Upload
others
View
2
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
de uitvinders en het
verBOrGen OOG
avOnturenpakket
lesBrievenleerkrachtenBestand lesBrief 1:
een plastic eiland
Uitgave 2014 | Versie 3.0Copyright De Uitvinders
2 Het verhaal
het verhaal
de uitvinders en het
verBOrGen OOGVoorlezen: het verhaal bestaat uit verschillende delen. Zo kunt u als leerkracht zelf
bepalen in hoeveel stappen u het verhaal voorleest.
De Verkenners gaan op zomerkamp
Luc’s vader is machinist op een groot schip. Meestal is het schip in het Midden-Oosten.
Dan vaart het naar de havens van de oliesjeiks. Het liefst is Luc bij zijn vader op zee.
Maar Luc moet natuurlijk ook gewoon naar school. Zijn moeder is overleden toen hij
twee jaar was en daarom woont Luc in het schippersinternaat. Dat is een school waar
kinderen van schippers naar toe gaan. De kinderen blijven er ‘s avonds eten en slapen.
Later wil Luc matroos worden op het schip van zijn vader. Dan zijn ze voor altijd bij
elkaar. ’s Avonds, als de meeste kinderen in het internaat televisie kijken, bouwt Luc aan
zijn scheepsmodellen. En als hij in bad gaat, oefent hij om zo lang mogelijk onder water
te blijven.
Op zaterdag gaat Luc altijd naar de Verkenners. Lekker de bossen in of hutten bouwen.
Of net als matrozen allerlei knopen leggen. Dit keer gaan de Verkenners op zomerkamp.
Niet zomaar een kamp: ze gaan varen! Met een grote roeiboot trekken ze over de
rivieren. Luc kijkt er al maanden naar uit. Maar het zomerkamp loopt heel anders dan
Luc ooit had kunnen bedenken.
Het begint allemaal heel gewoon. Luc mag samen met Simon roeien. Ze zitten
achterstevoren in de grote boot. Het is hard werken. De peddels zijn zwaar. Vandaag
hebben ze een lange tocht voor de boeg. Ze moeten voor het donker hun kamp bereiken,
zodat ze de tenten kunnen opzetten.
Tom is de leider van de Verkenners. Hij is al tweeëntwintig jaar en zit achter in de boot.
Daar bekijkt hij de kaarten met alle rivieren, beken en sloten. Zo kunnen ze niet verdwalen.
Hannah zit voor op het kleine dek. Ze kijkt voor zich uit en vertelt aan Claudia welke
kant ze op moet sturen. Claudia zit naast Tom aan het roer.
3 Het verhaal
Plotseling schreeuwt Hannah: “Help, een krokodil!“
Ze springt midden in de boot. Die schudt hard op en neer. Bijna valt Hannah in het
water, maar gelukkig weet Claudia haar op te vangen.
“Ik zie ‘m ook, daar is de krokodil”, roept Claudia.
“Boink!”
Een diep, hard geluid galmt over het water. Het staal van de roeiboot krijgt een harde
klap. “De krokodil valt ons aan!”, roept Hannah.
De kinderen gillen en kruipen tegen elkaar. Onder hun voeten horen ze hoe iets groots
en zwaars tegen de onderkant van de boot duwt.
“In Nederland leven helemaal geen krokodillen. Wacht, dan zal ik het jullie laten zien”,
roept Tom. Hij houdt het roer stevig vast en leunt achterover. Dan steekt hij zijn handen
in het water.
“Niet doen! Dadelijk bijt de krokodil je hand er af”, gilt Hannah.
Knak!
“Zien jullie nu wel!”
In zijn handen heeft Tom een tak van een boom.
“Wat jullie zagen was geen krokodil, maar een boomstronk.”
Heel voorzichtig buigen Hannah en Luc voorover. Luc begint hard te lachen
“Daar heb je je krokodil, Hannah!”
“Alsof jij niet bang was! Je hebt zelfs in je broek geplast, zo bang was je!”
“Nietes”, roept Luc boos.
Maar alle Verkenners kijken naar de lichte spijkerbroek van Luc die donker kleurt vlak bij
zijn ritssluiting. Luc kijkt naar beneden en ziet het zelf ook. Dan staat hij op en voelt zijn
billen. Die zijn ook helemaal nat.
“Er ligt een plas water in de boot.” Luc wijst naar de plaats waar hij net zat.
Onder in de roeiboot ligt water. De tenten en de slaapzakken beginnen al aardig nat te
worden.
“Ik vrees dat we een lek hebben”, zegt Tom. Zijn stem klinkt bezorgd.
“We moeten snel aan wal komen, voordat de boot zinkt. Roeien jongens.”
Luc en Hannah beginnen te roeien. Zo hard ze kunnen. Maar er gebeurt niets. Simon en
Claudia gaan naast Hannah en Luc zitten en helpen. Maar de boot komt niet van zijn
plaats.
“Ik ben bang dat de boot vast zit aan de boomstronk”, mompelt Tom bezorgd.
Hij kleedt zich uit tot zijn onderbroek en laat zich voorzichtig in het water zakken.
“Brrrr, koud”, bibbert hij.
Hij neemt een flinke hap lucht en verdwijnt onder water.
Proestend komt Tom even later naar boven.
4 Het verhaal
“Er zit een gat in de boot, maar de tak zit er erin vast. Ik moet proberen de tak los te
krijgen.”
Dit keer blijft Tom nog langer onder water. De boot schudt zachtjes op en neer. De
kinderen houden hun adem in. Net als Tom.
“Pfttttt... verdorie, het lukt me echt niet”, uitgeput hangt Tom met zijn armen aan de
roeiboot. “Ik had de tak te pakken, maar ik moest naar boven. Ik kon mijn adem niet
langer inhouden.”
Dan horen ze een plons.
Luc heeft snel zijn kleren uitgetrokken. Hij springt in het water. “Wat doe je nu, kom
onmiddellijk uit het water”, roept Tom streng.
Maar Luc verdwijnt al onder water. Tom springt er achteraan. Dan wordt het doodstil.
Met grote ogen turen Claudia, Simon en Hannah naar het water. Seconden gaan voorbij.
“Daar!”, wijst Simon. “Luchtbellen, daar zijn ze!”
Tom schiet uit het water en hapt naar adem.
“Waar is ie? Hebben jullie Luc gezien?”, roept Tom in paniek.
Dan voelen ze hoe de boot beweegt. Ineens voelen ze een schok. De roeiboot komt in
beweging. De boot drijft mee met de stroming, weg van de boomstronk die de boot vast
hield.
“Kunnen jullie misschien een handje helpen?”, horen de kinderen achter zich.
Het is de stem van Luc! En dan zien ze de handen van Luc, die zich vastklampt aan de
rand.
“Je leeft nog!”, roept Hannah. Samen met Simon trekt ze Luc in de boot.
“Ik denk dat ik vandaag mijn record adem inhouden wel heb verbroken...” zegt Luc met
een bibberende stem. “Die tak zat behoorlijk vast, dat kan ik je wel vertellen!”
“Dat was levensgevaarlijk. Wil je dat nooit meer doen?”, roept Tom. Maar meteen slaat
hij zijn armen om de schouders van Luc. Want Luc is de held van vandaag. Dankzij Luc
zijn ze gered! Nou ja, er zit natuurlijk nog steeds een gat in de boot. Ze moeten snel iets
doen, anders zal hij zeker zinken.
Voor de zekerheid blijven ze dicht bij de oever van de rivier. Na een kwartiertje komen
ze bij een stenen muur langs de rivier. Aan de kade hangt een bordje waarop staat:
‘Levensgevaarlijk. Streng verboden toegang.’ Het water is doodstil.
“Ik vind het hier doodeng”, fluistert Claudia.
“Wow!”, roepen ze ineens tegelijkertijd.
Ze varen recht op een groot schip af.
Boink. klinkt het weer. Dit keer komt het geluid vanuit het grote schip. Er zijn mannen
5 Het verhaal
aan het lassen en slijpen. De vonken spatten in het water.
“Pas op!”, horen ze een zware mannenstem roepen.
Op de kade staat een enorme hijskraan. Die tilt grote houten kisten aan boord van het
schip. Tom stuurt de roeiboot met moeite weg van het schip in de richting van de steile
kademuur. Het water in de roeiboot is inmiddels flink gestegen.
Simon probeert met een emmer het water uit de boot te scheppen, maar het lek is te
groot.
“Schip ahoi!”, roept hij met zijn handen aan zijn mond.
Na een paar seconden zien ze een grote man die over de kaderand kijkt.
“Wat moet dat? Wegwezen! Kunnen jullie niet lezen?”
Maar Tom laat zich niet wegsturen.
“Onze boot is lek. Nog even en dan zinken we.”
Er verschijnt een tweede hoofd boven aan de kademuur. Een man met een vriendelijk
gezicht en een kapiteinspet op kijkt naar beneden. Als hij de kinderen ziet in de boot vol
water, rillend van de kou, roept hij:
“Kom maar gauw naar boven. Hier, langs deze ladder. Jullie boot takelen wij wel
omhoog.”
“In het kantoor is een warme kachel waar jullie kunnen opwarmen. En ik denk dat we
deze natte waterrat ook wel een kop chocolademelk kunnen aanbieden, of niet
stuurman?”, zegt de man, wijzend op de druipende Luc.
De Uitvinders gaan op reis...
De Verkenners krijgen een warme deken omgeslagen. De mannen brengen de boot van
de Verkenners naar de werkplaats. Een paar werklieden gaan aan de slag om het gat te
dichten. Tom helpt mee. De Verkenners zijn opgelucht. Wie weet kunnen ze vanavond
toch nog hun kamp opslaan.
Dan ziet Luc een wereldkaart hangen. Het is een scheepskaart met allerlei vaarroutes
erop.
“Gaat het schip binnenkort naar China?”, vraagt Luc aan de kapitein.
“Waarom denk je dat?”, wil de kapitein weten.
“Mijn vader vaart ook”, antwoordt Luc trots. “En ik zie een vaarroute naar China.”
“O, eh, ja? Misschien van een ander schip”, antwoordt de kapitein snel en trekt Luc aan
zijn arm mee. Het lijkt wel of de kapitein iets te verbergen heeft.
De kapitein loopt met de kinderen naar een warm kantoortje. Ze krijgen een lekkere
dampende kop chocolademelk. Naast het kantoor ziet Hannah een deur met daarop
alweer een bordje ‘Streng verboden toegang’.
6 Het verhaal
“Wat gebeurt er achter deze deur?”, vraagt Hannah nieuwsgierig.
De stuurman stapt het kantoor binnen en antwoordt met een norse stem:
“DAT IS GEHEIM!”
De kapitein spreekt de kinderen toe. “Jongens en meisjes, ik ga even met de stuurman
naar het schip. Jullie moeten me beloven dat jullie niet rond gaan neuzen. Anders komen
we in echte problemen...”
De kinderen drinken hun chocolademelk. Dan hoort Hannah een vreemd geluid. Ze
spitsen hun oren en houden hun adem in. Als ze heel stil zijn, horen ze het geluid heel
duidelijk.
“Ieeee.....Ieeee”
“Het lijkt wel een geest of zo...”, zegt Luc lachend.
“Ieeee....Ieeee”
“Ik hoor het nu ook”, zegt Claudia angstig.
“Laten we gaan kijken”, stelt Hannah voor.
De kinderen sluipen de verboden hal binnen. Het is er erg donker.
Heel voorzichtig volgen Hannah, Claudia, Luc en Simon het geluid.
Op de eerste verdieping is een grote ruimte waar een heleboel houten scheepskisten
staan. Claudia wijst naar een stapel kisten in de hoek.
“Ieeee.... Ieeee.”
Klak-klak-klak.
Nu horen ze voetstappen die echoën door de enorme hal. Een witte figuur komt op de
kinderen af. Ze houden zich muisstil. Maar dan schraapt Claudia van spanning haar keel.
“Oeiiii”, de witte figuur slaakt een gil.
“Waarom laten jullie me zo schrikken?”
“Wacht eens even... zijn jullie niet de Verkenners die vanochtend uit het water zijn
gevist?”
De witte figuur blijkt een aardige vrouw te zijn, die langzaam van de schrik bekomt.
“Ik ben mevrouw Stultiens. Het is hier echt pikkedonker. Loop maar even mee!”
“Ieeee.....Ieeee”, horen ze nu luid en duidelijk. Achter de stapel houten kisten is een
grote ruimte die vol hangt met tekeningen, foto’s van vissersschepen en posters van
dolfijnen. Juffrouw Stultiens is hier samen met twee mannen aan het werk.
“Ieeee.....Ieeee.”
“Horen jullie dat? Dat is het geluid dat dolfijnen maken als ze elkaar waarschuwen voor
gevaar”, legt juffrouw Stultiens uit.
“Maar soms zien ze het gevaar niet.”
Ze laat foto’s zien van gewonde dolfijnen die op het strand liggen.
“Wat zielig!”, roept Luc uit. “Hoe komt dat?”
“Door de netten van de vissers.”
7 Het verhaal
Juffrouw Stultiens legt uit dat de dolfijnen soms verstrikt raken in de visnetten. De
vissers willen eigenlijk alleen de kleine vissen vangen. Maar de dolfijnen zien de netten
veel te laat. Dan zitten ze gevangen en kunnen niet meer weg. En als dolfijnen niet naar
boven kunnen om adem te halen, dan stikken ze.
“Een vis kan toch niet stikken?”, vraagt Hannah.
Luc weet heel veel van vissen. En van dolfijnen.
“Dolfijnen zijn zoogdieren, net als wij. Ze ademen boven water.”
Juffrouw Stultiens knipoogt naar Luc.
“Jij weet veel van de zee, hè?”
Dan vertelt juffrouw Stultiens verder. “Pas als de vissers de netten binnenhalen zien ze
dat ze per ongeluk een dolfijn hebben gevangen. Ze snijden de gewonde dolfijn los en
gooien haar terug in zee. Maar dan is het al te laat.”
“Gelukkig hebben we iets slims bedacht waarmee we de levens van de dolfijnen kunnen
redden”, gaat juffrouw Stultiens verder.
“Een dolfijnen-red-machine, maar dat is nog heel erg geheim. ”
Juffrouw Stultiens kijkt naar één van de mannen, die heel geconcentreerd zit te werken.
Op zijn neus staat een enorme bril met vergrootglazen, om hele kleine dingen te kunnen
solderen.
De man zet de bril af en vertelt: “Dit apparaat maakt een geluid waar de dolfijnen bang
voor zijn. We noemen dat een pinger. Als een visnet zo’n pinger heeft, schrikt de dolfijn
van het geluid en zwemt snel weg. Deze pingers kunnen dus de levens van de dolfijnen
redden!”
“Gaaf!”, roept Luc. “Binnenkort hebben dus alle visnetten zo’n pingapparaatje?”
“Was het maar zo simpel”, zucht juffrouw Stultiens.
“De apparaten zijn duur. En de vissers zijn bang dat ze ook andere vissen wegjagen.
Daarom hebben we Dolf gemaakt”, antwoordt juffrouw Stultiens.
“Wie is Dolf?”, vraagt Luc nieuwsgierig.
De kinderen volgen juffrouw Stultiens naar een donkere plaats achter een grote stapel
kisten.
“Wauw, die is gaaf!”, roept Hannah uit.
Luc holt naar de mooie dolfijn die van hout is gemaakt. In de dolfijn zit een stoeltje voor
de bestuurder.
“Met deze mechanische dolfijn kunnen we de pingers aan de netten vastmaken zonder
dat de vissers het in de gaten hebben.”
Juffrouw Stultiens schrikt van haar eigen enthousiasme.
“Oeps, ik heb al veel te veel verteld.”
Opdracht 1. Hoe denk jij dat een pinger eruit ziet? Teken een pinger.
8 Het verhaal
Ze kijkt op haar horloge.
“Is het al zo laat? Kom, we moeten opschieten.”
Het verhaal over de Uitvinders en hun schip
De kinderen sluipen door de verboden deur naar buiten. Opeens staan Tom en de
kapitein achter hen.
“Wat had ik jullie nou gezegd over dat rondneuzen?”, zegt de kapitein boos.
“Ik was er al bang voor... . Jullie hebben juffrouw Stultiens leren kennen, begrijp ik? En
juffrouw Stultiens heeft jullie natuurlijk alles van haar geheime onderzoek verteld?”
De kinderen knikken.
“Ik had kunnen weten dat juffrouw Stultiens geen geheim kan bewaren. Nou, dan kan ik
jullie maar beter het hele verhaal vertellen...”
“We werken hier met de knapste koppen aan nieuwe uitvindingen. Niet alleen juffrouw
Stultiens en ik. Er zijn er nog veel meer! We helpen elkaar. Maar een goede uitvinding is
veel geld waard. Er zijn altijd slechte mensen die de uitvindingen willen stelen, om dat
geld zelf op te strijken. Of erger: om er slechte dingen mee te doen. Zoals wapens
maken, of dieren doden in plaats van redden. Daarom werken we in het geheim aan
belangrijke uitvindingen die de wereld kunnen verbeteren. Bijvoorbeeld de dolfijnen-
redmachine.
Of wat dacht je van een grote waterspin die over de golven loopt en zo energie
opwekt? Of een fornuis waar je geen gasaansluiting of stopcontact voor nodig hebt?
En nu....” zegt de kapitein op samenzweerderige toon, “zijn de uitvindingen waaraan we
al die jaren hebben gewerkt bijna klaar! Het is natuurlijk heel belangrijk dat zoveel
mogelijk mensen onze uitvindingen ontdekken en gaan gebruiken.”
“Je zet filmpjes van de uitvindingen op You-tube!”, roept Luc.
“We nodigen het journaal uit!”, bedenkt Hannah.
“Of we nodigen iedereen uit om te komen kijken”, oppert Simon.
De kapitein knikt: “Allemaal hele goede ideeën. Maar wisten jullie dat er iets is waar
mensen van over de hele wereld naar toe gaan? Iets waar alle journaals van alle landen
over vertellen?”
De kinderen kijken hem vragend aan.
“Het is de wereldtentoonstelling in China!”
“Nu snap ik waarom op die wereldkaart in het kantoor een stip staat bij Sjanghai!”, roept
Luc.
“Daar is die wereldtentoonstelling, in China, in Sjanghai!”
De kapitein knikt. “Klopt als een zwerende vinger. In de kisten die hier staan, zitten onze
uitvindingen. Die varen we naar Sjanghai! De hele wereld zal ontdekken dat goede
9 Het verhaal
uitvindingen ons leven ook een stuk leuker maken!”
De kapitein gaat verder. “Nu jullie dit weten, zijn jullie vanaf nu lid van Het
Uitvindersgenootschap. Dat betekent dat ik een belangrijke opdracht voor jullie heb.”
“Wat dan?”, flapt Hannah eruit.
“Jullie moeten een uitvinding bedenken.”
“Eh, wat voor uitvinding?”, vraagt Luc ongerust.
“Oh heel eenvoudig”, zegt de kapitein lachend, “een uitvinding die de wereld verbetert.
En daardoor leuker maakt. Maar jullie moeten wel opschieten, want het schip vertrekt
binnenkort. Geen getreuzel dus. Aan de slag!”
Opdracht 2.
Kun jij een uitvinding bedenken die mee kan op het schip?
Wat is de eerste uitvinding die in je opkomt? Schrijf het snel op of maak een tekening.
Het schip van de Uitvinders gaat op weg naar de wereldtentoonstelling. De kapitein houdt een
logboek bij. Hij heeft gevraagd of jullie zijn avonturen willen volgen. Wie weet kun je er nog
iets van opsteken.
Het logboek10
kapiteins lOGBOekeerste lOGBOekBericht
Een onbekend eiland
Ik ben blij dat jullie dit logboek goed volgen want nu ben ik, de kapitein van het
Uitvindersschip, degene die om raad verlegen zit. Laat ik jullie eerst even vertellen
wat er de afgelopen tijd is gebeurd:
De reis verliep zeer voorspoedig. In Nederland was het behoorlijk koud toen we
vertrokken en hoewel we zuidwaarts voeren bleef het lange tijd nogal koud. Op een
dag stond ik met mijn verrekijker naar de horizon te turen toen ik iets vreemds zag
in de verte. De zee was kalm en er stond een blauwe koude lucht. Toen we verder
voeren zag ik plotseling een mistbank opdoemen. Ik gaf de stuurman onmiddellijk
opdracht om vaart te minderen. Dit had ik nog nooit gezien. Een mistbank die
zomaar uit het niets ontstond. Ik keek naar de computers aan boord om te zien of
de weersvoorspellingen dit konden verklaren maar dat was niet zo. En toen zag ik
het ineens op de radar; voor ons, lag een enorm eiland dat door de mist verstopt
was.
“Stuurman, waarom heb je me niet gewaarschuwd dat we in de buurt van land
waren!”, riep ik boos.
“We hadden ons schip wel te pletter kunnen varen!”
Maar de stuurman kon geen eiland op de kaart ontdekken.
“Laat mij eens kijken met mijn zeemansoog”, zei ik, want de stuurman wil nog wel
eens iets over het hoofd zien. Maar waar ik ook op de kaarten keek, nergens kon ik
dit eiland ontdekken.
Het logboek11
Ik heb onmiddellijk het anker uit laten gooien een sloep overboord gezet. Samen
met twee bemanningsleden zijn we vertrokken. In de richting van de mist. Ik heb
in mijn zeemansleven heel wat meegemaakt, maar ik moet bekennen dat ik toch
wel een beetje op mijn hoede was. De zee was doodkalm en ijzig stil. We hoorden
niets anders dan de riemen die in het water plonsden en het geluid van onze
eigen vertrouwde scheepsbel in de verte. Na een tijdje roeien zag ik plotseling iets
drijven. Ik gaf de bemanning de opdracht om er naartoe te roeien. Voorzichtig
voeren we naar een grote witte vlek die doodstil in het water lag.
een OnBekend eiland
Het logboek12
een OnBekend eiland
Ik stak mijn arm in het water en.... een stuk plastic. Waarschijnlijk overboord
gewaaid van een ander schip dat hier eerder heeft gevaren. We trokken het plastic
aan boord van onze sloep en gingen verder. We ontdekten nog een stuk plastic,
nog groter dan het eerste. En nog een en nog een. Hoe verder we voeren hoe meer
plastic we om ons heen zagen. Op een gegeven moment was het zo erg dat we niet
meer verder konden roeien. Het was net alsof we midden in een drijvende afvalhoop
beland waren. Omdat we niet meer verder konden zijn we teruggekeerd naar het
schip. Samen met de stuurman heb ik nog eens de scheepskaarten bestudeerd en
ontdekt dat dit eiland precies op een plek ligt waar twee zeestromingen bij elkaar
komen. Bovendien hebben we de oude radarbeelden met de nieuwe vergeleken en
nog een belangrijke ontdekking gedaan; dit eiland beweegt!
Dus nu kan ik, en ik schaam me om dit te moeten zeggen, wel wat wijze raad
gebruiken. Wat te doen? Verder varen en de kans lopen om vast te lopen op dit
mysterieuze eiland dat beweegt of terugkeren?
Ik wil jullie vragen om onderzoek te doen naar het drijfvermogen van plastic zodat
we onze koers kunnen bepalen. Juffrouw Stultiens heeft een proefje gemaakt dat
jullie daarbij kan helpen.
De Uitvinders en het Verborgen Oog: EEN PLASTIC EILAND13
een plastic eiland
drijven - zinkenprOef 1 Welke vOOrWerpen drijven en Welke zinken?
Materialen (uitgaande van 30 leerlingen die werken in groepjes van 2)
• Verschillende materialen zoals:
- Knikkers
- Paperclips
- Elastiekjes
- Bolletjes klei
- Kurken
- Gummen
- Potloden
- Ballonnen (leeg)
- Plastic zakjes
- Rietjes (stukjes)
- Extra voorwerpen
Gereedschap en hulpmiddelen
• Water
• 15 plastic bakjes (voor zink- en drijftesten)
• Theedoek of keukenrol
BEN
OD
IGD
HED
EN
Opdracht
1. Verzamel de voorwerpen uit de tabel en zoek nog wat extra voorwerpen
waarvan je gaat testen of ze drijven of zinken. Let op of deze voorwerpen
wel tegen water kunnen.
2. Schrijf de extra voorwerpen op in de tabel.
3. Bekijk alle voorwerpen goed en schrijf op van welk materiaal ze gemaakt
zijn. Een schaar is bijvoorbeeld van metaal en kunststof gemaakt
Boetseerklei kan van aarde gemaakt worden of van aardolie (dat is de
klei in felle kleuren die niet hard wordt).
4. Voorspel van alle voorwerpen of ze drijven of zinken. Zet een D neer als je
denkt dat het drijft of een Z als je denkt dat het zinkt.
5. Kijk eens naar de voorspellingen van je buurman of buurvrouw. Zijn er
verschillen? Overleg samen waarom je denkt dat iets drijft of juist zinkt.
6. Vul je testbakje iets over de helft met water.
7. Laat het eerste voorwerp voorzichtig in het water zakken en kijk of het drijft
of zinkt. Schrijf in de laatste kolom van de tabel een Z als het zinkt of een D
als het drijft.
8. Test ook alle andere voorwerpen en schrijf de resultaten op.
De Uitvinders en het Verborgen Oog: EEN PLASTIC EILAND14
Vragen
Waren al je voorspellingen goed? Welke voorwerpen deden iets anders dan je
dacht?
Welke materialen drijven?
- Kurk
- Potlood
- Elastiekje
- Plastic zakje
- Lege ballon
Welke materialen zinken?
- Knikker
- Paperclip
- Gum
- Bolletje klei
De Uitvinders en het Verborgen Oog: EEN PLASTIC EILAND15
prOef 2 hOe kun je iets dat zinkt laten drijven?
Materialen (uitgaande van 30 leerlingen die werken in groepjes van 2)
• 15 knikkers
• 15 ballonnen (leeg)
• 15 bolletjes klei
• 15 rietjes (stukjes)
Gereedschap en hulpmiddelen
• Water
• 15 plastic bakjes (voor zink- en drijftesten)
• Theedoek of keukenrol
BEN
OD
IGD
HED
EN
Opdracht
1. Neem de knikker en de ballon.
De knikker zinkt / drijft*
De ballon zinkt / drijft*
2. Verzin een manier om de ballon met behulp van de knikker te laten zinken.
Test of het werkt.
3. Verzin een manier om de knikker met behulp van de ballon te laten
drijven. Test of het werkt.
4. Neem de klei en het stukje rietje.
De klei zinkt / drijft*
Het rietje zinkt / drijft*
5. Maak twee bolletjes van de klei. Doe één bolletje aan het uiteinde van het
rietje en test of dit zinkt of blijft drijven.
6. Doe het andere bolletje aan het ander uiteinde van het rietje. Zorg dat er
beetje lucht in het rietje opgesloten zit. Test of dit zinkt of blijft drijven.
7. Kun je alleen klei laten drijven? Probeer een aantal vormen uit.
8. Als je klaar bent ruim je alle spullen op. Giet het water in de gootsteen en
maak je tafel droog.
* omcirkel het goede antwoord
De Uitvinders en het Verborgen Oog: EEN PLASTIC EILAND16
Vragen
Hoe heb je de knikker laten drijven?
- Door de knikker in de ballon te stoppen en deze op te blazen.
Waarom zinkt het rietje met één bolletje klei en drijft het rietje met twee
bolletjes klei?
- Klei is zwaarder dan water. Als je 1 bolletje klei gebruikt en het rietje vol
water loopt, dan zijn de klei en het rietje samen nog steeds zwaarder dan het
water. Daarom zinkt het rietje met één bolletje klei.
- Als je het rietje afsluit met 2 bolletjes klei en lucht in het rietje laat zitten,
dan zijn de bolletjes klei en het rietje samen lichter dan het water. Daarom
blijft het rietje met 2 bolletjes klei drijven.
Is het gelukt om alleen klei te laten drijven? Hoe heb je dat gedaan?
Maak een tekening van de drijvende klei.
- Maak een kommetje van de klei. Door de lucht in het kommetje blijft de klei
drijven.
De Uitvinders en het Verborgen Oog: EEN PLASTIC EILAND17
prOef 3 een spuit laten zinken en drijven (demOnstratieprOef)
Materialen
• Bol klei (ter grootte van een pingpong bal)
• Elastiekje
Gereedschap en hulpmiddelen
• Spuit van 5 ml
• Een klein bolletje klei
• Flinke bak waar de spuit in kan zinken
• Water
BEN
OD
IGD
HED
EN
Opdracht
1. Haal de spuit uit elkaar en doe een klein stukje klei in de spuit om deze af te
sluiten. Trek hem vervolgens weer uit elkaar en doe weer in elkaar om ongeveer
5 ml lucht in de spuit te krijgen.
2. Doe een flinke bol klei om de spuit om deze te verzwaren.
3. Test of de spuit blijft drijven.
4. Druk de spuit samen (2 of 3 ml). Gebruik een elastiekje of ijzerdraad om de
spuit ingedrukt te houden.
5. Leg de spuit weer in de bak. Deze zou nu moeten zinken, als dat niet zo is
verzwaar de spuit nog een beetje.
6. Experimenteer een beetje met het in en uitdrukken van de spuit. Met een klein
luchtvolume zinkt hij en met een groot luchtvolume blijft hij drijven.
Deze proef kun je als leerkracht zelf voor de klas uitvoeren.
De Uitvinders en het Verborgen Oog: EEN PLASTIC EILAND18
Wat hebben we ontdekt?
Of iets drijft of zinkt hangt van een aantal zaken af. Wanneer blijft iets drijven? Vraag
de leerlingen wat zij hebben ontdekt.
- Als er lucht in zit
- Als het van een licht materiaal gemaakt is
- Als het een groot oppervlak heeft
Een plastic eiland (achtergrondinformatie)
Je hebt gezien dat de meeste soorten plastic blijven drijven. Plastic flessen blijven
nog eens extra drijven omdat er lucht in zit. Je weet vast ook dat plastic vrijwel
niet afgebroken wordt in de natuur. Plastic wat in het water terecht komt blijft daar
dus heel lang ronddrijven. Vaak worden het wel kleine stukjes maar dat maakt het
probleem nog groter. Die kleine stukjes zweven als een soep door de oceanen en
worden gegeten door vissen en vogels.
Het drijvende plastic eiland wordt door oceaanstromingen bij elkaar gedreven en is
minstens zo groot als Frankrijk, Spanje en Portugal samen. Niemand weet hoe het
moet worden opgeruimd.
De samengeklonterde afvalberg bevindt zich in het midden van de grote
wervelstroom die de Stille Oceaan omringt. Volgens deskundigen zou in de
Atlantische Oceaan een vergelijkbare afvalberg kunnen ontstaan.
Uit onderzoek blijkt dat het plastic voor 13 procent uit wegwerpflessen bestaat,
voor 9 procent uit plastic zakken en verder uit miljoenen rietjes, deksels van
milkshakebekers, in zee geraakt strandspeelgoed, weggewaaid landbouwplastic,
frisbees, touw en vislijnen. Het plastic is dodelijk voor vogels en vissen die het
plastic binnenkrijgen.
Op internet is hierover meer informatie te vinden. Zoek maar eens op “kunststof
archipel”.
19
cOlOfOn
Colofon
Uitgave 2014 Stichting de Uitvinders | www.deuitvinders.com
Concept en realisatie
Atelier Vrijdag
Dit project wordt gefinancierd door bijdragen van Brabant voor Techniek!,
de Europese Commissie en sponsoren uit het bedrijfsleven.
Uit deze publicatie mag niets worden gekopieerd of gereproduceerd zonder schriftelijke
toestemming van De Uitvinders
Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie.
De verantwoordelijkheid voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie
kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat.
ProgrammaEen leven lang leren