8
Nieuwe PhD Common Room geopend Een ruime lounge met comfortabele banken en prachtige houten boekenkasten, dat is de nieuwe PhD Common Room van het LIAS/LUCSoR. Afgelopen mei is in het souterrain van het Matthias de Vrieshof 3 – de oude opslagruimte van Archeologie - een prachtige nieuwe flexwerkruimte en lounge voor PhD’s gecreëerd. José Brittijn is één van de trekkers van het project: “Bij het LIAS/LUCSoR hebben we zo’n zestig self-funded PhD’s die tot voor kort geen werkruimte hadden. We zijn blij dat zij hier terecht kunnen.” Babylab naar het Lipsius Vanaf juni heeft het Lipsius een eigen Babylab. Het taalonderdeel van het lab, waar experimenteel onderzoek wordt gedaan naar taalontwikkeling bij baby’s, verhuist van het Pieter de la Courtgebouw naar Lipsius 1.10. Hoofd van het Babylab Taalontwikkeling, Claartje Levelt: “We zijn blij met de verhuizing. We wilden het lab graag dichter bij studenten taalwetenschap brengen, die daar onderzoek kunnen doen.” In het lab worden verschillende taalwaarnemings- en taalproductietests gedaan met baby’s van zeven tot dertig maanden. fgw nu fgw•nu is een interne uitgave voor de medewerkers van de Faculteit der Geesteswetenschappen // nr3 • juni 2015 huidige prestatieafspraken sturen erop aan om zo veel mogelijk studenten door de studie te loodsen. Ik begrijp wel waarom, want zo’n norm is veel makkelijker in een cijfer te vatten dan zoiets abstracts als ‘kwaliteit’. Maar de huidige parameters zouden ertoe kunnen leiden dat dan maar de kwaliteitsnormen worden afgezwakt. Terwijl dat natuurlijk het laatste is wat we 3 4 8 “Moslims zelf zijn inmiddels wel IS-moe” Wat is valorisatie waard? Tentoonstelling Global Imaginations Het allerheetste hangijzer is waarschijnlijk wel de verhouding tussen rendement en kwaliteit. Zien wij dat als een tegenstelling of als een paradox? Björn Köhnlein (universitair docent Duits) heeſt geen principiële bezwaren tegen kwaliteitsmetingen of voortgangsbewaking, maar vindt dat dan wel de juiste parameters gebruikt moeten worden. “De willen. Als Universiteit Leiden staan we ergens voor!” Doorgeschoten systeemdenken Jan Sleutels is dat als voorzitter van de Faculteitsraad volmondig met hem eens. “Ik denk dat alle partijen het eens zijn over het hogere doel: kwalitatief goed onderwijs en onderzoek, dat betaalbaar en controleerbaar is. Er zijn alleen verschillende inzichten over hoe dat doel te bereiken. Naar mijn mening is er nu een systeem opgetuigd waarin de factor ‘kwaliteit’ dreigt onder te sneeuwen. Als je kijkt hoeveel tijd we kwijt zijn aan papierwerk om onze accountability maar aan te tonen, dan zijn we hard op weg een ‘spreadsheetuniversiteit’ te worden. Het systeemdenken is doorgeschoten. De onderwijs- wereld is daar overigens niet Et al Over mijlpalen van FGW en de FGW’ers uniek in. In de zorg is precies hetzelfde aan de hand en ook daar leidt het tot onrust. Dat er reden is tot onrust, is natuurlijk geen goede zaak. Maar die onrust zorgt er wel voor dat nu pas op de plaats wordt gemaakt en er een maatschappelijke herbezinning ontstaat over wat de essentie is van het hoger onderwijs of van de zorg, of van andere sectoren waarin het systeem het dreigt over te nemen.” De toekomst van de ‘kleine talen’ is een ander heet hangijzer. Maar noem die term niet tegenover Asghar Seyed-Gohrab (universitair hoofddocent Perzisch) want hij spuwt meteen vuur. “Kleine talen?! Er zijn miljoenen mensen op de wereld die deze talen spreken, die een enorm cultuurgebied bestrijken waar we zonder beheersing van die talen helemaal geen toegang toe hebben. De term ‘kleine talen’ heeſt een verkeerde connotatie want ze zijn helemaal niet klein.” Otto Boele (universitair hoofddocent Russische Literatuur) heeſt een soortgelijke mening. “Ook al fgw•nu // nr3 • juni 2015 | 1 Over hete hangijzers en toekomstbeelden De kwaliteit en toekomst van het hoger onderwijs staan weer volop in de maatschappelijke belangstelling, mede door de bezetting van het Amsterdamse Bungehuis en het Maagden- huis. We kennen natuurlijk de meningen hierover van de mensen achter De Nieuwe Universiteit (landelijk en in Leiden), maar hoe denken de collega’s over de heetste hangijzers in deze discussie? “Ook al zijn sommige talen qua studentenaantallen dan een kleine studie, we doen ertoe.”

Nieuwe PhD Common Room geopend - media.leidenuniv.nlmedia.leidenuniv.nl/legacy/fgw.nu-nr3-juni-2015.pdf · waar experimenteel onderzoek wordt gedaan naar ... meer een Hongaars of

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Nieuwe PhD Common Room geopend - media.leidenuniv.nlmedia.leidenuniv.nl/legacy/fgw.nu-nr3-juni-2015.pdf · waar experimenteel onderzoek wordt gedaan naar ... meer een Hongaars of

Nieuwe PhD Common Room geopendEen ruime lounge met comfortabele banken en prachtige houten boekenkasten, dat is de nieuwe PhD Common Room van het LIAS/LUCSoR. Afgelopen mei is in het souterrain van het Matthias de Vrieshof 3 – de oude opslagruimte van Archeologie - een prachtige nieuwe fl exwerkruimte en lounge voor PhD’s gecreëerd. José Brittijn is één van de trekkers van het project: “Bij het LIAS/LUCSoR hebben we zo’n zestig self-funded PhD’s die tot voor kort geen werkruimte hadden. We zijn blij dat zij hier terecht kunnen.”

Babylab naar het LipsiusVanaf juni heeft het Lipsius een eigen Babylab. Het taalonderdeel van het lab, waar experimenteel onderzoek wordt gedaan naar taalontwikkeling bij baby’s, verhuist van het Pieter de la Courtgebouw naar Lipsius 1.10. Hoofd van het Babylab Taalontwikkeling, Claartje Levelt: “We zijn blij met de verhuizing. We wilden het lab graag dichter bij studenten taalwetenschap brengen, die daar onderzoek kunnen doen.” In het lab worden verschillende taalwaarnemings- en taalproductietests gedaan met baby’s van zeven tot dertig maanden.

fgw nufgw•nu is een interne uitgave voor de medewerkers van de Faculteit der Geesteswetenschappen // nr3 • juni 2015

huidige prestatieafspraken sturen erop aan om zo veel mogelijk studenten door de studie te loodsen. Ik begrijp wel waarom, want zo’n norm is veel makkelijker in een cijfer te vatten dan zoiets abstracts als ‘kwaliteit’. Maar de huidige parameters zouden ertoe kunnen leiden dat dan maar de kwaliteitsnormen worden afgezwakt. Terwijl dat natuurlijk het laatste is wat we

3 4 8

“Moslims zelf zijn inmiddels wel IS-moe” Wat is valorisatie waard? Tentoonstelling Global Imaginations

Het allerheetste hangijzer is waarschijnlijk wel de verhouding tussen rendement en kwaliteit. Zien wij dat als een tegenstelling of als een paradox? Björn Köhnlein (universitair docent Duits) heeft geen principiële bezwaren tegen kwaliteitsmetingen of voortgangsbewaking, maar vindt dat dan wel de juiste parameters gebruikt moeten worden. “De

willen. Als Universiteit Leiden staan we ergens voor!”

Doorgeschoten systeemdenkenJan Sleutels is dat als voorzitter van de Faculteitsraad volmondig met hem eens. “Ik denk dat alle partijen het eens zijn over het hogere doel: kwalitatief goed onderwijs en onderzoek, dat betaalbaar en controleerbaar

is. Er zijn alleen verschillende inzichten over hoe dat doel te bereiken. Naar mijn mening is er nu een systeem opgetuigd waarin de factor ‘kwaliteit’ dreigt onder te sneeuwen. Als je kijkt hoeveel tijd we kwijt zijn aan papierwerk om

onze accountability maar aan te tonen, dan zijn we hard op weg een ‘spreadsheetuniversiteit’ te worden. Het systeemdenken is doorgeschoten. De onderwijs-wereld is daar overigens niet

Et al Over mijlpalen van FGW en de FGW’ers

uniek in. In de zorg is precies hetzelfde aan de hand en ook daar leidt het tot onrust. Dat er reden is tot onrust, is natuurlijk geen goede zaak. Maar die onrust zorgt er wel voor dat nu pas op de plaats wordt gemaakt

en er een maatschappelijke herbezinning ontstaat over wat de essentie is van het hoger onderwijs of van de zorg, of van andere sectoren waarin het systeem het dreigt over te nemen.”

De toekomst van de ‘kleine talen’ is een ander heet hangijzer. Maar noem die term niet tegenover Asghar Seyed-Gohrab (universitair hoofddocent Perzisch) want hij spuwt meteen vuur. “Kleine talen?! Er zijn miljoenen mensen op de wereld die deze talen spreken, die een enorm cultuurgebied bestrijken waar we zonder beheersing van die talen helemaal geen toegang toe hebben. De term ‘kleine talen’ heeft een verkeerde connotatie want ze zijn helemaal niet klein.” Otto Boele (universitair hoofddocent Russische Literatuur) heeft een soortgelijke mening. “Ook al

fgw•nu // nr3 • juni 2015 | 1

Over hete hangijzers en toekomstbeeldenDe kwaliteit en toekomst van het hoger onderwijs staan weer

volop in de maatschappelijke belangstelling, mede door de

bezetting van het Amsterdamse Bungehuis en het Maagden-

huis. We kennen natuurlijk de meningen hierover van de

mensen achter De Nieuwe Universiteit (landelijk en

in Leiden), maar hoe denken de collega’s over de heetste

hangijzers in deze discussie?

“Ook al zijn sommige talen qua studentenaantallen dan een kleine studie,

we doen ertoe.”

Page 2: Nieuwe PhD Common Room geopend - media.leidenuniv.nlmedia.leidenuniv.nl/legacy/fgw.nu-nr3-juni-2015.pdf · waar experimenteel onderzoek wordt gedaan naar ... meer een Hongaars of

2

zijn sommige talen qua studentenaantallen dan een kleine studie, we doen ertoe. Als wetenschappelijke discipline met z’n eigen intrinsieke waarde, maar ook in maatschappelijk opzicht. Als we niet oppassen, heeft Nederland straks geen wetenschappers meer over die ons kunnen uitleggen hoe er in de rest van de wereld wordt gedacht. Als niemand meer een Russische of Syrische krant kan lezen, is dat slecht voor onze veiligheid. Als niemand meer een Hongaars of Hebreeuws boek kan vertalen, is dat slecht voor onze cultuur. Als niemand meer weet hoe de Slavische of Arabische wereld in elkaar zit, is dat slecht voor onze handel.”

VerbredingZo onder vuur als in Amsterdam liggen de ‘kleine talenstudies’ hier niet. “Wij kijken niet alleen naar het aantal studenten voor taal X of Y”, vertelt decaan Wim van den Doel. “Belangrijk is wel dat we als faculteit (fi nancieel) gezond blijven en faculteitbreed voldoende studenten trekken. Zolang dat lukt, zijn de kleine talenstudies veilig bij ons.” Eén van de manieren om als faculteit

(fi nancieel) gezond te blijven en voldoende studenten te trekken, is verbreding. Asghar heeft er ervaring mee, vanuit ‘zijn’ Midden-Oostenstudies. “De verbreding van het curriculum heeft zeker voordelen”, vindt hij. “Docenten die jarenlang hebben lesgegeven aan drie of vier studenten, kunnen hun kennis en expertise delen met grotere groepen. Ook voor de studenten heeft de verbreding voordelen. We geven ze nu meer kennis mee over de achtergronden, religies en culturen van aanpalende taalgebieden dan voorheen. Natuurlijk moet je wel extra moeite doen om ondanks de verbreding het taalspecialisme Perzisch, Turks, Hebreeuws of Arabisch wel op hoog niveau te houden, maar tot nu toe lukt het. Ik ben eigenlijk best trots op wat wij hebben neergezet: een brede oriëntatie, maar mét behoud van specialisme.”

Overeind houdenOok de relatief nieuwe opleiding International Studies laat zien dat verbreding goed kan uitpakken. De studie is een schot in de roos qua studentenaantallen en veel docenten hebben er plezier in om hun expertise te delen met meer studenten dan voorheen, al moet je

daarvoor misschien wat meer je best doen dan bij ‘specialistische’ studenten. Die pluspunten ziet ook Otto Boele, al vindt hij wel dat er een grens zit aan de mogelijkheden tot verbreding. “Anders leiden we op den duur alleen nog maar generalisten op”, waarschuwt hij. Ook wijst Boele erop dat de tendens tot verbreding ten koste kan gaan van de specialistische talenstudies. “Die trekken immers minder studenten, leveren minder op en voor je het weet wordt de conclusie getrokken dat die dus maar moeten bezuinigen of zelfs het veld moeten ruimen. Terwijl die brede studies alleen kunnen bestaan dankzij de specialistische kennis vanuit de ‘kleine’ studies”, betoogt hij. “Naast de intrinsieke waarde is dat dus een extra reden waarom de faculteit en universiteit die kleine studies gewoon overeind moeten willen houden. En het is net zo goed een maatschappelijke afweging. Willen we als maatschappij dat het hoger onderwijs alleen maar een ‘diplomafabriek’ wordt? Daar geloof ik niets van. Het tij is nu nog te keren, dus persoonlijk ben ik wel blij met het actuele rumoer rond het hoger onderwijs: het creëert een momentum voor herbezinning.”

Drie Promovendi met NWO-beurs bij LUCAS

Inmiddels werken er bij het LUCAS drie promovendi met een NWO-promotiebeurs voor leraren. Coen van ’t Veer, Martijn Wijngaards en Eric Haverbeke ontvingen alle drie de beurs, die docenten in het voortgezet onderwijs de mogelijkheid geeft vier jaar onderzoek te doen aan de Universiteit Leiden. Coen van ’t Veer, promovendus én leraar Nederlands op de SG Spieringshoek in Schiedam: “Ik ben blij met mijn promotieonderzoek. In Leiden bouw je heel snel een netwerk op en zo kunnen mooie dingen tot stand komen.”

Over overheden & ‘onder de pet’

Op 1 augustus gaat het project ‘Democratic Secrecy’ van Dorota Mokrosinska start. Mokrosinska, vanaf de zomer universitair docent bij Wijsbegeerte, gaat onderzoek doen naar geheimhouding door de overheid in een democratie. “Dit onderwerp heeft momentum met de onthullingen van Wikileaks en Edward Snowden”, zegt Mokrosinska. “Wij gaan kijken: moet een democratische overheid transparant zijn of is een bepaalde mate van geheimhouding legitiem?” Het project, dat gefi nancierd wordt met de ERC Starting Grant, loopt tot juli 2020.

Spookschip nader ontleed

In het kader van het Dr. Ernst Crone Fellowship gaat historicus Louis Sicking onderzoek doen naar een mysterieus scheepsmodel uit de collectie van het Amsterdamse Scheepvaartmuseum. Het model is wonderbaarlijk genoeg compleet bewaard gebleven. Sicking: “Op het schip staat een Bijbelse tekst en het jaartal 1560. Ik ga onder andere onderzoeken of dat jaartal klopt. Wat bijzonder zou zijn, want we weten nog relatief weinig van schepen uit de 16e eeuw.”

Onderzoekers op Orpheus

Vijf docARTES promovendi en postdocs van de Universiteit Leiden presenteren eind september hun werk op het Orpheus Research Festival in Gent. DocARTES is een doctoraatsopleiding voor musici waarvoor de Academy of Creative and Performing Arts samenwerkt met acht andere instituten, waaronder het Belgische Orpheus Instituut. Frans de Ruiter, directielid van docARTES is trots op het programma: “DocARTES is een uniek programma dat verschillende culturen succesvol bij elkaar brengt.” Het Orpheus Research Festival loopt van 30 september tot 2 oktober 2015.

fgw•nu

Vervolg: Over hete hangijzers en toekomstbeelden

Colofonfgw•nu is een periodieke uitgave voor alle medewerkers van de Faculteit der Geestes-

wetenschappen, Universiteit Leiden.

Hoofdredactie // Jolanda Riel, Marjolein Aarts

Adviesredactie // Wim van den Doel, Sanne Arens, Gareth O’Neill, David Cörvers

Uitvoerende redactie // Julia Nolet, Esther van Haren, Marieke Enter, Marjolein Aarts

Cartoon // Bas van der Schot

Fotografi e en illustraties // Juliën van Eck, Mariël Kolmschot, Erik Kwakkel, John Brash,

Universiteit Leiden Beeldbank, Shutterstock, Creja ontwerpen

Concept en eindredactie // LIEN+MIEN Communicatie

Art-direction // Creja ontwerpen

Druk // UFB

Redactieadres: Faculteit der Geesteswetenschappen,

afdeling Communicatie en Werving

Kamer 2.06D, Lipsius

E-mail: [email protected]

Tel.: 071-527 5888

fgw•nu wordt gedrukt op gecertifi ceerd papier met eco-vriendelijk printtechniek

Read this Humanities newspaper in English

@ www.fgw.nu

Blijven zoeken naar balansWim van den Doel: “Ik denk dat de faculteit van de toekomst er niet ontzettend anders zal uitzien dan nu, met een mix van brede en smalle en interdisciplinaire en disciplinaire opleidingen. Zodat we een brede doelgroep van studenten kunnen blijven bedienen, zowel de achttienjarige die nu al weet dat hij of zij Egyptoloog wil worden als de student die juist een breed profi el wil. Wel denk ik dat het een zoektocht zal blijven naar de juiste balans tussen kwaliteit en rendement.

De tijd van de universiteit als vrijplaats waar je mag verblijven zonder dat er over en weer verplichtingen zijn, ligt defi nitief achter ons. En op zich heb ik er geen moeite mee dat die vrijblijvendheid eraf is: ik denk dat we verplicht zijn om onze studenten met zo min mogelijk vertraging goed op te leiden. Maar het zou geen ramp mogen zijn als een student een half jaar langer over zijn/haar master doet omdat hij of zij een relevante stage wil doen.”

Gevoelde verantwoordelijkhedenAsghar Seyed-Gohrab: “Ik denk dat wij allemaal heel goed beseff en dat wíj een nieuwe generatie ‘kweken’ en trainen. Dat we dus heel

goed moeten nadenken over de eindtermen van onze opleidingen en het niveau scherp moeten bewaken. Dat heeft natuurlijk ook te maken met de studenten zelf: goede, gepassioneerde studenten halen echt wel uit hun studie wat ze eruit willen halen. Maar ook voor de andere studenten doen we als docenten ons best, omdat we die verantwoordelijkheid nou eenmaal voelen. Het zou mooi zijn als dat besef breder gedeeld werd.”

Meer vertrouwen graagBjörn Köhnlein: “Ik hoop dat de politiek de controledrift durft los te laten en een beetje meer vertrouwen krijgt dat de universiteiten en faculteiten in principe in staat zijn om studenten op een goede manier op te leiden. De huidige systeemaanpak staat bijna haaks op wat studenten moeten leren aan een universiteit: dat de wereld nou eenmaal vaag is en dat we niet overal antwoorden op hebben, dat het dus belangrijk is om zelfstandig informatie te verzamelen en een positie in te nemen, en je tegelijkertijd te realiseren dat je nooit absolute zekerheid hebt. Die vaardigheden staan op gespannen voet met het wereldbeeld van structuren,

systemen en cijfers dat nu lijkt te regeren in de onderwijswereld.”

Matig het marktdenkenOtto Boele: “Ik hoop vooral dat er meer regie komt. Elke faculteit en universiteit kijkt nu vooral naar zichzelf: hoe goed doen wij het? Het marktdenken dreigt te gaan overheersen; er is nauwelijks oog voor de intrinsieke waarde van bepaalde en vakken en wetenschappen. Ik ben heus niet zo conservatief dat ik wil vasthouden aan de situatie van dertig jaar geleden, maar deze tendens baart me echt zorgen.”

Betere beeldvormingJan Sleutels: “Ik hoop van harte dat er in de toekomst binnen Nederland en Europa anders over geesteswetenschappen wordt gedacht dan nu. Beta-wetenschappen zijn momenteel je van het, want die zijn aangenaam concreet en hebben een tastbaar maatschappelijk nut. De geesteswetenschappen worden vaak weggezet als een soort overbodige luxe die eigenlijk nergens toe dient. Volkomen onterecht want ‘Humanities make a diff erence’, al eeuwenlang.”

Tot slot nog een rondje toekomstwensen en -verwachtingen van de geïnterviewden

Page 3: Nieuwe PhD Common Room geopend - media.leidenuniv.nlmedia.leidenuniv.nl/legacy/fgw.nu-nr3-juni-2015.pdf · waar experimenteel onderzoek wordt gedaan naar ... meer een Hongaars of

Pagina 3: - Interview (1/1 pagina, tekst en groot beeld: portret van de geinterviewde)

fgw•nu // nr3 • juni 2015 | 3

Laten we maar meteen beginnen met een grote vraag: wat is er gaande in de Arabische wereld? Waarom lijkt het of radicaliseringzo toeneemt?“Op dit moment hebben we te maken met twee grote trends. De

eerste is dat de islam in de Arabische wereld sinds de tachtiger jaren

maatschappelijk, politiek en juridisch een steeds grotere rol speelt.

De tweede trend dat er steeds meer behoefte is aan zelfbeschikking.

Mensen willen tegenwoordig islam én democratie. Op de achtergrond

speelt dat vijftig procent van de Arabische bevolking momenteel

jonger is dan 25 jaar. En al die jongelui willen wat, het testosteron

vliegt in de rondte. Al deze factoren hebben geleid tot een eruptie: de

revoluties – de Arabische lente – en Islamitische Staat.”

“Het LIOP moet uitkijken niet met alle hetzes mee te gaan.

Dan kunnen we over twee jaar wel weer stoppen”

Vergroot de media-aandacht voor de islam de behoeft e aan duiding door de wetenschap?“Als LIOP hebben we zeker de wind in de zeilen op dit moment.

Toen afgelopen zomer de islamdiscussie oplaaide in Den Haag,

was het ineens radicalisering voor en radicalisering na. Maar ik ben

daar toch voorzichtig mee. Tien jaar geleden, na de moord op Theo

van Gogh, had ik exact dezelfde ervaring. Toen was Nederland ook

gefixeerd op radicalisering. Er werd van alles opgetuigd, maar twee

jaar later was de hype voorbij en was het weer klaar. Het LIOP moet

een koers houden die structureel is en uitkijken dat we niet met alle

hetzes meegaan. Dan kunnen we over twee jaar wel weer stoppen.”

Het LIOP wil ‘de Leidse kennis op het gebied van islam afstemmen op de maatschappelijke behoeft en in Nederland’. Merk je dat deze behoeft e verandert? “Als je kijkt naar moslims zelf, dan zijn die inmiddels wel IS-moe.

De overgrote meerderheid vindt IS maar een boevenbende en wil

Het is onrustig rond de islam. De gruwelen van de Islamitische Staat domineren het nieuws,

Nederland maakt zich zorgen om radicalisering. Wat is er precies aan de hand? Fgw.nu sprak

met Maurits Berger, hoogleraar Islam en het Westen en verantwoordelijke voor het Leiden

Islam Outreach Programme (LIOP), over de huidige ontwikkelingen in het Midden-Oosten,

radicalisering in Nederland en de rol van het LIOP.

‘Moslims zelf zijn inmiddels wel IS-moe’

er niets van weten. Zij zijn geïnteresseerd in de islam hier en willen

bijvoorbeeld weten hoe je sharia, islamitisch recht, in de praktijk

kunt brengen op een manier die past in Nederland. Maar we krijgen

ook vragen van Nederlanders die niet weten wat ze aan moeten

met de berichten in de media. Mensen worden nerveus want de

overheid waarschuwt voor radicalisering. Er ontstaat een onrust

van: ‘hoe kan ik radicalisering signaleren en wanneer moet ik mijn

vermoedens over een collega of een leerling gaan aangeven?’ Dat

is een opkomende verklikkersmentaliteit waar ik me ernstig zorgen

over maak.”

Is de angst voor radicalisering dan overdreven?“Ik denk dat de zorg voor radicalisering terecht is, want het

gebeurt gewoon. Maar de manier waarop we massaal een

signaleringssysteem aan het opzetten zijn, vind ik beangstigend.

Mijn studenten schrikken er zelf ook van hoe de maatschappij

opeens verandert.”

In welk opzicht? “Moslims in Nederland worden echt aangekeken op wat er

internationaal gebeurt. Neem nu de vraag: ‘Wat vind je van IS?’

Moslims worden er des duivels van, terwijl ik collega’s en vrienden

heb voor wie dit een brandende vraag is. Maar moslims ervaren

die vraag als een omkering van bewijslast. Dat die vraag gesteld

Wie is Maurits Berger?Maurits Berger (1964) is jurist en arabist. Hij is sinds 2008

leerstoelhouder Islam en het Westen bij het Centre for the Study of

Religion aan de Universiteit Leiden. Berger werkte eerder een aantal

jaren als advocaat in Amsterdam en als journalist en onderzoeker

in Egypte en Syrië, waar hij acht jaar woonde. Als wetenschapper

geeft hij cursussen aan politie, scholen en gemeenten en adviseert

hij verschillende Nederlandse ministeries over islamkwesties.

Page 4: Nieuwe PhD Common Room geopend - media.leidenuniv.nlmedia.leidenuniv.nl/legacy/fgw.nu-nr3-juni-2015.pdf · waar experimenteel onderzoek wordt gedaan naar ... meer een Hongaars of

Luris: wij en de maatschappij Welke rol zou jij als wetenschapper willen spelen? Luris werkt

samen met Leidse wetenschappers, met als uiteindelijke doel

dat relevante kennis wordt toegepast in de samenleving.

Luris brengt hen in contact met wetenschappers uit andere

disciplines en met maatschappelijke partners. Meer weten of

evenementen bijwonen? Kijk op luris.nl

fgw•nu

Valorisatie betekent in het kort ‘waardecreatie uit kennis’. Welke waarde hechten wij eraan bij Geesteswetenschappen? En in hoeverre beïnvloedt het de manier waarop wij onderzoek bedrijven? Een rondvraag langs Leidse geesteswetenschappers leert dat valorisatie een begrip is waar het laatste woord nog lang niet over gezegd is.

Wat isvalorisatie waard?

van onvoorwaardelijkheid niet vanzelfsprekend, maar ooit bedacht is, kun je mooi zien in hoe de Grieken reageerden op een wereldbeeld waarin geld een steeds grotere rol ging spelen.” Naast haar onderzoek en onderwijs gaat ze regelmatig in gesprek met bankiers. “Ik zou absoluut niet willen pretenderen dat ik economische kwesties kan oplossen, maar ik hoop door het over de Oudheid te hebben wel zuurstof toe te voegen aan het debat.”

Niet weten wat je wilt weten Hoogleraar Frank Pieke (Chinastudies) vindt dat je vanaf het allereerste begin moet nadenken over wie er in de maatschappij mogelijk geïnteresseerd is in wat je doet. Hij probeert kennis te produceren sámen met die geïnteresseerden. “Bij de overheid, de media en het bedrijfsleven wil men wel veel weten, maar weet men eigenlijk niet wat men wil weten. Men reageert vooral op de actualiteit van de dag.” Met die partijen wil hij vanaf het begin van het onderzoeksproces een win-win situatie creëren; hij beantwoordt versnipperde deelvragen voor verschillende belangstellenden, terwijl hij zelf het grotere plaatje bestudeert.

Valorisatie vanaf stap 1?Ook Thijs Porck (Engels) is positief over valorisatie en de aandacht daarvoor. “Naast dat het ‘nobel’ is om kennis te delen met de samenleving, is het ook vooral erg leuk om je passie te delen.” Toch is hij wat huiverig om te valoriseren als onderzoek nog work in progress is: “Ik geef veel lezingen over Tolkien en Oudengels via het initiatief ‘Kennis op Straat’ van de Jonge Akademie, maar dat ben ik pas gaan doen nadat ik daar een artikel over had gepubliceerd.” Porck valoriseert echter ook ‘ongepland’, met gastblogs en zijn

4

Hoogleraar Ineke Sluiter (Klassieke talen) maakt graag duidelijk hoe maatschappelijk relevant het is om de Oudheid te bestuderen. “De vragen die wij stellen, zijn geïnspireerd op hedendaagse vragen. Zo onderzoeken wij hoe innovaties ‘verankerd’ raken binnen de cultuur waarvoor ze bedoeld zijn. De Grieken hadden het altijd maar over het verleden – en toch leefden zij in een van de

meest innovatieve perioden in de geschiedenis.” Als wij succesvol willen innoveren, moeten we innovatie inbedden in dat wat we al kennen, volgens Sluiter. Net zoals de Grieken deden.

Intrinsieke waarde van kennisHaar collega Tazuko van Berkel vindt dat kennis op zichzelf al waarde heeft. “Valorisatie zie ik als het realiseren van de waarde die nieuwsgierigheid en kennis hebben: het vermogen van een samenleving cultiveren om onverwachte vragen te stellen. Een samenleving die als collectief nieuwsgierig is en kennis als waarde op zichzelf ziet, is volgens mij ook levensvatbaarder.” Zelf bestudeert zij ideeëngeschiedenis. “Dat maakt je bewust van vanzelfsprekendheden. Dat in een persoonlijke relatie het ideaal

wordt, betekent voor hen: ‘Alleen al dat ze die vraag aan mij stellen

betekent dat ik een potentiele verdachte ben. Terwijl ik het net zo

erg vind als de rest van Nederland. Blijkbaar moet ik ze geruststellen,

maar wie stelt mij dan gerust?’”

Toch zijn er inmiddels zo’n 180 Nederlandse moslimjongeren naar Syrië gegaan. Wat spreekt hen aan het gedachtengoed van IS aan? “Er is sprake van push- en pullfactoren. De pushfactor is dat veel

moslims in Nederland een sterk gevoel hebben dat ze hier niet

thuishoren. De pullfactor is dat onder sommige moslims het gevoel

leeft dat er in Syrië een strijd wordt geleverd die het waard is om

hun leven voor te geven. Het vestigen van een islamitische staat is

een idee dat al lang speelt in de islamitische wereld. Toen ik in het

Midden-Oosten woonde, heb ik regelmatig aan mensen gevraagd of

ze een islamitische staat zagen zitten. Nou, die wilden ze allemaal

wel. Niemand wist precies wat het was, maar het moest wel beter

zijn dan de huidige situatie. Er heerste chaos, en de islamitische

staat was hun utopie. Nu er echt een islamitische staat wordt

gevestigd, ook al heeft die feitelijk niets te maken met die prachtige

idealen, heeft dat toch enorme impact. In de propagandafilmpjes

van IS wordt ook ingespeeld op het zijn van een thuisland.”

“Ik ga er vanuit dat moslims in Nederland vooralsnog tamelijk tot

zeer gelovig zullen blijven. De islam blijft nog wel even

van belang.”

Maar de jongeren zien de gruwelijkheden van IS toch ook op TV? Hoe kunnen ze die voor lief nemen?“Ik denk niet dat jongelui naar Syrië gaan om te moorden, ze gaan

er naartoe voor een heilstaat. Dat moorden daar uiteindelijk een

onderdeel van wordt, merken ze pas ter plekke. Daarnaast zullen ze

niet snel aannemen wat de Westerse media zeggen, want die zien

ze als anti-islam. Pas als vanuit de eigen gemeenschap doorsijpelt

dat de Islamitische Staat niet het beloofde land is, zal er een

ommekeer plaatsvinden.”

Hoe kan Nederland volgens jou radicalisering tegengaan, en zie je daarin een rol voor het LIOP?“Wij nemen een langetermijnvisie. Ik ga er vanuit dat moslims in

Nederland vooralsnog tamelijk tot zeer gelovig zullen blijven. De

islam blijft nog wel even van belang. Onze tak van sport is het

onderwijs, waarmee we zowel moslims als niet-moslims een breder

perspectief kunnen geven op de islam. Ik hoop dat we daarmee

bijdragen aan de weerbaarheid van Nederlandse moslims tegen het

radicale gedachtengoed. We moeten moslims aanspreken vanuit de

islam en ze de brede, rijke erfenis laten zien die ze hebben. Islam

staat voor een enorme beschaving. Als we dat kunnen inzien hoeven

we niet meer met z’n allen in dat enge tunneltje te zitten waarin

alles alleen ‘haram’ en ‘halal’ is.”

Vervolg: ‘Moslims zelf zijn inmiddels wel IS-moe’

Wat is het LIOP?

Het Leiden Islam Outreach Programme is een door Maurits Berger

geïnitieerd programma dat valt onder het Leiden University Centre

for the Study of Religion (LUCSoR). Het LIOP wil de Leidse kennis

op het gebied van de islam buiten de universiteitsmuren brengen

en het ontwikkelen van nieuwe onderwijsvormen is daarbij één van

de speerpunten. Berger: “De basis van het LIOP is dat we de kennis

en vaardigheden die we hier in huis hebben ten dienst stellen van

wat er nu speelt.” Het LIOP omvat een denktank van studenten en

verschillende lesprogramma’s.

Page 5: Nieuwe PhD Common Room geopend - media.leidenuniv.nlmedia.leidenuniv.nl/legacy/fgw.nu-nr3-juni-2015.pdf · waar experimenteel onderzoek wordt gedaan naar ... meer een Hongaars of

Feiten & Cijfers Over valorisatie in de praktijk door Leidse geesteswetenschappersWat is

valorisatie waard?

Facebookgroep Old English Enthusiasts. Via deze media kan hij een toevallige vondst tonen waar hij anders niets mee zou doen, of inspelen op de actualiteit.

Verborgen vloek“Als we valorisatie tot een methode maken, dan zouden we het ‘valorisatiek’ kunnen noemen. Daar zit het woord ‘vloek’ in verborgen”, aldus dr. Peter Verstraten (Film- en literatuurwetenschap). Hij maakt zich zorgen om de negatieve bijwerkingen die de drang tot valorisatie met zich meebrengt, vooral op het gebied van beeldende kunst, theater, muziek, literatuur en film. “Volgens academische tradities waren die vakgebieden prestigieus, maar binnen het huidige domein van de Creatieve Industrie - één van de ‘Topsectoren’ van Economische Zaken - blijken opeens mode, design, games en journalistiek veel profijtelijker te zijn. Aanvragen over deze onderwerpen slagen erin om financiële

partners te vinden. Met de kaalslag in de cultuursector is dat voor het domein van beeldende kunst, theater, muziek, literatuur en film veel te problematisch.”Ook Pieke ziet ook de negatieve kanten. Een ongewenst neveneffect van valorisatie kan zijn dat de wetenschap haar onafhankelijkheid zou kunnen verliezen; we moeten volgens Pieke oppassen dat we geen denktankjes of onderzoeksafdelingen van bedrijven worden. Met eenzelfde gedachte is Van Berkel bang dat de Nationale Wetenschapsagenda een ‘u vraagt, wij draaien’-mentaliteit kweekt.

Wetenschap voor het grote publiekEén van de pijlers van valorisatie is ‘wetenschapscommunicatie’. Inès van Arkel (adviseur wetenschapscommunicatie): “Je kunt bijvoorbeeld de media interesseren om aandacht te besteden aan je onderzoek, meedoen aan populairwetenschappelijke evenementen, of zelf actief zijn op social media.” De universiteit helpt graag bij het bedenken van de beste communicatiestrategie en bij het opstellen van een pers- of nieuwsbericht. Zelf kan Van Arkel helpen bij het zoeken naar een invalshoek om een zo groot mogelijke groep te interesseren voor een onderzoek.

Ramen en deuren open Een geesteswetenschapper die zeer succesvol is op social media is Erik Kwakkel (Book and Digital Media Studies). Dat veel mensen zijn online bijdragen over het middeleeuwse boek interessant vinden, merkt hij

fgw•nu // nr3 • juni 2015 | 5

Leiden University Centre for the Arts in Society, boeknummer UBL_SCA_40, Fotograaf: Erik Kwakkel

93

twitterende wetenschappers

(vakinhoudelijke) blogs van groepen of individuele

wetenschappers

24

Gemiddeld 15 à 20 lezingen en conferenties

per maand

niet alleen aan het grote aantal volgers van zijn blog en twitteraccount, maar ook op conferenties waar veel jonge onderzoekers komen en zelfs op het schoolplein. Zouden andere onderzoekers ook op die manier met hun bevindingen naar buiten moeten treden? Jazeker, meent Kwakkel. “Waarom zou je de ramen en deuren gesloten houden?” Toch zegt Kwakkel ook dat dit online delen genoeg onderzoekers niet zal aanspreken. “Niet iedereen kan en/of wil het, vaak vanwege de tijd die het kost. Maar als je het doet, is het wel een mooi visitekaartje voor het

vakgebied.”

Plezier in delen Van Arkel vindt Kwakkel een goed voorbeeld voor collega-wetenschappers: “Hij bereikt veel mensen met zijn communicatie en laat de wetenschap leven. Leuk is ook dat hij veel foto’s gebruikt.” Kwakkel zelf zegt plezier te hebben in het online delen. “En het kost me ook niet zoveel tijd om een foto te twitteren. Waarom zou ik een mooi geschrift exclusief voor mezelf houden?” Porck schreef twee jaar geleden een gastblog voor Kwakkels blog dat inmiddels 68.000 keer gelezen is, “veel meer dan welk van mijn wetenschappelijke artikelen dan ook. Zo’n blog is natuurlijk anders dan een ‘echt artikel’, maar zeker niet minder waard.”

De officiële definitie van valorisatieKennisvalorisatie is het proces van waardecreatie uit kennis, door

kennis geschikt en/of beschikbaar te maken voor economische

en/of maatschappelijke benutting en te vertalen in concurrerende

producten, diensten, processen en nieuwe bedrijvigheid.

(Rijksoverheid: Interdepartementale Programmadirectie Kennis en

Innovatie, 2009)

Page 6: Nieuwe PhD Common Room geopend - media.leidenuniv.nlmedia.leidenuniv.nl/legacy/fgw.nu-nr3-juni-2015.pdf · waar experimenteel onderzoek wordt gedaan naar ... meer een Hongaars of

3Drie vragen overprestatieafspraken

2. //

MAAR TOCH: HOE ‘SCOREN’ WE TOT NU TOE?

“Voor veel van de prestatieafspraken liggen we als faculteit goed op koers, gezien de scores per 2013-2014: onze laatste ‘tussenstand’ voor de defi ni-tieve meting. Voor de BKO-certifi caten liggen we op schema. Wat betreft deelname aan honoursonderwijs geldt dat de belangstelling sterk is toegenomen met de inrichting van het Humanities Lab. We verwachten nog een stijging in 2015. Daar komt bij dat de universiteit als geheel deze afspraak waarschijnlijk wel zal halen. Een groot punt van zorg is het ba-chelorrendement. Dat ligt met 54% ver onder het afgesproken niveau en is de laatste jaren bovendien gedaald in plaats van gestegen. Wellicht ligt het rendement in 2015 iets hoger vanwege de recente invoering van het scriptieseminar, maar het is inmiddels wel duidelijk dat we de beoogde 70% niet meer zullen halen. Ook als je je bedenkingen hebt bij het instru-ment prestatieafspraken, denk ik dat we het ons moeten aantrekken dat we studenten blijkbaar onvoldoende in staat stellen om in ‘nominaal + 1’ hun diploma te behalen. We zullen er de komende tijd alles aan doen om te achterhalen waar deze verslechtering van het rendement vandaan komt. Vervolgens kunnen we gericht aanvullende maatregelen nemen, bijvoorbeeld om de studeerbaarheid van onze onderwijsprogramma’s te verbeteren. Want hoe dan ook lopen we achter op de landelijke ontwik-kelingen. Onze collega (geesteswetenschappelijke) faculteiten hebben de laatste jaren wél een stijging van het bachelorrendement.”

3. //

HOE GAAT HET NU VERDER, WAT ZIJN DE ONTWIKKELINGEN?

“Zowel de VSNU als de HBO-raad hebben in de media laten weten af te willen van de prestatieafspraken. Het is zomaar mogelijk dat er ook geen nieuwe ronde komt, of in ieder geval niet weer in deze vorm. De huidige ronde prestatieafspraken is een pilot, die geëvalueerd wordt door de landelijke reviewcommissie hoger onderwijs, ook wel commissie-Van Vught. De minister heeft eind april wel aangegeven dat de huidige ronde in 2016 volgens plan beoordeeld wordt, al biedt zij instellingen nadrukkelijk ruimte om ook het verhaal achter de cijfers te vertellen. Het wordt dus geen zuiver getalsmatige afrekening, maar in beginsel kunnen instellingen fi nancieel gekort worden.Dit betekent niet dat er niet meer geïnvesteerd wordt in het hoger onderwijs. Door de afschaffi ng van de studiefi nanciering komen middelen beschikbaar, waarvoor instellingen zelf met plannen kunnen komen over hoe ze die willen investeren, bijvoorbeeld in kleinere groepen of meer contacturen. Het zal gepaard gaan met zogeheten kwaliteitsafspraken. De precieze vorm wordt pas in 2017 duidelijk, als ook de evaluatie van de prestatieafspraken beschikbaar is. Een aanzet voor de richting waarin gedacht wordt, is te vinden in de nieuwe Strategische Agenda van OCW, die dit najaar zal verschijnen. Er komt dus hoe dan ook geld beschikbaar om te investeren in het onderwijs. Het is slim om nu al strategisch na te denken waar wij als Geesteswetenschappen op willen inzetten om onze kwaliteit verder te vergroten.”

1. //

IS HET MIDDEL NIET ERGER DAN DE KWAAL?

“Veel medewerkers en studenten beleven de prestatieafspraken als een van de mechanismen waardoor universiteiten meer leerfabrieken dan Bildungsinstellingen worden. Ze vinden dat de achterliggende doelen zoals verwoord in de Strategische Agenda van OCW (‘uitdagend on-derwijs, dat het beste uit studenten haalt’) volledig zijn overschaduwd door de focus op kwantitatieve afspraken. Die te behalen percentages zouden niet meer dan een indicatie moeten zijn of een universiteit op de juiste koers ligt. Maar doordat een deel van de fi nanciering eraan is gekoppeld, ontstaat het beeld dat instellingen koste wat kost de afge-sproken percentages willen behalen. De term ‘prestatieafspraken’ helpt ook niet echt mee. Toen ik net begonnen was als coördinator prestatie-afspraken hoorde ik op dezelfde dag uit twee verschillende hoeken dat dit vooral associaties oproept met communistische vijfj arenplannen. Dat is natuurlijk een weinig motiverend en stimulerend beeld. Ik focus me daarom liever op het doel dan op het middel.”

fgw•nu

De zin en onzin van de prestatieafspraken staan al ter discussie vanaf het

moment dat ze in 2012 werden gemaakt. En mede door protesten aan de

UvA is die discussie momenteel feller dan ooit. Wat is nu de status? Hoe

denkt FGW over de prestatieafspraken en hoe ‘scoren’ we eigenlijk?

Drie vragen aan Marian Wilts, onze coördinator prestatieafspraken.

6

Uitval na 1 jaar ≤ 17% 15% 20%

≤ 8% 7% 11%

70% 54% 61%

≥ 10% 6% 3%

= 100% 100% 60%

≥ 80% 74% -

≤ 18% 16% 17%

Reageren?Heb je een vraag of opmerking over de prestatieafspraken, of een idee over de oorzaak van het slechte bachelorrendement en wat we eraan kunnen doen? Aarzel dan niet contact op te nemen met Marian Wilts.

Je kunt haar bereiken via (071-527) 1620 of [email protected].

Uitval na 1 jaar

Omzwaai na 1 jaar

4e jaars BA-rendement

Deelnemers excellentie

Contacturen propedeuse

% BKO-certifi caten

Aandeel ‘Overig OBP’

=

17%

8%

70%

10%

100%

80%

18%

15%

7%

54%

6%

100%

74%

16%

20%

11%

61%

3%

60%

-%

17%

PRESTATIEAFSPRAKEN FGW Afspraak 2015

Realisatie 2014

Startpositie 2011

2008-200930%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2009-2010 2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014

LEI

RuG

UU

EUR

UM

UvA

VU

RU

TiU

Ontwikkeling bachelorrendement van faculteiten geesteswetenschappen

bron: e-report 10 prestatieafspraken IM april 2015

Page 7: Nieuwe PhD Common Room geopend - media.leidenuniv.nlmedia.leidenuniv.nl/legacy/fgw.nu-nr3-juni-2015.pdf · waar experimenteel onderzoek wordt gedaan naar ... meer een Hongaars of

3‘Maak verschil tussen mensen die wel/niet van hun pen moeten leven’

Wie: Wim van Anrooij Wat: Hoogleraar Nederlandse Letterkunde tot de Romantiek“In mijn studententijd ontving ik nog gewoon een literatuurlijst en dan bekeek je zelf maar hoe je de boeken en artikelen vond. Tegenwoordig is het aanleveren van secundaire literatuur steeds meer een taak van de docent geworden. Dat maakt dat we nu ook te maken hebben met de auteursrechtkwestie op Blackboard. Auteursrecht als zodanig is een goede zaak en het is nu eenmaal de wet, dus dat Stichting PRO daarop controleert vind ik logisch. Maar in de praktijk van het lesgeven is het auteursrecht vaak lastig. Je bent soms uren bezig met het zoeken, bestellen en legaal beschikbaar maken van literatuur voor studenten. Makkelijk is anders. Voor mensen die van de pen moeten leven is auteursrecht heel belangrijk, daar ben ik me van bewust. Bij wetenschappers ligt het anders. Ik hoef niet van mijn artikelen te leven, ik krijg een inkomen van de Universiteit. Eigenlijk zou verschil aangebracht moeten worden tussen mensen die van hun publicaties moeten leven, en mensen die al voor hun wetenschappelijk werk worden betaald.”

‘Copyright kan open onderwijs behoorlijk in de weg zitten’

Wie: Marja Verstelle Wat: Programmamanager van MOOCs en online leren“Laat ik voorop stellen dat ik goed snap dat makers van artikelen en afbeeldingen betaald moeten worden voor hun werk. Maar wat ik merk bij de organisatie van MOOC’s, is dat copyrightbescherming het maken van open en online onderwijs behoorlijk in de weg kan zitten. Terwijl open onderwijs juist zo’n mooi initiatief is om wereldwijd mensen te bereiken. Wij hebben bijvoorbeeld vaak moeite met het vinden van geschikt beeldmateriaal voor in online cursussen. Het mooiste is als kwalitatief goed materiaal met een creative commons licentie gedeeld wordt, die biedt een goede bescherming. Als meer universiteiten hun materiaal zo zullen gaan delen, gaat dat echt oplossingen bieden. Stichting PRO verwijt ik niets, die hanteren slechts de wet zoals die bestaat. Maar wetgevers en de uitgeverswereld moeten wakker geschud worden. Online onderwijs neemt een vlucht, dus als uitgevers slim zijn komen ze met databanken en betaalbare abonnementen, waarin je à la iTunes geschikt materiaal kan vinden voor blended én online onderwijs. Onderwijs moet je kunnen delen vind ik.”

‘De handhaving moet wel transparant zijn’

Wie: Viktoria Kostadinova Wat: Promovenda Sociolinguistiek“Ik vind het goed dat er een instantie is die zorgt voor naleving van de auteurswet. Als de regels voor auteursrecht niet worden gecontroleerd, werkt de wet niet. In Macedonië - waar ik vandaan kom - heb je net als in Nederland een auteurswet. Maar omdat naleving van die wet niet wordt gecontroleerd, kunnen er grove en grootschalige auteursrechtschendingen plaatsvinden. Ik was vijf jaar student aan de Ss. Cyril en Methodius Universiteit van Skopje; daar verkrijgen studenten hun leesmateriaal door bij boekwinkels illegale kopieën van complete wetenschappelijke boeken te kopen. Waardoor iemand onterecht geld kan verdienen aan het werk van iemand anders. Ik geloof dat als je auteursrecht belangrijk vindt, je moet zorgen dat mensen zich aan de wetten houden. Wel moet Stichting PRO duidelijk maken hoe ze precies te werk gaan: mogen ze vertrouwelijke documenten inzien op Blackboard? En wat gebeurt er met het geld dat wordt verdiend aan de boetes? Goed dat de wet wordt gehandhaafd, maar de wijze waarop moet wel transparant zijn.”

‘Gelden kunnen eerlijker verdeeld worden’

Wie: Damiaan van Eeten Wat: Auteursrechten Informatiepunt“Ik vind het goed dat er door Stichting PRO gecontroleerd gaat worden op Blackboard. Op dit moment hebben uitgevers te weinig zicht op wat er gebeurt met hun werk. Als deze openheid er wel komt, kunnen de gelden eerlijker verdeeld worden en dit zou de wetenschap een nieuwe impuls kunnen geven. Ik vind wel dat er beperkingen moeten worden opgelegd aan wat Stichting PRO wel en niet kan inzien. Er staat op Blackboard naast wetenschappelijke documenten ook vertrouwelijk materiaal. Over studenten, bijvoorbeeld. Ook denk ik dat de controle efficiënter kan. Nu wordt er achteraf gekeken voor welk artikel of plaatje nog niet is betaald en kan de faculteit hier eventueel een boete voor krijgen. Waarom maken we voor de lange overnames geen afspraak zoals die er voor de korte overnames is? Als het auteursrecht voor de lange overnames elke paar jaar voor een vast bedrag wordt afgekocht, zijn arbeidsintensieve controles achteraf niet nodig.”

Binnenkort staat stichting PRO op de stoep om wetenschappelijke publicaties op Blackboard te controleren

op naleving van de auteurswet. Als lange overnames onterecht op het web blijken te staan, riskeren de

instituten hoge boetes. Wat vinden fgw.nu lezers daarvan?

De letter van de wet:

auteursrecht

fgw•nu // nr3 • juni 2015 | 7

Wil je weten wat wel en niet op Blackboard mag staan? Neem contact op met het Auteursrechten

Informatiepunt, tel: (071 527) 2871.

Page 8: Nieuwe PhD Common Room geopend - media.leidenuniv.nlmedia.leidenuniv.nl/legacy/fgw.nu-nr3-juni-2015.pdf · waar experimenteel onderzoek wordt gedaan naar ... meer een Hongaars of

ColumnRecht op inspraak Wat doe je als een collega je vraagt of je geïnteresseerd bent in medezeggenschap, en of je je daarom kandidaat zou willen stellen voor de Faculteitsraad? Even de Van Dale erbij pakken om te zien wat dat medezeggenschap nou precies is.

me·de·zeg·gen·schap (de; v) 1 recht op inspraakGoed om ergens recht op te hebben, maar wat wordt er dan precies bedoeld met inspraak?

in·spraak (de; v(m)) 1 de mogelijkheid om zijn mening te laten horen Klinkt ook goed, altijd fi jn om de mogelijkheid te hebben om je mening te laten horen. Even verder lezen op de website van Geesteswetenschappen. “De Faculteitsraad is een medezeggenschapsorgaan van de Faculteit Geesteswetenschappen en behartigt de belangen van medewerkers en studenten. Tijdens vergaderingen met het Faculteitsbestuur heeft de raad op sommige punten instemmingsrecht, maar fungeert met name als adviesorgaan.” Ik lees zelfs iets over tennissen met het bestuur. Klinkt gezellig.

Pijn in m’n hartVoorheen had ik de term ‘Faculteitsraad’ weleens horen vallen, en ik zag weleens stukjes in de nieuwsbrieven staan die over medezeggenschap gingen. Vaak sloeg ik die stukjes over. Tot een paar weken terug had ik niet echt een idee wat het inhield, of dat ik daar als PhD-student deel van zou kunnen uitmaken. En dat terwijl de kranten volstonden met berichten over de bezetting van het Maagdenhuis en ik met pijn in mijn hart de berichten lees over de precaire positie van de ‘kleine’ talen.

Groot goedInspraak hebben, een transparant bestuur, weten wat er speelt en wat de verschillende belanghebbenden drijft , heb ik altijd al een groot goed gevonden – zonder me echt te realiseren dat ik daar zelf een rol in kan spelen bij mijn eigen faculteit. Het gaat me niet alleen om de mogelijkheid hebben om mijn mening te laten horen, of die van naaste collega’s of andere PhD studenten van deze faculteit. Ik ben juist ook erg nieuwsgierig over wat er nou precies allemaal achter de schermen gebeurt. Wat komt er allemaal kijken bij het reilen en zeilen van zo’n faculteit?

Bemoedigende woordenAls PhD student zal ik voornamelijk de besluiten in de gaten kunnen houden die van belang zijn voor PhD studenten, en als taalwetenschapper bij het LUCL de beslissingen die van belang zijn voor onze afdeling. Maar daarnaast zal het interessant zijn om meer te leren over andere de andere afdelingen en de faculteit als geheel. Dus na de bemoedigende woorden “Gewoon doen. Het is leuk!” van collega Gareth heb ik me aangemeld.

De persoonlijke visie van een FGW’er. Deze keer: LUCL promovendus Saskia Lensink //

fgw•nu

1 beeld, 1000 woorden

Van 27 juni tot 4 oktober is de Meelfabriek in Leiden het decor van de internationale hedendaagse kunsttentoonstelling Global Imaginations. Deze tentoonstelling maakt ook deel uit van het lustrum van Universiteit Leiden. ‘Onze’ Kitty Zijlmans, hoogleraar kunstgeschiedenis nieuwste tijd bij het LUCAS, is een van de leden van het curatorenteam. Eén van haar favoriete

werken is de installatie Paper Boats van Simryn Gill (1959, Singapore). Op en rondom een werktafel liggen bootjes gevouwen uit pagina’s die uit de Encyclopaedia Britannica gescheurd zijn. Gill verwijst daarmee naar de historische connectie tussen koloniale expedities, kennis en macht. Bezoekers mogen zelf een bootje vouwen van de pagina’s die op de tafel klaar liggen en zich afvragen welke kennis hier

wordt vertegenwoordigd en wat het betekent om er bootjes van te vouwen.

Fotocredits: Simryn Gill, Paper Boats, 2008, Encyclopaedia Britannica (editie 1968), variabele afmetingen. Tentoonstelling Simryn Gill: Gathering, Heide Museum of Modern Art, Melbourne, 2010. Fotografie: John Brash.

8

PROGRAMMA Lustrum Universiteit Leiden 440 jaar

23 juni Ontmoetingen tussen Kunst en Wetenschap met Bas

Haring en Colin Benders

19.30 Paard van Troje, Den Haag

25 juni Humanity in Action conferentie - ‘Gateway to Justice: The

Hague’ (t/m 28 juni)

Leiden University College, Den Haag

25 juni University Sports Challenge

13.00, Terrein Universitair Sportcentrum, Leiden

26 juni Lustrumfeest

17.00, Borrel & diner, Faculty Club, Leiden

20.00, Pieterskerk, Leiden

27 juni Tentoonstelling Global Imaginations

(t/m 4 oktober) De Meelfabriek, Leiden

19 sept Alumnidag (Tijd en locatie nog onbekend)

19 sept Nacht van Kunst en Kennis - Binnenstad Leiden

Op lustrum.leidenuniv.nl vind je alle informatie over het programma.