Upload
others
View
5
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Monitor arbeidsongevallen en klachten arbeids om standigheden
InhoudBelangrijkste bevindingen 4
1. Inleiding 6
2. Ongevallen 72.1 Risicosectoren 9
2.2 Bedrijfsgrootte 10
2.3 Arbeidsrelatie van slachtoffers 11
2.4 Leeftijd van slachtoffers 11
2.5 Geslacht van slachtoffers 12
2.6 Nationaliteit van slachtoffers 13
3. Ongevalstypen en overtredingen 143.1 Ongevalstypen 14
3.2 Overtredingen 15
4. Klachten en signalen arbeidsomstandigheden 164.1 Klachten naar onderwerpen en afhandeling 17
4.2 Afdoening klachten en signalen naar type melder 17
4.3 Klachten en ongevallen naar hoofdsectoren 19
5. Bijlagen 20
Belangrijkste bevindingen
Ongevallen• Het aantal meldingen over ernstige arbeidsongevallen in Nederland is de
afgelopen vijf jaar flink gestegen. In 2019 ontving de Inspectie SZW in totaal 4.474 meldingen van arbeidsongevallen, 4 procent meer dan in 2018 en ruim 22 procent meer dan in 2015, toen 3.651 meldingen over ernstige ongevallen binnenkwamen. Ongeveer de helft van die meldingen zijn door de Inspectie nader onderzocht (2.229), een stijging van 4 procent ten opzichte van 2018. Het aantal afgesloten onderzoeken is daarentegen licht afgenomen. In 2019 daalde het aantal afgesloten onderzoeken met 2 procent; van 2.113 in 2018 tot 2.071 in 2019.
• Het aantal geregistreerde arbeidsongevallen met een dodelijke afloop daalde van 71 in 2018 naar 69 in 2019.
• Afgezet naar werknemersaantallen vielen in 2019 de meeste slachtoffers van ernstige arbeidsongevallen in de sector bouw, met 116 slachtoffers per 100.000 banen van werknemers, gevolgd door de sector afvalbeheer met gemiddeld 105 slachtoffers per 100.000 banen van werknemers. Dit is veel meer dan het gemiddelde van 24 slachtoffers per 100.000 banen over alle sectoren in 2019. De top 5-risicosectoren is in de afgelopen jaren ongewijzigd gebleven. De sectoren bouw, afvalbeheer, landbouw/bosbouw en visserij, industrie en vervoer en opslag staan steevast in de top 5.
• De meeste dodelijke slachtoffers (in absolute zin) vielen eveneens in de sector bouw. In 2019 overleden 18 slachtoffers in de sector bouwnijverheid, gevolgd door de sectoren vervoer en opslag (10), industrie (9), landbouw/bosbouw en visserij (8) en de handel (7).
• Bij bedrijven met minder dan tien werknemers vielen tussen 2015 en 2019 gemiddeld genomen de meeste slachtoffers van ernstige arbeidsongevallen: per 100.000 werknemers waren hier gemiddeld 67 mensen slachtoffer van. Bij middelgrote bedrijven (10 tot 100 werknemers) en grote bedrijven (100 werknemers of meer) waren dat respectievelijk 45 en 10 personen per 100.000 werknemers in de periode 2015 tot en met 2019.
• Twee op de drie slachtoffers van ernstige arbeidsongevallen in 2019 (66%) is door de Inspectie SZW geregistreerd als werknemer (in vaste of tijdelijke dienst bij de werkgever). Ongeveer een op de vijf slachtoffers is aangemerkt als uitzendkracht (22%) en 3 procent als zelfstandige werkzaam onder gezag.
• Ongelukken tijdens het werk komen relatief vaak voor bij werknemers in de leeftijd van 15 tot en met 24 jaar en bij werknemers in de leeftijd van 55 tot en met 64 jaar (gemiddeld 33 en 35 slachtoffers per 100.000 arbeidsjaren). Werknemers in de leeftijd van 25 tot en met 34 jaar zijn relatief gezien het minst vaak slachtoffer van een ernstig arbeidsongeval (25 per 100.000 arbeidsjaren).
• Afgezet naar het aantal banen, is de kans op een ernstig arbeidsongeval bijna 8 keer groter voor mannen dan voor vrouwen. Daarnaast hebben ook niet-Nederlandse werknemers een relatief hoge kans om slachtoffer te worden van een arbeidsongeval. Deze verschillen in ongevalsfrequentie zijn (naar verwachting) kleiner na correctie voor andere achtergrondkenmerken (zoals leeftijd, branche en aard dienstverband).
• Net als in voorgaande jaren springen de ongevalstypen ‘contact met een bewegend object’, ‘vallen (niet van hoogte)’, ‘contact met de bewegende delen van een machine’ en ‘val van hoogte’ er het meest uit. In meer dan driekwart van de door de Inspectie SZW afgeronde ongevalsonderzoeken met een aanvullende vragenlijst worden deze ongevalstypen genoemd.
Monitor arbeidsongevallen en klachten arbeidsomstandigheden4
Klachten en signalen arbeidsomstandigheden• In 2019 ontving de Inspectie SZW in totaal 2.976 klachten of signalen over
overtredingen op het gebied van arbeidsomstandigheden. Daarvan is 40 procent doorgezet voor nader onderzoek (1.194). In bijna al deze gevallen heeft een inspecteur een bezoek gebracht aan de werkgever waarop de melding betrekking had (1.081 = 91%). Bij 450 van de onderzoeken met een bezoek was er voor de inspecteur aanleiding tot het inzetten van een handhavingsinstrument (42%).
• De meeste klachten in 2019 hadden, evenals in voorgaande jaren, betrekking op de hoofdsectoren handel (24%), bouwnijverheid (20%) en de industrie (19%).
• Van de 2.976 binnengekomen klachten over arbeidsomstandigheden hadden de meeste betrekking op de inrichting van arbeidsplaatsen (704), gevolgd door klachten over gevaarlijke stoffen en biologische agentia (541) en arbobeleid (477). De meeste signalen en klachten over mogelijke overtredin-gen van arbeidsomstandigheden waren afkomstig van particulieren, (ex-)werknemers en andere overheidsinstanties.
Monitor arbeidsongevallen en klachten arbeidsomstandigheden 5
Inleiding
Werknemers moeten veilig hun werk kunnen doen. Hiervoor zijn goede arbeids omstandigheden essentieel. Het zorgen voor veilige arbeidsomstandig-heden is in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van bedrijven. In de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) staan verplichtingen beschreven waaraan werkgevers moeten voldoen. Daarin staat onder meer dat werkgevers beleid rondom arbeidsomstandigheden moeten ontwikkelen en uitvoeren en gevaren voor werknemers zo veel mogelijk moeten inperken. Er wordt daar-naast ook een beroep gedaan op de verantwoordelijkheid van werknemers. Zo is in de Arbowet onder meer opgenomen dat werknemers verplicht zijn om de arbeids- en beschermingsmiddelen op de voorgeschreven wijze te gebruiken. Het belangrijkste doel van de Arbowet is om ziekten en ongevallen veroorzaakt door het werk te voorkomen.
De Inspectie SZW draagt zorgt voor de naleving van de Arbowet. Klachten en signalen over overtredingen van arbeidsomstandigheden en ernstige arbeidson-gevallen vormen een belangrijke basis van dit toezicht. Werkgevers zijn verplicht om ernstige arbeidsongevallen te melden bij de Inspectie SZW. Daarnaast ontvangt de Inspectie klachten en signalen van werknemers, bedrijven of collega-diensten over situaties waarin het vermoeden bestaat van overtredin-gen op het gebied van arbeidsomstandigheden. Jaarlijks komen bij de Inspectie SZW ruim 7.000 meldingen binnen van arbeidsongevallen en van klachten en signalen over overtredingen van arbeidsomstandigheden.
Dit rapport beschrijft de belangrijkste cijfers en ontwikkelingen in het aantal gemelde en onderzochte arbeidsongevallen (hoofdstuk 2 en 3) en klachten over overtredingen van arbeidsomstandigheden (hoofdstuk 4) over de periode 2015 tot en met 2019. Naast absolute ongevalsfrequenties worden in dit rapport, waar mogelijk, ook relatieve ongevalscijfers gepresenteerd (het aantal ongeval-len afgezet naar het totaal aantal banen van werknemers of arbeidsjaren binnen een specifieke groep). Hiervoor wordt gebruikgemaakt van gegevens van het CBS. Verder is het van belang te onderstrepen dat de cijfers in dit rapport uitsluitend inzicht geven in bij de Inspectie gemelde klachten en ongevallen. Niet alle ongevallen zijn meldingsplichtig en niet alle meldingsplichtige ongeval-len worden daadwerkelijk gemeld bij de Inspectie SZW. (Meldingsplichtig bij de Inspectie SZW zijn die arbeidsongevallen die hebben geleid tot de dood, blijvend letsel of ziekenhuisopname – in dit rapport aangeduid als ernstige arbeidsongevallen.)
1
Monitor arbeidsongevallen en klachten arbeidsomstandigheden6
Ongevallen
Volgens artikel 1 van de Arbeidsomstandighedenwet is een arbeidsongeval een “aan een werknemer in verband met het verrichten van arbeid overkomen ongewilde, plotselinge gebeurtenis, die schade aan de gezondheid tot vrijwel onmiddellijk gevolg heeft gehad en heeft geleid tot ziekteverzuim, of de dood tot vrijwel onmiddellijk gevolg heeft gehad”.
De Arbowet verplicht werkgevers om arbeidsongevallen waarbij sprake is van een dodelijke afloop, ziekenhuisopname (niet poliklinisch) of wanneer blijvend letsel wordt verwacht (artikel 9, eerste lid van de Arbowet) direct te melden bij de Inspectie SZW. Ook als later blijkt dat er alsnog sprake is van een ziekenhuis-opname of van blijvend letsel dat in verband kan worden gebracht met het arbeidsongeval, moet de werkgever het betreffende ongeval direct melden. Daarnaast kunnen arbeidsongevallen worden onderzocht op basis van artikel 10 van de Arbowet (gevaar voor derden).
Het aantal meldingen over ernstige arbeidsongevallen in Nederland is de afgelopen vijf jaar flink gestegen. In 2019 ontving de Inspectie SZW in totaal 4.474 meldingen van arbeidsongevallen. Dat is 4 procent meer dan in 2018, toen de Inspectie 4.368 meldingen over ernstige arbeidsongevallen ontving en ruim 22 procent meer dan in 2015, toen er 3.651 meldingen over ernstige ongevallen binnenkwamen. Een toename die deels verklaard kan worden door de aanhou-dende hoogconjuctuur en groeiende werkgelegenheid.1
Meldingen die voldoen aan de criteria van de meldplicht worden door de Inspectie nader onderzocht. Daarbij is het van belang dat er voldoende aan-knopingspunten zijn voor nader onderzoek. Als een inspecteur tijdens het vooronderzoek vaststelt dat de toedracht van het ongeval niet meer te achter-halen is, ziet hij af van nader onderzoek en worden slachtoffer en werkgever van de beslissing op de hoogte gebracht. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn als de situatie ter plaatste dusdanig is veranderd dat het ongeval niet meer te recon strueren is of als er geen getuigen zijn en het slachtoffer het ongeval ook niet kan reproduceren. Ook als uit het onderzoek door een inspecteur blijkt dat het ongeval volgens de Arbowet niet meldingsplichtig is, wordt afgezien van nader onderzoek (bijvoorbeeld als het slachtoffer volgens de Arbowet geen werknemer is of als er geen sprake is van vermoedelijk blijvend letsel of ziekenhuisopname).
Sinds 2018 vindt er een scherpere beoordeling plaats van meldingen ‘aan de voorkant’. Dit vergt wat meer capaciteit in de initiële beoordeling, maar levert winst op; inspecteurs onderzoeken gerichter die ongevallen waar hun inzet het meest gewenst is. Deze werkwijze heeft in 2018 geleid tot een relatief sterke daling van het aantal ongevallen dat in onderzoek is genomen, van 2.756 in 2017 tot 2.145 in 2018. Inmiddels is de situatie weer enigszins gestabiliseerd en is zelfs
1 Het directe effect van hoogconjuctuur en groeiende werkgelegenheid is dat meer mensen werken, waardoor ook meer mensen risico lopen om slachtoffer te worden van een arbeidsongeval. Uit de ‘Staat van ernstige arbeidsongevallen’ (2017) blijkt verder dat de relatieve toename in arbeidsongevallen met name kan worden toegeschreven aan de bovengemiddelde economische groei in een aantal hoogrisicosectoren.
2
Monitor arbeidsongevallen en klachten arbeidsomstandigheden 7
sprake van een lichte toename van het aantal onderzochte arbeids ongevallen: in 2019 startte de Inspectie in totaal 2.229 ongevalsonderzoeken, 4 procent meer dan in 2018.
Het aantal afgesloten onderzoeken is daarentegen licht afgenomen. In 2019 daalde het aantal afgesloten onderzoeken met 2 procent van 2.113 in 2018 tot 2.071 in 2019. Wel is deze daling minder scherp dan in de jaren daarvoor. In 2018 daalde het aantal afgesloten onderzoeken nog met 10 procent (van 2.337 in 2017 tot 2.113 in 2018). Een daling die kan worden toegeschreven aan de verscherpte selectie voor het in onderzoek nemen van meldingen en de forse uitbreiding van het aantal inspecteurs in 2018. Het inwerken van deze nieuwe collega’s is van invloed op de inzetbare capaciteit van medewerkers die al in dienst zijn bij de Inspectie.
Figuur 2.1 laat zien dat zowel het aantal meldingen van ernstige arbeidsongeval-len als het aantal ongevalsonderzoeken dat op grond daarvan is gestart sinds 2018 is toegenomen, terwijl het aantal afgeronde onderzoeken licht is afgenomen.
Figuur 2.1 Aantal ontvangen ongevalsmeldingen, op grond daarvan gestarte ongevalson-derzoeken en afgesloten ongevalsonderzoeken in de periode 2015 t/m 2019
Bron: Inspectie SZW interne registratie ongevalsonderzoeken (2019)
Het aantal geregistreerde arbeidsongevallen met een dodelijke afloop is iets afgenomen. In 2019 vielen 69 dodelijke slachtoffers bij evenzoveel arbeidsonge-vallen, 2 minder dan in 2018 toen er 71 dodelijke slachtoffers te betreuren waren bij 70 arbeidsongevallen.
In de volgende paragrafen wordt ingegaan op de kenmerken van bij de Inspectie bekende slachtoffers van ernstige en dodelijke arbeidsongevallen. In de bijlagetabellen worden de kenmerken van deze slachtoffers in meer detail beschreven.
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
3.500
4.000
4.500
5.000
Afgesloten ongevalsonderzoekenGestarte ongevalsonderzoekenOngevalsmeldingen
20192018201720162015
3.651
2.3962.164
3.7864.212 4.368
4.474
2.5352.756
2.145 2.2292.452 2.337
2.113 2.071
Monitor arbeidsongevallen en klachten arbeidsomstandigheden8
2.1 Risicosectoren
In absolute zin vielen de meeste slachtoffers van ernstige arbeidsongevallen in 2019, net als voorgaande jaren, in de sectoren industrie (N=584; 29%), bouwnij-verheid (N=374; 18%), handel (N=300; 15%) en vervoer en opslag (N=211; 10%).
Relatief gezien vielen in 2019 de meeste slachtoffers van arbeidsongevallen in de sector bouw, met 116 slachtoffers per 100.000 banen van werknemers, gevolgd door de sector afvalbeheer met gemiddeld 105 slachtoffers per 100.000 banen van werknemers. Dit is veel meer dan het gemiddelde van 24 slachtoffers per 100.000 banen over alle sectoren in 2019.2 Daarin is ook geen verschuiving opgetreden ten opzichte van voorgaande jaren. De sectoren bouw, afvalbeheer, landbouw/bosbouw en visserij, industrie en vervoer en opslag staan steevast in de top 5.
In figuur 2.2 staan het aantal slachtoffers van ernstige arbeidsongevallen per 100.000 banen van werknemers in 2019 voor de verschillende sectoren weerge-geven. In bijlagetabel I staan de ongevalscijfers van alle hoofdsectoren. Bijlagetabel III toont de ongevalscijfers naar subsectoren.
Figuur 2.2 Aantal slachtoffers van ernstige arbeidsongevallen per 100.000 banen van werknemers in 2019 (afgesloten zaken)
Bron: Inspectie SZW interne registratie van in 2019 afgeronde ongevalsonderzoeken (n=2.048) en CBS.
Dodelijke slachtoffersDe meeste dodelijke slachtoffers (in absolute zin) vielen eveneens in de sector bouw. In 2019 overleden 18 slachtoffers in de sector bouwnijverheid, gevolgd door de sectoren vervoer en opslag (10), industrie (9), landbouw/bosbouw en visserij (8) en de handel (7). Daarin is geen verschuiving opgetreden ten opzichte
2 Het aantal banen van werknemers per december 2019 is op het moment van schrijven nog niet bekend bij het CBS. Daarom is uitgegaan van de voorlopige cijfers van december 2018. Dit kan ertoe leiden dat een (lichte) vertekening optreedt van het aantal ernstige arbeidsongevallen per 100.000 banen van werknemers.
0
20
40
60
80
100
120
140
Info
rmat
ie en
com
mun
icatie
Fina
ncie
le d
iens
tver
leni
ng
Onde
rwijs
Gezo
ndhe
ids-
en w
elzij
nszo
rg
Verh
uur e
n ha
ndel
van
onro
eren
d go
ed
Hore
ca
Over
ige d
iens
tver
leni
ng
Verh
uur e
n ov
erig
e zak
elijk
e die
nste
n
Delfs
to�e
nwin
ning
Open
baar
bes
tuur
en o
verh
eids
dien
sten
Spec
ialis
tisch
e zak
elijk
e die
nste
n
Cultu
ur, s
port
en re
crea
tie
Hand
el
Gem
idde
ld
Onbe
kend
Ener
giev
oorz
ieni
ng
Verv
oer e
n op
slag
Indu
strie
Land
bouw
, bos
bouw
en vi
sser
ij
Afva
lbeh
eer
Bouw
116105
78 76
54
26 24 24 21 16 14 13 12 11 10 9 9 5 3 1 0
Monitor arbeidsongevallen en klachten arbeidsomstandigheden 9
van voorgaande jaren. Ook in 2018 bestond top 5 uit de bouwnijverheid, vervoer en opslag, industrie, landbouw/bosbouw/visserij en handel.
Figuur 2.3 Top 5-risicosectoren dodelijke slachtoffers van arbeidsongevallen in 2018 en 2019
Bron: Inspectie SZW interne registratie van in 2018 en 2019 plaatsgevonden dodelijke ongevallen (2018=71 en 2019=69).
2.2 Bedrijfsgrootte
Bij bedrijven met minder dan tien werknemers vielen tussen 2015 en 2019 gemiddeld genomen de meeste slachtoffers van ernstige arbeidsongevallen: per 100.000 werknemers waren hier gemiddeld 67 mensen slachtoffer van. Bij middelgrote bedrijven (10 tot 100 werknemers) en grote bedrijven (100 werkne-mers of meer) zijn dat respectievelijk 45 en 10 personen per 100.000 werk-nemers in de periode 2015 tot en met 2019. Figuur 2.4 toont de ontwikkeling van ernstige arbeidsongevallen voor de afzonderlijke jaren.3
Figuur 2.4 Ontwikkeling van het aantal slachtoffers van ernstige arbeidsongevallen per 100.000 banen van werknemers naar grootteklasse van hun werkgever (afgesloten zaken)
Bron: Inspectie SZW interne registratie van in 2015 tot en met 2019 afgeronde ongevalsonderzoeken (n=11.154) en CBS.
3 Voorlopig cijfer. Van 2019 zijn nog geen cijfers over het aantal banen van werknemers naar grootteklasse beschikbaar. Daarom zijn de cijfers van december 2018 gebruikt.
20
1110
6
1110
7
0
5
10
15
20
25
20192018
Groot- en detailhandel;
reparatie van auto’s
Landbouw, bosbouw en visserij
IndustrieVervoer en opslagBouwnijverheid
18
89
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100 of meer werknemers10 tot 100 werknemers
2.3 Arbeidsrelatie van slachtoffers
Twee op de drie slachtoffers van ernstige arbeidsongevallen in 2019 (66%) is door de Inspectie SZW geregistreerd als werknemer (in vaste of tijdelijke dienst bij de werkgever). Ongeveer een op de vijf slachtoffers is aangemerkt als uitzendkracht (22%) en 3 procent als zelfstandige4. De procentuele verdeling van slachtoffers naar arbeidsrelatie is in 2019 nagenoeg gelijk aan die van voorgaan-de jaren. Zo is het aandeel uitzendkrachten als slachtoffer van ernstige arbeids-ongevallen sinds 2017 nagenoeg stabiel gebleven (21% in 2017, 21% in 2018 en 22% in 2019) evenals het aandeel werknemers (69% in 2017, 69% in 2018 en 66% in 2019). Bij de dodelijke ongevallen is 65 procent werknemers, 14 procent uitzendkracht en 1 procent zelfstandige (niet getoond).
Figuur 2.5 Arbeidsrelatie van slachtoffers van ernstige arbeidsongevallen in 2019 (afgesloten zaken)
Bron: Inspectie SZW interne registratie van in 2019 afgeronde ongevalsonderzoeken (n=2.048).
2.4 Leeftijd van slachtoffers
Ongelukken tijdens het werk komen relatief vaak voor bij werknemers in de leeftijd van 15 tot en met 24 jaar en bij werknemers in de leeftijd van 55 tot en met 64 jaar. Per 100.000 arbeidsjaren5 waren gemiddeld 33 van de 15- tot en met 24-jarigen en 35 van de 55- tot en met 64-jarigen betrokken bij een ernstig arbeidsongeval in de periode 2015 tot en met 2019. Deze laatste groep kent relatief ook de meeste dodelijke slachtoffers (gemiddeld 1,1 per 100.000 arbeidsjaren). Werknemers in de leeftijd van 25 tot en met 34 jaar zijn relatief gezien het minst vaak slachtoffer van een ernstig arbeidsongeval (25 per 100.000 arbeidsjaren).
4 Het percentage zelfstandigen in de ongevalscijfers is relatief laag. Dat komt omdat niet alle ongevallen met zelfstandigen meldingsplichtig zijn op grond van de Arbeidsomstandig-hedenwet. De Inspectie onderzoekt alleen ongevallen van zelfstandigen die onder gezag werken. Alle overige ongevallen waarbij zelfstandigen betrokken zijn worden niet door de Inspectie onderzocht en komen niet in de ongevalscijfers terecht.
5 De ongevalsfrequentie is berekend per 100.000 arbeidsjaren naar leeftijdscategorie voor alleen de arbeidsongevallen met werknemers, uitzendkrachten en stagiairs. Het gemiddelde is berekend over de jaren 2015 tot en met 2019.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Anders/onbekendMeewerkend gezinslid
DerdeZelfstandigeLeerling/studentUitzendkrachtStagiairWerknemer
20192018201720162015
70% 70% 69% 69% 66%
4% 4% 4% 4% 3%
18% 18% 21% 21% 22%
Monitor arbeidsongevallen en klachten arbeidsomstandigheden 11
Figuur 2.6 Leeftijdsverdeling van slachtoffers van ernstige arbeidsongevallen per 100.000
arbeidsjaren
Bron: Inspectie SZW interne registratie van in 2015 tot en met 2019 afgeronde ongevalsonderzoeken (n=11.154) en CBS.
2.5 Geslacht van slachtoffers
De meeste slachtoffers van door de Inspectie SZW onderzochte ongevallen zijn man; in 2019 was 88 procent van de slachtoffers van het mannelijke geslacht en 12 procent van het vrouwelijk geslacht. Van de dodelijke slachtoffers was zelfs 91 procent man. Deze verhouding is nagenoeg gelijk aan die van voorgaande jaren. Afgezet naar het aantal banen, blijkt dat mannen (met 47 slachtoffers per 100.000 banen van werknemers) bijna 8 keer zo vaak slachtoffer zijn van ernstige arbeidsongevallen dan vrouwen (met 6 slachtoffers per 100.000 banen van werknemers) – zie bijlagetabel I. Hierbij is geen rekening gehouden met andere factoren (zoals leeftijd, bedrijfstak, arbeidsverband enzovoort). Eerder onderzoek toont aan dat het verschil in ongevalsfrequentie kleiner is na correctie voor deze factoren.6
Figuur 2.7 Geslacht van slachtoffers van ernstige arbeidsongevallen en dodelijke slachtoffers in 2019
Bron: Inspectie SZW interne registratie van in 2019 afgeronde ongevalsonderzoeken (n=2.048).
6 Berkhout, P.H.G., Damen, M., Ameling, C.B. & Sol, V.M. (2014). Ernstige arbeidsongevallen 1999-2011. Trends en ontwikkelingen (RIVM Rapport 110010002/2014). In opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
0
5
10
15
20
25
30
35
40
Slachto�ers naar arbeidsvolume
65 en ouder55 t/m 6445 t/m 5435 t/m 4425 t/m 3415 t/m 241 t/m 140,0
0,2
0,4
0,6
0,8
1,0
1,2
Dodelijke slachto�ers naar arbeidsvolume
Slachto�ers van vrouwelijke geslachtSlachto�ers van het mannelijke geslacht
Alle slachto�ers Dodelijke slachto�ers
12%
88% 91%
9%
Monitor arbeidsongevallen en klachten arbeidsomstandigheden12
2.6 Nationaliteit van slachtoffers
De meeste slachtoffers van ernstige arbeidsongevallen per 100.000 banen komen uit Midden- en Oost-Europa7 (gemiddeld 94 slachtoffers per 100.000 banen), gevolgd door werknemers uit de zogenaamde GIPS-landen8. Wel ligt het aantal slachtoffers in die laatste groep beduidend lager dan in de eerste (gemiddeld 50 slachtoffers per 100.000 banen).9 Een van de mogelijke verklarin-gen voor de relatief hoge aantallen slachtoffers onder werknemers uit Midden- en Oost-Europa is dat hun werkzaamheden zich concentreren in sectoren waar relatief veel ongevallen plaatsvinden. Daarnaast spelen mogelijk ook andere achtergrondkenmerken een rol, zoals leeftijd en aard dienstverband. Na correctie van deze factoren zullen de verschillen in ongevalsfrequentie tussen de groepen naar verwachting kleiner zijn.
Figuur 2.8 Ontwikkeling van het aantal slachtoffers van ernstige arbeidsongevallen per 100.000 banen naar nationaliteit in de periode 2015 t/m 2019 (afgesloten zaken)
Bron: Inspectie SZW interne registratie van in 2015 tot en met 2019 afgeronde ongevalsonderzoeken (n=11.154) en CBS.
7 Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Slovenië, Slowakije, Tsjechië, Bulgarije, Roemenië en Kroatië.
8 Griekenland, Italië, Portugal en Spanje.9 Voorlopig cijfer. Van 2019 zijn nog geen cijfers over het aantal banen van werknemers
beschik baar. Daarom zijn de cijfers van 2018 gebruikt. Dit kan tot een lichte vertekening leiden. Voor buitenlandse werknemers zijn enkel gegevens over de omvang van het aantal banen van werknemers tot en met 2017 beschikbaar. Voor deze groepen is de omvang van het aantal banen voor 2018 en 2019 geschat.
0
20
40
60
80
100
120
RestGIPS landen in de EUMidden en -Oost Europese landen in de EU**Nederland
2019*2018*201720162015
Monitor arbeidsongevallen en klachten arbeidsomstandigheden 13
Ongevalstypen en overtredingen
De cijfers over de ongevalstypen zijn afkomstig uit door inspecteurs ingediende enquêteformulieren waarin toedracht en oorzaken zijn vastgelegd van arbeids-ongevallen die plaatsvonden in 2019 en waarvan het onderzoek is afgesloten. Dit hoofdstuk beschrijft de resultaten hiervan. Deze gegevens zijn niet beschik-baar voor alle ongevallen10. In tabel IV van de bijlage zijn de ongevalstypen gerangschikt op basis van 713 ongevallen die plaatsvonden in 2019 en waarvan de enquêteformulieren over ongevalstypen waren ingediend op het moment van schrijven.
3.1 Ongevalstypen
Net als in voorgaande jaren springen de ongevalstypen ‘contact met een be we gend object’, ‘vallen (niet van hoogte)’, ‘contact met de bewegende delen van een machine’ en ‘val van hoogte’ er het meeste uit. In meer dan driekwart van de door de Inspectie SZW afgeronde ongevalsonderzoeken waarvoor een aanvullende vragenlijst is ingevuld, worden deze ongevalstypen genoemd. Deze verhouding is stabiel over de afgelopen vijf jaar.
Figuur 3.1 Ongevalstypen in 2019 (afgesloten zaken)
Bron: Inspectie SZW interne registratie van in 2019 afgeronde ongevalsonderzoeken met aanvullende vragenlijst (n=713). Het betreft ongevalstypen volgens opgaaf van de betrokken inspecteur.
10 Met ingang van 2020 start de Monitor Leren van Ongevallen. Dit is een nieuw instrument om relevante gegevens van ongevallen op een systematische wijze vast te leggen. Doel van de monitor is om de betrouwbaarheid, efficiency, doelmatigheid en tijdigheid van de informatie te verhogen. De monitor is ontwikkeld door het RIVM in nauwe afstemming met de Inspectie SZW en het ministerie van SZW.
3
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
Aanrijding met een voertuig
Overig contact met een
object
OverigVallen van hoogte
Contact met bewegendedelen van
een machine
Vallen (niet van hoogte)
Contact met bewegend
object
30%
16% 16%14%
8% 8%7%
Monitor arbeidsongevallen en klachten arbeidsomstandigheden14
3.2 Overtredingen
Als bij onderzoek van een arbeidsongeval blijkt dat de werkgever in overtreding is, handhaaft de Inspectie SZW. In deze paragraaf staat beschreven welke overtredingen het vaakst voorkomen bij en ongevallen (tabel 3.1). Uit de tabel blijkt dat bij de in 2019 afgeronde ongevalsonderzoeken relatief het vaakst een overtreding werd geconstateerd op artikel 7.4 van het Arbeidsomstandigheden-besluit. Dit artikel schrijft voor dat een arbeidsmiddel bestaat uit deugdelijk materiaal, deugdelijk is geconstrueerd en zodanig is geplaatst en wordt gebruikt dat het gevaar dat zich een ongewilde gebeurtenissen voordoet wordt voorko-men. Daarnaast heeft 10 procent van de overtredingen betrekking op het niet (tijdig) melden van ernstige arbeidsongevallen of het niet voeren van een registratie van ongevallen die hebben geleid tot een verzuim van meer dan drie dagen.
Tabel 3.1 Top 10 van geconstateerde overtredingen bij in 2019 afgeronde ongevalsonderzoeken
Rangorde Wetsartikel Aantal %
1 Deugdelijkheid arbeidsmiddelen en ongewilde gebeurtenissen (art. 7.4 Arbeidsomstandigheden-besluit)
238 16%
2 Melding ongevallen(art. 9, Arbeidsomstandighe-denwet)
144 10%
3 Montage, demontage, onderhoud, reparatie en reiniging van arbeidsmiddelen (art. 7.5 Arbeidsom-standighedenbesluit)
137 9%
4 Voorkomen valgevaar (art. 3.16, Arbeidsomstan-dighedenbesluit)
135 9%
5 Veiligheidsvoorzieningen i.v.m. bewegende delen van arbeidsmiddelen (art. 7.7 Arbeidsomstandig-hedenbesluit)
114 8%
6 Voorkomen gevaar van bewegende voorwerpen (art. 3.17 Arbeidsomstandighedenbesluit)
106 7%
7 Geschiktheid arbeidsmiddelen (art. 7.3 Arbeidsom-standighedenbesluit)
77 5%
8 Gebruik mobiele arbeidsmiddelden (7.17c Arbeidsomstandhedenbesluit)
77 5%
9 Algemene vereisten inrichting arbeidsplaatsen (art. 3.2 Arbeidsomstandighedenbesluit)
57 4%
10 Inventarisatie en evaluatie van risico's (art. 10 Arbeidsomstandighedenwet)
40 3%
Totaal 1.466 77%*
Bron: administratief systeem van de Inspectie SZW
* In 2019 zijn in totaal 2.048 ongevalsonderzoeken afgerond waarbij 1.466 overtredingen zijn vast- gesteld. In totaal 77% (n=1.125) van die overtredingen had betrekking op een onderwerp uit de top 10.
Monitor arbeidsongevallen en klachten arbeidsomstandigheden 15
Klachten en signalen arbeidsomstandigheden
Dit hoofdstuk beschrijft de procesgang van in 2019 binnengekomen klachten op het terrein van arbeidsomstandigheden. Onder een klacht verstaat de Inspectie SZW een aan de Inspectie gericht signaal afkomstig van een melder11 die een sterk vermoeden heeft dat een bedrijf of instelling zich niet aan de wettelijke voorschriften op het terrein van de Arbeidsomstandigheden- of Arbeids tijdenwet houdt.
Indien een melding wordt beschouwd als een klacht, kiest de medewerker van de meldkamer, indien nodig na consultatie van de dienstdoende piket-inspecteur of de teamleider van de regio waar de melding vandaan komt, de meest geëigende procesgang (direct afdoen, doorverwijzen of doorzetten voor nader onderzoek). Dit gebeurt op basis van uitgebreide richtlijnen, procedures en beoordelings kaders. Het beleid van de Inspectie is erop gericht dat een klacht of signaal alleen wordt doorgezet als er vermoedelijk sprake is van een zware overtreding of ernstige misstanden. Sommige meldingen van klachten worden doorgezet naar een andere dienst. Bij meldingen van klachten gaat het dan om klachten op terreinen die tot de verantwoordelijkheid van die andere dienst behoren.
In 2019 ontving de Inspectie SZW in totaal 2.976 klachten of signalen over over-tredingen op het gebied van arbeidsomstandigheden. 40 procent van deze klachten of signalen zijn doorgezet voor nader onderzoek (1.194) en bijna al deze gevallen heeft een inspecteur een bezoek gebracht aan de werkgever waarop de melding betrekking had (1.081; 91%). Bij 450 van de onderzoeken met een bezoek was er voor de inspec-teur aanleiding tot het inzetten van een handhavingsinstrument (42%).12
Figuur 4.1 Schematische weergave procesgang van in 2019 binnengekomen klachten op het terrein van arbeidsomstandigheden
Bron: Inspectie SZW interne registratie van in 2019 ontvangen klachten en signalen over arbeidsomstandigheden
11 Dit kunnen onder andere (ex-)werknemers, werkgevers, leden van een ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging, vakbonden, andere overheidsinstanties of derden zijn.
12 Dit is een voorlopig cijfer omdat nog niet alle onderzoeken naar deze klachten en signalen zijn afgesloten.
4
Klachten (2019)2.976
Onbekend13 (0.4%)
Niet doorgezet1.768 (59.4%)
Wel doorgezet1.194 (40.1%)
Geen bezoek113 (9.5%)
Bezoek1.081 (90.5%)
Geen instrument631 (58.4%)
Instrument450 (41.8%)
Monitor arbeidsongevallen en klachten arbeidsomstandigheden16
4.1 Klachten naar onderwerpen en afhandeling
Van de 2.976 binnengekomen klachten over arbeidsomstandigheden hebben de meeste betrekking op de inrichting van arbeidsplaatsen (704), gevolgd door klachten over gevaarlijke stoffen en biologische agentia (541) en Arbobeleid (477). Dit zijn ook de risico’s die het vaakst zijn doorgezet voor onderzoek en waar relatief vaak een handhavingsinstrument is ingezet. Dit komt voort uit het beleid van de Inspectie om een klacht of signaal alleen door te zetten als er vermoedelijk sprake is van een zware overtreding of ernstige misstanden. Klachten over arbozorg en organisatie van de arbeid, fysische factoren, en fysieke belasting worden in mindere mate doorgezet voor nader onderzoek.
Figuur 4.2 Binnengekomen klachten en signalen arbeidsomstandigheden 2019 naar onderwerp en afhandeling
Bron: Inspectie SZW interne registratie van in 2019 ontvangen klachten en signalen over arbeidsomstandigheden.
4.2 Afdoening klachten en signalen naar type melder
Net als in voorgaande jaren zijn de meeste signalen en klachten over mogelijke overtredingen van arbeidsomstandigheden afkomstig van particulieren, (ex-)werknemers en andere overheidsinstanties. Van de in 2019 binnengekomenklachten en signalen werd 40 procent doorgezet voor onderzoek. Van de onderzochte klachten en signalen werd bij 42 procent een handhavingsinstru-ment ingezet.
De Inspectie is wettelijk verplicht om een klacht of signaal afkomstig van een vakbond of ondernemingsraad (OR) c.q. personeelsvertegenwoordiging (PVT) in onderzoek te nemen13. De belangrijkste redenen om meldingen niet nader te
13 Op het moment van schrijven is voor één van de negentien door een vakbond of OR/PVT ingediende klachten nog geen beslissing genomen over het al dan niet doorzetten van de klacht voor onderzoek. In lijn met de wettelijke verplichting zal deze klacht (op een later moment) alsnog voor onderzoek worden doorgezet.
0 100 200 300 400 500 600 700 800
Inzet handhavingsinstrument Doorgezet geen handhavingsinstrument Niet doorgezet
Onbekend
Samenwerking, overleg, OR en deskundige bijstand
Jeugdige & zwangere werknemers - Algemeen
Denities en toepassingsgebied
ARTW
Persoonlijke beschermingsmiddelen en veiligheids- en gezondheidssignalering
Fysieke belasting
Warenwet (WaW)
Arbeidsmiddelen en specieke werkzaamheden
Fysische factoren
Arbozorg en organisatie van de arbeid
Arbobeleid
Gevaarlijke stoen (GS) en Biologische agentia (BA)
Inrichting arbeidsplaatsen 704541
477350
334135
1078984
7857
8
66
Monitor arbeidsongevallen en klachten arbeidsomstandigheden 17
laten onderzoeken door een inspecteur zijn dat geen sprake is van een vermoe-delijke (zware) overtreding of dat de kans de overtreding nog aan te treffen te gering is door late melding. Daarnaast kan sprake zijn van onjuiste of onvolledi-ge informatie waardoor er onvoldoende aanknopingspunten zijn om een vervolgonderzoek in te stellen, of de klacht of signaal wordt door de melder ingetrokken.
Tabel 4.1 Aantal in 2019 binnengekomen klachten, voor onderzoek doorgezette klachten en klachten waarbij handhavingsinstrumenten zijn ingezet, uitgesplitst naar type melder
Ingekomen Doorgezet voor onderzoek
Inzet instrument
Type melder Aantal % Aantal %* Aantal %**
Totaal 2.976 100% 1.194 40% 450 42%
Onbekend 989 348 35% 118 34%
Particulier 805 351 44% 126 36%
Werknemer 735 262 36% 119 0%
Ex-werknemer 186 61 33% 30 49%
Andere overheidsinstantie 140 90 64% 31 34%
Wettelijk vertegenwoordiger 38 26 68% 10 38%
Werkgever 23 12 52% 3 25%
Collegadienst met samen-werkingsafspraken
19 13 68% 2 15%
Vakbond 14 14 100% 8 0%
Familielid 7 2 29% 1 50%
Waw-gebruiker 7 5 71% 0 0%
OR/ PVT 5 4 80% 2 50%
Waw-fabrikant 4 4 100% 0 0%
Concurrent 1 0 0% 0 0%
Waw-adviseur 1 0 0% 0 0%
Waw-distributeur 1 1 100% 0 0%
Waw-importeur 1 1 100% 0 0%
Bron: Inspectie SZW interne registratie van in 2019 ontvangen klachten en signalen over arbeidsomstandigheden.
* Percentage van binnengekomen klachten
** Percentage van in onderzoek genomen klachten
Monitor arbeidsongevallen en klachten arbeidsomstandigheden18
4.3 Klachten en ongevallen naar hoofdsectoren
In absolute zin hadden de meeste klachten in 2019, evenals in voorgaande jaren, betrekking op de hoofdsectoren handel (311; 24%), bouwnijverheid (249; 20%) en de industrie (239; 19%). In die sectoren vonden eveneens de meeste ongeval-len plaats (respectievelijk 15%, 18% en 29% van de ongevallen).
De absolute en relatieve ongevalscijfers op hoofdsectorniveau zijn tevens terug te vinden in bijlagetabel I en II. In bijlagetabel III zijn de absolute en relatie ongevalscijfers per tweecijferige Standaard Bedrijfsindeling (SBI) voor 2015 tot en met 2019 weergegeven.
Figuur 4.2 Percentage klachten en slachtoffers van arbeidsongevallen naar hoofdsectoren (door Inspectie SZW afgehandelde klachten en afgesloten ongevalsonderzoeken, 2019)
Bron: Inspectie SZW interne registratie van in 2019 afgesloten onderzoeken naar arbeidsongevallen en klachten en signalen over arbeidsomstandigheden.
0 5 10 15 20 25 30
Klachten Ongevallen
Onbekend
Delfstoenwinning
Huishoudens als werkgever
Onderwijs
Cultuur, sport en recreatie
Informatie en communicatie
Energievoorziening
Financiele dienstverlening
Gezondheids- en welzijnszorg
Openbaar bestuur en overheidsdiensten
Overige dienstverlening
Verhuur en handel van onroerend goed
Landbouw, bosbouw en visserij
Waterleidingbedrijven en afvalbeheer
Specialistische zakelijke diensten
Vervoer en opslag
Verhuur en overige zakelijke diensten
Horeca
Industrie
Bouwnijverheid
Handel
Monitor arbeidsongevallen en klachten arbeidsomstandigheden 19
Bijla
gen
Tabe
l I S
lach
toff
ers v
an a
rbei
dson
geva
llen
in 2
015-
2019
(afg
eslo
ten
zake
n) n
aar v
ersc
hille
nde
kenm
erke
n
2015
2016
2017
2018
2019
Tota
al
Gemiddeld per jaar*
Banen/ arbeidsvolume**
Gemiddeld per 100.000 banen (arbeidsvolume)***
Aan
tal
%A
anta
l%
Aan
tal
%A
anta
l%
Aan
tal
%A
anta
l%
Tota
alTo
taal
2.16
510
0,0%
2.45
910
0,0%
2.35
010
0,0%
2.13
210
0,0%
2.04
810
0,0%
11.1
5410
0,0%
2.23
17.
935.
400
28
Ges
lach
tM
1.89
987
,7%
2.06
684
,0%
2.08
388
,6%
1.88
688
,5%
1.80
087
,9%
9.73
487
,3%
1.94
74.
121.
600
47
V21
39,
8%27
511
,2%
252
10,7
%24
311
,4%
247
12,1
%1.
230
11,0
%24
63.
813.
800
6
Onb
eken
d53
2,4%
118
4,8%
150,
6%3
0,1%
10,
0%19
01,
7%38
--
Arb
eids
ve
rban
dw
erkn
emer
1.51
369
,9%
1.71
069
,5%
1.61
568
,7%
1.46
768
,8%
1.35
266
,0%
7.65
768
,6%
1.53
1
stag
iair
281,
3%25
1,0%
241,
0%29
1,4%
261,
3%13
21,
2%26
uitz
endk
rach
t39
118
,1%
450
18,3
%49
220
,9%
455
21,3
%44
521
,7%
2.23
320
,0%
447
leer
ling/
stud
ent
301,
4%36
1,5%
311,
3%28
1,3%
432,
1%16
81,
5%34
zelfs
tand
ige
894,
1%10
44,
2%90
3,8%
864,
0%63
3,1%
432
3,9%
86
derd
e30
1,4%
532,
2%38
1,6%
281,
3%26
1,3%
175
1,6%
35
mee
wer
kend
ge
zins
lid8
0,4%
60,
2%4
0,2%
100,
5%7
0,3%
350,
3%7
ande
rs/o
nbek
end
763,
5%75
3,1%
562,
4%29
1,4%
864,
2%32
22,
9%64
Boet
erap
port
nee
922
42,6
%1.
150
46,8
%1.
164
49,5
%1.
218
57,1
%1.
221
59,6
%5.
675
50,9
%1.
135
ja1.
243
57,4
%1.
309
53,2
%1.
186
50,5
%91
442
,9%
827
40,4
%5.
479
49,1
%1.
096
Ove
rtre
ding
enne
e76
535
,3%
937
38,1
%94
640
,3%
972
45,6
%1.
064
52,0
%4.
684
42,0
%93
7
ja1.
400
64,7
%1.
522
61,9
%1.
404
59,7
%1.
160
54,4
%98
448
,0%
6.47
058
,0%
1.29
4
Leeft
ijd**
*1
t/m
14
70,
3%10
0,4%
50,
2%5
0,2%
50,
2%32
0,3%
63.
000
-
15
t/m
24
244
11,3
%32
313
,1%
308
13,1
%28
113
,2%
275
13,4
%1.
431
12,8
%28
675
4.00
033
25
t/m
34
384
17,7
%47
819
,4%
403
17,1
%42
219
,8%
364
17,8
%2.
051
18,4
%41
01.
472.
000
25
35
t/m
44
423
19,5
%41
817
,0%
417
17,7
%36
016
,9%
374
18,3
%1.
992
17,9
%39
81.
293.
000
28
45
t/m
54
531
24,5
%58
023
,6%
628
26,7
%49
023
,0%
444
21,7
%2.
673
24,0
%53
51.
514.
000
32
55
t/m
64
413
19,1
%45
318
,4%
442
18,8
%42
820
,1%
393
19,2
%2.
129
19,1
%42
61.
104.
000
35
65
en
oude
r35
1,6%
552,
2%43
1,8%
472,
2%42
2,1%
222
2,0%
4496
.000
32
on
beke
nd12
85,
9%14
25,
8%10
44,
4%99
4,6%
151
7,4%
624
5,6%
125
--
5
Mon
itor a
rbei
dson
geva
llen
en k
lach
ten
arbe
idso
mst
andi
ghed
en20
2015
2016
2017
2018
2019
Tota
al
Gemiddeld per jaar*
Banen/ arbeidsvolume**
Gemiddeld per 100.000 banen (arbeidsvolume)***
Aan
tal
%A
anta
l%
Aan
tal
%A
anta
l%
Aan
tal
%A
anta
l%
Hoo
fdse
ctor
A L
andb
ouw
, bo
sbou
w e
n vi
sser
ij
653,
0%94
3,8%
954,
0%90
4,2%
793,
9%42
33,
8%85
101.
900
83
B D
elfs
toff
en-
win
ning
10,
0%3
0,1%
30,
1%2
0,1%
10,
0%10
0,1%
28.
200
24
C In
dust
rie58
326
,9%
635
25,8
%61
526
,2%
579
27,2
%58
428
,5%
2.99
626
,9%
599
764.
300
78
D
Ene
rgie
voor
-zi
enin
g6
0,3%
60,
2%9
0,4%
30,
1%7
0,3%
310,
3%6
27.2
0023
E
Wat
erle
idin
g-be
drijv
en e
n af
valb
ehee
r
592,
7%54
2,2%
542,
3%56
2,6%
371,
8%26
02,
3%52
35.1
0014
8
F
Bouw
nijv
erhe
id42
419
,6%
470
19,1
%50
321
,4%
415
19,5
%37
418
,3%
2.18
619
,6%
437
322.
800
135
G
Han
del
295
13,6
%32
413
,2%
347
14,8
%29
313
,7%
300
14,6
%1.
559
14,0
%31
21.
411.
900
22
H
Ver
voer
en
opsl
ag20
99,
7%26
110
,6%
237
10,1
%22
910
,7%
211
10,3
%1.
147
10,3
%22
939
0.60
059
I H
orec
a31
1,4%
492,
0%35
1,5%
311,
5%39
1,9%
185
1,7%
3742
2.30
09
J I
nfor
mat
ie e
n
com
mun
icat
ie8
0,4%
70,
3%2
0,1%
50,
2%1
0,0%
230,
2%5
276.
900
2
K
Fin
anci
ële
dien
stve
rleni
ng41
1,9%
421,
7%8
0,3%
120,
6%2
0,1%
105
0,9%
2126
7.80
08
L
Verh
uur e
n ha
ndel
va
n on
roer
end
goed
140,
6%13
0,5%
160,
7%8
0,4%
60,
3%57
0,5%
1167
.000
17
M
Spe
cial
istis
che
zake
lijke
die
nste
n69
3,2%
843,
4%51
2,2%
643,
0%75
3,7%
343
3,1%
6951
7.30
013
N
Ver
huur
en
over
ige
zake
lijke
di
enst
en
140
6,5%
120
4,9%
145
6,2%
111
5,2%
123
6,0%
639
5,7%
128
1.11
7.00
011
O
Ope
nbaa
r be
stuu
r en
over
heid
sdie
nste
n
592,
7%96
3,9%
622,
6%55
2,6%
663,
2%33
83,
0%68
517.
100
13
P
Ond
erw
ijs41
1,9%
492,
0%29
1,2%
241,
1%17
0,8%
160
1,4%
3253
1.80
06
Q
Gez
ondh
eids
- en
w
elzi
jnsz
org
823,
8%87
3,5%
773,
3%84
3,9%
703,
4%40
03,
6%80
1.36
8.70
06
Mon
itor a
rbei
dson
geva
llen
en k
lach
ten
arbe
idso
mst
andi
ghed
en21
2015
2016
2017
2018
2019
Tota
al
Gemiddeld per jaar*
Banen/ arbeidsvolume**
Gemiddeld per 100.000 banen (arbeidsvolume)***
Aan
tal
%A
anta
l%
Aan
tal
%A
anta
l%
Aan
tal
%A
anta
l%
Hoo
fdse
ctor
R Cu
ltuur
, spo
rt e
n re
crea
tie20
0,9%
351,
4%33
1,4%
381,
8%22
1,1%
148
1,3%
3013
9.20
021
S
Ove
rige
dien
st-
verle
ning
150,
7%17
0,7%
150,
6%14
0,7%
140,
7%75
0,7%
1513
5.10
011
T
Hui
shou
dens
als
w
erkg
ever
--
--
--
--
--
--
-
-
Onb
eken
d3
0,1%
130,
5%14
0,6%
190,
9%20
1,0%
690,
6%14
--
De a
anta
llen
slach
toffe
rs zi
jn g
ebas
eerd
op
een
bew
erki
ng va
n ge
geve
ns u
it he
t adm
inist
ratie
ve sy
stee
m va
n de
Insp
ectie
SZW
.
* H
et g
emid
deld
e per
jaar
is b
erek
end
over
de p
erio
de 2
015-
2019
.
** V
oor s
ecto
ren
zijn
aant
alle
n ba
nen
van
wer
knem
ers p
er d
ecem
ber 2
018
(voo
rlopi
ge ci
jfers
) geb
ruik
t. Vo
or g
esla
cht z
ijn a
anta
llen
van
wer
knem
ers p
er d
ecem
ber 2
017 g
ebru
ikt,
omda
t cijf
ers o
ver 2
018
nog
niet
bes
chik
baar
war
en.
Voor
leeft
ijd is
het
arb
eids
volu
me v
an w
erkn
emer
s in
2018
geb
ruik
t. D
eze g
egev
ens z
ijn a
fkom
stig
van
het C
entra
al B
urea
u vo
or d
e Sta
tistie
k.
***
Het
gem
idde
ld a
anta
l arb
eids
onge
valle
n pe
r 100
.000
ban
en (a
rbei
dsvo
lum
e) n
aar l
eefti
jdsc
ateg
orie
is a
lleen
geb
asee
rd o
p on
geva
llen
met
wer
knem
ers,
uitz
endk
rach
ten
en st
agia
irs.
Mon
itor a
rbei
dson
geva
llen
en k
lach
ten
arbe
idso
mst
andi
ghed
en22
Tabe
l II S
lach
toff
ers v
an D
OD
ELIJK
E ar
beid
song
eval
len
in 2
015-
2019
(afg
eslo
ten
zake
n) n
aar v
ersc
hille
nde
kenm
erke
n
2015
2016
2017
2018
2019
Tota
al
Gemiddeld per jaar*
Banen/ arbeidsvolume**
Gemiddeld per 100.000 banen (arbeidsvolume)***
Aan
tal
%A
anta
l%
Aan
tal
%A
anta
l%
Aan
tal
%A
anta
l%
Tota
alTo
taal
5110
0,0%
7010
0,0%
5010
0,0%
5110
0,0%
7110
0,0%
293
100,
0%59
7.93
5.40
00,
7
Ges
lach
tM
4996
,1%
6390
,0%
4896
,0%
4690
,2%
6895
,8%
274
93,5
%55
4.12
1.60
01,
3
V2
3,9%
68,
6%2
4,0%
59,
8%3
4,2%
186,
1%4
3.81
3.80
00,
1
Onb
eken
d0
0,0%
11,
4%0
0,0%
00,
0%0
0,0%
10,
3%0
--
Arb
eids
ve
rban
dw
erkn
emer
3364
,7%
5274
,3%
3366
,0%
3262
,7%
4664
,8%
196
66,9
%39
stag
iair
12,
0%1
1,4%
12,
0%0
0,0%
11,
4%4
1,4%
1
uitz
endk
rach
t3
5,9%
57,
1%5
10,0
%8
15,7
%10
14,1
%31
10,6
%6
leer
ling/
stud
ent
00,
0%0
0,0%
12,
0%0
0,0%
00,
0%1
0,3%
0
zelfs
tand
ige
611
,8%
57,
1%7
14,0
%4
7,8%
11,
4%23
7,8%
5
derd
e5
9,8%
57,
1%2
4,0%
611
,8%
45,
6%22
7,5%
4
mee
wer
kend
ge
zins
lid0
0,0%
11,
4%0
0,0%
12,
0%2
2,8%
41,
4%1
ande
rs/o
nbek
end
35,
9%1
1,4%
12,
0%0
0,0%
79,
9%12
4,1%
2
Boet
erap
port
nee
2651
,0%
3955
,7%
3162
,0%
3670
,6%
5374
,6%
185
63,1
%37
ja25
49,0
%31
44,3
%19
38,0
%15
29,4
%18
25,4
%10
836
,9%
22
Ove
rtre
ding
enne
e13
25,5
%25
35,7
%18
36,0
%20
39,2
%25
35,2
%10
134
,5%
20
ja38
74,5
%45
64,3
%32
64,0
%31
60,8
%46
64,8
%19
265
,5%
38
Leeft
ijd**
*1
t/m
14
00,
0%1
1,4%
00,
0%0
0,0%
11,
4%2
0,7%
03.
000
-
15
t/m
24
59,
8%9
12,9
%7
14,0
%9
17,6
%3
4,2%
3311
,3%
775
4.00
00,
8
25
t/m
34
47,
8%7
10,0
%3
6,0%
59,
8%11
15,5
%30
10,2
%6
1.47
2.00
00,
3
35
t/m
44
47,
8%12
17,1
%10
20,0
%11
21,6
%12
16,9
%49
16,7
%10
1.29
3.00
00,
6
45
t/m
54
2039
,2%
1825
,7%
1632
,0%
815
,7%
2028
,2%
8228
,0%
161.
514.
000
0,9
55
t/m
64
1223
,5%
1825
,7%
1326
,0%
1019
,6%
1825
,4%
7124
,2%
141.
104.
000
1,1
65
en
oude
r3
5,9%
57,
1%1
2,0%
47,
8%5
7,0%
186,
1%4
96.0
000,
6
on
beke
nd3
5,9%
00,
0%0
0,0%
47,
8%1
1,4%
82,
7%2
--
Mon
itor a
rbei
dson
geva
llen
en k
lach
ten
arbe
idso
mst
andi
ghed
en23
2015
2016
2017
2018
2019
Tota
al
Gemiddeld per jaar*
Banen/ arbeidsvolume**
Gemiddeld per 100.000 banen (arbeidsvolume)***
Aan
tal
%A
anta
l%
Aan
tal
%A
anta
l%
Aan
tal
%A
anta
l%
Hoo
fdse
ctor
A L
andb
ouw
, bo
sbou
w e
n vi
sser
ij
59,
8%6
8,6%
48,
0%4
7,8%
79,
9%26
8,9%
510
1.90
05,
1
B D
elfs
toff
en-
win
ning
00,
0%1
1,4%
00,
0%0
0,0%
00,
0%1
0,3%
08.
200
2,4
C In
dust
rie6
11,8
%13
18,6
%5
10,0
%7
13,7
%13
18,3
%44
15,0
%9
764.
300
1,2
D
Ene
rgie
voor
-zi
enin
g-
--
--
--
--
--
--
27.2
000,
0
E
Wat
erle
idin
g-
bedr
ijven
en
afva
lbeh
eer
35,
9%1
1,4%
24,
0%1
2,0%
22,
8%9
3,1%
235
.100
5,1
F
Bouw
nijv
erhe
id9
17,6
%16
22,9
%20
40,0
%11
21,6
%14
19,7
%70
23,9
%14
322.
800
4,3
G
Han
del
815
,7%
45,
7%3
6,0%
917
,6%
68,
5%30
10,2
%6
1.41
1.90
00,
4
H
Ver
voer
en
opsl
ag5
9,8%
1420
,0%
612
,0%
713
,7%
1723
,9%
4916
,7%
1039
0.60
02,
5
I H
orec
a1
2,0%
00,
0%0
0,0%
00,
0%0
0,0%
10,
3%0
422.
300
0,0
J I
nfor
mat
ie e
n
com
mun
icat
ie-
--
--
--
--
--
--
276.
900
0,0
K
Fin
anci
ële
dien
stve
rleni
ng2
3,9%
11,
4%0
0,0%
12,
0%0
0,0%
41,
4%1
267.
800
0,3
L
Verh
uur e
n ha
ndel
va
n on
roer
end
goed
12,
0%0
0,0%
12,
0%1
2,0%
00,
0%3
1,0%
167
.000
0,9
M
Spe
cial
istis
che
zake
lijke
die
nste
n3
5,9%
68,
6%0
0,0%
12,
0%2
2,8%
124,
1%2
517.
300
0,5
N
Ver
huur
en
over
ige
zake
lijke
di
enst
en
23,
9%2
2,9%
24,
0%1
2,0%
68,
5%13
4,4%
31.
117.
000
0,2
O
Ope
nbaa
r be
stuu
r en
over
heid
sdie
nste
n
47,
8%0
0,0%
36,
0%2
3,9%
00,
0%9
3,1%
251
7.10
00,
3
P
Ond
erw
ijs0
0,0%
22,
9%1
2,0%
00,
0%0
0,0%
31,
0%1
531.
800
0,1
Q
Gez
ondh
eids
- en
w
elzi
jnsz
org
00,
0%2
2,9%
12,
0%0
0,0%
11,
4%4
1,4%
11.
368.
700
0,1
Mon
itor a
rbei
dson
geva
llen
en k
lach
ten
arbe
idso
mst
andi
ghed
en24
2015
2016
2017
2018
2019
Tota
al
Gemiddeld per jaar*
Banen/ arbeidsvolume**
Gemiddeld per 100.000 banen (arbeidsvolume)***
Aan
tal
%A
anta
l%
Aan
tal
%A
anta
l%
Aan
tal
%A
anta
l%
Hoo
fdse
ctor
R Cu
ltuur
, spo
rt e
n re
crea
tie2
3,9%
00,
0%1
2,0%
23,
9%1
1,4%
62,
0%1
139.
200
0,9
S
Ove
rige
dien
st-
verle
ning
00,
0%0
0,0%
00,
0%2
3,9%
22,
8%4
1,4%
113
5.10
00,
6
T
Hui
shou
dens
als
w
erkg
ever
--
--
--
--
--
--
--
-
Onb
eken
d0
0,0%
22,
9%1
2,0%
20,
039
00,
0%5
1,7%
1-
-
De a
anta
llen
slach
toffe
rs zi
jn g
ebas
eerd
op
een
bew
erki
ng va
n ge
geve
ns u
it he
t adm
inist
ratie
ve sy
stee
m va
n de
Insp
ectie
SZW
.
* H
et g
emid
deld
e per
jaar
is b
erek
end
over
de p
erio
de 2
015-
2019
.
** V
oor s
ecto
ren
zijn
aant
alle
n ba
nen
van
wer
knem
ers p
er d
ecem
ber 2
018
(voo
rlopi
ge ci
jfers
) geb
ruik
t. Vo
or g
esla
cht z
ijn a
anta
llen
van
wer
knem
ers p
er d
ecem
ber 2
017 g
ebru
ikt,
omda
t cijf
ers o
ver 2
018
nog
niet
bes
chik
baar
war
en. V
oor
leeft
ijd is
het
arb
eids
volu
me v
an w
erkn
emer
s in
2018
geb
ruik
t. D
eze g
egev
ens z
ijn a
fkom
stig
van
het C
entra
al B
urea
u vo
or d
e Sta
tistie
k.
***
Het
gem
idde
ld a
anta
l arb
eids
onge
valle
n pe
r 100
dui
zend
ban
en (a
rbei
dsvo
lum
e) n
aar l
eefti
jdsc
ateg
orie
is a
lleen
geb
asee
rd o
p on
geva
llen
met
wer
knem
ers,
uitz
endk
rach
ten
en st
agia
irs.
Mon
itor a
rbei
dson
geva
llen
en k
lach
ten
arbe
idso
mst
andi
ghed
en25
Tabe
l III
Sla
chto
ffer
s van
arb
eids
onge
valle
n in
201
5-20
19 (a
fges
lote
n za
ken)
naa
r tw
eeci
jferi
ge S
BI-c
ode
2015
2016
2017
2018
2019
Tota
al
aant
al
slac
htoff
ers
"Aan
tal
bane
n (x
1.0
00)*
"
Aan
tal
per
100.
000
bane
n
Tota
al
aant
al
slac
htoff
ers
"Aan
tal
bane
n (x
1.0
00)*
"
Aan
tal
per
100.
000
bane
n
Tota
al
aant
al
slac
htoff
ers
"Aan
tal
bane
n (x
1.0
00)*
"
Aan
tal
per
100.
000
bane
n
Tota
al
aant
al
slac
htoff
ers
"Aan
tal
bane
n (x
1.0
00)*
"
Aan
tal
per
100.
000
bane
n
Tota
al
aant
al
slac
htoff
ers
"Aan
tal
bane
n (x
1.0
00)*
"
Aan
tal
per
100.
000
bane
n
Tota
al2.
165
7.84
6,1
282.
459
7.97
8,4
312.
350
8.20
8,6
292.
132
8.42
225
2.04
88.
422
24
01 L
andb
ouw
, jac
ht e
n di
enst
verle
ning
voo
r de
land
bouw
en
jach
t
6593
7091
94,7
9693
96,8
9690
98,8
9177
98,8
78
02 B
osbo
uw, e
xplo
itatie
van
bo
ssen
en
dien
stve
rleni
ng
voor
de
bosb
ouw
01,
50
11,
567
21,
513
30
1,5
01
1,5
67
03 V
isse
rij e
n kw
eken
van
vis
en
sch
aald
iere
n0
1,4
02
1,4
143
01,
50
01,
60
11,
663
06 W
inni
ng v
an a
ardo
lie e
n aa
rdga
s0
3,9
00
3,4
00
3,1
00
2,9
00
2,9
0
08 W
inni
ng v
an d
elfs
toff
en
(gee
n ol
ie e
n ga
s)1
1,9
533
1,8
167
12
501
2,3
431
2,3
43
09 D
iens
tver
leni
ng v
oor d
e w
inni
ng v
an d
elfs
toff
en0
5,2
00
4,5
02
3,1
651
333
03
0
10 V
erva
ardi
ging
van
vo
edin
gsm
idde
len
120
117,
210
212
411
9,7
104
115
121,
894
116
123,
494
123
123,
410
0
11 V
erva
ardi
ging
van
dra
nken
36,
546
16,
715
37,
142
58,
658
48,
647
12 V
erva
ardi
ging
van
ta
baks
prod
ucte
n0
1,3
01
1,3
771
1,2
831
1,2
830
1,2
0
13 V
erva
ardi
ging
van
text
iel
1110
,710
310
10,2
989
11,1
817
1164
711
64
14 V
erva
ardi
ging
van
kle
ding
01,
90
11,
856
11,
856
01,
90
01,
90
15 V
erva
ardi
ging
van
leer
, le
derw
aren
en
scho
enen
21,
612
50
1,6
01
1,6
630
1,7
01
1,7
59
16 P
rimai
re h
outb
ewer
king
en
verv
aard
igin
g va
n ar
tikel
en
van
hout
, kur
k,
2811
,823
735
12,2
287
1712
,513
616
12,9
124
2612
,920
2
17 V
erva
ardi
ging
van
pap
ier,
kart
on e
n pa
pier
- en
ka
rton
war
en
1217
,270
1917
,111
122
1712
916
18,4
8715
18,4
82
18 D
rukk
erije
n, re
prod
uctie
va
n op
geno
men
med
ia4
19,5
216
19,4
314
18,1
226
17,3
353
17,3
17
19 V
erva
ardi
ging
van
co
keso
venp
rodu
cten
en
aard
olie
verw
erki
ng
35,
456
15,
419
25,
636
15,
718
45,
770
Mon
itor a
rbei
dson
geva
llen
en k
lach
ten
arbe
idso
mst
andi
ghed
en26
2015
2016
2017
2018
2019
Tota
al
aant
al
slac
htoff
ers
"Aan
tal
bane
n (x
1.0
00)*
"
Aan
tal
per
100.
000
bane
n
Tota
al
aant
al
slac
htoff
ers
"Aan
tal
bane
n (x
1.0
00)*
"
Aan
tal
per
100.
000
bane
n
Tota
al
aant
al
slac
htoff
ers
"Aan
tal
bane
n (x
1.0
00)*
"
Aan
tal
per
100.
000
bane
n
Tota
al
aant
al
slac
htoff
ers
"Aan
tal
bane
n (x
1.0
00)*
"
Aan
tal
per
100.
000
bane
n
Tota
al
aant
al
slac
htoff
ers
"Aan
tal
bane
n (x
1.0
00)*
"
Aan
tal
per
100.
000
bane
n
20 V
erva
ardi
ging
van
ch
emis
che
prod
ucte
n26
43,8
5928
4464
2244
,450
2645
,857
2245
,848
21 V
erva
ardi
ging
van
fa
rmac
eutis
che
gron
dsto
f-fe
n en
pro
duct
en
312
,724
112
,98
213
150
13,3
02
13,3
15
22 V
erva
ardi
ging
van
pr
oduc
ten
van
rubb
er e
n ku
nsts
tof
2630
,785
3931
,612
322
33,1
6632
32,6
9832
32,6
98
23 V
erva
ardi
ging
van
ove
rige
niet
-met
aalh
oude
nde
min
eral
e pr
oduc
ten
3819
,819
230
2015
042
20,9
201
4121
,718
934
21,7
157
24 V
erva
ardi
ging
van
met
alen
in
prim
aire
vor
m24
19,5
123
2419
,512
324
19,8
121
2821
,213
226
21,2
123
25 V
erva
ardi
ging
van
pr
oduc
ten
van
met
aal (
geen
m
achi
nes
en a
ppar
aten
)
126
82,8
152
112
84,9
132
128
85,5
150
116
86,8
134
127
86,8
146
26 V
erva
ardi
ging
van
co
mpu
ters
en
van
elek
tron
isch
e en
opt
isch
e ap
para
tuur
925
,635
724
,529
424
,816
1026
,438
626
,423
27 V
erva
ardi
ging
van
el
ektr
isch
e ap
para
tuur
819
,441
821
,238
1121
,352
921
,342
521
,323
28 V
erva
ardi
ging
van
ove
rige
mac
hine
s en
app
arat
en47
80,5
5863
81,1
7845
84,1
5453
86,6
6142
86,6
48
29 V
erva
ardi
ging
van
aut
o's,
aa
nhan
gwag
ens
en
ople
gger
s
1720
,483
3221
,215
122
23,4
9419
25,9
7323
25,9
89
30 V
erva
ardi
ging
van
ove
rige
tran
spor
tmid
dele
n10
17,1
5818
16,7
108
1516
,790
1517
,685
1617
,691
31 V
erva
ardi
ging
van
meu
bels
1216
,672
1517
,287
1518
,282
1718
,592
1718
,592
32 V
erva
ardi
ging
van
ove
rige
goed
eren
2211
2,3
2023
109
2127
103,
226
1210
1,7
129
101,
79
33 R
epar
atie
en
inst
alla
tie v
an
mac
hine
s en
app
arat
en32
41,2
7837
41,3
9061
41,3
148
3343
,177
4043
,193
35 P
rodu
ctie
en
dist
ribut
ie v
an
en h
ande
l in
elek
tric
iteit,
aa
rdga
s, s
toom
en
ge
koel
de lu
cht
627
226
26,6
239
26,9
333
27,2
117
27,2
26
Mon
itor a
rbei
dson
geva
llen
en k
lach
ten
arbe
idso
mst
andi
ghed
en27
2015
2016
2017
2018
2019
Tota
al
aant
al
slac
htoff
ers
"Aan
tal
bane
n (x
1.0
00)*
"
Aan
tal
per
100.
000
bane
n
Tota
al
aant
al
slac
htoff
ers
"Aan
tal
bane
n (x
1.0
00)*
"
Aan
tal
per
100.
000
bane
n
Tota
al
aant
al
slac
htoff
ers
"Aan
tal
bane
n (x
1.0
00)*
"
Aan
tal
per
100.
000
bane
n
Tota
al
aant
al
slac
htoff
ers
"Aan
tal
bane
n (x
1.0
00)*
"
Aan
tal
per
100.
000
bane
n
Tota
al
aant
al
slac
htoff
ers
"Aan
tal
bane
n (x
1.0
00)*
"
Aan
tal
per
100.
000
bane
n
36 W
inni
ng e
n di
strib
utie
van
w
ater
45,
375
05,
30
15,
219
05,
20
05,
20
37 A
fval
wat
erin
zam
elin
g en
-b
ehan
delin
g3
3,9
771
3,8
266
3,8
158
13,
926
23,
951
38 A
fval
inza
mel
ing
en
-beh
ande
ling;
voo
rber
ei-
ding
tot r
ecyc
ling
4421
,520
540
2218
237
22,8
162
3924
163
2524
104
39 S
aner
ing
en o
verig
af
valb
ehee
r8
1,6
500
131,
776
510
1,9
526
162
800
102
500
41 A
lgem
ene
burg
erlij
ke e
n ut
ilite
itsbo
uw e
n pr
ojec
t-on
twik
kelin
g
162
78,3
207
176
8221
519
285
,622
416
189
,717
912
989
,714
4
42 G
rond
-, w
ater
- en
w
egen
bouw
(gee
n gr
ondv
erze
t)
5450
,410
751
48,8
105
5849
,711
741
51,3
8041
51,3
80
43 G
espe
cial
isee
rde
wer
k-za
amhe
den
in d
e bo
uw20
816
8,1
124
243
169,
414
325
317
5,6
144
213
181,
811
720
418
1,8
112
45 H
ande
l in
en re
para
tie v
an
auto
's, m
otor
fiets
en e
n aa
nhan
gers
4311
0,1
3953
113,
347
4111
6,2
3530
119,
425
3411
9,4
28
46 G
root
hand
el e
n ha
ndel
sbe-
mid
delin
g (n
iet i
n au
to's
en
mot
orfie
tsen
)
196
466,
942
205
476,
543
223
487
4622
050
2,9
4421
750
2,9
43
47 D
etai
lhan
del (
niet
in a
uto'
s)56
745,
38
6674
9,3
983
773,
411
4378
9,7
549
789,
76
49 V
ervo
er o
ver l
and
112
172,
165
133
175
7613
618
1,2
7512
018
4,4
6595
184,
452
50 V
ervo
er o
ver w
ater
915
,857
1515
,497
915
,658
1015
,465
1915
,412
3
51 L
ucht
vaar
t3
24,8
128
onb.
325
,612
1226
,146
626
,123
52 O
psla
g en
die
nstv
erle
ning
vo
or v
ervo
er82
86,5
9510
189
,211
382
9586
8510
0,6
8489
100,
688
53 P
ost e
n ko
erie
rs3
64,2
54
onb.
758
,512
264
,13
264
,13
55 L
ogie
sver
stre
kkin
g6
70,7
810
74,4
137
76,1
912
80,6
1512
80,6
15
56 E
et-
en d
rinkg
eleg
enhe
den
2529
9,8
839
314,
912
2832
8,9
919
341,
76
2734
1,7
8
58 U
itgev
erije
n1
264
024
,90
124
,34
023
,60
023
,60
59 P
rodu
ctie
en
dist
ribut
ie
van
film
s en
tele
visi
e-pr
ogra
mm
a´s;
mak
en e
n ui
tgev
en v
an g
elui
ds-
opna
men
112
,38
013
,20
014
,30
215
,113
115
,17
Mon
itor a
rbei
dson
geva
llen
en k
lach
ten
arbe
idso
mst
andi
ghed
en28
2015
2016
2017
2018
2019
Tota
al
aant
al
slac
htoff
ers
"Aan
tal
bane
n (x
1.0
00)*
"
Aan
tal
per
100.
000
bane
n
Tota
al
aant
al
slac
htoff
ers
"Aan
tal
bane
n (x
1.0
00)*
"
Aan
tal
per
100.
000
bane
n
Tota
al
aant
al
slac
htoff
ers
"Aan
tal
bane
n (x
1.0
00)*
"
Aan
tal
per
100.
000
bane
n
Tota
al
aant
al
slac
htoff
ers
"Aan
tal
bane
n (x
1.0
00)*
"
Aan
tal
per
100.
000
bane
n
Tota
al
aant
al
slac
htoff
ers
"Aan
tal
bane
n (x
1.0
00)*
"
Aan
tal
per
100.
000
bane
n
60 V
erzo
rgen
en
uitz
ende
n va
n ra
dio-
en
tele
visi
e-pr
ogra
mm
a's
07,
60
07,
70
07,
70
07,
60
07,
60
61 T
elec
omm
unic
atie
129
,83
131
,13
030
,80
029
,10
029
,10
62 D
iens
tver
lene
nde
activ
iteite
n op
het
geb
ied
van
info
rmat
iete
chno
logi
e
515
3,9
35
162
31
173,
81
318
5,3
20
185,
30
63 D
iens
tver
lene
nde
activ
iteite
n op
het
geb
ied
van
info
rmat
ie
012
,90
114
,57
015
,50
016
,20
016
,20
64 F
inan
ciël
e in
stel
linge
n (g
een
verz
eker
inge
n en
pe
nsio
enfo
ndse
n)
4016
6,9
2438
162,
423
515
9,1
38
159,
35
215
9,3
1
65 V
erze
kerin
gen
en
pens
ioen
fond
sen
(gee
n ve
rplic
hte
soci
ale
verz
eker
inge
064
,50
063
,50
150
,32
249
,24
049
,20
66 O
verig
e fin
anci
ële
dien
stve
rleni
ng1
51,5
24
518
258
,53
259
,43
059
,40
68 V
erhu
ur v
an e
n ha
ndel
in
onro
eren
d go
ed14
64,6
2213
65,7
2016
66,2
248
6712
667
9
69 R
echt
skun
dige
die
nstv
erle
-ni
ng, a
ccou
ntan
cy,
bela
stin
gadv
iser
ing
en
adm
inis
trat
ie
411
9,4
36
121,
35
212
4,3
21
127,
81
512
7,8
4
70 H
oldi
ngs
(gee
n fin
anci
ële)
, co
ncer
ndie
nste
n bi
nnen
ei
gen
conc
ern
en
man
agem
enta
dvis
erin
g
1814
2,7
1319
148,
513
114
7,5
123
152
1523
152
15
71 A
rchi
tect
en, i
ngen
ieur
s en
te
chni
sch
ontw
erp
en
advi
es; k
eurin
g en
con
trol
e
3110
3,1
3037
105,
535
2611
0,8
2326
116,
422
3611
6,4
31
72 S
peur
- en
ont
wik
kelin
gs-
wer
k5
36,4
1412
37,4
327
38,4
182
40,2
53
40,2
7
73 R
ecla
me
en m
arkt
onde
r-zo
ek5
43,9
113
43,6
76
4513
644
,813
744
,816
Mon
itor a
rbei
dson
geva
llen
en k
lach
ten
arbe
idso
mst
andi
ghed
en29
2015
2016
2017
2018
2019
Tota
al
aant
al
slac
htoff
ers
"Aan
tal
bane
n (x
1.0
00)*
"
Aan
tal
per
100.
000
bane
n
Tota
al
aant
al
slac
htoff
ers
"Aan
tal
bane
n (x
1.0
00)*
"
Aan
tal
per
100.
000
bane
n
Tota
al
aant
al
slac
htoff
ers
"Aan
tal
bane
n (x
1.0
00)*
"
Aan
tal
per
100.
000
bane
n
Tota
al
aant
al
slac
htoff
ers
"Aan
tal
bane
n (x
1.0
00)*
"
Aan
tal
per
100.
000
bane
n
Tota
al
aant
al
slac
htoff
ers
"Aan
tal
bane
n (x
1.0
00)*
"
Aan
tal
per
100.
000
bane
n
74 In
dust
rieel
ont
wer
p en
vo
rmge
ving
, fot
ogra
fie,
vert
alin
g en
ove
rige
cons
ulta
ncy
424
,816
427
,315
625
,424
527
,118
127
,14
75 V
eter
inai
re d
iens
tver
leni
ng2
7,7
263
8,1
373
8,4
361
8,9
110
8,9
0
77 V
erhu
ur e
n le
ase
van
auto
's,
cons
umen
tena
rtik
elen
, m
achi
nes
en o
verig
e
3529
,511
918
30,4
5926
3379
1536
,142
1736
,147
78 A
rbei
dsbe
mid
delin
g,
uitz
endb
urea
us e
n pe
rson
eels
behe
er
1767
6,9
321
722,
53
2279
8,9
321
819,
13
1581
9,1
2
79 R
eisb
emid
delin
g,
reis
orga
nisa
tie, t
oeris
tisch
e in
form
atie
en
rese
rver
ings
-bu
reau
s
219
,810
020
,50
122
,15
022
,50
122
,54
80 B
evei
ligin
g en
ops
porin
g9
31,7
282
31,3
63
30,7
108
31,5
255
31,5
16
81 F
acili
ty m
anag
emen
t, re
inig
ing
en la
ndsc
haps
ver-
zorg
ing
6715
7,6
4366
159,
841
7116
4,4
4354
164,
433
6916
4,4
42
82 O
verig
e za
kelij
ke d
iens
tver
-le
ning
1041
,324
1341
,731
2243
,451
1343
,330
1643
,337
84 O
penb
aar b
estu
ur,
over
heid
sdie
nste
n en
ve
rplic
hte
soci
ale
verz
eker
inge
n
5950
4,1
1296
502,
419
6250
9,2
1255
517,
111
6651
7,1
13