Upload
others
View
9
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
DE PRAKTIJK
Medezeggenschap vanuit de bedoeling door Heleen van Veen
Een organisatiewijziging leidt soms tot de nood-
zaak de medezeggenschapsstructuur te herinrich-
ten. Dat is bepaald geen sinecure en het lukt ook
niet altijd om iedereen op een lijn te krijgen. In het
vorige MEDEzeggenschap magazine (lente 2017)
deden we hiervan verslag in de rubriek menings-
verschil. Hoe staat het intussen met de gewijzigde
medezeggenschapsstructuur bij Lunet zorg? Een
portret van de inrichting van getrapte formele en
informele medezeggenschap in een grote zorgor-
ganisatie met kleinschalige locaties.
Veranderingen in de organisatie
Voor de organisatiewijziging, drie jaar geleden,
was de cliëntmedezeggenschap bij Lunet zorg,
een grote zorgaanbieder voor zo’n 2800 mensen
met een beperking, op drie niveaus georganiseerd;
lokaal, regionaal en centraal. Met cliëntenraden
en cliëntvertegenwoordigersraden. Bij de organi-
satiewijziging verdwenen veertig hoofden. In de
nieuwe organisatiestructuur is de regionale indeling
vervangen door een opbouw in negen clusters
(zorg en geografisch georiënteerd) die elk worden
aangestuurd door een manager. De zorgteams, in
totaal zo’n 160 stuks, zijn deels gaan werken op
basis van het principe van zelfsturing. Doordat de
organisatiestructuur wijzigde, sloot de medezeg-
genschap niet meer aan.
In navolging van de nieuwe organisatiestructuur
wilde Lunet zorg de medezeggenschap zo organi-
seren dat cliënten en hun verwanten direct invloed
kunnen uitoefenen op hun leefwereld of die van
hun familielid. De centrale raden, zowel die van
cliënten als die van cliëntvertegenwoordigers, zijn
gebleven. De regionale raden en lokale raden zijn
vervangen door clusterraden. Op het niveau van de
dagelijkse cliëntenzorg is er gekozen voor groeps-
overleggen zonder Wmcz-rechten; een gestructu-
reerde overlegvorm tussen het team en de groep
van cliënten en de groep cliëntvertegenwoordigers.
Meepraten in groepen
‘Dat we geen formele raad op teamniveau heb-
ben, betekent niet dat cliënten minder te zeggen
hebben,’ aldus Loet Smeets, voorzitter raad van
bestuur van Lunet zorg. ‘Integendeel. De filosofie
erachter is dat mensen in groepen wonen die zo
klein zijn dat een vertegenwoordiging van cliën-
ten in een raad niet past. En ook niet hoeft. In de
nieuwe situatie kunnen alle cliënten meepraten;
wordt iedere cliënt gehoord.’
Herinrichting van medezeggenschap is niet makkelijk. Hoe sluit je goed aan bij de bedoeling van medezeggenschap om cliënten invloed te geven op hun leefwe-reld? Lunet zorg heeft daarin met de inrichting van hun medezeggenschap een belangrijke stap gezet.
Dat de groepsoverleggen op teamniveau grote
winst zijn, vindt ook Lex Krzyzanowski die een
dochter heeft die zorg krijgt bij Lunet zorg en secre-
taris is van de centrale cliëntvertegenwoordigers-
raad. ‘Door overleg op teamniveau is het gemak-
kelijker zorg te verbeteren op maat. De hoofdmoot
van wat speelt zijn niet zo zeer de problemen, maar
meer de ideeën en de wensen die men wil bespre-
ken. De groepsoverleggen zijn daar heel geschikt
voor.’
‘Het voordeel van de structuur met de groepsover-
leggen is dat we makkelijker en sneller iets kunnen
besluiten,’ vindt Davy Beerens, voorzitter van de
centrale cliëntenraad. ‘In het groepsoverleg bereik
je meer mensen ineens. Iedereen kan nu meepra-
ten. Eerder vonden veel mensen het een drempel
om zich bij een lokale raad aan te sluiten omdat
het misschien te moeilijk was of omdat het veel tijd
zou kosten. Daarnaast hadden mensen niet altijd
het beeld dat ze ook echt iets konden bereiken. Nu
vertel je je vraag of probleem en er wordt iets mee
gedaan; op de groep, met het team of in de cluster-
raad.’
‘Het was wel even wennen om met zijn allen een
groepsoverleg te hebben,’ vertelt Dick Nuwenhoud,
cliëntenraadslid van de clusterraad senioren. ‘In de
groepsoverleggen komen dagelijkse dingen aan de
orde bijvoorbeeld huisregels, voeding, activiteiten,
of er mensen weggaan of invallers komen. Ook
is er ruimte om een thema te bespreken. Het is
positief dat je met z’n allen tegelijk elkaar ziet en
spreekt.’
Nieuwe spelregels
Belangrijk is dat er voor het groepsoverleg spel-
regels zijn vastgelegd, vindt Smeets. ‘De overleg-
gen op teamniveau hebben dan wel geen formele
rechten, maar ze zijn niet vrijblijvend. Er is duidelijk
vastgelegd wie welke taken heeft. Horizontaal en
verticaal zijn er structurele afspraken en contact-
personen, zodat iedereen weet wat er speelt. En
als cliëntvertegenwoordigers of cliënten bijvoor-
beeld een extra overleg willen, dan moet hier door
het team gehoor aan worden gegeven. Cliënten
en cliëntvertegenwoordigers worden volgens vaste
afspraken regelmatig op de hoogte gehouden van
waar de raden mee bezig zijn. En een functionaris
medezeggenschap bewaakt dat de raden niet los
drijven van hun achterban.’
Nuwenhoud: ‘Het groepsoverleg wordt bijgewoond
door één vertegenwoordiger van het team die ook
een verslag maakt waarin de ideeën en afspraken
worden opgenomen. De verslagen gaan naar de
‘In deze medezeggenschapsstructuur praten alle cliënten mee’
clusterraadsleden. De clusterraad pakt punten op
die voor meerdere locaties gelden. Deze zijn vaak
verschillend. Onderwerpen die op dit moment het
meest worden besproken zijn de dagelijkse dingen
en veiligheid op de woning. De clusterraad heeft
soms ook een vraag voor de groepsoverleggen. Zo
heeft onze raad een vraag gesteld over het compu-
tergebruik van medewerkers.’
Samenwerken
Krzyzanowski: ‘De centrale raden en inmiddels ook
enkele clusterraden hebben hun eigen beleidsplan-
nen met focuspunten. Die plannen stellen ons in
staat om de zaken die spelen bij Lunet zorg beter
tegen het licht te kunnen houden. Adviezen van de
centrale cliëntenraad en de centrale cliëntvertegen-
woordigersraad worden met elkaar afgestemd. Bij
verschil van mening is het advies van de cliënten-
raad leidend, maar in al die acht jaar dat ik zitting
had in een raad, is dat nog nooit voorgekomen. Dat
de samenwerking goed is beaamt Beerens. ‘Er is
veel samenspraak. Door de structuur van groeps-
overleg- clusterraad- centrale raden komen dingen
die besproken moeten worden of waar advies over
moet komen op de juiste plek terecht.’
Het functioneren van de medezeggenschap wordt
verder mede bepaald door de kwaliteit van je
adviezen, vindt Krzyzanowski . ‘De achterban ver-
wacht dat de adviezen leiden tot een verbetering
van de zorg. De bestuurder van zijn kant, ver-
wacht bruikbare adviezen om verbeteringen in de
kwaliteit van zorg door te kunnen voeren. Positieve
of negatieve adviezen geven we dan ook niet. We
formuleren concrete adviezen en/of deeladviezen,
mét een onderbouwde argumentatie. En zowel in
de oude als in de nieuwe situatie zijn zo’n tachtig
á negentig procent van onze adviezen overgeno-
men. Je hebt mensen die met de wet in de hand
zwaaien. Maar bij een goede samenwerking op
basis van ‘win-win’ hoef je die wet hooguit inciden-
teel erbij te halen. Niet de wet, maar met name de
mensen bepalen een succesvol functioneren van
de medezeggenschap. Bij medezeggenschap gaat
het daarnaast om het solidariteitsbeginsel, om col-
lectieve belangen van cliënten, niet om individuele
belangen van jezelf of je kind.’
Op dit moment wordt de medezeggenschaps-
structuur geëvalueerd. De centrale cliëntenraad
ervaart de evaluatie als positief. ‘We worden nauw
betrokken en praten mee, aldus Beerens. Een
shortlist is opgesteld van organisaties die de evalu-
atie zouden kunnen doen. Los van elkaar heeft de
bestuurder en een afvaardiging van de raden met
de betreffende bureaus gesproken. Krzyzanowski:
‘Daar kwamen verschillende voorkeuren uit. De
bestuurder heeft op basis van argumentatie van
de raden besloten voor het bureau te gaan dat de
voorkeur had van de raden. Uiteindelijk doe je het
toch samen. De directie staat open voor medezeg-
genschap en andersom.’