2
GELEZEN Jan Scott (2003). Omgaan met stemmingsschommelingen. Zelfhulp op basis van cognitieve gedragstechnieken. Lisse: Swets & Zeitlinger. 232 pp., E 22,- Pim Cuijpers Er zijn zelfhulpboeken over tal van psychische ziekten en problemen verschenen. Jan Scott, een bekende Britse onderzoekster en psychiater, heeft het aangedurfd om een zelfhulpboek over de manisch-depressieve stoornis op de markt te brengen. Het is een omvangrijk boek geworden, dat ruim 200 pagina’s met informatie, registra- tieoefeningen, andere oefeningen en voorbeeldmateriaal bevat. Het boek is bedoeld voor mensen met een manisch- depressieve of bipolaire stoornis. Volgens de auteur kan het in drie tot zes maanden doorgewerkt worden. Het bestaat uit vier delen, die los van elkaar doorgenomen kunnen worden en daardoor enige overlap vertonen, zonder dat dit storend werkt. In het eerste deel wordt informatie over het ziektebeeld gegeven. Scott staat uit- gebreid stil bij stemmingsschommelingen, de extreme vormen ervan en de psychische ziekten die ermee samen- hangen. Ook wordt ingegaan op risicofactoren en behan- delmogelijkheden. In het tweede deel worden cognitief- gedragstherapeutische strategiee¨ n gepresenteerd die hel- pend kunnen zijn bij het verminderen van de klachten van de bipolaire stoornis. Er wordt uitvoerig ingegaan op het ontdekken van automatische gedachten, op self- monitoring en op zelfregulatie. Het derde deel bouwt voort op het tweede en gaat specifieker in op wat men kan doen tijdens depressieve episodes en tijdens mani- sche episodes. Het vierde deel gaat over de toekomst: terugval voorkomen en toekomstplannen maken. Het is een zeer leesbaar boek. De auteur en de vertalers hebben hun best gedaan om jargon te vermijden en alles zo eenvoudig mogelijk uit te leggen. Sterk punt is ook dat veelgebruikt Nederlands materiaal het oorspronkelijke Britse vervangen heeft, bijvoorbeeld de methode om het beloop van de stemmingsstoornis te registreren. Ook zijn achterin nuttige Nederlandse adressen opgenomen. Het is ook een zeer informatief boek, met een uitvoerige handleiding hoe cognitief-gedragstherapeutische inzichten gebruikt kunnen worden om klachten aan te pakken. Maar daar zit ook de zwakte: het bevat zo veel informatie dat het nauwelijks denkbaar is dat de ‘gemiddelde’ patie¨ nt met een bipolaire stoornis dit boek op eigen houtje door zal kunnen werken. De hoeveelheid informatie werkt zelfs ontmoedigend. Naar mijn mening heeft de auteur onvol- doende kritisch gekeken of alle gepresenteerde informatie echt nodig is. Zo is bijvoorbeeld een complexe tabel met de kenmerken van depressie, manie en hypomanie voor de gemiddelde lezer niet toegankelijk. Ook lijkt het overdre- ven om de lezer lastig te vallen met een hie¨ rarchie van betrouwbaarheid van kennis, met statistische meta-analy- ses bovenaan en ‘populaire’ artikelen onderaan. Het boek had gebruiksvriendelijker gekund en ik vraag me af of het resultaat wel bruikbaar is voor patie¨ nten zonder enige vorm van begeleiding. Volgens mij moet dit boek veel meer gezien worden als een hulpmiddel dat gebruikt kan worden bij behandeling onder begeleiding van de thera- peut. Opmerkelijk is ook het ontbreken van enige vorm van diagnostiek of van vragenlijsten waarmee de eigen problematiek in kaart kan worden gebracht. Misschien verwacht de auteur dat vooral mensen die al als zodanig gediagnosticeerd zijn dit boek zullen lezen. De auteur lijkt zich onvoldoende gerealiseerd te hebben dat het boek geheel zelfstandig moet kunnen worden doorgewerkt – of is zij wellicht gezwicht voor de uitgever die dit boek voor iedereen toegankelijk in de gewone boekhandel wilde aanbieden en niet alleen voor ‘begeleide zelfhulp’ wilde bestemmen? Moeten we mensen met een ernstige bipolaire stoornis wel adviseren om op eigen houtje een Pim Cuijpers (*) PIM CUIJPERS is hoogleraar klinische psychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Tijdschrift voor Psychotherapie (januari 2006) 32:34–35 DOI 10.1007/BF03062188 13

Jan Scott (2003). Omgaan met stemmingsschommelingen. Zelfhulp op basis van cognitieve gedragstechnieken. Lisse: Swets & Zeitlinger. 232 pp., € 22,-

Embed Size (px)

Citation preview

GELEZEN

Jan Scott (2003). Omgaan met stemmingsschommelingen. Zelfhulpop basis van cognitieve gedragstechnieken. Lisse: Swets & Zeitlinger.232 pp., E 22,-

Pim Cuijpers

Er zijn zelfhulpboeken over tal van psychische ziekten en

problemen verschenen. Jan Scott, een bekende Britse

onderzoekster en psychiater, heeft het aangedurfd om

een zelfhulpboek over de manisch-depressieve stoornis

op de markt te brengen. Het is een omvangrijk boek

geworden, dat ruim 200 pagina’s met informatie, registra-

tieoefeningen, andere oefeningen en voorbeeldmateriaal

bevat.

Het boek is bedoeld voor mensen met een manisch-

depressieve of bipolaire stoornis. Volgens de auteur kan

het in drie tot zes maanden doorgewerkt worden. Het

bestaat uit vier delen, die los van elkaar doorgenomen

kunnen worden en daardoor enige overlap vertonen,

zonder dat dit storend werkt. In het eerste deel wordt

informatie over het ziektebeeld gegeven. Scott staat uit-

gebreid stil bij stemmingsschommelingen, de extreme

vormen ervan en de psychische ziekten die ermee samen-

hangen. Ook wordt ingegaan op risicofactoren en behan-

delmogelijkheden. In het tweede deel worden cognitief-

gedragstherapeutische strategieen gepresenteerd die hel-

pend kunnen zijn bij het verminderen van de klachten

van de bipolaire stoornis. Er wordt uitvoerig ingegaan op

het ontdekken van automatische gedachten, op self-

monitoring en op zelfregulatie. Het derde deel bouwt

voort op het tweede en gaat specifieker in op wat men

kan doen tijdens depressieve episodes en tijdens mani-

sche episodes. Het vierde deel gaat over de toekomst:

terugval voorkomen en toekomstplannen maken.

Het is een zeer leesbaar boek. De auteur en de vertalers

hebben hun best gedaan om jargon te vermijden en alles

zo eenvoudig mogelijk uit te leggen. Sterk punt is ook dat

veelgebruikt Nederlands materiaal het oorspronkelijke

Britse vervangen heeft, bijvoorbeeld de methode om het

beloop van de stemmingsstoornis te registreren. Ook zijn

achterin nuttige Nederlandse adressen opgenomen.

Het is ook een zeer informatief boek,met een uitvoerige

handleiding hoe cognitief-gedragstherapeutische inzichten

gebruikt kunnen worden om klachten aan te pakken.

Maar daar zit ook de zwakte: het bevat zo veel informatie

dat het nauwelijks denkbaar is dat de ‘gemiddelde’ patient

met een bipolaire stoornis dit boek op eigen houtje door

zal kunnen werken. De hoeveelheid informatie werkt zelfs

ontmoedigend. Naar mijn mening heeft de auteur onvol-

doende kritisch gekeken of alle gepresenteerde informatie

echt nodig is. Zo is bijvoorbeeld een complexe tabelmet de

kenmerken van depressie, manie en hypomanie voor de

gemiddelde lezer niet toegankelijk. Ook lijkt het overdre-

ven om de lezer lastig te vallen met een hierarchie van

betrouwbaarheid van kennis, met statistische meta-analy-

ses bovenaan en ‘populaire’ artikelen onderaan. Het boek

had gebruiksvriendelijker gekund en ik vraag me af of het

resultaat wel bruikbaar is voor patienten zonder enige

vorm van begeleiding. Volgens mij moet dit boek veel

meer gezien worden als een hulpmiddel dat gebruikt kan

worden bij behandeling onder begeleiding van de thera-

peut. Opmerkelijk is ook het ontbreken van enige vorm

van diagnostiek of van vragenlijsten waarmee de eigen

problematiek in kaart kan worden gebracht. Misschien

verwacht de auteur dat vooral mensen die al als zodanig

gediagnosticeerd zijn dit boek zullen lezen. De auteur lijkt

zich onvoldoende gerealiseerd te hebben dat het boek

geheel zelfstandig moet kunnen worden doorgewerkt –

of is zij wellicht gezwicht voor de uitgever die dit boek

voor iedereen toegankelijk in de gewone boekhandel wilde

aanbieden en niet alleen voor ‘begeleide zelfhulp’ wilde

bestemmen?Moeten wemensenmet een ernstige bipolaire

stoornis wel adviseren om op eigen houtje een

Pim Cuijpers (*)PIM CUIJPERS is hoogleraar klinische psychologie aan de VrijeUniversiteit Amsterdam.

Tijdschrift voor Psychotherapie (januari 2006) 32:34–35

DOI 10.1007/BF03062188

13

zelfhulpboek door te werken, als dat bovendien drie tot

zes maanden tijd en inzet vergt? Ik zou zeggen van niet. Bij

dergelijke ernstige aandoeningen zijn behandeling en

begeleiding nodig en kan een zelfhulpboek een ondersteu-

nende rol spelen.

Kortom, het is een prima boek, maar dan als hulp-

middel bij begeleide zelfhulp. Er zijn de afgelopen

decennia tientallen goed opgezette onderzoeken ver-

richt naar de effecten van zelfhulpboeken voor tal van

psychische problemen. Veel van dit onderzoek laat

goede resultaten van zelfhulpboeken zien. Het is aan te

raden om ook de effecten van dit zelfhulpboek te onder-

zoeken. Dan weten we zeker of het gebruik van dit boek

de investering van de patient waard is.

Tijdschrift voor Psychotherapie (januari 2006) 32:34–35 35

13