50
JAARVERSLAG 2015

Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Het jaarverslag geeft in feiten, cijfers en toelichtingen de stand van zaken in 2015 weer.

Citation preview

Page 1: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

JAARVERSLAG 2015

Page 2: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

2 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

Ten geleide 3

Bericht van de Raad van Toezicht 6

Jaarverslag Hogeschoolraad 9

1. Introductie 11

2. De HU in cijfers 12

3. Studenten 13

4. Onderwijs 22

5. Praktijkgericht onderzoek 28

6. Strategische allianties 33

7. Organisatie 39

8. Toekomstbestendig 44

Bijlage Prestatieafspraken: gebruikte definities van verplichte indicatoren onderwijskwaliteit en studie 48

INHOUDSOPGAVE

Page 3: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

3 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

“De verbinding tussen onderwijs, onderzoek en de relevante beroepspraktijk versterkt onze impact inde regio”, zo opent ons instellingsplan ‘Hogeschool Utrecht in 2020’. In de relatie met de beroeps -praktijk heeft Hogeschool Utrecht haar bestaansrecht. Samen zorgen we voor gewilde professionals diebepalend zijn voor de innovativiteit en concurrentiekracht van onze regio. Het versterken van de verbin-ding tussen onderwijs, onderzoek en de beroepspraktijk is leidend geweest voor onze koers in 2015. Indit jaarverslag leest u over de belangrijkste ontwikkelingen en gebeurtenissen van 2015 en hoe dezezich verhouden tot onze doelen voor de hogeschool in 2020 – en daarna. Een van die doelen is eenhogeschool te zijn die studenten de kans biedt gedurende hun hele professionele carrière te blijvenleren; een hogeschool die aansluit op en bijdraagt aan de snelle ontwikkelingen in de beroepspraktijk.Dit vraagt om een ontwikkeling van onze hogeschool. We doen dat in vier transities, die onlosmakelijkmet elkaar zijn verbonden.

Innovatie van onderwijs en focus in onderzoekIn 2015 zijn al onze opleidingen gestart met het implementeren van een of meerdere kernelementen uitonze onderwijsvisie. Vanuit deze visie innoveren we ons onderwijs, voor een betere aansluiting op dewensen van (aankomende) professionals en de beroepspraktijk. Sleutelwoord daarbij is co-creatie; bijhet ontwikkelen van onderwijs wordt over de grenzen van de eigen opleiding gekeken en wordt inten-sief samengewerkt met de beroepspraktijk. We willen tevens meer focus aanbrengen in ons praktijk -gericht onderzoek. Op welke gebieden kunnen wij de meeste impact genereren voor de regio? Welkeinvesteringen zorgen voor het grootste rendement? Om dat vast te stellen, heeft de HU in 2015 insamenspraak met haar stakeholders een inhoudelijk profiel opgesteld dat bepalend is voor onze inves-teringsagenda. Centraal daarin staat het streven naar een innovatieve, gezonde, duurzame en inclusievestad die gebruik maakt van slimme oplossingen. De HU wil zo een belangrijke bijdrage leveren aan dekwaliteit van samenleven in onze stedelijke omgeving.

Hervormen dienstverleningWe werken aan flexibele en robuuste dienstverlening die met minder mensen meer kwaliteit biedt.Tegelijk maken we met een bezuiniging op onze dienstverlening meer geld vrij voor ons onderwijs enonderzoek. Deze bezuiniging is in 2015 voor een belangrijk deel afgerond. We richten ons nu meer opde kwaliteitsverbetering van onze dienstverlening.

OrganisatieontwikkelingWe veranderen de organisatiestructuur, om de mogelijkheden voor horizontale, multidisciplinairesamenwerking te vergroten en de aansluiting op de beroepspraktijk te verstevigen. Het College vanBestuur heeft eind 2015 aangekondigd de komende jaren op alle onderdelen van de organisatie meerte willen inzetten op wendbaarheid en op versterking van de kwaliteitscultuur. Tevens heeft het collegeeind 2015 aangekondigd afscheid te willen nemen van de facultaire structuur.

HerhuisvestingNieuwe vormen van onderwijs, onderzoek, dienstverlening en organiseren, vragen om een andere huis-vesting. We brengen al onze Utrechtse activiteiten onder op het Utrecht Science Park en verkleinen hetaantal vierkante meters dat we gebruiken, waarmee we investeren in duurzaamheid en meer middelenvrijmaken voor ons onderwijs en onderzoek. In 2015 is het eerste gerenoveerde gebouw van de HU ingebruik genomen. De ervaringen die onze medewerkers en studenten hier opdoen, nemen we mee inde ontwikkeling en het gebruik van de andere gebouwen.

PartnerschapDe hierboven beschreven vier transities doen we met de blik naar buiten. Uiteindelijk doel is onzeimpact op de beroepspraktijk te vergroten. Dat doen we in structurele samenwerking met partners uitde regio. Onderwijs en onderzoek kunnen volgens ons enkel succesvol zijn als ze worden ontwikkeld en

TEN GELEIDE

Page 4: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

4 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

uitgevoerd in co-creatie met de beroepspraktijk. Zo werkt HU Amersfoort intensief samen met ROCMidden-Nederland en MBO Amersfoort. In 2015 is de samenwerking met alle regionale mbo- instellingen geïntensiveerd: samen gaan we doorlopende leerlijnen ontwikkelen van mbo naar hbo, omzo beter in te spelen op de regionale beroepspraktijk. Op het Utrecht Science Park heeft de HU novem-ber 2015 een innovatielaboratorium (iLab) geopend dat startups en gevestigde bedrijven toegang biedttot onderzoeksfaciliteiten, getalenteerde studenten en wetenschappers. Het zijn slechts twee van devele initiatieven die u in dit jaarverslag zult aantreffen. Met haar partners wil de HU tevens haar maatschappelijke rol nemen in brede zin. Zo is de HU, insamenwerking met softwarebedrijf AFAS en de gemeente Utrecht, een pre-bachelor gestart voor erken-de vluchtelingstudenten met ICT-achtergrond. Hiermee willen we hen voorbereiden op een ICT-baan inNederland. Onze lectoren en onderzoekers speelden in 2015 geregeld een rol in het publieke debat,waaronder Nadja Jungmann - over de schuldhulpverlening bij Nederlandse gemeenten - en RogierLaterveer en Ivo Opstelten, die vanuit hun expertise bijdroegen aan de klimaatconferentie in Parijs.

DuurzaamheidBinnen de HU gebeurde in 2015 veel op het gebied van duurzaamheid. Het in het kader van de herhuis-vesting gerenoveerde gebouw Heidelberglaan 7 kreeg, mede door een aanvullend pakket duurzaam-heidsmaatregelen, het energielabel A++. Sinds september hanteert de HU een nieuw parkeerbeleid,gericht op het terugdringen van het autogebruik. In energie-efficiëntie en CO2-reductie ligt de HU voorop de ambities zoals verwoord in ‘Hogeschool Utrecht in 2020’. Onze inspanningen werden voor hetderde jaar op rij beloond met de SustainaBul voor meest duurzame hogeschool van Nederland. De HUgaat de komende jaren meer inzetten op duurzaam gedrag, mede door duurzaamheid structureel tegaan opnemen in ons onderwijs, te beginnen met het post-initieel onderwijs in het kader van ‘levenlang leren’. De HU wil zo op meerdere fronten toekomstbestendig zijn.

DialoogWe hebben onze doelstellingen voor 2015 grotendeels weten te behalen en dat is allereerst de verdien-ste van onze medewerkers, die grote inzet hebben getoond. Tegelijk constateren we dat alle ontwikke-lingen binnen onze organisatie een grote druk hebben gelegd op de medewerkers. Dit kwam onderandere tot uiting bij het vaststellen van het begrotingsdossier. Na enkele keren niet-instemming hieropdreigde een formeel geschil tussen de Hogeschoolraad en het College van Bestuur. Dankzij bemidde-ling door de Raad van Toezicht zijn beide partijen uiteindelijk in goede sfeer tot elkaar gekomen. Op 18 maart 2015 stemde de Hogeschoolraad in met de begroting 2015. Onder gezamenlijke regie vanCollege van Bestuur en Hogeschoolraad is er bovendien onafhankelijk onderzoek gedaan naar de bejegening van het HU-personeel tijdens de transities. Dit leverde een aantal adviezen op die door hetCollege van Bestuur en de Hogeschoolraad zijn overgenomen. Zo wordt de dialoog over de doelen vanen stappen in de ontwikkeling van onze organisatie geïntensiveerd, zowel richting de medewerkers alstussen College van Bestuur, medezeggenschap en leidinggevenden. Dat de dialoog over de ontwikkeling van de HU langere tijd niet afdoende is geweest, kwam ook totuiting via enkele kritische publicaties in NRC in het voorjaar van 2016. De publicaties in het NRC warende directe aanleiding om de dialoog te intensiveren. We spraken met en luisterden naar medewerkersen oud-medewerkers, lectoren, studenten en leidinggevenden; een kleine vierhonderd mensen in totaal.Er was weinig discussie over onze beleidskeuzes, de bezuinigingen en de noodzaak om meer te investe-ren in onderwijs en onderzoek. Wel werd er veel gesproken over de uitvoering van alle maatregelen,over het ‘hoe’ van alle veranderingen. Er kwamen daarbij veel verschillende onderwerpen aan bod,zoals de onderlinge sfeer en samenwerking, de huisvesting, de interne communicatie, de organisatie-ontwikkeling, de functionerings- en beoordelingsgesprekken, de werkdruk, de regelruimte die mensenhebben, de samenwerking tussen de diensten, het onderwijs en onderzoek. De openhartige wijze waar-op de gesprekken verlopen, ervaren we als erg positief en we zien hierin een goede basis om verder tewerken aan de noodzakelijke verbeteringen in onze organisatie.

Page 5: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

5 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

Financiën en prestatieafsprakenOm onze doelen te kunnen verwezenlijken, wil de HU - vooruitlopend op middelen vanuit het ministerievan Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) die gaan vrijkomen door het afschaffen van de basis-beurs - extra investeren in haar kerntaken: onderwijs en onderzoek. De HU acht deze investeringennoodzakelijk om de aansluiting op de beroepspraktijk te behouden en bestendigen. Waren de investe-ringen in 2015 nog incidenteel, vanaf 2016 moeten deze een structureel karakter krijgen. Ons inhoude-lijk profiel zal daarbij leidend zijn.Met ingang van 1 januari 2013 heeft de HU, net als alle andere instellingen in het hoger onderwijs, pres-tatieafspraken gemaakt met de minister van OCW. Deze afspraken pasten in de strategische koers vande HU en gaven daar een extra impuls aan. Hoewel niet alle verplichte indicatoren zijn gerealiseerd ophet geambieerde eindniveau, hebben het ingezette beleid en de interventies aantoonbaar een positiefeffect gehad op de kwaliteit van onderwijs, onderzoek en medewerkers. Ook heeft het beleid een positief effect op de betrokkenheid van onze studenten en op de verhouding directe versus indirectelasten. In een separate verantwoording wordt hierover verslag gedaan. Deze ‘ToelichtingPrestatieafspraken HU’ wordt ter informatie meegestuurd bij het Jaarverslag 2015. Eventuele gevolgenvoor de financiering vanuit het ministerie van OCW (vanaf 2017) zijn nog niet bekend. De HU heeft ech-ter inmiddels een robuuste financiële positie waarmee we de basis hebben gelegd voor forse investerin-gen in onderwijs en onderzoek in de komende jaren.

Mutaties in College van Bestuur en Raad van Toezicht2015 was ten slotte het jaar dat Geri Bonhof afscheid nam van de HU. In de twaalf jaar dat zij voorzitterwas, is zij van grote waarde geweest voor de HU als kennisinstelling en als partner voor de regio. GeriBonhof is als voorzitter per 1 september 2015 opgevolgd door collegelid Jan Bogerd. Per januari 2016is Tineke Zweed toegetreden tot het College van Bestuur; zij werd in november 2015 benoemd door deRaad van Toezicht. De Raad van Toezicht heeft ook zelf een nieuwe voorzitter gekregen: op 1 augustus2015 nam Guus van Montfort het voorzitterschap over van Paul de Krom, die sinds mei 2014 deze func-tie vervulde.

Afsluiting Het College van Bestuur bedankt de studenten en medewerkers. Zonder hun inzet en enthousiasmehad de HU niet de stappen kunnen maken die we gemaakt hebben. Zij zijn het werkelijke kapitaal vanonze organisatie. Hun kennis en kunde zijn van onschatbare waarde voor de vitaliteit van de hogeschoolen van de regio. Ook gaat veel dank uit naar de talrijke partners van de HU in de regio en in het werk-veld, voor de constructieve en plezierige samenwerking in het afgelopen jaar.

College van BestuurJan Bogerd (voorzitter per 1 september 2015, daarvoor lid College van Bestuur)Anton FrankenTineke Zweed (lid per 1 januari 2016)

Page 6: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

6 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

Toezichtvisie‘Partnerschap’ als kernwaarde van de besturingsfilosofie van de HU geldt ook voor het interne toezicht.Dat betekent dat de Raad van Toezicht niet alleen volgend is, maar ook proactief acteert, met respectvoor de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het College van Bestuur als bevoegd gezag. De Raad vanToezicht functioneert vanuit een maatschappelijk perspectief en ziet erop toe dat de maatschappelijkgewenste doelen van de hogeschool worden vertaald naar eigentijdse kwaliteit van onderwijs, toege-past onderzoek en relevante kennisvalorisatie. Een gezonde bedrijfsvoering is daarbij een voorwaarde.De raad stelt zichzelf de ambitie om met zijn optreden waarde toe te voegen aan het goed functionerenvan de hogeschool in termen van uitkomsten en betrokkenheid van externe stakeholders. Ook in zijn rolals werkgever streeft de raad naar goede samenwerking met het College van Bestuur. Een goed samen-spel met het college betekent ook goed tegenspel.

Ingrijpende veranderingen binnen de organisatieDe Raad van Toezicht past de uitoefening van zijn toezicht aan, aan de specifieke situatie van de hoge-school op enig moment. Daarbij bevordert en ondersteunt de Raad van Toezicht vooral dat het collegezelf goed in control blijft. Zo is in de agendering van de Raad van Toezicht veel aandacht voor de transities die door het Collegevan Bestuur zijn ingezet om de doelen uit ‘Hogeschool Utrecht in 2020’ te realiseren. De benodigdetransitie van de hogeschool is een ingrijpende opgave, die veel vraagt van de medewerkers. De raad iszich er goed van doordrongen, dat de benodigde veranderingen met de grootst mogelijke zorgvuldig-heid dienen te worden uitgevoerd. Naar aanleiding van het onafhankelijk onderzoek naar de bejegeningvan het HU-personeel tijdens de transities en de recente kritische publicaties in de NRC heeft de Raadvan Toezicht intensief gesproken met het College van Bestuur. De Raad van Toezicht onderschrijft dedoor de collegeleden ondernomen acties die zijn gericht op het intensiveren van de dialoog over dedoelen van en stappen in ontwikkeling van de organisatie.

Inhoudelijk profiel en strategische samenwerking De HU wil een belangrijke bijdrage leveren aan de kwaliteit van samenleven in onze stedelijke omge-ving. De Raad van Toezicht is proactief betrokken geweest bij de totstandkoming van het profiel enheeft kunnen constateren dat interne stakeholders én externe stakeholders intensief zijn geraadpleegd. Strategische allianties zijn een voorwaarde om de ambities uit ‘Hogeschool Utrecht in 2020’ te realise-ren. Daarom werkt de HU in co-creatie samen met kennisinstellingen, bedrijven en andere organisaties.De Raad van Toezicht complimenteert het College van Bestuur met de nieuwe impuls die de samen -werking met de Gemeente Utrecht heeft gekregen, wat zal resulteren in een convenant. Gezien het toe-nemende belang van externe samenwerkingsverbanden zal extern stakeholderbeleid en externe samen-werkingsverbanden expliciet en periodiek geagendeerd worden op de agenda van de Raad vanToezicht. De raad heeft geconstateerd dat hernieuwd beleid voor horizontale dialoog in ontwikkeling is.

Kwaliteit van onderwijs en onderzoek De raad laat zich regulier informeren over de accreditatieresultaten van de opleidingen, de NationaleStudenten Enquête en de kwaliteitszorg van onderzoek. Met de lichte stijging in de waardering van studenten, wordt de stijgende lijn van de HU in de NSE vanaf 2013 doorgezet. Ook sluiten leden van de raad geregeld aan bij activiteiten binnen de HU om met studenten, mede -werkers en externe stakeholders te spreken over onderwijs en onderzoek. Bijvoorbeeld bij overleg tussen College van Bestuur en Opleidingscommissies, de mini-conferentie Examencommissies, de jaar-opening en studiedagen over de organisatieontwikkeling.

BERICHT VAN DE RAAD VAN TOEZICHT

Page 7: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

7 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

Financieel resultaat 2015De Raad van Toezicht heeft het verslag over 2015 dat door het College van Bestuur is opgesteld, goed-gekeurd. Accountantskantoor PwC heeft een goedkeurende controleverklaring afgegeven bij de jaar -rekening 2015. De Raad van Toezicht heeft vastgesteld dat het financiële resultaat over 2015 beter isdan begroot. Naast incidentele factoren zoals de onverwachte extra rijksbijdrage, is dit een gevolg vanactieve sturing op de budgetten van ondersteunend personeel en huisvesting om meer in onderwijs enonderzoek te kunnen investeren. De raad constateert dat de vrijgekomen middelen in 2015 niet volledigzijn besteed. Het inhoudelijk profiel en de daaruit voortvloeiende investeringsagenda zijn belangrijk omrichting en sturing te geven aan het benutten van de vrijgekomen middelen voor onderwijs en onder-zoek.

Samenstelling College van BestuurNa een periode van 12 jaar heeft mevrouw Bonhof afscheid genomen van de HU. De Raad van Toezichtis haar zeer erkentelijk voor haar inzet gedurende deze intensieve jaren. De raad is verheugd met debenoeming van de heer Bogerd als voorzitter van het College van Bestuur per 1 september 2015. Metde komst van mevrouw Zweed begin 2016 is het College van Bestuur weer compleet.

Samenstelling Raad van ToezichtIn verband met het aanvaarden van een functie bij TNO door de heer De Krom, welke niet verenigbaaris met het voorzitterschap van de Raad van Toezicht, heeft de heer De Krom zijn voorzitterschap neer-gelegd en is vervolgens door de raad als lid benoemd. De heer Van Montfort heeft per 1 augustus 2015het voorzitterschap overgenomen. Hij is gestart met werkbezoeken aan de faculteiten, diensten enmedezeggenschap om zich een goed beeld te vormen van alle activiteiten die binnen de hogeschoolworden ondernomen en kennis te maken met studenten en medewerkers. De heer Van Ek en mevrouw Thijssen werden herbenoemd voor een periode van vier jaar. Per 1 april2016 is de heer Meulenberg benoemd als lid van de Raad van Toezicht. De heer Brienen zal per 1 juni2016, na drie zittingstermijnen in de raad, afscheid nemen.

Eigen functioneren De Raad van Toezicht houdt toezicht op het College van Bestuur, treedt op als werkgever en staat hetcollege met raad terzijde. In het kader van de eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft deRaad van Toezicht zijn visie op toezicht, het toezichtkader en het toetsingskader geëxpliciteerd. Ditdocument vormt het kader voor de jaarlijkse evaluatie van het eigen functioneren, die het afgelopenjaar onder externe begeleiding heeft plaatsgevonden. In de context van de strategische uitdaging vande hogeschool en de door de hogeschool geformuleerde sturingsfilosofie, zal de Raad van Toezicht in2016 opnieuw stilstaan bij zijn visie op toezicht.

De Raad van Toezicht hecht belang aan het contact met de Hogeschoolraad. In juni 2015 heeft eendelegatie van de Raad van Toezicht een overleg bijgewoond van de Hogeschoolraad met het Collegevan Bestuur, over het Jaarverslag en de Jaarrekening 2014. De jaarlijkse Round Table op 30 september2015 kende als thema ‘Co-creatie?’. De Hogeschoolraad stemde in eerste termijn niet in met deBegroting 2015. Na bemiddeling van de Raad van Toezicht is er begin 2015 een overeenkomst bereikt.

Page 8: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

8 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

Tot slot Hogeschool Utrecht werkt met veel ambitie aan het realiseren van haar doelstellingen en daarmee haarmaatschappelijke opdracht. Dit is een verdienste van haar studenten en medewerkers. De vele veranderingen inspireren, maar vragen ook veel. De juiste balans tussen verandernoodzaak en verandermogelijkheden wordt alleen gevonden in dialoog tussen studenten, medewerkers, externe stakeholders en het College van Bestuur. De raad wenst alle medewerkers en studenten veel succes in2016 en sluit graag af met een welgemeende dank voor alle inspanningen in 2015.

De Raad van Toezicht:Prof. dr. Guus van Montfort (voorzitter vanaf 1 augustus 2015)Drs. Paul de Krom (voorzitter tot 1 augustus 2015, daarna lid )Mr. drs. Kete Kervezee (vice-voorzitter)Drs. Arie Brienen RAProf. Dr. Jan Anthonie BruijnDrs. Jacques van EkDrs. Zakia GuerninaDrs. Paul Meulenberg MREMr. Ingrid Thijssen.

Page 9: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

9 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

Medezeggenschap HUDe HU hecht blijkens ‘Hogeschool Utrecht in 2020’ veel waarde aan de inbreng van medewerkers enstudenten via de medezeggenschapsraden en de opleidingscommissies. In ‘Hogeschool Utrecht in2020’ is de doelstelling vastgelegd om het percentage zetels dat door studenten is bezet, te verhogennaar 90 procent. Dat percentage ligt inmiddels op 87,1 procent.

VerkiezingenIn mei 2015 hebben de tussentijdse verkiezingen voor de medezeggenschapsraden en de opleidings-commissies plaatsgevonden. Bij de tussentijdse verkiezingen zijn er voor de Hogeschoolraad vijf vacantestudentenplekken gevuld, vier vanuit lijst MUST (Medezeggenschap Utrechtse Studenten) en één uit lijstForum.

Missie Hogeschoolraad en bijeenkomsten besturingsfilosofieDe Hogeschoolraad heeft bij aanvang van de huidige zittingsperiode als missie geformuleerd dat de HUzich optimaal ontwikkelt als onderwijs- en onderzoeksinstelling, en daarbij zo veel mogelijk kans geeftaan studenten en medewerkers om hun talenten te leren kennen en te ontplooien. Bevoegdheden kun-nen naar de overtuiging van de raad dan ook het best zo laag mogelijk worden gelegd.

Op 29 april en op 8 juni 2015 heeft de Hogeschoolraad gesproken met het College van Bestuur over debesturingsfilosofie. De door de Hogeschoolraad voorgestane missie komt in grote lijnen overeen metde besturingsfilosofie van het college. De nadruk die de HU wil gaan leggen op teams, een cultuur vanvertrouwen en (interdisciplinaire) samenwerking, is volledig in lijn met de visie van de Hogeschoolraad.Wel signaleert de Hogeschoolraad dat de HU in het recente verleden veel heeft gecentraliseerd engebureaucratiseerd, waardoor de teamontwikkeling nog niet erg van de grond is gekomen. Het bestuurerkent dit ook. In de verdere uitwerking van de besturingsfilosofie zal de Hogeschoolraad het belangvan maximale participatie van medewerkers en studenten bij het veranderproces blijven benadrukken.

Besproken dossiersDe Hogeschoolraad heeft in 2015 onder andere ingestemd met de volgende dossiers: regeling duur -zame inzetbaarheidsuren voor medewerkers, masterverplichtingen docenten, regeling onkosten -vergoeding, fietsregeling, eigendomskeuze nieuwbouw, OER, regeling bestuursbeurzen, onderwijsvisieen ontwerpdimensies, profileringsfonds, opschaling matching en kwaliteitsbeleid onderwijs. Gedurendehet jaar is er ook veel gesproken over huisvesting. Dit betrof onder meer de uitwerking van het nieuwehuisvestingsconcept, waarbij transparantie en flexibele werkplekken uitgangspunten zijn. De Hogeschool raad is actief betrokken geweest bij het opstellen van vragenlijsten voor het Werk -belevings onderzoek in de nieuwe opzet, en ook voor het HU-brede onderzoek naar ervaringen vanmedewerkers en studenten met het nieuwe huisvestingsconcept.

BegrotingDe in 2014 gestarte begrotingsbesprekingen waren zeer intensief en leidden zelfs tot een impasse in debesluitvorming. De raad gaf aan onvoldoende vertrouwen te hebben in de manier waarop de bezuini-gingen bij HU-Diensten gerealiseerd werden. Niet alleen ontbrak het toegezegde harmonisatieplan, ookde signalen die de raad kreeg over onheuse bejegening van personeel en de stijging van de werkdruk,waren redenen waarom de raad niet kon instemmen met de begroting. Daarnaast vroeg de raad zich af wat de bevoegdheden waren/moesten zijn van de Personeelsraad, diena de ontvlechting een veel grotere groep medewerkers vertegenwoordigde, maar die deze rol moestvervullen op basis van een zeer verouderd reglement. Na een geslaagde bemiddeling van de Raad vanToezicht, hebben College van Bestuur en Hogeschoolraad afspraken gemaakt over een onafhankelijkonderzoek naar de bejegening van medewerkers en over een route om te komen tot een betere basisvoor de rol die de Personeelsraad zou moeten vervullen.

JAARVERSLAG HOGESCHOOLRAAD

Page 10: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

10 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

Onderzoek bejegening personeel Onder gezamenlijke regie van het College van Bestuur en de Hogeschoolraad heeft er onderzoekplaatsgevonden naar de onrust onder het personeel. Dit onderzoek is deels uitgevoerd door CorporateControl (meer kwantitatief) en deels door een externe onderzoeker (vooral kwalitatief). Op basis van deresultaten en aanbevelingen in het eindrapport ‘Goed Werkgeverschap Tijdens Transitie’ van onderzoe-ker Lintmeijer zullen nadere beheersingsmaatregelen worden afgesproken. Het college zal deze maatre-gelen ter instemming voorleggen aan de Hogeschoolraad.

Onderzoek Herijking medezeggenschap & tijdelijke voorziening PersoneelsraadHogeschoolraad en College van Bestuur hebben afgesproken gezamenlijk een opdracht te verstrekkenaan een externe adviseur om advies uit te brengen over een tijdelijke voorziening ten behoeve van depersoneelsraad en over de herijking van de medezeggenschap. De opdracht is verstrekt door de werk-groep ‘Regiegroep Redesign Medezeggenschap’ met daarin een vertegenwoordiging vanuit deHogeschoolraad en het College van Bestuur. De opdracht heeft geresulteerd in een tijdelijke voorzie-ning voor de Personeelsraad.

Contacten met de Raad van ToezichtTijdens een gezamenlijke bijeenkomst van Hogeschoolraad en College van Bestuur, in aanwezigheid vaneen aantal leden van de Raad van Toezicht op 24 juni, zijn de jaarcijfers en het jaarverslag 2014 van deHU besproken. Op 30 september heeft de Hogeschoolraad de jaarlijkse Round Table gehouden met deRaad van Toezicht en het College van Bestuur met dit jaar co-creatie als thema. Kernwoorden hierbij zijn‘connect and collaborate’. Lectoren van de HU lieten voorbeelden zien van het ontstaan van innoveren-de producten en diensten als gevolg van co-creatie tussen het onderwijs, het onderzoek en de beroeps-praktijk. De kennis die binnen de HU aanwezig is wordt succesvol gekoppeld aan kennis die in andereorganisaties aanwezig is. De resultaten vinden hun weg naar het onderwijs via minors, afstudeerrichtin-gen en excellentieprogramma’s.

Cees Braas, voorzitter Hogeschoolraad

Page 11: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

11 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

De HU leidt gemotiveerde studenten op van 17 tot 67 jaar. Het gaat dus niet alleen om instromers opde arbeidsmarkt, maar ook om mensen die al werken en hun kennis en vaardigheden willen actualise-ren. Met ons praktijkgericht onderzoek houden we de kwaliteit van de opleidingen op een hoog niveauen leveren we tegelijkertijd een bijdrage aan de Human Capital Agenda van diverse sectoren en aan deinnovatie van de beroepspraktijk.

De sterke verwevenheid van beroepspraktijk, onderwijs en onderzoek is karakteristiek voor onze hoge-school. Als University of Applied Sciences vinden we dat studenten, behalve heel goed onderwijs, praktijkgericht onderzoek nodig hebben om goede beroepsbeoefenaars te worden. We helpen bedrij-ven en instellingen aan oplossingen voor uiteenlopende vraagstukken en de nieuwe kennis en inzichtenzijn weer van belang voor ons onderwijs.

Met vestigingen in Utrecht en Amersfoort zijn we actief in een dynamische regio met een sterke economische motor. Als opleider voor en partner van de beroepspraktijk hebben we impact op demaatschappelijke en economische ontwikkeling van de regio. We werken intensief samen met grote enkleine bedrijven, maatschappelijke organisaties en zorginstellingen, kennisinstellingen, partners in deonderwijsketen en overheden. Via onze afgestudeerden, die door ons goed zijn voorbereid op dearbeidsmarkt, maar ook via ons onderzoek en onze investeringen, leveren we als hogeschool direct een bijdrage aan de concurrentiekracht van de regio en het welzijn van de inwoners.

INTRODUCTIE1

Missie Hogeschool Utrecht is een kennisorganisatie. Door hoogwaardig onderwijs en onderzoek werken

we aan innovatie en professionalisering van de beroepspraktijk en aan de persoonlijke ontwikke-ling van talent. Daarmee dragen we bij aan de sociale, culturele en economische ontwikkeling vaneen open, rechtvaardige en duurzame samenleving. Dat is onze missie.

Collegevoorzitter Jan Bogerd spreekt de genodigden toe op de Jaaropening 2015/2016

Page 12: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

12 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

DE HU IN CIJFERS2

60% 40% OP

OBP

669

2.677

28.445

3.678

231

0

5.000

10.000

15.000

20.000

25.000

30.000

35.000

40.000

2015

35.700

Associate Degree

Bachelor deeltijd en duaal

Bachelor voltijd

Master bekostigd

Master onbekostigd

188

947

3.739

640

98

0

1.000

2.000

3.000

4.000

5.000

6.000

7.000

2015

As

Ba

Ba

Ma

Ma

5.612

TOTAAL AANTAL INGESCHREVEN STUDENTEN

AANTAL GEDIPLOMEERDEN

VERHOUDING LOONKOSTEN OP EN OBP

FINANCIËN

AANTAL LECTOREN, ONDERZOEKERS ENPROMOVENDI

3933%

67%304 98

Lectoren Docenten en andere

onderzoekers

Promovendi

2015

BATEN ¤ 313 MILJOEN

RESULTAAT ¤ 1,2 MILJOEN

SOLVABILITEIT 45%

LIQUIDITEIT 1,15

RENTABILITEIT 0,4%

(Peildatum 31-12-2015)

Page 13: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

13 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

De HU leidt met haar onderwijs niet alleen instromers op maar ook mensen die al werken en hun kennisen vaardigheden willen actualiseren, aanscherpen, verbreden of verdiepen. Ons doel is hen op te leidentot sterk gemotiveerde professionals die gewild zijn op de arbeidsmarkt. Daartoe is het belangrijk datstudenten de opleiding kiezen die bij hen past. De beroepspraktijk is het uitgangspunt van elkeopleiding. Elke opleiding brengt studenten de competenties bij die nodig zijn om te kunnen excellerenop de zich snel ontwikkelende arbeidsmarkt, zoals ondernemendheid, probleemoplossend vermogen encommunicatieve vaardigheid. Binnen hun opleiding moeten studenten de mogelijkheid hebben hunpersoonlijke talent te ontwikkelen en zich te onderscheiden. We willen hen gevarieerd en uitdagendonderwijs bieden dat is verrijkt door onderzoek: met ons praktijkgericht onderzoek houden we hetcurriculum actueel, ontwikkelen we innovaties voor het onderwijs en verbeteren we het onderzoekendvermogen van studenten en docenten.

Anno 2015 telde de HU zo’n 35.700 studenten in ons voltijd en deeltijd bachelor- en masteronderwijs,zo’n 800 minder dan in 2014. Ruim een vijfde van onze studenten is werkend professional. In 2015 stu-deerden er 6.700 studenten aan een van de deeltijdopleidingen van de HU. Daarnaast namen 4.589 stu-denten deel aan een van onze non-degree opleidingen, zo’n 400 meer dan in 2014. In het studiejaar2015 schreven zich bij de HU 7.163 eerstejaars voltijds bachelorstudenten in; 12,8 procent minder danin 2014. Daarmee daalde het marktaandeel van de HU in de voltijd bachelorinstroom. De HU zag in2015 ook haar aandeel in de markt voor deeltijd bacheloropleidingen dalen. De instroomdaling vondmet name plaats bij de economische en de technische opleidingen. De sociale opleidingen registreer-den juist een groei.

De HU geeft bij haar voltijd bacheloronderwijs prioriteit aan het verhogen van het studiesucces vanonze studenten en het stabiliseren van het aantal studenten dat een voltijd bacheloropleiding afrondt.In het post-initiële segment, waaronder het deeltijd bacheloronderwijs, streeft de HU echter naar groei.De HU gaat dan ook structureel meer investeren in de deeltijdopleidingen, vanuit de strategische koersom een leven lang leren mogelijk te maken.

STUDENTEN3

Studenten Software & Information Engineering ontwikkelden in opdracht van het Meander MedischCentrum een succesvolle app

Page 14: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

14 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

De juiste student op de juiste plaatsWe willen dat studenten de opleiding kiezen die bij hen past. Studenten die zich goed hebben georiën-teerd bij hun studiekeuze, hebben meer kans op een succesvolle studieloopbaan en een snelle aanslui-ting op de arbeidsmarkt. Daarom begeleiden we aanstaande studenten bij hun oriëntatie op een studie.Aangemelde studenten doen een digitale intake. Vervolgens worden zij uitgenodigd voor een match-ingsgesprek waarna ze een niet-bindend studieadvies ontvangen. De cijfers van 2015 laten zien dat hoemeer aanstellingsactiviteiten voor de poort worden gevolgd, hoe hoger het studiesucces is. Studentendie zowel hebben deelgenomen aan de open dag, de meeloopdag als de matchingsactiviteit scoren inblok A gemiddeld 8,2 EC (studiepunten), tegenover 7 EC door studenten die alleen aan de open daghebben deelgenomen. Naar aanleiding van de resultaten is besloten om deelname aan matchings -activiteiten in het vervolg als verplichte voorwaarde voor inschrijving te hanteren. Ook zal het modelworden uitgebreid naar de deeltijd en duale opleidingen.

Om de instroom van studenten zo goed mogelijk te laten verlopen, werkt de HU samen met het voort-gezet onderwijs en het mbo. Samen met het voortgezet onderwijs liep wederom het initiatief van de HUen de Universiteit Utrecht, U-Talent, voor de werving van studenten voor de techniekopleidingen envoor de lerarenopleiding Techniek. De Faculteit Economie & Management van de HU ontwikkelde in2015 samen met diverse mbo-instellingen een Keuzedeel voorbereiding hbo. Ambitieuze studenten uithet laatste leerjaar van het mbo maken hierin kennis met de studiewijze op het hbo en gaan projectma-tig aan de slag. Het keuzedeel zal voor het eerst worden aangeboden in 2016. HU Amersfoort werkt intensief samen met onder andere ROC Midden-Nederland en MBO Amersfoort. In2015 trok MBO Amersfoort in bij de HU in Amersfoort en werd de samenwerking geïntensiveerd. In 2015zijn de twee opleidingsinstellingen een verkenning gestart voor doorlopende leerlijnen, waaronderAssociate degree programma’s, om zo meer differentiatie aan te brengen in de opleidingsmogelijkheden.Daaruit bleek dat er zeker mogelijkheden liggen voor zo’n samenwerking. In 2016 zullen deze wordenuitgewerkt in concrete initiatieven.

Ondersteuning tijdens de studieDe HU voelt zich betrokken bij en verbonden met haar studenten. We begeleiden ze tijdens hun studieén in hun voorbereiding op de arbeidsmarkt. Omdat wij duidelijk zijn over onze verwachtingen, wetenstudenten dat er hoge eisen aan hen worden gesteld en dat zij hard moeten werken. Daar staat tegen-over dat wij zorgen voor structuur en ondersteuning. Iedere student bij de HU krijgt studieloopbaan -begeleiding van een docent-coach. Deze helpt om de juiste keuzes te maken tijdens én na de studie.Wanneer gesignaleerd wordt dat een student vertraging oploopt of dreigt op te lopen, krijgt deze extrabegeleiding. Docenten en studenten werken zo samen aan de verhoging van het studiesucces. In de prestatieafspraken die de HU met ingang van 1 januari 2013 sloot met de minister van OCW is deambitie vastgelegd de uitval bij voltijd bacheloropleidingen terug te brengen van 32,3 procent (de nul-meting) tot 32 procent. In 2015 was deze uitval bij de HU 30 procent, waarmee deze norm uit de pres-tatieafspraken dus is behaald. Ook bleef het percentage voltijd bachelorstudenten dat van opleidingswitcht met 9,2 procent onder de prestatieafspraak van 10 procent (en onder de nulmeting van 9,9 pro-cent). Er is echter wel sprake van een stijgende uitval onder voltijd bachelorstudenten ten opzichte van2014, toen de uitval 28,8 procent bedroeg. Tegelijk daalde het hoofdfase-rendement het afgelopen jaarvan 61,1 procent naar 58,8 procent. Daarmee blijft het rendement achter bij de ambitie uit de prestatie-afspraken om het rendement te laten stijgen tot 64 procent in 2015. Er is juist sprake van een daling tenopzichte van de nulmeting (63,2 procent).1 Bij de vijf grote hogescholen in de Randstad zijn risico -groepen bij studiesucces sterker vertegenwoordigd dan het landelijk gemiddelde. In 2015 is bij dezehogescholen, waaronder de HU, de instroom van deze risicogroepen sterk gestegen. Dit heeft de uitval

1 Met accountant PwC zijn afspraken gemaakt over wijze waarop verantwoording Prestatieafspraken-verplichte indicatoren plaats-vindt. Zie hiervoor de bijlage Prestatieafspraken: gebruikte definities verplichte indicatoren onderwijskwaliteit en studie

Page 15: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

15 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

bevordert en het hoofdfase-rendement onderdruk gezet. Bij de deeltijd bacheloropleidingendaalde de uitval, van 38,6 procent in 2014 naar36,5 procent in 2015. Het hoofd fase-rendementdaalde van 71,2 procent naar 68,3 procent. De uit-val bij de masteropleidingen steeg tussen 2014 en2015 van 13,8 procent naar 15,3 procent, maarhier nam het afstudeerrendement toe, van 69,5procent tot 71,9 procent.

Opleiden tot gemotiveerde professionals Het opleiden van toekomstbestendige professio-nals vraagt van ons dat we goed nadenken overde competenties waarover onze afgestudeerdenmoeten beschikken. Zoals het vermogen om zelf-standig te werken en om grote hoeveelhedeninformatie te filteren en te analyseren, ICT-compe-tenties, sociale vaardigheden en het vermogen ommultidisciplinair samen te werken. Studenten diezich deze competenties eigen maakten, trokken in2015 de aandacht met bijzondere projecten dieaansluiten bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Zo wonnen studenten Civiele Techniek op 5 maart2015 de studentengame ColoRED van bouw- enspoorbedrijf Strukton, voor de meest innovatieveoplossing voor een technisch-maatschappelijk pro-bleem. Het team ontwikkelde een systeem waar-mee wegen en paden sneller gelegd kunnen wor-den. Studenten van de Faculteit Maatschappij &Recht participeerden in het project ‘SpringlevendeWijk’ van Academie van de Stad. In dit project,dat in 2015 werd uitgebreid naar de wijkenOvervecht en Nieuw Hoograven, krijgen studen-ten een huurwoning in ruil voor hun professioneleinzet voor het vergroten van de leefbaarheid in dewijk. Studenten van de opleiding Software &Information Engineering ontwikkelden een succes-volle app, in opdracht van het Meander MedischCentrum (MMC) in Amersfoort. Hiermee kunnen

artsen van het MMC snel gegevens uit het Elektronisch Patiëntendossier opvragen en communicerenmet verpleegkundigen. Logopedie studenten van de HU ontwikkelden een beslisboom die verpleegkun-digen helpen in het vroegtijdig signaleren van dysfagie (problemen met slikken). Ze wonnen er op 13november 2015 de Bachelor Logopedie Prijs 2015 mee van de Nederlandse Vereniging voor Logopedieen Foniatrie (NVLF), die met name de waarde voor de beroepspraktijk roemde. Ook studentenEventmanagement brachten hun geleerde kennis en competenties nog tijdens de opleiding in de prak-tijk: met verschillende acties zamelden zij zo’n € 6.200 in voor het goede doel oneMen.

Ondernemendheid bij studentenDe HU hecht veel waarde aan het bijbrengen van ondernemerschap en ondernemend zijn: lerenomgaan met risico’s en complexe vraagstukken en daarin keuzes durven maken. Wij zien dat als een

Geslaagde honoursstudenten van de FaculteitNatuur & Techniek op de Honours Graduation Day

Page 16: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

16 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

belangrijke competentie voor nieuwe professio-nals. Een goed voorbeeld van dit soort ‘onderne-merschap’ is HUmans. Onder deze naam namenenkele studenten in 2015 het initiatief om zich inte zetten voor vluchtelingen. Zo organiseerden zijop 29 december 2015 een voetbaltoernooi voorvluchtelingen bij VV de Meern. Er zijn plannengeformuleerd om deze projectgroep te formalise-ren in een stichting voor maatschappelijke initia-tieven vanuit de HU.

Voor het ondersteunen van ondernemerschap inde meer traditionele zin van het woord lanceerdede HU op 29 oktober 2015 [email protected] zijn bestaande initiatieven gebundeld ophet gebied van ondernemen, waaronderStudentsInc, onderzoek van de HU-lectoraten opdit gebied, en de HU-minor ‘Onderneem het!’.Entrepreneurship@HU stimuleert het aanbiedenvan ondernemerschap in het onderwijs, het star-ten van een eigen bedrijf door studenten en hetdoen van onderzoek op dit gebied. De HU scoort traditioneel landelijk hoog met stu-denten die een bedrijf opzetten. In 2015 haddenstudenten van de opleiding Small Business enRetail Management (SBRM) succes met hun bedrijfROBUUST: in mei wonnen ze de JP Morgan Start-up Award 2015. Zij hadden, met hun in socialewerkplaatsen vervaardigde snijplanken van lokaalgekapt hout, volgens de jury het sterkste productmet de beste groeikansen. Op 30 september 2015wonnen studenten SBRM de NL InnovatorsStudent Challenge. Tijdens de challenge losten destudenten onder begeleiding van experts van NLInnovators diverse vraagstukken op van bedrijvenuit de MKB Innovatie Top 100.

Persoonlijke talenten ontwikkelenMet minors, honourstrajecten en andere extra-cur-riculaire uitdagingen, zoals participatie in wedstrij-den, wil de HU studenten de mogelijkheid biedenzich te onderscheiden van andere studenten. Honoursstudenten, bestuurlijk actieve studenten, cumlaude afgestudeerden, studenten die nominaal twee studies afronden en topsporters die hun sportcombineren met een studie, noemen we excellente studenten. Eind 2015 behoorde 6,8 procent vanonze studenten tot deze groep.2 Daarmee is de ambitie, zoals vastgelegd in de prestatieafspraken metde minister van OCW, gerealiseerd. Die ambitie was het percentage excellente studenten te doen toe-nemen van 1,5 procent in 2013 (nulmeting) tot 6 procent eind 2015. In het percentage van 6,8 procent

Student Werktuigbouwkunde Rosa de Vries won in2015 met deze domtoren de ontwerpwedstrijd‘Het Kekke Rek’

2 Met accountant PwC zijn afspraken gemaakt over wijze waarop verantwoording Prestatieafspraken-verplichte indicatoren plaats-vindt. Zie hiervoor de bijlage Prestatieafspraken: gebruikte definities verplichte indicatoren onderwijskwaliteit en studie

Page 17: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

17 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

excellente studenten zijn bovendien nog niet meegeteld de studenten die de HU ook als Excellentbestempelt: studenten die twee studies volgen en de studenten die hun studie versneld hebben afge-rond. Dit waren in 2015 803 studenten (2,7%).

In ons honoursonderwijs kunnen studenten met aanvullende opdrachten ‘sterren’ behalen waarna zemet een honourscertificaat afstuderen. In 2014 was de instroom in deze trajecten 5,7 procent. In 2015was dat afgenomen tot 5,1 procent. Dit heeft te maken met stringentere eisen met betrekking tot deregistratie van honoursstudenten. Er is in 2015 een basistraining honoursdidactiek voor docentengestart, die hen helpt meer studenten te betrekken bij het honoursonderwijs. Ook heeft de HU in 2015het aantal honourstrajecten vergroot. Zo is op de Faculteit Economie & Management een nieuwChallenge Programma gestart waarin vijf grote ondernemingen participeren. HU Amersfoort trok veelaandacht met ‘Anders kijken’, een nieuw, gedeeld honoursprogramma van vier faculteiten. Studentenvan verschillende opleidingen werken er samen om maatschappelijk vraagstukken aan te pakken. Zowelbewonersinitiatieven als politieke partijen reageerden in 2015 enthousiast en droegen bijzonder veelprojecten aan, waar de studenten zelf een keuze uit maakten.

Ook buiten het honoursprogramma liggen er extra kansen voor HU-studenten. Zo ontvingen twee studenten Financial Services Management op 16 maart 2015 uit handen van minister Dijsselbloem vanFinanciën een Wft-diploma, een kwaliteitskeurmerk dat de meeste financieel adviseurs pas tijdens hunloopbaan behalen. De HU was als enige hogeschool met studenten vertegenwoordigd bij de uitreiking.Ook werden zes studenten Chemie en vier studenten Chemische Technologie in 2015 toegelaten tot detalentenprogramma’s van de Topsector Chemie, opgezet in samenwerking met bedrijven en kennisin-stellingen. Hier worden landelijk slechts zo’n veertig studenten voor aangenomen.

MedezeggenschapDe HU kent een traditie van relatief grote studentparticipatie. Er wordt veel waarde gehecht aan eenactieve dialoog met studenten. Deze draagt bij aan een constante innovatie en kwaliteitsverbeteringvan het onderwijs en de processen daaromheen. Een belangrijke rol is weggelegd voor studenten diedeel uitmaken van de medezeggenschap. De HU telt een centrale medezeggenschapsraad, zes facultai-re raden, een personeelsraad en bijna vijftig opleidingscommissies. In 2015 was 99,6 procent van de

Minister Dijsselbloem reikt Wft-diploma's uit aan studenten Financial Services Management

Page 18: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

18 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

studentzetels in de medezeggenschap bezet. Daarmee is het percentage aanzienlijk gestegen tenopzichte van 2014 (87,2 procent) en zet de groei sinds 2012 (75,6 procent) door. De prestatieafspraakbetreffende medezeggenschap met het ministerie van OCW, een bezettingsgraad van ten minste 80procent eind 2015, is daarmee behaald. Om dit te bereiken, heeft de HU diverse acties ondernomen.Zo maakte het College van Bestuur in 2015 een rondgang langs alle opleidingscommissies en waren ertwee weekenden - de Spring Course en de Autumn Course - voor bestuurlijk actieve studenten. Veel studentenorganisaties in Utrecht ontvangen bestuursbeurzen ter compensatie voor eventuele studievertraging die studenten oplopen door de werkzaamheden voor hun organisatie. De vreesbestond dat deze studenten zouden worden gedupeerd door de invoering van het leenstelsel, dat stu-deren duurder maakt waardoor ook studievertraging de studenten meer geld zou gaan kosten. Om ditop te vangen, hebben de HU en de Universiteit Utrecht in 2015 - voorafgaand aan het nieuwe college-jaar - ingestemd met een verhoging van de beurzen voor bestuurlijk actieve studenten.

Studenten helpen op de open dagen

Page 19: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

19 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

De HU heeft in haar strategische visie, Hogeschool Utrecht in 2020, een ambitie vastgelegd die verderreikt dan de prestatieafspraak met het ministerie van OCW op participatie: de HU streeft naar eenbezettingsgraad in 2020 van 90 procent in de medezeggenschapsraden. De HU zal zich de komendejaren dan ook onverminderd inzetten voor een hogere participatie van studenten in deze raden.

Participatie in de organisatieStudenten worden als co-creatoren betrokken bij de bedrijfsvoering van de HU. Zo startten in april 2015de directie van HU Amersfoort, de wethouder van de gemeente Amersfoort en bestuurlijk actieve stu-denten samen een nieuw overleg, Amersfoort Link, waarin gekeken wordt naar kansen voor samenwer-king in de regio. In november 2015 is bij HU Diensten een studentenpanel van start gegaan dat mee-denkt over alle aspecten van de ondersteuning van ons onderwijs en onderzoek. Op de gerenoveerdeHU-locatie Heidelberglaan 7 hebben twee studieverenigingen de stichting Het 7de opgericht, die hetaldaar gevestigde Science Café het 7de uitbaten. En op 19 maart 2015 organiseerde de medezeggen-schapspartij MUST, naar aanleiding van de studentenprotesten in Amsterdam, een open dialoog op deHU over transparantie en democratisch bestuur. Hierbij waren alle faculteitsdirecteuren en het voltalligeCollege van Bestuur aanwezig.

Studenten waren ook als co-creatoren betrokken bij ons onderwijs. Zo hebben studenten van deFaculteit Communicatie & Journalistiek in 2015 een overeenkomst getekend waarin zij zich committerenaan het redesign van de opleidingen. Zij zullen zich hier met diverse taken een jaar lang voor inzetten.Ook vanuit de minor Project van je Leven hebben studenten zich ingezet voor onderwijsinnovatie. Zijorganiseerden op 29 september 2015 een bijeenkomst in de reeks Onderwijs staat Centraal, waarinkennis en ervaringen over onderwijsinnovatie werden gedeeld met medewerkers en er ruimte was voordiscussie. Daarnaast is er binnen het Programma Onderwijsinnovatie een studentenpanel opgericht datstructureel meedenkt over de didactische en inhoudelijke vernieuwing van ons onderwijs.

StudieverenigingenIn 2015 waren zo’n zesduizend studenten lid van een studievereniging, waarmee hun aantal gelijk isgebleven. Er waren achttien studieverenigingen, één meer dan in 2014. Erbij kwamen Escape(International Communication and Media, Faculteit Communicatie & Journalistiek) en EYE (Pabo,Faculteit Educatie). De faculteitsvereniging Cabo Bianci en studievereniging Ingenium (Faculteit Natuur& Techniek) fuseerden tot studievereniging Ingenium Cabo Bianci.

Studie en topsportOok het bieden van mogelijkheden om topsport te beoefenen, ziet de HU als een belangrijke stimule-ring voor talent. De HU stelt hier een aantal voorzieningen voor beschikbaar, zoals begeleiding bij hetplannen van de studie en financiële ondersteuning als er studievertraging wordt opgelopen door hetsporten op topniveau. In 2015 maakten - net als voorgaande jaren - zo’n 83 studenten gebruik van dezevoorzieningen. Op 2 november 2015 ondertekenden de HU, ROC Midden Nederland, MBOAmersfoort, MBO Utrecht en de Universiteit Utrecht een samenwerkingsovereenkomst met deVereniging Sport Utrecht (VSU). Doel van dit convenant is om meer samen te gaan werken, elkaar teinformeren en elkaar te versterken op het gebied van onderwijs en topsport. Om sportende studentenbeter te kunnen informeren, is er in 2015 een nieuwe website online gegaan over ons topsportbeleid.Studenten van de HU behaalden in 2015 diverse topsportsuccessen. Zo won Pabostudent Isra Ou-Aissadrie keer goud op het EK Wado karate en werd student Fysiotherapie Lieke van Wijk met haar zaal -hockeyteam Europees Kampioen, terwijl fysiotherapiestudent Nerida Drewes met haar team zilver haal-de op het EK waterpolo. Bij de start van de Tour de France in Utrecht, op 4 en 5 juli 2015, liepen HU-studenten stage bij de tourorganisatie. Ook deed de HU onderzoek naar de impact van de tourstart opde stad en organiseerde de tourorganisatie een gastcollege bij de HU-minor Sportmanagement.

Page 20: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

20 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

StudententevredenheidIn 2015 zette de stijgende lijn in studenttevredenheid door, zo blijkt uit de resultaten van de NationaleStudenten Enquête. De thema’s die HU-studenten het hoogst waarderen zijn stage-ervaring, studieom-geving, groepsgrootte, algemene vaardigheden, voorbereiding beroepsloopbaan, docenten, weten-schappelijke vaardigheden, inhoud, toetsing en beoordeling. Opvallend is de significante stijging op hetthema Wetenschappelijke Vaardigheden. De ontwikkelingen binnen opleidingen met betrekking tot hetvergroten van onderzoeksvaardigheden en het vergroten van de onderzoekscomponent werpen hierduidelijk hun vruchten af. Het thema Studierooster toont de grootste daling. Deze daling is hoofdzake-lijk veroorzaakt door de (tijdelijke) herhuisvesting van diverse faculteiten, die een extra uitdaging vormtbij het roosteren. Hierdoor waren er in 2015 na oplevering van de roosters nog veel roostermutaties. Ditwordt opgepakt binnen het HU-project Transitie Onderwijslogistiek. De verwachting is dat hierdoor endoor gewenning aan de huidige locaties de tevredenheid op het thema Studierooster komend jaar zalstijgen.

AlumniDe HU beschouwt haar alumni als partners in de beroepspraktijk en wil het contact met hen graag ver-stevigen en structureel maken. Op faculteitsniveau en opleidingsniveau zijn er diverse alumninetwerken,waarvoor ook in 2015 diverse netwerkbijeenkomsten en alumnidagen werden georganiseerd. De HUonderkent echter dat er nog te veel alumni zijn waarmee geen contact wordt onderhouden of waarmeeverdere verdieping van het contact nodig is om tot structurele samenwerking te kunnen komen. Voor haar afscheid op 1 juli 2015 had collegevoorzitter Geri Bonhof alumni uitgenodigd om over hunervaringen te vertellen; zij formuleerde haar afscheidsrede op basis van die ervaringen. Als passendafscheidscadeau werd bij deze gelegenheid een alumnivereniging opgericht voor de hele HU, hetBestuurlijk Actief Alumninetwerk (BAAN). Hoe vergaat het deze alumni? Uit de HBO-monitor 2015, eenonderzoek dat in opdracht van de Verenging Hogescholen jaarlijks plaatsvindt onder recent afgestu-deerden van hogescholen, blijkt dat de werkloosheid onder pas-afgestudeerden van de HU is gedaaldnaar 3,3 procent, tegenover 4,4 procent in 2014 en 5,4 procent landelijk. Ook zijn alumni van de HUmeer gaan verdienen; gemiddeld 15 euro per uur, tegenover 14,70 euro in 2014 en 13,56 euro landelijk.De tevredenheid over de gevolgde opleiding is ook licht gestegen ten opzichte van 2014 maar ligt nogiets onder het landelijk gemiddelde.

Tijdens haar afscheid als collegevoorzitter besteedde Geri Bonhof veel aandacht aan de alumni

Page 21: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

21 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

De tevredenheid van alumni over hun voltijd bacheloropleiding bij de HU komt in de HBO-monitor 2015uit op een 6,7. In de prestatieafspraken met het ministerie van OCW had de HU zich gecommitteerdaan een score van 7,0 in 2015. Dit heeft de HU dus niet weten te behalen. Wel is de tevredenheid lichtgestegen ten opzichte van de HBO-monitor 2014. De beoordeling van alumni van masteropleidingen bijde HU is overigens een stuk hoger dan de beoordeling van de bacheloropleidingen, vooral wat betreftde algemene tevredenheid over de gevolgde opleiding.

Leren in de praktijk bij de opleiding Technische Bedrijfskunde

Page 22: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

22 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

Het onderwijs van de HU is van goede kwaliteit, verweven met ons praktijkgericht onderzoek en stevigverbonden met de beroepspraktijk. De loopbaan van professionals staat centraal: we helpen hengedurende hun hele carrière hun kennis en kunde te verbreden en verdiepen, en spelen zo in op desnel veranderende functies in de beroepspraktijk. We leiden op tot reflectieve professionals dieevidence based werken, het vermogen hebben om te reflecteren en te abstraheren en in staat zijnactuele praktijkkennis te combineren met theoretische kennis. Studenten leren nieuwe kennis teontwikkelen en toe te passen, zodat ze als professionals hun beroepspraktijk voortdurend kunnenblijven vernieuwen.

De HU bood in 2015 63 voltijd bacheloropleidingen aan waarvan 47 ook in deeltijd waren te volgen.Daarnaast boden we 25 deeltijd masteropleidingen, 147 minors en 564 post-bachelor-cursussen enmodules aan. We ontwikkelen ons onderwijs in co-creatie met de beroepspraktijk, die tevens onze part-ner is in praktijkgericht onderzoek. Dat doen we in professionele (business) communities waarin onder-wijs, onderzoek en werkveld met elkaar verweven zijn. Zowel de expertise uit de beroepspraktijk als deresultaten van ons onderzoek worden ingebracht in het onderwijs. Zo spelen we hiermee in op actueleén toekomstige ontwikkelingen uit de beroepspraktijk.

Aansluiting op de arbeidsmarktEen goed voorbeeld hiervan is de samenwerking van de opleiding HBO-ICT met softwarebedrijf AFAS.Studenten ontwikkelden voor hen in 2015 een mobiele applicatie, AFAS Pocket, die administratieveprocessen binnen een bedrijf helpt te automatiseren. De app is inmiddels opgenomen in het aanbodvan AFAS en wordt door AFAS-klanten intensief gebruikt. Zowel de opleiding en AFAS als de studentenwaren zeer tevreden over het verloop van de samenwerking.In februari 2015 startte de HU de nieuwe master Forensisch Sociale Professional, de eerste hbo-masterin Nederland voor professionals in het werkveld van het justitieel kader die een sleutelrol spelen in hetterugdringen van recidive. De master kwam tot stand op verzoek van en in samenwerking met het werk-veld. Ook de Faculteit Educatie ontwikkelde in 2015 nieuw onderwijs met het oog op ontwikkelingen inde beroepspraktijk: vanaf het studiejaar 2015/2016 is het mogelijk om bij de lerarenopleidingen van deHU een speciaal traject te volgen waarmee in vijf jaar twee onderwijsbevoegdheden (voor twee vakkenof voor één vak op twee onderwijsniveaus) zijn te behalen. De HU wil zo meer flexibel inzetbare docen-

ONDERWIJS4

Een HU-student houdt een presentatie bij UtrechtInc, de Utrechtse community voor startups

Page 23: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

23 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

ten opleiden, iets waar uit het beroepenveld veel belangstelling voor is. Bij de Faculteit Natuur &Techniek zijn in 2015 zes bouwopleidingen samengevoegd tot één bachelor Built Environment. Hiermeewil de HU, naar wens van de beroepspraktijk, breed opgeleide ingenieurs afleveren die in staat zijn multidisciplinair samen te werken en zo de complexe stadsproblemen van de toekomst op te lossen. Deopleiding is van start gegaan met ingang van het collegejaar 2015/2016.

Ook de opleiding verpleegkunde van de Faculteit Gezondheidszorg vernieuwt om de aansluiting op dearbeidsmarkt te behouden. Op 28 januari 2015 presenteerden de zeventien Nederlandse hogescholenmet een verpleegkundeopleiding gezamenlijk een nieuw opleidingsprofiel, bachelor of nursing. Defocus van verpleegkundigen is de afgelopen jaren steeds meer verschoven van ziekenzorg naar hetbevorderen van gezondheid en gezond gedrag; het nieuwe profiel sluit hier op aan. Alle bachelor -opleidingen verpleegkunde, waaronder die van de HU, zijn in 2015 gestart met het aanpassen van hetcurriculum op het nieuwe profiel.

Verweven met onderzoekWij willen onze studenten opleiden tot reflective practitioners en hen de competenties bijbrengen waar-mee ze hun beroepspraktijk kunnen blijven vernieuwen. Daarom maakt onderzoek bij de HU altijd deeluit van het curriculum. Diverse studenten wisten zich in 2015 te profileren met onderzoek (ziePraktijkgericht Onderzoek, ‘Onderzoek versterkt het onderwijs’). Om de effectiviteit van hun onderzoekverder te bevorderen, heeft het HU-lectoraat Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek, samen metde afdeling Onderwijsadvies & Training van de Universiteit Utrecht, in 2015 een cursus afstudeer -begeleiding ontwikkeld voor docenten in het hbo. De cursus behandelt het begeleiden van het onder-zoeksproces bij studenten en de beoordeling daarvan tijdens het afstudeerproces, en is bedoeld vooralle hbo-instellingen in Nederland. Het lectoraat gaat onderzoek verrichten naar de effecten van de cursus. Voor medewerkers van de HU zelf start een vergelijkbare cursus binnen het ExpertisecentrumDocent HBO, uitgevoerd door het HU-lectoraat Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek.

Een bijzonder project in 2015 waarmee studenten werden gestimuleerd als reflective practitioners tedenken en werken, was de Week van het Nachtkastje (november 2015). Onder begeleiding van vijftiendocenten en diverse bedrijven werkten zestig studenten aan een idee dat al tijden lag te wachten op

AFAS Pocket, de succesvolle app die studenten HBO-ICT in 2015 ontwikkelden voor AFAS

Page 24: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

24 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

uitvoering. De Week van het Nachtkastje was dit jaar voor het eerst in samenwerking met deHogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU).

Onderwijs van 17 tot 67Om een leven lang leren mogelijk te maken, moet ons onderwijs niet alleen inhoudelijk aansluiten op deberoepspraktijk en op ons praktijkgericht onderzoek, maar ook didactisch en praktisch. We willen ruimtebieden aan beginnende en werkende professionals om te kunnen variëren in leerstijlen, het tempowaarin ze de studie doorlopen, en in inhoudelijke profilering. Daarom richt de HU haar opleidingenopnieuw in, ondersteund door ons Programma Onderwijsinnovatie, waarbinnen alle activiteiten op hetgebied van didactische en inhoudelijke onderwijsvernieuwing bij de HU zijn belegd. De strategische koers van de HU was ook in 2015 gericht op het stabiliseren van het aantal studentendat een voltijd bacheloropleiding afrondt en het vergroten van het aantal werkenden dat een bachelor-of masteropleiding volgt. Het aantal werkenden dat bij de HU een opleiding volgde, is desalniettemingedaald ten opzichte van 2014. Dit heeft vooral te maken met een landelijke daling van het aantal wer-kenden dat bij reguliere HO-instellingen deeltijd bacheloropleidingen volgt. We verwachten dat onzehuidige heroriëntatie op de markt, waarbij we op basis van kwaliteit en economisch rendement onsassortiment evalueren, ons marktaandeel de komende jaren zal helpen groeien. Ook werkt de HU aanhet uitbreiden van haar marketinginspanningen, om het post-initieel onderwijs breder bekend te makenbij de doelgroepen.

Visie op onderwijsLeidend bij de vernieuwing van ons assortiment is onze onderwijsvisie. Op 13 mei 2015 stemde de cen-trale medezeggenschap van de HU, de Hogeschoolraad, in met de nota ‘HU onderwijsvisie en ontwerp-dimensies’. De visie, Onze wereld van morgen: Visie op onderwijs, is gekoppeld aan een set van veer-tien ontwerpdimensies voor het onderwijs aan alle opleidingen en vormt daarmee de basis voor onder-wijsinnovatie op de HU. Sinds april 2015 organiseert het Programma Onderwijsinnovatie van de HUregelmatig dialoogsessies met medewerkers en studenten om de visie te bespreken en ervaringen metonderwijsinnovatie te delen.

De instituutspleinen spelen een belangrijke rol binnen de nieuwe huisvesting, als plek voor ontmoetingen samenwerking

Page 25: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

25 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

Succes met blended learningMet onder meer blended learning, een combinatie van face-to-face onderwijs, online leren en leren opde werkplek, spelen we in op de onderlinge verschillen tussen studenten. Deze vorm van onderwijszorgt voor verdieping van de lesstof en van het contact tussen student en docent. Studenten kunnenmet blended learning flexibel onderwijs op maat volgen. Daarmee springt de HU in op een groeiendevraag naar meer mogelijkheden voor persoonlijke profilering en naar studiemogelijkheden die aanslui-ten bij de beroepspraktijk en de persoonlijke agenda van professionals. Op 19 januari 2015 presenteer-den studenten en docenten van de HU hun ervaringen met en ideeën over blended learning aan minis-ter Jet Bussemaker van OCW. Zij deed in het kader van de HO tour (Hoger Onderwijs tour) het UtrechtScience Park aan, op zoek naar ideeën voor toekomstbestendig en uitdagend hoger onderwijs. Deopbrengsten van de gesprekken in de HO tour zijn meegenomen in de Strategische Agenda hogeronderwijs, onderzoek en wetenschap, die in de zomer van 2015 is verschenen. Zo heeft blended lear-ning een belangrijke plek gekregen in de strategische agenda.

Internationale oriëntatie in curriculumDe arbeidsmarkt is steeds internationaler georiënteerd. Elk jaar kunnen onze eigen en buitenlandse stu-denten in de zomer internationale cursussen volgen aan de Utrecht Summer School, waarin de HUsamenwerkt met de Universiteit Utrecht en Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Ook hebben studen-ten binnen onze opleidingen de mogelijkheid een studie of stage in het buitenland te doen. Het aantalHU-studenten dat een periode voor studie in het buitenland verblijft, stijgt al jaren. In 2015 gingen 488studenten via ons International Office voor studie naar het buitenland, waar een jaar eerder 473 studen-ten voor studie de grens over gingen. Het werkelijke aantal ligt echter nog hoger, aangezien er ookopleidingen zijn die zelfstandig een buitenlandervaring voor hun studenten organiseren.In totaal studeerden 1093 studenten uit het buitenland in 2015 een korte of langere periode aan de HU.Hun aantal stijgt al sinds 2012. 650 van hen volgden in 2015 een volledige bacheloropleiding. Dat is eenstijging van 70 studenten ten opzichte van 2014. In 2015 startte de opleiding Teacher Education, waar-mee er nu drie Engelstalige bacheloropleidingen zijn bij de HU. Het aantal inkomende exchange stu-denten dat een korte periode aan de HU komt studeren als onderdeel van hun (buitenlandse) opleiding,is ten opzichte van 2014 ook gestegen (443 in 2015 tegenover 405 in 2014).

Blended learning vergroot de mogelijkheden voor individueel contact met de student

Page 26: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

26 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

Internationale titulatuurSommige titels die hbo-opleidingen tot nu toe afgaven, zijn onbekend buiten Nederland en zorgendaarmee voor onduidelijkheid op de internationale arbeidsmarkt. Daarom gaat de HU, net als andereNederlandse hbo-instellingen, stapsgewijs over naar een 100 procent internationale titulatuur. Metname de Faculteit Natuur & Techniek heeft geconstateerd dat de behoefte vanuit het werkveld naardeze internationale titulatuur zeer groot is. Afgestudeerden van de opleidingen van deze faculteitmogen sinds 1 september 2015 de titel ‘Bachelor of Science’ of ‘Master of Science’ voeren. Andereopleidingsclusters zullen volgen.

ContacturenIn de prestatieafspraken die de HU in 2013 sloot met de minister van OCW is de doelstelling vast -gelegd dat eind 2015 elke opleiding minimaal twaalf uur per week in het programma moet hebbenopgenomen waarin er (fysiek, niet virtueel) contact is tussen docenten en studenten. Bij de nulmetingvoldeed 40 procent van onze voltijd bacheloropleidingen aan deze norm. Inmiddels hebben alle voltijdbacheloropleidingen minimaal 12 contacturen per week opgenomen in het programma, waarmee vol-doende onderwijsintensiteit is gegarandeerd en aan de prestatieafspraak is voldaan.4

Docenten: ook zelf blijven lerenGoed onderwijs is enkel mogelijk met een uitstekend docentencorps. Het is belangrijk dat degenen dieonze studenten door hun studie heen leiden, weten hoe zij moeten lesgeven, inspireren en stimuleren.De HU heeft in 2015 wederom veel geïnvesteerd in de deskundigheidsbevordering van haar docenten.In de prestatieafspraken, die de HU in 2013 met de minister van OCW sloot over de periode tot eind2015, is de ambitie vastgelegd dat eind 2015 86 procent van onze docenten minimaal over een master-graad moeten beschikken. Bij de nulmeting was dat 72,5 procent.4 De HU zal vóór 1 september 2016rapport uitbrengen over deze doelstelling. Overigens reiken onze eigen ambities nog verder: in de stra-tegische agenda ‘Hogeschool Utrecht in 2020’ hebben wij de ambitie opgenomen dat alle docentenminimaal een mastergraad moeten hebben, uitgezonderd docenten met een vrijstelling. Het percentagedocenten met een PhD is in 2015 toegenomen, naar 11,1 procent.

Het Expertisecentrum docent HBO speelt een belangrijke rol bij het aanbieden van interne opleidingenvoor docenten. Het centrum richt zich daarbij in het bijzonder op de didactische bekwaamheid en biedtonder andere trajecten aan die leiden tot een certificering Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid.In 2015 hebben circa 500 docenten deelgenomen aan een of meer door het Expertisecentrum docentHBO uitgevoerde professionaliseringactiviteiten.

Versterking van examencommissies en toetsingTer verdere professionalisering van de examencommissies hield de HU op 5 oktober 2015 een drukbe-zochte en succesvolle miniconferentie voor alle leden van deze commissies. Centraal stond de rol vande examencommissies bij veranderend onderwijs. Deze miniconferentie zal voortaan jaarlijks wordengeorganiseerd.In 2015 namen 108 docenten van de HU deel aan de Basiskwalificatie Examinering (BKE) van hetExpertisecentrum docent HBO. 35 docenten hebben de BKE in 2015 behaald, de rest verwacht het tra-ject in 2016 af te ronden. In 2015 is ook een Senior Kwalificatie Examinering (SKE) ontwikkeld. Eind2015 zijn 21 docenten gestart met de pilot van dit SKE-traject. De pilot loopt tot medio 2016. Daarnastart het Expertisecentrum docent HBO met de reguliere SKE-trajecten. Ook komen er in 2016 meermogelijkheden voor tot maatwerk ingevulde leerlijnen.

4 Met accountant PwC zijn afspraken gemaakt over wijze waarop verantwoording Prestatieafspraken-verplichte indicatoren plaats-vindt. Zie hiervoor de bijlage Prestatieafspraken: gebruikte definities verplichte indicatoren onderwijskwaliteit en studie

Page 27: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

27 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

De HU is actief betrokken bij de activiteiten vanhet landelijk netwerk BKE/SKE waaraan inmiddelsbijna alle hogescholen deelnemen. Eén van deactiviteiten binnen dit netwerk is het uitwerkenvan wederzijdse validatie en wederzijdse erken-ning om de kwaliteit van de BKE- en SKE-trajectente kunnen garanderen. In 2015 is het BKE-trajectvan de HU door collega’s van twee andere hoge-scholen van feedback voorzien en op basis daar-van verbeterd.

KwaliteitDe Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie(NVAO) heeft in 2015 een besluit genomen overtien accreditatieaanvragen van de HU. Zevenbacheloropleidingen en drie masters kregen eenverlenging van hun accreditatietermijn met zesjaar: de bacheloropleidingen LeraarBasisonderwijs, Business Management, SmallBusiness and Retail Management, HBO-Rechten,Integrale Veiligheidskunde, Technische

Bedrijfskunde en Elektrotechniek, en de masteropleidingen Projectmanagement, Physician Assistant, enAdvanced Nursing Practice. Met de beoordeling ‘goed’ was er extra lof voor de opleiding SmallBusiness and Retail Management.In 2015 formuleerde de HU zelf een nieuw kwaliteitsbeleid, voor de totstandkoming van assortiments-voorstellen. In combinatie met de start van facultaire programmamanagers en assortimentscoördinato-ren heeft deze een duidelijke impuls gegeven aan de assortimentsontwikkeling. Doordat dit jaar nietalleen master- en bacheloropleidingen maar ook minors en exchange-programma’s zijn meegenomen inde assortimentsbeschouwing, is de samenhang in het assortiment bovendien vergroot.

Resultaten KeuzegidsJaarlijks brengt het Centrum voor Hoger Onderwijs Informatie (CHOI) Keuzegidsen uit waarin het eenkritische kwaliteitsvergelijking maakt van opleidingen. Doel is zowel aanstaande studenten informatie teverschaffen als de opleidingen feedback te geven op hun functioneren. In de Keuzegids Masters 2015,die maart 2015 verscheen, werd de HU beoordeeld als beste aanbieder van masteropleidingen onderde vijf grote hogescholen. De masteropleiding Zorgtraject Ontwerp en de Master of Informatics werdenals zeer goed beoordeeld en krijgen het predicaat ‘topopleiding’. De HU neemt de negende plaats in op de ranglijst van grote hogescholen in de Keuzegids HBO 2016,die in september 2015 is gepubliceerd. De HU wordt gemiddeld beoordeeld, waarbij de score een lich-te daling vertoont ten opzichte van 2014. Dit is te verklaren door het feit dat dit jaar voor het eerstenkel voltijd bacheloropleidingen werden beoordeeld en niet langer de deeltijd opleidingen werdenmeegenomen: de HU scoorde voorgaande jaren juist iets hoger op de deeltijd opleidingen.

Op het gebied van studiesucces scoort de HU beter dan de andere grote Randstadhogescholen. Debacheloropleiding Medische Hulpverlening krijgt met 80 punten het predicaat ‘topopleiding’. De oplei-ding was in 2015 juist negatief in het nieuws omdat studenten moeilijk een stageplek konden vinden. Inde Keuzegids HBO 2016 is dat terug te zien in het oordeel van studenten over loopbaanvoorbereiding,maar verder tonen ze zich juist zeer tevreden over deze opleiding.

Tijdens de First Lego League maken HU-studentenscholieren enthousiast voor techniek

Page 28: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

28 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

Met praktijkgericht onderzoek werkt de HU aan oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken.Vraagstukken die worden aangedragen door onze partners uit de beroepspraktijk. Met het onderzoekzorgt de HU dat het onderwijs vakinhoudelijk van hoge kwaliteit blijft en aansluit bij actuele vraagstukkenuit de beroepspraktijk. Zo leveren we een bijdrage aan de innovatie van de beroepspraktijk en genererenwe impact op de economische en maatschappelijke ontwikkeling van de regio. Ook helpt ons onderzoekstudenten optimaal voor te bereiden op een beroepspraktijk die voortdurend en in hoog tempoverandert. Om dit te realiseren, is het van groot belang dat zowel docenten als studenten participeren inonderzoek en dat dit onderzoek van hoge kwaliteit is.

De zes faculteiten van de HU leiden op voor een breed spectrum van beroepen. Elke faculteit is in hetonderzoek vertegenwoordigd door een kenniscentrum, bestaande uit diverse lectoraten. Deze lectora-ten en centra werken multidisciplinair samen aan het beantwoorden van uiteenlopende vraagstukken uitde beroepspraktijk. Om onze onderzoekscapaciteit en daarmee onze impact niet te laten versnipperen,heeft de HU in 2014 en 2015, in samenspraak met haar stakeholders, gewerkt aan een duidelijke profi-lering. Het profiel dient als investeringsagenda voor de toekomst: waar liggen de grootste kansen voorde beroepspraktijk en dus voor ons onderzoek en onderwijs? Centraal in het nieuwe profiel staat hetleveren van een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van het leven in onze stedelijke omgeving; eeninnovatieve, gezonde, duurzame en inclusieve stad. Daarbij leggen we de nadruk op een multidiscipli-naire aanpak. (Lees meer over het profiel in het hoofdstuk Organisatie.)

Meer focus in onderzoek en het delen van die focus met strategische partners is niet enkel een wensvan de HU. Ook op landelijk niveau wordt getracht de impact van onderzoek op deze wijze te verho-gen. In 2014 gaf het kabinet Rutte II de kenniscoalitie NWA opdracht een verbindende agenda vooronderzoek in Nederland te ontwikkelen: de Nationale Wetenschapsagenda. Zowel het College vanBestuur van de HU als diverse van onze lectoren hebben in 2015 bijgedragen aan de totstandkomingvan de Nationale Wetenschapsagenda. Ook hebben de HU en de Hogeschool van Amsterdam inputvoor de Nationale Wetenschapsagenda opgehaald bij de beroepspraktijk, deskundigen en onderzoe-kers, en uiteindelijk tien aandachtspunten geformuleerd voor de Nationale Wetenschapsagenda. Dezegingen over technologie en ICT en hoe zij kunnen bijdragen aan een duurzame, innovatieve, stedelijkeomgeving. Een aantal lectoren vanuit het hbo, onder wie HU-lector Marieke Schuurmans, was in juni

PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK5

Diverse docenten volgden in 2015 de nieuwe cursus afstudeerbegeleiding van onderzoeksprojecten

Page 29: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

29 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

2015 betrokken bij de ordening en clustering van alle ingebrachte aandachtspunten. Eind november2015 werd de Nationale Wetenschapsagenda aangeboden aan de bewindslieden van het ministerie vanOCW en het ministerie van Economische Zaken.

Lectoren en lectoratenEind 2015 telde de HU 39 lectoren (een meer dan in 2014) en 29 lectoraten (een minder dan in 2014).Het lectoraat Vernieuwend Vastgoedbeheer (Kenniscentrum Technologie & Innovatie) is per 1 februari2015 opgegaan in het lectoraat Nieuwe Energie in de Stad. Het lectoraat Extended Enterprise Studies(Kenniscentrum Technologie & Innovatie) kreeg een bredere opzet en gaat sinds 15 december 2015 ver-der onder de naam Digital Smart Services. Bij de continuering van het lectoraat Crossmedia Business(Kenniscentrum Journalistiek & Communicatie) werden op 1 oktober 2015 twee nieuwe lectoren aange-steld, dr. Lotte Willemsen en dr. Hans Bouwknegt.In 2015 zijn ook voorbereidingen getroffen voor een bijzonder lectoraat Jeugd. In december 2015 ont-ving de HU hier subsidie voor van de provincie Utrecht. De plannen voor dit lectoraat worden in 2016verder uitgewerkt.

Middelen voor onderzoekIn 2015 besteedde de HU 13.661.676 euro aan onderzoek vanuit de reguliere bekostiging door hetministerie. Uit externe middelen ontving de HU in 2015 3,66 miljoen euro voor haar praktijkgerichtonderzoek, waarmee de externe middelen nagenoeg gelijk zijn gebleven ten opzichte van 2014.Twee projecten ontvingen in 2015 een prestigieuze RAAK-PRO subsidie: ‘De werkalliantie in hetgedwongen kader’ van het Kenniscentrum Sociale Innovatie ontving een subsidie van € 700.000,- vooronderzoek naar een goede samenwerkingsrelatie tussen cliënten in de reclassering en professionals, alsbegeleiding plaatsvindt met drang en dwang. Het project 2REAL-GUTS van het lectoraat InnovativeTesting in Life Sciences & Chemistry ontving een SIA RAAK-PRO-subsidie van € 650.000,-. Dit projectgaat twee natuurgetrouwe, dierproefvrije modellen van de darmen geschikt maken voor onderzoek naargezonde en veilige voeding. Verder ontving het project The Network is the Message in 2015 een RAAK-MKB subsidie en werden dat jaar aan drie HU-docenten NWO promotiebeurzen verstrekt.

Onderzoek innoveert de beroepspraktijkHet onderzoek van de HU versterkt de beroepspraktijk in de regio. Een voorbeeld hiervan uit 2015 ishet onderzoeksproject Solace, waarin drie lectoraten van de HU de langetermijneffecten van program-ma's tegen chronische pijn onderzoeken. Door hierin samen te werken met partners als revalidatiecen-trum Adelante, het Maastricht Universitair Medisch Centrum en het Koninklijk Nederlands Genootschapvoor Fysiotherapie is een directe terugkoppeling naar de beroepspraktijk geborgd. Een ander voor-beeld is de Academische Werkplaats Transformatie Jeugd Utrecht die de gemeente Utrecht in 2015startte met diverse lokale partners, waaronder drie lectoraten van de HU. Doel is verbetering en ver-nieuwing van de zorg en ondersteuning voor jeugdigen en gezinnen in Utrecht. Ten slotte opende op13 november 2015 het iLab Utrecht Science Park haar deuren. In dit laboratorium, gevestigd op de HU-locatie Heidelberglaan 7, kunnen bedrijven samen met onze onderzoekers en studenten onderzoek ver-richten en werken aan innovatie van de beroepspraktijk.

Ook op landelijk niveau zijn onze onderzoekers van invloed. De HU verbond zich aan het nationale pre-ventieprogramma ‘Alles is gezondheid’. Dat zet zich in voor een brede, maatschappelijke aanpak voorde preventie van gezondheidsproblemen. De HU zet hiervoor de expertise van het KenniscentrumInnovatie van Zorgverlening in. Het lectoraat Schulden & Incasso ontwikkelde in 2015 een landelijkintakemodel voor vereniging Humanitas. Met dit model kunnen de vrijwilligers van Humanitas mensenmet financiële problemen die hun thuisadministratie niet op orde krijgen, beter helpen. Een ander voor-beeld van landelijke invloed is de benoeming door het kabinet van lector Reint Jan Renes, tot lid van dereferendumcommissie. Deze commissie is ingesteld ter ondersteuning van de Wet Raadgevend

Page 30: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

30 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

Referendum, die op 1 juli 2015 in werking trad. Ook lector Schulden & Incasso Nadja Jungmann mengdezich op nationaal niveau in het maatschappelijk debat. Zij overhandigde op 23 september 2015 eenhandreiking aan staatssecretaris Jetta Klijnsma (Sociale Zaken). Onder de titel ‘De eindjes aan elkaar kno-pen’ geeft deze aan hoe sociale professionals kunnen omgaan met financiële problematiek bij cliënten.

Onze lectoren adviseren niet enkel de beroepspraktijk, ook het omgekeerde gebeurt. Het is immers deberoepspraktijk die de vraagstukken aandraagt voor ons praktijkgericht onderzoek. Daarom heeft hetKenniscentrum Innovatie & Business van de HU een nieuwe Raad van Advies ingesteld waarin iederelector is verbonden met één of twee gerenommeerde adviseurs uit het beroepenveld. Zo wordt de ver-dere ontwikkeling van het praktijkgericht onderzoek (kwaliteit en agenda) van het kenniscentrumgeborgd.

De gerenoveerde locatie Heidelberglaan 7 biedt nieuwe faciliteiten voor onderwijs en onderzoek

Page 31: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

31 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

Onderzoek versterkt het onderwijsMet ons praktijkgericht onderzoek willen we ons onderwijs vakinhoudelijk van hoge kwaliteit houden enzorgen voor een optimale aansluiting op de beroepspraktijk. Docenten en studenten worden waarmogelijk betrokken bij ons onderzoek. Het aantal aan onderzoek besteedde uren van docenten enonderzoekers steeg licht. Ook verricht een deel van onze studenten onderzoek in samenwerking met delectoraten. Zij schrijven bijvoorbeeld hun eindscriptie voor hun bachelor- of masteropleiding in het kadervan een groter onderzoek bij een lectoraat. Een goed voorbeeld van hoe onderzoek het onderwijs ver-sterkt, is de opdracht van het HU-onderzoeksproject GODIVA aan studenten Informatica en TechnischeInformatica (Faculteit Natuur & Techniek). In samenwerking met onderzoekers van het Lectoraat Leefstijlen Gezondheid (Faculteit Gezondheidszorg) ontwikkelden de studenten voor GODIVA een applicatiedie kinderfysiotherapeuten helpt bij het stellen van diagnoses en het bepalen van vervolgstappen in eenbehandeling. Deze werd in augustus gepresenteerd.Voor de begeleiding van deze studenten die in het kader van hun afstuderen betrokken zijn bij onder-zoek ontwikkelde het lectoraat Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek samen met de UniversiteitUtrecht een cursus afstudeerbegeleiding (zie ‘Verweven met onderzoek’).

Studenten hadden in 2015 onder andere impact met De Reis van Vijf, een spel dat kinderen met kankerbeter laat eten. Zij wonnen er in april een gouden SpinAward mee. De studenten ontwikkelden het spelbinnen het onderzoeksproject POKO (Participatief Ontwerpen voor Kinderoncologie), waarvan het HU-lectoraat Co-design penvoerder is. Succes had ook Sophie van den Boomen, met haar studentonder-zoek in het St. Antonius Ziekenhuis naar het verbeteren van processen op de gipskamer. De studenteManagement in de Zorg won er in 2015 een BPM Award mee. Een derde voorbeeld van de verweven-heid van ons onderwijs en onderzoek komt van studenten Informatica en Technische Informatica: zij ont-wikkelden samen met onderzoekers van het lectoraat Leefstijl en Gezondheid ICT-tools ter ondersteu-ning van kinderfysiotherapeuten. De tools helpen bij het stellen van diagnoses en het bepalen van ver-volgstappen in een behandeling.

Studenten ontwikkelden de Reis van Vijf, een spel dat kinderen met kanker beter laat eten

Page 32: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

32 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

InternationaalDe HU richt zich in haar praktijkgericht onderzoek op vraagstukken uit de eigen stedelijke omgeving.Maar de opbrengsten van dat onderzoek zijn ook internationaal van waarde. Zo won HU-onderzoekerAnand Sheombar van het lectoraat Procesinnovatie en Informatiesystemen tijdens de EuropeanConference on Social Media 2015 in Portugal een internationale prijs met zijn paper over het gebruikvan sociale media door niet-gouvernementele organisaties. De HU is ook in het buitenland actief metCARPE, een internationaal consortium van hogescholen. In 2015 vond de derde grote CARPE-conferen-tie plaats, in Turku (Finland). Tijdens de conferentie werden de internationale netwerken op diverse vak-gebieden versterkt. Ook werd de HU in 2015 partner in het Europese CARPE-project InnoSI, dat onder-zoekt op welke manier sociale investeringen het best geïmplementeerd kunnen worden om het meesteeffect te hebben.

KwaliteitOnze kwaliteitsopvatting vormt een essentieel onderdeel van de onderzoekscultuur binnen de HU. Iederkenniscentrum wordt daarom eens in de zes jaar door een externe, onafhankelijke commissie geëvalu-eerd. Deze commissie beoordeelt de wetenschappelijke kwaliteit en de opbrengsten van het onderzoekvoor het onderwijs en de beroepspraktijk. Zo publiceerde een commissie van externe experts onder lei-ding van mevrouw Margreet Boersma in augustus 2015 haar rapport over de kwaliteit van het Kennis -centrum Innovatie & Business, dat eind 2014 werd gevisiteerd. De inhoudelijke kwaliteit en impact vanhet onderzoek werden goed bevonden. Volgens de commissie vervullen de lectoraten nationaal eenvoortrekkersrol en is het kenniscentrum productief. Wel adviseert de commissie om het thema van hetkenniscentrum - Business Models in a Changing World - verder aan te scherpen en de rode draad in deonderzoeksprojecten strenger te gaan bewaken, om zo een duidelijker profiel neer te zetten.Ook het Kenniscentrum Technologie & Innovatie (KTI) is in 2015 extern beoordeeld door een commissie,onder leiding van de heer Teun Bokhoven. Als een van de eerste kenniscentra in Nederland is het KTIbeoordeeld conform het nieuwe Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek 2016-2022 (BKO). De exter-ne beoordelingscommissie heeft de inhoudelijke kwaliteit en de impact van het onderzoek als voldoen-de beoordeeld. De commissie adviseert daarnaast de primaire taakstelling van het kenniscentrum (zowelorganisatorisch als inhoudelijk) te verhelderen en er een duidelijke communicatiestrategie op te ontwik-kelen, zodat het kenniscentrum meer als eenheid zichtbaar wordt voor de stakeholders.

Page 33: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

33 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

De HU wil als opleider voor de beroepspraktijk en als partner in praktijkgericht onderzoek waardevolzijn voor haar omgeving, de regio Utrecht. Samen met onze strategische partners werken we aanonderwijs en praktijkgericht onderzoek en zorgen we voor een goede aansluiting daarvan op deberoepspraktijk. In 2015 werkten we aan meer zichtbaarheid en aan een groter netwerk van bedrijven,kennisinstellingen en overheden, om onze innovatie- en ontwikkelkracht te vergroten en daarmee onzeimpact op de regio.

De HU werkt samen met uiteenlopende partnersuit (semi)overheid, onderwijs en bedrijfsleven. Diesamenwerkingen lopen uiteen van kortlopendecontacten voor stages tot langdurig partnerschap-pen met een gedeelde agenda. Om onze ontwik-kelkracht en impact op de regio te vergroten,streeft de HU naar meer strategische samenwer-kingen. Een goed voorbeeld van zo’n strategischepartner is softwarebedrijf AFAS. Zo nemen iederjaar tien tot vijftien studenten bij AFAS deel aande minor Business Solutions, geeft AFAS regelma-tig gastcolleges en studeren er studenten af opopdrachten binnen het bedrijf. AFAS is tevensbetrokken bij de lectoraten Extended Enterprisesen Procesinnovatie en Informatiesystemen.Daarnaast is AFAS lid van de beroepenveldcom-missie en bedrijfsadviesraad bij de ICT-opleidin-gen. De samenwerking met AFAS is in 2015 ver-der geïntensiveerd met de opening op 16 maartvan het AFAS Innovatielab, op het InstituutspleinICT van de HU. ICT-studenten ervaren hier hoe hetis om bedrijven met de modernste middelen teondersteunen in hun business proces. Waar dit toekan leiden, lieten studenten HBO-ICT eind 2015 alzien met de ontwikkeling van een mobiele appli-catie voor AFAS. AFAS is ook, samen met degemeente Utrecht, partner in een nieuwe pre-bachelor voor erkende vluchtelingstudenten meteen ICT-achtergrond. Gedurende zes maandenworden deze studenten onderwezen op hetgebied van ICT en de Nederlandse taal, om henvoor te bereiden op een ICT-baan in Nederland. Inde begeleiding van deze studenten maken wegebruik van de expertise van de Stichting voorVluchteling-Studenten UAF. Het akkoord voor deopleiding werd in oktober 2015 getekend, deopleiding start in 2016. De intensieve samenwer-king met AFAS en met de gemeente Utrecht heb-ben dit initiatief mogelijk gemaakt. Dit heeft deHU gesterkt in haar opvatting dat meer strategi-sche partnerschappen onze impact op de regiovergroten.

STRATEGISCHE ALLIANTIES6

CvB-lid Anton Franken en AFAS-directeur Dennisvan Velzen openen het AFAS Innovatielab

Page 34: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

34 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

Gemeente UtrechtIn het voorjaar van 2015 kwam het College van Bestuur van de HU met het bestuur van de gemeenteUtrecht overeen een nieuwe impuls te geven aan de strategische samenwerking. Vooral in de relatiestussen techniek, duurzaamheid en zorg/welzijn zien beide partijen kansen voor het bundelen van dekrachten. Het College van Bestuur heeft de opdracht uitgezet voor samenwerkingsvoorstellen die zijngebaseerd op deze thema’s. De gemeente was op 15 juni 2015 bovendien vertegenwoordigd bij de bij-eenkomst van de Ring van Utrechtse Lectoren, waar zij de strategische agenda van de gemeente(Agenda Stad) presenteerde. In het daaropvolgende bestuurlijk overleg besloten de beide colleges eenstrategisch samenwerkingsverband aan te gaan op basis van het aangescherpte HU-profiel (werken aande kwaliteit van leven in onze stedelijke omgeving - zie het hoofdstuk Praktijkgericht Onderzoek) en deAgenda Stad. De afspraken zullen in het voorjaar van 2016 worden neergelegd in de vorm van een convenant.

Economic Board Utrecht Participatie binnen de Economic Board Utrecht (EBU) is van groot belang voor de HU. De EBU is eenregionaal netwerk waar veel van onze strategische partners bijeenkomen om de toekomstige ontwikke-ling van de regio te sturen. De HU nam in 2015 deel in een aantal initiatieven van de EBU, waaronderNul op de Meter. Om tot de gewenste Groene, Gezonde en Slimme regio te komen, heeft de EBU in2015 een overkoepelend thema geformuleerd rond haar werkzaamheden, namelijk Healthy UrbanLiving, oftewel gezond stedelijk leven. Dit thema sluit nauw aan op het aangescherpte HU-profiel,gericht op werken aan de kwaliteit van leven in onze stedelijke omgeving. In 2015 hebben beide partij-en dan ook de intentie uitgesproken de HU een meer bestuurlijke vertegenwoordiging te geven in deEBU. Ook heeft de EBU in 2015 de aanzet gegeven tot diverse nieuwe projecten die een concrete bij-drage moeten leveren aan Healthy Urban Living. Een daarvan is Uzelf, een initiatief rond zelfmanage-ment en e-health. De HU is samen met het Centre of Expertise U CREATE trekker van dit initiatief.

De partners achter de nieuwe pre-bachelor voor vluchtelingstudenten: v.l.n.r. Bas van der Veldt (directeur AFAS), Margriet Jongerius (wethouder Gemeente Utrecht), Jan Bogerd (collegevoorzitter HU)en Mardjan Seighali (directeur UAF)

Page 35: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

35 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

Utrecht Science ParkDe HU wil ook de banden met haar strategische partners op het Utrecht Science Park (USP) verstevigen.Dat is een van de redenen dat de HU bezig is al haar Utrechts onderwijs en onderzoek te huisvesten ophet USP. Tijdens een rondetafelconferentie is door de bestuurders van alle partijen op het USP, waaron-der de HU, afgesproken intensiever te gaan samenwerken om de groei en impact van het kennisgebiedte stimuleren. Het USP moet een ‘living lab’ worden; een etalage van de aldaar ontwikkelde kennis. Dieambitie heeft geleid tot de opening op 13 november 2015 van het iLab Utrecht Science Park, onder-steund door de Topsectoren Chemie en Life Sciences & Health. Dit laboratorium, gevestigd op de HU-locatie Heidelberglaan 7, biedt faciliteiten op het gebied van chemische analyse en technologie, mole-culaire en celbiologie, microbiologie en alternatieven voor dierproeven. Bedrijven kunnen er samenwer-ken met onze onderzoekers en studenten. Zo wil het iLab de verbinding tussen onderwijs en bedrijfs -leven versterken en een impuls geven aan de innovatie bij bedrijven. Het iLab Utrecht Science Parkmaakt deel uit van een nationaal netwerk van labs dat is ontwikkeld door de Topsector Chemie.

Centers of expertiseDe HU ziet in de Centers of Expertise een effectieve vorm voor strategische samenwerking. Bedrijven,overheden en kennisinstellingen kunnen er vraagstukken uit de arbeidsmarkt integraal benaderen, waar-bij technologische, ecologische, economische, creatieve en sociologische kennis wordt gebundeld. UCREATE is daar een voorbeeld van. In dit Centre of Expertise Creative Industries komen uiteenlopendepartijen uit de topsector creatieve industrie samen tot innovaties en nieuwe diensten, met name voor dezorgsector. Tevens verbindt het de creatieve sector met potentiële afnemers van die innovaties. Opmaandag 23 maart is deze samenwerking uitgebreid met de ondertekening van een akkoord tussenHogeschool Utrecht en de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU). Via U CREATE gaan beide instel-lingen meer kennis en ervaring opdoen over samenwerking met het bedrijfsleven en met maatschappe-lijke organisaties in de sector zorg en welzijn. De verwachting is dat dit leidt tot nieuwe marktkansenvoor creatieve bedrijven en verdere professionalisering van de sector. In oktober 2015 sloot een derdepartij zich aan bij deze samenwerking: met haar deelname hoopt het Universitair Medisch CentrumUtrecht (UMCU) de ‘cross-over’ tussen de creatieve industrie en zorg en welzijn verder te versterken.

De kennisinstellingen van het Utrecht Science Park organiseerden de USP Marathon

Page 36: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

36 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

In 2014 ontwikkelde de HU samen met partnerseen tweede center of expertise, Smart SustainableCities. Hierin werken bedrijfsleven en kennisinstel-lingen samen aan oplossingen die de duurzamestad dichterbij brengen. In 2015 organiseerdeSmart Sustainable Cities, op 22 januari, een BattleSmart Sustainable Cities waarin studenten werdenuitgedaagd een praktisch uitvoerbaar plan tebedenken om duurzame energie op te wekken inde gebouwde omgeving. Ook praktijkgerichtonderzoek maakt deel uit van Smart SustainableCities. Het lectoraat Vernieuwing van deBouwketen onderzocht in 2015, als een van dekennisdragers van Smart Sustainable Cities, dekansen voor hergebruik van bouwmaterialen in degemeente Utrecht en concludeerde dat een circu-laire hub hiervoor haalbaar is. Een circulaire hub iseen centrale locatie waarvandaan materialen engrondstoffen, afkomstig van sloop- en renovatie-projecten, opnieuw worden gedistribueerd voorbouwprojecten.

OndernemerschapDe HU ziet ondernemendheid als kerncompetentie voor aankomende professionals. Vooral bij de eco-nomische opleidingen vertaalt zich dit in een hoge betrokkenheid bij traditioneel ondernemerschap. Zois de HU partner in het Utrechtse valorisatieprogramma UtrechtVC. Een van de programma’s vanUtrechtVC is UtrechtInc, een community voor startups in Utrecht. Op 24 juni 2015 bezocht voormaligEuropees Commissaris Neelie Kroes, als ‘special envoy’ voor StartupDelta, UtrechtInc. Zij adviseerde deincubator nog meer naar buiten te treden: “Maak jullie successen bekend, want wat ik vandaag hebgezien is van wereldklasse.” Kroes gaat zich de komende anderhalf jaar inzetten voor de promotie vanNederland als dé Europese vestigingsplaats voor startups. Ook heeft UtrechtInc in 2015 een plekbemachtigd in de Europese top 10 van de UBI Index 2015. Deze internationale ranglijst voor universitai-re bedrijfsincubators werd dinsdag 27 oktober 2015 in Turijn bekend gemaakt. UtrechtInc komt nieuwbinnen in de lijst op plek zes. De startupincubator krijgt hiermee internationale erkenning voor demanier waarop zij ondernemerschap en innovatie stimuleert.

Op dit moment zijn meer dan 400 startups in Utrecht actief in de life sciences, zorg, medtech, gaming,cleantech en IT. Dit aantal groeit jaarlijks. Onder hen bevinden zich veel startups van HU-studenten. Hetzelfstandig ondernemerschap in de regio staat echter onder druk door het (te) trage herstel na de eco-nomische crisis. Recent onderzoek van de Feniksgroep en Over Rood toont aan dat ruim 3500Utrechtse ondernemers schulden opbouwen zonder perspectief op afbetalen. Daarom is in maart 2015een pilot gestart, ‘De Utrechtse Zaak’, om mkb-ondernemers met financiële problemen te helpen. Depilot is een initiatief van het lectoraat Schulden & Incasso van de HU, de HU-opleiding Accountancy enhet Ondernemersklankbord regio Utrecht.

Samenwerking in de educatieve sectorDe HU werkt intensief samen met andere kennisinstellingen uit de regio. Ook hierin zijn diverse bandenhet afgelopen jaar versterkt, zoals met hogeschool Windesheim. De HU en Windesheim startten in hetcollegejaar 2015-2016 met de gezamenlijk ontwikkelde opleiding Master Expert Beroepsonderwijs(MEB). Doel is tot een integraal, samenhangend educatief aanbod te komen dat flexibel inspeelt op de

Minister Bussemaker bezocht de HU in het kadervan de Hoger Onderwijs Tour

Page 37: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

37 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

veranderende behoefte van de onderwijspraktijk.De samenwerking met Windesheim sluit aan bij deLandelijke Lerarenagenda 2013-2020 van hetministerie van OCW.

De HU wil tevens de drempel verlagen voor mbo-studenten die willen doorstuderen op hbo-niveau,om zo het studiesucces bij deze groep studentente vergroten. In augustus 2015 namen circa 550studenten van MBO Amersfoort hun intrek in hetgebouw van de HU aan De Nieuwe Poort inAmersfoort. Niet alleen wordt de beschikbareonderwijsruimte in Amersfoort beter benut, desamenwerking versterkt ook het beroepsonderwijsen er kan beter worden ingespeeld op de behoef-ten van de Amersfoortse beroepspraktijk. Samenmet vijf partners uit het mbo (MBO Amersfoort,ROC Midden Nederland, ROC A12, ROC vanAmsterdam en MBO Utrecht) gaat de HU doorlo-pende leerlijnen verkennen en ontwikkelen vooronder meer het economische domein op de mbo-niveaus 3 en 4. Zo is in 2015 gewerkt aan eenpilot voor een programma dat mbo-studentenvoorbereidt op het hoger onderwijs in het econo-mische domein, om het studiesucces na door-stroom van mbo-studenten naar het hoger onder-wijs te bevorderen. Deze pilot zal in 2016 van startgaan.Voor de aansluiting met het voortgezet onderwijsparticipeert de HU onder andere in U-Talent. Dit iseen gezamenlijk programma van HogeschoolUtrecht, de Universiteit Utrecht en 37 scholen inhet voortgezet onderwijs, gericht op het verbin-den van de bètaschoolvakken in havo en vwo mettechniekopleidingen in het hoger onderwijs. U-Talent ontving in 2015 een subsidie van € 250.000,- van het Platform Bèta Techniek omeen gemeenschappelijk docentenprogramma teintroduceren en de infrastructuur van de samen-werking tussen voortgezet en hoger onderwijs te versterken.

Gert-Jan Lantinga (links, collegelid MBOAmersfoort) en Ramses de Groot (directeur HUAmersfoort) bij de intrek van mbo-studenten inhet gebouw van de HU

Page 38: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

38 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

Andere vormen van samenwerkingDe HU kijkt bij het aangaan van samenwerkingsverbanden niet enkel naar de beroepspraktijk maar ooknaar andere organisaties. Zo ging het Instituut voor Gebaren, Taal & Dovenstudies (IGT&D) van de HUin mei 2015 een samenwerking aan met Stichting Studenten Huisvesting (SSH). In hun nieuwe woon-complex Johanna, op het Utrecht Science Park, zijn twaalf kamers gerealiseerd voor studenten van hetIGT&D en dove of slechthorende studenten (mbo, hbo of wo). In deze aangepaste woningen kunnen destudenten IGT&D hun vaardigheden in gebarentaal ontwikkelen terwijl dove en slechthorende studen-ten minder risico lopen in een sociaal isolement te raken.

Dove en slechthorende studenten en gebarentaalstudenten van de HU werken samen aan hun nieuwe,gedeelde woningen op het Utrecht Science Park

Page 39: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

39 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

De HU wil een van de aantrekkelijkste werkgevers in de regio zijn. Ons onderwijs en onderzoek vindenplaats in een inspirerende leer- en werkomgeving. Onze medewerkers werken in teams. Alleen eenteam kan - in samenspraak met studenten - het onderwijs en onderzoek of de ondersteuningvormgeven en uitvoeren. Onze medewerkers ontwikkelen zich continu, zowel individueel als inteamverband. Daar investeren we permanent in. Onze toekomstbestendige organisatie dient robuust tezijn maar ook innovatief, flexibel en adaptief. Alleen dan zijn we in staat adequaat in te spelen opactuele ontwikkelingen.

In 2014 stelden we ons nieuwe instellingsplan vast, Hogeschool Utrecht in 2020. Hierin geven we aanwat onze ambities zijn voor de komende jaren. We spelen ermee in op de snel veranderende omgevingen de voortdurend veranderende eisen die aan beroepsbeoefenaren worden gesteld. Een van onzedoelen is een hogeschool te zijn die studenten de kans biedt gedurende hun hele professionele carrièrete blijven leren. De doelen die wij in ‘Hogeschool Utrecht in 2020’ formuleren, stellen eisen aan de wijzewaarop wij onze organisatie inrichten. Daarom hebben we vier grote veranderprocessen ingericht, dienauw met elkaar samenhangen: innovatie van onderwijs en onderzoek, herhuisvesting, herstructureringvan de dienstverlening en ontwikkeling van onze organisatiestructuur.

Innovatie van onderwijs en onderzoekDe HU wil dat haar onderwijs de mogelijkheid biedt voor een leven lang leren voor iedere (startende)professional van 17 tot 67 jaar. Daarmee spelen we in op de behoefte aan innovatieve professionals diezich blijvend scholen op actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk. De onderwijsvisie Onze wereldvan morgen: Visie op onderwijs (zie het hoofdstuk Onderwijs) geldt hierbij als uitgangspunt. Elke oplei-ding van de HU heeft in 2015 aangegeven op welke wijze zij zich ontwikkelt om dit concept te imple-menteren. Inmiddels is 55 procent van de opleidingen bezig de visie integraal te implementeren.Daarnaast is 45 procent van de opleidingen bezig met één of meerdere, maar nog niet met alle kernele-menten van de visie. Een van de kernpunten van ons vernieuwd onderwijs is blended learning, waarbijonderwijs wordt gegeven in een mix van werkvloerleren, face-to-face onderwijs en online aanbod. Eind2015 waren meer dan 1000 cursussen blended gemaakt. Ongeveer 7000 studenten werkten in 2015 inonze online onderwijsomgeving. De faculteiten Natuur & Techniek en Educatie lopen hierin voorop. Uitgenomen steekproeven blijkt dat blended learning zowel studenten als docenten over het algemeen

ORGANISATIE7

Het door studenten gerunde Science Café Het7de op de Heidelberglaan 7

Page 40: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

40 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

goed bevalt. Docenten kennen de studenten nu beter en kunnen meer rekening houden met de privé-omstandigheden van hun studenten. Studenten geven aan dat de didactiek beter aansluit bij hunbehoeften en leerstijlen. In 2015 is het accent gelegd op samenhangende assortimentsontwikkeling bin-nen (en tussen) domeinen: initieel en post-initieel, degree en non-degree. Om in ons onderwijs en onderzoek de gewenste focus te kunnen aanbrengen en de samenwerking metde beroepspraktijk te verbeteren, heeft de HU in 2015 in samenspraak met haar stakeholders gewerktaan een duidelijk profiel. Dit profiel is mede bepalend voor in welke kennisgebieden en samenwerkings-verbanden we de komende jaren investeren. Centraal daarin staat het streven naar een innovatieve,gezonde, duurzame en inclusieve stad die gebruik maakt van slimme oplossingen. De HU wil, via haaronderzoek en onderwijs, een belangrijke bijdrage leveren aan de kwaliteit van samenleven in onze ste-delijke omgeving. In 2015 is dit profiel getoetst bij externe stakeholders. Ook zijn er gesprekken hier-over gaande met de Raad van Toezicht en medezeggenschap.

HerhuisvestingIn 2015 waren de eerste contouren van de nieuwe huisvesting duidelijk te zien. Op 2 maart 2015 werdhet eerste instituutsplein van de HU geopend, bij het Instituut voor Informatie- en Communicatie -technologie (ICT) aan Nijenoord 1. De instituutspleinen spelen een belangrijke rol binnen de nieuwehuisvesting van de HU op het Utrecht Science Park (USP), als plek voor ontmoeting en samenwerking.De ervaringen met dit eerste instituutsplein worden gebruikt voor de nieuwe huisvesting op het USP.De Faculteit Gezondheidszorg en het Instituut voor Life Sciences & Chemistry (Faculteit Natuur &Techniek) hebben in 2015 het gerenoveerde gebouw aan Heidelberglaan 7 betrokken, waar ruimte voorontmoeting en samenwerking centraal staat. De Faculteit Economie & Management is in 2015 verhuisdnaar een tijdelijke huisvesting aan de Daltonlaan. Ook de Faculteit Communicatie & Journalistiek is tij-delijk verhuisd, naar het oude gebouw van de Faculteit Gezondheidszorg aan Bolognalaan 101 (dat laterwordt afgestoten). Daarmee zijn de gebouwen aan Padualaan 99 en 101 vrijgekomen voor renovatie.De herhuisvesting is tevens een verduurzaming en bezuiniging. Geld dat hierdoor vrijkomt, wordt geïnvesteerd in onderwijs en onderzoek. Omdat de herhuisvesting de huur van tijdelijke locaties metzich meebrengt, stond tegenover de kostenbesparing op huisvesting in 2015 nog een extra investeringin tijdelijke huisvestingslasten. De afname in de totale kosten wordt naar verwachting vanaf 2016 inge-zet.

Ontwikkeling personeelDe grootste herstructurering onder de medewerkers vond in 2015 plaats bij onze dienstverlenendeafdeling (HU Diensten). Deze herstructurering is in 2015 grotendeels afgerond. De personeelsreductieop dienstverlening zal in 2016 worden voltooid. In dat jaar zullen we de focus binnen HU Diensten gaanleggen op kwaliteitsverbetering van de dienstverlening. Bij het centraal organiseren van de dienstverle-ning zijn taken ontdubbeld, wat leidt tot een besparing in 2015 ten opzichte van 2012 van € 13,6 mil-joen op ondersteunend- en beheerpersoneel (OBP). Er is een begin gemaakt met het procesmatiginrichten van de ondersteunende diensten en het implementeren van click-call-consult oplossingen. Niet alleen gaan we met minder mensen de ondersteuning verzorgen, tegelijk gaat de HU - mede metdoor de bezuiniging op OBP vrijgekomen geld - extra investeren in onderwijzend en onderzoekend per-soneel (OP). Verhoudingsgewijs krijgt de HU dus steeds meer OP en minder OBP, wat als doelstellingook is opgenomen in de prestatieafspraken met de minister van OCW. Was de verhouding OP/OBP bijde nulmeting van die afspraken nog 1,35 (gemeten in fte), inmiddels ligt die op 1,64. Daarmee is deambitie zoals geformuleerd in de prestatieafspraken - een verhouding OP/OBP van ten minste 1,62 -gerealiseerd.5

5 Met accountant PwC zijn afspraken gemaakt over wijze waarop verantwoording Prestatieafspraken-verplichte indicatoren plaats-vindt. Zie hiervoor de bijlage Prestatieafspraken: gebruikte definities verplichte indicatoren onderwijskwaliteit en studie

Page 41: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

41 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

De HU zet stevig in op het verlagen van de kostenvoor de ondersteunende diensten. Dit vooral doorhet efficiënter maken van deze diensten. Dezekosten zijn inmiddels met 20 procent geredu-ceerd. De opbrengsten hiervan worden ingezet terversteviging van het primaire proces. Voor enkelegrote transities is in 2015 incidenteel €2,3 miljoenextra OBP ingehuurd.

OrganisatieontwikkelingHet College van Bestuur heeft in oktober 2015aangekondigd de komende jaren in te zetten opeen meer wendbare organisatie en op versterkingvan de kwaliteitscultuur. Daarbij gaat de HU deverticale organisatiestructuur van de faculteitenombuigen in horizontale, multidisciplinaire verban-den tussen instituten, om optimaal te kunnen aan-sluiten op en bijdragen aan ontwikkelingen in deberoepspraktijk. De dienstverlening zal dichterbijonderwijs en onderzoek worden georganiseerd.Ook gaat de HU de onderzoeksorganisatieopnieuw inrichten, waarbij ons in 2015 aange-scherpte, inhoudelijk profiel leidend zal zijn.We zien dat er steeds meer behoefte is aan professionals die vanuit hun expertise in een brede contextkunnen opereren, samen met professionals uit andere disciplines. Om daarvoor te kunnen opleiden,gaan we die multidisciplinaire aanpak ook hanteren in ons onderwijs en in de instituten die dat onder-wijs organiseren. Het vergroten van de professionele ruimte van teams is een wezenlijke stap in degewenste ontwikkeling van onze organisatie. De HU wil teams de eigenaar maken van kwaliteit vanonderwijs, onderzoek en dienstverlening. In 2015 zijn over de invulling diverse werksessies gehoudenmet de medezeggenschap. In 2015 zijn 17 teambegeleiders actief geweest bij het begeleiden vanteamontwikkelingsvragen.

De HU investeert permanent in de deskundigheidsbevordering van werknemers. Het budget dat hier in2015 aan is besteed, bedroeg € 5 miljoen. Het aantal aanvragen voor professionaliseringstrajecten is in2015 toegenomen. In juni 2015 is een groot professionaliseringstraject gestart voor alle medewerkersvan HU Diensten. Leidinggevenden zijn, als voortrekkers in de professionalisering van HU Diensten, alseerste gestart met een professionaliseringstraject; andere medewerkers starten hun traject begin 2016.De HU heeft in 2015 ook veel geïnvesteerd in de deskundigheidsbevordering van haar docenten.Binnen alle faculteiten zijn opleidingsplannen gemaakt; plannen gericht op het behalen van een master-graad of PhD, maar ook op vakinhoudelijke en didactische (bij)scholing. Het Expertisecentrum docentHBO van de HU speelt een belangrijke rol bij het aanbieden van opleidingen voor docenten, met nameop didactisch gebied. In 2015 hebben circa 500 docenten er deelgenomen aan een of meer professio-naliseringactiviteiten.

Betere dialoog met medewerkersDe ontwikkelingen binnen onze organisatie hebben een grote druk hebben gelegd op de medewerkers.Met name de personeelsreductie bij ondersteunende diensten leidde tot onrust, waarbij een deel vande medewerkers zich ontevreden toonde over de communicatie door leidinggevenden. Bij deze signa-len besloot het centrale medezeggenschapsorgaan, de Hogeschoolraad, enkele keren niet in te stem-men met de begroting 2015. Hierop dreigde een formeel geschil tussen de Hogeschoolraad en het

Collegevoorzitter Jan Bogerd opent het collegejaar 2015/2016

Page 42: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

42 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

College van Bestuur. Dankzij bemiddeling door de Raad van Toezicht zijn beide partijen uiteindelijk ingoede sfeer tot elkaar gekomen, waarna de Hogeschoolraad op 18 maart 2015 alsnog instemde met debegroting 2015. Onder gezamenlijke regie van het College van Bestuur en de Hogeschoolraad is er ver-volgens onder leiding van de heer Frits Lintmeijer onafhankelijk onderzoek gedaan naar de bejegeningvan medewerkers tijdens de fase van personeelsreductie. Dit leverde een aantal adviezen op die doorhet College van Bestuur en de Hogeschoolraad zijn overgenomen. Zo worden enkele verbeteringendoorgevoerd in de beoordelingscyclus van het personeel, door meer ruimte te maken voor feedback enintervisie. Ook wordt de dialoog over de doelen van en stappen in de ontwikkeling van onze organisatiegeïntensiveerd, zowel richting de medewerkers als tussen College van Bestuur, medezeggenschap enleidinggevenden. Naar aanleiding van de publicatie in NRC van april 2016 - die mede was gebaseerdop informatie van (oud)medewerkers - voert het College van Bestuur al enige tijd op dagelijkse basisgesprekken met medewerkers. De openhartige wijze waarop de eerste gesprekken verlopen, ervaarthet college als erg positief en het ziet hierin een goede basis om verder te werken aan de noodzakelijkeverbeteringen in onze organisatie.

WerkbelevingsonderzoekIn november 2015 startte de HU het tweejaarlijkse werkbelevingsonderzoek. Hierbij wordt de werkbele-ving door medewerkers in kaart gebracht via een anonieme, online vragenlijst. In totaal deden 2.229medewerkers aan dit onderzoek mee (68 procent). Het werken bij HU werd gemiddeld beoordeeld, meteen 6,6. Uit het onderzoek kwam een hoge betrokkenheid naar voren van onze medewerkers en eendoorgaans goede samenwerking met directe collega’s en leidinggevenden. Het werk wordt bovendienals interessant ervaren. Het onderzoek leverde ook een aantal duidelijke verbeterpunten op, zoals deadministratieve last en de ervaren onzekerheid over ontwikkelingsmogelijkheden. Ook werd de commu-nicatie over belangrijke beslissingen onvoldoende bevonden, een conclusie die aansluit bij de bevindin-gen van de commissie Lintmeijer. De uitkomsten van het werkbelevingsonderzoek werden december2015 bekend en zullen verder worden besproken in de faculteiten, instituten, afdelingen, opleidingenen teams. De inzet is om per team vóór 1 april 2016 de bevindingen te delen en verbeteracties op tehalen. De definitieve actieplanning moet voor de zomer van 2016 gereed zijn.

Page 43: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

43 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

HUgenoten leveren bijzondere bijdrage aan de organisatieDe HU reikt jaarlijks de HUgenotenprijs uit aan medewerkers en studenten die een bijzondere prestatiehebben geleverd aan de HU, het Utrechts hoger onderwijs, de beroepsgroep en de maatschappij alsgeheel. In 2015 wonnen Saire Akce, Gerard Verwoolde en Marieke Schuurmans de prijs.Pedagogiekstudent Saire Akce ontving de prijs voor haar grote maatschappelijke betrokkenheid, die zijtoont binnen en buiten haar studie. ICT-adviseur Gerard Verwoolde was 23 jaar lang een verbindendeschakel tussen het ondersteunend personeel van de HU en studenten. Marieke Schuurmans gaf in eenveelheid aan functies en activiteiten op toonaangevende wijze leiding aan het debat over de toekomstvan het verpleegkundig beroep in Nederland. Zij is onder andere werkzaam als lector Ouderenzorg bin-nen het Lectoraat Chronisch zieken van de HU en als hoogleraar Verplegingswetenschap aan deUniversiteit Utrecht.

De HUgenotenprijs voor bijzonder presterende medewerkers en studenten ging in 2015 naar pedagogiekstudent Saire Akce, lector Marieke Schuurmans en ICT-adviseur Gerard Verwoolde

Page 44: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

44 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

De HU wil toekomstbestendig zijn, op meerdere fronten. We streven naar een duurzame organisatie,waarbij de processen rond ons onderwijs, onderzoek en de bedrijfsvoering op orde zijn. We hebben eengezonde financiële bedrijfsvoering en daarmee waarborgen we de continuïteit van de HU. Daarnaast wilde HU als partner en werkgever van de regio bijdragen aan ‘Utrecht klimaatneutraal in 2030’. De HUbeschouwt duurzaamheid niet als een keuze maar als een noodzaak en een maatschappelijke plicht aande volgende generaties.

Twee duurzaamheidsdoelen van de HU zijn: het verlagen van de CO2-productie en het verhogen van deenergie-efficiëntie (minder energieverbruik bij gelijkblijvende prestaties). De herhuisvesting van de HUop het Utrecht Science Park, die het vloeroppervlak van de HU met 30 procent zal terugbrengen, is eenbelangrijke ontwikkeling voor het behalen van deze doelstellingen. Bij de start van het nieuwe studiejaarwerd in 2015 het eerste compleet gerenoveerde gebouw van de HU opgeleverd. Dit gebouw aan deHeidelberglaan 7 heeft het energielabel A++ gekregen. Dat is mede te danken aan een extra pakketduurzaamheidsmaatregelen waartoe de HU begin 2015 opdracht gaf. In het verhogen van de energie-efficiëntie heeft de HU haar doelstelling in 2015 ruimschoots behaald.De opdracht was in 2020 20 procent energie-efficiëntie te realiseren ten opzichte van 2008. In 2014werd al 43 procent energie-efficiëntie gerealiseerd; in 2015 was dat percentage gestegen tot 47,8 pro-cent. Ook is in 2015 de CO2-uitstoot afgenomen. In 2013 werd nog zeventienduizend ton CO2-uitge-stoten, in 2015 is de uitstoot van koolstofdioxide teruggebracht naar 16.117 ton. Een vermindering van0,8 procent in 2014 en 1,3 procent in 2014.

Uitvoering mobiliteitsplanEen belangrijk aandachtspunt in het reduceren van de CO2-uitstoot is het woon-werkverkeer. Dezereductie is tevens noodzakelijk om het Utrecht Science Park bereikbaar te houden. De verwachting isdat het aantal dagelijkse bezoekers zal groeien van 60.000 nu tot zo’n 110.000 in 2020. Om het gebruikvan de auto terug te dringen en de bewustwording rond duurzaam gedrag te vergroten, heeft de HUper 1 september 2015 een nieuwe parkeermaatregel ingevoerd. Enkel medewerkers met een reisaf-stand van meer dan 10 kilometer tussen woonplaats en HU-standplaats krijgen nog een parkeerpas toe-gekend. Dat betekent dat een derde van de medewerkers niet langer in aanmerking komt voor zo’npas. Verder heeft de HU al enkele jaren diverse e-cars en e-bikes die medewerkers kunnen gebruikenvoor vervoer tijdens werkuren.

TOEKOMSTBESTENDIG8

Transparantie op de eerste vernieuwde HU-locatie, Heidelberglaan 7

Page 45: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

45 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

De HU nam in 2015 voor de tweede maal deel aan het Low Car Diet. Deelnemers konden dertig dagenlang gratis gebruik maken van ov-fiets, highspeed e-bikes, bus, tram, metro, trein, deelauto’s en werk-en vergaderruimtes op het station en onderweg. Zij hielden hun ervaringen bij via social media enberichtgeving van de HU. Het landelijke Low Car Diet is een initiatief van Urgenda en heeft als doel omzoveel mogelijk bedrijven en organisaties op een positieve manier kennis te laten maken met duurzamemobiliteit en ze te ondersteunen bij implementatie hiervan in de bedrijfsvoering. De deelnemende HU-medewerkers reisden volgens de organisatie tijdens hun ‘dieet’ 62 procent schoner dan anders.

HU Green OfficeOm verdere bewustwording te stimuleren, heeftde HU - als eerste hogeschool van Nederland -besloten tot oprichting van een Green Office.Deze gaat de motor vormen voor duurzame ont-wikkelingen in onderwijs, onderzoek en bedrijfs-voering van de HU. In het Green Office zullen stu-denten en medewerkers duurzaamheidsinitiatie-ven van de HU een podium bieden. Zij gaan metinformatiecampagnes meer mensen betrekken bijen informeren over de duurzaamheidsactiviteitenbinnen de HU. Ook zal het Green Office zelf duur-zaamheidsprojecten uitvoeren en ondersteuningbieden bij uitvoering door studenten en medewer-kers. De kick-off van dit project vond plaats indecember 2015.

Duurzaam onderzoek en onderwijsIn 2014 startte de HU samen met partner -hogescholen uit het internationale CARPE-netwerkhet project ESSENCE, met als doel de ontwik -keling van duurzame steden te stimuleren.

De Battle Smart Sustainable Cities daagdestudenten uit een plan te bedenken om duurzameenergie op te wekken in de gebouwde omgeving

Aan het begin van het Low Car Diet leverden de HU-deelnemers hun autosleutels in

Page 46: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

46 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

Het HU-lectoraat Nieuwe Energie in de Stad, ver-bonden aan het Center of Expertise SmartSustainable Cities, coördineert het project. Dedeelnemers hielden 21 en 22 september een con-ferentie in Valencia, waar onder andere werdgesproken over het blended opleiden van mensenom de overgang naar smart sustainable cities tekunnen bewerkstelligen. De HU was ook vertegen-woordigd op de internationale Klimaattop inParijs: Ivo Opstelten (lector Nieuwe Energie In DeStad) en Rogier Laterveer (onderzoeker en docentbouwkunde) waren uitgenodigd hun expertise tekomen delen met beleidsmakers en onderzoekersuit heel Europa.De HU participeert niet alleen in onderzoek maarwerkt ook aan de bewustwording rond duurzaam-heid. Zo organiseerde het Centre of ExpertiseSmart Sustainable Cities op 22 januari 2015 een‘Battle nul-op-de-meter’ in IJsselstein. Deopdracht was een praktisch uitvoerbaar plan tebedenken om duurzame energie op te wekken in

de gebouwde omgeving. Twee studententeams van de Faculteit Natuur & Techniek deden mee.Studenten van de HU waren ook betrokken bij onderzoek naar een concept van de TU Delft: kun jeduurzame energie op momenten van veel aanbod en weinig vraag opslaan in de vorm van ammoniak?De resultaten van dat onderzoek worden in 2016 bekend.

Continuïteit van de instellingOm de continuïteit van de HU te kunnen waarborgen, is de HU bezig met vier grote veranderprocessen.Meer hierover leest u in het hoofdstuk Organisatie. Ook op financieel gebied voert de HU een duur-zaam beleid. Om te kunnen anticiperen op ontwikkelingen in de toekomst, werkt de HU met een meerjarenbegroting en -planning, waarop we minimaal twee keer per jaar een gevoeligheidsanalyse uit-voeren. Hierbij bezien of we of we onze ambities kunnen realiseren. Sinds 2012 werkt de HU met eennegatieve begroting. In 2014 heeft de minister van OCW - anticiperend op de middelen die vanaf 2018vrijkomen als gevolg van het sociaal leenstelsel - de Vereniging Hogescholen gevraagd om alvast voorte investeren in onderwijs en onderzoek. Het College van Bestuur van de HU heeft naar aanleiding daar-van in 2014 besloten om geplande investeringen in onderwijs en onderzoek te vervroegen: al in 2015 isde HU, gerelateerd aan het aantal studenten, extra gaan investeren in onderwijs en onderzoek. Deinvesteringen zijn echter lager uitgevallen dan was begroot. Een voorspelde terugloop in de student-aantallen en de onzekerheid over de toekomstige situatie hebben bij de faculteiten tot terughoudend-heid geleid bij het investeren in onderwijzend en onderzoekend personeel (OP). Investeringen gebeurdein 2015 bovendien nog teveel incidenteel in plaats van structureel. De HU wil in 2016 dan ook meergaan investeren en deze investeringen bovendien een structureel karakter geven. We rekenen er daarbijop dat er extra middelen via de rijksbijdrage beschikbaar komen vanaf 2018. Op de lange termijnstreeft de HU ernaar het personeel te laten meegroeien en -krimpen met de studentenaantallen. Zobehouden we een gezonde financiële bedrijfsvoering en is de continuïteit van de instelling gewaarborgd.

Financieel duurzaam beleidDe HU streeft ernaar een financieel stabiele en gezonde organisatie te zijn. We hanteren een meerjaren-begroting en planning- en controlcyclus. We zijn daarbij transparant over wat we hebben bereikt. Zo

Voor vervoer tijdens werkuren kunnen medewerkers e-cars en e-bikes gebruiken

Page 47: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

47 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

maakt duurzaamheid niet alleen vanuit sociaal en ecologisch oogpunt deel uit van ons handelen, maarook vanuit economisch perspectief. Bij de HU zijn de financiële ratio’s op ruim voldoende niveau. Zobedroeg de solvabiliteit eind 2015 45 procent, waar de door de HU gehanteerde en landelijk geaccep-teerde kritische grens 25 procent is. De current ratio (liquiditeit) bedraagt 1,15, waar het ministerie vanOCW een signaleringsnorm van 0,5 hanteert.Vanwege de ambities op het terrein van innovatie van onderwijs en onderzoek en van herhuisvestingheeft de HU er in 2015 voor gekozen om te werken met een begrotingstekort. Dankzij per saldo mee-vallers wordt het jaar afgesloten met een positief resultaat na belastingen van € 1,2 miljoen. Deze mee-vallers betreffen met name hogere baten rijksbijdrage, collegegeld en projectsubsidies, alsmede lagerepersonele lasten. Daartegenover staan tegenvallers door hogere (tijdelijke) huisvestingslasten voort-vloeiend uit de herhuisvesting, hogere afschrijvingslasten door aanpassing van de afschrijvingstermijn,en het vormen van een voorziening om studenten van de opleiding Medische Hulpverlening, die studie-vertraging opliepen omdat er onvoldoende stageplekken waren, financieel tegemoet te kunnen komen.

De duurzaamste hogeschoolAl met al voert de HU een zeer actief beleid op duurzaamheid. We incorporeren het in ons onderwijs enonderzoek en werken zo aan bewustwording bij studenten en medewerkers. Ook de vele initiatieven totverduurzaming van de bedrijfsvoering, zoals hierboven beschreven, dragen hieraan bij. Studenten -netwerk Morgen honoreerde al deze inspanningen door de HU voor het derde jaar op rij uit te roepentot winnaar van de gouden SustainaBul, als meest duurzame hogeschool van Nederland.

Collegevoorzitter Jan Bogerd liep met diverse onderzoekers, ondersteuners en docenten van de HUmee met The Climate Miles, een initiatief dat meer aandacht vraagt voor klimaatverandering

Page 48: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

48 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

BIJLAGEPrestatieafspraken: gebruikte definities van verplichte indicatoren onderwijskwaliteit en studie

Prestatieafspraak

(HBO1): StudiesuccesUitval6

(HBO2) StudiesuccesSwitch6

(HBO3) StudiesuccesBachelor-rendement6

(HBO4) KwaliteitExcellentie: Deelnameaan Excellentie-trajecten7

(HBO5) MaatregelenDocentkwaliteit

(HBO6) MaatregelenOnderwijs-Intensiteit7

(HBO7) MaatregelenIndirecte lasten7

Databron

DUO/1CHO

DUO/1CHO

DUO/1CHO

Instellings-administratie1CHO

Instellings-administratie

Studiegidsen

Instellings-administratie

0-meting

32,3%

9,9%

63,2%

1,5%

72,5%

60%(40% vol-deed)

1,35

Ambitie

32%

10%

64%

6%

86%

0%(100% voldoet)

1,62

Realisatie

30%

9,2%

58,8%

6,8%

Nietbehaald,bepalingpercenta-ge nogonderhan-den8

0%

1,64

Definitie

Het aandeel van het totaal aantal vol-tijd bachelorstudenten (eerstejaarsHO) dat na één jaar niet meer bijdezelfde instelling in het hogeronderwijs staat ingeschreven

Het aandeel van het totaal aantal vol-tijds bachelorstudenten (eerstejaarsHO) dat na 1 jaar studie staat inge-schreven bij een andere studie bijdezelfde instelling

Het aandeel van de voltijd bachelor-studenten die zich na het eerste stu-diejaar opnieuw bij dezelfde instellinginschrijven (herinschrijvers) dat innominale studietijd + één jaar (C+1)bij dezelfde instelling het bachelordi-ploma behaalt

Verhouding tussen voltijd bachelorstudenten die gedurende 2015 aanexcellentietrajecten (deelnemersHonours programma, afstudeerdersmet het predicaat cum laude, topsporters en bestuurlijke actievestudenten) deelnamen en het totaalaantal voltijd bachelor studenten per1 oktober 2015.

Het aandeel van de docenten (OP,vanaf schaal 10) met een master inhet totaal aantal aangestelde docen-ten (OP, vanaf schaal 10) per 31december 2015.

Het aandeel van de voltijd bachelor-opleidingen met minder dan 12geprogrammeerde contacturen (klokuur/week, gemeten over 40weken) in het eerste jaar.

De gemiddelde ratio OP/OBP (fte)gedurende 2015, inclusief inhuur der-den op basis van een ingeschattewerktijdfactor.

Methode

DUO

DUO

DUO

Teller: deelnemersHonoursprogramma, afstudeerdersmet predicaat cum laude, top -sporters, en bestuurlijke actieve studenten. Noemer: alle voltijdbachelorstudenten ingeschreven op 1oktober van het jaar

Het opleidingsniveau van de docentis vastgelegd in het personeels-informatiesysteem. HU selecteertOP'ers in schaal 10 en hoger conformhet functiegebouw en stelt het per-centage op minimaal masterniveauvast ten opzichte van het totaal aantaldocenten in schaal 10 en hoger

Conform omschrijving RCHOO, uit-gaande van 40 onderwijsweken.Registratie in studiegidsen

Voor de berekening van het aantalfte’s, inclusief Personeel Niet InLoondienst (PNIL), is een steekproefgetrokken van 50 facturen PNIL, voorzowel OP als OBP. Op basis van dezefacturen is de prijs per uur en vervol-gens de gemiddelde personele lastPNIL berekend (prijs per uur vermenigvuldigd met 1659 uur). Deflexibele schil van HU werd veronder-steld constant te zijn; 10 procent vande personele lasten bestaan uit lastenm.b.t. PNIL. Op basis van deze ver-houding (90% PIL, 10% PNIL) is eengemiddelde personele last berekendvoor OP en voor OBP voor PersoneelIn Loondienst (PIL) en PNIL gezamen-lijk. Vervolgens zijn de aantal fte’s OPen OBP berekend.

6 Gebaseerd op reeds gevalideerde externe informatiebron7 Gebaseerd op eigen administratie van de instelling8 Omdat de registratie van masterdiploma’s onvoldoende betrouwbaar bleek te zijn, zijn wij deze aan het opschonen. Hierna kunnen wij het percentage bepalen en

onderzoekt onze accountant alsnog de juistheid van dit percentage.

Page 49: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

49 Hogeschool Utrecht | jaarverslag 2015

Colofon

Uitgave

Hogeschool Utrecht

April 2016

Ontwerp

Troost communicatie, Utrecht

Fotografie

Femke van de Heuvel, Ed van Rijswijk, Seth Carnill, Guido

van den Berg, StudentInc, Dennis Middelkoop, Meral van

Leeuwen, Merel Vingerhoets, Brenda Janssen, Katja Krosien,

SSH, Judtih van der Goes, Erlijn Eweg, Frank Noordanus en

Bram Delmee. Foto cover: Femke van den Heuvel

Page 50: Jaarverslag Hogeschool Utrecht 2015

hu_j

v15_

0416

_tc