Upload
koninklijke-onderhoudnl
View
224
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Maandelijks verenigingsblad van Koninklijke OnderhoudNL, vereniging van (restauratie-)schilders- en (totaal-)onderhoudsbedrijven, industriële onderhoudsbedrijven en glaszetbedrijven. Door het professioneel onderhoud wordt alles waar mensen in wonen, werken, leren, recreëren, reizen en vervoeren verduurzaamd en behouden voor de toekomst. Met ruim 2.600 aangesloten bedrijven in zes marktsegmenten c.q. sectoren is OnderhoudNL de grootste vereniging in het (totaal-)gebouwonderhoud en het onderhoud van industriële installaties en kunstwerken in Nederland. Gezamenlijk hebben zij zo’n vijfentwintigduizend werknemers in dienst. De totale omzet bedraagt circa drie miljard euro per jaar. Gezien het ledenaantal mag OnderhoudNL zelfstandig cao-onderhandelingen voeren met de vakbonden. Vanuit het kantoor in Waddinxveen werken ongeveer 20 medewerkers aan de belangenbehartiging.Kijk voor meer informatie op www.OnderhoudNL.nl
Citation preview
MAGAZINEKoninklijke OnderhoudNL, vereniging van (restauratie-)schilders- en (totaal-)onderhoudsbedrijven, industriële onderhouds- en glaszetbedrijven
| SPECIAL OVER OPLEIDEN | MEI 2014 | www.OnderhoudNL.nl/magazine |
Ruud Maas: ‘Onvermijdelijke stap om het opleiden zowel inhoudelijk te moderniseren als betaalbaar te houden’
Volg ons op Twitterwww.twitter.com/OnderhoudNL
Volg ons op Facebookwww.facebook.nl/OnderhoudNL
Volg ons op YouTubewww.youtube.nl/OnderhoudNL
EXTRA EDITIE:
OnderhoudNL stopt met Savantis
Ook online te lezen én te delen
SPECIAL: VISIE OP OPLEIDEN TEKST TOM HUIZENGA | BEELD ScHILdEr^ScOOL/rIJKSOVErHEId
Wettelijke Savantis-taken gaan op in landelijk kenniscentrum
Wettelijke taken zijn het erkennen en
begeleiden van leerbedrijven, afstemmen van
vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en het
onderhouden c.q. updaten van de eisen
waaraan de opleidingen moeten voldoen.
Savantis voert dat straks niet meer uit vanuit
Waddinxveen. En daarmee houdt Savantis
Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsle-
ven op te bestaan. Alle kenniscentra worden
namelijk van overheidswege gecentraliseerd –
WADDINXVEEN – OnderhoudNL haalt de sectortaken weg bij het Savantis Vak centrum. De financiering van deze bovenwettelijke taken stopt wat OnderhoudNL betreft per 31 december 2015. Dat is ook het moment waarop het ministerie van Onderwijs geen geld meer geeft aan de kenniscentra voor de uitvoering van wettelijke taken. Maar wel aan de nieuwe stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven voor het uitvoeren van die wettelijke taken op het gebied van beroeps onderwijs. Ook voor onze bedrijfstak.
“In het regeerakkoord is een maatregel
opgenomen met betrekking tot het
centraliseren van de zeventien Kenniscentra
Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. De wette-
lijke taken van de kenniscentra worden
ondergebracht bij de stichting Samenwer-
king Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. (…) Het
regeerakkoord realiseert daarmee bezuini-
gingen van 40 miljoen euro in 2015 en vanaf
2016 80 miljoen euro structureel. (…)
Bij de Kenniscentra Beroepsonderwijs en
Bedrijfsleven worden beleidsmatige ontwik-
kelingen voor de desbetreffende sector op
het terrein van het onderwijs en de arbeids-
markt in sectorkamers besproken. Elke
sectorkamer is verantwoordelijk voor de
invulling van sectorale keuzes op het terrein
van kwalificeren, examineren en beroeps-
vorming. (…)
Vanwege één organisatie worden doublures
voorkomen en wordt beter aangesloten bij
de innovatie in het bedrijfsleven. Met de
bundeling van taken en bevoegdheden in
één organisatie, waarin de verschillende
sectoren samenwerken, voorzie ik dan ook
een grote innovatie als het gaat om de
aansluiting tussen het onderwijs en de
arbeidsmarkt.”
Minister Jet Bussemaker van Onderwijs,
brief Tweede Kamer 16 december 2013 n
Jet Bussemaker,
minister van Onderwijs
Minister Bussemaker: ‘Betere aansluiting van onderwijs op arbeidsmarkt’
Wettelijke (verplichte) taken in opdracht van ministerie van Onderwijs1. erkennen en begeleiden van leerbedrijven (BPV-erkenning)
2. afstemmen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt (doelmatigheid, arbeidsmarktbehoefte)
3. onderhouden van opleidingseisen (kwalificeren & examineren)
N.B. Deze taken worden betaald door het ministerie van Onderwijs
OUDUitvoering door zeventien kenniscentra op
verschillende locaties, waaronder Savantis
Kenniscentrum te Waddinxveen
NIEUWUitvoering per 1 januari 2016 door één landelijke
organisatie (Samenwerking Beroepsonderwijs
Bedrijfsleven) op één locatie
2 | OnderhoudNL MAGAZINE | SpEcIAL OVEr OpLEIdEN - MEI 2014
vooralsnog is Zoetermeer de standplaats –
naar de organisatie met de naam stichting
Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfs-
leven. Hierin werken het middelbaar beroeps-
onderwijs en het bedrijfsleven – overkoepe-
lend boven de sectoren – samen. Samen
wordt bepaald hoe het beroepsonderwijs
eruit moet komen te zien en hoe de aanslui-
ting van de opleidingen op het bedrijfsleven
moet worden gerealiseerd. De invloed van
onze bedrijfstak op ons beroepsonderwijs zal
dan lopen via de sectorkamer Techniek &
Gebouwde Omgeving. Waarschijnlijk zal een
aantal medewerkers van Savantis Kennis-
centrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven in
2015 overgaan naar de stichting Samenwer-
king Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. Volgens
minister Bussemaker van Onderwijs zorgt het
werken vanuit één landelijke organisatie voor
minder complexiteit en bestuurlijke drukte
in het MBO. n
Bedrijfstakgeld voor uitvoering bovenwettelijke taken*• Regelingen subsidies € 419.000,-
• Regelingen subsidies in kader van sectorplan € 836.000,-
• bedrijfstakbijdrage aan Vakcentrum Savantis € 2.368.000,-
Totaal: € 3.623.000,-
* Dit geld voor de uitvoering van de bovenwettelijke taken c.q. sector
taken van Savantis komt uit het O&OFonds en hierin zijn niet de
kosten van € 1.700.000.– op genomen voor mijnloopbaan als
loopbaanfaciliteit voor de sector schilderen en onderhoud
Het zijn voortaan de regionale samenwerkingsverbanden waaraan OnderhoudNL de circa 3,6 miljoen euro aan bedrijfstakgeld wil uitgeven
Bovenwettelijke (branche gewenste) taken in opdracht van de branche1. tot onderwijsbeleid komen
2. ontwikkelingen leermiddelen en trainingen
3. uitvoering loopbaanfaciliteit mijn loopbaan, uitvoeren subsidiebeleid enz.
4. administratie (opleidingsprogrammering)
5. marketing en communicatie (promotie)
6. begeleiden leerbedrijven (buitendienst)
N.B. Deze taken worden betaald door de bedrijfstak
OUDUitvoering door Savantis Vakcentrum
in samenwerking met regionale
samenwerkingsverbanden
NIEUWUitvoering taken 1, 2 en 3 door op te richten
Onderwijsexpertisebureau en door het O&O-Fonds
en taken 4, 5 en 6 door één landelijke organisatie
van samenwerkings verbanden (zoveel mogelijk per
1 januari 2015 en uiterlijk 1 januari 2016)
OnderhoudNL MAGAZINE | SpEcIAL OVEr OpLEIdEN - MEI 2014 | 3
WADDINXVEEN – ‘Het besluit om als On-derhoudNL met Savantis te stoppen komt niet zomaar uit de lucht vallen’, benadrukt Ruud Maas. De voorzitter wijst in dit arti-kel op de context waarin het besluit is gevallen. ‘De crisis en de krimp onder de cao-bedrijven grijpen om zich heen waar-door er minder geld is. Tegelijkertijd móe-ten we aan nieuwe vakkrachten komen. Juist daarom willen we het opleiden zowel inhoudelijk moderniseren als ook betaal-baar houden. Ik ben er van overtuigd dat het beter kan voor minder geld.’
Hoe grijpen de crisis en de krimp onder de cao om zich heen? “Externe factoren spelen ons
parten. We hebben te maken
met een economische crisis
die de afgelopen zeven jaar
zijn sporen heeft achter-
gelaten. De omzet bij de
bedrijven in de branche staat
onder druk en laat sinds
2008 een krimp zien van zo’n
15%. Daarnaast neemt de
flexibilisering fors toe. Op
dit moment wordt ca. de
helft van ons werk door
flexibele medewerkers uitgevoerd die vaak niet onder de
cao vallen. En omdat alleen met premieheffing van mede-
werkers die onder cao vallen, activiteiten in de bedrijfstak
betaald worden, is het dus logisch dat er steeds minder geld
beschikbaar komt. Dus ook voor onderwijs en opleiden.”
We kunnen dus niet als vanouds alles blijven uitvoeren?“Nee, want er komt minder geld binnen om te betalen wat
we altijd deden. Dat geld komt niet meer binnen van zo’n
34.000 werknemers, maar van nog slechts circa 13.000 die
onder de cao werken. We moeten de tering naar de nering
zetten, keuzes maken en hervormen om de belangrijkste
activiteiten veilig te stellen en daar is onderwijs en opleiden
er een van. We moeten zorgen voor voldoende en goed
opgeleide instroom van vakmensen in onze bedrijfstak.”
De beslissing rond Savantis staat niet op zichzelf?“In 2012 hebben de eerder genoemde
externe factoren er al voor gezorgd dat
we moesten ingrijpen in onze eigen
organisatie. Om in de pas te blijven
lopen met de kosten versus de in-
komsten van de vereniging, ontkwamen
we niet aan een reorganisatie: we gingen
terug van 30 naar 20 medewerkers en
hebben we ons als OnderhoudNL
herbezonnen op onze belangrijkste
speerpunten. Zo’n topprioriteit was en is
onderwijs c.q. opleiden.”
Waarom besloten jullie te stoppen met Savantis?“Laat ik voorop stellen dat we niet tegen
Savantis als instituut zijn. We voelden al enige jaren een
noodzaak om daar anders tegen aan te móeten kijken.
Waarom? Omdat de aloude manier van opleiden zowel
inhoudelijk als financieel niet meer verantwoord is . Het
aantal leerlingen daalt en er is steeds minder bereidheid bij
leerbedrijven om ze op te willen leiden. Maar we hebben ook
een ander opleidingsmodel voor ogen. Daar moet meer
praktijk in en het moet bovendien in een kortere tijd
worden gerealiseerd, vindt het ministerie. Voortaan in drie
jaar in plaats van vier. We willen taken van Savantis over-
dragen naar de regionale samenwerkingsverbanden. Beleid
en uitvoering moeten worden gescheiden. Beleid kan in een
klein bureau worden vormgegeven en de uitvoering dient
dichter op de bedrijven en leerlingen, in de regio, plaats te
vinden.”
Hoe wordt het Savantis-geld voortaan besteed?“Mijn collega Jacq van Aarle komt daar op de pagina’s 6 tot
en met 8 uitvoerig op terug. Laat ik het daarom alleen bij de
rode draad houden van de insteek van OnderhoudNL: we
willen dat geld graag in opleiden investeren bij de regionale
samenwerkingsverbanden. We denken dat met ongeveer de
helft van de huidige circa 3,5 miljoen euro te kunnen doen.
Omdat we de tarieven van de leerlingen verlagen, de
opleiding verkort wordt en de werving en begeleiding van
leerbedrijven geregionaliseerd wordt, vallen de opleidings-
kosten lager uit en wordt het begeleiden van leerlingen door
leerbedrijven aantrekkelijker. En zo willen we bereiken dat
SPECIAL: VISIE OP OPLEIDEN TEKST TOM HUIZENGA | BEELD ONdErHOUdNL/ScHILdEr^ScOOL
‘Opleiden inhoudelijk moderniseren én betaalbaar houden’
Ruud Maas,
voorzitter OnderhoudNL
4 | OnderhoudNL MAGAZINE | SpEcIAL OVEr OpLEIdEN - MEI 2014
er veel meer jonge vaklui instromen. Dat is het verhaal
eigenlijk in een notendop.”
Is de OnderhoudNL-zienswijze volstrekt nieuw? “Onze focus op opleiden in de regio’s is niet nieuw. Ook niet
dat de opleidingskosten marktconform en transparant
moeten zijn. Dat is al jaren onze insteek geweest. Ondanks
veelvuldig overleg hierover met Savantis en de andere
besturende organisaties, kunnen we in Savantis niet de
partner vinden om dat doel samen te bereiken. Daarom
trekken we ons terug uit Savantis. Daarvoor zijn we niet over
één nacht ijs gegaan. We hebben gewerkt aan een nieuw en
goedkoper opleidingsmodel (zie
pagina 10 tot en met 13) waarbij
leerlingen niet in vier jaar, maar
in drie jaar worden opgeleid. Een
onderzoek heeft uitgewezen dat
er zo meer leerlingen beter en
goedkoper worden opgeleid.”
Er ligt dus een grote opleidingstaak te wachten?“Het heeft inderdaad heel wat
voeten in aarde. We nemen er
dan ook anderhalf jaar de tijd
voor – tot 1 januari 2016 – om het
oude opleiden om te buigen naar
een toekomstbestendig model. Dat zegt volgens mij genoeg
over de verantwoordelijkheid die we op ons nemen. Een ver-
antwoordelijkheid waarbij we als bestuur van OnderhoudNL
de stellige overtuiging hebben dat we het opleiden inhoudelijk
gezien moderniseren en financieel gezien betaalbaar houden.
We slopen het opleiden dus niet, maar verbouwen en reno-
veren het met het oog op de realiteit van nu én de toekomst.”
Er liggen nog meer verbouwingen in het verschiet?“Ja, daar blijft het niet bij. Onze onderwijscommissie denkt
na over extra plannen. Wat te doen aan al die bedrijven die
hun verantwoordelijkheid niet nemen door niet te willen of
te kunnen investeren in het
opleiden van leerlingen?
Maar die de jonge vak-
krachten wel maar wat
graag na enige werk-
ervaring in dienst willen
nemen? Er ligt een idee
voor het betalen van een
transferbedrag aan het
bedrijf dat wél gezorgd
heeft voor de begeleiding
van leerlingen. Al met al
ligt er nog flink wat werk
te wachten. We houden u
op de hoogte.” n
OnderhoudNL heeft gewerkt aan een nieuw en goedkoper opleidingsmodel om aan meer jonge vakkrachten te komen
“Omdat we de tarieven van de leerlingen verlagen, de
opleiding verkort wordt en de werving en begeleiding van
leerbedrijven geregionaliseerd wordt, vallen de opleidings
kosten lager uit en wordt het begeleiden van leerlingen door leerbedrijven aantrekkelijker”
‘Opleiden inhoudelijk moderniseren én betaalbaar houden’
OnderhoudNL MAGAZINE | SpEcIAL OVEr OpLEIdEN - MEI 2014 | 5
‘Verantwoordelijkheid genomen voor ons beroepsonderwijs’
Heeft de breuk met Savantis te maken met een nieuwe visie op beroepsonderwijs?“Het is echt niet nieuw hoe
wij tegen de uitvoering van
de bovenwettelijke taken
aankijken. Jaren geleden, te
weten in 2008, hebben we
onze visie daarover al
overduidelijk kenbaar
gemaakt in het onderwijs-
project ‘Maak werk van
opleiden’. Toen gaven we al
aan dat een aantal boven-
wettelijke taken aan de
regionale samenwerkingsverbanden zou moeten worden
overgedragen. De samenwerkingsverbanden in de regio
zitten dichter bij de bedrijven dan een landelijk orgaan en
samenwerkingsverbanden weten heel goed wat de bedrijven
in de regio nodig hebben. En wij willen dat de wensen van
de werkgevers op het gebied van scholing en opleiding
worden vertaald in kwalitatief goed en betaalbaar beroeps-
onderwijs.”
Hoe werd de visie van OnderhoudNL weer actueel?“In het kader van de bezuinigingen besloot de minister van
Onderwijs dat de wettelijke taken van alle kenniscentra per
1 januari 2016 uitgevoerd moeten worden door één organi-
satie, te weten de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs
en Bedrijfsleven (zie voor nadere uitleg pagina 2 & 3).
Vanwege deze ontwikkeling drong zich de vraag bij het
bestuur van Savantis op of Savantis Vakcentrum als uit-
voeringsorganisatie voor de bovenwettelijke taken nog voor
onze sector zou moeten worden behouden. In de strategische
discussie die daar op volgde in het bestuur en later in een
bestuurlijke werkgroep, werd het voor ons al snel duidelijk
dat de discussie zich vooral richtte op het behoud van
Savantis Vakcentrum.”
Wat was toen het standpunt van OnderhoudNL? “We pleitten er andermaal voor om bovenwettelijke taken
over te dragen aan de samenwerkingsverbanden in de
regio’s. En we zijn voor het inrichten van een Onderwijs-
expertisebureau voor een aantal bovenwettelijke taken, die
niet door de samenwerkingsverbanden kan worden uit-
gevoerd zoals examinering. Daarnaast hebben we ook nog
besproken dat voor de bemensing in de regio’s 14 tot
18 medewerkers van Savantis in dienst zouden kunnen
komen bij de landelijke Schilder^sCOOL-organisatie en
4-6 medewerkers in dienst van het Onderwijs expertise-
bureau. In het bestuur van het Onderwijsexpertisebureau
zouden de bonden en het onderwijs samen met
OnderhoudNL het onderwijsbeleid kunnen bepalen.”
Wat zijn die bovenwettelijke taken van Savantis?“De bovenwettelijke taken komen voort uit het belang dat
sociale partners van de sector Schilderen en Onderhoud
hechten aan kwalitatief goed beroepsonderwijs. De boven-
wettelijke taken omvatten onder andere het ontwikkelen,
produceren en uitgeven van onderwijs- en leermiddelen, het
ontwikkelen en uitvoeren van examens, het werven van
leerlingen, het geven van voorlichting over doorstroom
VMBO, MBO en HBO, het bezoeken van leerbedrijven en het
ondersteunen van de leerlingbegeleider, het organiseren
van docentendagen en het overleg stimuleren tussen
bedrijfsleven en onderwijs.”
En Savantis houdt er een andere mening op na dan OnderhoudNL? “Het merendeel van het bestuur van Savantis Vakcentrum
vindt dat de samenwerkingsverbanden onvoldoende
WADDINXVEEN - OnderhoudNL stuurt aan op de overdracht van de ‘bovenwettelijke’ (sector eigen) taken (zie pagina 3) van Savantis Vakcentrum naar de Schilder^sCOOL samenwerkingsverbanden. ‘Dat heeft te maken met de visie van Onderhoud NL dat het beroepsonderwijs voor de schilders- en onderhoudsector betaalbaar en toekomst-bestendig moet worden georganiseerd’, legt Jacq van Aarle uit. Hij heeft onderwijs als hoofdbestuurder van OnderhoudNL in zijn portefeuille zitten. ‘In die zin nemen we onze werkgeversverantwoordelijkheid.’
SPECIAL: VISIE OP OPLEIDEN TEKST TOM HUIZENGA | BEELD ONdErHOUdNL/ScHILdEr^ScOOL
Jacq van Aarle,
bestuurder OnderhoudNL
6 | OnderhoudNL MAGAZINE | SpEcIAL OVEr OpLEIdEN - MEI 2014
professioneel zijn toegerust om de bovenwettelijke taken te
kunnen uitvoeren en dat er een volledig landelijke dekking
van opleidingslocaties ontbreekt. Terwijl wij juist kunnen
aantonen dat de meeste samenwerkingsverbanden al jaren,
al dan niet in overleg met de ROC’s, boven wettelijke taken
uitvoeren. Met dat verschil dat de meeste samenwerkings-
verbanden hiervoor niet betaald worden en mede daardoor
in financiële problemen komen. Daarnaast gaven we aan dat
met Schilder^sCOOL een traject is gestart om hun samen-
werkingsverbanden om te vormen tot een landelijke
organisatie met voldoende opleidingslocaties.
Dat moet borg staan voor voldoende instroom en behoud
van leerlingen, voor kwalitatief goed en betaalbaar beroeps-
onderwijs en voor het ondersteunen van de bedrijven op het
gebied van opleidings- en personeelsbeleid. In het traject
worden ook nieuwe opleidingsmodellen uitgewerkt, die
gericht zijn op het betaalbaar maken en houden van het
beroepsonderwijs.”
Waarom móet opleiden goedkoper vanwege het bedrijfstakbelang?“Al drie jaar zetten wij in op bezuinigingen bij Savantis
omdat we zien dat de bedrijfstak steeds minder premie-
inkomsten krijgt. In onze bedrijfstak wordt namelijk een
deel (werkgevers- en werknemersbijdrage) van het cao-loon
van werknemers afgedragen aan het O&O-Fonds. Daarmee
worden onder andere subsidies verstrekt voor de uitvoering
van onderwijs- of arbeidsmarktactiviteiten. Zó wordt een
grote bijdrage geleverd aan de begroting van Savantis
Vakcentrum. Door een terugloop van het aantal cao-werk-
nemers lopen de inkomsten van het O&O-Fonds sterk terug.
Nu hebben we het nog maar over circa 13.000 cao-werk-
nemers. En de verwachting is dat het aantal de komende
twee à drie jaar nog verder daalt naar 10.000.”
Gaat het alleen om een verdere daling van cao-medewerkers?“Tel daar bij op dat bedrijven minder in staat zijn om
leerlingen een arbeidsplaats aan te bieden en er verdringing
ontstaat door de toename van het aantal flexwerkers.
Vanwege deze ontwikkelingen mag je als bestuurder niet
berusten en denken ‘het komt wel goed’. Je moet ten eerste
maatregelen nemen die juist gericht zijn op het versterken
en vernieuwen van het beroepsonderwijs en het verbeteren
van de arbeidsmarktpositie van leerlingen. Vervolgens moet
je zeer indringend gaan nadenken wat nodig is van datgene
wat in het verleden is georganiseerd. Als het naar ons
inzicht beter en anders kan, dan gaan we voor vernieuwing
als de markt daar om vraagt. Nog liever gisteren dan
vandaag.”
Is er geprobeerd om er toch samen met Savantis uit te komen?“En of! We hebben echt kosten noch moeite gespaard om
met de directie en het bestuur van Savantis tot overeen-
stemming te komen. Gesprekken in de bestuurlijke
werkgroep liepen vast. Niet zozeer op het beleid en inhoud
van het beroepsonderwijs, maar meer op de vaststelling
wie verantwoordelijk is voor de uitvoering van de boven-
wettelijke taken. Zoals ik al eerder zei, het was snel duidelijk
Het opleiden wordt toevertrouwd
aan regionale samenwerkings
verbanden omdat daar de beste
lijnen lopen richting het
onderwijs c.q. de regionale
opleidingscentra
OnderhoudNL MAGAZINE | SpEcIAL OVEr OpLEIdEN - MEI 2014 | 7
dat werd ingezet op behoud van Savantis Vakcentrum.
Terwijl het voor ons duidelijk is dat de bedrijfstak voor
nu en in de toekomst niet in staat zal zijn om Savantis
Vakcentrum financieel in de lucht te houden.”
Uiteindelijk volgde een breuk: wat vormde de aanleiding?“We hebben hele klare wijn geschonken. Als je dan keer op
keer geen gehoor vindt, keer op keer merkt dat wordt gezegd
dat het toch altijd goed is gegaan en keer op keer geen actief
meedenken bespeurt over de noodzakelijke vernieuwing van
onze opleidingsinfrastructuur: dan houdt het een keer op.
Dan rest ons als OnderhoudNL niets anders dan zelf de
verantwoordelijkheid naar ons toe te trekken. We moeten de
focus leggen bij de samenwerkingsverbanden, die hebben
hulp nodig om ervoor te kunnen zorgen dat voldoende
leerlingen worden opgeleid. Ze moeten continueren om
onze bedrijfstak te voorzien van voldoende vakkrachten en
te kunnen voldoen aan de naar verwachting stijgende
behoeften aan vakkrachten vanaf 2015 en 2016.”
En nu? Wat gebeurt er nadat OnderhoudNL stopt met Savantis? “We zetten met man en macht in op de vernieuwing en
versterking van ons beroepsonderwijs. Want we willen de
meeste bovenwettelijke taken van Savantis vanaf 1 januari
2015 overdragen. We zijn druk in de weer met zowel de
Schilder^sCOOL- vestigingen als ook de overige samenwer-
kingsverbanden om aan een nieuw en een toekomstbestendig
opleidingsmodel te werken. Hiervoor verwijs ik even naar de
pagina’s 10 tot en met 13, waarin Petra Kanters, directeur
Servicebureau Schilder^sCOOL dat verder toelicht.”
Gaan de subsidies richting Savantis ook per 1 januari 2015 weg?“We stoppen de geldstroom per 1 januari 2015 nog niet
helemaal. Nog niet helemaal omdat we alle bestaande en
lopende afspraken willen nakomen. Neem nu het sector-
plan, dat we met sociale partners hebben opgesteld. Daar-
van zeggen wij dat de uitvoering en de bekostiging van het
sectorplan doorgang moet vinden. Daarvoor willen we geen
enkele belemmering vormen. Maar van de andere kant gaan
we een deel van de beschikbare gelden wel alvast gebruiken
voor de overdracht en uitvoering van de bovenwettelijke
taken naar de samenwerkingsverbanden.”
En de Savantis-medewerkers? Hoe ziet hun toekomst er nu uit?“Laat ik eerst even één ding heel duidelijk neerzetten: alle
lof voor de deskundigheid en de toewijding van de Savantis-
medewerkers. Aan hen ligt het dus overduidelijk niet.
Het zit alleen vast op een cruciaal verschil van inzicht
binnen het bestuur over de te varen koers. Terugkomend op
je vraag: de huidige Savantis-medewerkers zijn méér dan
welkom. Ik zei al eerder dat we ongeveer 14 tot 18 mede-
werkers nodig hebben om regionaal actief te laten worden.
Dan worden ze dus aangestuurd door de samenwerkings-
verbanden als nieuwe werkgevers van hen. Op deze manier
blijft ook de kennis en ervaring voor de sector behouden.”
Wat voor regionale taken krijgen de Savantis- medewerkers?“Contacten leggen met VMBO’s om leerlingen te werven en
bij bedrijven extra leerwerkplaatsen te realiseren. De
samenwerking zoeken met ROC’s voor de theoretische
scholing. De vakscholing ondersteunen door het begeleiden
van zowel leerlingen, praktijkopleiders en leerbedrijven.
Daarnaast is er in algemene zin een taak voor de Savantis-
medewerkers weggelegd om bedrijven te bezoeken en na te
gaan wat voor trainingen en advies nuttig zijn vanuit het
oogpunt van P&O-beleid voor het zittende personeel. Dat
gebeurt dan dus op regionaal niveau.”
Heeft het hele verhaal ook een raakvlak met ons imago? “Zeker: we dienen een hoger doel. Ja, we moeten bezuinigen.
Ja we moeten vernieuwen. Maar zie ook een ander wezenlijk
punt niet over het hoofd; de aantrekkelijkheid van je sector
om in te gaan werken en te blijven werken. Het is belangrijk
dat onze sector bekend blijft staan op het punt van goed
beroepsonderwijs en goed personeelsbeleid- en opleidings-
beleid (en de uitvoering daarvan in de bedrijven). Al jaren
zetten we ons ook in de Branche Opleidingscommissie in
om deze uitgangspunten te realiseren. Elke sector schreeuwt
om nieuwe vakkrachten en vist wat dat betreft in dezelfde
vijver. Maar dan moet je wel wat te bieden hebben: goed en
aantrekkelijker beroepsonderwijs waarmee je goede kansen
maakt op de arbeidsmarkt en doorgroeimogelijkheden
biedt. Het grijpt dus allemaal in elkaar.”
Tot slot: is er nog iets wat u in dit verband nog kwijt wilt?“Ik wil nog wel benadrukken dat onze visie parallel loopt
met wat er vanuit het ministerie van Onderwijs ook wordt
uitgedragen. Dat het bedrijfsleven en het onderwijs veel
meer gezamenlijk moeten optrekken om het beroeps-
onderwijs per sector te versterken en te vernieuwen. Daar-
voor kiest de minister niet zelf. Nee, dat is op uitdrukkelijk
verzoek van zowel het bedrijfsleven als het onderwijs. Het is
heel simpel: dat willen wij ook en dat dóen we nu door de
Savantis-taken over te dragen naar de samenwerkings-
verbanden in de regio’s.” n
8 | OnderhoudNL MAGAZINE | SpEcIAL OVEr OpLEIdEN - MEI 2014
Wetswijziging MBO-onderwijs legt ook meer accent op regio’sWADDINXVEEN – Het aansturen van OnderhoudNL op regionaal opleiden is geheel in lijn met de aanpassing van het MBO-onderwijs. Dat moet een meer regionale insteek krijgen om zodoende meer op regionale behoeftes van het bedrijfsleven in te kunnen spelen. Dat komt omdat het bedrijfsleven en de scholen c.q. regionale opleidingscentra daar uitdrukkelijk om hebben gevraagd. Minister Bussemaker van Onderwijs heeft dat verzoek gehonoreerd en in een wets-voorstel vastgelegd.
Kern van de zaak is dat alle opleidingen, ook die in de
schilders- en onderhoudssector, een basiscomponent én een
keuzecomponent krijgen. De basiscomponent (85%) is de
kennis en kunde waarover iedereen in Nederland moet
beschikken na het afronden van de Mbo-opleiding. Daarnaast
komt er een keuzecomponent (15%) dat naar het eigen
inzicht van het regionale
bedrijfsleven en de regio-
nale scholen, op basis van
beschikbare keuzedelen die
door sociale partners en
onderwijs samen zijn
vastgesteld, mag worden
ingevuld. De achterliggende
reden daarvoor is dat het
lokale bedrijfsleven een
extra vinger in de pap krijgt
voor het aanleren van
specifieke scholing en/of
vaardigheden. Scholen worden extra aantrekkelijk omdat
hun scholing aansluit bij de vraag. Last but not least:
leerlingen zijn eerder verzekerd van werk omdat hun kennis
en kunde aansluit bij de werkgevers in de buurt.
Regionale toevoegingenNeem nu het voorbeeld van een bedrijf dat vooral behoefte
heeft aan industriële lakverwerkers voor de productie en
aflevering van scheepsjachten. Dan moet sowieso worden
voldaan aan de reguliere kwaliteiten waarover je wettelijk
gezien moet beschikken. Maar het bedrijf en de school
kunnen dat basispakket dus aanvullen met extra opleidings-
componenten voor industriële lakverwerking. Op andere
locaties kan de extra regionale opleiding bestaan uit andere
aspecten die regionaal gezien extra relevant zijn. Dergelijke
regionale toevoegingen worden vanaf 1 augustus 2015
mogelijk. Ze zijn per 1 augustus 2016 verplicht. Een wetswij-
ziging met deze strekking is recentelijk aangenomen. Kijk
voor meer tekst en uitleg over deze nieuwe kwalificatiedos-
siers ook op de website www.kwalificatiesmbo.nl. n
TEKST TOM HUIZENGA | BEELD ScHILdEr^ScOOL SPECIAL: VISIE OP OPLEIDEN
Een extra regionale aanvulling
kan bijvoorbeeld een accent op
industriële lakverwerking zijn
OnderhoudNL MAGAZINE | SpEcIAL OVEr OpLEIdEN - MEI 2014 | 9
‘Eindelijk nieuw en goedkoper opleiden vanuit de juiste plek’
Wat is het probleem bij de Schilder^sCOOL-vestigingen? “Schilder^sCOOL-vestigingen - en trouwens
ook de andere samenwerkingsverbanden -
zijn financieel in de knel gekomen. De cao
bepaalt dat leerlingen twee jaar betaald
moeten worden. Ook als ze vanwege de
crisis niet weggezet kunnen worden bij
leerbedrijven. Welke 17-jarige krijgt dat in
een andere sector? Conclusie: onze cao is
ouderwets. We hebben meer flexibele
contractvormen nodig, zodat een leerling
goedkoper wordt voor de bedrijven. Dat
levert meer leerwerkplekken op. En die
hebben we heel hard nodig.”
Prijst Schilder^sCOOL zichzelf wel genoeg aan?“We merken dat Schilder^sCOOL in ruim
vijf jaar tijd een begrip is geworden. Maar
we hebben nog wel een kwaliteitsslag te
maken. Nóg beter opleiden, nóg hogere
slagingspercentages en nóg meer extra’s
bieden aan leerlingen en leerbedrijven.
Daarvoor is het nodig dat we meer op een
gelijke manier werken. Dan dragen we
landelijk gezien dezelfde identiteit uit.
Schilder^sCOOL moet het imago hebben
van een kwaliteitskeurmerk. ‘Daar willen
we onze leerlingen vandaan halen’, moet
de eerste gedachte zijn bij bedrijven als ze
aan Schilder^sCOOL denken. Aan ons de
taak om richting bedrijven en ROC’s nóg
beter uit te dragen dat onze leerlingen
beter scoren dan bij een individueel
leerbedrijf.”
Waarom werd de hulp ingeroepen van OnderhoudNL? “We kunnen het ons domweg niet veroorlo-
ven dat we verworden tot een bedrijfstak
zonder goede opleiding en zonder actieve
inbreng van de bedrijven. Met zo’n imago
bied je jongeren geen toekomst en kunnen
we het ultieme doel wel helemaal vergeten:
de huidige instroom verdubbelen. Sinds
2009 is het leerlingenaantal gedaald van
bijna 1000 naar minder dan 600 in 2014.
Terwijl we per jaar zo’n duizend leerlingen
nodig hebben om straks aan de vraag te kun-
nen voldoen. Een brancheorganisatie als
OnderhoudNL kan dan niet aan de zijlijn
blijven staan. Dat gebeurde dan ook niet.
Circa een jaar geleden hebben we de
knelpunten samen in kaart gebracht en zijn
we samen aan de slag gegaan.”
Wat zijn dan de belangrijkste opleidingsknelpunten?“De arbeidsmarkt is erg veranderd. Leerlin-
gen maakten vroeger steevast deel uit van de
vaste kern van een bedrijf. Nu moeten ze
concurreren met flexwerkers en zelfstandi-
gen. Op deze manier verliezen de twaalf
Schilder^sCOOL-vestigingen terrein. Het
allergrootste probleem is dat ons opleidings-
systeem te duur is geworden vanwege die
tweejarige contracten. SCN (SPOS Centraal
Nederland) ging vorig jaar al als eerste
samenwerkingsverband failliet. Daar
werden toen zo’n honderd leerlingen
opgeleid. Dat mogen we toch niet laten
gebeuren?!”
Die knelpunten leidden tot het verlaten van Savantis? “Hetzelfde lot als SCN hangt een aantal
Schilder^sCOOL-vestigingen en andere
EDE – ‘De taken, verantwoordelijkheden en middelen voor opleiden komen op de juiste plek te liggen.’ Dat is de eerste reactie van Petra Kanters. De directeur Servicebureau Schilder^sCOOL is blij dat OnderhoudNL stappen zet om de samen-werkingsverbanden zo te ondersteunen dat de opleidingsinfrastructuur stand houdt, in goede én slechte economische tijden. In dit artikel legt Kanters uit hoe er voortaan ook gewerkt wordt met een vernieuwd en goedkoper opleidings-model.
SPECIAL: VISIE OP OPLEIDEN TEKST TOM HUIZENGA | BEELD ScHILdEr^ScOOL
Petra Kanters, directeur
Servicebureau Schilder^sCOOL
10 | OnderhoudNL MAGAZINE | SpEcIAL OVEr OpLEIdEN - MEI 2014
‘Eindelijk nieuw en goedkoper opleiden vanuit de juiste plek’
samenwerkingsverbanden ook boven het
hoofd als we niets doen. De hamvraag is hoe
je het opleiden toekomstbestendig kunt
maken: hoe zorg je ervoor dat de infrastruc-
tuur optimaal in elkaar zit. Die vraag is
natuurlijk ook meerdere malen in het
bestuur van Savantis aan de orde gekomen.
OnderhoudNL is het als werkgeversorganisa-
tie aan haar leden verplicht om goed na te
denken waaraan ze het geld uitgeeft. Zeker
in een tijd, een crisistijd, dat ieder dubbeltje
twee keer omgedraaid moet worden.”
Schilder^sCOOL en OnderhoudNL staan op één lijn?“Wij staan vierkant achter de conclusie van
OnderhoudNL dat het opleidingsgeld het
beste zo dicht mogelijk bij de opleidingsacti-
viteit uitgegeven kan en moet worden. Dus
bij de Schilder^sCOOL-vestigingen en bij de
regionale samenwerkingsverbanden. Inste-
ken en investeren op regionaal niveau, zo
dicht mogelijk bij bedrijven en scholen, is op
zich trouwens een standpunt dat we - net als
OnderhoudNL - altijd al hebben omarmd.
Hartstikke goed dus dat het
‘bed wordt opgeschud’. Met
een vernieuwende aanpak
wordt het opleiden nieuw
leven ingeblazen.”
Hoe zit het met het geld voor het opleiden? “Er is in deze veranderde tijd
simpelweg minder geld
beschikbaar. Het uitgangs-
punt dat het beschikbare
geld zoveel mogelijk direct
terecht moet komen bij de
leerling, betekent dat er meer
geld naar de Schilder^sCOOL-
vestigingen en de andere
regionale samenwerkingsver-
banden zal gaan. Dáár
gebeurt het werven van
nieuwe leerlingen, dáár
“Met het anders besteden van het
beschikbare branchegeld richting samenwerkingsverbanden
kunnen we de leerlingtarieven verlagen, het
opleiden van leerlingen aantrekkelijker maken
voor leerbedrijven en de bedrijfstak aan meer
jonge vakkrachten helpen”
OnderhoudNL en Schilder^sCOOL werkten samen een nieuw opleidingsmodel uit
OnderhoudNL MAGAZINE | SpEcIAL OVEr OpLEIdEN - MEI 2014 | 11
werkt de instructeur dagelijks aan de
vakvaardigheden van die jongeren, dáár
moet de match tussen leerling en leerbedrijf
gemaakt worden. Met dat geld kunnen we
wat doen aan de leerlingtarieven die nu
voor bedrijven te hoog zijn. En kunnen we
dus méér leerlingen opleiden.”
Met lagere leerling-tarieven naar meer vakkrachten?“Inderdaad, een lager
leerlingtarief betekent
dat leerlingen weer
aantrekkelijker worden
voor leerbedrijven. Dat is
nu juist precies wat we
nodig hebben, ook om
weer goed te kunnen
concurreren met flex-
werkers en zelfstandigen.
We zijn hartstikke blij als
de opleidingsadviseurs,
die nu in dienst zijn van
Savantis, straks binnen
onze organisatie als
accountmanagers
ingezet kunnen worden
om ons vak aan te
prijzen bij VMBO-
scholen. En om jongeren
kennis te laten maken
met ons vak om ze zo voor onze bedrijfstak
te winnen. Ik geloof echt dat we het moeten
hebben van deze regionale werving. Colour
Your Future: de doorlopende leerlijn van het
VMBO naar de MBO-opleiding (zie schema)
is ook het fundament van het nieuwe
opleidingsmodel van Schilder^sCOOL.”
Hoe ziet het toekomstbestendige opleiden er dan verder uit? “Goed dat je het even zegt: we praten nu
inderdaad over het nieuwe opleidingsmodel
voor de samenwerkingsverbanden. Nieuw is
ook dat iedere leerling eerst een basisscho-
ling krijgt voordat ze voor hun praktijk-
opleiding bij een leerbedrijf geplaatst worden.
Daarmee spelen we in op een veel gehoorde
klacht van werkgevers dat leerlingen in het
eerste half jaar nog over te weinig vaardig-
heden beschikken. Met meer vaardigheden
neemt de bereidheid bij bedrijven toe om
juist wél leerlingen te gaan opleiden door ze
mee naar het concrete werk te nemen.”
En? Zijn er ook nog andere vernieuwende zaken te noemen? “Ja. Op een ander punt komen we de leer-
bedrijven ook tegemoet. We willen ze meer
ontlasten voor het opdoen van praktijk-
ervaring door leerlingen. Door vanuit de
Schilder^sCOOL-vestigingen ook meer in te
zetten op door ons georganiseerde leer-
“Geld komt zoveel mogelijk terecht bij de Schilder^sCOOL vestigingen en de andere regionale samenwerkingsverbanden: dáár gebeurt het werven van nieuwe leerlingen, dáár werkt de instructeur dagelijks aan de vak vaardigheden van die jongeren, dáár moet de match tussen leerling en leerbedrijf gemaakt worden”
De vierjarige opleiding wordt in
het nieuwe opleidingsmodel
verkort naar drie jaar, zoals
opgelegd is door de overheid
12 | OnderhoudNL MAGAZINE | SpEcIAL OVEr OpLEIdEN - MEI 2014
projecten. Projecten doen we altijd samen met
één of meerdere leerbedrijven of het zijn pro -
jecten die geen commercieel karakter hebben.
Verder willen we leerlingen meer praktijk-
ervaring op laten doen in de praktijkleerwerk-
plaatsen van Schilder^sCOOL. Een ander
belangrijk punt is dat we de gehele opleiding
(niveau 2 + niveau 3 samen) zoveel mogelijk
in drie jaar in plaats van vier gieten. Dat is
overigens geen keuze van Schilder^sCOOL,
maar wordt opgelegd door de overheid.”
De opleiding wordt dus ingekort naar drie jaar? “Juist. We gaan ervoor zorgen dat leerlingen
in drie jaar tijd hun diploma op niveau 3
(Gezel-schilder) kunnen halen. Een grote
groep leerlingen zal na twee jaar trouwens
uitstromen met een niveau 2-diploma
(schilder). Dat is prima. De groep die meer wil
en kan, gaan we sneller door de opleiding
leiden. Dat heeft alles te maken met de
manier waarop ROC’s hun geld van de over -
heid krijgen. Dat is een heel ingewikkeld
systeem. Maar in een notendop: voor ROC’s
wordt het financieel aantrekkelijk om een
leerling zo snel mogelijk op te leiden. In ons
nieuwe opleidingsmodel is en blijft het ROC in
elke regio de vaste samenwerkingspartner. Dus
doen we er verstandig aan om een driejarige
opleiding aan te bieden. Het ROC verzorgt het
theorie-onderwijs, en ook de inschrijving, de
licentie voor de opleiding, de examinering en
het afgeven van het diploma. Schilder^sCOOL
verzorgt samen met de leerbedrijven het
praktijkdeel van de opleiding. Schilder^sCOOL
en ROC werken dus heel nauw samen.”
Is hiermee het nieuwe opleidingsplaatje compleet? “Nee, aan het nieuwe model wil ik nog graag
Schilder^sCOOL NEXT toevoegen. Dat is de
uitzendorganisatie van gediplomeerde
Schilder^sCOOL-leerlingen die nog niet gelijk
aan de slag kunnen in de branche. Daarmee
is het nieuwe opleidingsplaatje compleet.
Een opleidingsplaatje dat we trouwens niet
alleen voor onszelf houden. Om qua opleiden
samen op te trekken, voeren we ook overleg
met de zeven samenwerkingsverbanden die
niet bij Schilder^sCOOL zijn aangesloten. We
bekijken de kansen in het bedrijfstakbelang
om ook hen bij de nieuwe werkwijze te
betrekken.” n
Het nieuwe opleidingsmodel van de toekomst
• vierjarige opleiding wordt verkort naar drie jaar
• vmbo wordt de voedingsbron voor nieuwe leerlingen
• lagere leerlingtarieven dan voorheen dankzij sectorgeld
en de nieuwe opleidingsroute
• leerlingen krijgen een basisvorming vóór uitzending
• leerbedrijven worden ontlast qua praktijkervaring
• leerlingen worden aantrekkelijker voor leerbedrijven
• per jaar worden er veel meer leerlingen opgeleid
OnderhoudNL MAGAZINE | SpEcIAL OVEr OpLEIdEN - MEI 2014 | 13
Regionale opleidingsbestuurders voor gezamenlijk optrekken
SPECIAL: VISIE OP OPLEIDEN TEKST TOM HUIZENGA | BEELD ONdErHOUdNL
HELMOND/ENSCHEDE – Nu de wegen tussen OnderhoudNL en Savantis scheiden, werd eens poolshoogte genomen bij een twee-tal bestuurders van zowel een Schilder^sCOOL-vestiging als een samenwerkingsverband. Hennie van Gemert komt als ondernemer uit Helmond aan het woord namens de Schilder opleiding Regio Peelland. Namens het bestuur van Schilder^sCOOL Hengelo voert Dick van der Geest uit Enschede het woord. Beiden zijn er een voorstander van om qua opleiden gezamenlijk op te trekken.
‘Handen ineenslaan voor een eensluidend opleidingsplan’
“Ik vind het ontzettend jammer dat er na 67 jaar een einde gekomen is aan
de samenwerking met Savantis. Maar ik weet dat OnderhoudNL daar goede
redenen voor heeft. Het uit elkaar gaan van OnderhoudNL en Savantis heeft
enerzijds te maken met een inhoudelijk punt en anderzijds betreft het een
financiële kwestie. Hoe dan ook, na het wegvallen van ons kenniscentrum is
het eens te meer zaak dat we landelijk de handen ineen slaan qua opleiden.
Zowel als Schilder^sCOOL-vestigingen als als samenwerkingsverbanden. Het
duurt namelijk niet lang meer of we zitten met een groot tekort aan vak-
krachten. Laat ik mijn eigen bedrijf als voorbeeld noemen. Vanwege de
vergrijzing neem ik straks afscheid van acht man. Dan heb ik minimaal
tien nieuwe jonge vakkrachten nodig.”
Hennie van Gemert, voorzitter Schilderopleiding Regio Peelland
‘Op naar één opleidingsorganisatie met regionale binding’
“Het is aan onze bedrijfstak om te zorgen voor een opleidingsmodel waarmee
we echt vooruit kunnen. Het aantal leerlingen zakt steeds verder weg. Leer -
bedrijven haken af omdat we leerlingen te duur hebben gemaakt. Dat wordt
nog eens versterkt omdat subsidies weg zijn gevallen om opleiden extra
aantrekkelijk te maken, zoals de Wet Vermindering Afdracht loon belasting
onderwijs en ESF. Ik sta honderd procent achter het nieuwe opleidingsmodel
van Schilder^sCOOL. We kunnen niet anders: de wereld om ons heen is
veranderd. Gelukkig koppelen we opleiden nu los van mogelijk subsidies.
Gelukkig ligt het accent op de regio met korte lijnen tussen bedrijven en
lokale opleiders. De ideale situatie is dat we versnippering voorkomen en dat
er één opleidings organisatie komt met een regionale binding.”
Dick van der Geest, bestuurslid Schilder^sCOOL Hengelo n
14 | OnderhoudNL MAGAZINE | SpEcIAL OVEr OpLEIdEN - MEI 2014
Meest gestelde vragen over het stoppen met Savantis
WADDINXVEEN - Het persbericht ‘OnderhoudNL stopt met Savantis’ van 14 mei riep vragen op bij leden. Wat is nu de aanleiding voor dat besluit? Wat doet Savantis verkeerd vanuit de optiek van OnderhoudNL en bovenal: wat is het opleidingsalternatief? Juist daarom is deze extra uitgave van OnderhoudNL Magazine verschenen. Op deze pagina treft u de antwoorden aan van enkele concrete vragen die ook bij u kunnen spelen.
Ik begrijp eigenlijk niet waarom er eerst een pers-bericht kwam en we later pas uitvoeriger worden geïnformeerd. Moest en zou stoppen met Savantis op 14 mei bekend worden? “Er was OnderhoudNL inderdaad veel aan gelegen om
halverwege mei naar buiten te brengen dat we met Savantis
wilden stoppen. Over exact achttien maanden is het 31
december en gaat Savantis als kenniscentrum op in de
stichting Samenwerking Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven.
Dan stopt het ministerie van Onderwijs met de financiering
van het Vakcentrum Savantis. Alhoewel wij wettelijk gezien
niet aan zo’n termijn worden gehouden, leek het ons vanuit
bestuurlijk oogpunt integer en zorgvuldig om dat wel aan te
houden. Zo neemt OnderhoudNL bestuurlijk gezien afscheid
van het Vakcentrum Savantis op 31 december 2015.”
Savantis de rug toekeren. Dan hebben we helemaal niets meer. Als iets niet bevalt of beter moet, kunnen we daar dan niet eerst eens over praten? “De beslissing om de deelname aan Savantis te beëindigen
komt niet van het ene op het andere moment. Vanaf de
oprichting van Schilder^sCOOL, een aantal jaren terug, heeft
OnderhoudNL zich druk en sterk gemaakt voor verbetering
van het beroepsonderwijs. Daar is veel over gesproken. In
allerlei besturen en met betrokken partijen. Uiteindelijk
heeft het bestuur van OnderhoudNL het niet langer
financieel en inhoudelijk verantwoord gevonden om door
te gaan met Savantis.”
Stoppen met Savantis? Wat is dan het alternatief van OnderhoudNL om aan de broodnodige vakkrachten te komen? “Voor alle duidelijkheid: de opleidingen verdwijnen niet.
Sterker nog: OnderhoudNL vindt dat de kwaliteit en
kwantiteit van jongelui die als vakkrachten worden opgeleid,
kan verbeteren. Hoe? Door de uitvoering in de regio dichter
bij de bedrijven te laten plaatsvinden. Omdat de leerlingen
daar uiteindelijk aan het werk gaan.”
Ik heb net een aantal medewerkers aangemeld voor een Savantis-training. En was van plan om dat ook in 2015 te gaan doen. Gaat dat gewoon door of stopt dat? “De opzegging van de deelname van OnderhoudNL aan
Savantis is per 31 december 2015. Dat betekent dat lopende
zaken als erkenningen, leermeesterbegeleiding en dergelijke
nog gewoon doorgang vinden. Het doel is wel om per
1 januari 2015 de meeste uitvoerende taken te hebben
overgedragen naar de regionale samenwerkingsverbanden.
Daar gaat OnderhoudNL de komende maanden afspraken
over maken.” n
TEKST TOM HUIZENGA | BEELD ScHILdEr^ScOOL SPECIAL: VISIE OP OPLEIDEN
OnderhoudNL MAGAZINE | SpEcIAL OVEr OpLEIdEN - MEI 2014 | 15
COLOFONREDACTIE
HoofdredactieTom Huizenga
RedactieassistenteLydia Kortenbout-van Honschoten
EindverantwoordelijkheidOkke Spruijt
RedactieadresOnderhoudNLCoenecoop 5, 2741 PG WADDINXVEENPostbus 30 , 2740 AA WADDINXVEEN0182-556134 of [email protected]
VORMGEVING & DRuK
Idee & ConceptTom Huizenga
Vormgeving, opmaak en drukTwigt GrafiMedia, Waddinxveen
Oplage en verspreidingZo’n 3.000 stuks worden verstuurd naar alle leden van OnderhoudNL en naar relaties. U kunt zich ook als niet-lid abonneren op OnderhoudNL Magazine. Dat kost € 50,- per jaar. Bij interesse kunt u bellen of e-mailen naar het redactieadres.
AdvertentiesIn elke uitgave van OnderhoudNL Magazine kunnen advertenties worden geplaatst. Hiervoor is een tarievenkaart beschikbaar. Adverteerders kunnen hun interesse kenbaar maken via [email protected].
Kijk voor meer informatie op www.OnderhoudNL.nl
© Copyright 2014, Koninklijke OnderhoudNL, Waddinxveen | ISSN: 22130144Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of overgenomen in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van OnderhoudNL.
Ledenadvies voor vragen, dossier voor documentatie
OnderhoudNL heeft geprobeerd om u met deze speciale uitgave uitvoerig tekst en uitleg te geven over de visie op opleiden. Laat onverlet dat u desondanks nog met vragen kunt blijven zitten. In dat geval kunt u altijd terecht bij Ledenadvies van OnderhoudNL. Zoals u weet kun u dan bellen naar 0182-571444 of e-mailen naar [email protected].
Daarnaast wijzen we u op het dossier Opleidingen & Trainingen dat u online kunt raadplegen via www.OnderhoudNL.nl/ledendossiers. Alle nieuwe ontwikkelingen kunt u
daar vinden. Maar u wordt daarvan natuurlijk ook op de hoogte gebracht via de reguliere nieuwsbronnen van OnderhoudNL, zoals het OnderhoudNL Magazine en de wekelijkse
digitale nieuwsbrief die elke woensdag verschijnt.
Tip: houd het dossier bij over Opleidingen & Trainingen op
www.OnderhoudNL.nl/ledendossiers