Upload
cheung
View
56
Download
1
Embed Size (px)
DESCRIPTION
A. F s ·cos 71,6°. B. 2 kN. D V. C. 280. F s. F s ·sin 71,6°. D H. 400. E. 740. les 8. Berekenen van traagheidsmomenten. Opgave 5 idem, staalkabel verplaatst. Hoeveel verplaatst punt B in x- en y-richting? Welke situatie is het beste wanneer je weinig zakking wilt?. - PowerPoint PPT Presentation
Citation preview
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
les 8
2 kN
A
C
E
Fs
B
DH
DV
Fs·cos 71,6°
Fs·sin 71,6°
740
400
28
0
Berekenen van traagheidsmomenten
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Opgave 5 idem, staalkabel verplaatst
2 m
aluminium vierkant
kokerprofiel
40 x 40 x 3 mm
staalkabel Ø 5 mm
200 N
A B
C
Hoeveel verplaatst punt B in x- en y-richting? Welke situatie is het beste wanneer je weinig zakking wilt?
2 m
25°
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Opgave 5 idem, staalkabel verplaatst
2 m
200 N
A B
C
We tekenen eerst een VLS van het kokerprofiel. We vervangen de kabel door de onbekende kabelkracht Fk.
2 m
25°Fk
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Opgave 5 idem, staalkabel verplaatst
2 m
200 N
A B
C
De afstand AC noemen we x. Uit de figuur leiden we af dat geldt:
2 m
25°
25tan4x
x
Fk
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Opgave 5 idem, staalkabel verplaatst
2 m
200 N
A B
C
Nu geldt voor de nieuwe hoek die de kabel maakt:
2 m
25°
25tan22
25tan4
2tan
x
003,4325tan2arctan
Hieruit kunnen we berekenen:Fk
x
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Opgave 5 idem, staalkabel verplaatst
2 m
200 N
A B
C
2 m
43°
We ontbinden de onbekende kabelkracht nu in een horizontale component HD en een verticale component VD.
Wat werkt er in het scharnier A?
D
FkVD
HD
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
FkVD
HD
Opgave 5 idem, staalkabel verplaatst
2 m
200 N
A B
C
2 m
43°
AB is nu een balk en niet langer een staaf. Halverwege werkt immers de kabelkracht Fk.
Het weggelaten steunpunt in A kan op de balk een horizontale kracht HA en een vertikale kracht VA uitoefenen.
Zie de slide uit ‘Balktutorial’!
DVA
HA
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
FkVD
HD
Opgave 5 idem, staalkabel verplaatst
2 m
200 N
A B
C
2 m
43°
DVA
HA
0 xF DADA HHHH dus 0
0 yF 200 dus 0200 DADA VVVV
0 AM 040002002000 DV
N 400DV
N 200200 DA VV
43tanD
D
H
V
N 9,42843tan
DD
VH
N 9,428 DA HH
N 478,58643sin
400
43sin
D
k
VF
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Opgave 5 idem, staalkabel verplaatst
2 m
A B
2 m
D
We hebben nu alle krachten berekend, en kunnen daarmee twee VLS’en tekenen: die van de balk en die van de kabel.
Merk op:
• De pijllengtes kloppen niet met de grootte van de krachten. Dit is niet essentieel, alhoewel niemand je tegenhoudt om de tekening daarna nog eens netjes overnieuw te maken en alles op schaal te tekenen.
• De kracht die de kabel op de balk uitoefent is gelijk en tegengesteld aan de kracht die de balk op de kabel uitoefent.
Nu we de krachten weten kunnen we de verlenging van de kabel berekenen.
586,478 N
586,478 N
586,478 N
428,9 N
200 N200 N
428,9 N
400 N
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Opgave 5 idem, staalkabel verplaatst
2 m
A B
2 m
D
586,478 N
586,478 N
586,478 N
428,9 N
200 N200 N
428,9 N
200 N
mm 389,05
4101,2
2735478,586
25
EA
Flkabel
m 735,243cos
2
l
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Opgave 5 idem, staalkabel verplaatst
A
C
2 m
43°
x
D
D’
mm 389,0kabely
De kabel zal dus 0,389 mm verlengen. De vraag is nu weer, in welke richting zal D verplaatsen, en over hoeveel mm?
Balkdeel AD zal nauwelijks verkorten, dus we maken geen grote fout door te veronderstellen dat D’ recht onder D ligt. (feitelijk is DD’ een stukje cirkelboog met A als middelpunt)
Tegelijkertijd moet gelden dat D’ ligt op een crirkelboog met C als middelpunt, en met een straal van de afstand CD vermeerderd met de verlenging van de kabel, hier getekend als een blauw lijntje.
Dit blauwe lijntje is eigenlijk een stukje cirkelboog met C als middelpunt, maar we maken geen grote fout door dit stukje te benaderen met een recht lijntje dat haaks op CD staat. Hiermee wordt DD’:
mm 570,043sin
kabely
Merk op: de hoeken met een rode stip zijn gelijk!
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Opgave 5 idem, staalkabel verplaatst
Wanneer punt D 0,570 mm zakt, zal punt B dubbel zoveel zakken. Het bevindt zich immers twee maal zo ver van A.
A B
C
D
2 m2 m
mm 141,12 DB
Deze zakking in B is veroorzaakt door kabelrek, daarom noemen we hem in het vervolg kabelrek.
mm 141,1kabelrek
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Opgave 5 idem, staalkabel verplaatst
We gaan nu de hoekverdraaiing berekenen als gevolg van het buigend koppel dat balkdeel DB uitoefent op het blauw getekende balkdeel AD. Dit is situatie 4 op het formuleblad met de vergeetmenietjes.
Hoe groot is dat koppel? Met behulp van een evenwichtsbeschouwing (CIP1201) kunnen we berekenen dat dit gelijk is aan:
A
C
D
2 m2 m
B
200 NNm 400
Nmm 400000
2000200
lFM D
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Opgave 5 idem, staalkabel verplaatst
We gaan nu de hoekverdraaiing berekenen als gevolg van het buigend koppel dat balkdeel DB uitoefent op het blauw getekende balkdeel AD. Dit is situatie 4 op het formuleblad met de vergeetmenietjes.
Hoe groot is dat koppel? Met behulp van een evenwichtsbeschouwing kunnen we berekenen dat dit gelijk is aan:
A
C
D
2 m2 m
B
Nm 400
Nmm 400000
2000200
lFM D
400 Nm
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Opgave 5 idem, staalkabel verplaatst
Formule 4B stelt ons in staat om de hoekverdraaiing als gevolg van het koppel te berekenen.
A
C
D B
400 Nm
EI
MlD 3
De elasticiteitsmodulus van aluminium halen we van het formuleblad:
MPa 69000aluE
Het traagheidsmoment van het kokerprofiel is:
4
33
mm 101972
)34344040(12
1
kokerI
D
2 m2 m
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Opgave 5 idem, staalkabel verplaatst
E en I kunnen we nu invullen in de formule:
A
C
D
2 m2 m
B
400 Nm
rad 0379,0101972690003
2000400000
3
EI
MlD
Wanneer het blauwe deel recht zou blijven zou het ten gevolge van het kwispeleffect een zakking hebben van
rad 0379,0D
Wanneer het blauwe deel recht zou blijven (wat niet zo is) dan zou het ten gevolge van het kwispeleffect een zakking hebben van:
mm 8,7520000379,0 lkwispel
Oei... deze zakking blijkt de eerder gevonden zakking als gevolg van kabelrek volledig te overheersen!
200 N
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Opgave 5 idem, staalkabel verplaatst
Maar, zo zagen we al, het blauwe balkdeel buigt zelf ook. De zakking als gevolg daarvan kunnen we bereken met behulp van formule 2A.
A
C
D B
mm 8,75101972690003
2000200
3
33
EI
Flbuiging
Hier komt dezelfde zakking uit als die welke we vonden als gevolg van het kwispeleffect. (Dit is niet geheel toevallig, het komt door de gelijke afstand tussen AD en DB)
Hiermee kunnen we de totale zakking berekenen. Deze is namelijk de som van de eerder gevonden zakkingen. Het optellen van verplaatsing noem je superpositie. Dit betekent letterlijk: op-elkaar-plaatsing.
200 N
2 m2 m
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Opgave 5 idem, staalkabel verplaatst
A
C
D B
2 m2 m
Okay, schenk jezelf een biertje in*. Je hebt het verdiend!!
Na een flinke teug berekenen we de totale zakking:
* geldt voor thuis, niet voor op school
200 N
mm 141,1kabelrek
mm 8,75kwispel
mm 8,75buiging
mm 7,152totaal
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Traagheidsmoment
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Traagheidsmoment
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Traagheidsmoment
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Traagheidsmoment
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Traagheidsmoment
B
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Traagheidsmoment
B
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
B
TraagheidsmomentMet hoeveel koppel moeten we aan de as draaien om de gele vezel mm langer te krijgen?
EA
FL
Dit is formule 7 van het formuleblad!
Omwerken levert:
Dit is de kracht die nodig is om de vezel een heel klein stukje te verlengen.
L
EAF
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Traagheidsmoment
Let op!
In formule 7 is A (area) de oppervlakte in mm van de doorsnede van de gele vezel!
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
B
TraagheidsmomentOm een kracht F uit te oefenen op de gele vezel moet we met het volgende koppel aan de as draaien:
L
EArrFM
de verplaatsing kunnen we ook schrijven als hoekverdraaiing maal kwispellengte:
r
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
B
Traagheidsmoment
L
EArM
wanneer we
r
invullen in
staat er
L
EArM
2
L
ArEM
2
ofwel
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
B
Traagheidsmoment
L
ArEM
2
Het traagheidsmoment van de hele doorsnede vinden we door van alle vezels waaruit de balk bestaat,
• hun te berekenen,
• al de gevonden waardes op te tellen.
Wanneer je de balk in oneindig veel oneindig dunne vezels verdeelt, noem je dit proces integreren.
Ar 2
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Wiskundige definitie van het traagheidsmoment
dAr
ZWx-as
Het traagheidsmoment is theoretisch als volgt te vinden:
• verdeel de figuur in oneindig veel oneindig kleine vierkantjes met oppervlakte dA
• vermenigvuldig iedere oppervlakte met het kwadraat van de afstand r van het vierkantje tot de x-as
• tel alles op, en je hebt I
(dit optellen heet integreren)
dArI x2
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Reserveslide
vezelverlenging 2x zo groot
arm van de kracht voor vezelverlenging 2x zo groot
vezel 2x verder van de as:
Benodigd koppel 4x zo groot
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Traagheidsmoment
1 mm
1 m
m
Aanwijzingen:
• vermenigvuldig per blokje de oppervlakte met het kwadraat van zijn arm
• tel alle resultaten op
voorbeeld 1 voorbeeld 2
x x
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Samengestelde figuren optellen en aftrekken van traagheidmomenten toegestaan, mits de zwaartepunten van de samenstellende figuren op de x-as liggen!!!
= +
4
64dI
4
1282 dI
4cirkel halve 128
dI
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Oefening 1 Bereken het traagheidsmoment I van onderstaande afgeplatte buis.
50
16
2
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Hint voor de oplossing (1) Traagheidsmoment is traagheidsmoment buitenvorm min traagheidsmoment binnenvorm
50
16
2
50
16
46
12= –
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Hint voor de oplossing (2) Traagheidsmoment ovaal is traagheidmoment rechthoek plus twee maal traagheidsmoment halve cirkel.
501
6
46
12
34
34
12
16
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Asymmetrische figuren Wat nu wanneer we het traagheidsmoment willen berekenen ten opzichte van een lijn die niet door het zwaartepunt gaat?
Volgens de regel van Steiner moeten we er de verschuiving a in het kwadraat maal de oppervlakte A bij optellen, alles in mm
Z
15
30
43
3
mm 33750301512
112
1
bhI
Z
15
30
8
4
23
23
mm 625502880033750
30158301512
112
1
AabhI “de verschuivingsterm van Steiner”
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Oefening 2
Bereken het traagheidsmoment van een cirkel met een diameter van 30 mm ten opzichte van een raaklijn.
4
64dIcirkel
AaII zverschoven2
Hoeveel maal groter wordt het traagheidsmoment?
Z
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Onthoud
• Je berekent een traagheidsmoment altijd ten opzichte van een lijn.
• Wanneer er niets bij gezegd wordt bedoelt men het traagheidsmoment ten opzichte van een lijn die door het zwaartepunt gaat.
• Wanneer we de figuur gaan verschuiven wordt het traagheidsmoment altijd groter, nooit kleiner.
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
2,5 (3x)
Berekening ligging zwaartepunt Vaak is niet zomaar duidelijk waar het
zwaartepunt van een figuur ligt. Dit zullen we eerst moeten berekenen.
Dit doen we met de “methode van het oppervlaktemoment”.
Waar ligt het zwaartepunt van dit U-profiel?
Om te beginnen leggen we de x-as gelijk met bijvoorbeeld de onderkant. Wat je kiest is niet belangrijk.
20
30
x
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
1,25
2,5 (3x)
Berekening ligging zwaartepunt We verdelen het U-profiel in rechthoeken. We
weten dat het zwaartepunt van iedere rechthoek in het midden ligt.
20
30
x
15
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
1,25
2,5 (3x)
Berekening ligging zwaartepunt We berekenen nu de som van de oppervlaktes
van alle rechthoeken maal de afstand van hun zwaartepunt tot de x-as. Deze moet gelijk zijn aan de aan de oppervlakte van de totale figuur maal de afstand van het zwaartepunt van de totale figuur tot de x-as.
In dit geval is een formule gemakkelijker te onthouden!
20
30
x
y to
t
tottot AyAyAyAy 332211
15
)755,3775(75155,3725,17515 toty
AA11=75 mm=75 mm22AA33=75 mm=75 mm22
AA22=37,5 =37,5
mmmm22
15 mm 12,25755,3775
75155,3725,17515
toty
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
1,25
2,5 (3x)
Berekening ligging zwaartepunt
Daarna berekenen we de afstanden van de gekleurde rechthoeken naar de nieuwe x-as.
20
30
x
12,2
5
15
15
We weten nu waar het zwaartepunt ligt en verplaatsen de x-as naar dat punt.
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
1,25
2,5 (3x)
Berekening ligging zwaartepunt We berekenen nu de afstanden van de
zwaartepunten naar de nieuwe (verschoven as)
20
30
x
12,2
5
15
15
112,
75
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
2,5 (3x)
Berekening traagheidsmoment We gooien de maten die we niet meer nodig
hebben weg.
We kunnen nu het traagheidsmoment van de complete figuur berekenen. We doen dit per rechthoek, en tellen ten slotte alles op.
20
30
x
15
112,
75
5,23075,2305,212
1 23 groenI
4mm 6192,2
5,215115,21512
1 23 blauwI
4mm 4557,0
4mm 2,6192 groenpaars II
4mm 4,169410,45572,61922 totI
Aa 2
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Oefening 3
Bereken het traagheidsmoment van een omgekeerd T-profiel. Bereken eerst de ligging van het zwaartepunt met de oppervlaktemomentmethode.
100
20
20
130
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Huiswerk 1
Van 1 mm dik staalplaat is onderstaande profielplaat gezet. Bereken het traagheidsmoment I van deze plaat.
Om de berekening niet te ingewikkeld te maken nemen we aan dat de hoeken bij het zetten scherp zijn gebleven. In werkelijkheid ontstaan afrondingen!
18
18
34
1360
les 8 Toepassing stijfheid en sterkte
Huiswerk 2
De plaat moet een sloot van 1,50 m overspannen.
De ribbels lopen daarbij in dwarsrichting.
Hoeveel mm zakt de plaat in het midden wanneer daar een man van 80 kg staat?
18
18
34
1360