Upload
nguyendien
View
221
Download
2
Embed Size (px)
Citation preview
Beleidsonderzoek & Analyse
BOA Feitenblad draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming
Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015
Samenvatting
De Atlas voor Gemeenten vergelijkt al 17 jaar de 50 grootste stedelijke gemeenten in Nederland op een
groot aantal punten. De woonaantrekkelijkheid, de sociaaleconomische positie en hun onderliggende
indicatoren worden jaarlijks berekend en vormen de kern van de Atlas.
Leiden is een aantrekkelijke woonstad met een 9e positie. Een stad is
aantrekkelijk om te wonen als er veel voorzieningen zijn, maar bijvoorbeeld ook de
bereikbaarheid van banen en het soort woningen speelt mee. Wat Leiden mede
helpt om hoog te scoren op woonaantrekkelijkheid is de aanwezigheid van de
universiteit.
De sociaaleconomische positie van Leiden is na een aantal jaren stijging op de
ladder nu 3 plekken gedaald naar een 11e positie.
Dit jaar is het thema van de Atlas ‘Erfgoed’, een thema dat natuurlijk heel goed
aansluit op de historische stad Leiden. Leiden staat dan ook op de 3e positie in
het lijstje ‘Monumentale stad, na Amsterdam en Maastricht’.
Index
Positie Leiden
2011 2012 2013 2014 2015
Woonaantrekkelijkheidsindex 9 9 11 9 9
Sociaaleconomische index 18 13 9 8 11
Index monumentale stad - - - - 3
Dit en de onderliggende factoren wordt in dit Feitenblad verder toegelicht.
2 BOA Feitenblad – Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015
Wat is de Atlas voor Gemeenten?
In de Atlas voor Gemeenten worden nu voor de 17e keer de 50 grootste gemeenten van Nederland op een
aantal punten met elkaar vergeleken. De Atlas is hiermee een leuk instrument om de positie van de eigen
gemeente te relateren aan andere grote gemeenten. De positionering van de gemeenten is altijd relatief ten
opzichte van de scores van de overige 49 gemeenten.
De woonaantrekkelijkheid, sociaaleconomische positie en hun onderliggende indicatoren worden jaarlijks
berekend. Voor het overige geldt dat een deel van de indicatoren jaarlijks terugkomt en dit maakt de Atlas
voor Gemeenten beperkt bruikbaar voor een vergelijking in de tijd. Daar staat tegenover dat jaarlijks een
nieuw thema extra aandacht krijgt. Dit jaar is dat Erfgoed.
In 2011 was het Cultuur, in 2012 de Optimale gemeentegrootte, in 2013 Groen & Water en in 2014
Economie en Arbeidsmarkt.
De Atlas voor Gemeenten is niet digitaal beschikbaar maar te bestellen via www.atlasvoorgemeenten.nl.
Binnen de gemeente Leiden (SMC, SEB) is een aantal exemplaren beschikbaar. Daar in is onder andere
informatie over de definities van de verschillende indicatoren beschikbaar.
Positie één: soms hoogste percentage – soms laagste
De 50 steden worden op meer dan 50 kenmerken vergeleken. De positie van een gemeente wordt zowel
door het eigen ‘presteren’ als ook door de scores van de andere 49 gemeenten bepaald. Zelfs als een
gemeente zich in absolute zin op een kenmerk heeft verbeterd kan de gemeente dalen in de ranglijst. Dat is
het geval als andere gemeenten zich méér hebben verbeterd.
Positie één op de verschillende ranglijsten kan verschillende betekenissen hebben:
Als er aan een kenmerk een waardeoordeel kan worden gegeven staat op de eerste plaats altijd de best
scorende gemeente.
Voor kenmerken waarvoor geldt ‘veel = goed’ is de 1e plaats degene met het hoogste percentage.
Bijvoorbeeld: het aandeel hoog opgeleiden. In die ranglijst staat Leiden hoog, dat wil zeggen dat Leiden
een hoog aandeel hoog opgeleiden heeft.
Voor kenmerken waarvoor geldt ‘weinig = goed’ is de 1e plaats degene met het laagste percentage.
Bijvoorbeeld het aandeel laagopgeleiden. Ook in die ranglijst heeft Leiden een hoge plaats, dat wil voor
dit kenmerk dus zeggen dat Leiden een klein aandeel laag opgeleiden heeft .
Als er aan een kenmerk geen of niet zo makkelijk een waardeoordeel is te hechten staat op de eerste
plaats altijd de gemeente met het hoogste percentage voor dat kenmerk. Bijvoorbeeld: het aantal banen
per duizend inwoners in verschillende sectoren of het aandeel eenoudergezinnen.
kenmerk met ‘veel = goed’
op plaats 1 hoogste percentage
kenmerk met ‘weinig = goed’
op plaats 1 laagste percentage
neutraal kenmerk
op plaats 1 hoogste percentage
BOA Feitenblad – Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015 3
Bevolkingskenmerken
Leiden is met 121.579 inwoners de 22e gemeente van Nederland. Hiermee staat Leiden wat betreft groei
van 2005 tot 2015 op de 30e positie. In de jaren van 2004 tot en met 2008 daalde de Leidse bevolking
jaarlijks in omvang. Die trend is in 2009 omgekeerd: de laatste vijf is er elk jaar opnieuw een toename
geweest.
Leidenaren blijven onverminderd hoog opgeleid: na Utrecht, Nijmegen en Amsterdam staan we op de 4e
positie wat betreft het aandeel hoogopgeleiden in de beroepsbevolking (was in 2014 de 5e positie). Ook met
het aandeel studenten staat Leiden na Groningen, Delft en Nijmegen op de 4e plaats. Ook het aandeel
middelbaar opgeleiden is opgenomen in de Atlas: dit aandeel is in Leiden laag (47e positie). Nog lagere
aandelen hebben precies de drie steden die hierboven genoemd zijn met veel hoog opgeleiden. En na
Utrecht, Groningen, Amsterdam en Delft heeft Leiden het laagste aandeel laagopgeleiden.
De samenstelling van de huishoudens in Leiden is als volgt: volgend uit bovenstaand hoge aandeel
studenten neemt Leiden ook in het aandeel jonge eenpersoonshuishoudens een hoge 4e plaats in. Gezinnen
met jonge kinderen (45e plaats) en oudere eenpersoonshuishoudens (47
e plaats) daarentegen zijn er relatief
weinig in Leiden.
Nog twee andere kenmerken van de bevolking zijn weergegeven: het aandeel niet-westerse allochtonen
(Leiden neemt de 18e positie in waarbij nummer 1 de meeste niet-westers allochtonen heeft: Rotterdam)
en de omvang van de potentiële beroepsbevolking (alle inwoners van 15 t/m 64 jaar). Hierop scoort Leiden
de 5e positie.
Woonaantrekkelijkheidsindex en sociaaleconomische index
Woonaantrekkelijkheid en de sociaaleconomische situatie zijn twee belangrijke onderdelen van de Atlas
voor Gemeenten. Jaarlijks worden op dezelfde wijze twee indices berekend: ‘hoe aantrekkelijk is de stad
om te wonen?’ en ‘wat is de sociaaleconomische positie?’ Van deze twee indicatoren is de score berekend
op basis van elk acht onderdelen. Bij de sociaaleconomische index wegen alle onderdelen even zwaar. Bij
de woonaantrekkelijkheid is er een weging. Ook is berekend of men de afgelopen 5 jaar gemiddeld
genomen gedaald of gestegen is op de index als totaal. Op de volgende bladzijden worden verder ingegaan
op deze indices.
Index
Positie Leiden
2011 2012 2013 2014 2015
Woonaantrekkelijkheidsindex 9 9 11 9 9
Sociaaleconomische index 18 13 9 8 11
Naast deze twee indices zijn er nog andere indicatoren op dit gebied. Denk bij woonaantrekkelijkeheid
bijvoorbeeld aan de veiligheid en de huizenprijzen. Bij de sociaal-economische positie gaat het onder ander
om de zakelijke dienstverlening. Deze indicatoren staan allemaal in bijlage 3.
4 BOA Feitenblad – Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015
Woonaantrekkelijkheidsindex: 9e positie voor Leiden
Leiden is en blijft een aantrekkelijke woonstad met een stabiele positie rond de 10e plaats. De ontwikkeling
van deze index is zelf ook weer in een rangorde gevat: Over de periode 2010–2015: neemt Leiden een19e
plaats in.
Ranking Leiden op de Woonaantrekkelijkheidsindex, 2005 - 2015
Van de 50 grootste gemeenten scoren slechts 8 gemeenten beter dan Leiden, met Amsterdam op nummer
1, gevolgd door Utrecht en Amstelveen. In bijlage is de volledige ranglijst opgenomen. De hoge positie is
vooral te danken aan de aanwezigheid van de universiteit, het hoge aandeel vooroorlogse woningen en de
bereikbaarheid van banen.
Een aantal van de acht indicatoren verandert in principe niet (snel), zoals de aanwezigheid van een
universiteit en de nabijheid van natuurgebieden. In de grafiek de ontwikkeling van de acht indicatoren, voor
Leiden in de afgelopen vijf jaar.
Top 10
woonaantrekkelijkheid
1. Amsterdam
2. Utrecht
3. Amstelveen
4. ‘s Hertogenbosch
5. Den Haag
6. Haarlemmermeer
7. Haarlem
8. Nijmegen
9. Leiden
10. Leidschendam-Voorburg
De woonaantrekkelijksheidsindex van Leiden (9e)
is als volgt opgebouwd:
aanwezigheid universiteit 3e plaats
% vooroorlogse woningen (nr.1 heeft er veel) 5e plaats
bereikbaarheid van banen (per auto en O.V.) 10e plaats
culinair aanbod 14e plaats
cultureel aanbod 19e plaats
veiligheid 24e plaats
% koopwoningen 41e plaats
nabijheid natuurgebieden 44e plaats
Hoe hoger de positie, des te beter
BOA Feitenblad – Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015 5
Sociaaleconomische index: 11e positie voor Leiden
Leiden staat anno 2015 hoog op de sociaaleconomische ladder, maar is wel 3 plaatsen gedaald ten opzicht
van vorig jaar. Tussen 2007 en 2010 was er sprake van een daling, van een 11e positie in 2006 tot een 18
e
positie in 2011. Daarna is Leiden weer gestegen naar een 8 positie in 2014. Nu staat Leiden dus op de 11e
plaats. De ontwikkeling van deze index is zelf ook weer in een rangorde gevat: Leiden staat voor de periode
2010–2015 op de 8e plaats.
Ranking Leiden op de Sociaal-economische index, 2005 - 2015
De hoogste posities worden, evenals vorig jaren, ingenomen door Haarlemmermeer (1
e), Amstelveen en
Utrecht, zie bijlage 1 voor de complete rangorde.
Opvallend goed zijn de scores op arbeidsongeschiktheid en laagopgeleiden: van beiden zijn er in Leiden dus
relatief weinig. Dit is al langere tijd het geval. De werkgelegenheid lijkt zich positief te ontwikkelen: de positie
op de werkgelegenheidsquote (aantal banen) is de laatste 3 jaren gestegen van 32 via 27 naar 25. De
werkloosheid is relatief laag (12e plaats: de 1
e positie heeft de minste werkloosheid, dat is Hilversum) en
Leiden is de afgelopen jaren flink gestegen op deze ranglijst.
De sociaaleconomische index van Leiden (11e)
is als volgt opgebouwd:
arbeidsongeschiktheid 2e plaats
% laagopgeleiden 5e plaats
werkloosheid 12e plaats
participatie vrouwen 16e plaats
bijstand 21e plaats
zakelijke dienstverlening 30e plaats
aantal banen 25e plaats
armoede 30e plaats
Top 10 Sociaaleconomische index
1. Haarlemmermeer
2. Amstelveen
3. Utrecht
4. Amersfoort
5. Hilversum
6. ‘s Hertogenbosch
7. Zwolle
8. Alphen aan den Rijn
9. Apeldoorn
10. Breda
6 BOA Feitenblad – Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015
Thema: Erfgoed
De Atlas voor Gemeenten heeft al eerder geconstateerd dat ‘de stad’ het goed doet, en dan met name in de
Randstad. Nu wordt geconcludeerd dat vooral de ‘oude (of monumentale) stad’ het goed doet, en de New
towns minder groeien, qua bevolking en economie. Het belang van monumenten voor de stad is divers. Het
betreft zowel de esthetische en belevingswaarde als ook de sociale waarde (betere leefbaarheid wordt
afgedwongen) en de economische waarde (aantrekkelijk woonklimaat, toerisme enz.).
Deze uitgave van de Atlas voor Gemeenten bekijkt wat de rol van monumenten (en musea) is in het succes
van de stad. De oude steden zijn sinds eind jaren negentig weer meer in trek, en het blijkt dat ook de
ommelanden daarvan meeprofiteren. Een aantal opvallende conclusies:
de huizenprijzen van de ‘oude steden’ zijn hoger dan die in het ommeland, bij nieuwe steden is dat niet
het geval.
monumentale steden hebben gemiddeld een hoger opgeleide bevolking en minder vergrijzing
monumentale steden hebben minder winkelleegstand en minder verschraling van het
voorzieningenniveau dan steden zonder monumentale binnenstad.
Deze conclusies zijn getrokken op basis van een aantal indicatoren. Een belangrijke indicator is natuurlijk
het aantal monumenten (per inwoner). Bij gebrek aan landelijk goed vergelijkbare gegevens van
gemeentelijke monumenten zijn alleen de rijksmonumenten opgenomen. Hierop is een aantal indicatoren
gebaseerd: monumentale woningvoorraad, monumentale binnenstad en monumentale woonomgeving.
Op basis van deze drie indicatoren is een rangorde van monumentale steden gemaakt, met Leiden op de
derde plaats. Hier volgt de Top 10 Monumentale steden:
1. Amsterdam
2. Maastricht
3. Leiden
4. Dordrecht
5. Haarlem
6. Delft
7. Deventer
8. Leeuwarden
9. Utrecht
10. ‘s Hertogenbosch
Bron: Leidsch Dagblad, 29 mei 2015
BOA Feitenblad – Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015 7
Monumenten
De hierboven genoemde 3e positie van Leiden wat betreft de rangorde van monumentale steden is
gebaseerd op de volgende drie posities:
Monumentale woningen (2e positie): het aantal monumentale woningen als percentage van de totale
woningvoorraad. Top 3: Maastricht, Leiden, Amsterdam
Monumentale woningomgeving (2e positie) : gemiddeld aantal rijksmonumenten binnen 200 meter van de
woning. Top 3: Amsterdam, Leiden, Maastricht.
Monumentale binnenstad (6e positie): aantal rijksmonumenten in de binnenstad (binnen 500 meter van
het centrum). Top 3: Amsterdam, Maastricht, Haarlem. Leiden staat op de 6e positie, na ook nog
Dordrecht en Utrecht.
Ook is gekeken naar het aantal monumentale bomen ( Roosendaal staat op de eerste positie, Leiden op de
17e ) en het aantal archeologische rijksmonumenten (Apeldoorn op de 1
e plaats, Leiden op de 20
e plaats).
Beide indicatoren zijn gerelateerd aan het aantal woningen.
Daarnaast is er een indicator voor moderne architectuur: het gemiddelde aantal iconen van de moderne
architectuur binnen 200 meter van de woning. Top 3: Delft, Amsterdam, Maastricht. Leiden staat op de 15e
positie; onder de Top 12 zijn de verschillen erg gering.
Werkgelegenheid in erfgoed-sector
Gekeken is naar het aantal banen in verschillende sectoren die met erfgoed hebben te maken. Dat zijn de
cultuur- en erfgoedsector en de architectuur.
Aantal banen in de cultuur- en erfgoedsector (per 1.000 inw.): 17e positie
Aantal banen in de architectuur (per 1.000 inw.): 45e positie.
Woningen
Naast de monumentale woningen (zoals hierboven beschreven) zijn er nog andere soorten woningen die
behoren tot het erfgoed. Er is een duidelijk verband tussen de bouwperiode en de positie van Leiden: hoe
ouder de stedenbouwkundige periode, des te hoger de positie van Leiden.
Hollandse huisjesstad (2e positie): aandeel woningen uit de periode 1300 – 1849, gekenmerkt door o.a.
per kavel één huis onder 1 dak, en alles binnen de vestingmuren.
Top 3: Amsterdam, Leiden, Maastricht.
Schilderachtige ingenieursstad (8e positie): aandeel woningen uit de stedenbouwkundige periode 1850 –
1919. Karakteristieken zijn grote gebouwtypes en schaalvergroting, zoals etagewoningen.
Top 3: Haarlem, Amsterdam, Den Haag.
Blokkenbouw en tuindorpen (16e positie): aandeel woningen uit de stedenbouwkundige periode 1920 –
1949. Kenmerken zijn o.a. dat de kavel niet meer als eenheid werd gezien. Blokken worden als geheel
ontworpen, zoals door de Amsterdamse School. Een apart lemma wordt gevormd door kleinschalige
tuindorpen, zoals Betondorp in Amsterdam.
Top 3 : Hilversum, Haarlem, Den Haag.
VINEX en stedelijke vernieuwing (44e positie): aandeel woningen uit de stedenbouwkundige periode 1990
– 2009. Kenmerken zijn grote uitbreidingsgebieden, met allerlei architectonische stijlen. Soms betreft het
particulier opdrachtgeverschap (Nieuw Leyden). Maar ook inbreiding (binnenstedelijk bouwen) komt voor.
Top 3: Almere, Helmond, Haarlemmermeer. .
Bijlage 2 geeft alle indicatoren van dit thema Erfgoed.
8 BOA Feitenblad – Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015
Goede en slechte scores van Leiden
De steden zijn op een groot aantal kenmerken vergeleken. Hier een overzicht van die indicatoren waarop
Leiden tot de tien besten en de tien slechtsten behoort.
Hoge positie van Leiden ten opzichte van de andere 49 grote gemeenten
Tweede positie:
arbeidsongeschiktheid; Leiden heeft weinig arbeidsongeschikten
Monumentale woningen
Monumentale woonomgeving
Hollandse-huisjes (relatief veel woningen uit de periode 1300-1849)
Derde positie
de aanwezigheid van de universiteit
index monumentale stad
Vierde t/m zesde positie:
opleidingsniveau: in Leiden veel hoogopgeleiden en zijn weinig laagopgeleiden als % van de
beroepsbevolking (resp. de vierde en vijfde positie)
aantal musea
vooroorlogse woningen (Leiden heeft er relatief veel)
Potentiële beroepsbevolking (hoog aandeel 15 t/m 64 jarigen)
monumentale binnenstad
ontwikkeling van het aantal banen
Zevende t/m tiende positie:
schilderachtige ingenieursstad (veel woningen uit de periode 1850 – 1919)
de samengestelde index van woonaantrekkelijkheid
bereikbaarheid van de banen met openbaar vervoer en auto.
Lage positie van Leiden ten opzichte van de andere 49 grote gemeenten
Positie 40 tot en met 50
aantal banen in de architectuur
de beperkte nabijheid van natuurgebieden
aandeel woningen uit de VINEX en stedelijke vernieuwing (1990-2009
weinig gezinnen met jonge kinderen
verloedering en overlast
BOA Feitenblad – Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015 9
Bijlage 1 Positie alle gemeenten op Woonaantrekkelijkheid- en Sociaaleconomische index, 2015 Bovenaan de gemeente met de hoogste woonaantrekkelijkheid resp. sociaal economische positie
positie woonaantrekkelijkheidsindex sociaal-economische index
1 Amsterdam Haarlemmermeer
2 Utrecht Amstelveen
3 Amstelveen Utrecht
4 ’s-Hertogenbosch Amersfoort
5 Den Haag Hilversum
6 Haarlemmermeer ‘s Hertogenbosch
7 Haarlem Zwolle
8 Nijmegen Alphen a/d Rijn
9 Leiden Apeldoorn
10 Leidschendam-Voorburg Breda
11 Amersfoort Leiden
12 Arnhem Haarlem
13 Eindhoven Eindhoven
14 Alphen a/d Rijn Leidschendam-Voorburg
15 Velse Delft
16 Gouda Gouda
17 Dordrecht Zoetermeer
18 Rotterdam Amsterdam
19 Tilburg Deventer
20 Zwolle Ede
21 Hilversum Roosendaal
22 Delft Velsen
23 Groningen Hengelo (O)
24 Ede Tilburg
25 Zoetermeer Alkmaar
26 Breda Arnhem
27 Zaanstad Purmerend
28 Purmerend Leeuwarden
29 Oss Groningen
30 Schiedam Spijkenisse
31 Apeldoorn Nijmegen
32 Alkmaar Bergen op Zoom
33 Hoorn Oss
34 Roosendaal Sittard-Geleen
35 Deventer Maastricht
36 Leeuwarden Zaanstad
37 Maastricht Almere
38 Vlaardingen Den Haag
39 Almere Venlo
40 Lelystad Vlaardingen
41 Hengelo (O) Rotterdam
42 Helmond Hoorn
43 Bergen op Zoom Helmond
44 Almelo Heerlen
45 Heerlen Schiedam
46 Enschede Dordrecht
47 Venlo Almelo
48 Spijkenisse Enschede
49 Sittard-Geleen Emmen
50 Emmen Lelystad
10 BOA Feitenblad – Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015
Bijlage 2 Positie Leiden op indicatoren Erfgoed Nummer 1 is de beste (of heeft het meest, zie blz. 2 voor toelichting)
Indicator Omschrijving indicator Positie
Leiden
Monumenten & moderne architectuur & musea
Monumentale woningen het aantal monumentale woningen als percentage van de totale
woningvoorraad 2
Monumentale woonomgeving gemiddeld aantal rijksmonumenten binnen 200 m. van de woning 2
Monumentale binnenstad aantal rijksmonumenten in de binnenstad
(binnen 500 m. van het centrum) 6
Index monumentale stad combinatie van bovenstaande 3 indicatoren 3
Moderne architectuur het gemiddelde aantal iconen van de moderne architectuur binnen
200 m. van de woning 15
Monumentale bomen aantal monumentale bomen per 100.000 woningen 17
Archeologische
rijksmonumenten aantal archeologische rijksmonumenten per 100.000 woningen 20
Musea aantal musea per (100.000 inw.) 4
Werkgelegenheid
Cultuur- en erfgoedsector aantal banen in de cultuur- en erfgoedsector (per 1.000 inw.) 17
Architectuur aantal banen in de architectuur (per 1.000 inw.) 45
Woningen
Hollandse huisjes-stad aandeel woningen uit de periode 1300 – 1849 2
Schilderachtige ingenieursstad aandeel woningen uit de stedenbouwkundige periode 1850 – 1919 8
Blokkenbouw en tuindorpen aandeel woningen uit de stedenbouwkundige periode 1920 – 1949 16
Naoorlogse periode 1950-1969 aandeel woningen uit de stedenbouwkundige periode 1950 - 1969 36
Naoorlogse periode 1970-1989 aandeel woningen uit de stedenbouwkundige periode 1970 - 1989 26
VINEX en stedelijke vernieuwing aandeel woningen uit de stedenbouwkundige periode 1990 – 2009 44
BOA Feitenblad – Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015 11
Bijlage 3 Positie Leiden op overige kenmerken Onderwerpen uit de Atlas voor Gemeenten 2015 en de positie van Leiden, 2011 t/m 2015
Nummer 1 is de beste (of heeft het meest, zie blz. 2 en de tweede kolom voor toelichting)
Indicator Betekenis nummer 1
positie
Leiden
2015
positie
Leiden
2014
positie
Leiden
2013
positie
Leiden
2012
positie
Leiden
2011
Indexen
Woonaantrekkelijkheidsindex Beste 9 9 11 9 9
Sociaaleconomische index Beste 11 8 9 13 18
Ontwikkeling over afgelopen 5 jaar
woonaantrekkelijkheidsindex Beste 19 21 21 26 29
sociaaleconomische index Beste 8 11 35 39 46
Algemeen en bevolking
Aantal inwoners Meeste inwoners 22 22 22 23 23
Bevolkingsontwikkeling
(t.o.v. 2004) Meeste groei 30
31 31 32 37
Eenoudergezinnen Weinig eenoudergezinnen - 5 5 6 8
Gezinnen met (jonge) kinderen Veel gezinnen met k’ren 45 - 46 45 44
Niet-westerse allochtonen Veel niet-west. allochtonen 18 - 16 16 -
Potentiële beroepsbevolking Hoog aandeel 15-64 jarigen
in de bevolking 5
5 - - -
Ontwikkeling van de potentiële
beroepsbevolking
Veel groei van het aantal 15-
64-jarigen 27
27 - - -
Woonaantrekkelijkheid
Bereikbaarheid banen
(per auto in de spits) Goede bereikbaarheid 11
12 26 25 22
Bereikbaarheid banen (auto en
OV)* Veel banen bereikbaar 10 11 18 15 13
Koopwoningen
(% van de huizenvoorraad)* Veel koopwoningen 41
40 40 40 39
Nabijheid natuurgebieden* Veel natuur dichtbij 44 44 44 44 44
Culinaire kwaliteit* Goede culinaire kwaliteit 14 15 16 14 10
Aanwezigheid universiteit* Aanwezigheid = goed 3 3 3 3 3
Vooroorlogse woningen* Veel woningen voor 1945 5 5 5 5 5
Huizenprijzen (per m2) Hoge prijs 5 7 7 6 7
Podiumkunsten
(per 10.000 inw.) * Veel podiumkunsten 19
18 11 12 -
Toneel (theater)voorstellingen
(per 10.000 inw.) Veel theatervoorstellingen 18
14 - -
Klassiek (per 10.000 inw.) Veel klassieke concerten 16 13 - - -
Pop (per 10.000 inw.) Veel popconcerten 25 22 - - -
Veiligheid (indicator)* Weinig geweld / vernieling 24 28 35 40 34
Overlast en verloedering
(enquête) Weinig overlast 41
31 - - -
12 BOA Feitenblad – Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015
Sociaaleconomische positie
Aandeel met een
bijstandsuitkering* Weinig bijstand 21
22 24 17 25
Werkloosheid* Weinig werkloosheid 12 8 9 24 31
Arbeidsongeschiktheid* Weinig arbeidsongeschikten 2 2 1 2 3
Armoede
(% < 105% van soc. min.)* Weinig armoede 30
31 31 25 30
Hoogopgeleiden Veel hoog opgeleiden 4 5 3 3 2
Middelbaar opgeleiden Veel middelbaar opgeleiden 47 47 - - -
Laagopgeleiden* Weinig laagopgeleiden 5 4 4 4 3
Participatie van vrouwen
(in arbeidsmarkt)* Hoge participatie vrouwen 16
11 7 15 18
Werkgelegenheid (excl.
Zelfstandigen)* Veel banen 25
27 32 30 -
Zakelijke dienstverlening
(t/m 2013 Groeisectoren)*
Veel zakelijke
dienstverlening 30
24 37 36 36
Ontwikkeling aantal banen
t.o.v. 2004 Veel banen 6
3 21 16 14
* Deze indicator maakt onderdeel uit van een van de twee indexen (woonaantrekkelijkheid of sociaal-economisch)
getal in rood: slechtere relatieve score dan in voorgaande jaar (meer dan 2 plaatsen achteruit)
getal in groen: betere relatieve score dan in voorgaande jaar (meer dan 2 plaatsen vooruit)
getal in blauw: dezelfde relatieve score als in voorgaande jaar (2 of minder plaatsen verschil)
getal in zwart: geen vergelijking mogelijk met voorgaande jaar
Colofon
BOA BeleidsOnderzoek en Analyse
Gemeente Leiden
[email protected] of 071 - 516 5068
Direct zelf informatie opzoeken?
Veel cijfers en onderzoeksgegevens
over Leiden zijn te vinden via
www.leiden.nl/statistiek.
Serie Statistiek 2015 / 03e