2014, aantal deelnemers 120.
• Transitiebureau Jeugd, Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG), Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport, Voor de Jeugd Dag, te Amsterdam,
op 27 oktober 2014, aantal deelnemers 1.350.
Kennisateliers, kenniskringen en kennispraktijknetwerken• Abrahamse, S., Hilverdink, P., Berger, M.:
Praktijknetwerk Competenties voor de jeugd en
gezinsgeneralist, 1 bijeenkomst (3 november 2014),
12 deelnemers.
• Baat, M. de, Berg-le Clercq, T., Berge, I.J. ten.:
Kenniskring Hulp na kindermishandeling,
1 bijeenkomst (2014), 15 deelnemers.
• Bakker C.J.: Denktank Transformatie Jeugdstelsel
over specifieke zorg, Nederlands Jeugdinstituut,
1 bijeenkomst (24 januari 2014), 15 deelnemers.
• Bakker C.J.: Denktank Transformatie Jeugdstelsel,
Beter met minder, sessie met vertegenwoordigers
van cliënten, Nederlands Jeugdinstituut,
2 bijeenkomsten (20 februari en 14 maart 2014),
30 deelnemers.
• Bakker C.J.: Denktank Transformatie Jeugdstelsel
over effectief transformeren, Nederlands
Jeugdinstituut, 1 bijeenkomst (28 februari 2014),
15 deelnemers.
67
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
• Bakker C.J.: Denktank Transformatie Jeugdstelsel
slotnotitie Beter met minder, Nederlands
Jeugdinstituut, 1 bijeenkomst (28 maart 2014),
15 deelnemers.
• Bakker C.J.: Denktank Transformatie Jeugdstelsel
slotnotitie Beter met minder, sessie met gemeenten,
Nederlands Jeugdinstituut, 1 bijeenkomst (25 april
2014), 15 deelnemers.
• Bakker C.J.: Denktank Transformatie Jeugdstelsel
slotnotitie Beter met minder, sessie vertegenwoor-
digers langdurende zorg, Nederlands Jeugdinstituut,
1 bijeenkomst (30 april 2014), 15 deelnemers.
• Bakker C.J.: Denktank Transformatie Jeugdstelsel
slotnotitie Beter met minder, sessie vertegenwoor-
digers (passend) onderwijs, Nederlands Jeugd-
instituut, 1 bijeenkomst (13 mei 2014), 15 deelnemers.
• Bakker C.J.: Denktank Transformatie Jeugdstelsel
slotnotitie Beter met minder, Nederlands Jeugd-
instituut, 1 bijeenkomst (16 mei 2014), 15 deelnemers.
• Balledux, M.: Praktijknetwerk Alert4you,
1 bijeenkomst (11 juli 2014), 15 deelnemers.
• Berger, M., Koedam, G., Spoelstra, J.: Kennisnetwerk
hbo-docenten uitstroomprofiel jeugdzorgwerker,
4 bijeenkomsten (2014), 15 deelnemers.
• Deen, C.: Kenniskring Doorontwikkeling
ZATMDO, 1 bijeenkomst (16 september 2014),
25 deelnemers.
• Fafieanie, V.: Kenniskring Doorontwikkeling OZA,
6 bijeenkomsten (2014), 200 deelnemers.
• Hilverdink, P.: Kenniskring Beschrijven en
Onderbouwen, 1 bijeenkomst (24 februari 2014),
15 deelnemers.
• Hoex, J.: Kenniskring Doorgaande ontwikkellijn:
noodzaak of nonsense?, 2 bijeenkomsten (2014),
12 deelnemers.
• Rijn, J. van: Praktijknetwerk Triple P projectleiders
overleggen, 4 bijeenkomsten (2014), 60 deelnemers.
• Lange, M. de: Kenniskring Kennispraktijknetwerk
residentiële jeugdzorg, 2 bijeenkomsten (2014),
15 deelnemers.
• Lange, M. de: Praktijknetwerk Expertisenetwerk
pleegzorg, 3 bijeenkomsten (2014), 20 deelnemers.
• Messing, C.T.H.M.: Kenniskring Veiligheid in
Verbinding, 5 bijeenkomsten (2014), 25 deelnemers.
• Messing, C.T.H.M.: Kenniskring Rebound Midden
Brabant en Zeeland, 1 bijeenkomst (11 maart 2014),
10 deelnemers.
• Nederlands Jeugdinstituut, Programma
Richtlijnontwikkeling Jeugdzorg, deelprogramma
invoering, Landelijke Netwerkbijeenkomst
Richtlijnen Jeugdzorg, 1 bijeenkomst (29 september
2014), 100 deelnemers.
• Nederlands Jeugdinstituut, Hogeschool van
Amsterdam, TNO, Trimbos-instituut, Nederlands
Implementatie Collectief (NIC), 1 bijeenkomst
(20 november 2014), 20 deelnemers.
• Spoelstra, J., Abrahamse, S., Stals, K., Gelens, M.:
Praktijknetwerk Vakmanschap van jeugd zorg
werkers, 1 bijeenkomst (17 juli 2014), 8 deelnemers.
Lezingen• Abrahamse, S. - Richtlijn Scheiding en problemen
van kinderen. Ter gelegenheid van het Brabants
Platform Kinderen en Scheiden op 4 november 2014.
• Anthonijsz, I. - Pesten doe je niet alleen! Ter
gelegenheid van het Congres Pesten doe je niet
alleen! op 22 januari 2014.
• Anthonijsz, I. - Vechtscheiding. Ter gelegenheid van
de Master Pedagogiek HAN op 16 juni 2014.
• Anthonijsz, I., Zwikker, N. - Pesten en vechtscheiding.
Ter gelegenheid van de Master Pedagogiek HAN op
7 mei 2014.
• Anthonijsz, I., Spruijt, E., Simons, J. - Richtlijn
scheiding en problemen van kinderen. Ter
gelegenheid van het Congres Stop de Vechtscheiding
op 13 juni 2014.
• Baat, M. de, Bergh, P. van der - Ontwikkeling van de
Richtlijn Pleegzorg. Ter gelegenheid van het
Symposium Pleegzorg 2014: ‘Waar blijft het kind?’
op 19 juni 2014.
• Baat, M. de, Kuipers, S. - Matching in de pleegzorg:
ontwikkelen van een methodiekhandleiding. Ter
gelegenheid van het Symposium Pleegzorg 2014:
‘Waar blijft het kind?’ op 19 juni 2014.
• Baat, M. de - Gezinshuizen in Nederland: een
introductie. Ter gelegenheid van de Onderzoeks-
carrousel Professioneel Ouderschap van de
Christelijke Hogeschool Ede op 6 juni 2014.
• Bakker, C.J. - Beter met Minder. Ter gelegenheid
van de Kick-off regionale dialoog transformatie
jeugdzorg Zuid-Oost Brabant op 3 november 2014.
• Bakker, C.J. - Introduction Netherlands Youth
Institute. Ter gelegenheid van bezoek Chinese
delegatie op 28 oktober 2014.
• Bakker, C.J. - ‘Jezelf zijn in de jeugdzorg, kan dat?’.
Deelname aan debat ter gelegenheid van het
Midzomergracht Festival op 26 juni 2014.
• Bakker, P.P. - Workshop Programmeren in de brede
school. BV Jong, Verdiwel, Nederlands Jeugdinstituut,
op 3 november 2014.
68
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
• Balledux, M. - Zorgsamenwerking in opvang en
onderwijs. Ter gelegenheid van het Congres
Transformeren doe je samen op 16 juni 2014.
• Berg-le Clercq, T. - Deutsches Jugendinstitut,
Prevent and combat child abuse: What works?
Lessons from five European countries. Ter
gelegenheid van de 15e Deutsche Kinder- und
Jugendhilfetag op 5 juni 2014.
• Berg-le Clercq, T. - Child and youth care reform &
the youth risks reference index (VIR). Ter
gelegenheid van Tajua Mut! - Liputus nuoren tukena
op 4 september 2014.
• Berg, G. van den - Finding and constructing
evidence. Experiences opportunities and possible
problems. Ter gelegenheid van de Conference
‘Minding the young mind’ in Vierumäki, Finland op
22 mei 2014.
• Berg, G. van den - Netherlands Youth Institute and
the Database of Effective Youth Interventions.
Ter gelegenheid van bezoek delegatie uit Singapore
op 10 juni 2014.
• Berg, G. van den - Internaliserende problemen.
Effectieve hulp en zorg. Ter gelegenheid van het
Congres ‘Internaliserende problemen’, Universiteit
Utrecht op 11 juni 2014.
• Berg, G. van den - Transitie en transformatie van
de jeugdzorg, RINO-groep op 22 oktober 2014.
• Berge, I.J. ten - Hulp na kindermishandeling: wat
werkt en wie hebben we nodig? Ter gelegenheid van
het Symposium Effectieve aanpak kindermishandeling
op 3 februari 2014.
• Berger, M.A. - Professionalisering Jeugdzorg. Ter
gelegenheid van het afscheidsymposium Ella
Kalsbeek als voorzitter Raad van Toezicht
Nederlands Jeugdinstituut op 15 september 2015.
• Berns, J.M. - Opvoedingsondersteuning aan
gezinnen met jonge kinderen; VVE Thuis. Ter
gelegenheid van het Landelijk symposium ‘Wat
werkt in opvoedingsvoorlichting en -ondersteuning’
op 4 december 2014.
• Berns, J.M. - Integratie Bereslim in VVE Thuis.
Ter gelegenheid van het Zeepaerdtoverleg Gouda op
2 oktober 2014.
• Dronkers, F., Kamphuis, M. - Workshop Richtlijnen
Jeugdzorg en Cliëntenparticipatie. Ter gelegenheid
van het Congres Jeugd in Onderzoek op 10 maart 2014.
• Foolen, N. - Workshop Richtlijnen voor de
Jeugdzorg. Ter gelegenheid van de Bijeenkomst
voor gedragswetenschappers en managers op
18 september 2014.
• Hoex, J. - Werkenderwijs. Werken aan een
Persoonlijk Pedagogisch Plan als tool binnen de
lerende organisatie. Ter gelegenheid van de BKK
Inspiratiedag Lerenderwijs op 21 november 2014.
• Kalthoff, H. - Evalution Early Learning. Ter
gelegenheid van de Bijeenkomst Transatlantic
Forum on Inclusive Early Years op 1 juli 2014.
• Kalthoff, H. - Gezinsgerichte ontwikkelings
stimulering en voor en vroegschoolse educatie.
Ter gelegenheid van de Minor VVE op
17 november 2014.
• Kalthoff, H. - Voor en vroegschoolse educatie.
Spelend leren voor meer onderwijskansen.
Ter gelegenheid van de Scholingsbijeenkomst
jeugdartsen op 24 juni 2014.
• Kooijman, K. - Huiselijk geweld en kindermishande
ling; de rol van gemeenten bij de transitie van de
jeugdzorg. Ter gelegenheid van het Symposium
stichting Adam, Rotterdam op 26 september 2014.
• Kooijman, K., Vianen, J. - Herkennen jeugdhulp
vragen en inzetten van hulp. Ter gelegenheid van de
presentatie van het Advies over de kwaliteit van de
zorgstructuur Haarlemmermeer op 27 februari 2014.
• Kooijman, K., Vianen, J. - Herkennen jeugdhulp
vragen en inzetten van hulp. Ter gelegenheid van
de Focussessie gemeente Haarlemmermeer op
17 maart 2014.
• Kooijman, K., Daru, S. - Risicotaxatieinstrument
Seksueel grensoverschrijdend gedrag. Ter gelegen-
heid van de Resultaten Actieplan Aanpak seksueel
misbruik van kinderen Commissie Rouvoet op
17 november 2014.
• Kooijman, K. - Aspecten van toegang tot jeugdhulp.
Ter gelegenheid van de Bijeenkomst netwerk
Gemeenten Movisie/Nederlands Jeugdinstituut op
6 maart 2014.
• Kooijman, K. - Positie en rol Jeugdgezondheidszorg
in sociale wijkteams. Ter gelegenheid van het Kennis-
netwerk Jeugdgezondheidszorg op 23 juni 2014.
• Kooijman, K. - VoorZorg, van het Nederlands
Jeugdinstituut naar het Nederlands Centrum
Jeugdgezondheid. Ter gelegenheid van de
Overdracht landelijke steunfunctie VoorZorg van
Nederlands Jeugdinstituut naar Nederlands Centrum
Jeugdgezondheid (NCJ) op 10 december 2014.
• Lange, M. de - Snel geïnformeerd over Jeugd in
Onderzoek. Ter gelegenheid van het Congres Jeugd
in Onderzoek op 11 maart 2014.
• Lange, M. de - Wat heeft Joris aan de voetbalclub?
Ter gelegenheid van de Conferentie Onzichtbare
69
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
kind in de zorg voor jeugd op 27 juni 2014.
• Lange, M. de - Developing guidelines for youth care
in the Netherlands: the guideline severe behavioral
problems. Ter gelegenheid van het EUSARF congres
op 3 september 2014.
• Lange, M. de, Zwikker, M. - Effectief werken in de
jeugdsector. Ter gelegenheid van de Kennisdag
jeugd van het ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport op 30 oktober 2014.
• Lekkerkerker, L. - De orthopedagooggeneralist als
diagnosticus: Classificatiesysteem Aard
Problematiek Jeugd. Ter gelegenheid van de NVO
studiedag voor orthopedagoog-generalisten op
20 juni 2014.
• Messing, C.T.H.M. - Omgaan met verschillen. Ter
gelegenheid van de studiedag Zernike College
Groningen op 11 februari 2014.
• Messing, C.T.H.M. - Cooperation on behalf of early
schoolleavers in the Netherlands. Ter gelegenheid
van bezoek delegatie uit Litouwen op 28 april 2014.
• Messing, C.T.H.M. - Sharing knowledge in the
Netherlands. Ter gelegenheid van de EIPPEE
conference, Oslo op 15 mei 2014.
• Messing, C.T.H.M. - All different? All equal? Child
and youth welfare in Europe. Ter gelegenheid van
de 15e Deutsche Jugendhilfe Tage, Berlijn. Op
uitnodiging van Erasmus+ Jugend in Aktion op
4 juni 2014.
• Messing, C.T.H.M., Derksen, J., Waeter, E. van de -
Trends en ontwikkelingen OPDC nieuwe stijl. Ter
gelegenheid van de conferentie SWV voortgezet
onderwijs, Lunteren op 3 oktober 2014.
• Messing, C.T.H.M. - Diabetes en primair onderwijs.
Een verkenning van toegang en medisch handelen.
Ter gelegenheid van de expertmeeting van het
ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op
13 oktober 2014.
• Messing, C.T.H.M. - Early schoolleaving in the
Netherlands. Ter gelegenheid van bezoek delegatie
uit Korea op 10 december 2014.
• Nederlands Jeugdinstituut, Het Kinderopvang -
fonds - Zorgsamenwerking in opvang en onderwijs
verzorgd over de kritische succesfactoren van het
landelijke ontwikkeltraject Alert4you. Workshop
ter gelegenheid van het Congres Transformeren doe
je samen op 16 juni 2014.
• Nederlands Jeugdinstituut - Presentatie van het
voorbeeld van regionale samenwerking
kinderopvangonderwijsjeugdzorg uit Almere, via
de formule ‘Gluren bij de buren’. Ter gelegenheid
van de Voor de Jeugd Dag op 27 oktober 2014.
• Nikken, P., Schols, M. - How and why parents guide
the media use of infants, toddlers, preschoolers,
and early childhood children: An exploratory study.
Ter gelegenheid van het Etmaal van de
Communicatiewetenschappen op 23 februari 2014.
• Nikken, P. - Digidreumesen: een nieuwe uitdaging
voor opvoeders. Ter gelegenheid van de
Oudejaarsconferentie NVO op 11 december 2014.
• Nikken, P. - Mediawijsheid en het nieuws. Ter
gelegenheid van de Nationale Onderwijsdagen 2014
op 12 november 2014.
• Nikken, P. - De invloed van seksualisering op
leerlingen. Ter gelegenheid van de PPSI conferentie
Seksueel (grensoverschrijdend) gedrag van
leerlingen in het voortgezet onderwijs, Stichting
School en veiligheid op 6 november 2014.
• Nikken, P. - Parenting children with film: The Dutch
situation. Ter gelegenheid van de first European
Conference on Children’s Film op 18 juni 2014.
• Nikken, P. - Media, kinderen en hun opvoeders:
Leerstoel Mediaopvoeding 20112014. Ter gelegen-
heid van de NICAM Kijkwijzer adviescommissie-
bijeenkomst op 12 juni 2014.
• Nikken, P. - Welles nietes: Media overal en het
jonge kind. Ter gelegenheid van de Sardes
preview van Speel Digiwijs met Digidreumesen,
28 mei 2014.
• Nikken, P. - Welles nietes: Het jonge kind en die
alom aanwezige media. Ter gelegenheid van het
Mediawijzer.net symposium Ukkies, hun brein, en
mediaopvoeding op 15 april 2014.
• Nikken, P. - Digitale media en kinderen: Zorg of
zegen? Ter gelegenheid van het Post Academisch
Onderwijs-JGZ Noord-Brabant op 8 april 2014.
• Okma, K., Vergeer, M. - Van eigen kracht tot
overbelasting – Debat over kansen voor, en
grenzen aan, de eigen kracht van zorgintensieve
gezinnen en hun sociale omgeving. Ter gelegenheid
van het Voor de Jeugd festival op 27 oktober 2014.
• Okma, K., Vergeer, M. - Rol van de JGZer bij het
ondersteunen van zorgintensieve gezinnen.
Ter gelegenheid van het JGZ Jaarcongres op
27 november 2014.
• Okma, K. - Ieders zorg over het belang van goede
ondersteuning aan zorgintensieve gezinnen.
Ter gelegenheid van 40 jaar na Dennendal op
31 oktober 2014.
• Okma, K., Vink, C. - Hoe bundelen we de krachten
voor jeugdigen met een verstandelijke en licht
70
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
verstandelijke beperking in het transformatie
proces? Rondetafelgesprek ter gelegenheid van het
Congres Transformeren doe je samen op 16 juni 2014.
• Okma, K. - Minipubers! Ter gelegenheid van de
Week van de Opvoeding op 6 oktober 2014.
• Pieters, P. - Erasmus+ Youth possibilities for local
governments. Ter gelegenheid van het
internationaal VNG congres voor gemeenten op
30 september 2014.
• Rijn, J. van, Berns, J.M. - Een sterke basis voor
opvoeden en opgroeien! Het belang van goede
opvoedingsondersteuning. Ter gelegenheid van het
Congres Transformeren doe je samen op 16 juni 2014.
• Schonewille, J. - Kaleidoscoop The Netherlands.
Ter gelegenheid van de International Meeting
International HighScope Conference (USA) op
6 mei 2014.
• Schonewille, J. - Stappen op weg naar kwaliteit:
Basistraining VVE (plus). Ter gelegenheid van de
Taal- en Rekenconferentie in de Meervaart op
12 februari 2014.
• Schonewille, J. - Kaleidoscoop The Netherlands.
Ter gelegenheid van het bezoek van een afvaardiging
van het Ministry of Education, Singapore op
10 juni 2014.
• Spoelstra, J. - Ontwikkelingen in de zorg voor
jeugd/Richtlijnen Jeugdzorg. Ter gelegenheid
van het Gastcollege Pedagogische Wetenschappen
Rijksuniversiteit Groningen op 22 april 2014.
• Spoelstra, J., Goorden, O. - Workshop Richtlijnen
Jeugdzorg. Ter gelegenheid van het Netwerk
Effectieve Jeugdzorg Amsterdam (NEJA) op
3 juni 2014.
• Spoelstra, J., Stikkelbroek, Y. - Richtlijn KOPP en
Richtlijn Stemmingsproblemen. Ter gelegenheid van
het Kennisnetwerk hbo-docenten op 20 juni 2014.
• Spoelstra, J. - Workshop matching. Ter gelegenheid
van het Kennisfestival Gezinsvormen in De Glind op
19 november 2014.
• Stals, K., Dronkers, F. - Richtlijnen Jeugdzorg.
Ter gelegenheid van de Bijeenkomst met Inspectie
Jeugdzorg op 23 januari 2014.
• Stals, K., Dunnink, T., Fleuren, M. - Invoeren vergt
vakmanschap: model voor invoering van jeugd
richtlijnen. Ter gelegenheid van het Congres Jeugd
in Onderzoek op 10 maart 2014.
• Stals, K. - Implementatie in de jeugdzorg. Ter
gelegenheid van het Symposium Stilstaan bij onder-
zoek, GGZ Oost Brabant te Boekel op 20 mei 2014.
• Stals, K. - Evidencebased implementation of
guidelines for child and family care in the
Netherlands, posterpresentatie. Ter gelegenheid
van het EUSARF congres te Kopenhagen op
3 september 2014.
• Valkestijn, M. - Jongerenwerk in een transformerend
stelsel. Ter gelegenheid van de Voor de Jeugd Dag op
27 oktober 2014.
• Valkestijn, M. - Jongeren als noodzakelijke partners.
Ter gelegenheid van het Congres Eigen kracht van
jongeren LCGW i.s.m. Nederlands Jeugdinstituut en
Jeugdwelzijnsberaad op 6 november 2014.
• Valkestijn, M., Ince, D. - Top tien factoren positieve
ontwikkeling jeugd. Ter gelegenheid van het
Congres Jeugd in Onderzoek op 10 maart 2014.
• Vink, C. - Dutch child and youth care transition.
Ter gelegenheid van de ESN Peer Review Meeting
Barcelona op 5 juni 2014.
• Vink, C. - Voorzitterschap paneldiscussie over
opvoeden. Ter gelegenheid van het Seminar
Governing Social risks op 25 september 2014.
• Vink, C. - Paneldiscussie over wijkteams en
aansluiting jeugdzorg. Ter gelegenheid van de
werkconferentie Samen sterk in de wijk, BJZ
Zeeland op 3 oktober 2014.
• Vink, C. - Transitielessen uit Denemarken.
Ter gelegenheid van de Voor de Jeugd Dag op
27 oktober 2014.
• Vink, C. - Voorzitterschap OnderwijsZorg
Conferentie, Timon, op 30 oktober 2014.
• Vink, C. - Transitie van de zorg voor jeugd. Ter
gelegenheid van de Bijeenkomst Samenwerkende
Fondsen op 4 november 2014.
• Wienke, D. - Antipestprogramma’s in het onder wijs.
Workshop ter gelegenheid van het PPSI-congres voor
vertrouwenspersonen op 2 oktober 2014.
• Wienke, D. - Pesten als vorm van sociale
onveiligheid. Presentatie ter gelegenheid van de
conferentie Sociale Veiligheid, Zernike College
Groningen op 13 oktober 2014.
• Wijnen, B. - Reflectie op plannen passend onderwijs
en transitie jeugd Almere. Ter gelegenheid van de
presentatie over feiten en cijfers onderwijs en
jeugdhulp op 21 februari 2014.
• Wijnen, B. - Integrale aanpak arbeidstoeleiding
kwetsbare jongeren. Ter gelegenheid van de
presentatie voor gemeenten en onderwijs in regio
Alkmaar op 2 juni 2014.
• Wilde, E.J. de - Zelfbeschadiging bij jongeren.
Ter gelegenheid van het congres Wanhopige
jongeren op 4 februari 2014.
71
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
• Wilde, E.J. de - Monitor Aanpak Kindermishandeling:
hulpmiddel bij gemeentelijk beleid. Ter gelegenheid
van de Regionale bijeenkomst Kindermishandeling,
Haarlem op 11 september 2014.
• Wilde, E.J. de - Monitor Aanpak Kindermishandeling:
hulpmiddel bij gemeentelijk beleid. Ter gelegen heid
van de Regionale bijeenkomst Kindermishandeling,
Eindhoven op 18 september 2014.
• Wilde, E.J. de - Monitor Aanpak Kinder mis hande ling:
hulpmiddel bij gemeentelijk beleid. Ter gelegenheid
van de Regionale bijeenkomst Kindermishandeling,
Zwolle op 25 september 2014.
• Wilde, E.J. de - Depressie en suïcide bij jongeren.
Ter gelegenheid van de Lezingencyclus Heinkenszand
op 26 november 2014.
• Wilde, E.J. de, Lekkerkerker, L. - Dashboards voor
Dummies. Ter gelegenheid van het congres Jeugd in
Onderzoek op 10 maart 2014.
• Wilde, E.J. de, Linden, P. van der - Tackling CAN in
Dutch Municipalities: the Monitor on Child Abuse
and Neglect. Ter gelegenheid van de San Diego
Conference on Child Abuse and Neglect op
5 februari 2014.
• Wilde, E.J. de, Mantel, B., Etty, S., Mulder, J. -
Burgemeesters op de Bres: Gemeentelijke aanpak
Kindermishandeling. Ter gelegenheid van de
regiobijeenkomst veiligheidsdriehoeken Schagen
op 4 juli 2014.
• Wilde, E.J. de, Mantel, B., Etty, S., Mulder, J. -
Burgemeesters op de Bres: Gemeentelijke
aanpak Kindermishandeling. Ter gelegenheid
van de Leerhuisbijeenkomst Rotterdam op
7 juli 2014.
• Wilde, E.J. de, Mantel, B., Etty, S., Mulder, J. -
Burgemeesters op de Bres: Gemeentelijke aanpak
kindermishandeling. Ter gelegenheid van de
bijeenkomst Veiligheidsregio Friesland, Leeuwarden
op 29 oktober 2014.
• Wilschut, M., Daamen, W. - Onderzoek en
ontwikkeling (O&O) Nederlands Jeugdinstituut en
jeugdzorg, Universiteit Utrecht, op 14 mei 2014.
• Yperen, T.A. van - Van vliegwiel naar perpetuum
mobile. Monitoring en doorontwikkeling
vernieuwing jeugdbescherming. College ter
gelegenheid van de conferentie Jeugdbescherming
nu en na 2015, Nieuwegein op 28 januari 2014.
• Yperen, T.A. van - Kwaliteit aanbod WMO. Lezing,
gehouden bij de Public-Affairs Academie, Den Haag
op 11 februari 2014.
• Yperen, T.A. van - Uitkomsten Positief Opvoeden
Drenthe. Inleiding ter gelegenheid van de
bijeenkomst Positief en Veilig opgroeien Drenthe,
Assen op 19 februari 2014.
• Yperen, T.A. van - 10 jaar Jeugd in Onderzoek:
Kennisontwikkeling en kennisgebruik. Ter
gelegenheid van het congres Jeugd in Onderzoek,
Nieuwegein op 10 maart 2014.
• Yperen, T.A. van - Sturen op resultaat. Inleiding
ter gelegenheid van de werkbijeenkomst ‘Sturen op
resultaten’ van de gemeente Oss, Oss op 13 maart 2014.
• Yperen, T.A. van - De generalist in het nieuwe
jeugdstelsel: doen wat werkt. Inleiding ter
gelegenheid van de bijeenkomst Tweede Kamer en
NVO, Den Haag op 31 maart 2014.
• Yperen, T.A. van - Outcomemonitoring in tijden
van transformatie. Inleiding ter gelegenheid van de
werkbijeenkomst Outcome-criteria voor de jeugd-
hulp van het ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport, N&J, Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG) en KING, Den Haag op 19 mei 2014.
• Yperen, T.A. van - De generalist: goede kennis in
het jeugdstelsel. Ter gelegenheid van de NEJA-
conferentie Generalistisch en specialistisch werken
in de Amsterdamse zorg voor jeugd, Amsterdam op
3 juni 2014.
• Yperen, T.A. van - Help de jeugdzorg. Workshop ter
gelegenheid van het PO-Raad congres Bevlogen
besturen om de leerling, Harderwijk op 6 juni 2014.
• Yperen, T.A. van - Evidencebased werken: levels,
bronnen en sturing. Lunchlezing ministerie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Den Haag
op 10 juni 2014.
• Yperen, T.A. van - Meten is weten verbeteren. Ter
gelegenheid van de conferentie ‘Jeugdhulp, kip met
de gouden eieren’, samenwerking tussen 1e en 2e lijn
in de lokale jeugdzorg, Stadskanaal op 12 juni 2014.
• Yperen, T.A. van - Vijf relevante onderzoeksvragen
vanuit het perspectief van gemeenten. Inleiding ter
gelegenheid van de expertmeeting ‘Naar een
onderzoeksagenda voor de transformatie van de zorg
voor jeugd’, Groningen op 25 juni 2014.
• Yperen, T.A. van - Implementeren in het jeugdveld.
Ter gelegenheid van de expertmeeting
‘Implementeren in het jeugdveld’ van de Universiteit
Maastricht, Utrecht op 27 juni 2014.
• Yperen, T.A. van - Innovatie in de zorg: kennis
maken en kennis benutten. Ter gelegenheid van de
WVS collegereeks, Den Haag op 3 juli 2014.
• Yperen, T.A. van, Deen, C. - Naar passend
onderwijs. Ter gelegenheid van het Lustrumcongres
72
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
van de Sectie Sociale en Psychosociale
Kindergeneeskunde, Utrecht op 10 september 2014.
• Yperen, T.A. van - Slim samenwerken in het sociaal
domein. Deelname aan debat van BNR Nieuwsradio,
Amsterdam op 18 september 2014.
• Yperen, T.A. van - ‘De toekomst van de jeugdzorg’.
Deelname aan debat ter gelegenheid van Café van de
kleine wetenschap, University Campus Leeuwarden,
Leeuwarden op 20 september 2014.
• Yperen, T.A. van - Aanpakken: wat werkt?
Kennisgebruik bij veelvoorkomende opgroei en
opvoedproblemen in het onderwijs. Ter gelegenheid
van het platform samenwerkingsverbanden
voortgezet onderwijs ‘Cement tussen de bouwstenen’,
Lunteren op 2 oktober 2014.
• Yperen, T.A. van - Outcomemonitoring in tijden
van transformatie. Inleiding ter gelegenheid van de
workshop Outcome in zicht, Kennisdag Jeugd van
het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport, Den Haag op 30 oktober 2014.
• Yperen, T.A. van - Van ZRM naar YoungZRM.
Presentatie, ter gelegenheid van het SEJN-platform,
Utrecht op 13 november 2014.
• Yperen, T.A. van - How to prevent a misfit. We need
a collection of designs to evaluate interventions.
Ter gelegenheid van de internationale conferentie
‘Better Public Spending for Better Outcomes for
Children & Families’ van Eurochild, Boekarest op
27 november 2014.
• Yperen, T.A. van - Outcomemonitoring: waarom
ook al weer? Presentatie ter gelegenheid van de
slotconferentie Outcome in zicht, Utrecht op
11 december 2014.
• Yperen, T.A. van, Arum, S. - Werkende wijkteams.
Workshops ter gelegenheid van de slotconferentie
Outcome in zicht, Utrecht op 11 december 2014.
Lidmaatschap (advies)orgaan • Anthonijsz, I., lid ZonMw gemeentelijke pilots
vechtscheidingen.
• Anthonijsz, I., voorzitter begeleidingscommissie TNO.
• Baat, M. de, lid Alliantie Kind in Gezin.
• Baat, M. de, lid Denktank inhuisplaatsen.
• Baat, M. de, lid Denktank uithuisplaatsen.
• Baat, M. de, lid Expertisenetwerk Pleegzorg.
• Baat, M. de, lid VNG werkgroep brochure gezinshuizen.
• Baat, M. de, lid Werkgroep voor de ontwikkeling
van de Richtlijn Kindermishandeling.
• Bakker, C.J., voorzitter Vakjury Nationale Jeugdzorg
Prijzen 2014.
• Bakker, C.J., lid Begeleidingscommissie Canon Zorg
voor de Jeugd.
• Bakker, C.J., lid bestuur Defence for Children
Nederland.
• Bakker, C.J., lid Curatorium bijzondere leerstoel
Mediaopvoeding Erasmus Universiteit.
• Bakker, C.J., lid Curatorium bijzondere leerstoel
Monitoring en innovatie zorg voor jeugd
Rijksuniversiteit Groningen.
• Bakker, C.J., lid Adviesraad Kindcentra 2020.
Kinderopvangfonds en Bernard van Leer Foundation.
• Bakker, C.J., voorzitter commissie Mulock Houwer
lezingen. Nederlands Jeugdinstituut, Kinderrechten-
huis en fonds Pro Juventute.
• Bakker, C.J. lid Denktank Transformatie Jeugdstelsel.
• Bakker, C.J., voorzitter Begeleidingscommissie
Vlaggen systeem Residentiële jeugdzorg Raak Pro.
Avans Hogeschool, Accare, TNO, Movisie, Rutgers
RPF.
• Berg, G. van den, lid Wetenschappelijke Advies
commissie Nederlands Centrum Jeugdgezondheid.
• Berge, I.J. ten, lid Adviesraad Verve/Kinder
bescherming Thuis Hogeschool Leiden
• Berge, I.J. ten, lid Begeleidingscommissie Gezond
Terug Rijksuniversiteit Groningen.
• Berge, I.J. ten, lid Bestuursraad Intersectorale
aanpak kindermishandeling Gelderland.
• Berge, I.J. ten, lid Commissie van Advies LVAK.
• Berge, I.J. ten, voorzitter Werkgroep Richtlijn
Kindermishandeling.
• Berns, J.M., lid Ontwikkelgroep VVE en
ouderbetrokkenheid.
• Berns, J.M., lid Resonansgroep Ouders in de
voor en vroegschoolse educatie.
• Hoex, J., adviseur Onderzoek Gastouders in Beeld.
• Hoex, J., lid/adviseur Landelijk Pedagogenplatform
Kindercentra.
73
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
• Hoex, J., lid Expertmeeting Gastouderopvang in
WestEuropa.
• Hoex, J., lid Ontwikkelen onderzoeksagenda
kinderopvang SZW.
• Kalthoff, H., lid Netwerk Ouderbetrokkenheid
bij VVE.
• Kalthoff, H., lid Ontwikkelgroep VVE en
ouderbetrokkenheid.
• Kalthoff, H., lid Resonansgroep Ouders in de
voor en vroegschoolse educatie.
• Kalthoff, H., lid Scanfonds expertgroep Armoede.
• Kalthoff, H., lid Zorgend Ouderschap.
• Kalthoff, J., lid Expertgroep Taal voor Thuis.
• Kooijman, K., lid Beroepsgroepenoverleg
Jeugdgezondheidszorg.
• Kooijman, K., lid Bestuur Stichting Voorkoming
van kindermishandeling.
• Lange, M. de, lid Samenwerkingsverband Effectieve
Jeugdzorg Nederland.
• Lange, M. de, voorzitter Expertisenetwerk pleegzorg.
• Lange, M. de, voorzitter Kennisnetwerk residentiële
jeugdzorg.
• Messing, C.T.H.M., lid NRO. Kennisportal
onderwijsonderzoek.
• Messing, C.T.H.M., lid NRO. Beheergroep Dossiers
Leraar 24.
• Pieters P., lid nationale werkgroep Gestructureerde
Dialoog.
• Quarre, S., lid Eurodesk Network Meeting.
• Valkestijn, M., jurylid Jong Lokaal Bokaal.
• Valkestijn, M., lid Adviesraad Lectoraat
Jeugdbeleid Hanze Hogeschool.
• Verweij-Kwok, S., lid KIDDO redactieraad.
• Vink, C., adviseur Kinderrechtencollectief.
• Vink, C., lid Eurochild.
• Yperen, T.A. van, lid Adviescommissie C4Youth:
Collaborative Centre on Care for Children and
Youth with behavioural and emotional problems.
• Yperen, T.A. van, lid Begeleidingscommissie
onderzoek ‘Effecten Wraparound Care’ van de
Opvoedpoli, i.o.v. ZonMw.
• Yperen, T.A. van, lid Gezondheidsraad, commissie
Professionalisering Maatschappelijke Ondersteuning.
• Yperen, T.A. van, lid Overkoepelende
Programmaraad voor Onderwijsonderzoek
(OPRO) van het Nationaal Regieorgaan
Onderwijsonderzoek (NRO).
• Yperen, T.A. van, lid Raad van Advies lectoraat
Implementatie jeugdzorg, Hogeschool van
Amsterdam.
• Yperen, T.A. van, lid Raad van Advies Zorg Welzijn
en Activering, gemeente Rotterdam.
• Yperen, T.A. van, voorzitter Begeleidingscommissie
onderzoek ‘Licht Pedagogische Hulpverlening
(LPH12+) van de MJD in Groningen’ van Intraval,
i.o.v. Gemeente Groningen.
TrainingenTotaal aantal trainingen 215
waarvan Triple P 46
Totaal aantal deelnemers 2552
waarvan Triple P 736
• Bakker, P.P., Basisscholing Generalistisch werken
in het nieuwe jeugdstelsel, diverse data 2014.
Aantal trainingen: 25, aantal deelnemers: 500.
• Bakker, P.P., Verdiepende scholing generalistisch
werken in het nieuwe jeugdstelsel, (6 bijeenkomsten
per scholing), diverse data 2014. Aantal trainingen:
4, aantal deelnemers: 80.
• Balledux, M., Training (traindetrainer) Knap
Lastig, 29 september 2014. Aantal trainingen: 1,
aantal deelnemers: 3.
• Balledux, M., Hoex, J., Update basiskennis inspectie
pedagogisch domein, 10 november 2014. Aantal
trainingen: 1, aantal deelnemers: 15.
• Berge, I.J. ten, Werken met de LIRIK, diverse data
2014. Aantal trainingen: 2, aantal deelnemers: 35.
• Berns, J., Kalthoff, H., Train de training Bereslim,
2 september 2014. Aantal trainingen: 1, aantal
deelnemers: 6.
• Brandenbarg, N., Spel, hoe begeleid je dat?,
diverse data 2014. Aantal trainingen: 2, aantal
deelnemers: 20.
• Claeys, J., Dowden, G., Silva, A., EYE Opener
Training over Empowerment in jongeren uit
wisselingen, diverse data 2014. Aantal trainingen: 1,
aantal deelnemers 46.
• Daamen, W., Lekkerkerker, L., CAPJ trainingen,
diverse data 2014. Aantal trainingen: 3, aantal
deelnemers: 60.
• Daamen, W., Looman, J., Training ouder betrokken
heid in het voortgezet onderwijs, diverse data 2014.
Aantal trainingen: 2, aantal deelnemers: 30.
• Denkers, D., Eersel, E. van, Intervisie/
trainingsbijeenkomst Kaleidoscoop, 7 oktober 2014.
Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 20.
• Eersel, E. van, Basistraining VVE plus (12 dagdelen),
diverse data 2014. Aantal trainingen: 1, aantal deel-
nemers: 16.
74
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
• Eersel, E. van, Basistraining VVE tranche 4 (6
dagdelen), diverse data 2014. Aantal trainingen: 1,
aantal deelnemers: 16.
• Eersel, E. van, Bijscholing HBOer in de
Voorschool/HBOer op de groep, diverse data 2014.
Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 24.
• Eersel, E. van, Hercertificering Kaleidoscoop, diverse
data 2014. Aantal trainingen: 6, aantal deelnemers: 12.
• Eersel, E. van, Koptraining Kaleidoscoop (10 dagen),
diverse data 2014. Aantal trainingen: 1, aantal deel-
nemers: 7.
• Eersel, E. van, Training en begeleiding (coaching)
VVE Thuis, diverse data 2014. Aantal trainingen: 40,
aantal deelnemers: 60.
• Hoex, J., Basistraining pedagogische kwaliteit
voor toezichthouders, 9 december 2014. Aantal
trainingen: 1, aantal deelnemers: 15.
• Kalthoff, H., Workshop ouderbetrokkenheid bij VVE
Thuis, diverse data 2014. Aantal trainingen: 4,
aantal deelnemers: 60.
• Kalthoff, H., Berns, J., Landelijke bijeenkomst
coördinatoren Stapprogramma’s, 17 maart 2014.
Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 20.
• Kalthoff, H., Berns, J., Landelijke training VVE
Thuis, 26 juni 2014. Aantal trainingen: 1, aantal
deelnemers: 35.
• Kalthoff, H., Berns, J., Workshop Bereslim,
3 september 2014. Aantal trainingen: 1, aantal
deelnemers: 8.
• Kalthoff, H., Berns, J., Eersel, E. van, Landelijke
bijeenkomst VVE Thuis, 10 april 2014. Aantal
trainingen: 1, aantal deelnemers: 40.
• Kalthoff, H., Training en begeleiding VVE Thuis,
diverse data 2014. Aantal trainingen: 8, aantal
deelnemers: 100.
• Kroes, J., Basistraining VVE plus (12 dagdelen),
diverse data 2014. Aantal trainingen: 1, aantal
deelnemers: 16.
• Lekkerkerker, L., Daamen, W., Instructiebijeenkomst
Classificatiesysteem Aard Problematiek - Jeugd
(CAPJ), diverse data 2014. Aantal trainingen: 4,
aantal deelnemers: 40.
• Okma, K., Bakker, P.P., Vergeer, M., Kick-off
Training Sociale wijkteams Enschede
(6 dagdelen per training), diverse data 2014.
Aantal trainingen: 9, aantal deelnemers: 180.
• Ommen, I. van, Steinprinz, G., Startersdag
Hoe zet je een internationale jongerenuitwisseling
op met Erasmus+?, 3 februari 2014. Aantal
trainingen: 1, aantal deelnemers: 32.
• Oudhof, M., Maas, N., Babytraining VoorZorg,
23 mei 2014. Aantal trainingen: 1, aantal
deelnemers: 2.
• Oudhof, M., Maas, N., Peutertraining VoorZorg,
24 januari 2014. Aantal trainingen: 1,
aantal deelnemers: 10.
• Oudhof, M., Maas, N., Zwangerschapstraining
VoorZorg, diverse data 2014. Aantal trainingen: 2,
aantal deelnemers: 1.
• Schonewille, J., Eersel, E. van, Intervisie/
trainingsbijeenkomst Kaleidoscoop, 8 april 2014.
Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 15.
• Steinprinz, G., Reinstra, J., Werkatelier
Jongerenwerkers: hoe laat je jongeren scoren met
nietformele leerervaringen?, 30 juni 2014. Aantal
trainingen: 1, aantal deelnemers: 18.
• Steinprinz, G.,Reinstra, J., Hoe werkt jouw Youth in
Actionervaring?, diverse data 2014. Aantal
trainingen: 2, aantal deelnemers: 20.
• Trainers Triple P, Triple P trainingen diverse
niveaus, diverse data 2014. Aantal trainingen: 46,
aantal deelnemers: 736.
• Trainers Triple P, Triple P intervisiebijeenkomsten /
workshops, diverse data. Aantal trainingen: 23,
aantal deelnemers: 150.
• Vandenbemden, B., Zagdoud, M., International
Trainerspool Meeting, diverse data 2014. Aantal
trainingen: 1, aantal deelnemers: 28.
• Vergeer, M., Coaching voor Alert4you coaches,
20 en 23 oktober 2014. Aantal trainingen: 1,
aantal deelnemers: 8.
• Verweij-Kwok, S., Training (traindetrainer) Laten
Spelen is een Vak, 10 november 2014. Aantal
trainingen: 1, aantal deelnemers: 3.
• Wilschut, M., Invoering systeemgericht werken,
27 oktober 2014. Aantal trainingen: 1, aantal
deelnemers: 15.
• Wilschut, M., Wijzer in implementeren, 8 december
2014. Aantal trainingen: 1, aantal deelnemers: 15.
75
Jaarverslag 2014 / Nederlands Jeugdinstituut / Productenoverzicht
Websites Corporate website Nederlands Jeugdinstituut Aantal bezoeken Unieke bezoekers• nji.nl 1.748.639 1.065.038
• nji.nl/capj 31.763
• nji.nl/cijfers 96.899
• nji.nl/dirk 135.634
• nji.nl/jeugdinterventies 81.400
• nji.nl/jeugdsector 11.335
• nji.nl/methodieken 16.040
• nji.nl/onderzoek 73.537
• nji.nl/scholing 14.167
• nji.nl/transitievoorbeelden 17.539
• nji.nl/watwerkt 60.905
Kennisnet Jeugd
• kennisnetjeugd.nl 137.770 78.616
Andere sites die door het Nederlands Jeugdinstituut actief worden beheerd
• alert4you.nl 4.166
• erasmusplusjeugd.nl (17 maart 2014 online) 12.605
• go-europe.nl 27.064
• jeugdinonderzoek.nl 6.478
• kindermishandeling.nl 46.473
• opvoedenenzo.nl 2.394
• positiefopvoeden.nl 46.730
• professionaliseringjeugdzorg.nl 18.966
• richtlijnenjeugdzorg.nl (tot 3 maart 2014) 3.110
• Vanaf 3 maart 2014: richtlijnenjeugdhulp.nl 21.120
• triplep-nederland.nl 40.909
• voorzorg.info 2.865
• weekvandeopvoeding.nl 21.225
• youthpolicy.nl 8.928
• weekvandeopvoeding.nl 33.225
• youthinaction.nl 28.232
• youthpolicy.nl 7.998
Twitter1 januari 2014 31 december 2014 Groei
• Twitter account @HetNJi 12.441 16.827 4.386
76
Tekst: Hellen Kooijman
Foto’s: Hollandse Hoogte, Marsel Loermans
Redactie: Nederlands Jeugdinstituut
Ontwerp: Volta_thinks_visual, Utrecht
Jaarverslag 2014 | Nederlands Jeugdinstituut
Nederlands JeugdinstituutPostbus 19221
3501 DE Utrecht
Bezoekadres:
Catharijnesingel 47
Utrecht
T (030) 230 63 44
www.nji.nl
m.nji.nl