24
EDITO Marc Cools, Voorzitter VSGB INHOUD Legitimiteit verwerft men in politiek niet enkel door verkozen te worden, maar ook door de manier waarop men zich van zijn taak kwijt. Men kan niet beweren dat men ten dienste staat van zijn medeburgers en handelt met het algemeen belang voor ogen als men geen onberispelijk gedrag vertoont in het beheer van de overheidszaken die ons toevertrouwd worden. De overheidsfinanciering van politieke partijen, de transparantie betreffende de mandaten van onze toppolitici door de bekendmaking op internet van al hun publieke en private mandaten, de beperking van de cumul van mandaten en van de verkiezingsuitgaven hebben bijgedragen tot de sanering van het politieke leven in ons land. In de Verenigde Staten daarentegen blijven geld en de privé- financiering van politieke partijen een enorm grote rol spelen en rijst er twijfel over de zin voor het algemeen belang van personen die dankzij dit systeem verkozen werden. In de nasleep van de zaak Cahuzac overweegt de Franse wetgever (achter op de Belgische wetgever wat betreft de regelgeving om het politieke leven te moraliseren) verschillende maatregelen, zoals het verbod op het cumuleren van bepaalde privéberoepen en de uitoefening van een verkiesbaar mandaat. In Wallonië verbiedt de wetgever reeds de uitoefening van een functie als burgemeester of schepen voor bepaalde topambtenaren, met als gevolg dat een burgemeester van een gemeente van 3.000 inwoners uit zijn ambt ontzet moest worden omdat hij dat mandaat combineerde met een leidinggevende functie op de FOD Wetenschapsbeleid … Moeten we in Brussel ook dat pad bewandelen ? Persoonlijk denk ik van niet. Het zou gevaarlijk zijn voor de democratie en de onafhankelijkheid van de verkozene. Elke vorm van cumulatie verbieden verarmt de samenstelling van de assemblees en zou ertoe leiden dat verkozenen zich vastklampen aan hun verkiesbaar mandaat. Of er al dan niet sprake is van cumulatie, vormt geen enkele waarborg voor de goede uitoefening van hun mandaat. Wat onze medeburgers van hun verkozenen moeten eisen, is dat ze de nodige tijd besteden aan de uitoefening van hun taak. Zij moeten zich ervan vergewissen dat de werkzaamheden van hun vertegenwoordigers zich niet beperken tot het maken van beloftes en het behartigen van hun public relations. Zij moeten het resultaat van hun acties onder de loep nemen. Politiek is in de eerste plaats de organisatie van het beheer van een gemeente. Het gaat erom de behoeften van iedereen in te lossen en daarbij steeds het algemeen belang voor ogen te houden. De overgrote meerderheid van de vrouwen en mannen die politiek geëngageerd zijn, willen zich werkelijk ten dienste stellen van hun medeburgers. Zij besteden daar veel tijd en energie aan. Dat is in het bijzonder het geval bij onze lokale verkozenen en het is goed daar af en toe de aandacht op te vestigen. Moraal en politiek De gemeentelijke speelpleinwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 Buitenschoolse kinderopvang in Jette en Ganshoren . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 Wetgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9 Wetboek van de Belgische Nationaliteit: ingewikkelder en strikter . . . . . .12 Financiële uitdagingen voor de nieuwe bestuursperiode . . . . . . . . . . . . . . .17 Special Olympics : op zoek naar partnersteden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22 Algemene Vergadering Op dinsdag 11 juni 2013 houdt de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest haar jaarlijkse Algemene Vergadering. Programma I Statutair gedeelte (10 u.) 1. Verslag van de gewone algemene vergadering van 20 juni 2012 2. Rekeningen 2012 3. Begroting 2013 4. Kwijting van de bestuurders 5. Raad van bestuur 6. Activiteitenverslag 2012 7. Varia II Uiteenzetting van dhr Rudi Vervoort, Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (11 u.) De vergadering wordt afgesloten met een receptie, rond 11.30 uur. Wanneer Op dinsdag 11 juni 2013 om 10 u. Onthaal vanaf 9.45 uur voor nazicht van de machtigingen Waar Auditorium Ethias Sterrenkundelaan 19 1210 Brussel Info VSGB Tel. 02 238 51 40 [email protected] www.vsgb.be Ver. Uitg. MarcThoulen - Nr 7317 Nr 2013/02- april /mei 2013

Nieuwsbrief nr 2013/02

Embed Size (px)

DESCRIPTION

tijdschrift van de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Citation preview

Page 1: Nieuwsbrief nr 2013/02

ED

ITO

Marc Cools, Voorzitter VSGB

INHOUD

Legitimiteit verwerft men in politiek nietenkel door verkozen te worden, maar ookdoor de manier waarop men zich van zijntaak kwijt. Men kan niet beweren dat men tendienste staat van zijn medeburgers en handelt methet algemeen belang voor ogen als men geenonberispelijk gedrag vertoont in het beheer van de

overheidszaken die ons toevertrouwd worden.

De overheidsfinanciering van politieke partijen, de transparantiebetreffende de mandaten van onze toppolitici door de bekendmaking opinternet van al hun publieke en private mandaten, de beperking van decumul van mandaten en van de verkiezingsuitgaven hebbenbijgedragen tot de sanering van het politieke leven in ons land.

In de Verenigde Staten daarentegen blijven geld en de privé-financiering van politieke partijen een enorm grote rol spelen en rijst ertwijfel over de zin voor het algemeen belang van personen die dankzijdit systeem verkozen werden.

In de nasleep van de zaak Cahuzac overweegt de Franse wetgever(achter op de Belgische wetgever wat betreft de regelgeving om hetpolitieke leven te moraliseren) verschillende maatregelen, zoals hetverbod op het cumuleren van bepaalde privéberoepen en de uitoefeningvan een verkiesbaar mandaat. In Wallonië verbiedt de wetgever reedsde uitoefening van een functie als burgemeester of schepen voorbepaalde topambtenaren, met als gevolg dat een burgemeester van eengemeente van 3.000 inwoners uit zijn ambt ontzet moest wordenomdat hij dat mandaat combineerde met een leidinggevende functie opde FOD Wetenschapsbeleid …

Moeten we in Brussel ook dat pad bewandelen ? Persoonlijk denk ikvan niet. Het zou gevaarlijk zijn voor de democratie en deonafhankelijkheid van de verkozene.

Elke vorm van cumulatie verbieden verarmt de samenstelling van deassemblees en zou ertoe leiden dat verkozenen zich vastklampen aanhun verkiesbaar mandaat. Of er al dan niet sprake is van cumulatie,vormt geen enkele waarborg voor de goede uitoefening van hunmandaat. Wat onze medeburgers van hun verkozenen moeten eisen, isdat ze de nodige tijd besteden aan de uitoefening van hun taak. Zij moeten zich ervan vergewissen dat de werkzaamheden van hunvertegenwoordigers zich niet beperken tot het maken van beloftes en hetbehartigen van hun public relations. Zij moeten het resultaat van hunacties onder de loep nemen.

Politiek is in de eerste plaats de organisatie van het beheer van eengemeente. Het gaat erom de behoeften van iedereen in te lossen endaarbij steeds het algemeen belang voor ogen te houden. De overgrotemeerderheid van de vrouwen en mannen die politiekgeëngageerd zijn, willen zich werkelijk ten dienste stellen vanhun medeburgers. Zij besteden daar veel tijd en energie aan. Dat isin het bijzonder het geval bij onze lokale verkozenen en het is goed daaraf en toe de aandacht op te vestigen.

Moraal en politiek

De gemeentelijke speelpleinwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3Buitenschoolse kinderopvang in Jette en Ganshoren . . . . . . . . . . . . . . . . . .6Wetgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9Wetboek van de Belgische Nationaliteit: ingewikkelder en strikter . . . . . .12Financiële uitdagingen voor de nieuwe bestuursperiode . . . . . . . . . . . . . . .17Special Olympics : op zoek naar partnersteden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22

Algemene VergaderingOp dinsdag 11 juni 2013 houdt de Vereniging van de Stad en deGemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest haar jaarlijkseAlgemene Vergadering.

Programma

I Statutair gedeelte (10 u.)

1. Verslag van de gewone algemene vergadering van 20 juni 2012

2. Rekeningen 20123. Begroting 20134. Kwijting van de bestuurders5. Raad van bestuur6. Activiteitenverslag 20127. Varia

II Uiteenzetting van dhr Rudi Vervoort, Minister-Presidentvan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (11 u.)

De vergadering wordt afgesloten met een receptie, rond 11.30 uur.

Wanneer

Op dinsdag 11 juni 2013 om 10 u.Onthaal vanaf 9.45 uur voor nazicht van de machtigingen

Waar

Auditorium Ethias Sterrenkundelaan 19 1210 Brussel

Info

VSGBTel. 02 238 51 [email protected]

Ver.

Uitg.

Mar

cTho

ulen

-Nr7

317

Nr 2013/02- april /mei 2013

Page 2: Nieuwsbrief nr 2013/02

Directie : Marc Thoulen

Coördinatie : Philippe Delvaux

Redactie : Vinciane Charlier, Marc Cools, Philippe Delvaux, Céline Lecocq, Doltza Sanchez Pardo, Robert Petit

Vertaling : Liesbeth Vankelecom, Annelies Verbiest

Secretariaat : Chantal Matthys

Abonnementen :Patricia De Kinne : 02 238 51 49 • [email protected]

Publiciteit : Agentschap Publiest - 02 550 38 04 - [email protected]

Nieuwsbrief wordt gedrukt op 100 % gerecycleerd papier

Cette revue existe aussi en français.Si vous souhaitez recevoir le Trait d'Union,

contactez notre secrétariat : [email protected]

Sinds 2002 is Nieuwsbrief-Brussel integraal beschikbaar op www.vsgb.beGepubliceerd met de steun van het Brussel Hoofdstedelijk Gewest, Belfius en Ethias

Vereniging van de Stad en de Gemeentenvan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw

Aarlenstraat 53 bus 4-1040 Brussel Tel 02 238 51 40 - Fax 02 280 60 90

[email protected] www.vsgb.be

Redactie : [email protected]

Nieuwsbrief

Nr 2013-02april /mei 2013

N i e u w s b r i e f 2 0 1 3 / 0 22

De nieuwe papieren editie van deze gids, die bijgewerkt is tot 31 januari 2013, isbeschikbaar. De wijzigingen die eind 2012 doorgevoerd werden, zijn er reeds inopgenomen (bv. de invoering van de elektronische medische kaart).Het werk bundelt voornamelijk de 3 wetten betreffende openbare maatschappelijkebijstand : de wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW's, de wet van 26 mei 2002betreffende het recht op maatschappelijke integratie en de wet van 2 april 1965betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de OCMW's. Deze

wetten worden aangevuld met verwijzingen naar uitvoeringsbesluiten en ministeriële ofadministratieve omzendbrieven.

In deze publicatie vindt u tevens :• de bepalingen van de bijzondere wet van 16 juli

1993 tot vervollediging van de federale staats-structuur die betrekking hebben op de OCMW's

• een rubriek met essentiële wetteli jke enreglementaire bepalingen betreffende de op-drachten van de OCMW's die niet in debasisteksten opgenomen zijn

• overzichtstabellen van de bedragen uit defederale wetgeving betreffende de maatschap-pelijke bijstand op 1 december 2012

• de inforum-nummers van verwijzingen die nietintegraal opgenomen werden

• een gedetailleerde inhoudstafel en een index vande organieke OCMW-wet en de wet betreffendehet recht op maatschappelijke integratie, om deraadpleging van het werk te vergemakkelijken.

Formaat : A5Taal : Nederlandse en Franstalige versie apart verkrijgbaarPrijs : 29 euro voor leden *

33 euro voor niet-leden29 euro voor studenten

* Genieten het ledentarief : aangesloten gemeenten, OCMW’s enintercommunales ; mandatarissen en personeel van deze admi-nistraties, indien hun functie duidelijk vermeld is.Korting : een korting van 5 % wordt toegekend indien minstens15 exemplaren tegelijk besteld worden (1 bestelbon, 1 factuur).U kan de nieuwe OCMW-gids bestellen aan de hand van hetformulier op www.vsgb.be > Afdeling OCMW > OCMW-gids. Voor bijkomende inlichtingen kan u contact opnemen met deAfdeling OCMW van de VSGB, tel. 02 238 51 57.

OCMW-gidsNieuwe editie bij de installatie van de nieuwe raden voor maatschappelijk welzijn !

Page 3: Nieuwsbrief nr 2013/02

33N i e u w s b r i e f 2 0 1 3 / 0 2 33

Met vriendjes pret maken, spelen en zich uitleven in sport,spelletjes, knutselen, … Tijdens de vakantie spelen kinderenliever in groep dan de hele dag thuis te blijven zitten. Omontplooiing en verrijking in alle veiligheid te kunnenwaarborgen, is het belangrijk dat deze activiteiten omkaderdworden.

Vaak zoeken ouders degelijke opvanginitiatieven voor hunkroost. Het aanbod is ruim : sportstages, kunstactiviteiten,muziek, ontspanning, … Maar we stellen vast dat de vraagin Brussel zeer groot is en de plaatsen snel ingenomen zijn.Het prijskaartje van de inschrijving is soms ook eenstruikelblok voor Brusselse gezinnen.

In die context nemen de gemeenten al vaak een grote rol open velen hebben een erkenning verkregen van het ONE(Office de la Naissance et de l’Enfance) als “vakantie-centrum” voor hun kwaliteitsvolle en beredeneerde aanpak.

De voordelen van een dienst “speelpleinwerking envakantiestages” georganiseerd door de gemeenten zijn denabijheid, de toegankelijkheid, de kennis van de behoeftenvan de lokale bevolking en de vele interne middelen (infra-structuur, openbare plaatsen, materiaal, personeel, …).

Vakantiestages organiseren geeft jongeren ook demogelijkheid om als animator verantwoordelijkheden voorandere jongeren op te nemen en zo kennis te maken met alleaspecten van animatie.

Vinciane Charlier, hoofd van dedienst vakantiecentra van hetONE, gee f t 10 t ips voor degemeenten om hun vakantie-centrum te doen erkennen

Vinciane Charlier : “Eerste tip : aarzelniet om u in het avontuur te storten enricht speelpleinen in of organiseer vakantiestages. Of bouw hetbestaande aanbod uit. En vraag zeker de erkenning voordegelijke opvang door het ONE !”

1. Een minimale werkingsduur garanderen

Voor speelpleinen moet je er bij voorbeeld minstens 3 weken organiseren in de loop van het jaar, waarvan tweeopeenvolgende in de grote vakantie.

Alle activiteiten die georganiseerd worden door een erkendeorganisator, en plaatsvinden in schoolvakanties vanminstens een week, kunnen beschouwd worden alsvakantiecentra. Maar enkel periodes van minstens 2 opeenvolgende weken openen het recht op subsidies.

2. Minstens 15 kinderen tussen 2,5 en 15 jaar opvangen

Om aanspraak te kunnen maken op subsidies, moet mengemiddeld minstens 13 kinderen per week opvangen.De leeftijd van 2,5 jaar is minimumleeftijd voor inschrijvingin de kleuterschool. De opvang van kinderen van die leeftijdis een realiteit in de vakantiecentra (meer bepaald opspeelpleinen) en er is een grote vraag vanwege de oudersnaar dergelijke opvang.

3. Minimumnormen inzake omkaderingnaleven

Deze normen hebben specifiek betrekking op de coör-dinator en de animatoren.

Ieder vakantiecentrum wordt gecoördineerd door eenpedagogisch verantwoordelijke. Die moet permanentfysiek aanwezig zijn ter plaatse. De functie van pedagogischverantwoordelijke moet uitgevoerd worden door eengebrevetteerde coördinator of hiermee gelijkgestelde.

De rol van pedagogisch verantwoordelijke is essentieel voorde goede werking van een vakantiecentrum, met name tenaanzien van de verschillende dimensies van de animatie,zoals : de uitwerking, samen met het animatieteam,van het pedagogisch project van het vakantiecentrum,het dagelijks beheer van het animatieteam, of nog debetrekkingen met de omgeving van het centrum(bewindvoerders, ouders, …).

Omdat de rol van de pedagogisch verantwoordelijke zobelangrijk is, moet deze persoon zorgvuldig gekozenworden, moet hij zo vroeg mogelijk aangesteld worden voorhet begin van de activiteiten, nauw betrokken worden bij de

Voordelen van de erkenning :

- bevestiging van de kwaliteit van de opvang- waardering van activiteiten voor verschillende

leeftijden - educatieve doelstellingen : bevordering van de

ontplooiing en de autonomie van kinderen enjongeren in een geest van solidariteit

- begeleiding en steun van het ONE- subsidiëring- aflevering van fiscale attesten

©≈O

livie

rVa

nhoe

ydon

ck

GEMEENTELIJKE SPEELPLEINWERKING

ONDER DE LOEP

Page 4: Nieuwsbrief nr 2013/02

4 N i e u w s b r i e f 2 0 1 3 / 0 2

ONDER DE LOEP

uittekening van de projecten en over de nodige middelenbeschikken om rond hem een bekwaam team samen testellen dat de voorgestelde activiteiten zo goed mogelijkvoorbereidt.

Ieder vakantiecentrum moet omkaderd worden doorvoldoende gekwalificeerde animatoren :

- Een per groep van 8 kinderen, indien één of meerkinderen jonger zijn dan 6 jaar ;

- Een per groep van 12 kinderen van minstens 6 jaar oud.

Een animator op 3 moet gebrevetteerd zijn (of equivalent),gelijkgesteld of zijn tweede praktische stage verrichten in deopleidingscursus in het kader van het animatorenbrevet.

Iedereen die meewerkt aan de omkadering van eenvakantiecentrum, moet minstens 16 jaar zijn en goedzedelijk gedrag vertonen.

4. Over aangepaste (vaste of mobiele)infrastructuur beschikken...

… en voldoende waarborgen inzake hygiëne en veiligheidbieden.

5. Verzekerd zijn

De verzekering moet 3 risico’s dekken :

- burgerrechtelijke aansprakelijkheid : deze polis dekt deschade die veroorzaakt wordt door de organisator zelf ofdoor personen of goederen waarvoor hij aansprakelijk is ;

- persoonlijke burgerrechtelijke aansprakelijkheid van dekinderen die aan de activiteiten van het vakantiecentrumdeelnemen ;

- lichamelijke schade aan kinderen die aan de activiteitendeelnemen, hetzij veroorzaakt door andere kinderen dieaan de activiteiten deelnemen hetzij door een evenementwaarvoor men niet aansprakelijk gesteld kan worden

6. Een opvangproject uitstippelenDit bestaat uit 2 delen :

- Een pedagogisch project, dat beantwoordt aan deopdrachten van de vakantiecentra : lichamelijkeontwikkeling, creativiteit, maatschappelijke integratie,participatie en burgerzin, en die de methodes enmiddelen ontwikkelt met dat doel voor ogen.

- Een huishoudelijk reglement, dat aan de oudersmeegedeeld moet worden, waarin de praktischewerkingsmodaliteiten uitgelegd zijn, de organisatie, hetpersoneelsbeleid, de samenwerking met de verschillendepartners en de ouders. Het huishoudelijk reglementmoet ook beschrijven hoe de toegang en participatie vankinderen gewaarborgd wordt en niet verhinderd magworden door het bedrag van de financiële bijdrage diede ouders eventueel verschuldigd zijn.

Iedere organisator moet de solidariteitsmechanismenuitwerken die het mogelijk maken dat zo veel mogelijkkinderen kunnen deelnemen aan de aangebodenactiviteiten. “Toegankelijkheid voor iedereen” moetbekeken worden binnen de grenzen van het redelijke en hetmogelijke, grenzen die afhangen van de menselijke,materiële en financiële middelen waarover iedere structuurbeschikt. Er kunnen verschillende pistes bewandeld worden :betaling in schijven, speciale tarieven, korting voor grotegezinnen, een overeenkomst met OCMW of diensten voorjeugdbijstand, samenwerking met verenigingen voorkansenbevordering, …

7. Gevarieerde activiteiten aanbieden

De activiteiten moeten de participatie van iedereenbevorderen, met het oog op algemene educatie of niet-formele vorming.

Binnen de vakantiecentra vormen de activiteiten middelenom de vastgelegde doelstellingen te bereiken. Ze mogen nietbeschouwd worden als een doel op zich.

Taal-, sport- of muziekstages, kunstateliers en bijlessen voorschool vallen buiten het actieterrein van de vakantiecentra,omdat de doelstellingen geëvalueerd worden op basis van

Subsidiëring, hoeveel kan dat opleveren ?

Er bestaan 2 soorten subsidies : de ene houdt verband metde participatie van de kinderen en de andere met hetomkaderend personeel.

Een inschrijving van een kind voor één dag wordtgesubsidieerd voor 1,25 euro. Maar aangezien het budgetvoor vakantiecentra een gesloten envelop is, wordt er eencoëfficiënt toegepast op dit basisforfait, in functie van hetaantal subsidieaanvragen dat ontvangen werd enontvankelijk is. Het gekwalificeerd omkaderingspersoneelwordt ook gesubsidieerd : voor een coördinator wordt hetforfait vermenigvuldigd met tien, voor een animator met zes.

Voorbeeld

Voor een spee lp le in dat gedurende 3 weken(15 animatiedagen) 47 kinderen opvangt, bedraagt desubsidie in theorie 881,25 euro : 47 kinderen x 15 dagen x 1,25 euro = 881,25 euro.

Het speelplein wordt omkaderd door 1 coördinator en 4 animatoren, waarvan 2 gekwalificeerde. De subsidie wordtals volgt berekend :

- voor de coördinator : 1 persoon x 15 dagen x forfait 1,25 euro x 10 = 187,5 euro

- voor de animatoren : 2 personen x 15 dagen x 1,25 eurox 6 = 225 euro

In totaal wordt hier dus 1.293,75 euro subsidie verkregen.

Page 5: Nieuwsbrief nr 2013/02

resultaten die bereikt worden in het verwerven of uitdiepenvan specifieke vaardigheden bij de deelnemers. Kortom, invakantiecentra gaat het om echte vakantie !

8. Respect voor ideologische, levensbeschou-welijke of politieke overtuigingen van dekinderen en hun ouders

Toegankelijkheid wordt pas bereikt als men zich opensteltvoor iedereen in een multiculturele aanpak.

9. Respect voor de kwaliteitscode inzake opvang

De kwaliteitscode legt de doelstellingen vast van eenalgemeen kinderbeleid, met het oog op de bevordering vanhet welzijn van iedereen : de opvang van kinderen en hunfamilie kadert immers in een beleid waar de educatievelogica van iedere plek waar kinderen opgevangen worden,georiënteerd en georganiseerd is in functie van een strevennaar kwaliteit voor iedereen en voor alle kinderen. Iedereprofessional, iedere coördinator of animator en iederanimatieteam moet dus trachten het best mogelijkeantwoord te bieden op de behoeften van de kinderen en hunfamilies die iedere dag opgevangen worden.

De tekst van de kwaliteitscode staat op www.one.be.

10. Inspectie door de diensten van het ONEtoelaten

Het ONE legt zich zowel toe op de algemene pedagogischebegeleiding van de verschillende operatoren als hetadministratief toezicht op de verschillende vakantiecentra.

De opvangcoördinatoren hebben als taak de kwaliteit van deopvang in de verschillende kinderopvangmilieus tebevorderen (kinderdagverblijven, kinderhuizen, vakantie-centra, …) en na te gaan of deze structuren wettelijk in orde zijn.

De coördinatoren kunnen ook, binnen de grenzen van hunbeschikbaarheid, de verantwoordelijken adviseren bij deopstelling, de evaluatie of de herziening van hunopvangproject en ze begeleiden bij de uitvoering van dezeinitiatieven.

Een lijst van alle coördinatoren is beschikbaar opwww.centres-de-vacances.be.

* * *Deze 10 engagementen zijn zeer belangrijk, want deerkenning kan ingetrokken worden als een organisator nietlanger aan de voorwaarden voldoet of zijn verplichtingenniet nakomt.

ONDER DE LOEP

Twee nuttige websiteswww.extrascolaire.beEen website voor (toekomstige) professionals uit de sector,die een betrekking, opleiding of tools zoeken of aanbieden.

Op deze interactieve portaalsite kan informatie gedeeldworden voor alle actoren en professionals uit de sector vande buitenschoolse kinderopvang van de Federatie Wallonië-Brussel. Organisaties kunnen er :

- hun evenementen aankondigen (vormingen, agenda, …)

- werkaanbiedingen bekendmaken

- tips en informatie voor andere actoren uit de buiten-schoolse kinderopvang publiceren

De website staat echt open voor iedereen : ieder kan er gratiszijn aankondigingen delen !

www.bruxellestempslibre.beMet meer dan 2.000 activiteiten is dit voor alle ouders déwebsite om buitenschoolse activiteiten te vinden in de loopvan het schooljaar in het Brussels Gewest.

Omdat buitenschoolse activiteiten in de loop van hetschooljaar variëren qua inhoud, tijdstip, budget, plaats, …heeft deze website het voordeel dat hij makkelijk aanpasbaaris en regelmatig geüpdatet wordt. Dat maakt de website zeerhandig voor ouders van jonge kinderen.

De website bevat een zoekmotor waar men op basis vanverschillende criteria opzoekingen kan verrichten :

- leeftijd van het kind- gewenste activiteit- periode- eventuele handicap of beperkte mobiliteit

De website biedt ook wat informatie over de kwaliteit vande buitenschoolse opvang (recht, criteria, goede dosering, …),mogelijke financiële ondersteuning en toelichting bij hetwerk van de coördinatie ATL.

Infowww.centres-de-vacances.be Dienst “centres de vacances” bij het ONE : [email protected]. 02.542.12.40

De gegevensbank “subsidies” van de VSGB opwww.vsgb.be bevat ondermeer fiches betreffende devolgende subsidies :- Voor de subsidiërende overheid Franse Gemeen-

schapscommissie : huiswerkinstituten- Voor de subsidiërende overheid Franse Gemeen-

schap : huiswerkinstituten, kinderopvang tijdenshun vrije tijd, buitenschoolse opvang en vakantie-centra.

N i e u w s b r i e f 2 0 1 3 / 0 2 5

Page 6: Nieuwsbrief nr 2013/02

6 N i e u w s b r i e f 2 0 1 3 / 0 2

De opvang van kinderen van 2,5 tot 12 jaar is een zeergediversifieerde sector. Er zijn voor- en naschoolseactiviteiten, op woensdagnamiddag, tijdens het weekend enin schoolvakanties.

De gemeenten leggen zich ook toe op dit domein, wateigenlijk een gemeenschapsbevoegdheid is.

In Brussel is het ONE (Office National de l’Enfance) voorde Franstalige kant belast met de uitvoering van demodaliteiten die in verschillende decreten vastgelegd zijn :opvang vrije tijd, vakantiecentra en huiswerkinstituten.

Het decreet OVT (Opvang Vrije Tijd) bestaat uit 2 complementaire delen, die beantwoorden aan debasisbehoeften van de sector : de coördinatie van de opvangvrije tijd en de ondersteuning aan de opvangoperatoren.Het beoogt de gecoördineerde integratie van deopvangstructuren, de ontwikkeling van de opvang-structuren en de bevordering van synergie, ten behoeve vande ouders en de kinderen.

Het vertrouwt de coördinatie van het opvangaanbod toe aanhet overheidsniveau dat het meest voeling heeft met hetterrein, nl. de gemeente. Zij vormen er de draaischijf van.

De gemeente die het decreet onderschrijft, verbindt zichertoe een rol van coördinator op zich te nemen, eengemeentelijke opvangcommissie (GOC) op te richten, erhet voorzitterschap van op te nemen, een plaatsbeschrijvingop te maken en één of meer LCK-programma’s (lokalecoördinatie voor het kind) op te stellen.

Opdat de rechten en plichten van de gemeente en het ONEvoor iedereen duidelijk zouden zijn, ondertekenen beidepartners een overeenkomst over de organisatie van decoördinatie van de buitenschoolse kinderopvang.

De coördinatie OVT is dus een organisatiedynamiekvolgens dewelke alle actoren in de opvang van kinderen van2,5 tot 12 jaar op het grondgebied van de gemeente samenwerken om het opvangaanbod te harmoniseren en teontwikkelen, zowel kwantitatief als kwalitatief, omtegemoet te komen aan de behoeften van ouders, kinderenen professionals.

BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG IN JETTEEN GANSHOREN

De grote vakantie nadert. Vele ouders zoeken dus activiteiten voor hun kinderen, twee maanden lang. Daartrachten de gemeenten en Gemeenschappen bij te helpen via de coördinatie van het opvangbeleid (voor en naschool, tijdens weekends of schoolvakanties). Focus op het beleid OVT (Opvang Vrije Tijd) (ATL - AccueilTemps Libre) van de Franse Gemeenschap, via het ONE, en op de gemeenten Ganshoren en Jette, aan de handvan een gesprek met coördinatrice Joëlle Bouffioux.

Joëlle Bouffioux was jarenlang coördinatrice Opvang Vrije Tijd bij de Gemeente Ganshoren, totdat ze begindit jaar diezelfde functie opnam bij de gemeente Jette. Interview.

Welke taken hebt u al uitgevoerd in de buiten-schoolse kinderopvang ?

Joëlle Bouffioux : “Jarenlang was ik verantwoordelijk voorhet opvangbeleid in Ganshoren. De Federatie Wallonië-Brusselsubsidieerde mijn job halftijds. Ik ben er vertrokken omdat ikbij de gemeente Jette dezelfde functie kon opnemen, maar danvoltijds. Het feit dat ik meer tijd kon besteden aan decoördinatie, hield minder verband met politieke keuzes danmet subsidiëringsregels : die zijn immers gebaseerd op hetaantal kinderen dat in de gemeente woont. Aangezien er meerkinderen wonen in Jette, dekken de subsidies daar een voltijdsebetrekking, terwijl ze in Ganshoren zelfs mijn halftijdse baanniet volledig dekten.

Voordat ik in Ganshoren aan de slag ging, had ik reeds nuttigeervaring in de sector van de opvang van kinderen tot 12 jaar.Ik heb ook nog twee andere complementaire functiesuitgeoefend bij de coördinatie OVT in Ganshoren : jeugddiensten baby- en peuterzorg. Dankzij de bruggen die toen tussen diediensten geslagen werden, kon ik vlot nieuwe projecten op touw

zetten. Zo heb ik de cultuurdienst bij voorbeeld kunnen helpenom een stage te organiseren voor kinderen van 2,5 tot 3,5 jaarin de lokalen van een kinderdagverblijf … die stage was in eenmum van tijd volzet.”

IN ONZE GEMEENTEN

LCK-programma

Het opvangaanbod wordt voorgesteld in een LCK-programma (lokale coördinatie voor het kind), eengecoördineerd programma voor kinderopvang dat met allebetrokken partijen samengesteld wordt en op een bepaaldgrondgebied uitgevoerd wordt. Het overleg met de lokaleactoren structureert het opvangaanbod en bevordert debundeling van middelen en de creatie van synergie met hetoog op de verbetering van de efficiëntie. Het LCK-programma heeft een levensduur van 5 jaar. De uitvoeringervan behoort tot de verantwoordelijkheid van degemeenten en de gemeentelijke opvangcommissie, met desteun van de OVT-coördinator.

Page 7: Nieuwsbrief nr 2013/02

N i e u w s b r i e f 2 0 1 3 / 0 2 77

Wat zijn de eigenschappen van een goedcoördinator ?

Joëlle Bouffioux : “In de eerste plaats moet je goed kunnenluisteren. Vervolgens moet je contact leggen met verschillendepartners. En tot slot moet je de administratieve plichtplegingenstipt nakomen.

Daarbij komt nog dat je het terrein op moet gaan : je mag nietachter je bureau blijven zitten. Je moet naar de mensen toegaan, ook buiten de OVT-activiteiten, om tijdig op te merken- en snel te reageren - als de gelegenheid zich voordoet en zo veelmogelijk synergie te creëren.”

OVT-coördinator

Ieder LCK-programma wordt voorbereid, uitgevoerd engeëvalueerd met de steun van minstens één OVT-coördinator. Hij wordt aangesteld door één of meergemeenten of door een vzw.

Artikel 17 van het decreet OVT omschrijft de 3 taken vande coördinator :

1° het lid van het college van burgemeester en schepenenbelast met deze materie ondersteunen in deverwezenlijking en het dynamiseren van de OVT-coördinatie, zoals beschreven in dit decreet ;

2° de opvangoperators sensibiliseren en begeleiden in deontwikkeling van een kwaliteitsopvang ;

3° de ontwikkeling van een samenhangend beleid inzakeOVT op het grondgebied van de gemeente onder-steunen.

Wat denkt u van het decreet dat de materie regelt ?

Joëlle Bouffioux : “Het decreet OVT gaat uit van deFederatie Wallonië-Brussel. In bepaalde opzichten lijkt het megemakkelijker het decreet uit te voeren in eenplattelandsgemeente. De situatie in Brussel is zo verschillenddan in Wallonië, omwille van het aantal kinderen en alleproblemen die inherent zijn aan een stad.”

Wanneer is men werkelijk met een OVT-beleidbegonnen ?

Joëlle Bouffioux : “Ganshoren en Jette zijn al lang geledenhun beleid rond buitenschoolse kinderopvang beginnen tecoördineren. Beide coördinaties bestaan namelijk al van voorhet decreet uit 2003 van de Franse Gemeenschap. Van in hetstadium van het voorontwerp in 2001 begon men zowat overalin de Brusselse gemeenten een plaatsbeschrijving op te maken.Ik was aangeworven onder een contract voor bepaalde duur,zonder zekerheid over het vervolg. Dit jaar vieren we de tiendeverjaardag van het decreet : een knappe prestatie !”

Tot wie is dit beleid gericht ?

Joëlle Bouffioux : “Het publiek van de kinderen is moeilijkin cijfers uit te drukken. Het gaat om alle kinderen die in degemeente gedomicilieerd zijn, al dan niet naar school gaan ineen Jetse school, alle kinderen die naar school gaan in een

Franstalige basisschool op hetgrondgebied, maar ook de kinderendie deel-nemen aan activiteiten,stages en andere, zowel uit de restvan het Brussels Gewest als debuurgemeenten. Wij beschikkenechter niet over een instrument omdit in cijfers uit te drukken, nochover doeltreffende tools om allegezinnen te informeren. De website“www.bruxellestempslibre.be” is wel een interessant initiatiefvan de Franse Gemeenschapscommissie in dat kader enwww.bruxellesenvacances.be wordt door de jonge gezin-nen op prijs gesteld.

Het is eenvoudiger om de operatoren te beschrijven. InJette zijn er een veertigtal, verdeeld over vakantiestages,jeugdbewegingen, sportclubs, cultuur-verenigingen,huiswerkinstituten, … naast de buitenschoolse opvang diebinnen de school georganiseerd wordt.”

Hoe is de coördinatie binnen een gemeenteopgebouwd ?

Joëlle Bouffioux : “Momenteel beschikken vijftien Brusselsegemeenten over een coördinatie OVT. De meeste regelen hetintern (zoals Jette),maar andere (zoalsGanshoren, Brussel ofSchaarbeek) hebbengeopteerd het via eenvzw te organiseren.

De coördinator hangtaf van de ene of deandere dienst, naargelang van de orga-nisatie van elke ge-meente, of schuift door van de ene naar de andere. Zo heb ik dejeugddienst verlaten om naar de dienst Franstalig onderwijs te gaan.

In ieder geval moet men transversaal te werk gaan, insamenwerking met andere gemeentediensten, jeugd, jonge kind,cultuur en cultuurcentra, sport, …”

En hoe staat het met het gemeentebeleid terzake ?

Joëlle Bouffioux : “Ik vind dat het opvangbeleid sterk afhangtvan de tijd die de bevoegde schepen eraan kan besteden, diensbevoegdheden en de capaciteit van de diensten (aantalpersoneelsleden, beschikbaar budget, …). In Jette is eenzelfdeschepen al bevoegd sinds 2001, waardoor een project op langeretermijn uitgetekend kan worden, wat de coherentie verbetert.

Het gemeentebeleid dat de coördinaties uitstippelen, isafgebakend door het decreet, dat zeer duidelijk is over wat hetdekt of niet. Het dynamisme van de actoren op het terrein, debeschikbare infrastructuur en de financiële situatie zijn ookbelangrijke elementen. In het kader van het decreet mogen weook niet vergeten dat de gemeentelijke opvangcommissie eenbelangrijk adviesorgaan is. ”

IN ONZE GEMEENTEN

Page 8: Nieuwsbrief nr 2013/02

8 N i e u w s b r i e f 2 0 1 3 / 0 2

Wat is de rol van de gemeentelijke opvang-commissie en hoe is die samengesteld ?

Joëlle Bouffioux : “De gemeentelijke opvangcommissie is eenorgaan voor overleg en advies, maar dat voor het eigenlijkebeslissingsproces verwijst naar het politieke niveau, college ofgemeenteraad.

Ze vergadert minstens twee keer per jaar (soms meer inbepaalde gemeenten).

Ze bestaat uit verschillende geledingen, die ik op eenvereenvoudigde manier zal voorstellen. Drie tot vijfgemeenteraadsleden, aangeduid volgens bepaalde modaliteiten,maken deel uit van de eerste, waaronder de persoon die bevoegdis voor buitenschoolse opvang, die er de voorzitter van is. Detweede geleding bestaat uit de schooldirecties : ieder netwerkvaardigt één of meer vertegenwoordigers af. Een derde geledingbestaat enerzijds uit vertegenwoordigers van personen die hunkinderen toevertrouwen : de ouderverenigingen van de scholenen bewegingen voor opvoedingsondersteuning zoals de Ligue desFamilles. Dan zijn er nog twee groepen, waar we devertegenwoordigers vinden van de operatoren die rechtstreeksafhangen van een door het ONE uitgevoerd decreet en anderedie gelinkt zijn aan de Federatie Wallonië-Brussel. Daarvinden bij voorbeeld een openbare bibliotheek, die niet aankinderopvang doet, of verenigingen die niet erkend zijn in hetkader van het decreet OVT. Tot slot zien we ook als adviserendeleden een coördinatrice van het ONE en een vertegenwoordigervan de Franse Gemeenschapscommissie.

Als ik hier een knelpunt mag aanstippen, is het derepresentativiteit van bepaalde leden. Soms is het moeilijk vooreen operator of een ouder om afstand te nemen van zijnpersoonlijke situatie en het algemeen belang te behartigen enandere belangen voor ogen te houden dan zijn eigen problemen.Maar tegelijk blijft het absoluut noodzakelijk om al dezecategorieën vertegenwoordigd te zien binnen de GOC. En somsmoet er proactief gewerkt worden om sommigen aan te zettenhun kandidatuur te stellen voor dit orgaan en hunbetrokkenheid aan te scherpen.”

Wat mogen we verwachten van het Jetse OVT-beleid in de toekomst ?

Joëlle Bouffioux : “In tien jaar tijd hebben we twee LCK-programma’s en twee plaatsbeschrijvingen meegemaakt. Devolgende plaatsbeschrijving voor Jette is voor 2013-2014, opbasis van een canvas aangereikt door het Waarnemingscentrumvoor Kind, Jeugd en Hulpverlening aan de Jeugd 1 van deFederatie Wallonië-Brussel. Deze plaatsbeschrijving en ditprogramma zijn vrij gemakkelijk op te stellen voor Jette ofGanshoren, wat kleine gemeenten zijn in vergelijking totandere. De plaatsbeschrijving brengt ons bij elke operator, wantwe hebben niet echt regelmatig contact met allemaal, en brengtons in contact met gezinnen, ouders en kinderen. Voor deoperatoren streven we naar exhaustiviteit, voor de gezinnengaat het slechts om steekproeven en is de antwoordstructuur veelvrijer. Daarna worden de gegevens geanalyseerd. Het geheel zalongeveer een jaar duren. Vervolgens zullen we een programmaopstellen voor de periode 2015-2020, dat opnieuw door hetONE erkend moet worden.

De grote uitdaging is uiteraard de bevolkingsgroei : meerkinderen dus een stijgende vraag naar buitenschoolse opvang.”

Interview door Philippe Delvaux

1 www.oejaj.cfwb.be

IN ONZE GEMEENTEN

En aan Nederlandstalige kant ?

De tegenhanger van “Accueil Temps Libre – Opvang VrijeTijd” voor de Vlaamse Gemeenschap is Initiatief Buiten-schoolse Opvang (IBO).

De Vlaamse Gemeenschapscommissie ondersteunt enstimuleert de oprichting van IBO’s in het Brussels Gewest,voor kinderen die schoollopen in het Nederlandstaligbasisonderwijs. IBO’s bieden kinderen zowel een rustigespeel- en ontspanningsplaats als een interessant aanbod aanspelactiviteiten, voor en na de schooluren, op woensdag-namiddag, op schoolvrije dagen en tijdens vakantieperiodes.

We zien IBO’s in Sint-Joost-ten-Node, Jette, Brussel (enLaken), Anderlecht, Sint-Jans-Molenbeek, Schaarbeek,Ganshoren en Etterbeek.

www.vgc.be > welzijn en gezin > kinderopvang >Initiatieven Buitenschoolse Opvang

De gemeentelijke opvangcommissie (GOC)

De gemeentelijke opvangcommissie (GOC) is een plaatsvoor ontmoeting, overleg, uitwisseling en coördinatie. Ze isbevoegd voor de analyse van alle problemen in verband metde opvang van kinderen tijdens hun vrije tijd.

Het is een adviesorgaan, geen beslissingsorgaan.

De GOC geeft haar goedkeuring over :

- de plaatsbeschrijving (art. 7 van het decreet)

- het LCK-programma (art. 9)

- het evaluatieverslag van het LCK-programma (art. 30)

- de wijzigingen aan het LCK-programma (art. 31)

Voor al deze taken moet de gemeenteraad vervolgens eenbeslissing nemen, behalve voor de wijziging van het LCK-programma, als er een akkoord is binnen de GOC.

Het is ook een oriëntatie-, impuls- en evaluatieorgaan. DeGOC legt jaarlijks de prioritaire doelstellingen vast betref-fende de uitvoering en de kwalitatieve en kwanti-tatieveontwikkeling van het LCK-programma. De coördinatorOVT vertaalt deze prioritaire doelstellingen in een meer-jarenactieplan. Dat jaarlijks actieplan, voor een periode diegelijkloopt met het schooljaar, moet worden voorgelegd,besproken en goedgekeurd door de GOC. Vervolgens wordthet ter informatie overgemaakt aan de gemeenteraad en deerkenningscommissie OVT aan het ONE. De opstellingvan het jaarlijks actieplan wordt geëvalueerd door de GOC.

Meer info over Opvang Vrije Tijd in Jettehttp://atljette.blogspot.be

Page 9: Nieuwsbrief nr 2013/02

N i e u w s b r i e f 2 0 1 3 / 0 2 99

WETGEVING

bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 11.02.2013 t/m 12.05.2013

BIJZONDERE BESTUURLIJKE POLITIE

Verkeer

28.06.2012 BBHR Ô zie Gemeentebeheer

BURGERLIJKE STAND/BEVOLKING

31.01.2013 KB tot indeling van de leden van deKamer van volksvertegenwoordigers over de kies-

kringen - B.S.,14.02.2013 - 271853

11.02.2013 WetÔ zie Sociale zaken

14.01.2013 Wet houdende diverse bepalingeninzake werklastvermindering binnen justitie

B.S.,01.03.2013 - 272226

08.03.2013 Omz. betr. bepaalde aspecten van dewet 04.12.2012 wijz. van het Wetboek van deBelgische nationaliteit teneinde het verkrijgen vande Belgische nationaliteit migratieneutraal temaken - B.S.,14.03.2013 - 272538

15.03.2013 MB tot vaststelling van het tarief vande vergoedingen ten laste van de gemeenten voorde uitreiking van de elektronische identiteits-kaarten, de elektronische identiteitsdocumentenvoor Belgische kinderen onder de twaalf jaar en dekaarten en verblijfsdocumenten, afgeleverd aanvreemde onderdanen

B.S.,21.03.2013 - 272683

27.03.2013 MB tot vervanging van de bijlage vanhet MB 15.03.2013 tot vaststelling van het tariefvan de vergoedingen ten laste van de gemeentenvoor de uitreiking van de elektronische identi-teitskaarten, de elektronische identiteitsdocu-menten voor Belgische kinderen onder de twaalfjaar en de kaarten en verblijfsdocumenten, af-geleverd aan vreemde onderdanen

B.S.,29.03.2013 - 272951

Bevolkingscijfers de jure, per gemeente, op01.01.2012 - Loop van de bevolking 2011

B.S.,10.04.2013 - 2400

15.04.2013 AM Ô zie Verkeersveiligheid

22.04.2013 MB houdende aanduiding van depilootgemeenten in het kader van het projectinzake de biometrische verblijfstitels

B.S.,30.04.2013 - 273565

FINANCIËN/BELASTINGEN

08.03.2013 Omz. betr. de parameters voor hetuitwerken van de beheersplannen als bedoeld inart. 242bis van de NGW en de Europese Richtlijn2011/85 voor de periode 2013-2015

B.S.,08.03.2013 - 272431

08.03.2013 Omz. betr. de oriëntatienota en hetbeheersplan als bedoeld in art. 242bis NGW en deEuropese Richtlijn 2011/85

B.S.,08.03.2013 - 272434

21.02.2013 BBHR tot vaststelling van demodaliteiten van bepaalde in de ordonnantie van21.12.2012 tot vaststelling van de fiscaleprocedure in het Brussels HoofdstedelijkGewest omschreven handelingen

B.S.,18.03.2013 - 272599

Grondwettelijk hof – Uittreksel van het arrestnr. 48/2013 van 28.03.2013 - B.S.,02.05.2013[gedepenaliseerd parkeren]

GEMEENTEBEHEER

10.12.2012 KB wijz. de art. 12 en 14 van hetbesluit van de Regent van 23.08.1948 tot regelingvan de rechtspleging voor de afdeling bestuurs-rechtspraak van de Raad van State

B.S.,02.04.2013 - 271545

13.02.2013 Bericht aan de instellingen diegemachtigd zijn kwijtschriften uit te reiken voorgiften die recht geven op een belastings-vermindering voor de schenker

B.S.,13.02.2013 - 189967

Grondwettelijk hof - Arrest nr. 154/2012 van20.12.2012 - De prejudiciële vraag betr. art. 14tervan de wetten op de Raad van State, gecoördineerd

op 12.01.1973 - B.S.,14.02.2013 - 271857[Het Grondwettelijk Hof bevestigt dat de Raad vanState de effecten van geannuleerde reglementairebeschikkingen kan behouden indien nodig]

28.06.2012 BBHR betreffende de personeels-formatie van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeer-agentschap, - B.S., 13.02.2013

06.03.2013 Omz. Ordonnantie van 19.07.2007ertoe strekkende de gemeenten te betrekken bij deeconomische ontwikkeling van het BrusselsHoofdstedelijk Gewest. Oproep tot kandidaturen

B.S.,06.03.2013 - 272311

HANDEL

11.03.2013 KB tot invoering van eenelektronische drager voor de machtigingenambulante activiteiten

B.S.,25.03.2013 - 272809

INTERNATIONALE SAMENWERKING

19.03.2013 Wet betr. de Belgische Ontwikkelings-samenwerking

B.S.,12.04.2013 - 273251

LEEFMILIEU

21.02.2013 BBHR wijz. BBHR 21.12.2007 totvaststelling van de eisen op het vlak van deenergieprestatie en het binnenklimaat van

gebouwen - B.S.,26.03.2013 - 272856

MANDATARISSEN/ORGANEN

MB Burgemeesters - Benoemingen

B.S.,27.02.2013 - 215358

15.03.2013 Ordonnantie wijz. art. 96 NGW24.06.1988B.S.,22.03.2013 - 272767

28.03.2013 Oproep voor burgemeesters met hetoog op de samenstelling van de Adviesraad van

burgemeesters - B.S.,28.03.2013 - 245696

OCMW

Energie

11.03.2013 Bekendmaking van de socialemaximumprijs van toepassing op de periode vanaf01.02.2013 tot en met 31.07.2013 voor de leveringvan aardgas aan de beschermde residentiële klantenmet een laag inkomen of in een kwetsbare situatie -

B.S.,11.03.2013 - 272450

11.03.2013 Bekendmaking van de socialemaximumprijs van toepassing op de periode vanaf01.02.2013 tot en met 31.07.2013 voor de leveringvan elektriciteit aan de beschermde residentiëleklanten met een laag inkomen of in een kwetsbare

situatie - B.S.,11.03.2013 - 272452

28.03.2013 BBHR waarbij de winterperiode2012-2013 wordt verlengd

B.S.,17.04.2013 - 273300

Hulpverlening aan de jeugd

29.11.2012 Dec. tot wijziging van het decreet van04.03.1991 inzake hulpverlening aan de jeugd

B.S.,11.03.2013 - 272465

21.02.2013 Besluit van de Regering van deFranse Gemeenschap betreffende de verwezen-lijking van de algemene preventie door dearrondissementsraden voor hulpverlening aan de

jeugd - B.S.,02.04.2013 - 272999

21.02.2013 Besluit van de Regering van deFranse Gemeenschap betreffende de samenstellingvan de overlegplatformen bedoeld bij de artikelen23 en 23bis van het decreet van 04.03.1991 inzakehulpverlening aan de jeugd, de aanstellingen van deleden van de arrondissementsraden voor hulp-

Page 10: Nieuwsbrief nr 2013/02

10 N i e u w s b r i e f 2 0 1 3 / 0 2

WETGEVING

besturen te promoten van het personeel van degemeenten, de OCMW's, de verenigingengevormd overeenkomstig de bepalingen vanhoofdstuk XII van de organieke wet 08.07.1976 opde OCMW’s waarvan de raad van bestuur uitOCMW's bestaat, de openbare ziekenhuizenwaarvan de gemeenten het tekort ten laste nemenen de Berg van Barmhartigheid

B.S.,12.03.2013 - 272471

15.03.2013 BVCGG wijz. BVCGG 26.10.1995houdende algemeen reglement op de compta-biliteit van de OCMW’s van het BrusselsHoofdstedelijk Gewest

B.S.,26.04.2013 - 273524

Rust- en verzorgingstehuizen

16.04.2013 MB wijz. MB 06.11.2003 totvaststelling van het bedrag en de voorwaarden voorde toekenning van de tegemoetkoming, bedoeldin art. 37, par. 12, van de wet betr. de verplichteverzekering voor geneeskundige verzorging enuitkeringen, gecoördineerd op 14.07.1994, in derust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden

voor bejaarden - B.S.,30.04.2013 - 273571

16.04.2013 MB wijz. MB 22.06.2000 totvaststelling van de tegemoetkoming bedoeld inart. 37, par. 12, van de wet betr. de verplichteverzekering voor geneeskundige verzorging enuitkeringen, gecoördineerd op 14.07.1994, in decentra voor dagverzorging

B.S.,30.04.2013 - 273573

03.04.2013 KB wijz. KB 12.01.2006 tot vast-stelling van de nadere regels om geregistreerd teworden als zorgkundige

B.S.,30.04.2013,V.183 - 273575

Tewerkstelling

15.03.2013 Circ. du SPP IS rel. Contingent 2013- Nouvelle clé de répartition contingent art.60 §7subvention majorée de l’État - www.mi-is.be

19.02.2013 KB tot uitvoering van art. 42/1 van dewet 24.12.1999 ter bevordering van de werk-

gelegenheid - B.S.,11.03.2013 - 272459

OVERHEIDSOPDRACHTEN

14.01.2013 KB tot bepaling van de algemeneuitvoeringsregels van de overheidsopdrachten envan de concessies voor openbare werken

B.S.,14.02.2013 - 260128

14.01.2013 KB tot bepaling van de algemeneuitvoeringsregels van de overheidsopdrachten envan de concessies voor openbare werken

B.S.,14.02.2013 - 260128

03.04.2013 KB betr. de tussenkomst van deMinisterraad, de overdracht van bevoegdheid ende machtigingen inzake de plaatsing en deuitvoering van overheidsopdrachten, ontwerpen-wedstrijden en concessies voor openbare werken op

federaal niveau - B.S.,16.04.2013 - 273254

PERSONEEL

12.03.2013 KB tot vaststelling van de datum vaninwerkingtreding van art. 16 tot 18 van deprogrammawet van 04.07.2011

B.S.,02.04.2013 - 272990[werkhervatting]

19.02.2013 KB tot uitvoering van art. 189, 2e lid,en 194 van de wet 27.12.2006 houdende diverse

bepalingen (I) - B.S.,08.04.2013 - 273192 [betaling van een patronale bijdrage]

19.02.2013 KB tot uitvoering van art. 189, 4e lid,van de wet 27.12.2006 houdende diverse bepa-

lingen (I) - B.S.,08.04.2013 - 273195 [enkel gemeentelijke vzw's vallen hieronder]

14.04.2013 KB wijz. KB betr. de stelsels vanonderbreking van de beroepsloopbaan totverhoging van de leeftijd van het gehandicapte kindinzake ouderschapsverlof

B.S.,25.04.2013 - 273499

POLITIE

11.02.2013 KB wijz. sommige bepalingen van hetKB 30.03.2001 tot regeling van de rechtspositievan het personeel van de politiedienstenbetreffende de loonschalen van de aspirant-inspecteur van politie

B.S.,22.02.2013 - 272085

17.02.2013 KB tot uitvoering van art. XII.VII.18,par. 3, van het KB 30.03.2001 tot regeling van derechtspositie van het personeel van de politie-

diensten - B.S.,25.02.2013 - 272112

08.02.2013 Ministeriële omz. GPI 72 betr. derechtshulp aan personeelsleden van depolitiediensten die slachtoffer zijn van gewelddaden

of valse klachten - B.S.,08.03.2013 - 272428

28.03.2013 KB tot aanpassing van het KB22.12.2003 betr. de inning en de consignatie vaneen som bij de vaststelling van de overtredingen vande wet betr. de politie over het wegverkeer en zijnuitvoeringsbesluiten aan de verhoging van de

opdeciemen - B.S.,02.04.2013 - 272988

03.04.2013 KB wijz. KB 30.03.2001 tot regelingvan de rechtspositie van het personeel van depolitiediensten inzake de verbindingsofficieren -

B.S.,10.04.2013 - 273214

verlening aan de jeugd en de leden van deoverlegplatformen, de vergoedingen toegekend aandeze en de werking van de arrondissementsradenvoor hulpverlening aan de jeugd

B.S.,02.04.2013 - 273000

Sociale hulp

17.04.2013 Omz. [Multifunctioneel attest]A036 - Ref. JVG/PhK/CircA03620130227

273534

RMI

17.02.2013 KB wijz. KB 11.07.2002 houdendehet algemeen reglement betr. het recht opmaatschappelijke integratie

B.S.,06.03.2013 - 272307

Vreemdelingen

11.02.2013 Wet tot vaststelling van sancties enmaatregelen voor werkgevers van illegaalverblijvende onderdanen van derde landen

B.S.,22.02.2013 - 272083

Europees Vluchtelingenfonds - ProjectoproepEVF 2013 - Programma 2008-2013

B.S.,18.04.2013 - 233923

Impulsfonds voor het Migrantenbeleid - Project-

oproep 2013 - B.S.,03.05.2013 - 94000Meer info hieromtrent in onze gegevensbank“subsidies” op www.vsgb.be

Werking

06.12.2012 BBHR tot toekenning van eensubsidie van 4.260.780 EUR aan de gemeenten totfinanciering van een levensduurtepremie van 180EUR voor het jaar 2012 voor het in het BrusselsHoofdstedelijk Gewest wonende personeel van deplaatselijke besturen (gemeenten, OCMW's,verenigingen gevormd overeenkomstig debepalingen van hoofdstuk XII van de organieke wetvan 08.07.1976 op de OCMW’s waarvan de raadvan bestuur uit OCMW's bestaat, de openbareziekenhuizen waarvan de gemeenten het tekort tenlaste nemen en de Berg van Barmhartigheid)

B.S.,19.02.2013 - 271926

24.01.2013 BVCGG wijz. BVCGG 04.12.2008tot vaststelling van de algemene bepalingen inzakehet administratief en geldelijk statuut van desecretarissen en de ontvangers van de OCMW’s

B.S.,27.02.2013 - 272183

06.12.2012 BBHR tot toekenning van eensubsidie van 1.000.000 EUR aan de gemeenten omhet statutariseringsbeleid bij de plaatselijke

Page 11: Nieuwsbrief nr 2013/02

N i e u w s b r i e f 2 0 1 3 / 0 2 1111

REGIE/VZW

17.03.2013 KB wijz. KB 26.06.2003 op deopenbaarmaking van akten en stukken vanverenigingen zonder winstoogmerk, van interna-tionale verenigingen zonder winstoogmerk, vanstichtingen en van organismen voor de financiering

van pensioenen - B.S.,27.03.2013 - 272900

18.03.2013 MB tot uitvoering van de art. 1 en 6van KB 26.06.2003 op de openbaarmaking vanakten en stukken van verenigingen zonderwinstoogmerk, van internationale verenigingenzonder winstoogmerk van stichtingen en vanorganismen voor de financiering van pensioenen

B.S.,27.03.2013 - 272902

STEDENBOUW/LEEFOMGEVING

15.03.2013 Ordonnantie wijz. van het BrusselsWetboek van Ruimtelijke Ordening -

B.S.,22.03.2013 - 272765

VERKEERSVEILIGHEID

18.07.2012 Wet wijz. wet 16.03.1968 betr. depolitie over het wegverkeer betr. de inlevering vanhet rijbewijs bij het verval van het recht op sturen

B.S.,12.02.2013 - 271815

18.07.2012 Wet wijz. wet 16.03.1968 betr. depolitie over het wegverkeer wat betreft het rijdenspijts het verval van het recht tot sturen

B.S.,12.02.2013 - 271817

27.02.2013 KB wijz. KB 02.06.2010 betr. hetwegverkeer van uitzonderlijke voertuigen

B.S.,15.03.2013 - 272576

28.03.2013 Ordonnantie betr. het kader voor hetinvoeren van intelligente vervoerssystemen op hetgebied van wegvervoer en voor interfaces metandere vervoerswijzen

B.S.,15.04.2013 - 273240

03.04.2013 KB wijz. voorlopig rijbewijs

B.S.,19.04.2013 - 273405

15.04.2013 MB wijz. MB 20.07.2005 totbepaling van de betalingswijze van de in het KB23.03.1998 betr. het rijbewijs en in het KB04.05.2007 betr. het rijbewijs, de vakbekwaamheiden de nascholing van bestuurders van voertuigenvan de categorieën C, C+E, D, D+E en desubcategorieën C1, C1+E, D1, D1+E, bepaalde

retributies - B.S.,25.04.2013 - 273493

24.04.2013 MB wijz. bepaalde modellen van dedocumenten bedoeld in het KB 23.03.1998 betr.het rijbewijs en in het KB 11.05.2004 betr. devoorwaarden voor erkenning van scholen voor hetbesturen van motorvoertuigen

B.S.,29.04.2013 - 273539

WEGEN

21.03.2013 BBHR houdende de voorwaardenvoor het gebruik van voorbehouden parkeerplaatsaan operatoren van gedeelde motorvoertuigen -

B.S.,24.04.2013 - 273487

Michel Peffer, directeur-generaal van Bruxelles Formation, leidt de instelling reeds sinds de oprichtingervan in 1996, in het verlengde van de regionalisering van de RVA. In 17 jaar tijd is de organisatie zeer snelgegroeid, aangezien ze momenteel 350 personen te werk stelt en samen met haar partners vorming biedt aan

meer dan 16.000 stagiairs per jaar in Brussel, tegenover iets meer dan 2.000 in 1996.

Michel Peffer gaat met pensioen op 30 juni, na 17 jaar gedreven werk ten dienste van de opleiding van de Brusselse werknemers. Hijgaat volledig op in zijn job en vindt dat Bruxelles Formation nog een aanzienlijke groeimarge heeft als er gestreefd wordt naareen goede verhouding tussen het aanbod aan vorming en de behoeften van de markt. Die ontwikkeling gaat hand in hand met nauwesamenwerking met de 19 Brusselse gemeenten, de lokale opdrachten en gespecialiseerde verenigingen (bv. voor alfabetisering).

Hij verlaat een kerngezonde instelling, die de toekomst sereen tegemoet kan gaan. Deze overheidsorganisatie is belast metberoepsopleiding voor Franstalige volwassenen in het Brussels Gewest. “We richten ons tot werkzoekenden en werknemers, zowellaaggeschoolden als universitairen. We bieden meer dan 200 vormingen aan, met daarbovenop nog een aanbod vanwege onzepartners. Het gaat om bijscholing, taalles, basisvorming, gratis voor werkzoekenden en gericht op het aanleren van een beroep in eensector waarin in Brussel werk te vinden is. Bijna 73 % van de stagiairs vinden nadien een geschikte job.”

Bruxelles Formation wordt gefinancierd door de Franse Gemeenschapscommissie, het Gewest en het Europees sociaal fonds. Debeheerraad bestaat paritair uit vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers. In 2012 bedroeg de begroting zowat 44 miljoeneuro. Hoewel de toegekende bedragen constant toenemen, stijgen ze nog niet zo fel als het aantal mensen dat er een opleiding volgt.Die knalprestatie is te danken aan het nauwgezette beheer. Michel Peffer is een volleerd beleidsvoerder (hij geeft overigens les overdomeinen zoals overheidsfinanciën en financieel beleid). Hij stipt aan dat als hij uitgaven moet doen, hij steeds voor ogen houdt dathet om overheidsgeld gaat, resultaat van door de Brusselaars betaalde belastingen. “Het valt te betwijfelen dat de middelen in dehuidige structurele crisis zullen blijven stijgen, terwijl de vraag naar vorming ontegenzeglijk blijft groeien. We moeten dus meer doenmet minder. Ik heb getoond dat dit mogelijk is. Dat wordt één van de grootste uitdagingen voor mijn opvolgers.”

WETGEVING

17 jaar aan het roer van BRUXELLES FORMATION

Page 12: Nieuwsbrief nr 2013/02

12 N i e u w s b r i e f 2 0 1 3 / 0 2

WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT:INGEWIKKELDER EN STRENGER

De “wet van 4 december 2012 tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit teneinde hetverkrijgen van de Belgische nationaliteit migratieneutraal te maken” hervormt het Wetboek van de Belgischenationaliteit ingrijpend. Wij overlopen hier de belangrijkste wijzigingen naar aanleiding van het nieuwe systeem.

Dit is al de zevende hervorming van het wetboek sinds depublicatie in 1984, wat wel erg veel is voor een wetboek vannog geen dertig jaar oud. Het bevestigt dat nationaliteit eengevoelig politiek thema is, dat aanleiding geeft tot hevige engeanimeerde debatten.

Een heel andere filosofie

De eerste hervormingen van het Wetboek hadden als doelde voorwaarden voor de toekenning van de Belgischenationaliteit te versoepelen.

Door voortaan van kandidaat-Belgen te verlangen dat zevoldoen aan criteria op het gebied van economische, socialeen taalinburgering, herziet de wet van 4 december 2012grondig de filosofie waarop het Wetboek gebaseerd is.

Vroeger nam men aan dat een vreemdeling wilde integrerenwanneer hij een aanvraag tot het verkrijgen van de Belgische

nationaliteit indiende, en dat de integratie hieruit zouvoortvloeien. Het verkrijgen van de nationaliteit werd nietbeschouwd als het resultaat van een integratieproces, maarals een middel om vreemdelingen in te burgeren.

Nu geldt het omgekeerde : het verkrijgen van de Belgischenationaliteit wordt voortaan beschouwd als het resultaat vaneen integratieproces. Een vreemdeling die de Belgischenationaliteit wenst, zal dus moeten bewijzen dat hij aanbepaalde integratiecriteria voldoet.

Dit verklaart ook waarom het niet meer mogelijk is om eennationaliteitsverklaring in te dienen bij een Belgischconsulaat : kandidaat-Belgen moeten hun inburgering in deBelgische samenleving aantonen, maar dat is niet mogelijkals zij in het buitenland verblijven en werken.

De mogelijke situaties

Artikel 12bis voorziet in 5 mogelijke situaties :

1. de “gewone verklaring” na 5 jaar ononderbrokenwettelijk verblijf, voor zover aan de voorwaarden op hetgebied van economische, sociale en taalinburgeringvoldaan werd ;

2. geboren zijn in België en er al sinds de geboorte wonen ;

3. gehuwd zijn met een Belg of ouder zijn van eenminderjarig Belgisch kind : in dat geval moet enkelvoldaan worden aan de criteria op het gebied van socialeen taalinburgering ;

4. de pensioenleeftijd bereikt hebben of erkend zijn alsinvalide of gehandicapte ;

5. al 10 jaar ononderbroken en wettelijk in België ver-blijven.

De integratievoorwaarden waaraan voldaan moet worden,verschillen van geval tot geval. Zo zal iemand die in Belgiëgeboren is of de pensioenleeftijd bereikt heeft, geen bewijsvan integratie moeten aanleveren. De criteria op het gebiedvan sociale inburgering verschillen ook volgens degekozen procedure.

Strengere bewijzen

De wet bepaalt dat iemand die gedurende de vijf jaarvoorafgaand aan zijn nationaliteitsaanvraag ononderbrokengewerkt heeft, geacht wordt sociaal ingeburgerd te zijn enéén van de landstalen voldoende te beheersen. Die persoonzal dan alleen een bewijs moeten leveren dat hij of zij tijdensde vereiste termijn ononderbroken gewerkt heeft.

ONDER DE LOEP

Page 13: Nieuwsbrief nr 2013/02

13N i e u w s b r i e f 2 0 1 3 / 0 2

Maar personen die niet kunnen bewijzen dat ze vijf jaar langgewerkt hebben, zullen andere bewijsmiddelen moetenaanvoeren om aan te tonen dat ze aan de vereisteintegratiecriteria voldoen.

De wetgever laat het aan de Koning over om te bepalenwelke aktes en bewijsstukken aantonen dat aan devoorwaarden werd voldaan, ook die met betrekking tot deintegratiecriteria.

Meer dan de eigenlijke wet zijn het de bewijsmiddelen, zoalsvastgelegd in het koninklijk besluit van 14 januari 2013, diede toekenningsvoorwaarden van de Belgische nationaliteitheel wat strenger maken.

- Zo leveren de bewijsmiddelen met betrekking tot hetbeheersen van een landstaal het bewijs van eentaalniveau dat hoger is dan wat door de wet geëist wordt,namelijk niveau A2 van het “gemeenschappelijkEuropees referentiekader voor talen”.

Dit niveau stemt overeen met een basiskennis. Wie eendiploma van lager secundair onderwijs of zelfs van lageronderwijs behaald heeft, beantwoordt aan dit taalniveau.

Hetzelfde geldt voor personen met certificaten endiploma's van onderwijsinstellingen in Franstaligelanden die niet tot de Europese Unie behoren.

Deze documenten zijn echter niet opgenomen in de lijstvan het koninklijk besluit, die exhaustief is, terwijlbuitenlandse diploma's door een Gemeenschap alsevenwaardig beschouwd worden.

Dergelijke kandidaat-Belgen zullen ze dus niet kunnengebruiken om hun kennis van een landstaal te bewijzen.

- De bewijsmiddelen voor sociale inburgering zijn nogstrenger : wie niet minstens één certificaat van hogersecundair onderwijs behaald heeft of niet geslaagd isvoor een beroepsopleiding in België, zal zijn socialeinburgering enkel kunnen aantonen door een“inburgeringstraject” te volgen. Maar momenteel wordtdit traject uitsluitend in het Vlaams Gewestgeorganiseerd.

Een kandidaat-Belg die een aanvraag indient als echtgenootvan een Belg of als ouder van een Belgisch kind, moet alleenbewijzen dat hij voldoet aan de criteria op het vlak vansociale en taalinburgering. Maar als hij zijn socialeinburgering wil aantonen door middel van zijn diploma vaneen beroepsopleiding, zal hij daarnaast 234 arbeidsdagengewerkt moeten hebben gedurende de vijf jaar vóór zijnaanvraag.

De dubbelzinnigheid van de term “arbeidsdag”

De term “arbeidsdag” wordt gedefinieerd in artikel 1 van hetWetboek van de Belgische nationaliteit. Het gaat namelijkom de arbeidsdag in de zin van artikel 37 en 38 van het KB van 25 november 1991 houdende de werkloosheids-reglementering.

Artikel 37 van dit besluit bepaalt dat de arbeidsprestatie aanverschillende criteria dient te voldoen om in aanmerkinggenomen te worden :

- de prestatie moet verricht zijn in een onder de socialezekerheid, sector werkloosheid, vallend beroep ofonderneming ;

- het loon dat betaald werd, moest minstens gelijk zijn aanhet minimumloon vastgesteld door een wets- ofreglementsbepaling of een collectieve arbeidsovereen-komst die de onderneming bindt;

- de voorgeschreven inhoudingen voor de socialezekerheid, met inbegrip van de sector werkloosheid,moeten verricht zijn.

Hieruit vloeit voort dat arbeid die in het buitenland verrichtwerd, en de hiermee gelijkgestelde dagen niet in aanmerkinggenomen worden. Hetzelfde geldt voor arbeid die in Belgiëverricht is maar die niet onderworpen werd aan devoorgeschreven inhoudingen voor de sociale zekerheid. Dit laatste punt lijkt bijgevolg de Europese en internationaleambtenaren uit te sluiten die geen belastingen betalen in België.

De voorwaarde van een loon dat minstens gelijk is aan hetminimumloon, doet tevens de vraag rijzen naar de eventueleimpact van loopbaanonderbreking en ouderschapsverlof inde vijf jaar die onmiddellijk voorafgaan aan de nationa-liteitsaanvraag.

Verbondenheid met het land

Het hoofddoel van deze hervorming is het verkrijgen van deBelgische nationaliteit “migratieneutraal” te maken.

Voortaan moeten kandidaat-Belgen in alle gevallen over eenrecht van verblijf van onbeperkte of lange duur beschikkenwanneer zij hun aanvraag indienen. Het verkrijgen van deBelgische nationaliteit zal vanaf nu dus geen recht vanverblijf in België meer bestendigen of geen recht vantoegang tot het grondgebied meer toekennen.

Vroeger vereisten alleen aanvragen die ingediend werden opbasis van een 7-jarig verblijf in België (art. 12bis, § 1.3) datde aanvrager houder was van een onbeperkt recht vanverblijf wanneer hij zijn aanvraag indiende.

Andere bepalingen in het Wetboek stonden de toekenningvan de Belgische nationaliteit toe aan houders van eenbeperkt recht van verblijf, en zelfs aan personen die niet inBelgië verbleven.

Zo was het mogelijk dat een meerderjarige vreemdeling meteen beperkt recht van verblijf de Belgische nationaliteitkreeg op basis van artikel 12bis, §1.2 (een Belgische ouderhebben) en artikel 16 (met een Belg gehuwd zijn) of doornaturalisatie.

De aanvrager was ook niet verplicht om in België te wonen.Zo kon een meerderjarige vreemdeling met een Belgischeouder zijn nationaliteitsverklaring indienen bij het Belgische

ONDER DE LOEP

Page 14: Nieuwsbrief nr 2013/02

14 N i e u w s b r i e f 2 0 1 3 / 0 2

ONDER DE LOEP

consulaat van het land waar hij zijn woonplaats had, als hij“effectieve banden” met zijn Belgische ouder kon behouden.

Ook konden naturalisatieaanvragen ingediend wordenvanuit het buitenland, als de aanvrager kon bewijzen dat hij“werkelijke banden” met België onderhouden had.

Verblijven in het buitenland konden eveneens inaanmerking genomen worden in het kader van artikel 16(met een Belg gehuwd zijn) als de aanvrager kon bewijzendat hij “werkelijke banden” met België had tijdens devereiste wettelijke periode.

Allemaal wazige of moeilijk toepasbare begrippen waarvoorhet Wetboek van de Belgische nationaliteit geen preciezedefinitie geeft.

Behoud van het verschil tussen “toekennen” en“verkrijgen”

De artikelen 8 tot 11 over de toekenning van denationaliteit werden qua inhoud niet grondig gewijzigd.Artikel 11 en 11bis werden formeel herzien : artikel 11bis(dat voorziet in de toekenning aan kinderen van de tweedegeneratie immigranten) werd opgeheven en werdinhoudelijk opgenomen in artikel 11.

Wijzen van verkrijging en verblijfsduur

Artikel 12 werd daarentegen grondig herzien : op grond vande bepalingen van dit artikel kon de Belgische nationaliteittoegekend worden aan minderjarigen die in het buitenlandverbleven, als de ouder het gezag over het kind uitoefendeop de datum waarop het Belg werd.

Bepalen of een persoon het ouderlijke gezag uitoefende overeen kind dat in het buitenland verbleef op de datum dat hetde Belgische nationaliteit kreeg, was vaak niet evident voorde ambtenaar van de burgerlijke stand, vooral wanneer hetbestaan van het kind in kwestie pas jaren later gemeld werd.

Voortaan schrijft artikel 12 voor dat het betrokken kind zijnhoofdverblijfplaats in België moet hebben wanneer zijnouder de Belgische nationaliteit vrijwillig verkrijgt ofherkrijgt.

Deze hervorming moet benadrukt worden, want ze maaktde toekenning van de Belgische nationaliteit aan minder-jarigen op collectieve wijze heel wat eenvoudiger.

De bepalingen met betrekking tot de wijzen van verkrijgingvan de Belgische nationaliteit werden zowel qua vorm alsqua inhoud gewijzigd.

Qua vorm werden al deze wijzen van verkrijging samen-gevoegd in één artikel, nl. artikel 12bis.

Enkele weinig gebruikte wijzen voor verkrijging van denationaliteit werden opgeheven, bv. de nationaliteitskeuze(art. 13 en 14) en het bezit van de staat van Belg (art. 17).

Artikel 16 (verklaring van verkrijging door huwelijk) werdeveneens opgeheven. Maar het is nog altijd mogelijk deBelgische nationaliteit te verkrijgen door te huwen.

Qua inhoud zijn de voorwaarden om de Belgischenationaliteit te verkrijgen, strenger geworden : naast deintegratiecriteria moet de betrokkene gedurende bepaaldetijd (vijf of tien jaar, afhankelijk van de procedure) in Belgiëgewoond hebben. De wet voert trouwens de voorwaarde indat de persoon gedurende de hele vereiste tijd ononder-broken ingeschreven moet zijn in het bevolkingsregister, hetvreemdelingenregister of het wachtregister.

Dit verblijf moet ook gedekt zijn door een recht van verblijfzoals vermeld in de exhaustieve lijst in het KB van 14 januari 2013. We wijzen erop dat de attesten vanimmatriculatie en de speciale kaarten voor internationaleambtenaren niet in deze lijst opgenomen zijn. Europeseambtenaren stoten ook hier dus op een uitsluitingscriteriumals ze de Belgische nationaliteit willen verkrijgen.

Ten slotte moet iedere kandidaat-Belg op het ogenblik vanzijn aanvraag in het bezit zijn van een recht van verblijf vanlange duur, wat eveneens vermeld staat in de exhaustievelijst van het bovengenoemde KB.

Taxatie van de aanvraag ... alleen ten voordelevan de federale Staat

Het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechtenwerd gewijzigd om een recht te kunnen heffen op deprocedures tot verkrijging van de Belgische nationaliteit.Dit recht, goed voor een bedrag van 150 euro, moetgekweten worden vóór de aflegging van de verklaring enheeft enkel betrekking op de procedures tot verkrijging vande Belgische nationaliteit, zoals bedoeld in artikel 12bis, enop de naturalisatieaanvragen. Deze bepaling heeft dus geenbetrekking op de procedures tot toekenning en herkrijgingvan de Belgische nationaliteit.

Het gaat om het enige element van het dossier dat niet hetvoorwerp mag uitmaken van een eventuele regularisering.Met andere woorden, als het bewijs van deze betaling nietgeleverd wordt bij de indiening van het dossier, beschouwtde ambtenaar van de burgerlijke stand de aanvraagambtshalve als niet-ontvankelijk.

Ongeacht of het dossier leidt tot niet-ontvankelijkheid ofweigering door de Procureur des Konings, het recht van 150 euro wordt niet terugbetaald.

Het bedrag gaat geheel naar de federale Staat. Er wordt nietvoorzien in een herverdeling onder de gemeenten, ondanksde aanzienlijke toename van de werklast en vooral van hetrisico op geschillen (en de daarmee gepaard gaande kosten)die deze hervorming voor hen meebrengt.

Controle door de ambtenaar van de burgerlijkestand

De rol van de ambtenaar van de burgerlijke stand werdherzien : hij heeft als taak een eerstelijnscontrole uit tevoeren. Deze controle is weliswaar formeel : het is niet aanhem om een beslissing te nemen over de inhoud van hetdossier.

Page 15: Nieuwsbrief nr 2013/02

15N i e u w s b r i e f 2 0 1 3 / 0 2

Toch is zijn taak niet duidelijk afgebakend. Enerzijds is hijer wettelijk toe verplicht om de volledigheid van het dossierte verifiëren, maar anderzijds schreef de wetgever in devoorbereidende werkzaamheden dat het niet de taak van deambtenaar van de burgerlijke stand is om de geldigheid vande documenten na te gaan.

Hij kan evenwel onmogelijk de volledigheid van een dossiercontroleren zonder de inhoud van bepaalde documentenminimaal te controleren.

Verklaring van verkrijging

De procedure tot verklaring van verkrijging van deBelgische nationaliteit werd ook enigszins aangepast.

De ambtenaar van de burgerlijke stand staat voortaan invoor de volledigheid van het dossier voordat het over-gedragen wordt aan de Procureur des Konings. Hij beschikthiervoor over een wettelijke controletermijn van dertigwerkdagen.

In dat geval bezorgt de ambtenaar de aanvrager eenontvangstbewijs en stuurt hij het dossier naar de Procureurdes Konings. Deze laatste beschikt altijd over een termijnvan vier maanden om zijn advies over de aanvraag te geven.Deze termijn gaat in vanaf de afgiftedatum van hetontvangstbewijs.

Men mag dus niet het ontvangstbewijs dat de volledigheidvan een dossier bewijst, verwarren met het document dat deindiening van een aanvraag bewijst en dat mogelijk voorafbezorgd werd aan de aanvrager.

Indien blijkt dat het dossier onvolledig is, moet deambtenaar van de burgerlijke stand de aanvrager hiervan peraangetekend schrijven op de hoogte stellen via het“formulier van kennisgeving van de ontbrekende stukken”uiterlijk binnen vijfendertig werkdagen volgend op deindiening van het dossier. De aanvrager beschikt dan overeen termijn van twee maanden om zijn aanvraag tevervolledigen.

Als op het einde van deze termijn het dossier nietvervolledigd werd, brengt de ambtenaar van de burgerlijkestand de betrokkene op de hoogte van de niet-ontvankelijkheid van zijn aanvraag.

Het logische gevolg van deze nieuwe bevoegdheid is dat deaanvrager in beroep kan gaan tegen deze beslissing bij deafdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Dit zouheel wat geschillen en dus ook aanzienlijke verdedigings-kosten voor de gemeenten kunnen teweegbrengen.

Opschorting van het dossierEen andere nieuwigheid is dat het dossier opgeschort kanworden tussen het ogenblik dat het ingediend wordt bij deburgerlijke stand en het moment dat het als volledigbeschouwd wordt, en dat in de volgende gevallen :

- als er verschillen zijn in de voornamen of namen van deaanvrager

- als de aanvrager geen voornaam of familienaam heeft

Deze nieuwigheid is in de praktijk vrij ingewikkeld om uitte voeren.

Hoewel niet ontkend kan worden dat het interessant is omde voornamen en namen van de aanvrager in alledocumenten eenvormig te maken voordat hij Belg wordt,ligt dat anders als we het hebben over de toekenning van eennaam of voornaam vóór het verkrijgen van de Belgischenationaliteit.

Vroeger konden “nieuwe” Belgen een verzoekschriftindienen bij de FOD Justitie om een voornaam offamilienaam toegekend te krijgen.

Voortaan bepaalt de wet dat kandidaat-Belgen dezeprocedure gratis kunnen opstarten in het kader van eennationaliteitsaanvraag. Het Wetboek van internationaalprivaatrecht werd in dat opzicht trouwens aangepast.

Deze bepaling zou echter problemen kunnen meebrengen,vooral indien de nationaliteitsaanvraag geweigerd wordt.Dit zou als gevolg kunnen hebben dat de betrokkene inBelgië een andere identiteit heeft dan die waaronder hijbekend staat bij zijn nationale autoriteiten en die op zijngeboorteakte.

Als de namen en voornamen niet overeenkomen, moet hetdossier opgeschort worden totdat de betrokkene bewijst dathij zijn gegevens eenvormig gemaakt heeft.

Maar als de kandidaat-Belg geen voornaam of familienaamheeft, heeft hij de keuze om al dan niet stappen teondernemen bij de FOD Justitie. Het dossier zal enkelopgeschort worden als er een verzoekschrift tot toekenningvan een naam of voornaam ingediend werd.

Dit verzoekschrift moet onmiddellijk ingediend worden,voordat de ambtenaar van de burgerlijke stand hetontvangstbewijs aflevert dat de volledigheid van het dossierbewijst. Anders kan de verklaring niet meer opgeschortworden.

Enkele andere wijzigingen

De verschillende verwerkingstermijnen worden nu eens inwerkdagen (controle van de volledigheid), dan weer inkalenderdagen (termijn om een dossier te vervolledigen, ...)uitgedrukt, wat de procedure ingewikkelder maakt. Degemeentediensten zullen verschillende tijdschema's moetenbijhouden om een efficiënte follow-up van de dossiers in deverschillende stadia van de procedure te kunnen garanderen.

De principes inzake administratieve vereenvoudiging, dieop het gebied van het huwelijk al van kracht waren, wordenvoortaan ook toegepast op het gebied van nationaliteit. Deaanvrager moet dus geen documenten meer bezorgen diebepaalde gegevens bewijzen, wanneer de ambtenaar van deburgerlijke stand over deze gegevens beschikt in hetrijksregister van natuurlijke personen of in zijn eigenregisters van de burgerlijke stand. Dat is het geval voor debewijzen met betrekking tot de verblijfplaats en de historiek

ONDER DE LOEP

Page 16: Nieuwsbrief nr 2013/02

16 N i e u w s b r i e f 2 0 1 3 / 0 2

van de verblijfstitels en adressen, maar ook voor degeboorte- of trouwakte als deze aktes in een van zijnregisters van de burgerlijke stand terug te vinden zijn.

De verklaring tot herkrijgen van de Belgischenationaliteit (art. 24) is ook een procedure tot deverkrijging van de Belgische nationaliteit, maar isopgenomen in een ander hoofdstuk van het Wetboek. Dezeprocedure is dus niet onderworpen aan de betaling van hetrecht van 150 euro en gebeurt ook door een verklaring in tedienen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Dezeaanvraag (en elke andere aanvraag trouwens) kan voortaanniet meer ingediend worden bij de Belgische consulaten inhet buitenland.

De naturalisatie werd grondig herzien en wordt weer eenuitzonderingsprocedure, voornamelijk een gunst dieverleend wordt aan personen die getuigd hebben of kunnengetuigen van uitzonderlijke verdiensten op weten-schappelijk, sportief of sociocultureel gebied en diebijgevolg een bijzondere bijdrage kunnen leveren tot deinternationale uitstraling van België. Daartoe heeft de weteen lijst met criteria opgesteld, respectievelijk opwetenschappelijk, sportief en cultureel vlak.

Maar die criteria zijn niet allemaal even duidelijk. Zodefinieert de wet niet wat we moeten verstaan onder“internationale cultuurwedstrijd” of “internationaalgeprezen worden” met betrekking tot “culturele verdiensten”of “sociale en maatschappelijke inzet”.

Het is dus aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers omzich uit te spreken over het buitengewone karakter van dedoor de aanvrager aangehaalde verdiensten en om tebeslissen of de betrokkene genaturaliseerd wordt.

Personen die door de Belgische gerechtelijke autoriteiten alsstaatloze erkend zijn, na twee jaar lang hun hoofd-verblijfplaats in België gehad te hebben, kunnen nog steedseen naturalisatieprocedure opstarten. Personen die alsvluchteling erkend zijn, komen daarentegen niet meer inaanmerking voor deze procedure en zullen gebruik moetenmaken van de wijzen van verkrijging uit artikel 12bis.

In tegenstelling tot de aanvragen tot verkrijging van deBelgische nationaliteit moet ten slotte geen bewijs vaneconomische, sociale en taalinburgering gevoegd worden bijde naturalisatieaanvraag.

De Kamer van Volksvertegenwoordigers beslist over detoekenning van de naturalisatie volgens de modaliteiten dievastgelegd zijn in haar eigen reglement. Het is dus de taakvan de commissie voor de Naturalisaties om die regels vastte leggen.

Besluit

De nieuwe bepalingen van het Wetboek van de Belgischenationaliteit hebben de materie ingewikkelder gemaakt. De grote waaier aan bewijzen met betrekking tot deintegratiecriteria en de verschillende manieren waarop eenkandidaat-Belg gebruik kan maken van sommige bewijzen,maken de toepassing van dit wetboek bijzonder moeilijk.

In de praktijk moeten het gemeentepersoneel een minimaledialoog met de aanvrager aangaan om te bepalen welkebewijzen hij kan aanvoeren op basis van zijn eigen situatie.

Ieder geval is anders en de tijd dat het volstond om eenstandaard inlichtingenfiche in te dienen, is voorbij !

Wij vinden het ook jammer dat er geen maatregel voorzienis om de gemeenten te steunen, gezien de verhoogdewerklast die de toepassing van het Wetboek van de Belgischenationaliteit met zich meebrengt en vooral de kosten diegepaard gaan met eventuele beroepen bij niet-ontvankelijkheid.

Het nieuwe Wetboek van de Belgische nationaliteit staatnog maar in zijn kinderschoenen. Er bestaat nog geenrechtspraak, maar dat zal ongetwijfeld gauw veranderen ...

ONDER DE LOEP

Wettelijke basisWet van 4 december 2012 tot wijziging van het Wetboek van deBelgische nationaliteit teneinde het verkrijgen van de Belgischenationaliteit migratieneutraal te maken (B.S. 14 december 2012,Inforum 270083)

Deze wet wijzigt ook artikel 237, 238 en 249 van het Wetboek vanregistratie-, hypotheek- en griffierechten, art. 569, 22°, 604 en 628,9° van het Gerechtelijk Wetboek en art. 36, 2

E

lid en 38 van hetWetboek van internationaal privaatrecht.

Er werden 2 uitvoeringsbesluiten goedgekeurd :

- KB van 14 januari 2013 tot uitvoering van de wet van 4 december 2012 tot wijziging van het Wetboek van deBelgische nationaliteit teneinde het verkrijgen van deBelgische nationaliteit migratieneutraal te maken (B.S. 21januari 2013, 2e ed.)

- KB van 17 januari 2013 tot vaststelling van de lijst van delanden waar het verkrijgen van akten van geboorte onmo-gelijk is of op zware moeilijkheden botst (B.S. 30 januari 2013)

Doltza Sanchez PardoAdjunct-adviseur bij de dienst Burgerlijke Stand van

de gemeente Sint-Gillis

Page 17: Nieuwsbrief nr 2013/02

17N i e u w s b r i e f 2 0 1 3 / 0 2

FINANCIËLE UITDAGINGEN VOOR DEGEMEENTEN : EEN BESTUURSPERIODE VAN

GROTE VERANDERINGEN ?

ONDER DE LOEP

Nu het startschot voor de nieuwe gemeentelijke bestuursperiode gegeven is, publiceert Belfius Bank een studie 1

over de financiële uitdagingen waarmee de gemeenten de komende zes jaar te maken zullen krijgen.

Belfius Bank bestudeerde vijftien thema's met een financiële impact voor de gemeenten, die ondergebrachtwerden in drie categorieën : omgevingsfactoren, factoren die een invloed hebben op de ontvangsten enfactoren die een invloed hebben op de uitgaven. Elke uitdaging wordt besproken in een fiche met telkensdezelfde structuur : beschrijving van de uitdaging, regelgevend kader, tijdschema, financiële en andereeffecten, verwante dossiers en aanvullende informatiebronnen.

Het leek ons interessant om deze vijftien hoofdthema's te overlopen en vooral dieper in te gaan op de thema'sdie de komende jaren financieel de grootste impact zullen hebben op de Brusselse gemeenten.

De studie werd op 26 maart 2013 aan de Raad van Bestuur van de Vereniging voorgesteld door ArnaudDessoy, hoofd van de studiedienst Public Finance.

Bijzonder moeilijke economische context

We zullen hier niet verder uitweiden over de financiële enbankcrisis van 2008 en de oorzaken ervan. Dat neemt nietweg dat de gemeenten, net als alle andere openbarebesturen, de komende jaren deels zullen boeten voor degevolgen, namelijk een beperkte groei (impact op deontvangsten) en verhoogde inspanningen op sociaal gebied(toenemende uitgaven) in combinatie met licht stijgenderentevoeten en energiekosten die hoog blijven.

Daarbij komen wellicht nog de groeiende vraag van defederale staat en de deelstaten dat de lokale besturen enoverheden meer zouden deelnemen in de budgettaireinspanningen in het kader van de saneringsinspanningentegen 2015.

Het lange rijtje met onzekerheden voor de lokale besturenwordt afgesloten met de toepassing van de boekhoud-kundige normen ESR95, die nog altijd vastgelegd enverduidelijkt moeten worden voor de lokale overheden, deimplementatie van de laatste institutionele hervorming ende herziening van de bijzondere financieringswet (wat metde personenbelasting ?).

De Economische Vooruitzichten 2012-2017, die opgesteldwerden door het Federaal Planbureau, geven ook enkelenuttige aanwijzingen over de sociaal-economische contextwaarin de gemeenten zullen moeten werken :

BBP +1,3 +1,3

Privéconsumptie +1,6 +0,9

Overheidsconsumptie +1,1 +1,4

Investeringen +1,2 +1,2

Inflatie +2,2 +1,8

Gezondheidsindex +2,2 +1,8

Werkgelegenheid +1,1 +0,8

Reëel beschikbaar inkomen van de gezinnen +1,8 +1,2

Lopende rekening van debetalingsbalans (in % van het BBP)

+2,4 +1,4

2006-2011 2012-2017Jaargemiddelde over de periode in %

Bron : Federaal Planbureau, Economische Vooruitzichten 2012-2017, mei 2012,bijgewerkt met de nieuwe verwachtingen voor 2012 en 2013.

1 Financiële uitdagingen voor de gemeentelijke bestuursperiode 2013-2018, Belfius Bank, beschikbaar op www.belfius.be > Onze expertise > Onze studies.

Page 18: Nieuwsbrief nr 2013/02

1818 N i e u w s b r i e f 2 0 1 3 / 0 2

ONDER DE LOEP

Nóg zorgwekkender zijn de vooruitzichten als we kijken naar de leeftijdspiramide van de statutaire ambtenaren in actieve dienst.

Basisbijdragepercentage (%) *

Pool1

Pool 2

Pool 3 en 4

Pool 5

34

41

34 of 41

31

36

41

36 of 41

34

38

41

38 of 41

37

40

41

40 of 41

40

41,5

41,5

41,5

41,5

2012 20142013 2015 2016

Bron : Belfius Bank

Leeftijdspiramide van het personeel van de lokale besturen in functie van het statuut

* Vóór aanwending van de reserves van de RSZPPO

> 65

61-65

56-60

51-55

46-50

41-45

36-40

31-35

26-30

18-25

<18

- 15% - 10% - 5% 0% 5% 10%

Bron : RSZPPO (Statistieken 2010)Statutairen Contractanten

We zien in de eerste plaats een stagnatie van deprivéconsumptie, die samengaat met een verminderde groeivan het reële beschikbare inkomen van de gezinnen en vande werkgelegenheid. Deze evoluties werken niet echt eenstijging van de gemeentelijke ontvangsten en een daling vande uitgaven in de hand. Ten slotte lijken de vooruitzichtenop het gebied van inflatie optimistisch, voor zover de inflatiebeïnvloed kan worden door onder meer de plotselinge ensterk onregelmatige evolutie van de energieprijzen bij-voorbeeld.

Bijna onhoudbare uitgaven

Wat de uitgaven betreft, maakt Belfius Bank een onder-scheid tussen zeven verschillende thema's, waarvan er vierspecifiek betrekking hebben op de Brusselse gemeenten :pensioenen van de lokale ambtenaren, maatschappelijkedienstverlening en dienstverlening voor ouderen (incl.rusthuizen), investeringen en schuldenlast.

1. Pensioenen van de lokale ambtenaren

Op 1 januari 2012 trad de wet tot vrijwaring van eenduurzame financiering van de pensioenen van devastbenoemde personeelsleden van de provinciale enplaatselijke overheidsdiensten in werking.

Deze hervorming betekent voor de lokale besturen eenaanzienlijke stijging van de basisbijdragepercentages envan de zogenaamde aanvullende responsabiliserings-percentages die niet min zijn voor entiteiten met eengroot verschil tussen hun werkelijke pensioenlasten-percentage en hun basisbijdragepercentage.

In de eerste vier jaar van de gemeentelijke bestuurs-periode zullen de basisbijdragepercentages voortdurendstijgen, tot ze in 2016 eenzelfde percentage van 41,5 %van de loonsom van het statutaire personeel bereiken.

Deze stijging verloopt als volgt :

Page 19: Nieuwsbrief nr 2013/02

19N i e u w s b r i e f 2 0 1 3 / 0 2

ONDER DE LOEP

Bron : VSGB - Afdeling OCMW

De drie leeftijdscategorieën van 46 tot 60 jaar zullen flinkdoorwegen op de volgende bestuursperiodes. Bovendienmoet de huidige bestuursperiode, die al gekenmerkt wordtdoor een sterke stijging van de pensioenkosten, de “futureshock” voorbereiden op het gebied van uitgaven voor depensioenen van de statutairen.

De stijging van de uitgaven van de politiezones op hetgebied van pensioenen is, bij afwezigheid van een specifieketegemoetkoming van de federale staat, trouwens volledigvoor rekening van de gemeenten. De gemeenten moetendus zelf de eventuele tekorten van de politiezonescompenseren. De financiering van het tekort van depolitiezones door de gemeenten gebeurt volgens het type“gap filling”, d.w.z. dat een bestuursniveau (in dit geval degemeenten) systematisch het tekort van een anderbestuursniveau (de federale staat) compenseert, zonderenige controle te hebben over de uitgaven van ditbestuursniveau.

Deze redenering geldt ook voor de pensioenen van hetstatutaire OCMW-personeel.

Ten slotte moeten we er ook op wijzen dat de gemeentenvoor 2012 nog geen responsabiliseringsbijdragen hebbenmoeten betalen. Deze bijdragen zullen dus ten laste van dehuidige bestuursperiode vallen.

Kortom, de pensioenlasten van het personeel en de evolutieervan zullen de komende jaren nauwlettend in het ooggehouden moeten worden. En gezien het toenemendeaandeel van de toekomstige gepensioneerden, zoalsaangetoond in de bovenstaande leeftijdspiramide, zal delaatste wet betreffende de pensioenen van de ambtenaren

van de lokale besturen op middellange termijn wellichtherzien moeten worden.

2. OCMW's : maatschappelijke dienstverlening endienstverlening aan ouderen en rusthuizen

Hoewel de Brusselse gemeenten, net zoals de Vlaamseen Waalse, te maken hebben met de vergrijzing van debevolking, worden de Brusselse gemeenten daarnaastook geconfronteerd met een sterke stijging van de jongebevolking, wat aanzienlijke kosten meebrengt voor deOCMW’s via het leefloon, evenals een groeiende vraagnaar maatschappelijke hulp wegens de beperkingen ophet gebied van werkloosheidsuitkeringen.

Nu al vormen de overdrachten naar de OCMW's deuitgavenpost die de laatste jaren het sterkst toegenomenis voor de Brusselse gemeenten. Deze transfers zijnnamelijk dubbel zoveel gestegen dan de totale uitgavenen waren in 2012 goed voor iets meer dan 14 % van hetgewone totale budget van de gemeenten.

Ander opvallend cijfer : de Brusselse gemeenten tellensamen meer begunstigden van het recht op maatschap-pelijke integratie dan Vlaanderen en meer dan de helftvan het aantal begunstigden in Wallonië. Brussel kenttrouwens ook een sterkere groei.

Bovendien heeft de grotere relatieve verarming in hetBrussels Gewest een stijging van de vraag naarmaatschappelijke hulp en van de daarmee gepaardgaande kosten tot gevolg.

Ook de vergrijzing van de bevolking brengt meeruitgaven mee voor investeringen in nieuwe rust- en

Evolutie van de financiële hulp tussen 1999 en 8-2012.Jaarlijks maandgemiddelde LL+ELL+Werk

BrusselsGewest

1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Vlaanderen Wallonië Grootsteden

60.000

50.000

40.000

30.000

20.000

10.000

0

Page 20: Nieuwsbrief nr 2013/02

20 N i e u w s b r i e f 2 0 1 3 / 0 2

BELASTINGONTVANGSTEN (€/inwoner)

Aanvullende belasting op de onroerende voorheffing

Aanvullende belasting op de personenbelasting

Andere aanvullende belastingen

Lokale belastingen

Totaal

290

271

15

87

664

242

238

12

130

622

509

189

10

209

917

Vlaanderen Wallonië Brussel

2 Verslag over de toestand van de Brusselse gemeentefinanciën 2006-2012 - Kabinet van de Minister-President, 6/2013, beschikbaar op ttp://charlespicque.info.3 Robert Petit, “De financiën van de Brusselse gemeenten: stabiel, maar sombere vooruitzichten” in Nieuwsbrief 2012/4, beschikbaar op www.vsgb.be.4 Ibidem5 Ibidem

Source : Belfius Banque

verzorgingsinstellingen enerzijds en in diverse voor-zieningen en personeel, zodat ouderen langer in huneigen woning kunnen blijven, anderzijds.

3. Lokale investeringen en schuldenlast

Gemiddeld investeren de Brusselse gemeenten 250 miljoen euro per jaar, waarvan een derde alleen al inhet openbare wegennet. Traditiegetrouw werd er in detwee jaar voorafgaand aan de gemeenteverkiezingenmeer geïnvesteerd. Deze traditie lijkt in 2010 en 2011ietwat verloren gegaan te zijn, gezien de economischeconjunctuur en de onzekerheden waarmee de gemeen-ten geconfronteerd werden.

We wijzen erop dat de Brusselse gemeenten verhou-dingsgewijs een kleinere schuldenlast hebben invergelijking met de vier andere grote steden van hetland, wat gepaard gaat met lagere schulduitgaven perinwoner in Brussel (179 euro) dan in de vier grotesteden (267 euro) zoals blijkt uit de rekeningen van 2010.

De verdeling van de schuld van de Brusselse gemeenten 2

per inwoner (gemiddeld 1.090 euro per inwoner vooralle gemeenten) vertoont echter sterke verschillen tussende gemeenten onderling, met cijfers die soms vijfmaalhoger liggen, nl. 482 euro per inwoner voor degemeente met de laagste schuldenlast tot 2.234 euro perinwoner voor de gemeente met de hoogste schuldenlast.

Alsmaar onzekerdere ontvangsten

Wat de ontvangsten betreft, houdt Belfius Bank rekeningmet drie grote thema's : de fiscale bevoegdheid van degemeenten, het Gemeentefonds en toelagen, en tot slot deeigen ontvangsten van de gemeenten.

Belfius Bank heeft ook een tabel opgemaakt met debelastingontvangsten van de gemeenten.

Deze tabel geeft aan dat de belastingontvangsten van degemeenten per inwoner 50 % hoger liggen in het BrusselsGewest dan in de andere twee Gewesten, voornamelijk doorde onroerende voorheffing en de lokale belastingen.

We stippen aan dat de belastingontvangsten in 2011 52,37 % vertegenwoordigden van de totale ontvangsten vanhet eigen boekjaar van de Brusselse gemeenten tegenover31,64 % voor de vier andere grote steden van het land. 3

1. De fiscale bevoegdheid van de gemeenten

In dit eerste hoofdthema vestigt Belfius Bank deaandacht op de manier waarop de fiscale bevoegdheidvan de gemeenten gecontroleerd en beperkt wordt. De fiscale autonomie is niet onbeperkt : de federale staatmag volgens artikel 170 van de Grondwet de fiscalebevoegdheid van de gemeenten beperken.

De gewestelijke toezichthoudende overhedenbeschikken maar over een beperkte speelruimte omrechtstreeks in te grijpen op het vlak van de fiscalemogelijkheden van de gemeenten, tenzij ze onrecht-streeks optreden op basis van onderhandelingen om degroei van de gemeentelijke fiscaliteit te beperken : pactenvoor “fiscale vrede” in Wallonië, subsidies om bepaaldegemeentebelastingen te vervangen zoals de belasting opde motorkracht en computers in Brussel, ...

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest lijkt de fiscalebevoegdheid van de gemeenten echter nog meer beperktte worden door het reeds bereikte belastingniveau, hetsteeds opvallender lage belastingaandeel van deBrusselaars 4 en eventuele stimulerende of dwangmaat-regelen.

Tot nu toe hebben de Brusselse gemeenten de chro-nische laagte van hun ontvangsten van fondsen entoelagen (36,41 % van de totale ontvangsten in heteigen boekjaar tegenover 55,14 % voor de vier anderegrote steden van het land 5) immers geleidelijk aanmoeten compenseren met alsmaar hogere belastingen.

De Brusselse gemeentebelastingen lijken echter eenhoogtepunt bereikt te hebben, zoals blijkt uit debovenstaande tabel van Belfius Bank, vooral als werekening houden met de draagkracht van de Brusselaars.

ONDER DE LOEP

Page 21: Nieuwsbrief nr 2013/02

21N i e u w s b r i e f 2 0 1 3 / 0 2

2. Gemeentefonds en toelagen

Enerzijds ligt het aandeel van de ontvangsten vanfondsen en toelagen in de totale gewone ontvangstenvan de Brusselse gemeenten, zoals hoger aangegeven,heel wat lager dan in de vier andere grote steden van hetland.

Anderzijds levert het Gewest noemenswaardigefinanciële inspanningen voor zijn stad en gemeenten,want de gewestelijke tegemoetkomingen (algemenedotatie, plus 15 miljoen voor economische ontwik-keling, plus 30 miljoen voor de sanering van degemeentefinanciën, plus specifieke tegemoetkomingen)gingen van 320 miljoen euro in 2006 naar 426 miljoeneuro in 2012, oftewel een stijging met 33 %.

Toch vrezen we dat het Gewest deze inspanningen nietzal kunnen aanhouden tijdens de nieuwe bestuurs-periode, zelfs als de beloofde 461 miljoen euro per jaar

door de laatste institutionele hervorming wat middelenzou overlaten, nadat het Gewest eerst zijn eigenfinanciële problemen verlicht heeft.

3. Eigen ontvangsten van de gemeenten

De eigen ontvangsten van de gemeenten, die in 2000gemiddeld goed waren voor zo'n 15% van de gewonetotale ontvangsten, werden de laatste jaren flink doorelkaar geschud door de ingrijpende hervormingen vande aardgas- en elektriciteitsmarkt, het faillissement vande Gemeentelijke Holding en de sterke daling van decreditrentevoeten die aan de gemeenten toegekendworden.

Deze negatieve gevolgen werden enigszins gecom-penseerd door een constante stijging, die groter was inhet Brussels Gewest, van de ontvangsten voor prestaties,waarvan het aandeel voortaan overheersend is in alleeigen ontvangsten.

Besluit

Bij de aanvang van deze nieuwe gemeentelijke bestuurs-periode schetst een grondige studie van Belfius Bank dealgemene context waarin de Brusselse gemeenten dekomende zes jaar moeten functioneren.

Op basis van deze opmerkelijke studie en onze vroegerebevindingen zal de nieuwe bestuursperiode bijzondercomplex worden voor de Brusselse gemeenten, die te makenzullen krijgen met alsmaar zwaardere financiële verplich-tingen, zowel qua ontvangsten als qua uitgaven, en een heelwat onzekerdere sociale en economische context in hetkader van een institutionele hervorming die niet al haar

geheimen prijsgegeven heeft met betrekking tot de gevolgenervan voor de werking en financiering van de lokale over-heden en besturen.

De pensioenlasten en de stijging van de OCMW-uitgavenals gevolg van de vergrijzing en de sterke groei van de jongebevolking zullen alle Brusselse gemeentemandatarissennopen tot een nog omzichtiger en nauwgezetter bestuur dande voorbije jaren.

Maar ook tot een toekomstgerichter bestuur wat de reedsvoorzienbare uitdagingen voor de komende legislaturen be-treft. In die zin is de huidige bestuursperiode dus een scharnier-periode zoals we nooit eerder voordien gekend hebben.

Ontvangsten

Prestaties

Financiële opbrengsten(ontv. schulden)

Totale ontvangsten - eigen boekjaar

Prestaties

Financiëleopbrengsten (ontv. schulden)

67.560.798

151.099.235

1.299.482.132

5,20%

11,63%

71.317.921

213.929.170

1.903.846.965

3,75%

11,24%

107.645.435

100.663.060

1.672.699.885

6,44%

6,02%

90.174.364

169.222.928

2.419.732.508

3,73%

6,99%

138.762.559

66.083.850

1.934.003.087

7,17%

3,42%

131.279.925

104.381.278

2.668.719.811

4,92%

3,91%

2000

Brussel

2000Totaal 4

grote steden

2007

Brussel

2007Totaal 4

grote steden

2012

Brussel

2012Totaal 4

grote steden

Robert Petit

ONDER DE LOEP

Page 22: Nieuwsbrief nr 2013/02

22 N i e u w s b r i e f 2 0 1 3 / 0 2

SPECIAL OLYMPICS : OP ZOEK NAAR PARTNERSTEDEN

In 2014 zal in België een sportwedstrijd plaatsvinden voor atleten met een verstandelijke beperking. De organisatie zoekt gemeenten die de delegaties onderdak willen bieden tijdens hun verblijf.

Special Olympics is wereldwijd actief in meer dan 170 landen en organiseert sport-evenementen op zowellokaal, nationaal, regionaal als mondiaal vlak en dit voormeer dan 3,7 miljoen atleten met een verstandelijkebeperking. De missie van Special Olympics is het verbeterenvan de levenskwaliteit van mensen met een verstandelijkebeperking, en daardoor ook dat van de mensen die henomringen.

Om de 4 jaar brengen de Europese enEuraziatische Zomerspelen atleten bijelkaar uit maar liefst 58 verschillendelanden. De vorige editie vond plaats inWarschau in 2010.

Elk jaar worden de nationale SpecialOlympics spelen georganiseerd, diegedurende 4 dagen meer dan 3.000 deel-nemende atleten uit alle hoeken van hetland bijeenbrengen. De 32ste editie vondplaats in Gent, van 8 tot 11 mei 2013.

Special Olympics Belgium brengt deEuropese en Euraziatische Spelen in 2014

naar België, in Antwerpen. Hiervoor werd de vzw SpecialOlympics European Games 2014 in het leven geroepen, diezal instaan voor de praktische organisatie van hetevenement.

Als hoofdstad van België en Europa blijft Brussel niet achteren wordt het gaststad voor de openingsceremonie van deSpelen (in Paleis 12 op de Heizel). Met muziek, dans,lasershows, de parade van de delegaties, het aansteken vande Olympische vlam en de aanwezigheid van heel watgekende mensen uit de sport- en cultuurwereld wordt heteen avond met meer dan 12.000 atleten, begeleiders,familieleden, vrijwilligers en gasten.

Naast deze twee steden probeert Special OlympicsBelgium heel België te betrekken bij deze deze Spelen :

- “Torch Run”. De vlam vertrekt in Athene en zal inBelgië langs verschillende steden passeren. Het doel isom het parcous zo op te stellen dat de vlam in allehoeken van het land te bewonderen zal zijn.

- “Host Town Program”. Gedurende vier dagen vóór deeigenlijke Spelen worden de 57 buitenlandse delegatiesondergebracht in een dertigtal gaststeden overal inons land.

Met de Europese en Euraziatische Zomerspelen in 2014 wilSpecial Olympics Belgium atleten van alle hoeken vanEuropa en Eurazië bijeenbrengen in het hart van deEuropese Unie.

De sporten

Op het programma van de Spelen 2014 staan 11 sporten :

Enkele markante cijfers :

• Meer dan 2.000 atleten

• 11 sporten

• 5 ondersteunende evenementen

• 58 internationale delegaties

• 5.000 vrijwilligers, 300 officials en 300 medischebegeleiders

• 40.000 toeschouwers

• 2.000 famillieleden

• 394 Belgische atleten en 198 Belgische coaches

• 10 dagen vol vreugde en vriendschap

1. Watersport/Zwemmen

2. Gymnastiek

3. Atletiek

4. Motorische activiteiten

5. Badminton

6. Tafeltennis

7. Bocce

8. Voetbal

9. Basketbal

10. Judo

11. Fietsen

ACTUALITEIT

Page 23: Nieuwsbrief nr 2013/02

23N i e u w s b r i e f 2 0 1 3 / 0 2

Van de geselecteerde sporten behoren er 7 tot de top 10 sporten die in Europa door mensen met eenverstandelijke beperking worden beoefend. De meeste vandeze sporten zijn verwant aan de Olympische sporten, vaakmet enkele aanpassingen in de regels.

Meer dan 30 gaststeden voor de atleten in België

Vooraleer de Spelen zelf van start gaan, zullen meer dan 30verschillende steden, verspreid over heel België, de atletenopvangen tijdens een 4-daags voorprogramma. Deklemtoon van het Host Town programma ligt op actievepar t ic ipat ie en integrat ie . Het aanspreken en debetrokkenheid van duizenden families en socialeorganisaties uit het hele land is van onschatbare waarde, meteen impact die zich tot lang na de Spelen zelf laat voelen.

Wat is het Host Town programma ?

Het Host Town programma bestaat erin dat een stad vooreen aantal dagen een volledige buitenlandse delegatieverwelkomt, vooraleer de feitelijke Spelen van start gaan.Elke stad die hieraan wil deelnemen, ‘adopteert’ een bepaaldland. Vertegenwoordigers van de stad onthalen debuitenlandse delegatie bij aankomst in België en begeleiden

hen naar hun stad. Tijdens het vierdaagse verblijf van dedelegaties in de gaststad worden enkele activiteitengeorganiseerd, zoals bijeenkomsten met de lokale bevolkingen sportclubs, culturele activiteiten en een receptie in hetstadhuis.

Het Host Town programma zal worden uitgewerkt door eenspecifiek organiserend comité, dat de 30 tot 35 steden zalcontacteren via de Vereniging van Steden en Gemeenten, delokale Special Olympics clubs (Special Olympics Belgiumheeft 250 lokale clubs), de Kiwanis serviceclubs (150 inBelgië) en andere nationale organisaties. Zoals bij andereinternationale Special Olympics evenementen en dankzij degastvrijheid van de bevolking zal het Host Town programmade integratie van de atleten in de hand werken en de SpecialOlympics Europese en Euraziatische Spelen bekend makenbij de bevolking.

Info

www.special-olympics.be en www.so2014.com

Als u vragen hebt in verband met het programmavan de gaststeden, kan u contact opnemen met :

• Dirk Verhofstadt : [email protected] tel. 03 220 25 00

• Annelies Matthé : [email protected] tel. 03 201 73 82

ACTUALITEIT

Page 24: Nieuwsbrief nr 2013/02

24 N i e u w s b r i e f 2 0 1 3 / 0 2