Manual Aggregation Station - MAS 2 - Mettler Toledo...Frankrijk [email protected] +33 825 00 15 15 Duitsland [email protected] +49 5121 933 160 Korea [email protected] +82 2

T2660 Manual Track & Trace 2.1

Documentversie A

Han

dlei

ding

Manual Aggregation Station - MAS 2.1 - Handleiding - Documentversie C 6-3-2017 13:45 - SchemaST4 PDF engine - Layout by Victor Mahler

Man

ual A

ggre

gatio

n St

atio

n - M

AS 2

.1

Opze

ttelijk

leeg

gelat

en

2 / 32 T2660 Manual Track & Trace 2.1 - Handleiding - Documentversie A

Inhoudsopgave

1 Algemene Instructies 51.1 Bereik......................................................................................................................... 51.2 Beoogd gebruik ........................................................................................................... 51.3 Service ....................................................................................................................... 51.4 Taal ........................................................................................................................... 51.5 Opmaak en betekenis .................................................................................................. 51.6 Beschikbaarheid van knoppen en schermen ................................................................... 61.7 Hoe u screenshots moet gebruiken ................................................................................ 6

2 Veiligheidsopmerkingen 72.1 Veiligheidsstickers........................................................................................................ 7

2.1.1 Waarschuwingsstickers ................................................................................. 72.1.1.1 Definitie van de signaalwoorden ............................................................... 72.1.1.2 Betekenis van gevaarsymbolen................................................................. 72.1.2 Verplichte procedures .................................................................................... 92.1.3 Verboden procedures..................................................................................... 9

2.2 Algemene beschermingsmaatregelen ............................................................................. 102.3 Veiligheidsinformatie voor diverse activiteiten .................................................................. 10

2.3.1 De apparatuur transporteren en installeren ....................................................... 102.3.2 Installeren .................................................................................................... 112.3.3 De apparatuur bedienen en het inspectieproces controleren................................ 112.3.4 De apparatuur testen en verifiëren ................................................................... 112.3.5 De apparatuur onderhouden, reinigen en ontsmetten......................................... 11

2.4 Speciale gevaren ......................................................................................................... 112.4.1 Elektriciteit .................................................................................................... 112.4.2 Lichtflitsen.................................................................................................... 112.4.3 Lichten en lasersensors ................................................................................. 12

3 Systeembeschrijving 133.1 Overzicht van de T2660...................................................................................................133.2 Technische gegevens ................................................................................................... 14

4 Componenten 154.1 Operationele gebied ..................................................................................................... 154.2 Toepassingsbereik ....................................................................................................... 154.3 Korte beschrijving ........................................................................................................ 15

5 Installatie 16

6 Gebruik 176.1 Het systeem opstarten .................................................................................................. 176.2 Handscanner............................................................................................................... 176.3 Printers....................................................................................................................... 176.4 Artikel naar bundel/doos aggregatie ............................................................................... 176.5 Bundel-naar-doos aggregatie ........................................................................................ 176.6 Doos-naar-pallet aggregatie.......................................................................................... 186.7 PLM gebruikersinterface................................................................................................ 186.8 Systeemuitschakeling ................................................................................................... 20

7 Probleemoplossing 217.1 Gedrag van het systeem na stroomverlies....................................................................... 217.2 Contact opnemen met de technische dienst..................................................................... 217.3 Alarmberichten ............................................................................................................ 21

8 Reiniging en onderhoud 228.1 Visuele inspectie en reiniging van het systeem ................................................................ 228.2 Visuele inspectie van pakkingen/afdichtingen .................................................................. 228.3 Reserveonderdelen en garantie ...................................................................................... 228.4 Algemeen advies over onderhoud van RVS ..................................................................... 228.5 Touchdisplay reinigen .................................................................................................. 23

T2660 Manual Track & Trace 2.1 - Handleiding - Documentversie A 3 / 32

9 Transport en opslag 249.1 Transporteren van het systeem ...................................................................................... 249.2 Voorbereiden voor transport .......................................................................................... 249.3 Bewaren van het systeem, de accessoires en reserveonderdelen ....................................... 24

10 Interfaces [IPC B&R 910 Raid] 2510.1 Overzicht van de interfaces ........................................................................................... 25

10.1.1 Ethernet ....................................................................................................... 2510.1.2 USB............................................................................................................. 2510.1.3 Toetsenbordaansluiting.................................................................................. 2610.1.4 Seriële poorten (COM1, COM2 en COM3) ........................................................ 26

11 Veiligheidsopmerking 27

12 Meer informatie 28

Verklarende woordenlijst 29


1 Algemene Instructies

1.1 BereikDeze handleiding beschrijft hoe u de T2660 moet gebruiken. Het is bedoeld voor personeel dat de T2660 gebruikt om een van de volgende aggregatiestappen uit te voeren.• Bundel-naar-doos aggregatie• Doos-naar-pallet aggregatieRaadpleeg voor informatie over het gebruik van de PLM-software (indien geïnstalleerd) de PCE Line Mana-ger (PLM)-gebruikshandleiding.

1.2 Beoogd gebruik• Dit systeem is uitsluitend bedoeld voor etikettering- (markering) en verificatiedoeleinden. Elk ander ge-

bruik of gebruik voorbij het hiervoor genoemde toepassingsgebied komt niet overeen met het beoogdegebruik. In het bijzonder is het transport van passagiers verboden. De fabrikant/leverancier is niet aan-sprakelijk voor schade die is ontstaan door misbruik. Het risico wordt uitsluitend door de gebruiker ge-dragen.

• Het beoogde gebruik omvat ook het naleven van de gebruikershandleiding, waaronder alle onderhouds-aanbevelingen of instructies die door de fabrikant zijn gegeven.

1.3 ServiceAls u contact wilt opnemen met de serviceafdeling, zorg er dan voor dat u zoveel mogelijk informatie bij dehand hebt:• Machinetype• Serienummer• Line name• Bestelnummer en datum van METTLER TOLEDO PCE• Softwareversie• De precieze bewoording van het getoonde foutbericht of uitgebreide foutbeschrijving• Uw contactgegevensDe serviceafdeling zal u een technische vragenlijst toesturen om uw technische verzoek te analyseren. Hetinvullen van deze vragenlijst zal ons helpen om uw probleem op efficiënte wijze op te lossen.

Land E-mailadres Telefoonnr.Oostenrijk [email protected] +43 1 6041990

Frankrijk [email protected] +33 825 00 15 15

Duitsland [email protected] +49 5121 933 160

Korea [email protected] +82 2 3498 3566

Zwitserland [email protected] +41 44 944 47 47

VS, Mexico [email protected] +1 630-446-7716

De rest van de wereld [email protected] +49 6251 8545-555

1.4 TaalDit Engelstalige document is het oorspronkelijke document.

1.5 Opmaak en betekenisDe opmaken die in deze handleiding worden gebruikt hebben verschillende betekenissen. Als zij worden ge-bruikt, betekenen zij het volgende:

Opmaak BetekenisPC Menupaden, Knoppen op het schermoppervlak,

vaste tabbladnamen, namen van schermen en dia-loogvensters


Opmaak Betekenis'apostrof' Namen van velden, selectievakjes, modi, parame-

ters

Wildcard voor tabbladnamen van apparaten (indivi-duele namen kunnen worden toegewezen)

1.6 Beschikbaarheid van knoppen en schermenOnthoud altijd dat veel functionaliteiten van de PLM bepaalde gebruikersrechten nodig hebben. Dit betekentdat als uw scherm geen knoppen heeft die wel in de gebruikershandleiding zijn getoond, u waarschijnlijkmeer gebruikersrechten nodig heeft die door een beheerder aan uw profiel moeten worden toegevoegd. Degebruikelijke manier om gebruikersrechten toe te voegen is om een gebruiker aan een gebruikersgroep toete voegen. De gebruiker krijgt dus alle gebruikersrechten die bij die groep horen.

1.7 Hoe u screenshots moet gebruikenOnder elk scherm ziet u het pad om daar1te komen. Extra acties die u op dit scherm kunt uitvoeren zijn on-der het scherm2 beschreven. Wildcardknoppen3 en acties bij het pad4 zijn tussen haakjes geplaatst. Zie hetvolgende voorbeeld:

1Thuis>()3 > Menu > Productbeheer > Nieuw product> (productnaam invullen)4 > Invullen (bij het toetsenbord) > Live beeld

2 Indrukken Volgende.


2 Veiligheidsopmerkingen

Belangrijke veiligheidsinformatieLees en begrijp alle veiligheidsopmerkingen in het volgende deel en de vei-ligheidsberichten in de rest van de handleiding.Als u de veiligheidsopmerkingen en -berichten niet in acht neemt, kan dit materiële scha-de en mogelijk dodelijk letsel veroorzaken.

2.1 VeiligheidsstickersDe ISO 3864 veiligheidsstickers zijn op de gevaarlijke punten van de apparatuur aangebracht. Op dezestickers staat speciale veiligheidsinformatie. De plaats waar deze stickers zijn aangebracht, is aangegevenop de tekeningen die met uw apparatuur zijn meegeleverd. Er zijn drie soorten veiligheidsstickers:• Waarschuwingsstickers• Verplichte procedures• Verboden proceduresDe diverse veiligheidsstickers worden hieronder uitgelegd.Voordat u de apparatuur transporteert, installeert, bedient of onderhoudt, dient u de locatie en de betekenisvan de veiligheidsstickers te kennen. De veiligheidsstickers mogen niet bedekt worden en moeten goedleesbaar zijn. Verwijder geen van de veiligheidsstickers. Vervang de stickers die niet langer leesbaar zijn.

2.1.1 WaarschuwingsstickersDe waarschuwingsstickers tonen de volgende informatie:• Gevaarsymbool (geel driehoek met zwart symbool)

• Signaalwoord (GEVAAR , WAARSCHUWING of VOORZICHTIG )• Speciale informatie over het gevaar (indien noodzakelijk)De signaalwoordstickers worden naast de gevaarsymboolstickers op de apparatuur aangebracht.

2.1.1.1 Definitie van de signaalwoorden

De signaalwoorden beschrijven het risiconiveau van een specifiek gevaar. De achtergrondkleur van de vei-ligheidssticker geeft het risiconiveau aan, zoals weergegeven in de volgende tabel.

GEVAAR (rood): signaalwoord dat wordt gebruikt om een onmiddellijk gevaarlijkesituatie aan te geven die, indien niet vermeden, zal resulteren in ernstig of fataal li-chamelijk letsel

WAARSCHUWING (oranje): signaalwoord dat wordt gebruikt om een mogelijk ge-vaarlijke situatie aan te geven die, indien niet vermeden, kan resulteren in ernstig offataal lichamelijk letsel

VOORZICHTIG (geel): signaalwoord dat wordt gebruikt om een mogelijk gevaarlijkesituatie aan te geven die, indien niet vermeden, kan resulteren in (minder ernstig) li-chamelijk letsel

LET OP (blauw): wijst op belangrijke informatie die geen betrekking heeft op per-soonlijk letsel, maar die, indien genegeerd, materiële schade, defecten, verkeerde re-sultaten of dataverlies kan veroorzaken.

2.1.1.2 Betekenis van gevaarsymbolen

De volgende gevaarsymbolen kunnen op uw apparatuur aangebracht zijn.

Verbrijzelen


Afhakken

Afsnijden

Vastraken

Naar binnen trekken

Botsen

Schaven

Vloeistofuitstoot onder hoge druk

Weggeslingerde onderdelen

Stabiliteitsverlies

Slippen, struikelen

Elektrische schok

Elektrostatisch

Elektromagnetische storing van andere apparatuur

Permanente magnetische velden

Brandwonden door direct contact, vlammen of ther-mische straling

Gehoorverlies


Vlamboog

Laser

Uv-licht

Optische straling

Ioniserende straling

2.1.2 Verplichte proceduresVerplichte procedures wijzen het personeel op specifieke verplichte handelingen. De stickers zijn rond, heb-ben een blauwe achtergrond met een wit symbool dat de verplichte actie weergeeft. In de volgende tabelstaan de stickers voor de verplichte procedures die op uw apparatuur aangebracht kunnen zijn.

Lees de handleiding

Lees de technische handleiding

Draag gehoorbescherming

Vergrendelen, lock-out

Hijspunt

2.1.3 Verboden proceduresVerboden procedures wijzen het personeel op specifieke handelingen die vermeden dienen te worden. Destickers zijn rond, hebben een ronde rode rand en een enkele diagonale rode streep. Het zwarte symboolgeeft aan welke handeling vermeden dient te worden. In de volgende tabel staan de stickers voor de verbo-den procedures die op uw apparatuur aangebracht kunnen zijn.

Niet bedienen zonder afschermingen


Bedien de apparatuur niet als u medische implanta-ten hebt

Ga niet op de apparatuur staan

2.2 Algemene beschermingsmaatregelen

Belangrijke veiligheidsinformatieZorg ervoor dat al het personeel dat aan of in de buurt van de apparatuurwerkt, goed opgeleid is.

• Zorg ervoor dat de handleiding vlak in de buurt van de apparatuur is opgeborgen en goed toegankelijkis. Vervang de handleiding als hij verloren of beschadigd is.

• Draag de geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM), zoals voorgeschreven door de veilig-heidsprocedures ter plaatse.

• Begrijp de gevaren van de apparatuur en de risico’s die daarmee gepaard gaan, voordat u aan of in debuurt van de apparatuur gaat werken.

• Neem alle lokaal geldende veiligheidsprocedures in acht.• Zorg ervoor dat alle losse kleding, juwelen en lange haren opgebonden zijn. Draag niets dat in de appa-

ratuur verstrengeld kan raken.• Wees voorzichtig rond de apparatuur. Zorg ervoor dat u niet met uw hoofd, armen of andere lichaams-

delen tegen de apparatuur stoot.• Struikel niet over de kabels of andere onderdelen van de apparatuur.• Beweeg u niet snel rondom de apparatuur.• Klim en hang niet aan de apparatuur en gebruik geen enkel deel ervan als ondersteuning.

2.3 Veiligheidsinformatie voor diverse activiteiten

Belangrijke veiligheidsinformatieLees en begrijp alle onderdelen van de handleiding voordat u de apparatuurbedient of eraan werkt.

Hieronder staat veiligheidsinformatie voor specifieke activiteiten. Raadpleeg de juiste delen van de handlei-ding voor meer informatie.

2.3.1 De apparatuur transporteren en installeren• Alleen vakbekwaam personeel mag de apparatuur transporteren.• Gebruik veilige procedures tijdens het transport zodat de apparatuur stabiel blijft en niet kantelt of om-

valt.• Haal de stekker uit het stopcontact voordat u de apparatuur verplaatst.• Gebruik juiste hijsapparatuur.• Als u een vorkheftruck gebruikt, dient u de apparatuur aan de juiste hijspunten op te tillen, aangegeven

door de blauwe hijspuntstickers.• De blauwe hijspuntstickers zijn op de apparatuur aangebracht om de juiste hijspunten aan te geven. De-

ze hijspunten zijn getest met de vorkheftrucks van de producent. Een vakbekwaam technicus moet ver-zekeren dat de hijspunten geschikt zijn voor uw hijsapparatuur.

• Als u de apparatuur met de hand optilt, dient u de veilige tilprocedures van uw onderneming te volgen.


2.3.2 InstallerenAlleen vakbekwaam personeel mag de apparatuur installeren.

2.3.3 De apparatuur bedienen en het inspectieproces controleren• Voordat u de apparatuur inschakelt, moet u er zeker van zijn dat de omgeving veilig is.• U moet de locatie goed kennen alsook het effect van elke noodstopknop van de apparatuur.• Gebruik de apparatuur nooit als de afschermingen en deurtjes niet op hun plaats zitten.• Zorg ervoor dat het veiligheidscircuit goed functioneert.• Zorg ervoor dat de apparatuur regelmatig wordt geïnspecteerd.• Als er een storing is of als de apparatuur zich anders gedraagt, stopt u de apparatuur en informeert u de

verantwoordelijke mensen.

2.3.4 De apparatuur testen en verifiërenAlleen vakbekwaam personeel mag de apparatuur testen en verifiëren.

2.3.5 De apparatuur onderhouden, reinigen en ontsmetten• Schakel de stroom naar de apparatuur uit voordat u werkzaamheden uitvoert.• Zorg ervoor dat de apparatuur in goede conditie blijft.• Volg een preventief onderhoudsprogramma.• Vervang de onderdelen wanneer dat nodig is.• Volg de vergrendeling/lock-out (LOTO)-procedures van de installatie.• Test (valideer) het veiligheidscircuit nadat er onderdelen zijn vervangen.• Gebruik alleen reserveonderdelen en accessoires die door METTLER TOLEDO zijn goedgekeurd.• Breng geen ongeoorloofde wijzigingen aan de apparatuur aan.• Vervang de veiligheidsstickers als ze ontbreken, beschadigd of niet langer leesbaar zijn.• Voer minstens eenmaal per shift een visuele controle van de apparatuur uit op zichtbare gevaren of sto-

ringen. Meld alle wijzigingen van de apparatuur onmiddellijk aan de verantwoordelijke supervisor.• Als de apparatuur gebruikt moet worden in een hygiënische productie-omgeving, dient u de apparatuur

regelmatig te ontsmetten volgens de procedures van uw onderneming.• Na de reiniging of ontsmetting controleert u alle kabelconnectors en persluchtslangen op lekkage, losse

verbindingen, slijtplekken en schade. Draai de kabels en slangen vast, en repareer of vervang ze als datnodig is.

2.4 Speciale gevarenHieronder staan speciale instructies voor apparatuur die met speciale gevaren gepaard gaat.

2.4.1 Elektriciteit• Alleen een vakbekwaam elektricien mag aan de elektrische systemen of aan enig onderdeel in de elek-

trakast werken.• Houd alle deuren van de elektrakast dicht. Als de deuren sloten hebben, moeten ze vergrendeld zijn.• Haal de stekker uit het stopcontact voordat u aan de apparatuur gaat werken.

2.4.2 Lichtflitsen• Lichtflitsen kunnen bij mensen met lichtgevoelige epilepsie een aanval veroorzaken.• Mensen met lichtgevoelige epilepsie mogen de apparatuur niet bedienen.• Bedien deze apparatuur niet als u oververmoeid bent of wanneer u alcohol hebt geconsumeerd.• Kijk nooit direct in het licht, vooral op korte afstand.• Zorg ervoor dat de apparatuur niet in een donkere omgeving wordt geïnstalleerd.• Als een behuizing lichten bevat, mag u de deurtjes niet openen wanneer de lichten knipperen.


2.4.3 Lichten en lasersensors• Staar nooit direct naar lichten of lasers.• Vermijd langdurige blootstelling aan UVA- en IR-licht.


3 Systeembeschrijving 3.1

Overzicht van de T2660

1

2

10

3 4

5

6

9

7

8

1 Aanraakscherm met 1 USB-poort en1 LAN-poort

2 Zwenkarm

3 Camera met positioneringsmechanisme (optioneel)

4 Handscanner (tot 3 mogelijk)

5 Printer 2 (optioneel)

6 Werktafel

7 Zwenkwielen met volledig bewegingsvrijheid

8 Printer 1

9 Schakelkast

10 Printer 3 (optioneel)


3.2 Technische gegevens

Technische details Manual Aggregation StationAfmetingen 1 Printer (HxBxD) in mm 1678 x 760 x 1035

Afmetingen 2 Printer (HxBxD) in mm 1678 x1223 x 1035

Afmetingen 3 Printer (HxBxD) in mm 1678 x 1686 x 1035

Schakelkast (HxBxD) in mm 760 x 760 x 300

Stroomvoorziening 115/230 VACVAC 50/60 Hz, enkele fase, 500 VA

Werkhoogte (in mm) De werktafel is in de volgende hoogtes afstelbaar:805 / 830 / 855 / 880 / 905 / 930 / 955 / 980

LAN-verbinding 100/1000 MBit/s


4 ComponentenDe T2660 bevat de volgende componenten• Centrale bediening via HMI• Smart Camera (SMC) - optioneel• IPC (op basis van Windows)• UPS• Vergrendelde hoofdschakelaar; 230 V stroomtoevoer• Signaallamp (optioneel)• Globale handscanner (draadloos)• Aggregatie handscannerDe PCE Line Manager (PLM) is de lijnbeheercomponent van de Software Suite. Het regelt en beheert eenhe-den zoals printers, camera’s scanners centraal op één lijn. De gekoppelde units krijgen statistische gege-vens geleverd (bijv. batch en EXP) aan de start van de productie en dynamische gegevens (serienummers)in het productieproces. De gebruiker kan alle apparaten op de lijn met minimale inspanningen beheren. Degekozen instellingen worden opgeslagen in de centrale opmaakdatabase (raadpleeg de uitgebreide infor-matie in de gebruikershandleiding van de PLM).

4.1 Operationele gebiedDe verificatie van alle artikelen wordt uitgevoerd door het codelezende apparaat. De datamatrixcodes wor-den geaggregeerd door de PLM.

4.2 ToepassingsbereikAfhankelijk van hoe de lijn is gestructureerd, wordt aggregatie uitgevoerd van artikel-naar-bundel/doos, bundel-naar-doos, doos-naar-pallet of van bundel-naar-pallet. De T2660 kan ook worden gebruikt als herzie-ningsstation.Er kunnen tot 3 printers worden gebruikt voor het afdrukken van verschillende etiketten.

4.3 Korte beschrijvingDe T2660 is ontworpen voor het opstellen van de hiërarchieniveaus bij hand-matige fijne verpakking.

WerkstroomDe handscanner scant alle etiketten op de verpakkingseenheid en stuurt ze voor verificatie naar de PLM. De PLM verifieert de gescande gegevens op juistheid en triggert automatisch het afdrukkeb van de etiketten voor de hogere unit. Het afdruksysteem genereert het etiket met de voorgedefinieerde eigenschappen, bijv. serienummer, en drukt het af. De handscanner wordt gebruikt voor het uitvoeren van een volledige verificatie door de controleren dat het etiket leesbaar is. Volgbaarheid is dus volledig gedocumenteerd en verifieerbaar tot op de uiteindelijke verpakkingsstap. De gegevens kunnen met behulp van de PCE Pilot Site Manager(PSM) aan het primaire IT-systeem worden verzonden.

ModulestructuurVia SOA/Webservices zijn gestandaardiseerde interfacemodules beschikbaar. De gegenereerde gegevens kunnen gescand, beheerd en gedocumenteerd worden met gegevens van productieplekken. Dankzij zijn modulestructuur kan de T2660 individueel worden afgesteld op de huidige situatie van de verpakkingslijn. De unit kan worden bediend via een onafhankelijke PLM of via een PLM die al in de lijn is geïntegreerd.

Betekenis van de kleuren van de signaallamp (optioneel)Als het systeem is voorzien van een signaallamp, hebben de kleuren de volgende betekenis:

Kleur BetekenisGroen Systeem loopt

Geel Teach-in

Rood Systeem gestopt


5 Installatie

GEVAARHet onjuist uitvoeren van de elektrische installatie kan leiden tot elektrocutie.Uitsluitend bevoegd personeel mag het gevaarlijke gebied vastpakken (waar-onder de bedieningskast) en uitsluitend wanneer persoonlijke beschermings-middelen worden gebruikt.Als het vision-systeem geen stekker heeft, mag de unit uitsluitend wordenaangesloten door een bevoegd monteur, in overeenstemming met nationaleen lokale elektrische normen. Bekijk de bedradingsdiagrammen die in dehandleiding zijn opgenomen.Voordat u het vision-systeem op het elektriciteitsnet aansluit moet u controle-ren of het specificatieplaatje op het vision-systeem correspondeert met uwelektriciteitsnet. Voer de aansluiting uit volgens de geldende veiligheidsnor-men en regelgeving van uw land.

Sluit de T2660 aan op de stroomtoevoer De ingangsspanning mag tussen 115 en 230 VAC zijn.Vóór de levering wordt de PLM op de T2660 geïnstalleerd. Pas de PLM aan in overeenstemming met de ge-wenste opmaken. Neem de nodige stappen die in de PLM-gebruikshandleiding zijn beschreven.


6 Gebruik

6.1 Het systeem opstarten§ Zorg ervoor dat het systeem op de beoogde productieplaats staat en dat de stroomtoevoerkabel aan de

stroombron is verbonden.1 Sluit de voedingskabel van de systeemstroom aan2 Zet de hoofdschakelaar om

Hoofdschakelaar

ð De IPC en de geïnstalleerde software worden na het inschakelen van de stroom gestart3 Meld u met uw gebruikersnaam en wachtwoord bij de systeem-IPC aan.ð Het systeem en de software worden gestart en zijn klaar voor gebruik.

6.2 HandscannerAfhankelijk van het toepassingsbereik zijn een, twee of drie handscanners bij de T2660 beschikbaar voor de verschillende functies.De handscanners zijn geconfigureerd afhankelijk van hoe de aggregatie wordt uitgevoerd.De scanner voor algemene functies is in het algemeen een Bluetooth-scanner. Als “informatielezer” wordt deze handscanner gebruikt voor het inboeken/uitboeken van dozen en/of pallets.

6.3 PrintersDe T2660 kan worden uitgerust met tot 3 printers.• 1 Printer: bijv. doosetiketprinter (1 rang)• 2 Printer: bijv. doosetiketprinter en palletetiketprinter (2 rangen)• 3 Printer: bijv. bundeletiketprinter en doosetiketprinter en palletetiketprinter (3 rangen)

Voor onderhoud, bijvullen en het oplossen van problemen met de printer kunt u de printer-handleiding raadplegen.

6.4 Artikel naar bundel/doos aggregatieHet artikel met de artikelcodes, die eerder zijn afgedrukt, bereikt de T2660 via de transportband. De artikelen worden handmatig in een bundel of doos verpakt. Elk artikel voor een bundel of doos wordt een voor een gescand op artikelen met de handscanner. Nadat het gespecificeerde aantal artikelen is bereikt, drukt de printer (bijv. Zebra etiketprinter) het bundel- of doosetiket af. Het etiket wordt handmatig aan de bundel of doos bevestigd en met de scanner voor bundel-/doosetiketten gescand. Daardoor wordt de bundel of doos geaggregeerd.

6.5 Bundel-naar-doos aggregatieDe bundels die eerder en correct zijn geëtiketteerd in het bundelstation (bijv. PCE Advanced Bundle Station), bereiken de T2660 via de transportband. De bundels worden handmatig verpakt in een transportkarton. Elke bundel in een karton wordt een voor een gescand op artikelen met de handscanner voor bundels. Nadat het


gespecificeerde aantal bundels is bereikt, drukt de printer (bijv. Zebra etiketprinter) het transportkartonetiketaf. Het etiket wordt handmatig aan het transportkarton bevestigd en met de scanner voor kartonetiketten ge-scand. Daardoor wordt het transportkarton geaggregeerd.

6.6 Doos-naar-pallet aggregatieAlle correct geëtiketteerde transportkartons worden met de handscanner gescand en op een pallet verpakt.Nadat de pallet het vooraf gedefinieerde aantal transportkartons heeft bereikt, drukt de etiketprinter het etiketvoor de pallet af. Dat etiket wordt aan de pallet bevestigd.

6.7 PLM gebruikersinterface1 Zet de hoofdschakelaar om. De PLM of het externe bureaublad starten automatisch.2 Meld u aan als gebruiker.3 Kies de handscanner uit het hoofdmenu (overzicht).4 Pak de handscanner en scan de streepjescode voor de bundel of het transportkarton.

Thuis>Handscanner


5 Voer een van de volgende opties uit voor de gewenste informatieð a) Klik op de knop “Informatie tonen” (Afbeelding 2) om de code weer te geven die door de hands-

canner is gescand.

Start>Handscanner>(Scan code)> Druk op ‘Informatie tonen'

ð b) Klik op “Hiërarchie tonen” om de plaatsing van de gescande code van de huidige order in de hië-rarchie te tonen. Hiërarchie wordt in boomopmaak getoond.

Start>Handscanner>(Scan code)> Druk op ‘Hiërarchie tonen'

ð c) Klik op “Aggregatie tonen”m de voortgang van de uitgevoerde aggregatie in de huidige aggrega-tiestap te tonen.


Start>Handscanner>(Scan code)> Druk op ‘Aggregatie tonen'

ð Uitgebreide informatie over het gebruik van de PLM is te vinden in de bedieningshandleiding van dePLM.

6.8 SysteemuitschakelingControleer of de order is gepauzeerd of voltooid voordat u de stroom uitschakelt.Wanneer wordt uitgeschakeld terwijl er een order loopt, kan dat leiden tot verlies van productie-gegevens.

Voer de volgende taak uit om het systeem uit te schakelen.− Zet de stroomschakelaar uit

Hoofdschakelaar

ð Het systeem zal correct afsluiten vanwege de niet-onderbreekbare stroomtoevoer.


7 Probleemoplossing

7.1 Gedrag van het systeem na stroomverliesWanneer stroom naar het systeem is hersteld, zal het systeem automatisch opnieuw opstarten.De gebruiksprocedure correspondeert met de procedure die is gebruikt nadat de hoofdschakelaar opnieuwis ingeschakeld.

7.2 Contact opnemen met de technische dienstAls u onoplosbare problemen ondervindt en de technische dienst of de servivelijn wilt bellen, zorg dan dat uzoveel mogelijk informatie kunt bieden:• Type (model)• Serienummer• Productiejaar• PCE ordernummer en orderdatum (indien bekend)• Softwareversie die op de terminal wordt getoond• Bewoording van het getoonde foutbericht of een preciezebeschrijving van het probleem waarmee we u

efficiënter kunnen helpen.

7.3 AlarmberichtenOp de terminal verschijnen in het info-veld van het basisdisplay alarmberichten in platte tekst, die informatiebieden over bepaalde processen of storingen. Raadpleeg de alarmlijst voor informatie over de alarmberich-ten


8 Reiniging en onderhoud

8.1 Visuele inspectie en reiniging van het systeem

Interval Wat?Dagelijks Algemene visuele inspectie

Indien nodig Reiniging van de glastafel (SCS onderzijde/boven-zijde) of het glas (SCS onderzijde/bovenzijde)

• Reinig het systeem en de terminal met zachte doeken die zijn bevochtigd met een milde zeepoplossingof een commercieel verkrijgbare glas- en plasticreiniger.

WAARSCHUWINGHet systeem reinigen wanneer het heet is kan ernstige schade veroorzaken.Reinig het systeem uitsluitend met vloeistof wanneer het tot kamertemperatuur is afge-koeld.

WAARSCHUWINGOnzorgvuldig reinigen kan ernstige schade veroorzaken.Gebruik nooit een hogedrukreiniger om het systeem af te spoelen.Gebruik geen bijtende reinigingsmiddelen met oplosmiddelen om het systeem en de ter-minal te reinigen. Gebruik nooit pure alcohol of geconcentreerd zuur of loog.Wees bij het reinigen in het bijzonder voorzichtig om schade te voorkomen, en bovenal,om te voorkomen dat er water het systeem binnendringt.

8.2 Visuele inspectie van pakkingen/afdichtingen

Aanbevolen inspectie-inter-val

Wat moet er worden gedaan?

Maandelijks Een algemene visuele inspectie uitvoeren.Indien nodig de lichtbarrières reinigen.

8.3 Reserveonderdelen en garantie

VOORZICHTIGOm veiligheids- en garantieredenen mag uitsluitend de technische dienst oftechnisch personeel dat door PCE is bevoegd een motor of de terminal ver-vangen.Als u deze onderhoudstaken zelf wilt uitvoeren kunt u contact opnemen met onze service-lijn voor informatie over de vereiste training voor uw personeel.

Houd reserveonderdelen op voorraad.Als u reserveonderdelen op voorraad houdt – zeker voor versleten onderdelen – kunt u de uit-valtijd helpen reduceren. Neem contact op met ons als u vragen hebt.

8.4 Algemeen advies over onderhoud van RVSRVS biedt in vergelijking met staal of aluminium meestal betere bescherming tegen corrosie. RVS blijft echterniet altijd vrij van roest. RVS kan ook vies worden en in bepaalde mate roestig, afhankelijk van het operatio-nele gebruik en de omstandigheden in de werkomgeving. De meest gebruikelijke oorzaken zijn oppervla-kroest (fijne ijzerdeeltjes in de lucht), actieve gassen, de ophoping van sedimenten en de opbouw van zou-ten. Deze oppervlakkige beschadigingen kunnen eenvoudig dagelijks worden verwijderd met een RVS-spray. Na reiniging met zeep en water moet u controleren dat het residu met voldoende water worden afge-spoeld.


8.5 Touchdisplay reinigenHet displayoppervlak is gemaakt van glas en de behuizing van RVS. Om een efficiënte werking te garande-ren, moet het oppervlak van het touchdisplay regelmatig worden gereinigd. Er mogen uitsluitend specialereinigingsdoekjes en reinigingsmiddelen worden gebruikt:• Commerciële reinigingsmiddelen voor computerapparatuur• Desinfectiemiddelen op basis van alcohol

VOORZICHTIGOplosmiddelen kunnen het beeldscherm beschadigen.Gebruik nooit verdunners, benzeen, schuurmiddelen of andere sterke oplosmiddelen,aangezien die het display kunnen beschadigen!


9 Transport en opslag

9.1 Transporteren van het systeem

VOORZICHTIGKans op letsel en schade aan eigendommenWanneer het systeem met behulp van een vorkheftruck of een soortgelijk voertuig wordtgetransporteerd, wordt zijn bovenste deel op zijn plek gehouden door een extra persoon(of indien nodig twee extra personen) om te voorkomen dat het systeem omvalt.

Het gewicht van het systeem is aanzienlijk en zijn zwaartepunt is afhankelijk van het specifieke constructie-ontwerp naar wens van de klant. Het is daarom moeilijk om aanbevelingen voor specifieke tilpunten te ge-ven. Uitgebreidere (d.w.z. orderspecifieke) informatie over het zwaartepunt is te vinden in de bijgevoegdedocumenten.

9.2 Voorbereiden voor transport• Schakel het systeem uit en laat het door een erkend elektricien van de stroomtoevoer ontkoppelen.

VOORZICHTIGHet systeem mag nooit blootgesteld worden aan mechanische spanningen(stoten, etc.). Stoten – ongeacht de richting waarin ze komen – of vallen kun-nen het systeem vernietigen.Zorg ervoor dat alle uitstekende delen, zoals lichtbarrièrehouders, etc. niet verbuigen eniemand verwonden.Let er extra goed op dat u de plastic afdekkingen beschermt.

9.3 Bewaren van het systeem, de accessoires en reserveonderdelen• Bewaar het systeem rechtopstaand in de oorspronkelijke verpakking op een schone en droge plek, totdat

het geïnstalleerd moet worden.• Bewaar alle geleverde elektronische onderdelen in antistatische zakken totdat de onderdelen gebruikt

moeten worden. Dit zorgt ervoor dat ze optimaal worden beschermd.


10 Interfaces [IPC B&R 910 Raid]

10.1 Overzicht van de interfacesAlle interfaces bevinden zich op de IPC van het systeem. De unit is binnen de kast gemonteerd (afhankelijkvan het ontwerp).

IPC-overzicht

a Stroomaansluiting (24V AC-IN of phoenix-stekker)

b DVI-poort

c Display-poort

d RS232-poort (COM1)

e 2 x Ethernet

f 4x USB 3.0

Interfaces zijn uitsluitend voor intern gebruikAlle interfaces zijn uitsluitend voor intern gebruik en mogen niet door gebruikers worden ge-bruikt.

10.1.1 Ethernet

Ethernet-poort

Ethernet is een computernetwerktechnologie voor lokale netwerken. De ethernetinterface is een koppelbareaansluiting. Een verbinding (koppeling) wordt aangegeven door een stabiel gele LED (rechts van de stek-ker) en gegevenstransmissie (actief) wordt aangegeven door een groene LED (links van de stekker, knipperttijdens de gegevensoverdracht).

10.1.2 USB

USB-poort


USB is een seriële I/O-verbinding. De USB-poorten voldoen aan de USB 2.0 specificatie en bevinden zich opde IPC en op de buitenzijde van de regelkast.Als u meer USB-poorten nodig hebt kan een USB-hub worden gebruikt om een van de poorten uit te breidenen extra aansluitingen te bieden. PCE is verantwoordelijk voor het technische ontwerp van de hub.

10.1.3 Toetsenbordaansluiting

USB-poort

Het is mogelijk om via een USB-poort een standaard extern toetsenbord op het systeem aan te sluiten.

10.1.4 Seriële poorten (COM1, COM2 en COM3)

Seriële poort

Afhankelijk van de IPC-variant, heeft de terminal twee of drie seriële poorten: COM1, COM2, COM3, COM4).Mogelijk interfacetype: V24/RS232C-interface, met of zonder handshake-lijnen, met een maximale trans-missieafstand van 10 m.


11 VeiligheidsopmerkingOvereenkomstig de Europese richtlijn 2002/96/EG betreffende afgedankte elektri-sche en elektronische apparatuur (AEEA) mag dit apparaat niet worden afgevoerdals huishoudelijk afval. Dit geldt ook voor landen buiten de EU, op basis van dedaar geldende specifieke vereisten.Voer dit product overeenkomstig de plaatselijke voorschriften af naar het verzamel-punt dat is aangewezen voor elektrische en elektronische apparatuur.In geval van vragen kunt u contact opnemen met de verantwoordelijke autoriteiten ofde leverancier waar u dit apparaat hebt gekocht.Wanneer dit apparaat wordt overgedragen aan derden (voor persoonlijk of professi-oneel gebruik) moet de inhoud van deze bepaling eveneens worden doorgegeven.Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu wordt op prijs gesteld.


12 Meer informatieBinnen de regelkast van uw apparatuur vindt u de volgende documentatie:• CE-conformiteitscertificaat• Bedradingsdiagram


Verklarende woordenlijstBundel

Een bundel is een verpakkingseenheid bij het aggrega-tieproces. Het bestaat uit verschillende artikelen. Hetwordt meestal geaggregeerd tot een doos of direct naareen pallet.

COM

Seriële interface voor de bidirectionele gegevensover-dracht tussen PC en externe apparatuur.

DVI

Digital Visual Interface

EXP

Vervaldatum

HMI

Human Machine Interface

HxBxD

Hoogte x Breedte x Diepte

IPC

Industriële PC

Kist

Een doos is een verpakkingseenheid bij het aggrega-tieproces. Het bestaat uit verschillende artikelen ofbundels. Het wordt meestal geaggregeerd tot een pal-let.

LEDLichtemitterende diode

T2660

Manual Track & Trace

Pallet

Een pallet is een verpakkingseenheid bij het aggrega-tieproces. Het bestaat uit verschillende dozen.

PCE

Pharmacontrol Electronic GmbH

PLM

PCE Line Manager

PSM

PCE Site Manager

RS232

Standaard voor een seriële interface

SMC

Smart Camera

SOA

Service-Oriented Architecture

UPS

Niet-onderbreekbare stroomtoevoer

USB

Universal Serial Bus

VA

Volt Ampere

VAC

Volt Alternating Current


Opze

ttelijk

leeg

gelat

en


Pharmacontrol Electronic GmbHGernsheimer Strasse 264673 Zwingenberg, GermanyTel. +49 6251 8545-0Fax +49 6251 8545-111www.mt.com

Onder voorbehoud van technische wijzigingen.© Pharmacontrol Electronic GmbH 03/2018T2660 Manual Track & Trace 2.1 - Handleiding - Documentversie A

Voor meer informatiewww.mt.com/pce

Manual Aggregation Station - MAS 2.1 - Handleiding - Documentversie C 6-3-2017 13:45 - SchemaST4 PDF engine - Layout by Victor Mahler

Inhoudsopgave1 Algemene Instructies1.1 Bereik1.2 Beoogd gebruik1.3 Service1.4 Taal1.5 Opmaak en betekenis 1.6 Beschikbaarheid van knoppen en schermen1.7 Hoe u screenshots moet gebruiken

2 Veiligheidsopmerkingen2.1 Veiligheidsstickers2.1.1 Waarschuwingsstickers2.1.1.1 Definitie van de signaalwoorden2.1.1.2 Betekenis van gevaarsymbolen

2.1.2 Verplichte procedures2.1.3 Verboden procedures

2.2 Algemene beschermingsmaatregelen2.3 Veiligheidsinformatie voor diverse activiteiten2.3.1 De apparatuur transporteren en installeren2.3.2 Installeren2.3.3 De apparatuur bedienen en het inspectieproces controleren2.3.4 De apparatuur testen en verifiëren2.3.5 De apparatuur onderhouden, reinigen en ontsmetten

2.4 Speciale gevaren2.4.1 Elektriciteit2.4.2 Lichtflitsen2.4.3 Lichten en lasersensors

3 Systeembeschrijving3.1 Overzicht van de MAS3.2 Technische gegevens

4 Componenten4.1 Operationele gebied4.2 Toepassingsbereik4.3 Korte beschrijving

5 Installatie6 Gebruik6.1 Het systeem opstarten6.2 Handscanner6.3 Printers6.4 Artikel naar bundel/doos aggregatie6.5 Bundel-naar-doos aggregatie6.6 Doos-naar-pallet aggregatie6.7 PLM gebruikersinterface6.8 Systeemuitschakeling

7 Probleemoplossing7.1 Gedrag van het systeem na stroomverlies7.2 Contact opnemen met de technische dienst7.3 Alarmberichten

8 Reiniging en onderhoud8.1 Visuele inspectie en reiniging van het systeem8.2 Visuele inspectie van pakkingen/afdichtingen8.3 Reserveonderdelen en garantie8.4 Algemeen advies over onderhoud van RVS8.5 Touchdisplay reinigen

9 Transport en opslag9.1 Transporteren van het systeem9.2 Voorbereiden voor transport9.3 Bewaren van het systeem, de accessoires en reserveonderdelen

10 Interfaces [IPC B&R 910 Raid]10.1 Overzicht van de interfaces10.1.1 Ethernet10.1.2 USB10.1.3 Toetsenbordaansluiting10.1.4 Seriële poorten (COM1, COM2 en COM3)

11 Veiligheidsopmerking12 Meer informatie13 Sets met reserveonderdelen13.1 MAS 1.1 Spare parts kit13.2 MAS 2.0 Spare parts kit Verklarende woordenlijst

Documents

Manual Aggregation Station - MAS 2 - Mettler Toledo...Frankrijk [email protected] +33 825 00 15 15 Duitsland [email protected] +49 5121 933 160 Korea [email protected] +82 2