22
LA RESERVE EN DE VLOEK VAN HET ZESDE GEBOD

La Réserve en de vloek van het zesde gebod

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Commissaris Mangels heeft heemkunde als nieuwe hobby. Hij schrijft een artikel over Hotel La Réserve, dat op het punt staat te worden afgebroken. Iemand verzet zich hevig tegen deze sloop. Tegelijk spoelt het lijk van een volwassen vrouw aan, en een paar tieners worden als vermist opgegeven. De onderzoeken naar beide zaken lopen voortdurend dood, en een verdachte ontsnapt. Daardoor is de sfeer in het Knokse commissariaat om te snijden, ook al probeert graaf burgemeester Lippens er de stemming en de werklust in te houden. Stefaan Athenus, die eindelijk zijn grote liefde gevonden heeft, ziet een vriendin terug die hij jaren geleden uit het oog is verloren. Deze ontmoeting zet het leven van de brigadier totaal op zijn kop. Enfin, de rafelige kantjes van het mondaine Knokke-Heist en zijn autoriteiten. Wederom een onderzoek van Luk Borré, de niet altijd even sympathieke Knokse speurder.

Citation preview

Page 1: La Réserve en de vloek van het zesde gebod

LA RESERVE

EN DE VLOEK VAN HET ZESDE GEBOD

Page 2: La Réserve en de vloek van het zesde gebod

© Jos Pierreux / Uitgeverij Houtekiet, 2008Uitgeverij Houtekiet, Vrijheidstraat 33, b-2000 Antwerpen

[email protected]

Omslag Wil Immink naarHospitality van Barry Flanagan

Foto auteur © HoutekietZetwerk Intertext, Antwerpen

isbn 978 90 8924 001 9d 2008 4765 10

nur 330

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/ofopenbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of opwelke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke

toestemming van de uitgever.No part of this book may be reproduced in any form, by

print, photoprint, microfilm or any other means, withoutwritten permission of the publisher.

Page 3: La Réserve en de vloek van het zesde gebod

Jos Pierreux

La Réserveen de vloek vanhet zesde gebod

Wederom een onderzoek vanLuk Borré, de niet altijd evensympathieke Knokse speurder

HoutekietAntwerpen / Amsterdam

Page 4: La Réserve en de vloek van het zesde gebod

Voor Arno:Geluk. Gezondheid. Liefde.

En dit boek.

Page 5: La Réserve en de vloek van het zesde gebod

Het zijn allemaal trucs. Niet meer en niet minder.En ik mag dan een ouwe zak van in de vijftig zijn,

ik speel nog altijd graag met de goocheldoos.(Anthony Horowitz)

Alles van waarde balanceert op de rand van kitsch.(Willem Jan Otten, Specht en zoon)

Ooit, in een verre toekomst, kan ik haar misschienuitleggen dat ze getrouwd was met een man die nooit

volledig zichtbaar was, zelfs niet voor zichzelf.(Henning Mankell, Diepte)

Ieder kind is een correctie in mijn leven.Je kunt niet kinderliedjes zingen in België en Nederland,

en tezelfdertijd aan het bed van je kind staan.(Willem Vermandere, 23 juni 2006,

in het radioprogramma Het beste moet nog komen)

Hij was bang. Bang voor alles. Alles wat hem zou ontmaskeren.(Pierre Ux, Zijn leven)

Laat me deel uitmaken,eindelijk ergens deel van uitmaken.

(Peter Verhelst, Zwerm)

This town ain’t big enough for the both of us,And it ain’t me who’s gonna leave.

(The Sparks, This town ain’t big enough for the both of us)

Kunstenaars stelen de hele tijd, daarom is smaak zo belangrijk.(Martin Cruz Smith, Tokio Centraal)

Amateurs wachten op inspiratie;wij staan gewoon op en gaan aan het werk.

(Philip Roth, Alleman)

Page 6: La Réserve en de vloek van het zesde gebod

Forget the dead you’ve left,They will not follow you

(Bob Dylan, It’s All Over Now, Baby Blue)

On peut dire ce que l’on veutLes femmes peuvent nous rendre heureux

Mais elles nous créent tant d’ennuisQue seul le chien est vraiment notre ami.

(Richard Anthony, Les mains dans les poches)

Mocht stront geld waard zijn,dan zouden arme mensen geen gat meer hebben.

(Jean-Luc Godard)

Page 7: La Réserve en de vloek van het zesde gebod

7

1

Dezelfde dag dat het lichaam van een volwassen vrouw terhoogte van het Lichttorenplein aanspoelde, verdwaalden

op het strand tussen het casino van Knokke en Het Zoute vijf-tien kinderen.

De redders, die de avond daarvoor moesten uitrukken omeen rubberboot te bergen, waren doodop. In het bootje, datveel te groot en onhandelbaar was om in zee mee te stoeien,zaten twee tieners. De een zag lijkbleek, de ander hing onop-houdelijk kotsend over de rand. Het duo had hun leven te dan-ken aan een onbekende die rond elf uur de politie waarschuwdedat ‘een sloep met menselijke inhoud’ afdreef naar volle zee. De stem:nasaal, en verzopen in de achtergrondgeluiden.

Meteen na die woorden hing de man op – terwijl aan deandere kant van de lijn Lechamps als een gek tegen de kies-toon zat te brullen. Naast hem, in een schone asbak, balanceer-de een levenloze sigaar. Het witte notitieblok dat op zijn knieënlag, schoof op de grond. Brigadier Lechamps: rood, hard, ge-groefd gezicht, openstaand boord, zweetplekken onder deoksels, koffie, koffie, koffie. Zijn wenkbrauwen waren nietbijgeknipt.

Lechamps slaakte een zucht. Er pulseerde een ader in zijnnek. Een komeet van pure, witte angst schoot door zijn hart.

Page 8: La Réserve en de vloek van het zesde gebod

8

Zijn dochter Mieke, amper achttien, was een paar maan-den eerder moeder geworden van een zoon. Bij zijn geboortewoog Brecht tweeëntwintighonderd gram bij een lengte vaneenenveertig centimeter. Een jongetje dat zijn dagen vult metmoeizaam eten, geregeld gevolgd door een ritueel van kram-pen en braken.

Brigadier Lechamps wil het niet horen, maar zijn kleinzoonwordt stilaan een zorgenkind, waarmee zijn dochter en zijnvrouw van kinderarts naar kliniek zeulen – op zoek naar ie-mand die zijn vinger op het probleem kan leggen. Het luchtop, als je de ziekte een naam kunt geven.

Terwijl de Seaking-helicopter zich klaarmaakte om uit te ruk-ken, probeerde men de oproep te lokaliseren. Het belletje bleekechter te kort, en het gsm-verkeer veel te druk – telefonerendover de dijk flaneren leek de nieuwste rage. Men slaagde erniet in om op korte tijd te achterhalen wie het politiekantoorin de Van Steenestraat gebeld had, en waar de beller zich be-vond.

‘Die man zal te veel in paniek geweest zijn, om zijn coördi-naten te geven en zich te identificeren,’ zei Daniël Pisters.

Lechamps knikte en bracht een duimnagel naar zijn tan-den. Zijn glimlach werd een streep. Inspecteur Pisters vergatdat het telefoontje zo laat binnenkwam, dat je met het bloteoog nog amper iets kon onderscheiden. Er rinkelde iets in zijnhoofd. In die paar cafés in het centrum van het oude Knokke,waar een toerist zich enkel vertoont om de weg te vragen, enwaar het bier gedronken wordt in de mist van ontelbare siga-retten, heeft brigadier Lechamps het gerucht opgevangen datiemand een lading nachtkijkers onderschept heeft die inZeebrugge van een vrachtwagen waren gevallen. De kerel ver-koopt voor een prikje aan mannen die daarmee ’s nachts vanafhet strand bij de appartementen naar binnen gluren. Al die

Page 9: La Réserve en de vloek van het zesde gebod

9

moeite voor wat been en een paar tieten. Terwijl in de zomerhet blote vrouwenvlees in rijen geëtaleerd ligt.

Tenslotte was alles goed afgelopen. De rubberboot werdeen tweede keer gesignaleerd, deze keer door een Heistenaardie elke avond vanaf het strand zijn vislijnen uitwierp ter hoogtevan het Van Bunnenplein, waar de wandeldijk twaalf uur perdag in de schaduw van een roze blok beton ligt, dat een appar-tementsgebouw moet voorstellen. Deze visser, die uit een fa-milie van zeelui stamde, was alert en bevattelijk – voor iemandals Lechamps, die het plaatselijke dialect begrijpt.

De redders rukten met de motorboot uit, terwijl de Seakingboven de rubberboot hing, en de drenkelingen in een zuil vanlicht gevangen zette.

Stank voor dank: amper was de reddingsoperatie afgelo-pen, of de jongelui mengden zich in het ontstane tumult tus-sen de ramptoeristen, en losten op. Waarschijnlijk waren zebang dat ze voor de kosten zouden moeten opdraaien.

Achteraf bleek de rubberboot gestolen van een FranstaligeBrusselaar die in Zeebrugge een appartement op de beganegrond huurde, en het ding op de stoep liet overnachten, meteen touw als enig beveiligingsmiddel.

Stefaan Athenus heeft straks de eer het rubberbootje terugaan de eigenaar te bezorgen. Maar nu staat de vierendertig-jarige brigadier bij de receptiedesk zijn correspondentie te sor-teren. Bijna één op de twee brieven belandt meteen in de prul-lenmand.

Lechamps kijkt wrevelig naar zijn zonnebankbruine col-lega.

‘Je hebt een eigen kantoor,’ zegt hij.Athenus wrijft door zijn asgrijze haar en slikt een reactie

in.Zonlicht valt door het raam. Stofjes dansen in de lucht.

Page 10: La Réserve en de vloek van het zesde gebod

10

Buiten stopt een bestelwagentje. Vier Oost-Europeanenstappen uit, schuiven de deuren van de kleine Japanner openen wapenen zich met emmers en trekkers. Als de eerste manmet zijn schouder de deur openduwt, beneemt de geur vanschoonmaakproducten de Knokse agenten de adem.

‘Waar is Mangels?’ vraagt Stefaan Athenus, terwijl hij zijnvingers in de lusjes van zijn riem haakt en de schoonmaak-ploeg nastaart.

Lechamps maakt met een zakmes een vingernagel schoon.‘De overste volgt een managementcursus.’‘Als hij slaagt, vreet ik mijn kepie op.’‘Begin alvast je kaakspieren te oefenen,’ zucht Lechamps.

‘Want als het voetvolk beoordeeld wordt, zijn de heren streng.Maar als je je strepen eenmaal hebt, ben je een genie als je zon-der fouten je naam kan spellen.’

Een man komt het politiekantoor binnen. Hij draagt eenverkreukt t-shirt en een joggingbroek. Tussen de kledingstuk-ken puilt een met grijs haar begroeid buikje.

‘We zijn Lindsay kwijt,’ zegt hij. ‘Als iemand haar vindt,komen we haar hier vanavond ophalen.’ Zijn tanden zijn vals.

Buiten staat zijn zwangere vrouw. Die ziet eruit alsof zevoortdurend ergens tegenaan loopt, en daar niet zonder kleer-scheuren vanaf komt. Ze heeft een baby als een voetbal onderhaar armen. Een kleuter drukt zich tegen haar been. Diensbewegingen zijn zo schrikachtig als bij angstige vogeltjes.

Brigadier Lechamps heeft net een slok gedronken uit dethermosfles die hij iedere dag van thuis meebrengt. Hoewel erkoffie op kantoor is. Hij veegt zijn mond af met de rug van zijnhand. De drank brandt een gat in zijn maag.

Witte schuimkoppen op de golven.Een meeuw als een autoalarm.

Page 11: La Réserve en de vloek van het zesde gebod

11

De lucht is blauw, met hier en daar de flard van een wolkje.Precies langs de lijn waar de lucht en het water elkaar raken,kruipt een schip.

Luk Borré staat tot zijn knieën in de staalgrijze zee, en laatzijn nare gedachten in het water wegvloeien. De zee zal deslechte dingen niet vasthouden. Maar het geluk is er – hetwaanbeeld van geluk, tenminste: voor een tijdje, tot de zwart-gallige gedachten terugkeren, omdat ze nu eenmaal bij hemhoren. De Knokse speurder weet dat ze terug zullen komen –akelige herinneringen keren altijd weer, negatieve overwegin-gen doen langzaam hun giftige, eroderende werk. Hij heeftherinneringen die komen spoken. Maar sinds hij elke dag hetklotsende water rond zijn onderbenen laat stromen, voelt hijzich tijdelijk gelouterd. Goed en fout worden bepaald door deomstandigheden. Dat beseft hij dan, en dan alleen.

Hij heft zijn gezicht naar de zon.Dingen die lang en minder lang geleden zijn gebeurd,

draagt hij mee als een vaag pijntje – als jeuk aan een onbereik-baar lichaamsdeel.

Borré sluit zijn ogen en laat los. Miranda, het alter ego waar-in zijn vriendin Rena zich vroeger transformeerde: weg. Zijnleven voor hij een aangespoelde werd: weg. De zaak van de ver-moorde weduwe met haar hondje, waarin de moordenaarsongestraft bleven: weg. Zijn rol in het versnelde overlijden vanzijn collega Koolvoet: wég, wég, wég.

Als hij daarna op de rand van de dijk op een bankje naasteen oude vrouw met een hond gaat zitten, om met een hand-doek het zand van zijn voeten te slaan, is Koolvoet al weer te-rug. De vrouw kijkt hem aan en gaat op een ander bankje zit-ten. Haar hond negeert hem volledig.

Natuurlijk heeft Luk Borré nog dromen – maar hij spreekter niet over, omdat uitgesproken dromen meestal leiden totvernedering.

Page 12: La Réserve en de vloek van het zesde gebod

12

De kustlijn links is een vage bruine veeg: de luchtvervui-ling van de haven van Zeebrugge.

Rechts: de kromming die het Albertstrand maakt, en hetwoud van appartementen, dat klaar lijkt te staan om zich ooitals versteende lemmingen in zee te storten. Verscholen: de stra-ten waarin mensen winkelen alsof ze zich opmaken voor eenlangdurig beleg.

Achter zich: het flatgebouw waarin hij woont, op het ap-partement, waar zijn vriendin zich nu op de hometrainer af-beult. Zij vrijt veelvuldig met hem. Soms wild en dorstig, maarvaak bijzonder teder, alsof ze wil zeggen dat hij haar kan ver-trouwen, dat hij mag binnendringen, met alles – inclusief zijnhele leven. Hij bedrijft de liefde zoals alleen een man dat kandie alles verloren heeft, en enkel zijn lichaam nog bezit. Maarhaar verleden zit als een splinter van ijs in zijn hart.

Luk Borré rolt zijn broekspijpen naar beneden, steekt zijnvoeten naakt in Mephisto-schoenen, en springt op zijn ZouteCruiser. De wind blaast hem naar zijn werk in de Van Steene-straat.

Lechamps heft zijn handen ten hemel. Hij schraapt zijn keel,en het wordt stil.

‘Even recapituleren: Lindsay is veertien, en ze is de dochtervan jouw eerste vrouw met de echtgenoot van je huidige vrien-din. Heeft u een recente foto van haar?’

De man knikt. Zijn zwangere vrouw is naast hem komenstaan, met de baby op haar arm. Uit de neus van de kleuterloopt snot.

‘Als jij niet de vader bent,’ zegt Athenus terwijl hij, over derug van zijn collega, het kiekje bestudeert, ‘en zij niet de moe-der, hoe komt het dan dat Lindsay bij jullie verblijft?’

‘Ze mocht mee, om op de kinderen te letten,’ zegt de man.

Page 13: La Réserve en de vloek van het zesde gebod

13

‘Wij hebben ook recht op vakantie. Maar we kunnen de bas-taard niet meer vinden.’

‘Let op je woorden,’ onderbreekt zijn vrouw, ‘als je het overdat rotjong hebt.’

Stefaan Athenus glimlacht, en de kleuter lacht stomver-baasd terug.

Buiten komt een slanke vrouw met haar iets jongere vriendaangewandeld. Ze houden tamelijk veel afstand voor twee men-sen die vaak vrijen tot ze één dier zijn dat in zijn eigen rug kanklauwen. De vrouw heeft amandelkleurige ogen die je enkelkunt zien als ze even haar zonnebril met zilveren montuur enkleine glazen van haar neus naar haar halflange haar heft. Ge-prononceerde jukbeenderen. Haar blouse spant over haar bor-sten.

Haar vriend duwt de voordeur door de weerstand van eenstug scharnier, en laat zijn vriendin met een elegant gebaarvoorgaan. Zijn hart is ooit bij haar naar binnen gesprongen endaar gebleven. Hij ziet er een beetje moe uit. Zijn gezicht isnog rood van het scheren. Hij kijkt naar de plek waar haar be-nen haar jurk ontmoeten.

‘Goedemorgen.’Zij zoent haar collega’s op de wangen.Stefaan Athenus houdt haar even bij de bovenarmen vast.

De brigadier is van het ene moment op het andere één brokhormonen. Hij bekijkt haar schattend.

‘Heb je al eens een kleurspoeling overwogen? Koper zouprachtig staan bij je huid.’

Mariëtte giechelt als een schoolmeisje.Lechamps trekt zijn wenkbrauwen in zijn voorhoofd, en

slaat zijn ogen omhoog.‘Ik zie dat Pierre meegekomen is?’‘En mijn dag was nog wel zo goed begonnen,’ zegt Stefaan

Page 14: La Réserve en de vloek van het zesde gebod

14

Athenus. Hij legt zijn arm over zijn borst om zijn schouder temasseren.

‘Een of ander individu beweert dat zijn voorruit gebarstenis, door een steen die van onder het wiel van de Bentley om-hoog werd gekatapulteerd,’ zegt Mariëtte. ‘Pierre komt daar-over een verklaring afleggen.’

‘Zat hij achter het stuur?’‘Nee,’ lacht Mariëtte. Ze spreekt op die zachte toon die

maakt dat mannen hun leven willen geven. ‘De butler. Maardie moet volgende maand al voor de rechtbank verschijnenvoor een snelheidsovertreding. Geflitst, met tweehonderdtwintig over de snelweg.’

‘Met de Jaguar?’‘Met mijn Ducati Monster.’‘Een beest van een motor.’‘Er bestaat niets wilds, dat niet getemd kan worden.’‘Ik wist niet dat de butler met de motor reed,’ zegt Le-

champs.Pierre Godart rolt dubbelzinnig met zijn ogen.‘Wij ook niet.’Mariëtte draait haar hoofd weg. Over haar gezicht glijdt een

vluchtige glimlach.De toerist, zijn zwangere vrouw en de kleuter staan nog

steeds in een keurig driehoekje. Er klinkt iets van ergernis inde stem van de man.

‘Mogen wij nu eindelijk naar het strand?’Lechamps kijkt hem uitdrukkingsloos aan. Buiten drijft een

donkere wolk voorbij. De wagens rijden achter hun koplam-pen.

‘We hebben een recente foto van het meisje, uw identiteiten uw gsm-nummers,’ zegt de brigadier. ‘Zodra de vermisteopduikt, wordt u gewaarschuwd. Ondertussen mag u zichamuseren. Als uw geweten zich daarmee kan verenigen.’

Page 15: La Réserve en de vloek van het zesde gebod

15

Het kwartet staat al op de stoep eer hij uitgesproken is. Devrouw waggelt als een eend achter de man aan.

‘Dat was geen schoolvoorbeeld van beschaving,’ merktMariëtte op.

‘Waarom willen arme mensen zich zo veelvuldig voortplan-ten?’ vraagt Pierre Godart zich hardop af.

‘Neuken is het enige dat ze zich kunnen veroorloven,’ ant-woordt Athenus.

Er valt even een stilte.‘Veel mensen zijn tegenwoordig volledig de weg kwijt,’ zegt

Lechamps dan. Zijn lip krult in een zuur lachje.Stefaan tikt zijn vingertoppen tegen elkaar.‘De beerput die sommigen van hun leven maken…,’ zucht

hij. Dan richt hij zich weer tot Pierre Godart, de vriend van zijncollega: ‘Kom maar mee. Ik zal je verklaring afnemen.’

‘Ik kom zo,’ zegt de zakenman.Hij neemt Mariëtte apart.‘Is het echt nodig dat je voortdurend en met iedereen flirt?’Zijn vriendin fronst haar keurig geëpileerde wenkbrauwen.

Haar vingers vegen iets van zijn wang.‘Ik flirt niet. Ik ben gewoon mezelf.’‘We moeten tijd maken om te praten. Er is iets dat ik je moet

vragen.’Mariëtte streelt met de rug van een vinger over zijn pols. Er

schijnt een vreemde oranje gloed in haar amandelkleurigeogen, alsof ze van binnenuit worden verlicht.

‘Onze gevoelens zijn iets tussen jou en mij,’ zegt ze. ‘Ik ziegeen reden om er de kerk en de staat bij te betrekken.’

Pierre Godart haalt zijn hand van haar arm, en laat haargaan.

Ze laat een parfumspoor achter.Lechamps legt de foto voor zich. Daarop staat het vermiste

Page 16: La Réserve en de vloek van het zesde gebod

16

meisje in bikini. Een huid, zo bleek als ivoor. Zwarte krullenvormen komma’s tegen de blankheid van haar hals. Ze heefteen heel klein bol buikje boven de rand van haar slip. Haararmen hangen slap. Ze lacht en tuit haar lippen naar de came-ra, of naar de man achter de lens. Ze ziet er volwassen uit, maardat heb je vaker bij meisjes van die leeftijd – in achtergesteldemilieus misschien net nog iets meer dan in andere. De briga-dier vraagt zich af of dat een gevoel is, of op dat gebied studieszijn gemaakt. Lechamps peutert tussen zijn tanden met eenlucifer. Dit meisje duikt vanzelf wel weer op. Waarschijnlijkwas ze het babysitten voor haar surrogaatouders beu, en heeftze een stapje in de wereld gezet. Misschien is ze daarbij de tijduit het oog verloren, of werd ze bang en zit ze ergens met haarrug tegen een strandcabine moed te verzamelen om de stapterug te zetten. Hij heeft zelf met schade en schande twee doch-ters grootgebracht: leer hem de adolescenten kennen.

Aan de andere kant: Lindsay is veertien, en op die leeftijd iseen verdwijning altijd onrustwekkend.

Waarschijnlijk is zijn reactie overdreven, en het tumult ende geruchten die daardoor ongetwijfeld zullen ontstaan, ko-men zonder twijfel op zijn hoofd terecht. Maar je kunt betertien keer te vaak reageren, dan één keer te weinig. Het zal na-tuurlijk net dan zijn dat een kidnapper op pad is.

Weet je wat het écht is, dat de brigadier over de streep trekt?Het feit dat een volwassen man de foto van een meisje in zijnportefeuille bewaart, waarop die veertienjarige in een minus-cule bikini prijkt. Een kind dat poseert als een verleidend enverleidelijk miniatuurvrouwtje. Dat zit de politieman niet lek-ker.

Brigadier Lechamps heeft de hoorn in de hand, en zoekthet nummer van Child Focus.

Een gebruinde jongeman komt binnen. Zijn behaarde be-

Page 17: La Réserve en de vloek van het zesde gebod

17

nen steken in een wijde short. Zijn rode shirt wordt – net alsdat van alle redders in Knokke-Heist – gesponsord door ScapaSports.

Hij gaat voor de desk staan. In het aanwezigheidsregisterzet hij een korte en strakke handtekening. Dan corrigeert hijde zonnebril op zijn neus.

‘Hoe kom jij aan een foto van Lindsay?’Lechamps hangt meteen op en kijkt de jongeman aan, die

hem een onnozele blik retour schenkt.‘Ken jij dat meisje, Bart? Weet jij waar ze is?’‘Kennen, kennen… Niet in de bijbelse betekenis van het

woord, natuurlijk.’‘Geen grapjes. Mijn maag verdraagt vandaag geen humor.’De jongeman gaat met zijn handen over het tafelblad, alsof

hij het op stof wil inspecteren. Hij heeft een borstelkapsel, datniet kan verhullen waar hij – ondanks zijn leeftijd – flink be-gint te kalen.

‘Gisteravond was er een feestje in De Oosthoek. Daar dookdit meisje op, we raakten aan de praat. Ze had wat problementhuis, en die moest ze aan iemand kwijt.’

‘Wat voor problemen?’De redder maakt een minachtend gebaar.‘Doe dit, doe dat. Doe dit niet, en doe dat ook niet. Pro-

bleemproblemen.’‘En toen?’‘Ik heb haar de sleutel van mijn strandcabine gegeven. Kon-

den zij én haar ouders een nachtje afkoelen.’‘Godverdomme, Bart: dat kind is amper veertien.’‘Zie je wel,’ zegt de jongeman. ‘Je kunt zelf ook best grap-

jes maken.’Lechamps drukt zijn vinger op de foto. De brigadier is zo

opgewonden dat hij koffie op zijn pak morst.

Page 18: La Réserve en de vloek van het zesde gebod

18

‘Veer-tien!’‘Ik had gezworen… Achttien. Minstens!’‘Je hebt haar toch niet…”‘Wat denk jij wel? Zég!’

Op dat moment gooit Luk Borré zijn fiets in het slot. Als hijzich bukt, is onder zijn hemd een vetrol zichtbaar. De speur-der stapt gelijk met Daniël Pisters de treden naar de voordeurvan het kantoor in de Van Steenestraat op.

‘Een dezer dagen moesten jij en Rena nog maar eens bijons komen dineren,’ zegt zijn collega opgewekt. ‘Binnenkortgaat Bert-Bertie naar school, en dat willen we vieren. Hetspreekt vanzelf dat zijn meter op dat feestje niet mag ontbre-ken.’

‘Ik weet niet…’‘Irma heeft avondlessen gevolgd,’ gaat Pisters onverstoord

verder. ‘En je zult het misschien niet geloven, maar nu kan zeheel goed koken.’

‘Jammer,’ bromt Borré. ‘Ik ben opgehouden met eten.’ Zijnstemming van eerder op die dag lijkt nu al ver weg, en het wordter niet beter op als hij Lechamps en een redder hevig ziet ges-ticuleren, terwijl ze naar de foto van een meisje staren. De ste-kels van de speurder gaan meteen rechtop staan.

‘Wat is er aan de hand?’De redder snuift met zijn neus in de richting van de speur-

der.‘Volgens mij heb jij gezwommen. Ik ruik de zee aan je.’Borré wuift zijn opmerking weg.‘Bart heeft een minderjarig meisje de kans gegeven om zich

te verbergen,’ zucht Lechamps.‘Was daar dan een reden voor?’De vuist van de redder plooit zich in een witte bloem.

Page 19: La Réserve en de vloek van het zesde gebod

19

‘De mensen die zich haar ouders noemen zien haar over-dag als een goedkope huissloof,’ zegt hij boos. ‘En ’s avondsals een gratis babysit. Dat was ze beu. Lindsay is een tiener: zemoest er even uit, om wat plezier te maken – zoals andere jon-gens en meisjes van haar leeftijd.’

‘Die misbruiken, zijn daar bewijzen van?’ vraagt Borré.‘Dacht je dat er een prikklok in de keuken hing die keurig

haar werkuren bewaarde? Of verwachtte je dat de arbeidsin-spectie regelmatig langs ging?’

‘Ik…’‘Dat soort kindermisbruik is amper te bewijzen,’ gaat de

jongeman kortaf verder. ‘Zeker wanneer een speurder als eenkommaneuker volgens het boekje werkt.’

‘Rustig,’ sust Daniël Pisters.Zonder zijn ogen van de redder af te houden, slaat Borré

roos van zijn schouders.‘De zogeheten vader is haar vader niet,’ zegt Lechamps. ‘En

de zwangere vrouw is ook niet haar biologische mama.’‘Een ingewikkelde versie van een nieuw samengesteld ge-

zin.’De Knokse speurder slaat zijn ogen neer. De sfeer ontspant.‘Mijn moeder ging ervandoor toen ik drie was,’ zegt de red-

der. ‘En een jaar later werd ik door mijn vader in een instellinggeplaatst. Het was de gelukkigste dag van mijn leven.’

‘Je kiest het gezin waarin je geboren wordt niet zelf,’ zegtPisters, die een zoon verloren heeft, en daardoor anders tegende discussie aankijkt. ‘Maar mijn ouders waren prachtige men-sen.’

‘Heb je hen nog teruggezien?’ vraagt Lechamps nieuws-gierig.

‘Wie?’‘Je ouders.’

Page 20: La Réserve en de vloek van het zesde gebod

20

‘Niet de minste behoefte aan.’‘Twintig jaar zonder contact? Je verslaat zelfs mij,’ zegt

Borré.‘Jij praat anders nooit over je familie,’ merkt Pisters op.Als het over zijn privéleven gaat, is Luk Borré glibberig als

een stuk zeep.‘Bart, jij neemt contact op met Lindsay,’ zegt hij. ‘Praat met

haar. Maar als er geen sprake is van seksueel misbruik, over-tuig haar dan om terug te keren naar dat gezin.’

‘De eerste die zich verontschuldigt, verliest.’‘Niemand is ooit gestorven van de afwas doen, of van een

avondje babysitten. In ’s hemelsnaam, ze is veertien. Wat ishet alternatief ? Als de situatie onhoudbaar wordt, kan ze eenklacht indienen.’

‘Misschien heb je gelijk. Het is maar dat… Het ene kindtegen het andere: het is niet eerlijk verdeeld.’

‘Nee,’ zegt Borré. ‘Dat is het nooit geweest, en ik vrees datde kloof in de nabije toekomst enkel maar zal groeien.’

‘Heb jij kinderen?’‘Nee.’‘Uit overtuiging?’‘Ik denk niet dat ik op die vraag antwoord moet geven,’ zegt

Borré rustig. ‘Is de lucht tussen ons opgeklaard, Bart?’‘Oh ja,’ zegt de redder, ‘geen wolkje meer.’

Stefaan Athenus heeft de verklaring van Pierre Godart in stroe-ve ambtenarentaal vertaald en genoteerd. De brigadier klaptzijn laptop dicht. De zakenman maakt echter geen aanstaltenom op te staan en weg te gaan.

‘Koffie?’‘Graag.’Godart gooit melk in het wit plastic bekertje, en roert met

Page 21: La Réserve en de vloek van het zesde gebod

21

de achterkant van zijn Visconti-pen. Stefaan Athenus zit metzijn benen gespreid.

‘Hoe zit het met jou en dat meisje?’ vraagt Pierre Godart.‘Welk meisje?’‘Dat waarover je zwijgt.’‘Ik weet niet waarover je het hebt.’‘Ik had ook mijn problemen,’ zegt de vriend van Mariëtte.

‘Met meisjes.’‘Nou, èn?’ vraagt Stefaan Athenus. ‘Maakt dat ons lid van

dezelfde vereniging? Moet ik nu plots van je houden of zo?’‘Op dat laatste feestje heb ik gezien hoe je naar haar keek.’‘Ze is lief. Ze is mooi.’‘Ze heeft een kind,’ zegt Pierre Godart.‘Dat ook.’‘Haar vader is een collega. Het is gevaarlijk om te eten en te

schijten in dezelfde kamer. Weet je zeker dat ze geen flirt is?’Stefaan Athenus legt zijn ene been over het andere.‘Een flirt? Mieke Lechamps? Ik denk het niet.’Pierre Godart likt zijn pentagramvormige pen schoon, duwt

het bekertje onaangeroerd weg en staat op.‘Dat moet je weten,’ zegt hij. ‘Snel.’

Daniël Pisters manoeuvreert dusdanig dat hij in de gang deredder tegen het lijf loopt. Hij grijpt de jongeman bij de arm.Diens zonnebril staat nu boven op zijn hoofd, maar het mon-tuur tekent zich in zijn gebruinde gezichtshuid duidelijk af.

‘Ik ga een voorlopige verklaring noteren,’ zegt de inspec-teur.

‘Pardon?’‘Een voorlopige verklaring, Bart. Het wordt niet in de offi-

ciële annalen opgetekend, en Lindsay hoeft niet naar het poli-tiebureau te komen. Ik schrijf gewoon alles op wat je over haar

Page 22: La Réserve en de vloek van het zesde gebod

22

gezinssituatie verteld hebt. Als de toestand niet escaleert, gooiik de verklaring weg. Maar als de zaak in de toekomst onver-hoopt uit de hand loopt, heeft het meisje een bewijs dat ze eer-der een klacht heeft ingediend.’

‘Een papiertje…’‘Dat ‘papiertje’ kan het verschil maken, naar de toekomst

toe.’De redder rukt zich los.‘Gebruik een scherp potlood,’ zegt hij. ‘En hard drukken.

Anders is de zesde kopie onleesbaar.’