20
KULEUVEN.BE/CK 19 DECEMBER 2018 JG 30 04 Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug. Afgiſtekantoor 2099 Antwerpen X erkenning: p303221 Tijdschriſt - toelating gesloten verpakking 2099 Antwerpen X n° BC 6379 PB-nr. B-4883 Voor zijn masterproef on- derzocht De Munck de rol en inzet van Belgische ver- pleegsters tijdens ’14-’18. Al vanaf het begin hadden ze het allesbehalve makke- lijk. “Aan het front werden ze geconfronteerd met oorlogswonden die ze nog nooit hadden gezien, ze as- sisteerden voor het eerst bij amputaties en zagen conti- nu lijken …” “De gegoede burgerij keek neer op hun beroep en door de frontbewoners werden ze gezien als pros- tituees, omdat ze te maken kregen met naakte mannen- lichamen en de soldaten ‘on- der de gordel’ verzorgden.” Gaandeweg werd dat vijandige beeld bijgesteld. Voornamelijk omdat de verpleegsters goede zorgen en troost boden aan de ge- wonde soldaten: “Voor hen werden ze echt moederfigu- ren of zelfs surrogaatechtge- notes. Sommige verpleeg- sters zijn later ook getrouwd met een soldaat.” Toch kwamen de ver- pleegsters mentaal en fysiek uitgeput uit de oorlog. “Ve- len hebben het beroep voor altijd opgegeven of leefden na de oorlog van een inva- liditeitsuitkering, omdat ze zo getraumatiseerd waren.” Lees meer op P.02 Van ‘prostituee’ tot moederfiguur 18 “DE EU-SHOP IS EEN SNOEPWINKEL VOOR MIJ” Europees enthousiasme van Hongaarse student bekroond 13 EEN WORK-OUT IN EEN PLASTIC SCHAALTJE Onderzoek versterkt kweekspieren met ‘fitnessoefeningen’ 10 VAN KENNISMAKINGSSTAGE TOT CIRCULAIRE ECONOMIE Campus Brussel toont zijn vele gezichten © KU Leuven | Rob Stevens 4 COWBOY? VLIEGENIER? IK WOU ALTIJD DICTATOR WORDEN Afscheid van burgemeester Tobback Lees meer op P.20 Gevoelige natuur Dreigt er een vos gescho- ten of een boom gekapt, dan staan we steeds snel- ler op onze achterste po- ten. Handen af van de na- tuur: hoe consequent is dat publieke sentiment? “Als je kakkerlakken wilt bestrijden, zal je weinig protest horen. Maar raak niet aan de halsbandparkiet.” LEUVENSE ONDERZOEKERS ONTWIKKELEN BELOFTEVOL VACCIN Wetenschappers van het Rega Instituut hebben een ‘zeer werkzaam’ vaccin ontwikkeld tegen het zikavirus. Zo’n vaccin moet verhinderen dat er nog kinderen geboren worden met de ernstige aandoeningen die het gevolg zijn van infectie met dit virus, zeggen professor Johan Neyts en dr. Kai Dallmeier. Ine Van Houdenhove Game over voor zika? n 2015 en 2016 werd de wereld opgeschrikt door een plotse en massale uitbraak van het zika- virus in Latijns-Amerika. “Het virus wordt overgedragen door de tijgermug en veroorzaakt in de meeste gevallen geen of slechts milde symptomen”, zegt professor Johan Neyts. “Als echter een zwangere vrouw de infectie oploopt, wordt de ont- wikkeling van de hersenen van de vrucht aangetast. Dat kan leiden tot microcefalie – te kleine hersenen –, verstandelijke be- perkingen en zelfs de dood.” Momenteel lijkt de uitbraak van het vi- rus in Latijns-Amerika uitgedoofd. Het virus blijſt echter aanwezig, ook in ande- re gebieden waar de tijgermug voorkomt, en kan op elk moment opnieuw uitbre- ken. Wetenschappers overal ter wereld zijn daarom op zoek naar een doeltref- fend vaccin. Kippenei Het ziet er nu naar uit dat het team van professor Neyts zo’n vaccin gevonden heeſt. “We maken daarbij gebruik van het gelekoortsvaccin. Gele koorts is nauw verwant aan het zikavirus, en wordt door dezelfde mug overgedragen. Het vaccin is zeer veilig en biedt levenslang bescherming.” “Wat wij hebben gedaan is een stuk- je van de genetische informatie van het gelekoortsvirus vervangen door de over- eenkomstige code van het zikavirus. Daarvoor gebruikten we een nieuwe tech- nologie, die in ons labo ontwikkeld werd, en die het mogelijk maakt om het vaccin te produceren in fermentoren, in plaats van in bebroede kippeneieren. Een ander belangrijk voordeel is dat het vaccin zelfs bij hoge temperatuur stabiel blijſt. Dat maakt een wereld van verschil voor een vaccin dat ook bestemd is voor de verste uithoeken in tropische en subtropische gebieden.” Samen met de Universiteit van Luik werd vervolgens nagegaan of het vaccin werkzaam is bij zwangere muizen. Vrou- welijke muizen kregen het vaccin toege- diend, en wanneer ze enkele dagen drach- tig waren, werd het zikavirus rechtstreeks in de placenta ingebracht. De pups van ge- vaccineerde moeders groeiden normaal uit en het virus kon ook niet worden te- ruggevonden in hun hersenen of andere organen. Die volledige bescherming is op- merkelijk, zegt dr. Kai Dallmeier. “Bedoe- ling is nu om het vaccin verder te ontwik- kelen. Bij toekomstige uitbraken van het zikavirus zou het dan kunnen worden in- gezet om de bevolking snel te vaccineren. Zo kan veel leed worden voorkomen.” I Viroloog Johan Neyts: Het vaccin blijft zelfs bij hoge temperatuur stabiel. Dat maakt een wereld van verschil voor een vaccin dat ook bestemd is voor de verste uithoeken in tropische en subtropische gebieden. De gruwel van WO I liet zich niet enkel voelen in de loop- graven, ook de Belgische frontverpleegsters kregen het zwaar te verduren. Historicus Luc De Munck schreef hun wel en wee neer in een boek én sleepte de Scriptieprijs 100 Jaar Groote Oorlog in de wacht. 8 GEWAPEND VOOR DE TOEKOMST? De huisarts heruitgevonden

LEUVENSE ONDERZOEKERS ONTWIKKELEN BELOFTEVOL … · als archivaris van Rode Kruis-Vlaanderen op - zitten en de voorbije decennia publiceerde hij verschillende boeken over de Eerste

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: LEUVENSE ONDERZOEKERS ONTWIKKELEN BELOFTEVOL … · als archivaris van Rode Kruis-Vlaanderen op - zitten en de voorbije decennia publiceerde hij verschillende boeken over de Eerste

KULEUVEN.BE/CK

19 DECEMBER 2018 JG 3004

Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug.

Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

erkenning: p303221

Tijdschrift - toelating gesloten verpakking

2099 Antwerpen X n° BC 6379

PB-nr. B-4883

Voor zijn masterproef on-derzocht De Munck de rol en inzet van Belgische ver-pleegsters tijdens ’14-’18. Al vanaf het begin hadden ze het allesbehalve makke-lijk. “Aan het front werden ze geconfronteerd met oorlogswonden die ze nog nooit hadden gezien, ze as-sisteerden voor het eerst bij amputaties en zagen conti-nu lijken …”

“De gegoede burgerij keek neer op hun beroep en door de frontbewoners werden ze gezien als pros-tituees, omdat ze te maken kregen met naakte mannen-lichamen en de soldaten ‘on-der de gordel’ verzorgden.”

Gaandeweg werd dat vijandige beeld bijgesteld. Voornamelijk omdat de verpleegsters goede zorgen en troost boden aan de ge-wonde soldaten: “Voor hen werden ze echt moederfigu-ren of zelfs surrogaatechtge-notes. Sommige verpleeg-sters zijn later ook getrouwd met een soldaat.”

Toch kwamen de ver-pleegsters mentaal en fysiek uitgeput uit de oorlog. “Ve-len hebben het beroep voor altijd opgegeven of leefden na de oorlog van een inva-liditeitsuitkering, omdat ze zo getraumatiseerd waren.”

Lees meer op P.02

Van ‘prostituee’ tot moederfiguur

18

“DE EU-SHOP IS EEN SNOEPWINKEL VOOR MIJ”

Europees enthousiasme van Hongaarse student bekroond

13

EEN WORK-OUT IN EEN PLASTIC SCHAALTJE

Onderzoek versterkt kweekspieren met ‘fitnessoefeningen’

10

VAN KENNISMAKINGSSTAGETOT CIRCULAIRE ECONOMIE

Campus Brussel toont zijn vele gezichten

© KU

Leuv

en | R

ob St

even

s

4

COWBOY? VLIEGENIER?

IK WOU ALTIJD DICTATOR WORDEN

Afscheid van burgemeester Tobback

Lees meer op P.20

Gevoeligenatuur

Dreigt er een vos gescho-ten of een boom gekapt, dan staan we steeds snel-ler op onze achterste po-ten. Handen af van de na-tuur: hoe consequent is dat publieke sentiment? “Als je kakkerlakken wilt bestrijden, zal je weinig protest horen. Maar raak niet aan de halsbandparkiet.”

LEUVENSE ONDERZOEKERS ONTWIKKELEN BELOFTEVOL VACCIN

Wetenschappers van het Rega Instituut hebben een ‘zeer werkzaam’ vaccin ontwikkeld tegen het zikavirus. Zo’n vaccin moet verhinderen dat er nog kinderen geboren worden met de ernstige aandoeningen die het gevolg zijn van infectie met dit virus, zeggen professor Johan Neyts en dr. Kai Dallmeier. Ine Van Houdenhove

Game over voor zika?

n 2015 en 2016 werd de wereld opgeschrikt door een plotse en massale uitbraak van het zika-

virus in Latijns-Amerika. “Het virus wordt overgedragen door de tijgermug en veroorzaakt in de meeste gevallen geen of slechts milde symptomen”, zegt professor Johan Neyts. “Als echter een zwangere vrouw de infectie oploopt, wordt de ont-wikkeling van de hersenen van de vrucht aangetast. Dat kan leiden tot microcefalie – te kleine hersenen –, verstandelijke be-perkingen en zelfs de dood.”

Momenteel lijkt de uitbraak van het vi-rus in Latijns-Amerika uitgedoofd. Het virus blijft echter aanwezig, ook in ande-re gebieden waar de tijgermug voorkomt, en kan op elk moment opnieuw uitbre-ken. Wetenschappers overal ter wereld zijn daarom op zoek naar een doeltref-fend vaccin.

KippeneiHet ziet er nu naar uit dat het team van professor Neyts zo’n vaccin gevonden heeft. “We maken daarbij gebruik van het gelekoortsvaccin. Gele koorts is nauw verwant aan het zikavirus, en wordt

door dezelfde mug overgedragen. Het vaccin is zeer veilig en biedt levenslang bescherming.”

“Wat wij hebben gedaan is een stuk-je van de genetische informatie van het gelekoortsvirus vervangen door de over-eenkomstige code van het zikavirus.

Daarvoor gebruikten we een nieuwe tech-nologie, die in ons labo ontwikkeld werd, en die het mogelijk maakt om het vaccin te produceren in fermentoren, in plaats van in bebroede kippeneieren. Een ander belangrijk voordeel is dat het vaccin zelfs bij hoge temperatuur stabiel blijft. Dat maakt een wereld van verschil voor een vaccin dat ook bestemd is voor de verste uithoeken in tropische en subtropische gebieden.”

Samen met de Universiteit van Luik werd vervolgens nagegaan of het vaccin werkzaam is bij zwangere muizen. Vrou-welijke muizen kregen het vaccin toege-diend, en wanneer ze enkele dagen drach-tig waren, werd het zikavirus rechtstreeks in de placenta ingebracht. De pups van ge-vaccineerde moeders groeiden normaal uit en het virus kon ook niet worden te-ruggevonden in hun hersenen of andere organen. Die volledige bescherming is op-merkelijk, zegt dr. Kai Dallmeier. “Bedoe-ling is nu om het vaccin verder te ontwik-kelen. Bij toekomstige uitbraken van het zikavirus zou het dan kunnen worden in-gezet om de bevolking snel te vaccineren. Zo kan veel leed worden voorkomen.”

I

Viroloog Johan Neyts:

Het vaccin blijft zelfs bij hoge temperatuur stabiel. Dat maakt een wereld van verschil voor een vaccin dat ook bestemd is voor de verste uithoeken in tropische en subtropische gebieden.

De gruwel van WO I liet zich niet enkel voelen in de loop-graven, ook de Belgische frontverpleegsters kregen het zwaar te verduren. Historicus Luc De Munck schreef hun wel en wee neer in een boek én sleepte de Scriptieprijs 100 Jaar Groote Oorlog in de wacht.

8

GEWAPEND VOOR DE TOEKOMST? De huisarts heruitgevonden

Page 2: LEUVENSE ONDERZOEKERS ONTWIKKELEN BELOFTEVOL … · als archivaris van Rode Kruis-Vlaanderen op - zitten en de voorbije decennia publiceerde hij verschillende boeken over de Eerste

Campus Brussel doet onderzoek naar ondertiteling.Lees het artikel op P.10

VOORAF02 CAMPUSKRANT | 19 DECEMBER 2018

JORIS

MEGAFOON

© Jo

ris Sn

aet

“ Aan het eind van de oorlog verzorgden ze één gewonde per minuut”

HET VERHAAL VAN DE FRONTVERPLEEGSTERS, HONDERD JAAR NA WO I

ijn grijze haren geven het al een beetje weg: Luc De Munck is niet de doorsnee student geschiede-

nis. Met zijn 62 jaar heeft hij er al een carrière als archivaris van Rode Kruis-Vlaanderen op-zitten en de voorbije decennia publiceerde hij verschillende boeken over de Eerste Wereld-oorlog. Voor zijn masterproef Soms genezen, dikwijls verlichten, altijd troosten onderzocht hij de rol en inzet van Belgische verpleegsters voor en tijdens ‘14-‘18.

“De titel verwijst naar de leuze van de ver-pleegsters van l’Océan in De Panne, het groot-ste Belgische fronthospitaal”, zegt De Munck. “Vooral dat ‘troosten’ is belangrijk. Verpleeg-sters verzorgden patiënten niet alleen, ze bo-den ook morele en psychologische steun aan de door de oorlog geteisterde soldaten. Daar-in verschilden ze van hun Britse collega’s, die beter waren opgeleid, maar strengere regels naleefden. De Britse verpleegsters moesten zoveel mogelijk afstand bewaren en spraken patiënten niet aan bij hun naam, maar bij hun nummer. Logisch dus dat de soldaten liever een Belgische verpleegster hadden (lacht).”

Goddeloos“Het heeft lang geduurd voor we iets wisten over de rol van Belgische verpleegsters tijdens de oorlogsperiode”, zegt De Munck. “Men ging er lang van uit dat vooral Britse verpleegsters in de fronthospitalen werkten, maar ik ont-dekte dat er ook zo’n 800 Belgische meisjes en vrouwen actief waren. Voor mijn onderzoek heb ik me in de eerste plaats gebaseerd op het dagboek van de Brusselse verpleegster Jane de

Launoy, die tijdens de oorlog in l’Océan werkte en er haar ervaringen noteerde. Zo kwam ik te weten wat het beroep in die tijd inhield. Aan de hand van archiefonderzoek heb ik onder meer onderzocht hoe verpleegsters werden opgeleid.”

“Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, was het beroep vrij nieuw in België”, zegt De Munck. “Tot het eind van de negentiende eeuw was verpleegkunde vooral in handen van vrouwelijke religieuzen, meestal zusters uit kloosterorden. Zij verzorgden de zieken, maar gaven ook ‘spirituele ondersteuning’. Ze lieten patiënten biechten of lazen hen de mis. De liberaal-vrijzinnigen en socialisten vonden dat vervelend, en er kwam een steeds sterkere roep om ‘lekenverpleegsters’ met een professi-onele opleiding.”

De eerste verpleegsteropleidingen hadden weinig succes. “In 1882 startte men met een cursus in Luik, maar die werd al na twee jaar stopgezet bij gebrek aan leerlingen. Dat kwam omdat het nog een grotendeels onbekend ge-geven was, maar ook omdat de kloosterorden hun monopolie niet kwijtwilden en de ‘god-deloze opleidingen’ boycotten (lacht). Ze ver-boden jonge meisjes zelfs om eraan deel te ne-men. Ook veel artsen waren ertegen, omdat ze vreesden voor een aantasting van hun gezag. Vrouwen mochten niet té slim worden ...”

Aan het front Aan het begin van de twintigste eeuw kwam de professionalisering van het verpleegsterbe-roep er uiteindelijk toch, mede door gelijkaar-dige evoluties in het buitenland. “Tegen 1914

Z

De Eerste Wereldoorlog mag dan al een eeuw achter ons liggen en uit-gebreid zijn herdacht, toch zijn er nog blinde vlekken in de geschiede-nis. Het verhaal van de Belgische verpleegsters die de gewonden aan het front verzorgden, bijvoorbeeld. Historicus Luc De Munck vulde dat hiaat op met zijn masterproef en won de Scriptieprijs 100 Jaar Groote Oorlog. “Veel verpleegsters liepen zó’n trauma op dat ze na de oorlog nooit meer in een hospitaal wilden werken.”

TEKST: Pieter-Jan Borgelioen | FOTO: Archief Belgische Rode Kruis

Je eerste griep is als je eerste kus of je eerste lief: je zult hem nooit vergeten.

Met een opvallende vergelijking verwoordt viroloog Marc Van Ranst hoe je eerste griep een ‘herinnering’ achterlaat in het im-muunsysteem. Die bepaalt hoe efficiënt de reactie is bij een nieuwe besmet-ting: hoe meer verwant het nieuwe virus is aan die ‘eerste kus’, hoe adequater je immuunsysteem zal reageren. (Knack, 21.11.2018)

Politici die naar het Europese niveau verhuizen, maken promotie. Want daar gebeurt het, nu én in de toekomst. Laat u niet afleiden door de poppenkast.

De Belgische politiek is dezer dagen een entertainend schouwspel, maar het leidt de aandacht af van wat er echt toe doet, vindt hoogleraar internationale economie Hylke Vandenbussche. We moeten het Europese niveau veel meer in de gaten houden, want daar worden de beslissingen genomen die een impact hebben op ons dagelijks leven.(De Tijd, 15.12.2018)

Een Chinees een stokbrood laten eten met stokjes kan grappig bedoeld zijn, maar geen enkele Chinees doet dat. (...) Het is duidelijk dat China zich hoe langer hoe meer bewust is van zijn

identiteit en zich niet meer zomaar laat doen.

Professor sinologie Nicolas Standaert begrijpt dat promofilmpjes van het Italiaanse modemerk Dolce & Gabbana her en der kwaad bloed zetten in China. De verhaallijn: een Chinees meisje probeert pizza, pasta en cannoli stuntelig op stokjes te prikken, terwijl een kritische mannenstem com-mentaar geeft. “Chinezen zijn niet meer of minder gevoelig dan wij, ook al kunnen de reacties per cultuur en persoon verschillen”, aldus Standaert. (Het Nieuwsblad, 22.11.2018)

Page 3: LEUVENSE ONDERZOEKERS ONTWIKKELEN BELOFTEVOL … · als archivaris van Rode Kruis-Vlaanderen op - zitten en de voorbije decennia publiceerde hij verschillende boeken over de Eerste

NIEUWS 03CAMPUSKRANT | 19 DECEMBER 2018

waren er vier goed draaiende opleidingen, een nationaal bekwaamheidsdiploma en 4.500 gediplomeerde verpleegsters”, zegt De Munck. “Slechts een minderheid kwam aan het front terecht. De Duitsers bezetten het grootste deel van België en voor velen was het onmogelijk om bij het niet-bezette stukje achter de IJzer te geraken. Omdat er steeds meer verpleeg-sters nodig waren, kregen jonge Belgische vrouwen stoomcursussen in Londen en Calais, en werden ze meteen daarna naar de fronthospitalen gestuurd.”

De Belgische verpleegsters hadden het allesbehalve makkelijk aan het front. “Ze werden dagelijks geconfronteerd met oor-logswonden die ze nog nooit hadden ge-zien, assisteerden voor het eerst bij ampu-taties en zagen continu lijken ... Ze moesten al doende leren omgaan met nieuwe me-dische technieken zoals radiologie, bloed-transfusie of fysiotherapie. Verpleegden ze in het verleden hoogstens enkele gewon-den tegelijk, dan kregen ze nu te maken met ware crisissituaties. Tijdens het eind-offensief in 1918 kwamen er op tien uur tijd zeshonderd gewonden binnen in l’Océan: één gewonde per minuut ...”

Ook kwade blikken van de plaatselij-ke bevolking waren schering en inslag. “Aanvankelijk wantrouwde men de ver-pleegsters omdat ze te maken kregen met naakte mannenlichamen en de soldaten onder de gordel verzorgden. Dat was not

done in die tijd, en velen beschouwden hen als prostituees. Mensen uit de front-streek weigerden zich te laten verzorgen, terwijl ze vaak aan tuberculose of tyfus le-den – het gevolg van een haast onbestaan-de hygiëne. Er waren vrouwen die zeiden: ‘Ik ben gewassen bij mijn geboorte, dat zal

pas opnieuw gebeuren als ik sterf.’ Als de verpleegsters toch een poging deden, wer-den ze gebeten!”

Vermoeide moeders Dat vijandige beeld veranderde in de loop van de oorlogsjaren, zegt De Munck. “Vooral door de goede zorgen en troost die de verpleegsters de soldaten boden. Voor hen werden ze echt moederfiguren of zelfs surrogaatechtgenotes. Sommige verpleegsters zijn later ook getrouwd met een soldaat die ze verpleegden. ‘Ze spre-ken ons altijd aan met “mama” of “zuster”’, schreef Jane de Launoy in haar dagboek, ‘terwijl ze “juffrouw” zeggen als ze aan de beterhand zijn.’”

Ook de waardering voor hun beroep steeg. “De meeste verpleegsters waren van lage komaf en de burgerij haalde de neus op voor het beroep. Maar naarma-te de oorlog vorderde, meldden ook da-mes uit de hogere klassen zich aan om als vrijwilliger gewonden te verzorgen. Ze merkten dat het toch niet zo simpel was om een verband aan te leggen of een won-de goed te ontsmetten. Dat je er iets voor moest kúnnen! Ook koningin Elisabeth, die vrijwillig als verpleegster werkte en het beroep promootte, heeft een belang-rijke symbolische rol gespeeld.”

Veel verpleegsters kwamen evenwel fy-siek en mentaal uitgeput uit de oorlog. “In haar laatste dagboeknotitie schrijft Jane

de Launoy: ‘Ik heb het geloof in het leven verloren.’ Velen waren getraumatiseerd of ziek geworden, bijvoorbeeld door continu in de chloroformdampen te werken. Ook de oververmoeidheid speelde een rol: er was een voortdurend gebrek aan verpleeg-sters, waardoor ze na hun werk overdag vaak nachtshiften moesten draaien. Nog tijdens de oorlog hebben meer dan hon-derd vrouwen het beroep voor altijd opge-geven, en een groot deel leefde na de oor-log van een invaliditeitsuitkering.”

Bewondering Omdat het onderzoek van De Munck zo gedetailleerd en onthullend is, kan het rekenen op heel wat belangstelling. Niet alleen sleepte hij er de Scriptieprijs 100 Jaar Groote Oorlog mee in de wacht, uitgeverij Amsterdam University Press vroeg hem ook zijn scriptie tot een boek om te smeden.

“Ik vind het fijn dat het verhaal van de frontverpleegsters zo ook het brede pu-bliek bereikt”, zegt hij. “In het boek ga ik nog dieper in op het onderwerp en inmid-dels werk ik ook aan een doctoraat over de professionele identiteit van verpleeg-sters in de voorbije eeuw. Mijn fascinatie neemt nog iedere dag toe. Als je ziet wat die vrouwen tijdens de moeilijke oorlogs-periode betekend hebben voor zoveel zie-ken en gewonden, kan je toch enkel maar bewondering koesteren?”

Luc De Munck, ‘Altijd troosten. Belgische verpleegsters tijdens de Eerste Wereldoorlog’, Amsterdam University Press, 2018, 192 p.

Campuskrant mag drie exemplaren van het boek weggeven. Stuur vóór 18 januari een e-mail met onderwerp ‘boek verpleegsters’ naar [email protected]. De winnaars worden persoonlijk op de hoogte gebracht.

Ontdek jezelf. Begin bij de wereld.

IDEM

Luc De Munck:

Aanvankelijk wantrouwde men de verpleegsters omdat ze te maken kregen met naakte mannen­lichamen en de solda­ten onder de gordel verzorgden. Dat was not done in die tijd, en velen beschouwden hen als prostituees.

Soldaten krijgen fysiotherapie, een nieuwe behandelvorm tijdens de oorlog.

© Archief Belgische Rode Kruis, Brussel

Page 4: LEUVENSE ONDERZOEKERS ONTWIKKELEN BELOFTEVOL … · als archivaris van Rode Kruis-Vlaanderen op - zitten en de voorbije decennia publiceerde hij verschillende boeken over de Eerste

PORTRET

e burgemeester oogt ontspan-nen. Hij is nog niet aan het in-pakken. Deze ochtend had hij

een gesprek met de directie van Museum M, en vlak voor wij aantraden was de comman-dant van de brandweer op bezoek. Straks nog de diamanten bruiloft van een oud-keeper van Stade Leuven. En daarna een raad van bestuur van energie-intercommunale Fluvius.

“Het is voor een stuk business as usual in mijn laatste maand”, zegt Tobback. “En verder zorg ik voor een goede overdracht. Ik doe dat met veel enthousiasme. Mo Ridouani is de op-volger op wie ik hoopte. Als iemand van een andere politieke kleur op 14 oktober gewon-nen zou hebben, zou ik misschien minder vro-lijk zijn, maar ik zou de zaken nog altijd netjes overdragen. De stad heeft mij een heel groot deel van mijn loopbaan en mijn publieke leven gegeven. Dan zijn correct gedrag en een beet-je dankbaarheid bij het einde van je mandaat een minimum.”

Een laagje beschavingWe draaien de klok bijna zestig jaar terug. Na zijn studie Romaanse filologie aan de toen nog unitaire Brusselse universiteit was Tobback een tijdlang leraar in het Leuvense Atheneum.

Maar de liefde voor de subjonctif passé was onvoldoende groot. En belangrijker: de poli-tieke lokroep klonk al vroeg heel luid. “Ik heb nooit iets gevoeld voor de gebruikelijke jon-gensdromen, cowboy of brandweerman of zo, of vliegenier, zoals we dat toen noemden. Ik denk dat ik altijd al dictator wilde worden. Pas later is daar een dun laagje beschaving op aan-gebracht.” We noteren: de burgemeester grin-nikt. “Mijn politieke leven is van meet af aan

het resultaat geweest van een onweerstaanbare drang. Volgens mij is dat zo bij alle beroepen die je opslorpen. Dat doe je niet omdat je wil, maar omdat je moet. Het maakt deel uit van je wezen, je aard. Je moet dan niet beginnen te zagen dat je het zo druk hebt. Het is niet altijd even leuk, maar het is wel wat je bent. On entre en politique comme on entre dans les ordres. Als je niet aan politiek begint met de overtuiging van een jonge kloosterling, wordt het niks.”

Hij maakt de vergelijking met sporters als Kim Gevaert en Pieter Timmers. “Denk je dat het zo’n pretje is om elke dag vier uur met je kop in ’t water te liggen? Timmers krijgt soms ook een doef, heel zeker van. Hetzelfde voor de rector. Of een bedrijfsleider. Je partner moet het ermee eens zijn, dat wel, en de ene dag gaat het beter dan de andere. Maar in het algemeen is het jóuw levensweg.”

Die weg bracht hem bij tal van politieke mandaten. In 1965 kwam het eerste, bij de Leu-vense Commissie voor Openbare Onderstand, het latere OCMW. In 1971 werd hij schepen, in 1974 volksvertegenwoordiger. Hij werd minis-ter, partijvoorzitter en in 1995 burgemeester. Dat is heel wat macht, voor één persoon. “Ach, macht. Je kunt zoveel succes hebben dat het op de duur niet meer vertaalbaar is in politieke

CAMPUSKRANT | 19 DECEMBER 201804

D

Ik heb nooit iets gevoeld voor de gebruikelijke jongens-dromen, cowboy of brandweerman of zo, of vliegenier, zoals we dat toen noemden. Ik denk dat ik altijd al dictator wilde worden.

LOUIS TOBBACK OVER EEN KLEINE KWARTEEUW BURGEMEESTERSCHAP

“ Je kunt beter een universiteit in je stad hebben dan een haven”

Burgemeester Tobback huist nog drie weken in het Stadskantoor, met uitzicht op een deel van de ring en het stationsplein. Hij oogt rustig, praat zonder blik op de klok het hele gesprek vol, en neemt nu en dan ongevraagd zelfs iets als ‘afscheid’ en ‘opvolging’ in de mond. Laat u toch maar niet misleiden: “Ik heb nog altijd mijn oppositionele natuur en mijn gave van verontwaardiging.” Tobback gaat weg. Maar niet echt. TEKST: Ludo Meyvis | FOTO’S: Rob Stevens

Ontdek jezelf. Begin bij de wereld.

BEZOEK KU LEUVEN TIJDENS DE SID-INDonderdag 10 en vrijdag 11 januari (enkel schoolbezoek)Zaterdag 12 januari 2019 (vrije toegang)

Brabanthal, Brabantlaan 1, 3001 Leuven

Page 5: LEUVENSE ONDERZOEKERS ONTWIKKELEN BELOFTEVOL … · als archivaris van Rode Kruis-Vlaanderen op - zitten en de voorbije decennia publiceerde hij verschillende boeken over de Eerste

°1938 in Leuven GestudeerdLicentiaat Romaanse filologie, VUB (1962)

Loopbaan1962-1974: Leraar Frans, Koninklijk Atheneum Leuven1965-1970: lid Commissie Openbare Onderstand LeuvenSinds 1971: gemeenteraadslid Leuven1974-1991: volksvertegenwoor-diger1988-1992: minister van Binnenlandse Zaken, van de Modernisering van de Openbare Diensten en van de Nationale Wetenschappelijke en Culturele Instellingen1991-2003: senator1992-1994: minister van Binnenlandse Zaken, Ambtenarenzaken en Vreemdelingenzaken1994-1998: partijvoorzitter SPSinds 1995: burgemeester Leuven1998: vice-eersteminister en minister van Binnenlandse ZakenVanaf 2019: provincieraadslid Vlaams Brabant

PrivéGetrouwd, twee zonen

Wie is Louis Tobback?

PORTRETCAMPUSKRANT | 19 DECEMBER 2018 05

macht. Dat is Leo Tindemans overkomen. Die haalde een miljoen voorkeurstemmen, maar dat was ook het begin van zijn politieke einde. Daar moet je mee opletten.”

“Macht verandert ook in de tijd, door het kader waarin je die macht moet uitoefenen. Ik denk dat ik als burgemeester nu meer macht heb dan pakweg twintig jaar geleden. Ik kan sneller een café sluiten dan vroeger. Maar te-gelijk heeft de gemeente, het kader waarin ik

werk, veel meer te lijden onder de loodzware Vlaamse voogdij en heeft ze dus veel minder ruimte om te manoeuvreren. Een kat vindt haar jongen niet meer terug in de overvloed aan vaak rammelende decreten waarmee je als gemeente uiteindelijk moet werken.”

Voelbaar veranderdHet zijn andere tijden. Maar is ook Leuven veranderd? “Uiteraard. Fysiek is die veran-dering evident. Haast geen enkele vierkante meter van de publieke ruimte van nu is nog te vergelijken met die van dertig jaar geleden. Moést dat allemaal, al die bouwwerken? Wel, eigenlijk toch wel, ja. We hebben de KBC hier

kunnen houden, met een nieuw gebouw. De Parkabdij is bezig een heel grote culturele troef te worden. De universiteit geeft les aan vijftienduizend studenten meer dan in de tijd toen ik begon. En als Gasthuisberg ooit he-lemaal klaar geraakt, zal het werk geven aan twintigduizend mensen. Of denk aan Imec, nog zo’n magneet voor de toekomst. Dat zijn factoren die een stad voelbaar en zicht-baar veranderen.”

En de mentaliteit? Is Leuven een ande-re stad geworden? “Leuven moest van zijn Ernest Claes-gehalte af. Het provincialisme is vervangen door een sterke internationale ori-entering, voor een groot stuk dankzij de uni-versiteit en haar verschillende rectoren. Dat heeft consequenties voor de sfeer, die duidelijk veranderd is. De beste illustratie is misschien nog het STUK. Vroeger was dat een wat bizar optrekje bij Alma II, een getto voor soixante- huitards. Nu is het een cultureel icoon gewor-den, iets waarvoor mensen van ver naar Leu-ven komen.”

Liever Heidelberg dan OxfordIs het eigenlijk niet lastig om burgemeester te zijn van een stad met zo’n grote organisatie als de KU Leuven? “Weet je dat al mijn col-lega-burgemeesters jaloers zijn op Leuven en op de band met de universiteit? Die van Gent mocht dan wel zeggen dat zijn stad de univer-siteitsstad van Vlaanderen is, maar dan laat ik hem maar praten. Hij kan in elk geval niet de symbiose voorleggen die zo kenmerkend is voor Leuven. En Robert Voorhamme, voorzit-ter van de Associatie Antwerpen, mocht zijn bordjes met ‘Antwerpen universiteitsstad’ dan al geschilderd hebben, Leuven is véél meer universiteitsstad. Trouwens, ik heb aan Voor-hamme laten weten dat als hij die bordjes zou opstellen, dat ik dan bordjes zou laten maken met ‘Havenstad Leuven’. Ik heb er de laatste tijd niet veel meer over gehoord.”

“Die verstrengeling van stad en universi-teit is uniek. Ik vergelijk Leuven het liefst met

Heidelberg of Salamanca. Niet met Oxford: daar heb je een veel te grote universiteit in een veel te kleine stad. En ze is veel te elitair. Je hoeft geen socialist te zijn om aan te voelen dat inschrijvingsgeld van tienduizend pond of dollar of nog veel meer gewoon asociaal is. We moeten rouwen om elk talent dat niet tot ontwikkeling kan komen omdat er een fi-nanciële drempel is. Op dat vlak geeft Leu-ven aan iedereen het voorbeeld van hoe het wél moet.”

“Voor mij is de close harmony van universi-teit en stad altijd een geweldige reden geweest om daar langs politieke weg aan mee te wer-ken. Ik maak me sterk dat dat ook het geval is voor iemand als Mo Ridouani, of schepen Bieke Verlinden. Je kunt beter een universiteit hebben dan een haven. Het resultaat voor een stad met een universiteit als de KU Leuven is minstens zo groot als voor een stad met een zeehaven. Maar ik zal maar ophouden met de universiteit op te hemelen. Anders krijgen ze in de Naamsestraat nog gedachten.”

Weg met FochWaarop is hij écht trots? Waarbij voelt hij na al die jaren aan de politieke top het mees-te voldoening? “Als ik eerlijk ben  … Het feit dat ik de naam ‘Foch’ uit het centrum van Leuven heb kunnen verwijderen. (Het Maarschalk Fochplein werd in 2012 herdoopt tot Rector De Somerplein – red.) Of die maar-schalk een oorlogsmisdadiger was, laat ik in het midden, maar ik voel wel sympathie voor koning Albert I, die schreef dat Foch zich voor zijn daden zou moeten verantwoor-den bij de Allerhoogste. Al die duizenden soldaten die hij de dood heeft ingejaagd … Het was me een gróót genoegen dat ik zijn naam heb kunnen vervangen door die van Piet De Somer. Hem heb ik nog tamelijk goed gekend. Hij had echt een visie op de moder-nisering van de universiteit.”

Leuven moest van zijn Ernest Claes-gehalte af. Het provincialisme is vervangen door een sterke internationale oriëntering, voor een groot stuk dankzij de universiteit en haar verschillende rectoren.

lees verder op P.06

Page 6: LEUVENSE ONDERZOEKERS ONTWIKKELEN BELOFTEVOL … · als archivaris van Rode Kruis-Vlaanderen op - zitten en de voorbije decennia publiceerde hij verschillende boeken over de Eerste

PORTRET CAMPUSKRANT | 19 DECEMBER 201806

En wat beschouwt hij als het mooi-ste moment in zijn omgang met de KU Leuven? “Ik antwoord daar niet graag op, omdat ik in het algemeen de samen-werking van heel hoog niveau vond. Met de ene gaat het op persoonlijk vlak wat be-ter dan met de andere. So what? Georga-niseerd overleg is er altijd geweest. Er zijn

weinig weken dat ik de rector niet zie, of-wel in een vergadering, ofwel in een meer ceremoniële context. Ik heb ook de beste contacten gehad met de algemeen beheer-ders, van Karel Tavernier en Vic Goed-seels tot Koen Debackere.”

“Die laatste heeft me trouwens beloofd dat hij voor boeken zou zorgen: nu ik me terugtrek, ga ik wiskunde studeren.” We noteren: “Gaat wisk…”. Wiskunde? “Niet als student, dat wil ik de universiteit niet aandoen. Maar ik meen het wel ernstig: ik wil echt weten wat wiskunde is.”

Nieuwe leiders kwekenHet gesprek meandert door de recente politieke geschiedenis en we belanden bij de actualiteit. “In de politiek kan je niet op alle fronten tegelijk actief zijn. Ik zeg maar wat: je kunt niet tegelijk burge-meester zijn van Antwerpen en ook nog de Wetstraat controleren. Dan maak je fouten. Zoals die dwaze campagne. (Hij verwijst naar de omstreden en snel weer ingetrokken N-VA-campagne tegen het VN-Migratiepact – red.) C’est pire qu’un crime, c’est une faute. Die partij had toch een patent op fatsoenlijk centraal-rechts? Hoe kan je dan met zulke onzin op de proppen komen? Volgens mij heeft de baas die campagne gewoon niet gezién,

geen tijd voor. Niemand kan al die dingen tegelijk aan.”

We uiten onze twijfel over zijn vertrek. Gaat iemand met zoveel betrokkenheid écht wel weg? “Ja hoor, ik vertrek. Wie me iets wil vragen, mag me altijd bellen, maar ik ben echt weg, zeker uit de Leuvense po-litiek. Ik neem wel nog mijn mandaat op in de Provincieraad. Ik hoop dat ik daar nog iets van mijn oppositionele natuur en mijn gave van verontwaardiging kwijt kan. Je hoort wel dat die Provincieraad af-geschaft moet worden. Misschien moet ik mijn tussenkomsten telkens maar begin-nen met ‘Ondanks de betrachtingen van de N-VA vergaderen we vandaag,’ zoiets. Ik vind het flauw, dat je aan de ene kant mandaten van gedeputeerden gebruikt om postjes te redden, en dat je anderzijds modieuze pleidooien tegen de provin-cie houdt.”

Houdt het op bij de provincie? Zijn er geen andere ambities meer? “Mijn collega van Roeselare heeft gezegd dat een leider geen volgers kweekt, maar nieuwe leiders. Ik denk dat ik dat gedaan heb. Mijn taak is volbracht. Maar als ze me nodig hebben bij de verkiezingen van mei volgend jaar – of vroeger – mogen ze mij altijd bellen.”

Eeuwig leven?De burgemeester kijkt uit over de nieuwe stationsbuurt. We attenderen hem op de minder geslaagde gevelkleur van sommi-ge gebouwen achter het station. “Och ja. Weet je, ik discussieer graag met archi-tecten. Ik vraag hen altijd waarom het ene gebouw zogezegd een meesterwerk is, en het andere dan blijkbaar massaproductie. Maar dat waarom krijg ik nooit te horen. Dus kan ik je dat ook niet uitleggen. Ik heb in elk geval nooit mijn eigen smaak aan ie-mand willen opleggen. Dat zou niet goed uitgepakt hebben. Trouwens, nu zou dat al helemaal niet meer aan de orde zijn. Ze hoeven niet meer te handelen in functie van mij. Een heel verschil.”

Of hij zich ouder voelt worden, peilen we tot slot, met één oog op een vluchtrou-te. “Natuurlijk word ik ouder, maar dat stoort me nauwelijks. Ik heb minder toe-komst dan vroeger. Dat is een feit, en daar moet je dan niet over zaniken. Ik hoop al-leen dat, wanneer ik ga, dat het dan in één keer zal gebeuren, geen slepende toestan-den. Eeuwig leven hoeft van mij niet. Ik weet wel dat sommigen daar anders over denken, maar jongens toch, wat zou dát saai zijn.”

Mijn taak is volbracht. Maar als ze me nodig hebben bij de verkiezingen van mei volgend jaar – of vroeger – mogen ze mij altijd bellen.

vervolg van P.05

© KU

Leuv

en | R

ob St

even

s

Louis Tobback:“Nu ik me

terugtrek, ga ik wiskunde

studeren. Niet als student, dat wil ik de universiteit

niet aandoen.”

NIEUWE PLANNEN VOOR ONDERZOEKSBELEID

Een betere begeleiding van onderzoekers, een optimale structuur voor interdisciplinaire samenwerking, weloverwogen keuzes in de internationalisering … Het zijn slechts enkele van de kernpunten uit het Aanvullend Beleidsplan Onderzoek. TEKST: Ludo Meyvis | CARTOON: Joris Snaet

“Een hoogvlakte met pieken,dat is onze

ambitie”

it voorjaar hebben we het Strategisch Plan gepubli-ceerd – Op kruispunten,

voor een duurzame samenleving. Daarin kreeg het onderzoek al heel wat aandacht”, zegt rector Luc Sels. Vicerector Onder-zoeksbeleid Reine Meylaerts: “Het huidige Aanvullend plan concretiseert een aantal beleidsopties en voegt er nieuwe aan toe. Je moet beide plannen dus eigenlijk samen lezen.”

Wat vindt u het belangrijkste nieuwe onderdeel van ons onderzoeksbeleid?Rector Sels: “Er één element uitpikken is moeilijk. Maar ik wil er wel enkele aanwij-zen. Zo vind ik het van groot belang dat er voelbare wederkerigheid in de loopbaan van de onderzoeker ingevoerd is: een onderzoe-ker heeft niet alleen plichten, maar kan ook rekenen op een aantal nieuwe engagemen-ten van de universiteit. Het komt vooral neer op een betere begeleiding en omkadering, en op meer aandacht voor het werkklimaat. Het streven naar succes moet ondersteund worden. Stel dat je een ERC-grant behaalt. Mooi. Maar je ploeg wordt dan waarschijn-lijk groter, je ondervindt misschien nieuwe infrastructurele noden enzovoort. Daar wil-len we meer aandacht aan besteden, bijvoor-beeld door meer zuurstof te geven tijdens de voorbereiding op of de opstart van de grant.”

“Betere begeleiding vind je ook terug in de nieuwe regels rond de promotorenop-leiding. Vroeger was er eigenlijk nauwelijks een kader voor de omgang tussen promotor en promovendus. Een opleiding van begin-nende ZAP’ers waarin de functie van de pro-motor speciaal belicht wordt, moet voortaan eventuele problemen opvangen. De docto-randus wéét nu wat hij of zij van een promo-tor mag verwachten.”Vicerector Meylaerts: “Ook erg belang-rijk zijn de nieuwe financieringscategorie-en, zoals de interdisciplinaire netwerken, het Global PhD-programma en het veral-gemeende startkrediet voor beginnende ZAP’ers. Dat bestond al, maar het was be-perkt tot wie minstens zeven jaar postdoc-

torale anciënniteit had, en het moest gaan om benoemingen van 80 procent en meer. Voortaan – en eigenlijk zelfs met één jaar terugwerkende kracht – volstaat een benoe-ming van 50 procent, en de regel van de an-ciënniteit valt weg. De nieuwe ZAP’er krijgt een startkrediet van 100.000 euro – wel op voorwaarde dat hij of zij niet over andere substantiële onderzoeksmiddelen beschikt.”

“Bij de evaluatie kan, naast het economi-sche aspect, ook de maatschappelijke bete-kenis van het onderzoek een rol spelen. Dat moet toelaten om alle ingediende projecten echt op hun merites te beoordelen.”

Het onderzoek wordt in een geo-grafische metafoor omschre-ven als een hoogvlakte met pieken. Wat moet ik me daarbij voorstellen?Sels: “De globale ambitie van het Leuvens onderzoek zou je inderdaad in dat beeld kunnen vatten. De hoogvlakte schetst het kwaliteitsniveau dat voor elke onderzoeker haalbaar zou moeten zijn, zo’n beetje de Leuvense norm. Op die hoogvlakte hoor je bij de top 20 of 25 procent van het vakge-bied. Hoe je het begrip ‘top’ concreet invult, verschilt uiteraard per discipline. En dan heb je de pieken: onderzoek dat tot de top 5

“D

Vicerector Reine Meylaerts:

We mogen de buren niet vergeten. Samenwerken met Maastricht en Rijsel is praktisch makkelijker dan met de andere kant

van de wereld.

Page 7: LEUVENSE ONDERZOEKERS ONTWIKKELEN BELOFTEVOL … · als archivaris van Rode Kruis-Vlaanderen op - zitten en de voorbije decennia publiceerde hij verschillende boeken over de Eerste

07BELEIDCAMPUSKRANT | 19 DECEMBER 2018

procent behoort. In het kader van ons excellen-tiebeleid moeten we dat bijzondere aandacht en omkadering geven.”

Doctoreren gebeurt veel vaker dan vroeger. Hebben al onze doctores een toekomst?Sels: “Jaarlijks behalen ongeveer 800 jonge onder-zoekers aan onze universiteit hun doctoraatsdi-ploma. Dat is veel, maar als je naar de innovatielei-ders onder de Europese landen kijkt, lopen we nog wat achter. Natuurlijk kunnen die niet allemaal aan onze universiteit blijven werken, maar dat is ook niet nodig en niet wenselijk. Tijdens je doc-toraatsjaren moet je dan wel de juiste transferable skills meekrijgen, en ook onderwijservaring. Ver-der is het belangrijk dat doctorandi vanaf dag één de boodschap krijgen dat een doctoraat een prima voorbereiding is op een carrière buiten de univer-siteit, of aan andere universiteiten in binnen- en buitenland.”

Moderne wetenschap is interdisci-plinair. Hoe zit dat verweven in het beleid?Sels: “Interdisciplinaire doctoraten kunnen daarbij een rol spelen. De administratieve voor-bereiding daarvan is bijna afgerond. Verder heb je ook de interdisciplinaire instituten, waarin onderzoekers uit verschillende disciplines zul-len samenwerken rond geclusterde thema’s. Door die synergie moeten ze tot onze ‘pieken’ gaan be-horen. We geven de instituten ook een zichtbare plaats in de organisatie.”

“We moeten ook openstaan voor de invloed van interdisciplinair onderzoek op ons onder-wijs. Er kunnen nieuwe opleidingen voortvloei-en uit interdisciplinaire onderzoeksinitiatieven.”

Welke plaats krijgt internationalise-ring in het Onderzoeksbeleidsplan?

Meylaerts: “Het mag weleens beklemtoond wor-den hoe productief LERU is, en hoeveel invloed het heeft, vanuit zijn thuisbasis hier in Leuven. (LERU is de League of European Research Univer-sities, waarin 23 Europese topuniversiteiten met elkaar samenwerken – red.) Het is een belangrijk platform voor onze internationalisering. LERU werkt standpunten uit die in het Europese onder-zoeklandschap echt wel de toon zetten.”

“Natuurlijk hebben we al heel veel internatio-nale samenwerking. Onze aanwezigheid in inter-nationale journals, met internationale partners, neemt voortdurend toe. Dat is mooi. Maar we moeten wel keuzes durven maken, en daar dan ook het nodige voor doen. We bouwen de sa-menwerking met universiteiten als Edinburgh, Peking University en MIT verder uit. Maar het is daarnaast net zo zinvol om ook de buren niet te vergeten. Samenwerking met Maastricht, Rijsel, Aken, Leiden en anderen is praktisch makkelij-ker dan samenwerking met de andere kant van de wereld. We moeten goed afwegen waaraan we de voorkeur geven.”

De impact van de wetenschap krijgt een afzonderlijk hoofdstuk. Is die invloed voor alle domeinen even groot?Sels: “Als je aan wetenschapsbeleid doet, moet de impact van onderzoek een van je prioriteiten zijn. Die impact kan natuurlijk verschillende kanten op. Voor de economische valorisatie van ons on-derzoek hebben we al meer dan veertig jaar de expertise van LRD (KU Leuven Research & Deve-lopment – red.) in huis. Zij zijn experten met in-ternationale faam op dit gebied en kunnen vraag en aanbod als geen ander bij elkaar brengen.”

“Soms hoor je weleens dat de humane weten-schappen zich wat bekaaid behandeld voelen als het over de invloed van de wetenschap gaat. Dat is minstens gedeeltelijk een perceptieprobleem. De humane wetenschappen hebben wel degelijk een erg grote maatschappelijke impact op onze sa-menleving, onze cultuur en dus op ons denken. Daar moet je trots op zijn.”

Het laatste stuk van het Aanvullend Onderzoeksbeleidsplan gaat over integriteit en ethiek?Sels: “Daar heb ik bij andere gelegenheden al aandacht aan besteed, onder meer bij de opening van het academiejaar. Maar het kan nooit kwaad een en ander opnieuw voor het voetlicht te bren-gen. Het belang van ethiek en integriteit kan niet overschat worden.”

“Er staat nog veel meer in het document. Ik heb er maar enkele elementen uit naar voren willen halen. Wie er meer over wil weten, no-digen we vriendelijk uit om het Aanvullend Be-leidsplan zelf te lezen. Als je wil weten waar de KU Leuven voor staat, is het echt wel essentiële lectuur.”

Lees meer op www.kuleuven.be/over-kuleuven/beleidsplannen/onderzoeksbeleid

De schouders onder het onderzoek“De geschiedenis van het onderzoeksbeleid leert dat we vandaag op de schouders van enkele Leuvense reuzen staan”, zegt rector Luc Sels in zijn voorwoord bij De kracht van wetenschap. Uitvoerige bronnenstudie en talrijke in-terviews leverden het materi-aal voor het allereerste boek over de geschiedenis van ons onderzoeksbeleid.In De kracht van wetenschap biedt historica en postdoc Liesbet Nys een heldere kijk op het wetenschappelijk ‘bedrijf’, de organisatie en financiering van de wetenschappelijke we-reld. Ze beschrijft onder meer de werking van de Dienst Onderzoekscoördinatie, die een essentiële rol speelt in de ondersteuning en financiering van ons onderzoek. Daarnaast belicht Nys het complexe bin-nen- en buitenlandse kader waarin ons onderzoeksbeleid moet gedijen, en krijgen the-ma’s als interdisciplinariteit en valorisatie, informatisering en genderkwesties, wetenschap-pelijke integriteit en open ac-cess ruime aandacht. Dit boek is een aanrader voor wie beter wil begrijpen hoe wetenschap werkt.

Liesbet Nys, ‘De kracht van wetenschap – Een geschiedenis van het onderzoeksbeleid aan de KU Leuven’, 288 p., Universitaire Pers Leuven, 29,50 euro

Geef om de toekomst, ontdek onze vernieuwde websiteMet de warme feestdagen in het vooruitzicht stellen wij u graag onze vernieuwde website voor. De nieuwe website zorgt ervoor dat u eenvoudig informatie over goededoelen terugvindt, weet wat er gebeurt met uw gift en ontdekt welke verhalen aan de basis van onze mecenaatswerking liggen.

Geef om de toekomst en surf samen met ons naar www.kuleuven.be/mecenaat.

Het ganse team van het KU Leuven

Universiteitsfonds wenst u fijne

kerstdagen en een liefdevol Nieuwjaar.

Rector Luc Sels:

Doctorandi moeten de boodschap krijgen dat

een doctoraat ook een prima voorbereiding is

op een carrière buiten de universiteit.

Page 8: LEUVENSE ONDERZOEKERS ONTWIKKELEN BELOFTEVOL … · als archivaris van Rode Kruis-Vlaanderen op - zitten en de voorbije decennia publiceerde hij verschillende boeken over de Eerste

CAMPUSKRANT | 19 DECEMBER 2018MAATSCHAPPIJ08

nig zien veranderen de afgelopen jaren. “Waar er vroeger enkel of vooral mannelijke huisart-sen waren, zijn het nu overwegend vrouwen”, zegt professor Heyrman. En er is wel meer veranderd: “Professor Boelaert hield nog op zondagvoormiddag consultatie, als de boeren in bad geweest waren (lacht). Vandaag orga-

niseren huisartsen zich veel beter. Wij hadden destijds een semafoon waarin je drie codes kon instellen: ‘bel me’, ‘bel me zo snel moge-lijk’ en ‘rijd nu naar het ziekenhuis’.” De Lepe-leire: “Later kwam er een systeem met negen codes. Code vijf gebruikte ik als ik een excuus wilde om ergens weg te geraken (lacht).”

Heyrman: “Toen ik destijds verhuisde van Maldegem naar Leuven, zeiden mijn patiën-

ten: ‘Ge gaat ons toch niet in de steek laten?’. Bij mijn pensioen enkele jaren geleden, vroe-gen ze: ‘Mijn dossier blijft toch hier?’ Dat is het verschil. Huisartsen zijn vandaag een stuk vrijer.”

Toch is er nog werk aan de winkel, zegt pro-fessor De Lepeleire. “Er is een tekort aan huis-artsen in ons land. Maar als je kijkt naar het buitenland, zie je dat daar vaak nog veel min-der huisartsen zijn. In Denemarken zelfs drie keer minder. En toch zijn die op tijd thuis ’s avonds. Het verschil: ze houden zich niet be-

zig met bloeddruk meten en patiënten op de weegschaal zetten, daar hebben ze medewer-kers voor. Ons financieringssysteem is nog steeds veel te veel gericht op de solopraktijk.”

“Ik hoorde een Britse prof ooit zeggen dat de gezondheidszorg in België het slechtst ge-organiseerd is van heel Europa. Maar hij zei er meteen bij dat hij het liefst hiér ziek zou wor-den. Dat aspect van persoonlijke betrokken-heid willen we uiteraard ook niet prijsgeven. De patiënttevredenheid in ons land is hoog. Het blijft een evenwicht zoeken.” (ivh)

“ Consultatie na het zondags bad”

“ Op een halve eeuw is de huisartsgeneeskunde enorm geëvolueerd. Dat zal in de toekomst niet anders zijn.”

nderwijs is natuurlijk de eerste bekommernis van het ACHG. Naast de manama huisarts-

geneeskunde neemt het centrum ook een aantal vakken in de basisopleiding voor zijn rekening, en draait het mee in verschillende andere opleidingsonderdelen. “Het is belang-rijk dat studenten al vroeg in hun opleiding in contact komen met huisartsgeneeskun-de”, vindt Aertgeerts. “Elke discipline heeft voorbeelden nodig. Naast de huisartsenstage

wordt ook de zorgstage in tweede bach door ons georganiseerd.” Bijzonder: de manama huisartsgeneeskunde is interuniversitair. “Een student van de KU Leuven die in Oost-Vlaan-deren woont, kan zo bijvoorbeeld college vol-gen in een auditorium van de UGent.”

Onderzoek in de huisartsgeneeskunde kent geen lange voorgeschiedenis, vertelt Aertgeerts. “Pas sinds een tiental jaar wordt er volop gedoctoreerd. Maar vandaag staan we met onze vrij kleine onderzoeksgroep na-

tionaal mee aan de top, en zijn we aan het uit-groeien tot een internationaal gerenommeerd centrum. Sinds onze eerste studie Ernie werd gedoopt, heeft elke volgende studie trouwens een naam uit Sesamstraat gekregen (lacht).”

Meer griep?Daarnaast zet het centrum al jaren in op grote projecten van maatschappelijke dienstverle-ning. “Van hieruit wordt bijvoorbeeld huis-artsenregistratienetwerk Intego geleid, met

steun van de Vlaamse overheid.” Al twintig jaar vormt het een rijke bron van epidemiolo-gische gegevens: “Dankzij de zorgvuldige re-gistratie door meer dan honderd huisartsen, over Vlaanderen verspreid, krijgen we inzicht in evoluties en trends. Wordt er inderdaad steeds meer rilatine voorgeschreven? Hoe-veel mensen kregen afgelopen weken griep? Inmiddels bevat het systeem al – geanonimi-seerde – gegevens over 40.000 verschillen-de patiënten, 2,5 miljoen patiëntenjaren en

De grootste klinische afdeling van de Faculteit Geneeskunde is tegelijk de jongste. En haar professoren werken niet in de UZ, maar hebben elk hun eigen praktijk. Al vijftig jaar leidt het Academisch Centrum voor Huisartsgeneeskunde artsen op, tijdens en na hun studie. Maar het doet veel meer dan dat, zegt professor Bert Aertgeerts (foto), sinds tien jaar hoofd van het ACHG.TEKST: Ine Van Houdenhove | FOTO’S: Rob Stevens

Vijftig jaar geleden werden de eerste stap-pen gezet om van huisartsgeneeskunde een volwaardige academische discipline te maken. In die hele academisering heeft Leuven mee het voortouw genomen bin-nen Europa, vertelt emeritus professor Jan Heyrman, jarenlang hoofd van het ACHG.

“Professor Raoul Boelaert en professor Alfons Van Orshoven (zie pagina hiernaast) hebben hier vervolgens het onderwijs in de huisartsgeneeskunde uit de grond gestampt”, zegt Heyrman. “Ikzelf heb het onderzoeks-luik uitgebouwd, en met collega’s Bert Aert-geerts en Jan De Lepeleire werden en worden instrumenten ontwikkeld die de huisarts in zijn of haar dagelijkse praktijk ondersteu-nen.” Een elektronisch medisch dossier bij-voorbeeld. De Lepeleire: “Met één druk op de knop krijgt een huisarts toegang tot de meest recente richtlijnen voor de klacht van de pa-tiënt die voor hem zit.”

‘Bel me’Beide professoren hebben het landschap da-

Jan Heyrman:

Een Britse prof zei ooit dat de gezondheidszorg in België het slechtst georganiseerd is van heel Europa. Maar hij zou wel het liefst hiér ziek worden.

O

Jan Heyrman Jan De Lepeleire

VIJFTIG JAAR HUISARTSGENEESKUNDE IN LEUVEN

Page 9: LEUVENSE ONDERZOEKERS ONTWIKKELEN BELOFTEVOL … · als archivaris van Rode Kruis-Vlaanderen op - zitten en de voorbije decennia publiceerde hij verschillende boeken over de Eerste

09MAATSCHAPPIJCAMPUSKRANT | 19 DECEMBER 2018

ls je, zoals ik, een goed par-cours doorloopt (ze stu-deerde af met gelukwensen

van de jury – red.) , gaat men er al gauw van uit dat je je wil specialiseren. Maar ik vind net het overkoepelende zo inte-ressant, de uitdaging om met je handen en je hoofd uit te zoeken wat er aan de hand is met een patiënt. En de directe voldoening die je ervaart als je iemand hebt kunnen helpen. Als huisarts leer je ook de omgeving en de levensloop van je patiënten goed kennen. Je maakt cru-ciale momenten in hun leven mee, en dat creëert een enorme band.”

“Huisarts zal nooit een nine-to-five-job zijn, maar het is vandaag wel com-bineerbaar met een gezin, als je je goed organiseert met collega’s en een se-cretariaat. Hier in de praktijk hebben we elk twee keer per week avondcon-sultatie. We zijn, als het wachtband-je aanspringt, enkel nog bereikbaar voor patiënten aan wie we ons eigen telefoonnummer hebben gegeven. Eén keer per maand zijn we twaalf uur lang van wacht, maar elders kan dat nog wel veel vaker en langer zijn, afhankelijk van hoeveel huisartsen een bepaalde regio telt.”

Dokter Fons Van Orshoven (96) was jarenlang verbonden aan het ACHG, on-der meer als diensthoofd. Daarnaast was hij ook bijna een halve eeuw huisarts in Hoeilaart. “Gemiddeld zag ik zo’n zevenhonderd patiënten per maand.”

“ Iederéén maakte lange dagen”

lke nacht opgeroepen wor-den voor een patiënt, zelf voor ambulance spelen,

jaren zonder vakantie … De herinne-ringen van dokter Van Orshoven klin-ken behoorlijk heldhaftig. “Ik ben mijn praktijk begonnen in 1947 – bij mijn me-destudenten zat welgeteld één meisje …”

“In die tijd waren er nog geen wacht-diensten. Op vakantie gaan lukte enkel als ik iets afsprak met mijn nonkel, die huisarts was in hetzelfde dorp. Nu zou-den we ons geassocieerd hebben, maar dat bestond toen nog niet. Pas eind ja-ren zestig heb ik er een collega bijgekre-gen, omdat ik het toen ook druk kreeg als professor aan het pas opgerichte Academisch Centrum voor Huisarts-geneeskunde. Later kwam er nog een tweede bij.”

Met de fiets”In ‘62 kreeg ik de eerste stagiair huis-artsengeneeskunde van België in mijn praktijk. Stagiairs woonden in die tijd trouwens bij je in, van maandagoch-tend tot zaterdagavond …”

De vroegste consultaties begonnen om 8u ’s morgens, de laatste liepen tot 8u ’s avonds. Tussenin en daarna waren

er nog huisbezoeken af te leggen, in de beginjaren met de fiets. “Maar de men-sen in onze streek, voor het merendeel druiventelers, maakten toen allemáál lange dagen, en iederéén werkte op za-terdag.” Veel van die huisbezoeken wa-ren voor patiënten die een inspuiting moesten krijgen: “Thuisverpleegkun-digen waren er nog niet.”

Soms werd Van Orshoven tot vier keer op één nacht uit zijn bed gebeld. “Dikwijls voor een bevalling. Wij wer-den er enkel bijgehaald als het moeilijk ging, de meeste bevallingen deed de vroedvrouw. Een paar keer heb ik een stervend kindje moeten dopen … Als iemand dringend naar het ziekenhuis moest, laadde ik de patiënt in mijn ei-gen auto en reed ik naar Ukkel. Ambu-lances waren er nog niet, evenmin als een spoeddienst. Eén keer is een slacht-offer van een auto-ongeval overleden vlak voor we bij het ziekenhuis waren.”

VoldoeningDokter Van Orshoven had zijn beroep nooit kunnen uitoefenen zonder zijn echtgenote: “Zij bemande de telefoon als ik op huisbezoek was. Af en toe kwam ik even binnenwippen om te

“ Geen nine-to-fivejob”Huisarts is een in-boeiend beroep, zegt dokter Evelien Lenaerts (33), verbonden aan het ACHG en aan de Universitaire Huisartsengroeps-praktijk.

horen of er nog dringende oproepen waren geweest. Dat was even vloe-ken als je dan weer terug kon naar het gehucht waar je net gepasseerd was (lacht). Pas halverwege de jaren zeventig namen we een secretaresse in dienst. Op dit ogenblik zijn er in de groepspraktijk een achttal huis-artsen aan het werk!”

Al bij al kijkt dokter Van Orsho-ven met veel genoegen terug op zijn lange loopbaan: “Als huisarts doe je iets bijzonders voor de mensen. Dat heeft mij altijd veel voldoening geschonken.” (ivh)

EVELIEN LENAERTS (33)

FONS VAN ORSHOVEN (96)

“Het is goed dat je je werk wat kan afbakenen. En voor de patiënten is het misschien ook niet slecht om af en toe eens een andere kijk te horen. Maar je betaalt er als arts ook wel een prijs voor, de vertrouwensrela-tie is natuurlijk anders als je 24 op 24, zeven op zeven beschikbaar bent voor je patiënten. De manier waar-op het vroeger ging, en waarbij de huisarts bijvoorbeeld ook nog be-vallingen deed, had veel mooie kan-ten, die we nu niet mogen verliezen. We moeten breed durven blijven zorgen voor de mensen.” (ivh)

Evelien Lenaerts:“Je maakt cruciale

momenten in het leven van je patiënten mee,

en dat creëert een enorme band.”

36 miljoen laboratoriumresultaten. Een onschatbare bron van informatie voor wetenschap en beleid.”

Het ACHG heeft ook een stevige poot in CEBAM, het Belgisch Centrum voor Evidence-Based Medicine (EBM) dat huisartsen en andere zorgverstrekkers wil helpen om in hun dagelijkse praktijk gebruik te maken van EBM. “Daarbin-nen werken we mee aan EBPracticenet, een online platform, gefinancierd door de federale overheid, dat gratis betrouw-bare, evidence-based informatie biedt voor eerstelijnszorgverleners. Ze vin-den er inmiddels duizenden richtlij-

nen, rechtstreeks aanklikbaar vanuit het Elektronisch Medisch Dossier via de Evidence Linker, die hier ontwik-keld werd.”

Keelpijn“Daarnaast proberen we ook na te den-ken over: waar gaat het beroep van huis-arts naartoe? Vandaag zie je bijvoorbeeld een duidelijke tendens om de patiënt mee te betrekken bij beslissingen. Wil iemand met hevige keelpijn cortisone of niet? Als hij de voor en tegens kent, zal hij zelf een overwogen keuze kunnen maken.”

Huisartsen zullen zich ook steeds meer richten op het gezond houden van een populatie, meent Aertgeerts. “In plaats van pas in actie te komen als een patiënt met een klacht op consultatie komt, ga je mensen dan proactief uitno-digen voor controles en vaccinaties die voor hen nuttig zijn. Welke patiënten in aanmerking komen, dat kan je uit het Elektronisch Medisch Dossier halen. Dat wordt steeds meer het essentiële werk-instrument voor de huisarts. Het kan de arts bijvoorbeeld ook wijzen op negatie-ve interacties tussen geneesmiddelen, zodat hij zijn voorschrift kan aanpassen.”

Verder verwacht Aertgeerts dat huis-artsen veel meer interdisciplinair of transdisciplinair zullen gaan werken, waarbij bijvoorbeeld ook psychologen, apothekers en kinesisten bij de praktijk betrokken worden. “Op vijftig jaar is er een ongelofelijke evolutie geweest in de huisartsgeneeskunde. Dat zal in de toe-komst niet anders zijn.”

www.achg.be

Bert Aertgeerts:

Vandaag zie je een tendens om de patiënt mee te betrekken bij beslissingen. Wil iemand met hevige keelpijn cortisone of niet? Als hij de voor en tegens kent, zal hij zelf een overwogen keuze kunnen maken.

GETUIGENISSEN

E

“A

Fons Van Orshoven:“Als iemand

dringend naar het ziekenhuis moest,

laadde ik de patiënt in mijn eigen auto en

reed ik naar Ukkel. Ambulances waren

er nog niet, evenmin als een spoeddienst.”

Page 10: LEUVENSE ONDERZOEKERS ONTWIKKELEN BELOFTEVOL … · als archivaris van Rode Kruis-Vlaanderen op - zitten en de voorbije decennia publiceerde hij verschillende boeken over de Eerste

VIJF JAAR INTEGRATIE10 CAMPUSKRANT | 19 DECEMBER 2018

Stamboom Het gros van de opleidingen die de KU Leuven aanbiedt op Campus Brus-sel maakte tot de integratie in 2013 als hogeschoolopleiding van het lange type deel uit van de toenmalige HUB (Hogeschool-Universiteit Brussel). Die fuseerde in 2014 met KAHO Sint Lieven tot Odisee. De rechtenopleidingen van Campus Brussel stammen af van HUB-KUBrussel, die in 2013 opging in de KU Leuven.

3.892studenten

368personeelsleden

333academisch

35administratief en technisch

2.005meisjes

1.887jongens

n een ruimte met een twaalftal com-puters toont docent Luc Loonbeek hoe gespecialiseerde ondertitelsoft-

ware werkt: “Je klikt aan bij welk frame de on-dertitel moet verschijnen en bij welk frame hij weer verdwijnt. Een ondertitel blijft minstens één en hoogstens zes seconden in beeld. Een rood lampje geeft aan wanneer je te veel karak-ters typt voor de ingestelde leestijd.”

Collega Natalie Dupré, die studenten bege-leidt bij hun masterproef over ondertiteling, vult aan: “Wij gebruiken mechanische toetsen-borden, net zoals gamers. Je kunt veel nauw-keuriger werken wanneer je de aanslag hoort.” Loonbeek en Dupré vormen een tandem bin-nen het team ondertiteling – dat verder bestaat uit Luc Dierickx en Erik Vissers – en zorgen voor een vloeiende lijn tussen onderwijs, werk-veld en onderzoek.

Hapklare brokOp een lesmoment zitten er zo’n tien studenten

in het ondertitelingslokaal. Dupré: “Dat zijn bachelorstudenten Toegepaste Taalkunde of masterstudenten Vertalen, Meertalige Commu-nicatie en Tolken. We werken in kleine groe-pen omdat de aanpak hands-on is. De studenten gaan meteen aan de slag en dat vraagt intensieve begeleiding.”

Luc Loonbeek vergelijkt de technische aspec-ten van ondertitelen met autorijden: “Het duurt even voor je het onder de knie hebt, maar op een gegeven moment wordt het een automatis-me. De kunst ligt in het oplossen van taalkwes-ties. Een goede ondertitel leest vlot en respec-teert het ritme van de conversatie. Ondertitelen is niet zomaar vertalen – regelmatig moet je za-ken weglaten of condenseren. Maar je mag geen afbreuk doen aan de intenties en effecten van wat er wordt gezegd.”

Dat leidt tot een paradoxale situatie. “Als de ondertitels bij een film goed zijn, merkt nie-mand ze op. Het publiek hoort, ziet en leest dan informatie, die als één hapklare brok bin-

nenkomt.” Tweetalige ondertiteling stelt bijko-mende uitdagingen. Natalie Dupré: “Je beschikt voor het Nederlands dan maar over één lijn in plaats van twee. Je wisselt dus vaker van onder-titel, waarbij je telkens vier frames blanco laat voor het leescomfort. Je moet met andere woor-den nog beknopter zijn.”

FestivalsfeerDe studenten staan met twee voeten in de prak-tijk. Zo ondertitelen ze filmmateriaal voor in-tern gebruik binnen de KU Leuven. Loonbeek: “Laatst voorzagen ze twaalf Engelstalige video-colleges Strategic Management van Nederlandse ondertitels. Daar kroop toch snel drie maanden werk in.”

Daarnaast is er al bijna tien jaar een vrucht-bare samenwerking met het Brussels Internatio-nal Fantastic Film Festival (BIFFF) en het Brus-sels Short Film Festival (BSFF). Loonbeek: “De films die geselecteerd worden voor het BSFF krijgen vaak tweetalige ondertitels om het Brusselse publiek goed te bedienen. Dat is een boeiende leerschool voor onze studenten en de studenten van UCLouvain. Enerzijds moeten ze oplossingen zoeken voor typische onderti-telingskwesties – zoals woordspelingen, cultu-rele referenties, taalvariatie –, anderzijds zitten ze volop in de festivalsfeer. Dan blijkt een film op het laatste moment opnieuw gemonteerd, zodat de timing niet meer klopt. Of er staat een fout bestand met ondertitels klaar, omdat de affiche twee films telt met de titel Untitled …

“ Als ondertitels goed zijn, merkt niemand ze op”Elk jaar verzorgen studenten van Campus Brussel de ondertitels voor het Brussels Short Film Festival en het Brussels International Fantastic Film Festival. Een boeiende leerschool, die ook onder-zoeksvragen opwerpt. Zoals: ligt het publiek er bij tweetalige on-dertitels van wakker welke taal bovenaan staat?

TEKST: Barbara De Munnynck | FOTO: Rob Stevens

I

Onze studenten projecteren hun ondertitels live tijdens de filmvertoningen van het BSFF. Loopt er iets mis, dan moeten ze zich dus zien te redden.”

Studenten durven best veel aan, weet Nata-lie Dupré: “Dit jaar voorzag een student in het kader van zijn masterproef een drietalig thea-terspektakel van tweetalige ondertitels met live projectie – met succes. Moeilijker wordt het niet, want acteurs op een scène springen los om met hun tekst.”

‘Ge’ of toch maar ‘je’?“Onze Belgische situatie is boeiend voor ex-perimenteel onderzoek”, vervolgt Dupré. “Daarom voeren enkele studenten voor hun masterproef bevragingen uit rond topics waar we in de praktijk tegenaan lopen. Zo onder-zoeken we momenteel hoe verschillende leef-tijdsgroepen reageren op substandaard taal-gebruik in ondertitels. Een ondertitelaar van een VRT-programma zal altijd ‘je’ gebruiken als een personage ‘ge’ zegt. Bij ondertitelde YouTube-filmpjes lees je vaker ‘ge’. Wat vinden tieners daarvan – en volwassenen?”

“Een ander onderzoek peilt naar de waar-dering van tweetalige ondertitels. Daar zijn de resultaten van de Nederlandstalige res-pondenten al verwerkt. Zij blijken zich niet te storen aan de aanwezigheid van Franse ondertitels en het maakt ook niet uit voor hun waardering of begrip welke taal boven-aan staat.”

VEEL MEER DAN LOUTER VERTALEN

Docent ondertiteling Luc Loonbeek:

Onze studenten projecteren hun ondertitels live tijdens de film­

vertoningen van het festival.

Loopt er iets mis, dan moeten ze zich dus zien te

redden.

Studenten aan de slag in het ondertitelingslokaal met

docenten Luc Loonbeek en Natalie Dupré. “Net als bij

autorijden duurt het even voor je het technisch onder de knie hebt,

maar wordt het op een gegeven moment een automatisme.”

CAMPUSBRUSSEL

Page 11: LEUVENSE ONDERZOEKERS ONTWIKKELEN BELOFTEVOL … · als archivaris van Rode Kruis-Vlaanderen op - zitten en de voorbije decennia publiceerde hij verschillende boeken over de Eerste

VIJF JAAR INTEGRATIE 11CAMPUSKRANT | 19 DECEMBER 2018

  handelswetenschappen – handelsingenieur – milieu- en preventiemanagement – Busi-ness Administration – bedrijfs-economie en bedrijfsbeleid – In-ternational Business Economics and Management – Business Engineering – specifieke lera-renopleiding economie

Een greep uit het onderzoek:arbeidsmotivatie, stress en burn-out; effectiviteit van R&D-steun; maatschappelijk verantwoord ondernemen; duurzame en circulaire economie; financiële geletterdheid; microfinanciering; professionele (meertalige) communicatie; vertaling en receptie van literatuur in andere cultuurgebieden; vreemdetaalverwer-ving; contrastieve taalkunde; ondernemings- en economisch recht; fiscaal recht; privaatrecht; rechtstheorie

www.kuleuven.be/campusbrussel

Opleidingen:

Tegen 2050 zal de wereldbevolking ge-groeid zijn tot bijna 10 miljard mensen. Om mens en planeet te beschermen heb-ben we dringend nood aan een andere ma-nier van consumeren, produceren, wonen en verplaatsen. De transitie naar een cir-culaire economie is dan ook een prioriteit voor de Vlaamse regering.

In zo’n economie worden grondstoffen niet steeds maar weer uit de aarde gehaald, maar maximaal in de economie gehouden door slim materiaalgebruik, recyclage en hergebruik, en door nieuwe businessmo-dellen zoals deeleconomie. Dat klinkt een-voudig, maar is niet altijd vanzelfsprekend.

“Er is heel veel goede wil in Vlaanderen, maar nog te weinig kennis”, zegt Karel Van Acker, professor in duurzaam materialen-beheer en coördinator van het Steunpunt Circulaire Economie. “Is de manier waar-op we vandaag omgaan met materialen cir-culair of niet? Hoe kunnen we meten of we

goed bezig zijn? Wat zijn de economische effecten van circulaire economie, en hoe kan het beleid daarop inspelen? Het zijn allemaal vragen die we met het steunpunt willen onderzoeken.”

Neveneffecten“Vaak zijn er rebound-effecten”, zegt Johan Eyckmans, professor milieueconomie aan de KU Leuven, Campus Brussel. “Neem nu autodelen. De verwachting is dat deelau-to’s intensiever gebruikt gaan worden dan privé-auto’s en dat er daardoor minder au-to’s nodig zullen zijn. Tegelijkertijd zien we dat deelsystemen de drempel verlagen voor nieuwe gebruikers. Gevolg is dat misschien

méér mensen de auto nemen voor een ver-plaatsing die ze vroeger met het openbaar vervoer deden. Goedbedoeld beleid kan dus onbedoeld minder gunstige nevenef-fecten hebben. Het is belangrijk dat we dat niet uit het oog verliezen.”

Eén van de voornaamste bedoelingen van het steunpunt is om de wetenschap-pelijke inzichten te vertalen naar adviezen voor de overheid, zodat die gerichte be-leidsmaatregelen kan nemen. “We onder-zoeken heel concrete zaken, zoals het ge-bruik van biogebaseerde materialen”, zegt Van Acker. “Op welke manier kunnen we die sorteren en verzamelen, en hoe past dat binnen de manier waarop we nu plastics recycleren? Zelfs vanuit wetenschappelijk oogpunt is het soms moeilijk om te zeggen: ‘dit is de beste oplossing’.”

Eyckmans: “De overheid worstelt daar ook mee. De transitie naar een circulaire economie heeft naast ecologische en eco-nomische gevolgen ook sociale effecten. Denk maar aan werkgelegenheid: hoe zul-len bestaande jobs veranderen, welke nieu-we beroepen zullen erbij komen? Circulai-re economie heeft te maken met heel veel onderzoeks- en beleidsdomeinen en vraagt een interdisciplinaire aanpak. Daar werken we aan, onder andere met de collega’s van Rechtsgeleerdheid op Campus Brussel.” (ll)

IN BEELD

Wie Campus Brussel zegt, zegt ook ‘internationaal’. De campus telt meer dan 800 internationale studenten, die samen meer dan 75 nationaliteiten vertegenwoordigen. Met de oplei-ding Business Administration – die dit jaar 225 nieuwe studen-ten mocht verwelkomen – biedt de campus ook de grootste

Engelstalige bachelor van de KU Leuven aan. Ook de manama Intellectual Property & ICT Law trekt veel studenten van buiten de landsgrenzen aan. Op de foto enkele buitenlandse econo-miestudenten in feestelijke stemming tijdens de proclamatie van vorige zomer.

© KU

Leuv

en | M

ichae

l De L

ausn

ay

STEUNPUNT CIRCULAIRE ECONOMIE

Hoe voorkom je dat de cirkel vierkant draait?De overgang naar een circulaire eco-nomie is ingezet, en gaat de komende jaren liefst zoveel mogelijk door. Én op een doordachte manier. Het Steunpunt Circulaire Economie, mee getrokken vanuit KU Leuven Campus Brussel, geeft beleidsmakers een wetenschappelijk on-derbouwd duwtje in de juiste richting.

Professor Johan Eyckmans:

Door autodelen zullen er minder auto’s nodig zijn, maar tegelijkertijd verlagen deelsystemen

de drempel voor nieuwe gebruikers.

De tweedejaars gaan gedurende een semester één dag per week op kennismakingsstage. Zeer nuttig, getuigt Hannes Dewaele, die er vorig jaar van mocht proeven. “In de eerste twee jaar focust de rechtenstudie heel sterk op de theorie. Dankzij de stage zie je ook eens de prak-tijk. Een verademing. Hoewel de professoren hun uiter-ste best doen, is het als rechtenstudent soms moeilijk om in te schatten hoe het er in de realiteit aan toegaat. Bovendien merk je tijdens zo’n stage hoeveel je al kan en weet, en dat geeft je een enorme boost.”

“Dat je zelf de onderwerpen kan kiezen waar je je in wil vastbijten, maakt dat je heel gemotiveerd bent. Ik was benieuwd naar de ervaringen die scholen hebben met rechtszaken rond het M-decreet en het dragen van hoofddoeken: hoe kunnen de vonnissen verschillen en welke impact hebben ze op de scholen? Zo makkelijk als het is om via een wet iets in gang te willen zetten, zo moeilijk is het om een cultuurverandering op het terrein te realiseren, heb ik gemerkt. Scholen zitten in de tang tussen de wetgeving en de beperkte middelen om daar-aan tegemoet te komen.”

Tussen de lijnenDe studenten volgen stage op drie verschillende plaat-sen. In het geval van Hannes Dewaele waren dat het Katholiek Onderwijs Vlaanderen, het Gemeenschaps-onderwijs (GO!) en het Departement Onderwijs en Vor-ming van de Vlaamse overheid. “Zo werd ik met ver-schillende dossiers geconfronteerd, verwierf ik inzichten in de onderlinge verhoudingen tussen de actoren en ont-dekte ik dat er zoveel méér meespeelt dan het formele recht. Ik leerde tussen de lijnen van de wetteksten lezen, en heb nu een pragmatischer kijk op mijn cursussen.”

“Bij het Katholiek Onderwijs mocht ik aansluiten bij een team van drie juristen op de dienst Lerenden. Zij krijgen voortdurend scholen aan de lijn. Als ze bijvoor-beeld een leerling met drugs hebben betrapt, dan vragen ze welke acties ze mogen ondernemen. Dat je als jurist duidelijk het wettelijk kader kunt schetsen en mensen op die manier zekerheid kunt geven, vind ik heel zinvol. De grootste winst van de stage zat voor mij in het besef dat wat je studeert effectief maatschappelijk nut heeft.”

Hannes Dewaele greep ook de kans om het tweetalige programma te volgen dat Campus Brussel aanbiedt in samenwerking met UCLouvain Saint-Louis Bruxelles. “Vakken in het Frans volgen was een serieuze uitdaging, maar viel uiteindelijk best mee. De grootste eyeopener was er één op cultureel vlak. Ik stelde vast dat Franstalige studenten véél mondiger en interactiever zijn – in verge-lijking met hen zitten wij als een bende papzakken in de aula. Over ethische thema’s discussiëren zij veel grondi-ger. Het was een verrijking om dat mee te maken.” (pvd)

“ De stage gaf me echt een boost”

TWEEDEJAARS RECHTEN MAKEN KENNIS MET DE PRAKTIJK

“De grootste winst van de stage zat voor mij in het besef dat wat je studeert effectief maatschap-pelijk nut heeft.” Student Han-nes Dewaele is enthousiast over de kennismakingsstage die Campus Brussel aanbiedt aan rechtenstudenten in het twee-de jaar bachelor en die uniek is in Vlaanderen.

  toegepaste taalkunde – vertalen – tolken – meertali-ge communicatie – journa-listiek – conferentietolken

  rechten (Nederlandstalig of tweetalig traject) – vennoot-schapsrecht – Intellectual Property and ICT Law

© KU

Leuv

en | R

ob St

even

s

Page 12: LEUVENSE ONDERZOEKERS ONTWIKKELEN BELOFTEVOL … · als archivaris van Rode Kruis-Vlaanderen op - zitten en de voorbije decennia publiceerde hij verschillende boeken over de Eerste

ken hebben we stamcellen geherprogrammeerd tot microglia. Zo konden we testen hoe efficiënt die microglia menselijke plaques in een proefbuis opruimden. Verrassend genoeg zagen we dat de microglia bij deze specifieke mutatie het net zo goed deden als die zonder mutatie. Met andere woorden: in geval van mutatie worden de pla-ques evengoed opgegeten, althans in een proef-buis, maar toch verhoogt het risico op alzheimer.”

Hersencellen sparenConclusie: alleen plaques verwijderen is geen doeltreffende oplossing. “Vermoedelijk weegt het verlies van de hersencellen – die door de mi-croglia worden opgegeten – zwaarder door dan het verwijderen van eiwitklonters en -kluwens”, zegt Claes. “Een veelbelovende piste is dat we de activiteit van de microglia zouden kunnen tem-peren met medicatie: idealiter verwijderen ze dan nog wel eiwitten maar geen aangetaste her-sencellen. Zo krijgen we de kans om deze zieke hersencellen te herstellen. De behandeling van de toekomst zal waarschijnlijk een combinatie zijn van eiwitten verwijderen én de immuunreactie in evenwicht houden om zoveel mogelijk hersencel-len te sparen.”

Verder onderzoek moet nu uitwijzen hoe pre-cies de microglia hersencellen en hun verbin-dingen verwijderen en of dit proces met medi-catie kan worden voorkomen. “Dit onderzoek is niet alleen van belang voor alzheimerpatiënten, maar voor iedereen. Studies wijzen er immers op dat de microglia bij veroudering meer de rol van soldaat dan van voeder opnemen, wat ne-fast is voor de gezondheid van de hersencellen. Het is dus voor ons allemaal van belang dat we leren hoe we het gedrag van microglia op leeftijd kunnen aanpassen om onze hersenen gezond te houden.”

ONDERZOEK CAMPUSKRANT | 19 DECEMBER 201812

Geen echte foto, maar wel een nabootsing van een coronale massa-ejectie. Voor uw fantasie op hol slaat: dat is gewoon een uitbarsting van energie en plasma vanuit de corona van de zon. De corona is de buitenste atmosfeer van de zon, die we bij een zonsverduistering als een lichtkrans waarnemen. Afhankelijk van de activiteit van de zon kan er meerdere keren per dag tot om de paar dagen zo’n zonne-uit-barsting plaatsvinden.

Echt zorgen hoeven wij ons niet te maken: onze planeet wordt beschermd door de mag-netosfeer, het magnetisch veld rond de Aarde. Af en toe veroorzaakt zo’n zonne-uitbarsting bijvoorbeeld het noorderlicht of leidt het tot stroompannes en storingen in navigatiesys-temen van vliegtuigen. Maar voor toepassin-

gen in de ruimte, zoals satellieten of ruimte-vaart, zijn de coronale massa-ejecties wel een probleem. Helaas weten wetenschappers nog niet precies wat die zonne-uitbarstingen ver-oorzaakt, zegt plasma-astrofysicus Skralan Hosteaux, die doctoreert onder leiding van professor Stefaan Poedts van het Centrum voor Plasma-Astrofysica. “We zijn nog altijd op zoek naar de trigger van een zonne-uitbar-sting, dus we kunnen ze nog altijd niet goed voorspellen.”

Daarom worden er wiskundige modellen opgesteld die simuleren hoe zo’n zonne-uit-barsting evolueert. “In mijn simulatie heb ik een hogere beeldresolutie gehanteerd en ik heb de factor zonnewind – de constante stroom van geladen deeltjes die de zon af-

stoot – toegevoegd. In dit model zie je drie plasmabogen in de corona – het is uiteindelijk de middelste die uitbarst. Op het beeld zijn we dat punt al voorbij. De gele bolletjes op de zijkant zijn magnetische eilandjes, die de uit-barsting nog turbulenter maken.”

De wiskundige modellen van de zon verfijnen vergt heel wat rekenkracht: “Dit nam anderhalve week tijd van de supercomputer in Leuven in beslag, vooral vanwege de hoge resolutie. Dit is niet zomaar een rekenexperimentje dat je snel kan herhalen.”

Ilse Frederickx

Bent u onderzoeker aan de KU Leuven en maakt u intrigerende wetenschapsfoto’s? Mail ze naar [email protected].

Startmotor? Uitslaande brand?

© Sk

ralan

Hoste

aux

BEELDIGE WETENSCHAP

Onderzoek naar dementie verlegt focus naar immuuncellen van hersenen

e ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende vorm van demen-tie. Geheugenverlies is vaak  het

eerste symptoom. Naarmate de ziekte vordert, treden er ook spraak- of taalproblemen op, kun-nen patiënten zich moeilijker oriënteren, ver-liezen ze motivatie en nemen ze steeds minder initiatief. Na verloop van tijd kunnen ze nog moeilijk zelfstandig leven en kampen ze met psy-chologische problemen en gedragsstoornissen. Medicatie om de ziekte te stoppen of te voorko-men is er vooralsnog niet.

Een typisch kenmerk in de hersenen van alzheimerpatiënten zijn de plaques, eiwitklon-ters die zich rond de hersencellen ophopen. Die plaques verstoren de goede werking van de cel-len en zorgen ervoor dat andere eiwitten – die tau genoemd worden – zich op hun beurt in de cellen opstapelen. Dat leidt uiteindelijk tot het afsterven van de hersencellen en dus tot het ont-staan van dementie. In de zoektocht naar een

behandeling probeert men al jaren medicatie te ontwikkelen die deze eiwitklonters en -klu-wens verwijdert.

Overijverige PacmannetjesUit een recente studie onder leiding van stamcel-experte Catherine Verfaillie en alzheimerspeci-alist Bart De Strooper blijkt nu dat een behande-ling niet alleen op de eiwitten gericht moet zijn, maar ook op de immuuncellen van onze herse-nen. “Het gaat om de microglia, de Pacmannetjes van onze hersenen”, legt dr. Christel Claes uit. “Het zijn gespecialiseerde immuuncellen die zowel soldaat als voeder zijn. Ze verwijderen li-chaamsvreemde en andere bedreigende stoffen door ze op te eten, en tegelijk voeden ze de her-sencellen zodat die goed kunnen functioneren en gezond blijven. In het geval van alzheimer ruimen de microglia zowel de eiwitklonters als aangetaste en dode hersencellen op.”

Bij een bepaalde genetische mutatie – de

R47H-mutatie van het gen TREM2 – wordt de werking van de microglia aangetast en vervier-voudigt het risico op alzheimer. “Het is belangrijk om te weten wat daar speelt. Om dat uit te zoe-

Onderzoekster Christel Claes:

Een veelbelovende piste is dat we de

activiteit van deze ‘Pacmannetjes’ zouden kunnen temperen met

medicatie: idealiter verwijderen ze dan nog wel eiwitten maar geen

aangetaste hersencellen.

D

In de zoektocht naar een behandeling voor de ziekte van Alzheimer ligt de nadruk vaak op de eiwit-klonters en -kluwens die in de hersenen ontstaan. Die eiwitten verwijderen lijkt de evidente oplossing, maar dat volstaat niet. Daar hebben de immuuncellen van onze hersenen veel mee te maken, zo blijkt uit onderzoek onder leiding van professoren Catherine Verfaillie en Bart De Strooper. Ilse Frederickx

Page 13: LEUVENSE ONDERZOEKERS ONTWIKKELEN BELOFTEVOL … · als archivaris van Rode Kruis-Vlaanderen op - zitten en de voorbije decennia publiceerde hij verschillende boeken over de Eerste

13ONDERZOEKCAMPUSKRANT | 19 DECEMBER 2018

ONDERZOEK NAAR KWEEKSPIERTJES GENOMINEERD VOOR EOS-PRIJS

Kroon op het eindwerk

Een work-out voor kweekspieren in een plastic schaaltje? Zo zou je het doctoraatsproject van biomedicus Lisanne Terrie kunnen omschrijven. Met die ‘fitnessoefeningen’ werkt Lisanne aan een vervolg op haar thesisonderzoek, waarin ze de structuur van kweekspieren probeerde te verstevigen. Het leverde haar een nominatie voor de Eos-prijs op. TEKST: Katrien Elen | CARTOON: Joris Snaet

Spieren kweken in het labo

e ontmoeten Lisanne in het Kortrijkse labo van professor Lieven Thorrez. Hier worden

op zeven dagen tijd spiertjes van twee centime-ter gekweekt uit menselijke cellen. Haar bege-leidster Dacha Gholobova werkt er rond vas-cularisatie: ze brengt bloedvaten in de spiertjes, zodat die groter kunnen worden, een uitdaging waarmee tissue engineers wereldwijd worstelen.

Lisanne kreeg voor haar thesis een eigen pro-ject: met elastische draagstructuren de zachte spiertjes verstevigen. Ze behaalde er mooie re-sultaten mee waarop ze in haar doctoraat ver-der werkt. Spiertjes sterker maken doet ze niet alleen met elektrische impulsen, maar ook door de spiertjes aan een heus fitnessprogramma te onderwerpen. Hiervoor verbindt ze de pin-netjes waarrond de spieren zich vormen met een motortje dat het op- en ontspannen van de spiertjes regelt.

Het labo van professor Lieven Thorrez is niet het enige in de wereld dat met skeletspierweef-sel-engineering bezig is. Waarmee onderschei-den de Kortrijkse onderzoekers zich? “Veel labo’s werken met muizencellen. Wij met men-selijke cellen, en daardoor kan je het onderzoek veel vlotter naar concrete toepassingen verta-len”, zegt Lisanne. “Daarnaast zorgen de pinne-tjes die wij gebruiken ervoor dat de spiervezels in dezelfde richting liggen. Ze groeien niet kris-kras door elkaar, wat elders vaak het geval is.”

Gepersonaliseerde spiertjesDe spieren groter en sterker maken is een voorwaarde om er concreet mee aan de slag te kunnen. “De spiertjes die wij kweken zijn em-bryonaal-neonataal van kwaliteit en bovendien zijn ze erg klein. Als we de spieren wat meer maturiteit kunnen geven, komen we een stap dichter bij de toepassingen”, zegt Lisanne. “Op lange termijn willen we met deze methode grote spierschade in het lichaam kunnen herstellen. Kleine spierschade herstelt het lichaam zelf. Voor grote letsels transplanteert men tot nog toe spierweefsel van elders in het lichaam. Je herstelt dus eigenlijk een defect door een nieuw defect te creëren. Als onze kweekspieren ma-tuurder worden, zouden we in zulke situaties met de cellen van de patiënt nieuwe spieren kunnen maken.”

Regeneratie mag dan nog verre toekomst-muziek zijn, op kortere termijn ziet Lisanne andere mogelijkheden: “Zo zijn deze spiertjes geschikt om een aantal processen te bestude-

ren, zoals spierafbraak – bijvoorbeeld door veroudering of ten gevolge van kanker – en de vorming van verbindingen tussen zenuwen en spieren. Recent ontwikkelden we nog een toe-passing om er intramusculaire injecties mee te testen. Op die manier kunnen we de nood aan dierproeven verminderen en krijgen we me-teen inzicht in de effecten van die injecties op menselijk weefsel.”

Persoonlijk is Lisanne het meest geprikkeld door de toepassingen voor sporters: “De spier-opbouw van elke sporter is anders, maar toch neemt iedereen dezelfde supplementen. Je zou kunnen experimenteren met gepersonaliseer-de spiertjes die je maakt op basis van een klein stukje weefsel. Dat lijkt me echt fascinerend!”

OnderbelichtIn juli kreeg Lisanne de prijs voor beste master-proef in de biomedische wetenschappen, uitge-reikt door de KU Leuven. Nu is ze genomineerd voor de Eos-prijs, waarmee het gelijknamige magazine ieder jaar een scriptie in de ‘harde’ wetenschappen bekroont. Ze hoopt dat de no-minatie het onderzoek van het kleine labo in Kortrijk meer bekendheid geeft: “Skeletspieren zijn niet essentieel om te overleven, zoals het

W Elk jaar reikt Scriptie vzw samen met enkele partners prijzen uit waarmee uitmuntende eindwerken bekroond worden. Deze Leuvense studenten trekken verwachtingsvol naar de prijsuitreiking op 19 december.

Daan Bertels en Lars Janssen (In-genieurswetenschappen: bouwkun-de, optie civiele techniek) haalden de shortlist van de Vlaamse Scrip-tieprijs. Zij ontwikkelden vereen-voudigde computermodellen om het effect van maatregelen tegen wateroverlast zoals groendaken en bufferbekens te voorspellen. 

Naast Lisanne Terrie maakt ook Wil-lem Vereycken (Chemie) kans op de Eos-prijs. Hij werkte aan een veel-belovende methode om gallium en indium, grondstoffen met een groot economisch belang, uit gebruikte ledverlichting te recycleren.

Joppe Rutten en Jens Verschoren (Industriële Ingenieurswetenschap-pen Elektromechanica) zijn in de running voor de Agoriaprijs. Zij ontwierpen een uitlaatpoortmecha-nisme voor een zonne reactor waarin methaan kan worden ‘gekraakt’ om waterstof te produceren als alterna-tieve en propere energiebron.

Met hun app Stemplate, die studen-ten in de lerarenopleiding informa-tie en adviezen geeft rond ergono-misch stemgebruik en stemrisico’s, maken Barbara Dewit en Jente Verbesselt (Logopedische en Audio-logische Wetenschappen) kans op de Klasseprijs.

Eerder werd Luc De Munck (Geschie-denis) al gekroond tot winnaar van de Scriptieprijs 100 Jaar Groote Oorlog. Een interview met hem vindt u op p. 2-3.

Meer lezen over hun onderzoek? www.scriptieprijs.be

hart. De complexe bouw van deze spieren maakt het onderzoek bovendien extra uitdagend. Daar-om blijft dit domein vaak onderbelicht, en dat weerspiegelt zich in de financiering. Met deze nominatie hoop ik te kunnen tonen waar wij mee bezig zijn.”

Biomedicus Lisanne Terrie:

Veel labo’s werken met muizencellen. Wij met menselijke cellen,

en daardoor kan je het onderzoek veel

vlotter naar concrete toepassingen vertalen.

inDe universitaire gemeenschap neemt afscheid van:

Memoriam

Jeroen DocloStudent Bachelor in de Geneeskunde aan de Faculteit Geneeskunde(09/05/1999 – 18/11/2018)

Marc GeerinckxCommunicatiemedewerker en project coördinator KU Leuven Campus Geel(17/11/1962 – 21/11/2018)

Professor Hendrik TytgatEre-lector aan de Faculteit Geneeskunde(20/11/1933 – 25/11/2018)

Professor Victor DoyenEmeritus hoogleraar aan de Faculteit Letteren(16/07/1942 – 26/11/2018)

Sanda DiaStudent Bachelor in de Ingenieurs-wetenschappen aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen(09/04/1998 – 07/12/2018)

Frederik GoelenDoctoraatsstudent Theoretische Fysica aan de Faculteit Wetenschappen(01/11/1993 – 08/12/2018)

Professor Jacques PétersEmeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen(02/12/1923 – 12/12/2018)

Page 14: LEUVENSE ONDERZOEKERS ONTWIKKELEN BELOFTEVOL … · als archivaris van Rode Kruis-Vlaanderen op - zitten en de voorbije decennia publiceerde hij verschillende boeken over de Eerste

PERSONALIA14 CAMPUSKRANT | 19 DECEMBER 2018

Bevorderingen, aanstellingen & benoemingen 2018

Deze lijst omvat de

bevorderingen, aanstellingen

en benoemingen in het ZAP

(Zelfstandig Academisch

Personeel) en de bevorderingen

in het OP3 (onderwijzend

personeel groep 3 van de

regionale campussen).

Bevorderingen in het ZAP

Faculteit Theologie en ReligiewetenschappenHoogleraarThomas KniepsDeeltijds hoogleraarThomas QuartierDeeltijds hoofddocentGodelieve Watteeuw

Hoger Instituut voor WijsbegeerteGewoon hoogleraarAndreas De BlockDeeltijds hoogleraarFilip BuekensDeeltijds hoofddocentLuc Anckaert

Faculteit RechtsgeleerdheidGewoon hoogleraarFrank HendrickxEvelyne TerrynHoogleraarIlse SamoyYves Stevens

Faculteit Economie en Bedrijfsweten-schappenGewoon hoogleraarBart Baesens

HoogleraarEls BreugelmansKristof De WitteNico DewaelheynsErwin OogheMarijke VerbruggenHoofddocentSamuel ArtsJochen De WeerdtBert D’EspallierNicky DriesNicky RoggeYves Van VaerenberghDeeltijds hoofddocentKristof Stouthuysen

Faculteit Sociale WetenschappenGewoon hoogleraarSteven EggermontHoogleraarTim SmitsHoofddocentEllen ClaesAn-Sofie ClaeysKatrien PypeDeeltijds hoofddocentJohan CrompvoetsRoel Vande Winkel

Faculteit LetterenGewoon hoogleraarPatrick PastureHoogleraarDavid BurnBrigitte MeijnsGert PartoensDirk SpeelmanKristiaan Van den BrandenHoofddocentHendrik De SmetInge LanslotsWinibert SegersBenedikt SzmrecsanyiTom ToremansKarel Van Nieuwen-huyseMyriam Vermeerber-genLien Verpoest

Faculteit Psychologie en Pedagogische WetenschappenGewoon hoogleraarPatricia BijttebierWim Van Den NoortgateHoogleraarRianne JanssenIdes NicaiseKarla Van LeeuwenDeeltijds hoogleraarNicole VliegenHoofddocentFien DepaepeEva KyndtJantine L. Spilt

Faculteit WetenschappenGewoon hoogleraarLeen DecinThomas HertogJohan RobbenKoen Van Den AbeeleAnton Van RompaeyDominique VannesteHoogleraarManuel AalbersEllen DecaesteckerEwald JanssensGuy KoeckelberghsDeeltijds hoogleraarLiesbet LagaeDeeltijds hoofddocentMarijke Huysmans

Faculteit Ingenieurs-wetenschappenGewoon hoogleraarLieven De LathauwerAnn HeylighenFrederik MaesVincent RijmenLucie VandewalleDeeltijds gewoon hoog-leraarBert BlockenStepan Vladimirovitch Lomov HoogleraarJohan MeyersErik ToormanAndrew Vande MoereRaphaël VandebrilDeeltijds hoogleraarLiesbet GerisHoofddocentKaren AllackerOzlem CizerTinne De LaetDirk NuyensGoele Pipeleers

Katrien Verbert

Faculteit Bio-ingeni-eurswetenschappenGewoon hoogleraarKevin VerstrepenHoogleraarAbram AertsenJan DielsGuido WyseureDeeltijds hoogleraarPhilippe VereeckenHoofddocentBen Somers

Faculteit Industriële Ingenieursweten-schappenHoogleraarRaf Dewil Wim DewulfPaul LerouxHoofddocentLise AppelsJohan CeustersEric DemeesterEleonora FerrarisBarbara RossiToon van WaterschootJoost Vennekens

Faculteit ArchitectuurHoogleraarRajesh HeynickxDeeltijds hoofddocentThierry Lagrange

Faculteit GeneeskundeGewoon hoogleraarPatrick CallaertsUwe HimmelreichMaurilio SampaolesiDeeltijds gewoon hoog-leraarStephan ClaesPaul De LeynJoke DuyckRik VandenbergheSéverine VermeireHoogleraarKathleen FresonMassimiliano Mazzone

Deeltijds hoogleraarGreet HermansWim LalemanStefaan NijsPrzemyslaw Tylzanow-skiHoofddocentTom FrancartBen Van CalsterJeroen Vanoirbeek ©

Gudr

un M

akelb

erge

Deeltijds hoofddocentRaf BisschopsLuc De CatteYvonne DenierTimothy DevosDaan DierickxJohan FlamaingRose GoodchildSteven JoniauEls OrtibusHilde PeetersKoen PoesenBen SprangersDries TestelmansJos TournoyBart Van Der SchuerenKatleen VandammeVincent VandecaveyeKris Vanhaecht

Faculteit Farmaceutische WetenschappenGewoon hoogleraarSteven Simoens

Faculteit Bewegings- en Revalidatieweten-schappenGewoon hoogleraarMartine ThomisHoogleraarSimon BrumagneIlse Jonkers

Bevorderingen in het OP3

Faculteit Economie en Bedrijfsweten-schappenOP-HoogleraarCarine Van Den Broeke

Faculteit LetterenOP-HoofddocentMaria-Cornelia Wermuth

Faculteit Industriële Ingenieursweten-schappenOP-HoogleraarDorine BruneelJohan Van den BosscheOP-HoofddocentHilde BonteLuc VandeurzenJan Ver Elst

Faculteit ArchitectuurOP-HoogleraarMarc BelderbosFrank Delmulle

Aanstellingen en benoemingen in het ZAP

Faculteit Theologie en Religie wetenschappenDeeltijds docentWim Vandewiele

Hoger Instituut voor WijsbegeerteDocentSandrine BlancDeeltijds docentBart GeertsNidesh Lawtoo

Faculteit RechtsgeleerdheidHoogleraarGleider Ignacio HernándezDeeltijds hoofddocentHenry OtgaarDocentWouter Druwé

Faculteit Economie en Bedrijfs wetenschappenGewoon hoogleraarHande Yaman Pater-notteHoofddocentBart LarivièreDocentSandrine BlancTine De BockRoman GoncharenkoMichal KobielarzVirginie MataigneEline PoelmansTarik RouknyEstefanía Serral AsensioInes Simac

Faculteit Sociale WetenschappenDeeltijds docentHuib HuyseRia LaenenValérie Pattyn

Faculteit LetterenHoofddocentDaniel JaspersDocentJan CeuppensMaïka De Keyzer

Bert ObenArjan PostDeeltijds docentWendy MorrisBart Vanmontfort

Faculteit Psychologie en Pedagogische WetenschappenHoofddocentEva Van den BusscheDocentJoke TorbeynsEline VanasscheSiebrecht VanhoorenJoris VliegheDeeltijds docentThomas De Baets

Faculteit WetenschappenDocentIsabel Beets Daniel EscuderoGabor SzaboStijn Van CleuvenbergenKoenraad Van MeerbeekBert Vercnocke

Faculteit Ingenieurs-wetenschappenGewoon hoogleraarNigel SmartDocentNele FamaeyFrank Naets

Faculteit Bio-ingeni-eurswetenschappenDocentNico De Storme

Faculteit Industriële Ingenieursweten-schappenHoogleraarHan HaitjemaHoofddocentNobby StevensVeronika Vanden AbeelePatrick VandewalleDocentHilde BreeschWim De RoeckHans HallezReza Hojjati Talemi

Peter KarsmakersKarel KellensMichael KleemannMumin Enis LeblebiciWilmar MartinezSylvain QuoilinPeter SlaetsKaren VancampenhoutStijn VolckaertDeeltijds docentSteven Devleminck

FaculteitArchitectuurHoofddocentLaurens LuytenDeeltijds docentHarold FallonMaarten Van Den DriesscheEsther Venrooij

Faculteit GeneeskundeGewoon hoogleraarPierre VanderhaeghenHoogleraarToomas KivisildDeeltijds hoofddocentAnn Van den BruelDocentCatia AttanasioAnnick BogaertsChristine DesmedtAbhishek GargPiet MaesKimberly Martinod Stefaan SoenenZhenyu Zhang

Deeltijds docentWouter CrijnsPieter De MeesterHerbert DecaluwéGeertrui DewinterNoël KnopsMatthias LannooSha LiuAnne SmitsAndy TemmermanCarla TomassettiLucas Van AelstAlexander Van De BruaeneLaura Van GervenHannah van MalensteinAnne-Sophie Van RompuyIsabelle Vanden BemptTom VerbelenJurgen VercauterenEls Wauters

Faculteit Farmaceuti-sche WetenschappenHoofddocentVitor Bernardes Pinheiro

Faculteit Bewegings- en Revalidatieweten-schappenDocentThomas KöneckeDaniel Langer

Page 15: LEUVENSE ONDERZOEKERS ONTWIKKELEN BELOFTEVOL … · als archivaris van Rode Kruis-Vlaanderen op - zitten en de voorbije decennia publiceerde hij verschillende boeken over de Eerste

CAMPUSKRANT | 19 DECEMBER 2018 NIEUWS 15

IN BEELD

Dag op dag drie jaar na de opening van de indoor atletiekhal kon het Universi-tair Sportcentrum op 11 december een nieuwe verwezenlijking voorstellen: een topsporthal voor teamsporten als basket-bal, volleybal en zaalvoetbal. Zo zullen de nationale volleybalteams, de Red Dra-gons en Yellow Tigers, er hun trainingen afwerken. Maar ook studenten en andere sportkaarthouders kunnen hun sportieve hart ophalen in de hal. De studenten van de Faculteit Bewegings- en Revalidatie-wetenschappen (FaBeR) krijgen er bal-sportlessen en kunnen praktijkervaring opdoen in de bijhorende kinezaal. De KU Leuven financierde de bouw van de topsporthal met steun van de Vlaamse Overheid.

Vlnr: Universitair Sportcentrum-verantwoordelijke Gert Vande Broek, Vlaams minister van Sport Philippe Muyters, rector Luc Sels, en FaBeR-decaan Christophe Delecluse.

De hal is rond

© KU

Leuv

en | R

ob St

even

s

MECENAATSDAG 25 mei 2019Mecenaat stelt KU Leuven in staat om voorbij grenzen te kijken op zoek naar die ene doorbraak om mee de toekomst te bepalen. Op 25 mei willen wij alle schenkers,alumni en geïnteresseerden laten zien hoe we samen bouwen aan de toekomst van onze universiteit. We gunnen u een blik achter de schermen en laten u genieten vanwetenschapscafés waarin toponderzoekers inzicht zullen bieden in hun levenswerk ende impact die uw schenkingen daarop hebben.

Meer informatie kan u vinden via www.kuleuven.be/mecenaat/mecenaatsdag-kuleuven.

Naar aanleiding van haar Patroonsfeest be-kroont de KU Leuven elk jaar personen met bijzondere verdiensten op wetenschappelijk, maatschappelijk of cultureel vlak. Op 4 febru-ari 2019 reikt de universiteit een eredoctoraat uit aan Biram Dah Abeid, Abdel Rahman El Bacha, Eric Mazur, Chantal Mouffe, Kypros Nicolaides en Philippe Sands.

Biram Dah AbeidBiram Dah Abeid (°1965) is een Mauritaans advocaat en politicus. Als telg van een slaven-gezin werd hij zich al vroeg bewust van de diep-gewortelde discriminatie van zwarten in zijn thuisland. In 2008 richtte hij het Initiative for the Resurgence of the Abolitionist Movement (IRA) op, een organisatie die ijvert voor de afschaffing van de slavernij. Hij werd een invloedrijke stem in het publieke debat, met duizenden aanhan-gers, maar zijn verdediging van de zwakkeren en slaven is ook een doorn in het oog van de Mau-ritaanse autoriteiten. Dah Abeid werd al meer-dere malen opgepakt en gemarteld, en verblijft ook nu nog in gevangenschap. In 2017 riep Time

Magazine hem uit tot één van de honderd meest invloedrijke personen ter wereld.

Abdel Rahman El BachaAbdel Rahman El Bacha (°1958) is een Frans-Liba nees pianist en componist die in Brussel woont. In 1978 won hij als 19-jarige de jury- én de publieksprijs van de Koningin Elisabeth-wedstrijd voor piano. Sindsdien brachten zijn exceptionele techniek en emotionele kracht hem tot in concertzalen over de hele wereld. Zijn solisten repertoire reikt van Bach tot Prokofjev. El Bacha is geboeid door historische instrumen-ten en zoekt constant naar verfijning. Hij is in Frankrijk onderscheiden als Chevalier des Arts et des Lettres en kreeg van de Libanese president de Médaille de l’Ordre du Mérite.

Eric MazurProfessor Eric Mazur (°1954) is een Nederlandse fysicus die naam maakte op het gebied van ul-trasnelle laserpulsen en interacties tussen licht-deeltjes en materie. In 1998 ontdekte hij black silicon: een halfgeleidend materiaal dat zo goed

als geen licht reflecteert. Mazur verwierf ook grote bekendheid met zijn onderwijsvernieu-wing, de zogenaamde peer instruction, een inter-actieve methode die de studenten meer betrekt. Aan de universiteit van Harvard is hij area dean van toegepaste fysica binnen de School of Engi-neering and Applied Sciences (SEAS) en bekleedt hij de leerstoel Balkanski Professor of Physics and Applied Physics.

Chantal MouffeProfessor Chantal Mouffe (°1943) is een Belgisch politiek filosoof, vooral bekend om haar demo-cratietheorie. Ze werd geboren in Charleroi en studeerde aan de toen nog tweetalige Leuvense universiteit. Sinds 2000 is ze professor in de po-litieke theorie aan de University of Westminster. Tegen de ruim verspreide deliberatieve visie op politiek plaatst ze haar agonistische model: een democratische samenleving krijg je volgens haar niet door te streven naar een onbereikbare consensus, maar juist door het conflict tussen tegenstanders respectvol te aanvaarden. Zo ver-hinder je dat het uit de hand loopt en neem je de voedingsbodem voor extremisme weg. Met haar kritische blik op neoliberalisme en populis-me speelt Mouffe internationaal een invloedrijke rol in het publieke debat.

Kypros NicolaidesProfessor Kypros Nicolaides (°1953) werd gebo-ren in Cyprus en studeerde geneeskunde aan King’s College School of Medicine and Dentistry in

Londen. Hij is directeur van het Harris Birthright Centre of Fetal Medicine en van de dienst Prena-tale Geneeskunde in het King’s College Hospital, het grootste centrum voor foetale geneeskunde ter wereld. Hij lag aan de basis van alle recente grote ontdekkingen in de prenatale diagnostiek, heel wat prenatale behandelingen en de scree-ning naar en preventie van de belangrijkste zwangerschapscomplicaties. De methodes die hij ontwikkelde worden intussen wereldwijd toegepast. Professor Nicolaides wordt dan ook voorgedragen voor wat hij gedaan heeft voor na-genoeg alle zwangere vrouwen ter wereld.

Philippe SandsProfessor Philippe Sands (°1960) is een Frans-Brits mensenrechtenadvocaat. Hij is jurist bij Matrix Chambers en verbonden aan Uni-versity College London als hoogleraar inter-nationaal recht en directeur van het Centre on International Courts and Tribunals. Sands verschijnt als raadsman en advocaat voor tal van hoven en tribunalen, waaronder het In-ternationaal Gerechtshof, het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en het Interna-tionaal Zeerechttribunaal. Hij was betrokken bij een aantal van de belangrijkste internatio-nale rechtszaken, van Pinochet tot Guantana-mo. Sands is ook een veelgevraagd expert bij nieuwsmedia als BBC, CNN en The Guardian, en auteur van verschillende boeken, waaronder het bekroonde East West Street: On the Origins of Genocide and Crimes against Humanity.

PATROONSFEEST 2019

KU Leuven reikt zes eredoctoraten uit

Page 16: LEUVENSE ONDERZOEKERS ONTWIKKELEN BELOFTEVOL … · als archivaris van Rode Kruis-Vlaanderen op - zitten en de voorbije decennia publiceerde hij verschillende boeken over de Eerste

PORTRET CAMPUSKRANT | 19 DECEMBER 201816

ie wandeling begint in Re-kem. Heeft het feit dat hij daar geboren is, in het diepe

zuidoosten van de Limburg, ertoe bijgedra-gen dat deze plek in 2007 tot ‘de mooiste gemeente van Vlaanderen’ verkozen werd? Daarover bestaat geen twijfel, vernemen we van de ervaringsdeskundige, al kan er iro-nie in het spel zijn. Verre van ironisch zijn de warme woorden over zijn jeugd en zijn roots. “Rekem is een pittoresk dorpje, dicht bij de Maas, met een prachtig gerenoveerd kasteel. En met een instelling voor psychia-trische patiënten. Dat laatste heeft me al in mijn jeugd getroffen: er zijn mensen die het moeilijk hebben.”

De leraar als wegwijzer

“Ik heb een rustige katholieke jeugd gehad, met schatten van ouders. Mijn vader was bediende in de mijnen, mijn moeder deed het huishouden. In ons gezin was studeren vrij normaal, maar in de familie of omgeving was het dat niet. Limburg had toen pas zijn inhaalslag inzake hoger onderwijs ingezet. De studiebeurzen speelden daarbij een we-zenlijke rol.”

“Zonder twijfel hebben mijn leraren mij het meeste beïnvloed, of sommige toch. Over hun uitstraling mag je op geen enkele manier meewarig of kleinerend doen. Voor mensen van mijn generatie waren leraren heel vaak de beslissende factor bij belangrijke keuze-momenten. Dat was dus ook voor mij zo, in het Heilig Hartcollege in Maasmechelen.”

Beam us up“Ik vormde mezelf ook wel. Ik heb de Ilias en de Odyssee vaak herlezen. Ik schuimde de dorpsbibliotheek af. Vooral sciencefiction boeide me. Dat was de wereld van de vrij-heid: daar kon blijkbaar alles.”

“Sport had thuis een centrale plaats. Vol-leybal werd al heel vroeg een stuk van mijn leven. Eerst nog als spel, later zou de weten-schappelijke belangstelling komen. Ik ben er natuurlijk nog altijd dolblij om dat ik sport en wetenschap heb kunnen combineren. Dat was duidelijk mijn ding. Als ik opnieuw jong was, zou ik dat waarschijnlijk weer kie-zen. Hoewel, als je ziet wat de biologie tegen-woordig allemaal vermag, zou dat ook wel een kanshebber zijn.”

Legendarisch Leuven“Studeren was leuk, het kostte me eigenlijk geen moeite. In het Sportkot – vroeger had die term een wat meewarige lading, nu is het eerder een troetelnaam – was de opleiding sterk professioneel gericht. Internationaal publiceren was nog niet de eerste zorg. Nu is de faculteit een volwassen telg binnen de groep Biomedische Wetenschappen, wat be-tekent dat er de hoogste wetenschappelijke normen gelden.”

“Ik heb nog enkele van de meer legen-darische figuren als prof gehad. Ik heb Pierre-Paul De Nayer nog gekend, in 1937 de stichter van het Sportkot. Er was Michel Os-tyn, de vader van de sportgeneeskunde. En mijn voorlopers als decaan, Dirk Van Gerven en Jan Pauwels. Die laatste speelde een be-

langrijke rol in mijn latere wetenschappelijke loopbaan. Hij was de oprichter en bezieler van de onderzoekseenheid ‘motorisch leren’. Jan is een bijzonder mens, iemand die het fijn vond dat anderen in het zonnetje stonden. Ook aan mijn promotor Eustache Willems denk ik met veel warmte terug. Ja, Eustache, de mensen heetten toen zo.”

Handjes schudden met Bush

“Timing in anticipatietaken: dat was de titel van mijn doctoraat. Als een bal naar je toe-komt, of als je straks de speer moet loslaten, houden je bewegingen daar nu al rekening mee. Je lichaam anticipeert als het ware de taken die komen. En hoewel sporters dat met sprekend gemak uitvoeren, is het niet zo eenvoudig om te begrijpen hoe het allemaal in zijn werk gaat.”

“Wetenschappelijk onderzoek in mijn branche stond hier nog in de kinderschoe-nen. Voor het serieuze werk moest je naar Amerika. En ik wilde de wetenschap in. Le-raar worden, zoals veel van mijn collega-stu-denten, is nooit een optie geweest. Dus ben ik in 1989 naar de VS getrokken, om weten-schappelijk schrijven onder de knie te krij-gen. Evident was die stap niet. Ik was in-tussen getrouwd, we hadden in 1979 onze tweeling gekregen, en in 1982 was de derde dochter komen aankloppen. Het werd dus een moeilijk vertrek, maar ik heb het me nooit beklaagd. Ik kwam in Baton Rouge te-recht, in Louisiana, een heel boeiend hoekje van de Verenigde Staten. Op het secretariaat

van de faculteit daar werd nog een mondje Frans gesproken. En dan die cajun-cultuur, New Orleans om de hoek … Ik heb Fats Do-mino zien optreden, jambalaya en crawfish gegeten na de 20 kilometer van New Orleans. En ik heb, naar aanleiding van een samen-komst van Fullbright grantees in Washington, handjes geschud met de eerste George Bush, senator Bob Dole, en zelfs met de journalist van de Irak-oorlog, Wolf Blitzer.”

De sprong naar Marseille

“In 1993 heb ik voor het eerst contact gehad met Michel Laurent, vakgenoot en latere rector van de universiteit van Marseille. Tij-dens mijn sabbatical in 1998 hebben we ons samen met Gilles Montagne, mijn partner in scientific crime, toegespitst op het ecolo-

Een prille emeritus blikt terug op wat voorbij is en trekt lessen uit een loopbaan.

EMERITUS EVANGELIE

Mart Buekers is volleybal en poëzie. Of toch meer onderzoek en beleid? Of misschien wel cultuur en lesgeven? Een wandeling door leven en loopbaan van de voormalige decaan en vicerector leidt langs heel diverse wegen. De gids is tegelijk gedreven, bedachtzaam, realistisch en mijmerend.

TEKST: Ludo Meyvis | FOTO: Rob Stevens

VAN GEDICHT TOT GOLFTERREIN: MART BUEKERS VOELT ZICH OP VELE VELDEN THUIS

“ Ik wens de studenten meer leeshonger”

Voor mensen van mijn generatie waren leraren heel vaak de beslissende factor bij belangrijke keuzemomenten. Ook voor mij.

• Moskou en de Gouden Ring van Rusland: 10-18 augustus

• New York: 28 augustus-04 september

• Bulgarije: september - oktober*• Ecuador: tweede helft november*• Vietnam: november - december*

* in voorbereiding

De reizen worden aangeboden door Alumni Lovanienses vzw i.s.m. Dienst Alumni KU Leuven en uitgewerkt door erkende reisbureaus.Het reisaanbod 2019 vindt u op alum.kuleuven.be/alumnireizen

Alumnireizen 2019: een greep uit het aanbodE X C L U S I E V E B E S T E M M I N G E N , B E G E L E I D I N G D O O R K U L E U V E N - E X P E R T E N E N U I T S T E K E N D G E Z E L S C H A P V A N M E D E A L U M N I

KU Leuven Alumni. Gisteren heeft toekomst.

• Genève en CERN: 16-19 april• Noord-Spanje: 21-29 mei• Architectuurreis Kopenhagen: 31 juli-4 augustus

D

Page 17: LEUVENSE ONDERZOEKERS ONTWIKKELEN BELOFTEVOL … · als archivaris van Rode Kruis-Vlaanderen op - zitten en de voorbije decennia publiceerde hij verschillende boeken over de Eerste

17PORTRETCAMPUSKRANT | 19 DECEMBER 2018

gische model van de bewegingssturing. Tot dan toe werd beweging vooral beschreven vanuit de gedachte van een homunculus, een nogal mysterieus mannetje in je hoofd dat de touwtjes, of je spieren, in handen houdt. Het werk met mijn collega’s uit Marseille, en la-ter uiteraard ook Leuven, heeft de klemtoon gelegd op de omgeving als bewegingssturen-de factor.”

“Je moet het zo zien. Ofwel ‘program-meert’ pakweg een verspringer al zijn stap-pen en voert hij ze automatisch en redelijk rigide uit, ofwel is hij in interactie met de omgeving, de wind, de afstand tot de plank enzovoort, en past hij in functie daarvan voortdurend zijn passen aan. Die twee sys-temen kan je natuurlijk ook proberen te koppelen. Voor ons mensbeeld is het be-langrijk dat je op die manier illustreert hoe ons brein niet alles regelt, maar dat de om-geving zelf ook een sterk sturend vermo-gen heeft.”

“Mijn contacten met Marseille zijn geble-ven. Ik ga er ook nog heel vaak naartoe, en ik geef er ook wat colleges.”

palmares. Er zijn prachtige internationale contacten kunnen groeien, met het Chinese Tsinghua, met diverse universiteiten in India, Latijns-Amerika en de VS. Waar ik ook erg veel belang aan hechtte, was de uitbouw van het culturele leven aan de universiteit en – samen met de stad – ook op ruimere schaal. Dat heeft ertoe bijgedragen dat Leuven ook op dat vlak nog meer uitstraling gekregen heeft. Op het Faculty Stars-project (dat getalenteer-de studenten een podium gaf als huiskunste-naars van hun faculteit – red.) ben ik erg trots. Net zoals op het Cultuurcharter, waarbinnen de universiteit, de hogescholen, de stad en de cultuursector elkaar vinden.”

Top en flop“Je ontmoet als vicerector heel bijzondere mensen. Iemand die echt veel indruk op me gemaakt heeft, is eredoctor David Grossman, een van de belangrijkste Israëlische schrij-vers. Zijn verhaal pákt. Of Roberto Benigni, ook eredoctor, een exuberante mens, met een glansrol in La vita è bella. Zo’n ontmoeting heeft natuurlijk veel persoonlijke waarde.”

“Flops zijn er ook geweest. Die moet je niet willen wegstoppen. Ik denk even aan Flamenco, een organisatie voor de internatio-nalisering van de universiteiten en hogescho-len waar ik een tijd voorzitter van was. Ik kreeg de geesten niet op dezelfde lijn, maar gelukkig was het werk niet verloren. De medewerkers hebben nadien nog mooie dingen kunnen ver-wezenlijken.”

Golfclub en dichterspen

“Nu ben ik emeritus. Vervelen zal ik me niet. Ik speel al twee jaar golf, een discipline die je leert wat bescheidenheid is. Volgend jaar ga ik de rabbits begeleiden, volwassen beginners. Daarnaast ben ik voorzitter van Ne9eN, een vzw die ondernemers, kunstenaars en kwets-bare groepen samenbrengt in projecten. Eén van die projecten was de uitgave van mijn derde dichtbundel. Mijn zeven kleinkinderen hebben daarvoor samen met vijf jong volwas-senen met downsyndroom bladwijzers ge-maakt. Kleinschalig allemaal, maar het geeft veel voldoening.”

“Mijn werk in Marseille gaat zoals gezegd ook verder. En ik heb nog een opdracht van tien procent aan de KU Leuven, ik geef onder meer een vak Academisch Schrijven.”

Stop een boek in je bagage

“Ik zou willen dat het ‘klassiek-culturele’ as-pect weer wat meer zou binnendringen in het leven van de universitair. We hebben natuur-lijk al de gouden mensen van Dienst Cultuur, die zich elke dag inzetten voor een ruim en ge-varieerd cultuuraanbod. Ook vicerector Cul-tuur Bart Raymaekers is de juiste academicus op de juiste plaats. Maar er scheelt fundamen-teel toch iets aan de bagage van veel studenten. Ik stel ze altijd de vraag hoeveel ze lezen. Wat je dan hoort, is bijzonder confronterend. Dertig procent leest nul boeken per jaar. Nul procent leest één boek per week. Dat is erg. Erg. Ik zou willen dat onze studenten de literatuur en zo een stuk van zichzelf ontdekken.”

Vervelen zal ik me niet. Ik speel al twee jaar golf, een discipline die je leert wat bescheidenheid is.

De smashende onderzoeker

“Parallel met mijn onderzoek deed ik ook trainingswerk. Toen ik assistent was, kreeg ik de opdracht de volleylessen te geven. Dat heb ik twintig jaar gedaan, soms tot twintig uur per week. En daarnaast stond ik ook bui-ten de universiteit op het veld. Ik speelde zelf competitie in Rekem, maar werd al op mijn drieëntwintigste trainer van Red Star Leuven en later nog van diverse andere clubs, onder meer bij Herentals, Haasrode, Kieldrecht en de nationale damesploeg. Een hectische maar zalige tijd.”

“Ik vind wetenschappelijk onderzoek heel belangrijk en ik heb het altijd dolgraag ge-daan. Maar een onderzoeker pur sang ben ik niet, nooit geweest, nooit gewild. Het is de combinatie die het voor mij zo mooi maakt. Misschien dat ik er daarom gaandeweg ook bestuurswerk bij ben gaan doen.”

De baas“In 2001 ben ik decaan geworden – tot 2005

– van wat inmiddels een middelgrote facul-teit was geworden. Ik heb trouwens de naam veranderd in Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen (FaBeR). Ook het curriculum heb ik helpen herschikken. En ik heb veel aandacht gegeven aan de link tussen de faculteit en de topsport. Die moet er blij-ven, vind ik, net als de link met de wereld van het onderwijs.”

“In 2005 haalde de toen pasverkozen rec-tor Vervenne me als vicerector Studenten-beleid en Internationalisering aan boord. Het was een mooie ploeg, met een mooi

Page 18: LEUVENSE ONDERZOEKERS ONTWIKKELEN BELOFTEVOL … · als archivaris van Rode Kruis-Vlaanderen op - zitten en de voorbije decennia publiceerde hij verschillende boeken over de Eerste

STUDENTEN18 CAMPUSKRANT | 19 DECEMBER 2018

“ De EU-shop is als een snoepwinkel voor mij”

KOTOP

Vandaag bezoeken we een kot in onze hoofdstad. Gergely Gáthy, master-student aan Campus Brussel, betrekt een zolderkamer van een herenhuis, op amper twee kilometer van de Eu-ropese wijk. Daar ligt het hart van deze jonge Hongaar, afgaande op de bevlogen speech die hij onlangs gaf op het Futuring Europe Forum, dat deel uitmaakte van het Arenbergjaar.

“Ja, het was spannend”, blikt Gergely Gáthy terug op zijn speech. In de zaal zaten dan ook professoren en promi-nenten, zoals Anne Applebaum, histo-rica en columniste bij The Washington Post, en leden van de Arenbergfamilie. “Maar zodra ik op dat podium stond, dacht ik: go for it! Ik was goed voor-bereid, met dank aan de coaching van professioneel speechschrijver Koert Debeuf. De reacties achteraf waren zeer positief. Sommige mensen zeiden dat ik de politiek in moet, maar die boot hou ik voorlopig toch af.”

Gergely belandde op dit podium via een studentenwedstrijd van Metafo-rum, de interdisciplinaire denktank van de KU Leuven. De opdracht luid-de: giet je persoonlijke visie op de toe-komst van Europa in een speech. De Hongaarse student kwam als winnaar uit de bus. Zijn speech was een warm pleidooi voor een sterk en inclusief Europa en een waarschuwing voor po-pulisten (‘de smokkelaars van angst’). Wie er nog aan mocht twijfelen: Ger-gely behoort tot het kamp van de belie-vers in de Europese Unie. “Ik sluit niet uit dat ik er ooit voor ga werken.”

01/ Berlijnse koffiemok

“Toen ik voor het eerst voor een lan-gere periode in het buitenland ging studeren en wonen, in Berlijn was dat, kreeg ik deze koffiemok cadeau van mijn ouders. Die vergezelt me sinds-dien, waar ik ook ga – intussen heb ik ook al in Nederland gewoond, en nu

dus in België. Als ik een nieuwe stu-dentenkamer betrek, maak ik die mij eigen vanaf het moment dat ik er deze mok neerzet. Ik ben een enorme koffie-liefhebber. Niet alleen de smaak, maar ook de hele cultuur errond spreekt mij aan. Enkele weken op een koffieboer-derij in Zuid-Amerika verblijven en helpen, lijkt mij een droomvakantie.”

02/ Dierbare foto’s

“Dit zijn foto’s van mensen die me dier-baar zijn. De eerste is van twee vrien-den van de middelbare school in Hon-garije. Deze zomer zijn ze getrouwd en ik mocht getuige zijn. Een wonderlijk moment. De tweede foto is in Maas-tricht genomen, waar ik vrienden heb gemaakt uit Nederland, België, Duits-land, Italië en Frankrijk. We vormden een kleine familie. Eén keer per jaar proberen we samen te komen. Voor mij symboliseert deze bende waar Eu-ropa voor staat: afstanden en grenzen zijn verdwenen. De laatste foto is van mijn ouders. Ik ben hen zo dankbaar en probeer hen trots te maken. Zij heb-ben zelf nooit de kans gehad om in het buitenland te studeren en daardoor steunen ze mij door dik en dun, ook al missen we elkaar.”

03/ EU-dasspeld

“De Europese Unie is echt een ob-sessie; je treft in mijn kamer nog veel meer EU-spullen aan. De shop bij het Europees Parlement is als een snoep-winkel voor mij (lacht). Deze dasspeld typeert mij ook in die zin, dat ik me graag goed en elegant kleed. Zelfs op de universiteit loop ik minstens in hemdsmouwen rond en liefst nog in een pak. Mijn beste vrienden in Hon-garije noemen mij Mister Gáthy, van-wege mijn vestimentaire keuzes.”

04/ Politiek-filosofische boeken

“Ik lees graag boeken van politiek fi-losofen. Zij stellen de vraag wat soeve-

reiniteit en macht betekenen. We staan daar weinig bij stil, maar die vraag vormt wel de kern van de politiek en onze moderne maatschappij. De wereld evolueert, maar de ideeën van Cicero en Machiavelli blijven zeer waardevol. Aan How To Win An Argument van Cicero, over hoe je een betoog efficiënt kunt opbouwen, heb ik veel gehad toen ik aan mijn speech werkte. Een ander favoriet boek zijn de verzamelde wer-ken van Machiavelli in het Hongaars. Machiavelli wordt al te vaak herleid tot zijn stelling dat alle middelen geoor-loofd zijn om je doel te bereiken. Zijn theorie dat beleidsmakers vos en leeuw tegelijk moeten zijn om succes te ken-nen, is véél essentiëler.”

TEKST: Peter Van Dyck | FOTO’S: Rob Stevens

LiggingRidderstraat, Brussel

Prijs / opp.550 euro / 20 m²

Man des kamersGergely Gáthy (25) werkt aan zijn mas-terthesis international business economics and management en combineert dit met een stage bij Ford Motor Company.

Plus“De twee grote ramen die op een tuin uitkijken. Ik kan ook het Justitiepaleis zien. Altijd weer een mooi uitzicht om ’s morgens mee wakker te worden.”

Minus“Dit is een oud huis. Ik kan mijn onderburen goed horen, maar echt storen doet me dat niet.”

Is jouw kot ook een inkijkje waard? Laat het ons weten via [email protected]

01/

02/

04/

03/

GERGELY GÁTHY, HONGAAR MET EEN OBSESSIE VOOR EUROPA

Gergely’s speech over Europa is te vinden op www.futuring-europe.be

Campuskrant, maandelijks tijdschrift van de KU Leuven voor alumni, personeel en studenten.Een realisatie van de Nieuwsdienst

Hoofdredactie Sigrid Somers, Reiner Van Hove | Redactie Pieter-Jan Borgelioen, Ilse Frederickx, Ludo Meyvis, Rob Stevens, Ine Van Houdenhove, Wouter Verbeylen | Medewerkers Katrien Bollen, Tine Danschutter, Iris Lambrigts, Julia Nienaber, Anke Vander Elst, Bregt Van Hoeyveld, Inge Verbruggen | Freelancers Barbara De Munnynck, Katrien Elen, Lien Lammar, Peter Van Dyck | Redactieadres Naamsestraat 22, bus 5002, 3000 Leuven, T 016 32 40 13, [email protected] | Adreswijzigingen KU  Leuven Dienst Alumni, Naamsestraat 22, bus 5601, 3000  Leuven, [email protected] | Grafisch ontwerp Jansen & Janssen, Gent | Lay-out en zetwerk Wouter Verbeylen  | Fotografie  Rob Stevens, Michael De Lausnay  | Cartoons Joris Snaet  | Illustraties  Gudrun Makelberge | Reclameregie  Inge Verbruggen, T 016 32 40 15, [email protected] | Oplage 26.700 ex. | Drukwerk Eco Print Center, Lokeren. Campuskrant wordt gedrukt met milieuvriendelijke waterloze druktechnologie. | Verantwoordelijke uitgever Bruno Lambrecht, Naamsestraat 22, bus 5000, 3000 LeuvenEen abonnement (10 euro / jaar) nemen of stopzetten? Stuur een mailtje naar [email protected] artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming.Het volgende nummer van Campuskrant verschijnt op 30 januari 2019.

COLOFON

Page 19: LEUVENSE ONDERZOEKERS ONTWIKKELEN BELOFTEVOL … · als archivaris van Rode Kruis-Vlaanderen op - zitten en de voorbije decennia publiceerde hij verschillende boeken over de Eerste

CAMPUSKRANT | 19 DECEMBER 2018 PORTRET 19

SPEEDDATE In 24 vragen naar hoofd en

hart van Maddy Janssens

factor waren? “Nog meer onderzoeksprojecten bij kun­stenorganisaties. Ik heb onlangs dansge­zelschap Ultima Vez in Molenbeek leren kennen. Ik doe onderzoek naar diversiteit in organisaties en zij gaan daar op een heel constructieve manier mee om, ook in sa­menwerking met de buurt.”

08/ Voor welk tv-programma blijft u thuis?“Ik kijk elke dag naar Thuis met mijn doch­ter van dertien, desnoods nemen we het op. Het draait meer om het samen zijn met haar dan om het programma zelf.”

09/ Welk goed voornemen kan u maar niet volhouden?“Me minder druk maken over dingen die langer duren dan gepland. Ik zou vaker te­vreden willen zijn omdat ik gedaan heb wat ik kon.”

10/ Wat is uw beste eigenschap?“Mensen zeggen me dat ik heel goed kan luisteren zonder te oordelen en zonder een bekommernis meteen te willen weerleggen.”

11/ Wat is uw grootste angst?“Verongelukken, bijvoorbeeld tijdens een vliegreis. Vooral met het oog op onze doch­

ter. Ik denk altijd: ‘Ik zal blij zijn als ik weer veilig thuis ben.’”

12/ Wat is de ergste job die u ooit hebt gedaan? “Een vakantiejob als schoonmaakster in een ziekenhuis. Ik vond het schokkend om te ervaren hoe er op ons neergekeken werd door de leidinggevenden.”

13/ Waaraan hebt u een hekel?“Als mensen te dominant zijn, haak ik af.”

14/ Hebt u een ‘guilty pleasure’?“Candy Crush spelen, samen met mijn dochter (lacht).”

15/ Wat is de belangrijkste les die het leven u heeft geleerd?“Hoe beperkt je eigen perspectief is op de sociale realiteit, daar word ik me steeds meer van bewust. Dat probeer ik ook voor ogen te houden als ik bedrijven moet ad­viseren over hoe ze met diversiteit moeten omgaan. Vanuit mijn geprivilegieerde posi­tie heb ik natuurlijk makkelijk praten.”

16/ Wat houdt u wakker ’s nachts?“Onopgeloste problemen. Toen ik cam­pusdecaan werd, heb ik mezelf echt moe­ten afleren om mijn gsm nog snel even te checken voor het slapengaan. Dat was niet bevorderlijk voor mijn nachtrust.”

17/ Hoe komt u bij na een lange werkdag?“Samen met mijn man, liefst met een glaas­je witte wijn. Even decompresseren voor we aan de routine van huishouden en huiswerk beginnen.”

18/ Waar luistert u graag naar? “In de auto is dat Radio 1 en verder luister ik noodgedwongen naar de muziek van mijn dochter, hedendaagse pop dus. Toen ik meer tijd had – intussen al heel lang gele­den – ging ik graag naar concerten, David Bowie in Vorst bijvoorbeeld.”

Professor Maddy Janssens (54) is campusdecaan Leuven van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen en doet onderzoek naar diversiteit en samenwerking in en tussen organisaties.

TEKST: Ine Van Houdenhove | FOTO: Rob Stevens

01/ Wat wilde u ‘later’ worden?“Sportfotograaf. Maar omdat ik een goe­de leerling was, ging ik toch maar naar de universiteit. Psychologie leek me het meest algemeen vormend.”

02/ Zou u vandaag dezelfde studiekeuze maken?“Intussen doe ik al jarenlang onderzoek naar menselijk gedrag in bedrijven en or­ganisaties. Psychologie biedt je een heel be­langrijke manier om naar mensen te kijken, maar mensen leven en werken ook in syste­men. Eigenlijk is er nood aan een opleiding die psychologie, sociologie en geschiedenis verenigt.”

03/ Op welke job bent u jaloers?“Geen enkele. Als prof kan je je eigen inte­resses volgen en je werkt met jonge mensen. Dat compenseert de onvermijdelijke stress.”

04/ Wat weten uw medewerkers niet van u? “Ze weten heel veel van mij. Bijvoorbeeld ook dat we net een puppy in huis gehaald hebben (lacht).”

05/ Hebt u een motto?“Ik heb al een tijdje een uitspraak van Nobel­prijswinnaar Paul Krugman boven mijn bureau thuis hangen. Hij heeft het over hoe relaxed hij is nu hij geen treden meer hoeft te bestijgen, geen vakjes meer hoeft af te vinken. Hij doet gewoon wat hij denkt te moeten doen. Daar wil ik me aan spiegelen. Het helpt me ook om nee te zeggen, zodat ik tijd overhoud voor wat ik écht wil doen.”

06/ Welk boek ligt er op uw nachtkastje? “Ik heb weinig tijd om te lezen, en vaak blijft het bij wat dan een literaire thriller heet. Ik heb nu net wel de memoires van Michelle Obama in huis gehaald.”

07/ Aan welk project zou u meteen beginnen als tijd en geld geen

19/ Wanneer bent u het bangst geweest?“Toen ik in New York stond te wachten om over te steken en opeens werd aangevallen door een homeless person die een metalen vuilnisbakdeksel op mijn hoofd liet neer­komen. Dat zal ik niet snel vergeten. De pijn, de schok van opeens aangevallen te worden, maar vooral ook het besef dat het heel snel gedaan kan zijn. Dat gevoel had ik ook met de aanslag in Zaventem, één dag nadat ik er zelf het vliegtuig had ge­nomen.”

20/ Wat was uw meest recente vakantiebestemming?“Italië, het land dat alles heeft. Meestal reizen we verder, en actiever, maar ik had behoefte aan een luie vakantie.”

21/ Waarop bent u het meest trots?“Dat ik het als doctoraatsstudent heb aangedurfd om naar de VS te trekken om er met een beurs te gaan studeren aan de Kellogg School of Management. Dat verblijf heeft mijn leven bepaald. Ik heb er het vak geleerd en ontdekt hoe fijn het zou zijn om als prof en onderzoeker te werken.”

22/ Wat zou u graag beter kunnen? “Zwemmen. Ik voel me niet op mijn gemak in het water. Dat ik heb gesnorkeld bij het Great Barrier Reef was een overwinning op mezelf.

23/ Hebt u een hobby? “Ik probeer twee keer per week te gaan lo­pen. Nu even niet, want ik heb een overbe­laste achillespees.”

24/ Wat zullen we over vijftig jaar onbegrijpelijk vinden?“Dat de maatschappelijke implicaties van een bedrijf, op het vlak van ecologie, soci­aal welzijn, veiligheid … niet in rekening worden gebracht bij het bepalen van de prijs van een product en de beurswaarde van het bedrijf zelf.”

© KU

Leuv

en | R

ob St

even

s

Maddy Janssens:“Toen ik campusdecaan

werd, heb ik mezelf echt moeten afleren

om mijn gsm nog snel even te checken voor

het slapengaan. Dat was niet

bevorderlijk voor mijn nachtrust.”

“ Als mensen té dominant zijn, haak ik af”

Ik kijk elke dag naar Thuis met mijn dochter van dertien, desnoods nemen we het op. Het draait meer om het samen zijn met haar dan om het programma zelf.

Page 20: LEUVENSE ONDERZOEKERS ONTWIKKELEN BELOFTEVOL … · als archivaris van Rode Kruis-Vlaanderen op - zitten en de voorbije decennia publiceerde hij verschillende boeken over de Eerste

20 CAMPUSKRANT | 19 DECEMBER 2018

Bomenblues en everzwijmHEBBEN WE EEN TE SOFTE KIJK OP DE NATUUR?

Gebruiksaanwijzing voor de hedendaagse mens

MODERNE TIJDEN

Wordt er vandaag ergens in Vlaanderen een boom gekapt of een everzwijn bejaagd, dan roert prompt een actiegroep de trom. Zijn we te teerhartig geworden tegenover de natuur? En zijn sentimenten wel altijd goede argumenten in de strijd voor natuurbehoud? TEKST: Wouter Verbeylen | ILLUSTRATIE: Gudrun Makelberge

Conclusie:

De natuur roert menig hart, en dat is goed. Maar het mag soms wat consequenter. (De onderdeurtjes zullen je dankbaar zijn.)

ijn we te sentimenteel? De na-tuurbeweging is geboren uit sentimentele gevoelens. Daar

kan je dus moeilijk helemaal tegen zijn”, vindt Martin Hermy. Hij is emeritus professor natuur-beheer, en heeft al heel wat jaren op de teller als nuchtere bioloog. “Maar het minste wat je kan zeggen is dat we in ons verstedelijkte Vlaande-ren vandaag een wat rare, inconsequente kijk op de natuur hebben. Waar gaan de meeste groen-klachten in een stad over? Over bomen. Hun bladeren verstoppen de dakgoten en maken de voetpaden glad. Maar willen we meer bomen in onze stad? Graag!”

Plezier met petuniaVandaag krijgt zowat elke boom die in de stad of op een snelwegberm gekapt wordt, zijn eigen actiegroep. Beetje overdreven, nee? “Ik vind van niet”, zegt Hermy. “Die actievoerders heb-ben vaak overschot van gelijk. Er worden in de stad en aan de rand té vaak bomen gekapt die gemakkelijk nog vijftig of honderd jaar mee kunnen. Kappen op de bermen: idem. Daar zijn ze volgens mij veel te snel mee. Het lijkt soms alsof die bomen de auto’s aanrijden in plaats van andersom.”

Maar blijft het geen overreactie? Een tufje groen in een woonwijk is toch geen zeldzame natuur? “Nee, maar voor wie in de stad woont is het dat wél. Zo’n boom geeft wat koelte en schaduw in de zomer, en je wordt er gegaran-deerd gelukkiger van dan onder een afdakje. Een petunia in een bloembak, een geranium op een vensterbank: daar beleeft men ook plezier aan.”

“Ik ben me daar in de loop der jaren steeds be-wuster van geworden: de toekomst is stedelijk. Meer en meer mensen komen nooit de stad uit, en heel Vlaanderen is stilaan één groot verstede-lijkt gebied. We moeten dus zorgvuldiger leren

uit dat die mooie halsbandparkiet dood moet omdat hij andere holenbroeders verdringt.”

“Biologen zijn zelf trouwens ook niet immuun voor sentimenten. Zelfs bij studenten biologie is er altijd veel meer interesse in dieren dan in plan-ten. En ikzelf ben vandaag een groot plantenlief-hebber, maar ook ik ben begonnen als vogelaar.”

“Sentimenten zijn niet slècht, hè. Ze komen ook handig van pas als je mensen wilt mobili-seren. De natuurbeweging kiest heel bewust de panda als symboolsoort, niet omdat zijn rol in het ecosysteem nu zo geweldig groot is, maar omdat hij zo aaibaar is. De kakkerlak als symbool voor natuurbehoud: ik zie het niet gebeuren.”

“Z omgaan met die nieuwe stadsnatuur, met groen-beheer, met alle vormen van leven in de stad.”

Die stedelingen zijn wel vaak stukken softer in hun omgang met de natuur dan pragmatische plattelanders. “Dat lijkt me nu echt één van de nieuwe contrasten: de visie verschilt totaal tus-sen stad en platteland. Kijk naar de vos: die is haast heiligverklaard in de stad, en op de bui-ten willen ze hem vernietigen. Het lijken twee gescheiden werelden. De vervreemding met de natuur is groot, en ze zal niet kleiner worden. Zet vandaag een zwartbonte koe in de winter in de wei, en je zal zien dat het klachten regent. Terwijl

dat dier dat perfect aankan.”

Bioloog Martin Hermy:

De vos is haast heiligverklaard in de stad, en op de buiten willen ze

hem vernietigen. Het lijken twee gescheiden werelden.

Hermy kijkt er met verbazing naar, hoeveel commotie er soms ontstaat. “Men doet nog dui-zend keer sentimenteler over dieren dan over planten. De jacht op everzwijnen bijvoorbeeld: voor mij kan dat soms.” Dus bomen kappen: nee, dieren doden: desnoods? “Ja, ik vind het erger dat die boom in de stad te vroeg gekapt wordt. Je moet dat altijd in zijn context zien. Die boom is voor wie er woont veel belangrijker dan een everzwijn dat grote schade berokkent en waar-van de populatie ongezond groot is. Pas op: ik ben vierkant tegen het ‘zomaar’ doden van die-ren, louter voor het plezier van het jagen.”

Om het aaibaarstDat lijkt de hitparade van het publieke senti-ment: dieren boven planten, en bij dieren onder-ling wint de aaibaarste. “Neem bijvoorbeeld de halsbandparkiet en de Duitse kakkerlak: ze zijn allebei even uitheems, en ze berokkenen, elk op zijn manier, schade. Als je ze wilt bestrijden, dan zal je in het geval van een kakkerlak weinig pro-test horen. Bij de parkieten: ho maar! De percep-tie bij de publieke opinie heeft dus hoegenaamd niets te maken met schadelijk of waardevol.”

Staat uitheems altijd gelijk aan ‘slecht’? “Bij na-tuurliefhebbers leeft dat gevoel nog, maar ik ben daar zelf niet meer zo puriteins in (lacht). Uitein-delijk berokkenen er maar enkele soorten echt

schade. Als een soort een rol in het ecosys-teem vervult, dan heeft die voor mij zijn

plaats hier. Een klaproos is ook ooit inge-voerd, hè? Alleen gebeurde dat zo lang

geleden dat men het vergeten is.”Is het niet aan wetenschap-

pers om percepties te keren? “Dat moeten we wel proberen natuurlijk. In het geniep die-ren bestrijden is ook niet echt koosjer. Maar leg maar eens

IN BEELD

Een gigantische bal aan de overkant van het veld krijgen, zonder verdere regels, behalve fair play: dat is het bedrieglijk eenvoudige opzet van de sport aardbal. De onvoorspelbare capriolen van de quasi ongrijpbare bal maken het tot een niet te onder-schatten discipline. KU Leuven Rug-by organiseerde op 4 december aan het Universitair Sportcentrum een Aardbal for Life-toernooi. Go wild and enjoy, luidde het motto. Maar het ging wel om rondrennend wild met het hart op de juiste plaats: de opbrengst van het event gaat naar Move To Improve, een ondersteu-ningsorganisatie voor kinderen met neuromotorische problemen.

Aardewerk

© KU

Leuv

en | R

ob St

even

s