Upload
buinhi
View
219
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
2
Colofon
Auteurs
Karlein Schreurs, Universiteit Twente
Ernst Bohlmeijer, Universiteit Twente Martine Fledderus, Universiteit Twente
Samenwerking
GGNET Hogeschool Zeeland
Indigo Nijmegen Saxion Hogeschool Deventer
Saxion Hogeschool Enschede
Omslag René van der Voren
Draaiboek online op www.psychologievandelevenskunst.nl
© 2012 Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave (met uitzondering van de werkbladen)
mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of
openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch,
door fotokopieën, opnamen, of op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van de auteurs.
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
3
Inhoudsopgave
1. Sessie 1: Vastgelopen ........................................................................................ 4
1.1 Overzicht sessie 1 (week 1) ........................................................................ 4
1.2 Draaiboek sessie 1 .................................................................................... 5
2. Sessie 2: Je verstand is niet altijd je vriend. Over de werking van gedachten en
cognitieve defusie ................................................................................................ 11
2.1 Overzicht sessie 2 (week 2) ...................................................................... 11
2.2 Draaiboek sessie 2 .................................................................................. 12
3. Sessie 3: De Roos. Leven naar je waarden en omgaan met hindernissen ................ 19
3.1 Overzicht sessie 3 (week 3) ...................................................................... 19
3.2 Draaiboek sessie 3 .................................................................................. 20
4. Sessie 4: Versterken commitment en omgaan met barrières. Haal meer uit je leven! 25
4.1 Overzicht sessie 4 (week 5) ...................................................................... 25
4.2 Draaiboek sessie 4 .................................................................................. 26
Literatuur ........................................................................................................... 31
Bijlage 1 Overzicht opdrachten .............................................................................. 32
Bijlage 2 Registratieformulier mindfulness .............................................................. 34
Bijlage 3 Dagboek Pijnlijke momenten.................................................................... 35
Bijlage 4 Werkblad Herken je waarden ................................................................... 40
Bijlage 5 Werkblad De Roos .................................................................................. 41
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
4
1. Sessie 1: Vastgelopen
1.1 Overzicht sessie 1 (week 1)
Sessie 1: Vastgelopen
Doelstellingen Overzicht maken van psychische klachten en problemen.
Bewust worden van wat waardevol en belangrijk is.
Bewustwording van onderliggende mechanismen: controle &
vermijding.
Het ‘framen’ van het gevoel dat het niet goed gaat als
‘vastlopen’.
Het aanreiken van een alternatief: acceptatie en bereidheid.
Tijd (minuten) Oefeningen
25 Welkom en kennismaking
Optie 1 In tweetallen voorstellen
Optie 2 Tekening maken
5 Afspraken
25 Afscheidsoefening
10 Pauze
20 De rugzak met leed
Optie tekening maken
10 Metafoor
Optie 1 Metafoor touwtrekken
Optie 2 Metafoor van het drijfzand
20 Toelichting op de cursus
10 Oefeningen bereidheid
Optie 1 Chinese vingervallen
Optie 2 Tekening
10 Pauze
15 Introductie mindfulness
15 Oefening Bodyscan + nabespreking
20 Introductie boek, opdrachten en afsluiting
Opdrachten
Lezen uit Voluit leven Inleiding, hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2
(p. 35-40 en p. 43-46)
Dagboek Pijnlijke momenten bijhouden (p. 44-46)
Mindfulness oefening de bodyscan uitvoeren en het oefenen
registreren
Materiaal Sheets sessie 1 vastgelopen (bijlage 4)
Chinese vingervallen
Papier/stiften/pennen
Uitdelen Overzichtsformulier met opdrachten (bijlage 1)
Registratie formulier mindfulness (bijlage 2)
Dagboek formulier (bijlage 3)
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
5
1.2 Draaiboek sessie 1
Welkom en kennismaking (25)
Optie 1: In tweetallen kennismaken
Doelstelling
De deelnemers en begeleiders leren elkaar kennen. De deelnemers krijgen de
gelegenheid om te ontspannen in de groep.
Uitvoering
Stel jezelf als begeleider voor en vertel kort iets over het programma van de
bijeenkomst. Verdeel de groep in tweetallen. Ieder krijgt vijf minuten om zichzelf aan de
ander voor te stellen. Geef een aantal voorbeeld vragen: waar ben je geboren; waar heb
je op de middelbare school gezeten; wat is je favoriete vak; favoriete muziek; favoriete
eten; wat doe je in je vrije tijd; wat brengt je hier? De studenten stellen elkaar kort voor
aan de groep. De begeleiders doen dit ook.
Optie 2: Tekening maken
Doelstelling
De deelnemers leren elkaar op een speelse wijze kennen.
Uitvoering
Vraag de deelnemers van zichzelf een tekening te maken op een vel papier (of op een
white board) met stiften. De bedoeling is dat ze met behulp van hun tekening een korte
presentatie over zichzelf geven. Ze maken als het ware een visitekaartje van zichzelf op
zo’n manier dat de ander een beeld krijgt van wie hij/zij is. Vraag ook aan de deelnemers
of ze in hun tekening aan willen geven wat zij willen delen met de groep (iemand kan bv.
zeggen dat hij zijn humor wil delen) en wat hun motivatie is om juist aan deze groep
mee te willen doen. De tekening hoeft niet figuratief (lees gelijkend) te zijn. Als ze dat
liever willen, dan kunnen ze ook allerlei symbolen (zoals cirkels, pijlen etc.) gebruiken.
Woorden/begrippen gebruiken in de tekening mag natuurlijk ook. De tekeningen kun je
bespreken door ze aan de muur opgehangen met plakband en elke deelnemer licht kort
zijn tekening te laten toelichten. Je kunt eventueel ook zelf als begeleider een tekening
maken om jezelf voor te stellen.
Afspraken (5)
Doelstelling
De deelnemers voelen zich veilig om open te zijn en te vertellen. De deelnemers
worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid. Deelname aan de vier
bijeenkomsten is verplicht.
Uitvoering
Vertel de afspraken over de volgende onderwerpen:
Vertrouwelijkheid.
Afmelden bij overmacht (bellen). Bij voorkeur afspraken op papier meegeven.
Afscheidsoefening (25) (Hayes, Stosahl, & Wilson, 1999, p. 215-218).
Doelstelling
De deelnemers brengen voor het eerst in kaart wat voor hen waardevol is, waar
ze op hopen, wat voor hen belangrijk is in het leven. Dit is nodig om in de rest
van de bijeenkomst de effectiviteit van oplossingen te toetsen en om de
doelstelling van de training uit te leggen.
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
6
Toelichting
Het gaat vandaag over het omgaan met emoties waar je last van hebt, die je in de weg
zitten. Daar gaan we het zo meteen over hebben. Maar het is goed om eerst eens stil te
staan bij wat we heel graag zouden willen, wat we heel belangrijk vinden. In de loop van
de bijeenkomst zal duidelijk worden waarom.
De oefening wordt vervolgens uitgevoerd als een geleide fantasie oefening. Vraag de
deelnemers om goed te gaan zitten, rechtop, met beide benen op de grond, om de ogen
te sluiten of om de ogen geloken te houden.
Begin met een korte bodyscan.
Vervolgens:
Kies eens drie mensen uit die jou dierbaar zijn, die je vertrouwt…Stel je nu eens voor dat
je over 5 jaar voor langere tijd, misschien wel een jaar of twee jaar weg gaat,
bijvoorbeeld omdat je ergens ver weg kunt gaan werken of een lange reis gaat maken.
Je organiseert een kleine of grotere afscheidsbijeenkomst. Die drie mensen zijn daar ook
en houden een kleine speech over jou. Wat zou je dan hopen dat ze over jou zouden
zeggen? Stel je nu eens voor dat je een beeld mag kiezen of een woord dat samenvat
wat die mensen zeggen…Welk woord of beeld is dat dan?
De oefening wordt afgesloten. Dan vraag je om de ogen te openen en weer terug te
keren naar deze ruimte.
Uitvoering
Maak een rondje waarbij de deelnemers hun woord of beeld vertellen en kort toelichten.
Vat aan het einde even samen; dan weet iedereen waar het hem of haar over te doen is.
Complimenteer eventueel de groep.
Pauze (10)
De rugzak met leed (20) (gebaseerd op Hayes & Smith, 2006)
Doelstellingen
De deelnemers hebben een overzicht van alles waar ze last van hebben.
De deelnemers hebben een overzicht van het leed waar ze het meeste last van
hebben.
De deelnemers geven uitdrukking in het leed waar ze het meeste last van hebben.
Uitvoering
Ieder mens draagt ook een rugzak met leed of narigheid met zich mee. Het zijn eigenlijk
alle zaken waar jij last van hebt. Zaken waarvan ze denken: dit maakt niet vrolijk; ik ben
daar niet blij mee.
Vraag de deelnemers om alles onder elkaar te zetten waar ze last van hebben ten
aanzien van gevoelens, emoties, gedrag en gedachten. Dus alles wat er in hun rugzak
zit. Vraag de deelnemers na 5 minuten om een rangorde te maken. Ze maken de lijst
opnieuw, maar zetten nu bovenaan het leed waar ze het meeste last van hebben et
cetera.
Optie: Tekening maken
Uitvoering
Vraag na 5 minuten aan de deelnemers om een snelle tekening te maken van het leed
dat op nummer 1 staat. Het gaat om hun gevoel. Het mag abstract zijn. Deel daarvoor
A4 papier uit en tekenmateriaal. De deelnemers houden de tekening tegelijk omhoog om
het aan elkaar te laten zien. Er wordt geen commentaar geleverd. Als begeleider kun je
in het algemeen opmerken wat eruit spreekt. Neem de tekeningen even apart. Aan het
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
7
einde van de bijeenkomst komen ze weer tevoorschijn. Wanneer je deze optie kiest, is
het goed om voor enkele voorbeelden van tekeningen te zorgen.
Metafoor (10)
Doelstellingen
De deelnemers ervaren in een beeld en mogelijk fysiek hun strijd met het leed en de
vermoeidheid en hopeloosheid van hun situatie.
De deelnemers ervaren in een beeld en mogelijk fysiek het alternatief: het loslaten
van het touw, het stoppen met vechten.
Optie 1: Metafoor touwtrekken (Hayes e.a., 1999, p. 109).
Uitvoering
Neem de tijd voor de metafoor, vertel rustig, laat ze in hun verbeelding maar een tijdje
trekken met de monsters, en stel dan voor om het touw los te laten. Laat dit even
inzinken.
Voor de pauze ben je je bewust geworden hoeveel tijd je besteedt aan de strijd met je
negatieve emoties en gedachten. Koste wat het kost wil je die strijd winnen. Je kunt pas
gelukkig zijn wanneer die angst, die sombere gedachten, die eeuwige twijfel, die
chronische pijn, dat uitputtingsgevoel uit je leven weg zijn. Dan pas kun je toekomen aan
wat je eigenlijk wilt doen in het leven. Dan pas kun je gelukkig zijn. Bedenk nog maar
eens wat je allemaal hebt geprobeerd om die strijd te winnen. Hoeveel moeite en energie
je daar wekelijks in steekt. Het is een strijd op leven en dood. Het is alsof je verwikkeld
bent in een wedstrijd touwtrekken. Je tegenstanders zijn de vormen van psychische pijn.
Ook zij trekken hard aan het touw. Tussen jou en je tegenstanders is een gapende
afgrond. Als je verliest, beland je in die afgrond en blijft er niet veel van je over. Je vecht
voor je leven. Je mag niet opgeven en je trekt harder en harder. Maar ook het
psychische leed trekt harder en harder. En je raakt steeds vermoeider. Je voelt de
spanning in je armen en benen. Hoe lang hou je dat vol? Je moet een stap richting
afgrond zetten. Wat nu?
Je kunt het touw laten vallen!
Je kunt het besluit nemen om te stoppen met het gevecht.
Je kunt loslaten!
Laat dit beeld eens goed op je inwerken. Wat voelde je aan het eind? Helpt het je om te
beseffen hoe je tot nu toe in het leven stond?
Misschien komt er nog wel een ander beeld bij je naar boven dat jouw strijd met je
binnenwereld verbeeldt.
Optie 2: Metafoor van het drijfzand
Uitvoering
Je hebt vast wel eens gehoord wat je moet doen als je in een poel met drijfzand terecht
komt? Je voelt hoe je voeten worden vastgezogen en je bent geneigd ze snel uit de
modder te trekken. Maar terwijl je je ene voet los trekt, zakt de andere dieper weg. Hoe
meer moeite je doet om los te komen, hoe sneller je naar onderen wordt gezogen. Het
geheim om eruit te komen is: gaan liggen, je uitstrekken en je gewicht zo goed mogelijk
verdelen. Dit is héél moeilijk, want elk instinct in je lichaam vertelt je dat je moet
strijden. Maar hoe meer je strijdt, hoe sneller je zinkt.
Toelichting op de cursus (20)
Doelstellingen
De deelnemers krijgen een kader aangereikt waarin het omgaan met hun leed
wordt geplaatst: ofwel het vechten en worstelen: vastlopen. Ofwel stoppen met
het gevecht: acceptatie.
De deelnemers leren inzien dat psychische klachten eigenlijk heel normaal zijn en
bij het leven horen. Maar dat juist door ertegen te vechten of het niet willen
ervaren het veel erger wordt, het ons gaat belemmeren.
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
8
De deelnemers leren het alternatief: acceptatie en bereidheid om negatieve
emoties te ervaren.
Uitvoering
Aan de hand van sheets leg je de kernvisie van ACT uit (bijlage 4).
Je benoemt alvast hoe de komende bijeenkomsten eruit komen te zien.
De presentatie eindigt met uitleggen wat bereidheid is.
Oefeningen bereidheid (10)
Doelstellingen
De deelnemers ervaren wat bereidheid is.
De deelnemers ervaren dat acceptatie en bereidheid de scherpe kanten van hun leed
eraf halen.
Optie 1: Chinese vingervallen
Uitvoering
De eerste stap is om Chinese vingervallen uit te delen. Je laat ze eerst trekken en
ervaren dat het dan alleen maar strakker wordt. Vervolgens laat je ze ernaar toe gaan.
Optie 2: Tekening
Toelichting
Deze oefening is vooral relevant wanneer ze eerder ook een tekening van hun leed
hebben gemaakt.
Uitvoering
Vraag de deelnemers opnieuw hun nummer 1 van de leedlijst te tekenen, maar nu vanuit
bereidheid en acceptatie. Wanneer ze dit gedaan hebben, haal je de eerste tekeningen
erbij en laat je ze naast elkaar leggen. Wat valt er op?
Pauze (10)
Introductie mindfulness (15)
Doelstelling
De deelnemers weten wat mindfulness is en zijn bereid te oefenen.
Toelichting
Neem de tijd om te bespreken wat mindfulness is, geef ruimte om stereotypen en
weerstand te uiten. Ga niet in discussie of verdediging. Leg wel uit dat mindful aanwezig
zijn een vaardigheid is die je kunt leren. Bereid je zo nodig voor door de uitleg te lezen in
Voluit leven.
Uitvoering
Wie heeft er al eens van mindfulness gehoord? Wat is het precies? Waarmee associeer je
het? Wat zou je eraan kunnen hebben? Ben je bereid om na te gaan of je er iets aan
kunt hebben? Ben je bereid om jezelf ook echt een kans te geven te ontdekken wat je
eraan kunt hebben? Als dat zo is, is het nodig de vaardigheid te leren.
Je kunt het vergelijken met leren zwemmen. Ten eerste moet je daarvoor je angst voor
het water verdragen als je die hebt. Je moet leren drijven en daarvoor moet je de
bekende grond loslaten. Vervolgens moeten de bewegingen worden uitgelegd en moet je
die in het water uitproberen. Uiteindelijk wordt het zwemmen automatisch door vaak te
oefenen.
Oefening bodyscan en nabespreking (15)
Doelstelling
De deelnemer ervaart wat er gebeurt bij de bodyscan.
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
9
Toelichting
Voer de oefening uit. Neem daarna even de tijd om te horen wat men heeft ervaren.
Benadruk dat de oefening geen ander doel dient dan te ervaren wat er tijdens de
oefening gebeurt, als men er ontspannen van raakt kan dat prettig zijn, maar het is geen
must. Afdwalen komt nagenoeg altijd voor.
Uitvoering
Ga zitten op een rechte stoel. Je rug tegen de rugleuning, de benen recht naast elkaar en
de voeten aan de grond. Zorg dat je geen knellende kleding aan hebt, vooral rondom je
middel. Besef dat je een nieuwe vaardigheid leert, wat tijd en geduld kost.
Merk in eerste instantie op wat er op dit moment op de voorgrond is. Misschien zijn er
allerlei gedachten die door je hoofd tollen; misschien is er een bepaald gevoel, zijn er
fysieke gewaarwordingen; misschien ben je nieuwsgierig of gespannen. Merk op en erken
wat er is op dit moment. Voel hoe je lichaam contact maakt met de stoel (rug, billen en
bovenbenen).
Richt je aandacht op de ademhaling. Probeer de ademhaling niet te sturen of te
controleren. De adem is goed zoals die is op dit moment. Wees je bewust van de in- en
uitgaande stroom van de ademhaling. Deze stroom kun je ervaren in je neus (inkomende
koele lucht en uitgaande verwarmde lucht), de op en neer gaande beweging van de borst
en/of buik.
Volg de adembeweging een aantal keren. Je kunt de adem benoemen: in en uit of rijzen
en dalen.
Ga dan met je aandacht achtereenvolgens de lichaamsdelen af die hieronder genoemd
worden. Wanneer je aandacht hebt voor een specifiek lichaamsdeel ervaar dan wat er op
dit moment is. Je hoeft het lichaamsdeel niet te bewegen om iets te voelen. Wanneer je
niets voelt is dat oké. Dan is er dus op dit moment niets te voelen. Je kunt ook gewaar
worden van bijvoorbeeld kou, warmte, spanning, pijn, jeuk, ontspanning of wat dan ook.
Erken en stel vast wat er is op dit moment.
Hieronder worden de afzonderlijke lichaamsdelen genoemd. Dit is slechts een voorbeeld.
De volgorde kun je op je eigen manier doen. Ook kun je de oefening zo specifiek
(kleinere delen, bijvoorbeeld afzonderlijke tenen of vingers) of algemeen (grotere delen,
bijvoorbeeld hele been) maken als je wilt. Dit kan afhangen van de tijd die je hebt.
Linkerbeen
• Rechterbeen
• Bekkengebied, billen en kruis
• Buik en rug
• Borst en bovenrug, schouderbladen
• Schouders
• Linker arm
• Rechter arm
• Hals en nek
• Hoofd: achter, boven voor
• Gezicht: ogen, neus en mond
• Hele hoofd
Wanneer je je lichaam hebt gescand, breng je je aandacht naar de ademhaling. Probeer
de adem niet te sturen of te controleren. Het enige wat je hoeft te doen is op te merken
hoe de adem op dit moment in en uit je lichaam stroomt.
Breid je aandacht uit naar je hele lichaam (inclusief de adem). Merk op wat je
tegenkomt. Misschien voel je je hele lichaam, misschien een gedeelte. Er is geen goede
of foute manier. Je voelt wat er te voelen is op dit moment.
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
10
Sluit de oefening af door met aandacht in beweging te komen.
De volgende opmerkingen kun je tijdens de oefening maken:
Gedurende de oefening zal je aandacht vroeg of laat afdwalen. Het kan zijn dat je aan
het denken bent. Misschien word je ongeduldig. Dit is normaal en menselijk. Erken waar
je bent met je aandacht en breng je aandacht dan weer op een vriendelijke manier terug
naar de oefening.
Wanneer je spanning of ongemak tegenkomt, aanvaard dit dan op dit moment. Wees
vriendelijk naar het gevoel van ongemak. Probeer het niet te veranderen of te
verminderen. Wanneer je merkt dat je toch oordeelt of in verzet komt, stel dit dan vast
en probeer mild te zijn naar jezelf en naar het ongemak dat je ervaart. Over het
algemeen willen wij geen ongemak voelen en verzetten wij ons daartegen. Dit geeft
echter geen ruimte aan het gevoel wat er is op dit moment. De kans dat het dan juist
verstart of verkrampt is groter.
Wanneer het ongemak (pijn, jeuk of iets anders) te groot wordt, hoef je niet in dezelfde
houding te blijven zitten. Merk dan op hoe er een wens is van houding te veranderen en
doe dit vervolgens met aandacht.
Introductie boek, opdrachten en afsluiting (20)
Toelichting
Zorg dat je voldoende tijd overhoudt om alle opdrachten toe te lichten en kort te
evalueren.
Uitvoering
Deel het boek Voluit leven uit. Vraag de deelnemers om het boek elke
bijeenkomst mee te nemen. Vertel dat het kan helpen om het hele boek door te
nemen en alle oefeningen te doen. Geef echter ook aan dat niet alles in de
training aan bod zal komen en dat je elke keer zult aangeven welke stukken aan
bod komen. Geef als opdracht mee om het volgende te lezen van Voluit leven: de
inleiding, hoofdstuk 1 helemaal (de meeste oefeningen zijn in deze bijeenkomst
aan bod gekomen), hoofdstuk 2 een gedeelte (p. 35-40 en p. 43-46). De oefening
op de pagina’s 41-43 komt in de volgende bijeenkomst.
Dagelijks een pijnlijke situatie invullen. Dagboek pijnlijke momenten, zie p. 43-46.
Deel hier de formulieren uit (bijlage 3).
Een waardevolle actie ondernemen. Bedenk nog eens wat je je hebt voorgesteld
bij de afscheidsoefening. Kijk eens of je voor de komende week een actie kunt
bedenken die overeenkomt met de persoon die je zou willen zijn. Dat hoeft geen
reuzenstap te zijn, maar doe iets wat overeenkomt met wat jij waardevol en
belangrijk vindt, iets anders dan je gewend bent en kijk wat er gebeurt. Schrijf de
actie op en voer hem de komende week uit.
Mindfulness oefening Bodyscan. Men kan de CD gebruiken. De oefeningen op de
CD duren 15 minuten. De deelnemer kan zelf een kookwekkertje zetten als hij
denkt dat dit te lang voor hem is. Leg uit dat het helpt om vooraf een tijdsperiode
te bepalen en zich hieraan te houden. Dus wanneer de deelnemer besluit om vijf
minuten stil te zitten, blijft hij vijf minuten stilzitten en stopt hij niet na vier
minuten. Dit om te voorkomen dat de onrust die aan het eind van de oefening op
kan komen, vermeden wordt. Geef aan dat men een vaardigheid eerder leert door
elke dag te oefenen, ook al is dat korter dan door tegen je zin 15 minuten vol te
maken en er na een paar dagen mee te stoppen. Bespreek dat het kan helpen om
op een vaste tijd en plaats te oefenen. Deel de registratieformulieren uit en vertel
dat deze kunnen helpen om te blijven oefenen (zie bijlage 2).
Vraag tot slot naar de ervaringen van de deelnemers. Vertel iets over de volgende
bijeenkomst.
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
11
2. Sessie 2: Je verstand is niet altijd je vriend. Over de werking van gedachten en cognitieve defusie
2.1 Overzicht sessie 2 (week 2)
Sessie 2: Je verstand is niet altijd je vriend. Over de werking van gedachten en
cognitieve defusie.
Doelstellingen Ervaren dat controle niet werkt.
De gedachten benoemen die de belangrijkste obstakels
vormen bij waardegerichte actie.
Cognitieve defusie technieken leren.
Ervaringen met mindfulness oefeningen delen en gemotiveerd
blijven om te oefenen.
Tijd (minuten) Oefeningen
20 Welkom en bespreking ervaringen tot nu toe
15 Dagboek Pijnlijke momenten
30 Vermijdings- en controlestrategieën
20 Monsters in de boot: filmpje en naam geven
10 Pauze
15 Mindfulness oefening Bodyscan
15 Mindfulness oefening Observeren van de ademhaling
25 Je verstand is soms je vriend en soms je vijand
Optie 1 Metafoor Gedachtenfabriek
Optie 2 Neem je verstand mee voor een wandeling
25 Regels en defusie
5 Afsluiting en opdrachten
Opdrachten Lezen uit Voluit leven hoofdstuk 3 (p.55-66), hoofdstuk 4 (p.
85-98) en hoofdstuk 5 (p. 105-118)
Een waardevolle actie ondernemen en bij belemmerende
gedachten een defusie-oefening uitvoeren (p. 110-114)
Mindfulness oefening: observeren van de ademhaling
uitvoeren en het oefenen registreren
Materiaal Papier en pennen
Filmpje Youtube
Uitdelen Overzicht opdrachten (bijlage 1)
Registratieformulier mindfulness (bijlage 2)
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
12
2.2 Draaiboek sessie 2
Welkom en bespreking ervaringen tot nu toe (20)
Doelstellingen
De deelnemers voelen zich gezien.
De deelnemers hebben nog meer inzicht in de bedoeling van de training en zijn
zich bewust van hun ervaringen tot nu toe.
Toelichting
Heet iedereen welkom en vraag wat de deelnemers willen opmerken naar aanleiding van
de vorige bijeenkomst en afgelopen week. Neem hier ruim de tijd voor. Vraag ook naar
gedachten, verwachtingen of gevoelens die veel invloed hebben op hoe iemand er nu bij
is. Vraag wat men heeft ervaren bij het doornemen van het boek. Is het duidelijk? Welke
gedachten en gevoelens kwamen naar boven.
Vraag iedere deelnemer om te vertellen welke actie hij zich had voorgenomen en hoe het
is gegaan: welke gevoelens kwam je tegen toen je zaken anders ging doen? Waarom zou
je die gevoelens verdragen? Wat levert het doorvoeren van veranderingen in je gedrag je
op? Welke gedachten roepen die gevoelens op? Is het nodig je gedrag te laten afhangen
van je gedachten? Kun je met een belemmerende gedachte toch je actie uitvoeren?
Leg uit dat het vandaag vooral gaat over hindernissen. Onze controle- en
vermijdingsstrategieën kunnen daarbij nogal eens in de weg staan. Daarom kijken we er
eerst nog eens goed naar.
Dagboek Pijnlijke momenten (15)
Doelstelling
De deelnemers krijgen meer inzicht in hun controle- en vermijdingsstrategieën.
Uitvoering
Laat de deelnemers eerst individueel kijken naar het dagboek van afgelopen week. Als
iemand het dagboek niet heeft bij gehouden, kun je vragen of dit iets met vermijding
heeft te maken. Deze deelnemer vult alsnog een aantal situaties in. De anderen gaan in
op de volgende vragen: Wat valt je op? Wat is de emotie die het meest vaak bij jou
voorkomt? Zijn er vermijdingsstrategieën die je nog niet kende van jezelf? Zijn er
gedachten waarvan je niet wist dat die een rol spelen? Laat de deelnemers de
belangrijkste conclusies opschrijven.
Vermijdings- en controlestrategieën (30) (Dahl & Lundgren, 2006)
Doelstellingen
De deelnemers onderzoeken of deze strategieën op korte en lange termijn
effectief zijn en hen bij het beeld brengt dat ze zich in de afscheidsoefening
hebben voorgesteld.
De deelnemers ervaren hoeveel moeite ze al hebben gedaan om hun leed te
controleren en op te lossen en hoe weinig ze dit heeft opgeleverd.
Toelichting
De deelnemers hebben gelezen over experiëntiële vermijding (p. 35-40). Vat dit nog
eens samen in dialoog met de groep. Leg uit dat we allemaal graag van ons leed af
zouden willen. We hebben er last van en het zit ons in de weg. Het liefst willen het maar
niet ervaren en gaan we het uit de weg. Dat heet vermijden. Er zijn 3 soorten
vermijdingsstrategieën: verdoven, preventie en afleiding. Geef voorbeelden bij elke
soort. Een andere strategie om van je leed af te komen is het proberen te controleren of
op te lossen. Een voorbeeld is het slikken van medicijnen. In deze oefening schrijf je
jouw favoriete vermijdings- en controlestrategieën op.
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
13
Uitvoering
Deel na je korte toelichting een papier uit en vraag de deelnemers om zoveel mogelijk
vermijdings- en controlestrategieën op te schrijven of laat ze in het boek werken op p.
41. Vraag de deelnemers om te beginnen met de strategieën die ze in het dagboek van
afgelopen week hebben opgemerkt.
Vervolgens wordt een rondje gemaakt waarbij elke deelnemer steeds een vermijdings- of
controlestrategie noemt. Deze worden door de begeleider op 3 verschillende flip-overs
gezet, voor iedere strategie 1 flip-over. Wanneer de lijsten volledig zijn, wordt eerst de
vraag gesteld of de strategieën op korte termijn effectief zijn. En vervolgens of ze op
lange termijn effectief zijn. En tenslotte of ze voldoen aan de afscheidsverhalen over hen
als persoon. Het kan ook zijn dat deelnemers de oefening Wondervraag op p. 28 hebben
gemaakt. Vraag dat na en ga erop in of vermijdingsstrategieën helpen om dichter bij
‘wonderen’ te komen.
Wanneer je dit gedaan hebt, vraag je de deelnemers even tot zich door te laten dringen
wat ze in het afgelopen uur gedaan en ontdekt hebben. Welke conclusie trekken ze? Hoe
voelt dat?
Sluit dit blok af met een conclusie. Al die afleidingen en vermijdingen, al die moeite
(geld, tijd) en eigenlijk zijn we geen steek opgeschoten. Dat is aardig kloten. De vraag is
hoe we nu verder moeten? Wat nu?
Het doel is dus bewust om het gevoel van hopeloosheid even te laten bestaan en te laten
inzinken. Ga nog niet in discussie over wat dan wel werkt. Belangrijk is dat deelnemers
ervaren dat vermijding en controle soms wel helpt bij verminderen van leed op korte
termijn, maar vaak niet op lange termijn. Voeg steeds de vraag toe: heeft de strategie
geholpen bij het leven dat jij graag wilt? Belangrijk is dat deelnemers nog een keer
merken wat de prijs van vermijding is.
Leg dit uit aan de hand van de metafoor vuurtoren en boot
Je vaart op zee in een boot. Het is onstuimig weer. Er zijn voortdurend golven die je op
en neer doen gaan. In de verte zie je de vuurtoren die regelmatig een licht uitzendt.
Daar wil je heen. Nu kun je twee dingen doen. Je kunt je heel erg gaan bezig houden
met de boot en de golven. Je klampt je vast aan de boot, je probeert controle te houden.
Het gevolg is dat je afdwaalt (je komt niet in de buurt van waar je wilt wezen) en dat je
spanning toeneemt (je wordt steeds gevoeliger voor de golven). Of je blijft je aandacht
vooral richten op de vuurtoren. Je voelt de golven en de wind wel maar je laat de
elementen niet het roer overnemen. Jij bepaalt de koers op basis van jouw weten waar je
heen wilt. Daarover gaat deze training.
Monsters op de boot (20) (Harris, 2009)
Doelstellingen
De deelnemers worden zich nog meer bewust van de prijs van vermijding.
De deelnemers merken dat het niet nodig is dat klachten verdwijnen om een
waardevol leven te kunnen leiden.
De deelnemers zien dat het mogelijk is gedachten als gedachten te beschouwen
en dat het niet nodig is gedrag te laten leiden door gedachten.
Uitvoering
Licht toe. Ook als de zee rustig is en als we kunnen zien waar we naartoe willen varen,
kunnen we nog vele hindernissen tegen komen. Laat de film ‘Monsters op de boot’ zien.
http://www.you tube.com/watch?v=z-wyaP6xXwE
Stel je voor dat je aan het roer staat van een boot op een zee ver weg van huis. Onder je
dek neem je ook een aantal monsters mee..ze zijn enorm eng en gevaarlijk. Je hebt een
deal met ze gesloten; zolang jij dwaalt over de zee, zullen ze beneden het dek blijven
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
14
zodat je ze niet hoeft te zien. Maar als je besluit om naar de kust te gaan, komen ze
meteen te voorschijn op het dek, wat je niet prettig vindt. Daarom vraag je ze om weer
naar beneden te gaan en je keert weer om, om weer rond te dwalen op de zee. De
monsters verdwijnen weer onder het dek en je ziet ze niet meer. Je bent opgelucht en
het lijkt weer even goed te gaan.. voor een tijdje.. Maar ondertussen blijf je aan het
rondvaren op de zee en je begint je te vervelen. Je voelt je steeds eenzamer en
angstiger. Je ziet dat andere schepen wel naar de kust varen. En je weet dat je dat
eigenlijk ook graag wilt. Dus op dag besluit je om toch richting de kust varen.. Maar op
het moment dat je dat doet, komen toch de monsters weer aan dek en schreeuwen
allemaal dingen tegen je; als je nu niet teruggaat dan gaan we met je vechten! Maar
hoewel de monsters heel goed zijn deze bedreigende zinnen, ze doen je niet echt fysiek
kwaad. Waarom niet? Omdat ze dat niet kunnen. Het enige wat ze kunnen is veel lawaai
maken en bedreigende woorden en zinnen naar je schreeuwen, je proberen te
intimideren. Als je gelooft wat ze zeggen, dan zijn ze in controle van de boot. Maar als je
je realiseert dat ze je geen fysiek kwaad kunnen doen, voel je je bevrijd. Als je de
aanwezigheid van de monsters accepteert op de boot, ze gewoon laat schreeuwen, en
ondertussen de boot richting de kust vaart, zul je de kust bereiken.
Laten we nu eens kijken wat jouw monsters zijn. Vraag de deelnemers een lijst te maken
van hun monsters. Ze kunnen daarvoor nog eens kijken naar hun rugzak met leed en
hun lijst met controle- en vermijdingsstrategieën. Zorg ervoor dat de lijsten ook
gedachten bevatten. Bijvoorbeeld: ‘angst’ is dikwijls niet echt het monster maar de wel
de gedachte ‘Ik kan (wil) die angst niet verdragen.’
Pauze (10)
Mindfulness oefening Bodyscan (15)
Doelstellingen
De deelnemer beseft dat hij met de obstakels die hij bij het oefenen is
tegengekomen, toch kan doorgaan met oefenen.
De deelnemer is gemotiveerd om tijd en ruimte te maken voor het oefenen.
Toelichting
Door de oefening die de deelnemers thuis hebben geoefend, kort te herhalen, maak je
het levendig en is de nabespreking ook actueel. Je merkt vanzelf dat ervaringen van de
afgelopen week genoemd worden en hier schenk je aandacht aan.
Uitvoering
Herhaal kort de bodyscan. Neem hiervoor vijf tot tien minuten en benoem grotere
lichaamsdelen: linkerbeen, rechterbeen, romp, linkerarm, rechterarm, hoofd, gehele
lichaam.
Bespreek de ervaring van de lichaamsscan die je zojuist in de bijeenkomst gedaan hebt.
Vraag vervolgens of dit herkenbaar was voor de afgelopen week. Beantwoord vragen en
help mensen de obstakels van het beoefenen te (h)erkennen. Vraag na of men obstakels
herkent van p. 48-50. Motiveer ze door te gaan met oefeningen.
Mindfulness oefening Observeren van de ademhaling (15)
Doelstelling
De deelnemer heeft de oefening observeren van de ademhaling ervaren.
Toelichting
Bied de oefening Observeren van de aandacht aan. Leg uit hoe de adem kan fungeren als
een ankerpunt. Hoe de adem ook gaat, deze is altijd aanwezig zolang je leeft. Zodra je je
aandacht richt op de adem, bevind je je in het huidige moment. Leg uit dat het de
bedoeling is om de adem te volgen zoals die gaat. Soms hebben mensen ervaring met
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
15
een ander soort ademhalingsoefening (zang, yoga), waarbij de adem verdiept moest
worden. Bij mindfulness hoeft er niets veranderd te worden. De adem is goed zoals die
is.
Uitvoering
In de volgende oefening volg je de ademhaling zoals die zich van moment tot moment
aan je voordoet. Het is niet de bedoeling de adem te veranderen of te controleren. Het
gaat puur om het volgen van de adem zoals die is.
Ga zitten op een rechte stoel. Je rug tegen de rugleuning, de benen recht naast elkaar en
de voeten plat op de grond. Zorg dat je geen knellende kleding aan hebt, vooral rond je
middel. Wanneer het niet lukt rechtop te zitten, kun je de oefening ook liggend doen.
Merk in eerste instantie op wat er op dit moment op de voorgrond aanwezig is. Misschien
zijn er allerlei gedachten die door je hoofd gaan; misschien is er een bepaald gevoel, zijn
er lichamelijke gewaarwordingen. Merk op en erken wat er is op dit moment.
**
Merk op waar je de ademstroom het gemakkelijkst gewaarwordt. Je kunt de adem voelen
in de neus: inkomende koele lucht en uitstromende verwarmde lucht. Verder kun je de
adem volgen door je aandacht te richten op het rijzen en dalen van de borst of buik. Kies
de plek waar je de adem het makkelijkst kunt volgen. (korte rust) Wanneer je een
hulpmiddel wilt gebruiken om de adem te volgen, kun je eventueel iedere uitademing
tellen. Het gaat er niet om dat je zo ver mogelijk komt met tellen. Wanneer je de tel
kwijt raakt, begin je weer bij 1.Straks ga je in stilte de ademhaling volgen.
Je zult zeker meerdere keren afdwalen met je aandacht. Dat is normaal en menselijk. Je
aandacht kan getrokken worden door gedachten. Verder kan je aandacht afdwalen door
fysieke gewaarwordingen, zoals pijn of jeuk. Ook kun je afdwalen door bepaalde
gevoelens, zoals verdriet, blijdschap, verlangen, angst, spanning of ongeduld. Ook
kunnen geluiden of andere prikkels je meevoeren.
Wanneer je merkt dat je afgedwaald bent, stel dan gewoonweg vast waar je bent met je
aandacht. Richt vervolgens je aandacht weer op een vriendelijke wijze op de ademhaling.
Het is niet erg dat je afdwaalt. Juist wanneer je opmerkt dat dit het geval is, ontwikkel je
bewustzijn voor wat zich van moment tot moment afspeelt.
Volg in de komende drie minuten stilte de ademhaling zoals die zich van moment tot
moment aan je voordoet.
Je verstand is soms je vriend en soms je vijand (25)
Doelstellingen
De deelnemers krijgen inzicht in de werking van cognitieve fusie.
De deelnemers herkennen gedachten als zodanig.
Uitvoering
Voor de pauze heb je je monsters opgeschreven. Vaak zijn dit gedachten die we letterlijk
nemen. In dit tweede deel van de bijeenkomst gaan we eens kijken naar gedachten.
Optie 1: Metafoor Gedachtenfabriek
Uitvoering
Ons verstand kun je vergelijken met een gedachtenfabriek. Het verstand zwijgt bijna
nooit. Het produceert voortdurend woorden en gedachten, zelfs vaak als je slaapt. Het
doel van de fabriek is: gedachten produceren die zorgen voor onze overleving. Dankzij
onze gedachtenproductie kunnen we gebouwen maken, mensen de ruimte inschieten,
wereldwijd met elkaar communiceren, kernenergie produceren of oplossingen bedenken
voor een kapotte auto. Maar ons verstand richt zijn gedachtenproductie ook op onze
gevoelens. Hij denkt dat we het niet overleven als we bang, boos of verdrietig zijn.
Wanneer hij dergelijke gevoelens merkt, voert hij de gedachtenproductie op en ‘kakelt’
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
16
een eind weg. Sterker nog, ons verstand begint al te kakelen als hij verwacht dat er een
naar gevoel kan aankomen. Ons verstand kan bijvoorbeeld al tegen ons zeggen: ‘Ga
maar niet naar dat feest, er is toch niks aan!’ nog voordat we hebben kunnen merken dat
we misschien bang zijn om op een feest alleen te staan. In die overproductie van
gedachten om negatieve gevoelens te controleren of te negeren, is ons verstand niet
onze vriend.
Herken je dit?
Optie 2: Neem je verstand mee voor een wandeling (Hayes e.a., 1999, p. 163).
Doelstelling
Dit is vooral een bewustwordingsoefening van de vaak zinloze en continue
manieren waarop het verstand geneigd is tot geklets.
Uitvoering
Deel de groep in tweetallen. De een is zichzelf, de ander is het verstand van die persoon.
Ze gaan naast elkaar wandelen. De persoon bepaalt de route; het verstand volgt. Het
verstand moet hardop voortdurend over van alles en nog wat communiceren:
beschrijven, analyseren, aanmoedigen, evalueren, vergelijken, voorspellen,
samenvatten, waarschuwen, bekritiseren, overhalen etc. De persoon mag niet met het
verstand communiceren; probeert hij/zij dat toch dan zegt het verstand: bemoei je je
niet met het verstand. De persoon moet luisteren naar het verstand zonder zich ermee te
bemoeien en intussen zelf de route bepalen. Na enkele (4 à 5) minuten, draai je de rollen
om. Na weer een paar minuten loopt iedereen nog een paar minuten alleen. Dan loopt
iedereen weer met zijn eigen vertrouwde verstand in zijn eigen hoofd. Dezelfde regels
gelden nog: laat het verstand emotieloos beschrijven, analyseren etc.
Als nabespreking laat je iedereen vertellen wat hij heeft ervaren. Vraag welke conclusie
men trekt. Kom tot de conclusie dat proberen ‘je verstand uit zetten’ niet kan. Dit kun je
ook nog even illustreren. Vraag de deelnemers een minuut niet te denken aan
bijvoorbeeld: drie nummers, een kameel met schoenen, een gele auto.
Introduceer de begrippen cognitieve fusie en defusie. Voer een open discussie over wat
‘fusie’ en ‘defusie’ zijn.
Bij een fusie is het de bedoeling dat twee firma’s samengaan en uiteindelijk een geheel
worden (dat dit niet altijd lukt, laten we maar even buiten beschouwing). Fusie gebeurt
ook met gedachten, dan hebben we het over cognitieve fusie. Wat zou daar dan mee
worden bedoeld? Het samenvallen met je gedachten, gedachten letterlijk nemen,
gedachten en werkelijkheid zijn een geheel waarin je geen onderscheid meer ziet. En wat
is cognitieve defusie?
Regels en defusie (25) (gebaseerd op Hayes e.a., 1999)
Doelstellingen
De deelnemers worden zich bewust van gedachten over zichzelf.
De deelnemers krijgen meer flexibiliteit in hun zelfbeeld: welke regels over
zichzelf willen ze nastreven, welke loslaten?
Uitvoering
Impliciet leven we allemaal volgens regels die we in ons hoofd hebben. Voorbeelden van
regels zijn: ‘ik moet ervoor zorgen dat iedereen mij aardig vindt’ of ‘ik moet altijd
uitblinken’. Regels hebben een grote invloed op ons gedrag. Het is daarom belangrijk om
te onderzoeken of regels passen bij je waarden. Wanneer ze niet passen bij je waarden is
het belangrijk om opmerkzaam te zijn wanneer ze een rol spelen en er cognitieve defusie
op toe te passen.
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
17
In deze oefening onderzoeken de deelnemers allereerst welke regels zij van huis uit mee
hebben gekregen. Laat ze een aantal keren invullen:
Een echte ‘ACHTERNAAM’ is…
Een echte ‘ACHTERNAAM’ zal altijd…
Een echte ‘ACHTERNAAM’ zal nooit…
etc.
Vraag de deelnemers een van hun regels op te schrijven en hardop voor te lezen. Vraag
ze nu opnieuw hardop voor te lezen, waarbij ze steeds beginnen met ‘Ik heb de gedachte
dat....’ en vraag wat ze hierbij ervaren. Geef aan dat ze deze defusie-oefening kunnen
toepassen op alle gedachten waar ze last van hebben.
Nog meer defusie-oefeningen (indien je tijd overhoudt)
Optie 1: Radiocommentaar of Youtube filmpje maken
Uitvoering
In tweetallen de volgende oefening. Iedere deelnemer maakt eigen radioprogramma of
filmpje, de ander helpt bij het scenario maken en neemt het op.
Kijk nog eens naar het lijstje van je typische gedachten. Bedenk een naam voor deze
gedachten. Bijvoorbeeld:
– Vriend Zak & As
– Tante Ik Kan Het Niet
– Meneertje Criticus
– Mevrouwtje Wik & Weeg
Maak nu een radio-uitzending of een filmpje over deze persoon
Bijvoorbeeld (doe het voor):
- Een ‘slecht nieuws’-radio-uitzending. Beste luisteraars, vandaag om 13.00 uur zal de
heer ‘Ik kan het niet’ beginnen met een bijzondere onderneming. De heer ‘Ik kan het
niet’ is eigenlijk volkomen ongeschikt voor deze taak. Heel Nederland verwacht dat hij
gigantisch zal falen. Meer nieuws om 14.00 uur.
Optie 2: Wedstrijdverslag (radio- of film)
Uitvoering
Kijk nog eens naar het lijstje van je typische gedachten. Herken je er worsteling in? Kun
je ze in min- en plusgedachten indelen? Zijn er steeds gedachten die een negatief gevoel
oproepen (angst, boosheid, verdriet) en gedachten die je daar tegenover zet om die
gevoelens niet te voelen?
Bijvoorbeeld:
Min-gedachten Plus-gedachten
Ik kan niks. Maar je hebt toch dat tentamen gehaald.
Wat ik doe stelt niks voor. Nou, kijk eens naar dat schilderij dat je in
de tweede klas hebt gemaakt.
Ze vinden met niet aardig Els mag je in elk geval wel.
Maak en verslag van de bokswedstrijd tussen min- en plusgedachten.
Bijvoorbeeld:
Dames en heren, om 12 uur is hier de finale tussen ‘Ik kan niks’ en ‘Je kunt best wat’
begonnen. Zoals u vast wel weet is: ‘Je kunt best wel wat’ de gedoodverfde kampioen.
Maar ooh, oh … ‘ik kan niks’ is aan de winnende hand, ‘je kunt wel wat’, is neergeslagen.
Wordt dit een knock-out? Er wordt geteld. U hoort het, het publiek is stil, bijt op de
nagels. Maar ‘Je kunt wel wat’ staat weer op, de wedstrijd gaat door. Dames en heren,
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
18
dit gevecht duurt al uren, ik geloof dat het nog uren kan doorgaan. Ik vrees dat we het
zonder nieuwe wereldkampioen zullen moeten stellen.
Afsluiting en opdrachten (5)
Voluit leven lezen uit hoofdstuk 3 (p.55-66), hoofdstuk 4 (p. 85-98) en hoofdstuk
5 (p. 105-118).
Waardevolle actie benoemen en uitvoeren. Als je kijkt naar je ervaringen van
vorige week en wat je vandaag hebt geleerd, welke actie ga je dan de komende
week ondernemen? Schrijf op en voer deze actie uit. Voer een defusie-oefening
uit als dat helpt (p. 110-113).
Mindfulness oefening Observeren van de ademhaling en registreren. De oefening
staat op de CD (track 2), ook nu kan de deelnemer zelf beslissen hoe lang hij
oefent.
Vraag tot slot naar de ervaringen van de deelnemers. Vertel iets over de volgende
bijeenkomst.
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
19
3. Sessie 3: De Roos. Leven naar je waarden en omgaan
met hindernissen
3.1 Overzicht sessie 3 (week 3)
Sessie 3: De Roos. Leven naar je waarden en omgaan met hindernissen
Doelstellingen Een overzicht hebben van waarden op het gebied van relaties,
opleiding, vrije tijd en gezondheid.
Waardegerichte acties voor de komende week geformuleerd
hebben.
De kracht van waarden ervaren.
Ervaringen bij mindfulness oefeningen delen en gemotiveerd
blijven om te oefenen.
Tijd Oefeningen
20 Welkom en bespreking ervaringen tot nu toe
10 Mindfulness oefening Observeren van de ademhaling
5 Waarden en doelen
30 Hoe wil je zijn en wat is belangrijk voor jou?
15 Pauze
40 Waarden
30 Oefening waarden maken je sterk
10 Waarden omzetten in acties en brainstormen over hindernissen
10 Visualisatieoefening een waardevolle actie uitvoeren
10 Afsluiting en opdrachten
Opdrachten Lezen uit Voluit leven hoofdstuk 3 (p. 72-75), hoofdstuk 7 (p.
141-151) en hoofdstuk 8
Een waardevolle actie ondernemen
Mindfulness oefening: afwisselend bodyscan en observeren van
de ademhaling uitvoeren en het oefenen registreren
Materiaal Waarden kaarten
Werkblad Herken je waarden (bijlage 4)
Werkblad De Roos (bijlage 56)
Uitdelen Overzicht opdrachten (bijlage 1)
Registratieformulier mindfulness (bijlage 2)
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
20
3.2 Draaiboek sessie 3
Welkom en bespreking ervaringen tot nu toe (20)
Doelstellingen
De deelnemers voelen zich gezien.
De deelnemers blijven gemotiveerd om acties uit te voeren.
Toelichting
Heet iedereen welkom en vraag wat de deelnemers willen opmerken naar aanleiding van
de vorige bijeenkomst en afgelopen week. Neem hier ruim de tijd voor. Vraag ook naar
gedachten, verwachtingen of gevoelens die veel invloed hebben op hoe iemand er nu bij
is. Vraag wat men heeft ervaren bij het doornemen van het boek. Is het duidelijk? Welke
gedachten en gevoelens kwamen naar boven?
Vraag iedere deelnemer om te vertellen welke actie hij zich had voorgenomen en hoe het
is gegaan. Leg het verband met waarden.
Vertel dat de bijeenkomst vandaag gaat over waarden maar eerst over mindfulness.
Mindfulness oefening observeren van de ademhaling (10)
Doelstellingen
De deelnemer beseft dat hij met de obstakels die hij bij het oefenen is
tegengekomen, toch kan doorgaan met oefenen.
De deelnemer is gemotiveerd om tijd en ruimte te maken voor het oefenen.
Uitvoering
Herhaal de oefening observeren van de ademhaling. Neem hiervoor drie tot vijf minuten.
Bespreek de ervaring van zojuist. Vraag vervolgens of dit herkenbaar was voor de
afgelopen week. Beantwoord vragen en help mensen de obstakels van het beoefenen te
(h)erkennen. Motiveer ze door te gaan met oefenen.
Leg uit dat de komende week geen nieuwe oefening wordt aangeboden, maar dat het de
bedoeling is om wat te gaan spelen met het oefenen: variëren met de tijd en oefenen
zonder CD.
Waarden en doelen (5)
Doelstellingen
De deelnemer kent het verschil tussen waarden en doelen.
De deelnemer begrijpt dat hij naast doelen ook waarden in zijn leven nodig heeft
om nieuwe doelen te kunnen stellen.
Toelichting
Leg uit dat er een onderscheid is tussen waarden (richtingen) en doelen (stappen in een
richting, waarvan je kunt vaststellen dat het doel is gehaald). Verwijs naar de metafoor
van de vuurtoren in de vorige bijeenkomst: de vuurtoren wijst de richting, de bakens die
je onderweg tegenkomt op zee zijn de doelen.
Je kunt waarden en doelen illustreren met onderstaande figuur. Teken de figuur op het
bord. Wat gebeurt er met een doel als we de waarde niet kennen? Veeg de pijl weg en
laat uitsluitend het cirkeltje staan. Dan wordt zichtbaar dat je je doel wel kunt bereiken,
maar dat je zonder de richting niet weet waar je volgende doel ligt. Bijvoorbeeld een doel
als: mijn diploma halen. Wat heb je aan je diploma als je niet weet wat het is dat je
studie voor jou waardevol maakt?
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
21
Hoe wil je zijn en wat is voor jou belangrijk? (30)
Doelstellingen
De deelnemers krijgen zicht op eigenschappen die zij belangrijk vinden.
De deelnemers merken dat ze kunnen kiezen wat ze belangrijk vinden.
Toelichting
Let bij het aankruisen van waarden erop dat deelnemers keuzes maken. Het komt voor
dat iemand nagenoeg alles wil aankruisen. Het gaat om zaken die je belangrijk vindt en
waaraan je ook consequenties wilt verbinden, met andere woorden: waarvoor je actie
wilt ondernemen.
Uitvoering
Vertel dat we al met waarden bezig zijn geweest, maar ook dat we niet gewend zijn om
na te denken over wat belangrijk is in ons leven. Daarom gaan we daar stap voor stap
mee aan de slag. We beginnen met wie we zelf willen en welke zaken belangrijk zijn.
Individueel aankruisen van eigenschappen en waarden (p. 149).
Als de sfeer in de groep het toelaat: in tweetallen (zonder aan de ander te laten zien wat
je opschrijft) een of twee zaken opschrijven waarvan je denkt dat ze bij de ander passen.
In tweetallen aan de ander vertellen wie je zelf wil zijn. Eventueel kijken of de zaken die
de ander aan jou toeschrijft, ook horen bij wie je wilt zijn.
Indien je er niet voor kiest om waarden voor elkaar op te schrijven, kun je toch in
tweetallen laten uitwisselen: waarom is iets zo belangrijk voor jou? Hoe kun je in je leven
zien dat dit belangrijk is? Onderneem je acties in die richting? Welke?
Pauze (15)
Waarden (40) (Gebaseerd op Dahl, Plumb, Stewart, & Lundgren, 2009, p. 121-124)
Doelstellingen
De deelnemers hebben op ieder gebied een waarde geformuleerd.
Doel
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
22
De deelnemers kennen de verschillen tussen waarden en doelen.
Toelichting
Leg uit dat het er nu om gaat te ontdekken wat ons leven de moeite waard maakt op
verschillende levengebieden. We gaan door op de afscheidsoefening en de oefening met
waarden van voor de pauze. Zorg ervoor dat deelnemers voelen wat waardevol is, kijk
goed naar lachjes, ogen die twinkelen en benoem dit. Let ook op de vermijdingsstrategie
van defensief pessimisme: waarden minder belangrijk maken om de discrepanties tussen
wat je wilt en wat er nu is te verkleinen.
Uitvoering
Kaartoefening (zie ook de online bijlage). Maak een aantal kaarten waarop vragen staan
als: Waar hoop je op in het leven? Als je een toverstokje had en je kon iets veranderen
in de wereld, wat zou dat dan zijn? Wat is voor jou een goed leven? Waarin verschillen
jouw waarden met die van jouw familie? Wat betekent vrijheid voor jou? Wat is de zin
van jouw leven? Leg de kaarten op tafel. Laat iedere deelnemer één kaart kiezen die bij
hem past. Maak een rondje en laat de deelnemers vertellen waarom hij deze kaart heeft
gekozen.
Leg de verbinding met wat iedereen al heeft gezegd en ervaren op het gebied van
waarden. Deel het werkblad ‘Herken je waarden’ uit (zie online bijlage Sheets
Vastgelopen), licht de gebieden toe, en laat invullen voor het gebied studie. Laat de
deelnemers even kijken op p. 150-151. Leg uit dat dit een meer uitgebreide versie is. Ze
kunnen thuis zelf kiezen wat voor hen het beste past: de vier gebieden wat meer globaal,
de gebieden genoemd in het boek of een eigen versie.
Tijdens deze bespreking zullen ongetwijfeld gedachten worden genoemd die een
waardevol leven belemmeren. Benoem deze gedachten als zodanig: ‘Je hebt de gedachte
dat …’.
Oefening waarden maken je sterk (30) (Dahl e.a., 2009)
Doelstellingen
De deelnemer kan een aantal doelen en bijbehorende waardegerichte acties
formuleren voor de komende week.
De deelnemer kan een aantal hindernissen benoemen (gedachten en gevoelens)
die waardegerichte acties bemoeilijken.
Uitvoering
Deel de schietschijf van werkblad de Roos uit (bijlage 5). De schietschijf is in deze
oefening verdeeld in de vier levensgebieden. Vandaag werken we alleen met het gebied
studie. De andere gebieden doe je thuis. Kijk nu nog eens naar je waarden op het gebied
van studie en ontplooiing. Ín de Roos is precies hoe je je leven wilt hebben op het gebied
van studie en ontplooiing, je leeft helemaal in overeenstemming met je waarde. Bedenk
dat dit het ideale streven is. We kunnen wel streven, maar bereiken ons ideaal zelden
helemaal, we kunnen er wel stap voor stap dichter bij komen en als we van onze koers
afraken, kunnen we elke dag weer opnieuw beginnen.
Als je aan je gedrag van de afgelopen twee weken terug denkt, zet dan een kruisje in het
gebied studie dat aangeeft waar je stond met betrekking tot je waarde in dat gebied. Een
kruisje ín de roos betekent dat je helemaal leefde volgens je waarde op dat gebied. Hoe
verder het kruisje van de roos, hoe meer verwijderd je was van je waarde op dat gebied.
Kijk nu terug naar de acties die je in de vorige twee weken al hebt ondernemen. Op welk
levensgebied liggen deze acties? Zet ook hiervoor een kruisje.
Waarden omzetten in acties en brainstormen over hindernissen (10)
Doelstellingen
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
23
De motivatie van de deelnemer wordt verhoogd om met hindernissen toch actie te
ondernemen.
Fusie met belemmerende gedachten wordt verminderd.
Toelichting
Deze oefening is enerzijds gebaseerd op het gegeven dat een voorgenomen actie sneller
wordt uitgevoerd als het ‘wat?’, ‘hoe?’ en ‘waar?’ al vastligt. Daarnaast worden
hindernissen op een speelse manier benoemd waardoor de invloed van hindernissen op
gedrag al kan afnemen. Let erop dat je niet de gedachte bevestigt dat hindernissen weg
moeten zijn voordat actie kan worden ondernomen. Wees flexibel. In een enkel geval ligt
de hindernis buiten de persoon en kan er een oplossing worden gevonden, bijvoorbeeld
een maatje zoeken om mee te gaan sporten omdat je in je eentje de motivatie niet
opbrengt. De meest belemmerende hindernissen zijn echter intern en die zijn niet op te
lossen, je moet ze verdragen: bijvoorbeeld angst, onzekerheid, belemmerende
gedachten voor ‘waar’ aannemen.
Uitvoering
Laat de deelnemers een actie kiezen die ze komende week willen uitvoeren. Dit kan een
actie zijn in overeenstemming met de waarde op het gebied van studie die ze net hebben
opgeschreven. Het kan ook een actie zijn die past bij de acties van de vorige weken. Stel
bijvoorbeeld de volgende vraag nadat ze aangekruist hebben voor acties van vorige
weken: welke actie zou jou 1 stapje dichter bij de Roos brengen? Je kunt de
invuloefening op p. 162 gebruiken.
Maak een rondje waarbij iedereen zijn doel en actie voorleest; de groep bedenkt zo veel
mogelijk hindernissen. Maak hier een spelletje van, het mag best wat hilarisch. Let er wel
op dat gedachten en gevoelens als hindernissen worden benoemd, niet uitsluitend
externe problemen die kunnen worden opgelost.
Laat iedere deelnemer opschrijven welke hindernissen hij echt verwacht en in welke
mate deze belemmerend kunnen zijn. Je kunt de invuloefening p. 163 gebruiken.
Visualisatieoefening een waardevolle actie uitvoeren (10)
Doelstelling
De deelnemer maakt zich een voorstelling van een waardevolle actie waardoor de
kans op daadwerkelijke uitvoering toeneemt.
De deelnemer ervaart dat het mogelijk is een waardevolle actie uit te voeren met
hindernissen.
Toelichting
In de oefening stellen de deelnemers zich voor dat ze de voorgenomen actie uitvoeren en
de hindernissen ervaren. Het is een bereidheidsoefening doordat je de hindernissen laat
ervaren.
Uitvoering
Vraag de deelnemers goed te gaan zitten, rechtop, met beide benen op de grond. Sluit
de ogen of houd de ogen geloken.
Ga met je aandacht naar je ademhaling. Verander je ademhaling niet, maar merk de
adem op. Merk op waar je in je lichaam je ademhaling voelt, kijk of je het verschil in
temperatuur kunt merken tussen de koudere lucht die je inademt en de warmere die je
uitademt. Hierna gebruik je je ademhaling als je ankerpunt. Telkens als je merkt dat je
bent afgedwaald, merk je dat rustig op en keer je terug naar je ademhaling. Vervolgens
ga je weer door met de oefening.
Richt je aandacht op de actie die je de komende week gaat ondernemen. Stel je voor dat
je de actie uitvoert. Speel als het ware de film af. Wat doe je precies? Zeg je iets? Waar
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
24
ben je? Met wie ben je? (laat even voorstellen). Richt nu je aandacht op de gevoelens die
je ervaart tijdens het uitvoeren van de actie. Wat voel je? Waar in je lichaam merk je
deze gevoelens? Merk op wat er gebeurt. Sta open en wees nieuwsgierig. Probeer mild te
zijn. Probeer niets te veranderen. Laat toe wat er is en wat er gebeurt. (even laten
voelen).
Denk nu aan de hindernissen die je verwacht bij het uitvoeren van je actie en merk op
wat je voelt. Sta open en wees nieuwsgierig. Probeer mild te zijn. Probeer niets te
veranderen. Laat toe wat er is en wat er gebeurt.
Denk nu aan de waarde die maakt dat je actie de moeite waard is. Stel je opnieuw voor
dat je je actie uitvoert terwijl je de hindernissen ervaart. Speel de film opnieuw af en
merk tegelijkertijd op wat je voelt. Ervaar hoe het is om in contact te zijn met de
hindernissen én je actie uit te voeren.
Afsluiting en opdrachten (10)
Uitvoering
Lezen uit Voluit leven hoofdstuk 3 (p. 72-75) Dit is een toelichting op de
mindfulness oefening en mogelijke bezwaren.
Mindfulness oefening: afwisselend bodyscan en observeren van de ademhaling
uitvoeren en het oefenen registreren
Lezen uit Voluit leven hoofdstuk 7 (p. 141-151) en hoofdstuk 8.
Wat wil ik van het leven? Waarden opschrijven op alle levensdomeinen, naar
keuze de 4 domeinen van de Roos, de oefening in het boek p. 150-151 of eigen
lijstje van domeinen.
De voorgenomen waardevolle actie uitvoeren.
Vraag of de deelnemers een kaart willen kopen die past bij een belangrijke
waarde (van studeren, of op andere gebieden) en vraag of hij deze kaart mee wil
nemen naar de volgende bijeenkomst.
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
25
4. Sessie 4: Versterken commitment en omgaan met
barrières. Haal meer uit je leven!
4.1 Overzicht sessie 4 (week 5)
Sessie 4: Versterken commitment en omgaan met barrières. Haal meer uit je
leven.
Doelstellingen Oefenen in regie houden over leven.
Worden zich bewust van regelgeleid gedrag en commiteren zich
aan regels die passen bij hun waarden en defuseren regels die
niet passen bij hun waarden.
Oefenen in mildheid.
Leren de essentie nog een keer aan de hand van JA/MAAR en
EN/EN conventie visualiseren dat in tekening of verhaal.
Versterken hun commitment door het formuleren van een motto
en eventueel een creatieve expressie en door het hardop
uitspreken van hun nieuwe motto.
Tijd (minuten) Oefeningen
20 Welkom en bespreking waarden en acties
45 De regie houden in je leven: monsters op de bus
15 Pauze
20 Mindfulness oefeningen
Optie 1 Bereidheid om bij je emoties te blijven
Optie 2 Ervaren van het observerend zelf, de regisseur
10 Essentie cursus
15 Ja/Maar En/En
10 Motto
Optie 1: Motto op sociale media
Optie 2: Herinneren aan motto
Optie 3: Motto op kaart
20 Optie: Tekening van landschap van waardevol leven
10 Voorlezen en uitspreken motto/kort verhaal
15 Afsluiting en afscheid
Materiaal Sheet sessie 4
Papier/pennen
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
26
4.2 Draaiboek sessie 4
Welkom en bespreking waarden en acties (20)
Uitvoering
Je kunt sessie vier als volgt inleiden:
In de vorige sessies heb je ondervonden en geleerd dat vermijding en controle als
oplossingen voor je problemen niet werken. Ook heb je stilgestaan bij wat jij belangrijk
vindt in je leven en tijdens je studie. Het leven naar je waarden is niet altijd gemakkelijk.
Ons verstand kan allerlei gedachten naar voren brengen om je van je waarden af te
houden. Een andere barrière is dat je niet bereid bent om bepaalde emoties te verdragen
zoals spanning, onzekerheid, somberheid. Het leven naar je waarden zal steeds opnieuw
commitment van je vragen. Er zal ook steeds de neiging zijn om te vermijden of te
controleren. In deze sessie leer je om op een goede manier om te gaan met barrières en
het vol te houden om naar je waarden te leven. Commitment betekent in het
Nederlands: toewijding.
Bespreek na hoe het is gegaan met de opdrachten gedurende de afgelopen twee weken.
Ga eerst na of iedereen een aantal waarden heeft geformuleerd. Let erop dat de
middelen niet de doelen worden. Het gaat om de ervaring dat een waarde vitaliteit kan
oproepen wanneer je je in die richting beweegt, het gaat om waarden die helpen om
gemotiveerd te blijven voor acties en bijkomende hindernissen te verdragen. Het gaat
niet om een perfect ingevuld waardenformulier.
Bespreek na: (eventueel in tweetallen) hoe het gaat met waardevolle acties en
hindernissen. Handige vragen hierbij zijn: Helpt het om…? Hoe helpt het om te luisteren
naar je verstand dat zegt ….? Wie ga je geloven: je verstand of je ervaring?
De regie houden in je leven: monsters op de bus (45) (Hayes e.a., 1999, p. 158)
Doelstelling
Deze oefening helpt de deelnemers om contact te blijven houden met hun
waarden en de activiteiten en plannen die bij de die waarden horen. Het versterkt
de commitment aan hun waarden en is daarmee een voorbereiding op het
toepassen van waarden in hun leven.
Uitvoering
Je kunt de oefening het beste in twee subgroepen doen zodat zoveel mogelijk
deelnemers aan bod komen.
Begin met het volgende te vertellen:
Je kunt jezelf zien als bestuurder van een bus. Jij weet welke richting je op wilt. Je hebt
je waarden bepaald en de acties die je in die richting wilt nemen. Jij zit achter het stuur
en je hebt in dit opzicht de regie in je leven. Maar je hebt ook allerlei passagiers bij je in
de bus; dat zijn jouw persoonlijke monsters: de mitsen en de maren. Zij zitten niet stil
en hebben hun eigen belangen en doelstellingen. We gaan nu oefenen met verschillende
manieren om met deze monsters om te gaan.
Vervolgens begin je met een deelnemer. Je vraagt haar (of hem) eerst naar het
levensgebied waarop zij een stap wil zetten in de richting van haar waarde. Wat is die
waarde en welke stap (actie) wil zij zetten.
Hierna vraag je wat de belangrijkste mitsen en maren zijn die het verstand naar voren
zal brengen. Elke andere deelnemer staat voor zo’n mits of maar. Totdat er geen
deelnemers meer over zijn of de deelnemer geen mitsen of maren meer heeft.
Vervolgens plaats je de deelnemer en bespreek je dat recht vooruit de richting is van
haar waarde en die ze op wil gaan. Vervolgens gebeurt achtereenvolgens het volgende.
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
27
Je laat eerst de andere deelnemers één voor één voor de deelnemer gaan staan en hun
mits of maar uitspreken. De hoofdpersoon luistert alleen.
Daarna gaan de deelnemers opnieuw één voor één voor de hoofdpersoon staan en
spreken hun twijfel uit. De hoofdpersoon krijgt nu de instructie om in discussie te gaan.
Elke keer wanneer ze dit doet, draai je de deelnemer een slag. Het gevolg is dat ze na
drie keer met haar rug in de richting van de waarde staat. Haar koers is dus veranderd!
Ze is ingegaan op de mitsen en maren.
Nu laat je de andere deelnemers allemaal tegelijk voor de hoofdpersoon gaan staan en
door elkaar hardop hun mitsen en maren uitspreken. Dit symboliseert de angst en
twijfels die voor een moment kunnen opspelen en die je zult moeten verdragen
(accepteren) voor een moment.
Vervolgens vraag je aan de hoofdpersoon of ze de mitsen en maren ook als advies kunt
zien. Kun je de mits en maar omzetten in een tip om ‘zorgvuldig’ te handelen? Dit bereidt
de hoofdpersoon voor de laatste stap.
Nu gaan de deelnemers opnieuw één voor één voor de hoofdpersoon staan en spreken
hun mitsen en maren uit. Nu krijgt de hoofdpersoon de opdracht om de deelnemer rustig
in de ogen te kijken, de hand op de schouder te leggen van de mits en maar, dank je wel
te zeggen en die persoon rustig maar vastberaden naar links, of naar achteren te duwen.
De hoofdpersoon blijft in de richting van de waarde staan. Op deze wijze behoudt de
hoofdpersoon de regie en zet daadwerkelijk de stap in de richting van de waarde. Laat de
hoofdpersoon zichzelf een compliment geven of vraag even door hoe dat voelt.
Een leuke manier om dit uit te spelen is om de andere deelnemers te vragen nu tegelijk
achter de hoofdpersoon te gaan staan en hun hand op de schouder van de hoofdpersoon
te leggen. De hoofdpersoon maakt nu een grote stap voorwaarts en neemt de mitsen en
maren met zich mee.
Optie: richting waarde laten lopen
Uitvoering
Een mogelijk alternatief is om een deelnemer in de richting van een waarde (Dit kan een
flip-over zijn met daarop zijn waarde geschreven) te laten lopen in een ruimte. Net als bij
de busoefening worden van te voren de barrières bepaald. Terwijl de deelnemer aan het
lopen is komt hij de barrières in de vorm van personen tegen, die hem proberen te
verleiden om een andere kant op te gaan. De eerste keer laat je de deelnemer in
discussie gaan. Na het ontmoeten van een aantal barrières zet je het spel stop. En
confronteer je de deelnemer met wat er is gebeurd. Dan doe je voor hoe je er wel mee
om kunt/moet gaan vanuit commitment. Dan start het spel weer en zorgt de deelnemer
ervoor dat hij daadwerkelijk op het punt van zijn waarde komt.
Algemene tip
Bespreek met een persoon een waarde en mogelijke barrières. Laat vervolgens elke
deelnemer voor zichzelf hetzelfde doen. Dit bespaart veel tijd. Het is leuk als zoveel
mogelijk deelnemers aan bod komen. Splits de groep eventueel in tweeën. Dat maakt
het ook meer haalbaar.
Pauze (15)
Mindfulness (20)
Uitvoering
Kies uit onderstaande oefeningen, de oefening die het best bij jouw groep past.
Optie 1: Bereidheid om bij je emoties te blijven
Doelstellingen
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
28
De deelnemers ervaren dat ze negatieve emoties en sensaties kunnen verdragen.
De deelnemers ervaren een alternatief voor emotionele controle- en
vermijdingsstrategieën.
Toelichting
Veel van de hindernissen die een waardevol leven in de weg staan, hebben te maken met
vermijdingspogingen. De oefening is bedoeld om juist ruimte te maken voor negatieve
gevoelens en voor sensaties zoals vermoeidheid en pijn. Het is een oefening in
bereidheid. Ook vindt er doorgaans defusie plaats van de gedachte dat negatieve
emoties en sensaties niet te verdragen zijn en moeten worden gecontroleerd. Let er wel
op dat de deelnemers de oefening niet gebruiken om van vervelende emoties en
sensaties af te komen.
Uitvoering
Vraag de deelnemers goed te gaan zitten, rechtop, met beide benen op de grond. Sluit
de ogen of houd de ogen geloken.
De oefening bestaat uit de herhaling van een aantal stappen.
1. Neem een situatie in je bewustzijn waarbij je je verdrietig, boos of gespannen voelde.
2. Stel vast wat er op dit moment is. Merk op waar je dit gewaarwordt in je lichaam.
Benoem in jezelf wat je voelt. Welke sensaties zijn er?
3. Omvat dit gevoel in je lichaam met je aandacht. Merk op wat er gebeurt. Sta open en
wees nieuwsgierig. Probeer mild te zijn. Probeer niets te veranderen. Laat toe wat er
is en wat er gebeurt.
4. Stel na 5 tot 7 seconden vast wat er gebeurt: neemt het gevoel toe? Verandert het?
Blijft het hetzelfde? Komt er een andere gewaarwording naar voren? Stel vast waar je
dit voelt in je lichaam. Dit kan dus hetzelfde gevoel zijn of een ander gevoel.
5. Omvat deze sensatie met je aandacht. Dus ook wanneer er niets gebeurt, omvat het
onveranderde gevoel met je aandacht.
6. Stel na 5 tot 7 seconden vast wat er gebeurt. Neemt het gevoel toe? Verandert het?
Blijft het hetzelfde? Komt er een andere gewaarwording naar voren? Ga dan weer
naar stap 5 en herhaal stap 5 en 6 tot het genoeg voor je is.
7. Je kunt de oefening afsluiten na enige tijd. Een variatie is dat de deelnemers
nogmaals de situatie in gedachten nemen vanaf stap 1.
8. Wanneer je besluit de oefening af te sluiten, volg dan enige tijd met aandacht je
ademhaling.
Misschien is het gevoel veranderd en misschien ook niet. In ieder geval heb je ruimte
gegeven aan negatieve emoties, die je normaal gesproken wilt onderdrukken. Je bent
misschien tot de ontdekking gekomen dat je deze negatieve gevoelens toch kunt
verdragen. En dat ertegen vechten veel energie van je vraagt. Wanneer het je lukt deze
negatieve gevoelens toe te staan, zul je merken dat er ruimte is ontstaan tussen jou en
je negatieve emoties of sensaties. Je vereenzelvigt je er minder mee. Deze ruimte kan
bevrijdend werken. Pas echter op voor de valkuil van een doel nastreven. Wanneer je
deze oefening doet met het doel dat de negatieve ervaring moet weggaan, zul je merken
dat je eigenlijk weer aan het worstelen bent.
Optie 2: Ervaren van het observerend zelf, de regisseur
Doelstellingen
De deelnemers ervaren dat emoties, gedachten, rollen en hun lichaam kunnen
veranderen en er toch een constant zelf is.
De deelnemers ervaren het observerend zelf.
Toelichting
Je kunt voor deze oefening kiezen omdat deelnemers kunnen ervaren dat zij de regie
over hun leven kunnen nemen. Het kan ook helpen om te beseffen dat er altijd een ‘ik’ is
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
29
die ‘ik’ zegt, ook als de inhoud van die uitspraken verandert. Het gaat hier vooral om het
ervaren. Het is eigenlijk niet goed mogelijk om die ervaring in woorden uit te drukken.
Verwijs bij de nabespreking naar hoofdstuk 6. Vertel de metafoor ‘de hemel’ p. 134.
Uitvoering
Vraag de deelnemers goed te gaan zitten, rechtop, met beide benen op de grond. Sluit
de ogen of houd de ogen geloken.
Neem even de tijd en denk aan een moment in je leven dat je heel blij was, bijvoorbeeld
toen je klein was en kerstmis vierde. Zie het voor je. Laat de film opnieuw afspelen.
**
Denk nu aan een situatie waarin je verveeld was (laat de film opnieuw afspelen).
**
En een moment waarop je heel verdrietig was.
**
Denk aan gedachten die je had en nu niet meer hebt, bijvoorbeeld dat Sinterklaas echt
bestaat.
**
Denk aan alle rollen die je hebt, aan je rol nu als deelnemer aan deze training, aan je rol
als partner, vriend of vriendin, als student.
*
Denk nu nog eens aan al die gedachten, gevoelens, rollen. Wie is de ‘ik’ die daaraan
denkt?
**
Denk nu eens aan je lichaam zoals het hier is **, en maandag ** en tien jaar geleden **
en toen je een kind was. ** Het is niet hetzelfde lichaam en toch heb je er altijd ‘ik’ over
gezegd.
**
Merk op: De inhoud van ‘ik ’ is een andere dan toen je kind was en toch kan je ‘ik’ blijven
zeggen.
Essentie cursus (10)
Uitvoering
Bespreek de essentie van de cursus aan de hand p. 174-175 van Voluit leven (of aan de
hand van de online sheet “essentie van de cursus”. Er is steeds de keuze tussen:
worstelen (vechten tegen emoties, teveel luisteren naar je verstand, regels volgen die
niet bij je passen etc.) en leven naar je waarden. Wanneer je kiest voor het eerste loop
je vast. Wanneer je kiest voor het tweede word je flexibel, sterker en authentieker.
Mindfulness helpt je om steeds weer op te merken of je aan het worstelen bent of juist
leeft naar je waarden.
Oefening Ja/Maar En/En (15) (Hayes e.a., 1999, p. 167)
Uitvoering
Een oefening die de kern van de methode uitdrukt is de ja/maar conventie.
Denk nog eens terug aan de waarden die je vorige keer hebt opgeschreven en de zaken
die het moeilijk maken om naar je waarden te leven. Bedenk vervolgens wat je graag
zou willen. Hierbij kun je denken aan de waarden die je al geformuleerd hebt of concrete
doelen die je helpen naar je waarden te leven. Geef vervolgens aan waarom je een
bepaalde waarde of een bepaald doel niet kunt naleven. Oftewel, welke hindernis jou
belemmert te doen wat je wilt doen of te zijn wie je wilt zijn.
Schrijf in een aantal zinnen (laat deelnemers minstens 3 zinnen opschrijven):
Ik zou graag willen …………………………………………………………………………
maar…………………………………………………………………………………………
Ik zou graag willen …………………………………………………………………………
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
30
maar…………………………………………………………………………………………
Lees alle zinnen eens goed door. Laat het goed tot je doordringen. Zet nu bij alle zinnen
die je geformuleerd hebt een streep door het woordje ‘maar’ en zet er ‘en’ boven. Lees
de zinnen nu nog een keer. Is er verschil?
Motto (10)
Uitvoering
Vraag de deelnemers om een motto te bedenken dat de essentie van hun nieuwe regels/
waarden weergeeft.
Optie 1: Motto op sociale media
Uitvoering
Vraag of ze hun motto willen zetten op twitter, facebook of hyves.
Optie 2: Herinneren aan motto
Uitvoering
Vraag hen of ze iets kunnen bedenken dat hen herinnert aan dit motto en dat ze kunnen
neerzetten of ophangen zodat ze het vaak zien. Het hoeft niet duur te zijn.
Optie 3: Motto op een kaart
Uitvoering
Een mogelijkheid is ook om de deelnemers hun motto te laten opschrijven op de kaart
die ze hebben gekocht.
Optie: Tekening van landschap van waardevol leven (20) (Hayes & Rowse, 2008)
Uitvoering
Dit zou een optie kunnen zijn. Wanneer is gebleken dat de groep openstaat voor
creatieve oefeningen is het een mooie oefening. Anders misschien overslaan. Hangt ook
van de tijd af.
Vraag de deelnemers of ze een routekaart willen tekenen wat een overzicht geeft van
een reis richting hun waarden. De route moet niet de waarden als bestemming hebben,
maar als richting. Je kunt hierbij vertellen dat de weg die leidt naar de waarden van het
papier af moet gaan, wat aangeeft dat de reis altijd doorgaat. Een kaart kan ook
meerdere richtingen hebben (verschillende domeinen, zoals vrienden, studie enz.). Vraag
de deelnemers om langs de route verschillende borden/wegwijzers te plaatsen met acties
die ze kunnen ondernemen om dichter tot hun waarden te kunnen komen.
Voorlezen en uitspreken motto/kort verhaal (10)
Uitvoering
Elke deelnemer laat zijn tekening zien en/of zegt hardop zijn motto.
Afsluiting en afscheid (15)
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
31
Literatuur
Bohlmeijer, E.T., & Hulsbergen, M.L. (2009). Voluit leven. Amsterdam: Uitgeverij Boom.
Dahl, J.C., & Lundgren, T. (2006). Living beyond your pain. Oakland, CA: New Harbinger.
Dahl, J.C., Plumb, J.C., Stewart, I., Lundgren, T. (2009). The art and science of valuing
in psychotherapy: Helping clients discover, explore, and commit to valued action
using Acceptance and Commitment Therapy. Oakland, CA: New Harbinger.
Harris, R. (2009). De valstrik van het geluk: Hoe je kunt stoppen met worstelen en
beginnen met leven. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Vertaling van: The
happiness trap: Stop struggling, start living (2007).
Hayes, L. L., & Rowse, J. (2008). Acceptance and Commitment Therapy: Experiential
Adolescent Group Program.
Hayes, S. C., Smith, S. (2006). Uit je hoofd, in het leven. Een werkboek voor een
waardevol leven met mindfulness en Acceptatie en Commitment Therapy.
Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds. Vertaling van: Get out of your mind & into
your life. The New Acceptance and Commitment Therapy (2004).
Hayes, S. C., Strosahl, K., & Wilson, K. G. (2006). ACT, een experiëntiële weg naar
gedragsverandering. Amsterdam: Harcourt book Publishers. Vertaling van:
Acceptance and commitment therapy: An experiential approach to behavior
change (1999).
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
32
Bijlage 1 Overzicht opdrachten
Opdrachten voor tweede bijeenkomst
Lees uit Voluit leven:
o Inleiding: helemaal (pagina’s 11-16).
o Week 1: Wat wil ik met het leven? helemaal (pagina’s 19- 34).
o Week 2: Ik ben er (even) niet, pagina’s 35-40 en pagina’s 43-46.
Dagelijks een pijnlijke situatie invullen door gebruik te maken van de
dagboekformulieren (of het boek pagina’s 44-46).
Een waardevolle actie ondernemen. Bedenk nog eens wat je je hebt voorgesteld
bij de afscheidsoefening. Kijk eens of je voor de komende week een actie kunt
bedenken die overeenkomt met de persoon die je zou willen zijn. Dat hoeft geen
reuzenstap te zijn, maar doe iets wat overeenkomt met jij waardevol en
belangrijk vindt, iets anders dan je gewend bent en kijk wat er gebeurt. Schrijf de
actie op en voer hem de komende week uit.
Dagelijks de mindfulness oefening de Bodyscan. Je kunt hiervoor de CD gebruiken
die bij het boek Voluit leven zit.
Vul het registratie formulier mindfulness week 1 in.
Opdrachten voor derde bijeenkomst
Lees uit Voluit Leven
o Week 3: Gebruik niet je verstand, pagina’s 55-66.
o Week 4: Hallo onzekerheid; welkom, pagina’s 85-98.
o Week 5: De proefballonnetjes van het verstand, pagina’s 105-118.
Waardevolle actie benoemen en uitvoeren. Als je kijkt naar je ervaringen van
vorige week en wat je vandaag hebt geleerd, welke actie ga je dan de komende
week ondernemen? Schrijf deze actie op en voer deze actie uit.
Dagelijks mindfulness oefening Observeren van de ademhaling. Je kunt hiervoor
de CD gebruiken die bij het boek Voluit leven zit.
Vul het registratie formulier mindfulness week 2 in.
Opdrachten voor vierde bijeenkomst
Lezen uit Voluit Leven
o Week 3: Gebruik niet je verstand, pagina´s 72-75.
o Week 7: Hoe wil je voluit leven?, pagina´s 141-151
o Week 8: Ervoor gaan, helemaal (pagina´s 160-168)
Mindfulness oefeningen: afwisselend bodyscan en observeren van de ademhaling
uitvoeren
Vul het registratie formulier mindfulness week 3-4 in.
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
33
Schrijf jouw waarden op alle levensdomeinen, bijvoorbeeld aan de hand van de 4
domeinen van de Roos, of de oefening in het boek p. 150-151 of maak een eigen
lijstje van domeinen.
De voorgenomen waardevolle actie uitvoeren.
Het kopen/maken van een kaart die past bij een belangrijke waarde van jou (op
gebied van studeren, of op andere gebieden) en neem deze kaart mee naar de
volgende bijeenkomst.
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
34
Bijlage 2 Registratieformulier mindfulness
Registratieformulier mindfulness
Mindfulness week 1/2/3
Oefening: …………………………………………………………………………….
Dag Duur Opgemerkt
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
35
Bijlage 3 Dagboek Pijnlijke momenten
We willen je vragen om komende week een dagboek bij te houden van je
vermijdingsgedrag zonder te proberen dit te veranderen. Elke dag beschrijf je een
gebeurtenis waardoor je psychische pijn (somber, angst, onzekerheid) ervaarde. Eerst
beschrijf je kort de situatie. Daaronder schrijft je je emoties en gevoelens. Vervolgens
beschrijf je welke vermijdings- of controle strategieën je hebt gebruikt om je gevoelens
en emoties te controleren of om van ze af te komen. Als laatste geef je je leed een score
tussen de 0 en 10. Hoe hoger, hoe meer last je had van je psychische pijn.
Hieronder vind je een voorbeeld:
Maandag
Situatie: Ben vanochtend niet naar college gegaan
Emotie / gevoel: Boos omdat ik niet ben gegaan, teleurgesteld, vond het laf van
mezelf
Vermijdings- en
controlestrategieën:
Ben in bed blijven liggen en heb wat tv gekeken
Leedscore (0-10): 6
Vul op de volgende pagina’s elke dag dit schema in en neem het mee naar de volgende
bijeenkomst.
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
36
Maandag
Situatie:
Emotie / gevoel:
Vermijdings- en
controlestrategieën:
Leedscore (0-10):
Dinsdag
Situatie:
Emotie / gevoel:
Vermijdings- en
controlestrategieën:
Leedscore (0-10):
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
37
Woensdag
Situatie:
Emotie / gevoel:
Vermijdings- en
controlestrategieën:
Leedscore (0-10):
Donderdag
Situatie:
Emotie / gevoel:
Vermijdings- en
controlestrategieën:
Leedscore (0-10):
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
38
Vrijdag
Situatie:
Emotie / gevoel:
Vermijdings- en
controlestrategieën:
Leedscore (0-10):
Zaterdag
Situatie:
Emotie / gevoel:
Vermijdings- en
controlestrategieën:
Leedscore (0-10):
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
39
Zondag
Situatie:
Emotie / gevoel:
Vermijdings- en
controlestrategieën:
Leedscore (0-10):
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
40
Bijlage 4 Werkblad Herken je waarden
Oefening Herken je waarden
Deze oefening gaat over levensgebieden die belangrijk zijn in het leven van de
meeste mensen. Wat zou je favoriete leven zijn? Wat doe je als je ogen stralen en je
ziel zingt?
1. Relaties gaat over intimiteit in je leven in allerlei vormen: een relatie met je
partner, je gezin van herkomst, vrienden, studiegenoten, kennissen en andere
sociale contacten.
2. Studie en opleiding gaan over jouw waarden met betrekking tot kennis en
beroepsvaardigheden, over wat je wilt tijdens je studie en in je (toekomstige)
loopbaan.
3. Spelen gaat over hoe je plezier hebt. Het gaat over je hobby's en activiteiten als
je vrij bent, over de dingen die niet per se moeten maar mogen.
4. Gezondheid gaat over leefgewoonten zoals bewegen, voeding en over het
vermijden van gezondheidsrisico’s. Persoonlijke groei kan gaan over religie,
godsdienst of over je persoonlijke uitdrukking van spiritualiteit, bijvoorbeeld
verbondenheid met de natuur.
Vul hier onder voor ieder gebied minstens een waarde in.
Relaties
Studie en Opleiding
Vrije tijd
Groei en Gezondheid
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
41
Bijlage 5 Werkblad De Roos
Vrije tijd
Relaties
Mijn leven is precies
zoals ik het wil
met betrekking tot
mijn waarden in dit
gebied
Mijn leven is
helemaal niet
zoals ik het wil
met betrekking tot
mijn waarden in dit
gebied
Groei en gezondheid
Studie en opleiding
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
42
Vrije tijd
Relaties
Groei en gezondheid
Studie en opleiding
Deel A: De ROOS
Kijk nu nog eens naar je waarden. Beschouw je waarden als de ROOS (het midden van een schietschijf). Ín de ROOS is precies hoe je je leven wilt leiden, je leeft dan in overeenstemming met je waarden. Als je aan je gedrag van de afgelopen tijd terug denkt, zet dan een kruisje in ieder van de vier levensgebieden dat aangeeft waar je stond met betrekking tot je waarde in dat gebied. Een kruisje ín de roos betekent dat je helemaal leefde volgens je waarde op dat gebied. Hoe verder het kruisje van de roos, hoe meer verwijderd je was van een leven volgens je waarde op dat gebied. Omdat er vier gebieden van waardevol leven zijn, zet je ook vier kruisjes. Zorg ervoor dat je de schietschijf invult voor je naar deel B gaat.
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
43
Deel B: Herken je hindernissen
Schrijf nu op wat er staat tussen jou en het leven dat je wilt leiden, zoals je hebt opgeschreven in je waarden van ieder levensgebied. Als je denkt aan het leven dat je wilt leiden en de waarden die voor jou van belang zijn, wat staat er dan in de weg om dat leven zo te leiden? Beschrijf de hindernissen die je afgelopen week in de weg hebben gestaan. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------ ----------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------------------------------------------------------------------------------------------------------- ---------------------------------------------------------------------------------------------------------- ----------------------------------------------------------------------------------------------------------- Geef nu aan in welke mate de hindernissen die je net hebt beschreven, jou belemmeren om je leven te leiden in de richting van je waarden. Omcirkel hier onder het cijfer dat het best weergeeft hoe sterk die belemmeringen waren in je leven van de afgelopen week.
Niet hinderend Heel erg hinderend
© Karlein Schreurs, Ernst Bohlmeijer, Martine Fledderus
44
Deel C: Jouw plan voor waardevolle acties
Denk na over acties of activiteiten die je in je dagelijks leven kunt ondernemen en
die je dichter bij de ROOS brengen in ieder van deze gebieden. Deze acties kunnen kleine stappen zijn in de richting van een bepaald doel, of het kunnen acties zijn die
weergeven wat voor persoon jij wilt zijn. Een stap nemen betekent meestal dat je bereid bent één van de hindernissen tegen te komen die je net hebt opgeschreven
en tóch actie te ondernemen. Probeer minstens één waardevolle actie te omschrijven die je bereid bent te ondernemen op ieder van de vier onderstaande gebieden. Studie en opleiding: ------------------------------------------------------------------------------------------ --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Vrije tijd: ------------------------------------------------------------------------------------------------------- --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Relaties: ------------------------------------------------------------------------------------------------------- --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Groei en gezondheid:--------------------------------------------------------------------------------------- ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------