Upload
ncmodular4791
View
44
Download
3
Embed Size (px)
DESCRIPTION
basic infograph of how nlp worksIn German needs to be translated and reposted in English
Citation preview
24-9-2006Paul Bomers
Principes1) Vooronderstellingen
Overtuiging bepaalt gedrag, en overtuiging is een keuze.2) Rapport
Afstemmen tot je rapport hebt, dan pas gaan leiden.3) Doelen
Het brein heeft een doel nodig.4) Hindernissen
Wat je tegenhoudt, bepaalt wat je nodig hebt.5) Hulpbronnen
Je latente vermogens inzetbaar maken.6) Ecologie
Positief voor totale mens, lange termijn/ grote geheel7) (V/K) Associatie en dissociatie
Associatie geeft gevoel, dissociatie geeft ruimte8) Lichaamstaal
Het lichaam geeft als eerste antwoord9) Metamodel
Wat is de beleving achter de woorden?10) Submodaliteiten
Hoe je het weergeeft bepaalt wat het je doet.11) Innerlijke strategieën
Een vermogen is een patroon van denkstappen.12) Gedeelten
Parallelle doelen scheppen gedeelten.13) Betekenis-reframing.
De feiten kunnen alles betekenen.14) Ankers
Gelijktijdige belevingen raken gekoppeld.
Metamodel1) Ik moet X
Wat als je X niet doet2) Ik kan niet X
Wat weerhoudt je X te doen3) Vaag zelfstandig naamw. X
Welke X met name4) Vaag werkwoord X
X-en, hoe precies5) Weglating
Ontbrekende deel vragen6) Halve vergelijking
Andere helft vragen7) Nominalisatie (proces ding)
Hoe gaat dat proces precies8) Alles-of-niets uitspraak
Geen enkele uitzondering9) Oorzaak-gevolg stelling
Hoe veroorzaakt ‘t een ‘t ander10) Gedachten lezen
Hoe weet je dat11) Eeuwige waarheid
Wie beweert dat
Vooronderstellingen1. De kaart is niet het gebied. Beperkingen liggen in je wereldmodel.
De werkelijkheid wordt geschapen in je eigen beleving. Het gebied is meer dan elke kaart
2. Lichaam en geest zijn een cybernetische eenheid.3. Het onbewuste is minstens even belangrijk als het bewuste denken.4. De betekenis van je communicatie is de reactie die je oproept. 5. In communicatie bestaat geen mislukking, alleen feedback.6. Mensen hebben positieve hulpbronnen beschikbaar voor positieve verandering.7. Als iemand iets kan, kan ik het leren (en omgekeerd)8. Ieder gedrag heeft een positieve bedoeling. Ieder gedrag was ooit iemands best keuze
Huidige toestand
Hindernissen
Doel
Ecologie test
Ecologie test
White box:
a) Wat heb je nodigb) Wat houdt je tegenc) Hoe komt hetd) Wat is het verschil
RapportcirkelOmgaan als met een goede vriendEerst afstemmen dan pas leiden rapport variabelen
Future pace
Oorzaak (c)Huidige toestand
Hulpbron (a) Doeltoestand
Hindernis (b)
(d)
Modaliteiten en submodaliteiten
Van waaruit SpiritualiteitVisie: wat leidt mij, waar ben ik onderdeel van
Wie Identiteit Missie: wie ben ik
Waarom Overtuiging Waarden: wat is belangrijk
Hoe Vermogen Richting: wat kan ik
Wat Gedrag Actie: wat doe ik
Waar, met wie Omgeving Reactie: waar reageer ik op
Technieken
•Referentie, Contrast, Rolvoorbeeld•Rapport stijl•Het NLP-gesprek•Ankers integreren•Change personal history•Six-step reframing•Visual Swish•Onderhandelen tussen 2 delen•Circle of excellence•Submodaliteiten overbrengen•IJken / Calibration classic•Probleemoplossen via metaforen•Probleem-strategie modelleren•Metamodel•Reframing•Binnen-buiten model•Persoonlijke tijdlijn•Sociaal panorama
Ik1e positie
(associatie)
Jij2e positie
(associatie)Observator
3e positie(dissociatie / Metapositie)
WaarnemingspositiesJezelf / de ander bezien vanuit
Speelveld / relationeel kader (contract)-alles wat gebeurt waardeer ik positief-Overtuiging bepaalt gedrag en overtuiging is een keuze
EXITTEST
OPERATE
INPUT
TOTEDoelgericht handelen
Doelen (Speer)1) Specifiek/context waarin2) Positief geformuleerd3) Eigen controle4) Ecologisch/ethisch5) Resultaat toets-/meetbaar
Functies van doelen1) Betere emotionele toestand2) Doorbreken van fixaties3) Richting gevend bij het zoeken
naar hulpbronnen4) Opsporen van belemmeringen5) Versterken van de motivatie6) Basis voor een contract
Voorwaarden1) Geloofwaardig2) Alternatief / nieuw3) Vertaalbaar / relevant4) Definitief probleemoplossend
AnkerenErvaringen onder de knop1) Te ankeren ervaring2) Associeer in de referentie-
ervaring (stap er in)
3) Vestig het anker (observeer, breng aan)
4) Onderbreek de toestand5) Test het anker
(activeer en observeer)
NLP
Het wereldbeeld van de cliënt
Hulpbronnen oproepen1) Fysiologie2) Referentie-ervaringen (wat heb je
nodig, wanneer had je dat)3) Oudere zelf4) Contrasteren (wanneer heb je
meegemaakt dat het wel goed ging)5) Polariteit (wat is het tegenovergestelde
gevoel)6) Provocatieve polariteit7) Rolvoorbeeld
Logische niveausStudie v/d structuur v/d subjectieve ervaringCommunicatie techniekenModelleren van Excellentie
Vc
Ac
K
Vr
Ar
Ad
Rapport variabelen
Criteria (!!!)Stemtoon
Spreekvolume / -ritmeSleutelwoorden
PredikatenAdemhaling
LichaamshoudingBewegingsritme
GebarenEmotionele toestand
Cultuur
Doelen verdiepen
1) Hierarchie van doelen
2) Doel achter het doel
achter het doel …
InterneWeergave(denken) Extern
Gedrag(doen)Interne
toestand(voelen)Criteria
Waarden
Overtuigingen
Context
Structuur van deSubjectieve ervaring
24-9-2006Paul Bomers
Hulpbron toevoegen
1) Onderzoek de probleemsituatie2) Zoek de trigger voor deze situatie3) Zoek een hulpbron en anker4) Koppel de hulpbron aan de trigger5) Check of ‘t zonder anker ook werkt
Huidige toestand Hulpbron Doel
toestand
Als-of-kader (1)•Stel dat je je doel hebt bereikt over X periode
•Hoe ben je daar in geslaagd?•Verdeel de periode X in drieën
•Wat deed je vlak voor je X had (3e deel)•Hoe begon je (1e deel)
•Verdeel tussenliggende stuk (2e) in drieën.•Etc tot het tussenstuk eruit valt omdatervoor en erna gelijk zijn.
Circle of excellence
•Kies drie hulpbronnenAlgemene hulpbronnen, emoties, vermogens, ...
•Maak een lichtende cirkelOp de vloer, hard, glad, kleur, ...
•Roep de herinnering aan de hulpbron opHeel sterk, alle zintuigen, zoek trefwoord
•Laad de cirkel opVersterk het gevoel, laat de situatie achter, stap in de cirkel
>>Herhaal dit voor alle hulpbronnen•Combineer de hulpbron in de cirkel
Stap in de cirkel, stapel de hulpbron, noem een trefwoord, voel je houding, maak gebaar, ademhaling
•Leg de cirkel in de toekomstDenk aan de toekomst, ga goed staan, maak het gebaar, voel de hulpbronnen
Ervaar de nieuwe mogelijkheden.
Herinnering 1 Hulpbron 1
Herinnering 3
Herinnering 2 Hulpbron 1
Hulpbron 1
Overbrengen van submodaliteiten
• IJk gewenste en minder gewenste toestand• Identificeer van beide de kritische submodaliteiten• Definieer de verschillen• Anker submodaliteiten van gewenste toestand• Breng submodaliteiten van gewenste toestand
over naar minder gewenste toestand
GewenstGewenst OngewenstOngewenstVAKO/GVAKO/G
Ankers integrerenCollapsing anchors
1) Interne weergave v/h negatieve gevoel (geassocieerd)
2) Anker dit gevoel (negatieve anker)3) Interne weergave v/h tegenovergestelde
gevoel (geassocieerd)4) Anker dit gevoel (positieve anker)5) Activeer beide ankers6) Test zonder ankers7) Future pace + ecologie
Change personal history
Overleg waar de lijn loopt, waar heden is
1.Veranker het belemmerende gevoelVoel hoe je je toen voelde
2.Ga met dit zoekanker terug in de tijdWanneer dit gevoel eerder gehadGeef ieder keer een codenaamGa tot de vroegste herinnering
3.Welke hulpbron ontbrak toen?4.Zoek 1 á 2 hulpbron bij die eerste ervaring
Welke (nu beschikbare) hulpbron was nodigAnker die hulpbron(nen)
5.Ga vlak voor de eerste ervaring staan6.Test ecologie en effectiviteit van de hulpbron
Ok? / bezwaren? (meer hulpbronnen nodig? Zie 3)
7.Gebruik de hulpbron bij de volgende situatiesLoop alle situaties na, verander wat nodig is
8.Future paceOok ok voor de toekomst
9.Stap de toekomst in op de lijnOntbreekt er nog iets?
Naast
de lijn
Op
de lijn
Op
de lijn
Op
de lijn
Naast
de lijn
Six step reframing
1)Stel het ongewenste gedrag vast: A•Wat doe je dat je niet wilt, •Wat doe je niet wat je wel wilt•Benoem het gedeelte (X)•Vraag een positieve naam, anders renamen
2)Leg contact met X•Vraag om ‘n signaal (sterker: ja, zwakker: nee)
3)Zoek de positieve intentie•Stem in met de positieve intentie•Leg het probleem uit
4)Roep een creatief gedeelte te hulp•Vraag instemming, activeer creatief deel en •vraag alternatieven voor A: B, C, D
5)Vraag deel X alternatieven te gebruiken•Deel X raakt niets kwijt. Vraag om (een proef periode) met gedrag B, C, D te werken
6)Test ecologie•Zijn er nog andere delen die bezwaar hebben?
Intentie X Gedrag A
Intentie X Gedrag B
Modelleren
1) Doelvermogen kiezen, eigen ecologie- en motivatietest2) Experts zoeken, observeren, met jezelf contrasteren,
coderen in patronen3) Neem vermogen over, verwerk hindernissen4) Observeer andere experts en tegenvoorbeelden5) Maak NLP-techniek;
doelen, criteria duidelijk, volgorde en iedere stap functioneel en duidelijk
6) Leer het doelvermogen; patronen overdragen
NLP technieken
Onderhandelen tussen twee delen
1)Benoem deel X en Y afzonderlijkRapport, ijk beide nonverbale reacties, motiveer onderhandeling
2)X en Y ruimtelijk verankeren;Papiertje, stoel etc.
3)Positieve intenties opzoekenCheck nonverbale reacties, wie spreekt er
4)Wederzijdse waardering vaststellenAlleen bereiken ze hun doel nooit!
5)Hoger gemeenschappelijk doelIntentie achter de intenties, upchunk
6)Welk gedrag wil X dat Y doet, en vice versa7)Welke hulpbron van X wil Y en vice versa8)Integratie; visueel/kinesthetisch
Ziet ‘t goed, voelt ‘t goed9)Future pace
Maak afspraken10)Test ecologie
(Andere) delen met bezwaren?
Visual swish (zwiep)
1)Definieer de hindernis in het NLP-gesprekVoel en zie het probleem (P)
2)Toekomstig zelfbeeld als hulpbron.Zie jezelf in toekomst als je terugdenkt aan dit probleem. Hulpbron-beeld (H). Maak dit beeld groot en helder . Welk geluid hoort er bij.
3)Maak beeld (H) klein en weer groot (5x) Van groot tot een puntje en weer groot
4)Probleem (P) uitwisselen met hulpbronbeeld (H)Denk aan de hindernis met gevoel en beeld. Kijk en voel probleembeeld (P). Plaats ‘t puntje van (H) midden in (P) en laat dit puntje snel uitgroeien tot (H) en probleembeeld (P) overdekken.
5)Doe dit een aantal keren (5x)Met iedere keer een break
6)Future pace en ecologietest.
Jezelf in een nieuwe identiteit zien
Bateson strategie
Kruisbestuiving voor vastgelopen processen
1)Plaats het probleem in de probleemruimte (Pr)Anker, associeer, stel vast hoe het verloopt
2)Schep een metapositieAnker, kies iets dat je goed kunt
3)Maak hulpbronruimte (Hr) met hulpbronervaringAnker, associeer, stel vast hoe dit loopt
4)Vertaal het probleem naar de Hr ruimte toeAls dat wat er in de Pr gebeurt, als zoiets in de Hr zou gebeuren, wat is dat dan. Hoe los je dat hier op?
5)Ga naar de metapositieVertaal de oplossing naar de probleemruimte
6)Stap in de probleemruimteAssocieer met de oplossing
7)Future pace(een vermogen berust op een patroon van denkstappen)
Probleemruimte
stap 1 + 6
HulpbronRuimte
Stap 3 + 4
MetapositieStap 2 + 5
Stap 4
Stap 5
Binnen buiten model
1)Storend gedrag van een anderWat is het dat je irriteert
2)Zoek eigen corresponderende deelDat net zo denkt of voelt
3)Zoek positieve intentieWat probeert dit (jouw) deel te bereiken
4)Zoek alternatievenHoe dit op een andere manier te bereiken
5)Vertalen in gedrag / future paceHoe de nieuwe hulpbron toe te passen in contact met de ander. Wat anders doen
6)Test ecologieAndere delen die bezwaar hebben tegen nieuw manier van omgaan met de ander.
ZelfPositieveintentie
Irritantgedrag
Ander
Irritantgedrag
De WIP WAP
1)Er is een innerlijk conflictTussen X en Y
2)Ga met X mee, overdrijfAssocieer met X, tot partner omgaat
3)Ga met Y mee, overdrijfAssocieer met Y, tot partner omgaat
4)EnzovoortGa door tot client zelf
5)Integreert.“raar dat ik dit als tegenstelling zie”
X
Positieve Intentie
Waardering
GewensteGedrags-
verandering
Over te nemen hulpbron
Gezamenlijke hogere positieve intentie
Y
Positieve Intentie
Waardering
GewensteGedrags-
verandering
Over te nemen hulpbron
Samenwerking Integratie
Nieuw gedrag
Future pace en ecologie
Reframe
Feit Bete-kenis
Criterium
Bij uitspraak die:a) Belemmerend isb) Erg abstract isc) Moeilijk verifieerbaar isDoorvragen naar :•Feit: wat leid je daar uit af•Betekenis: hoe weet je dat•Criterium: wat vindt je belangrijk
“jij zegt dat <feit> betekent <betekenis>, maar je zou net zo goed kunnen zeggen dat <feit> betekent <nieuwe betekenis>”
Disney strategie
DenkstijlenA) Criticus (Ad)
Positief, constructief, normerend, criteriaB) Dromer (Vc)
Creatief, ongeremd, fantaserenC) Realist (K)
Vertaal ideeën naar concrete plannenStappen1)Veranker denkstijlen
(Criticus, Dromer, Realist)2)Bepaal doel3)Stap in Criticus4)Stap in Dromer5)Stap in Realist6)Evalueer plan (Criticus)
TOTE: niet goed? Terug naar 37)Future pace en ecologie
Dromer
Criticus
Realist
Doel Exit
META
Als-of-kader (2)Stel dat je gaat slapen en er gebeurt een wonder...Waar merk je aan dat er een wonder gebeurd is?Zeer gedetailleerd doorvragen
24-9-2006Paul Bomers
Vragen naar de positieve intenties
Bereiken•Wat wil je met [gedrag X] bereiken?•Wat probeer je via [gedrag X] te krijgen?•Wat levert [gedrag X] je op?•Welke belangrijke doelstelling realiseer je met [gedrag X]?•Wat zijn de positieve effecten van [gedrag X]?•Wat voor positieve gevoelens levert [gedrag X] je op?•Wat maakt [gedrag X] mogelijk? Vermijden•Wat wil je met [gedrag X] vermijden?•Wat probeer je via [gedrag X] te ontlopen?•Waaraan helpt [gedrag X] je te ontsnappen?•Welke problemen voorkom je met [gedrag X]?•Wat gaat er fout zonder [gedrag X]?•Welke gevoelens ga je met [gedrag X] uit de weg?•Wat houdt [gedrag X] tegen?
Flitskaart voor de NLP-er• Rapport:
•stem af op houding en gebaren•stem af op stemtoon en –tempo•stem af op criteria (wat A belangrijker vindt)•verbreek rapport en herstel het weer
• Vraag doel en toets op vormvoorwaarden• Associeer en dissocieer• Stel structuur van de (subjectieve) ervaring vast
(VAKO/G)• Verwoord relevante vooronderstelling van NLP• Vertel relevante eigen ervaring met NLP• Help A associëren in relevante positieve ervaring• IJk acceptatie en weerstand en doe voorstel• Roep hulpbron op via associatie met oudere zelf• Roep een hulpbron op via contrasteren• Vestig kinesthetisch en auditief anker• Versterk eraring via submodaliteiten• Stel metamodelvragen• Leg ui hoe ‘het integreren van ankers’ werkt• Leg uit hoe ‘een hulpbron overbrengen’ werkt• Leg uit hoe de ‘circle of excellence’ werkt• Leg het ‘overbrengen van submodaliteiten’ uit
Ervaringsgericht werken
Doordringen tot de ervaringen achter de woorden
WoordenDie de ervaring aanduiden
Backtrack (woorden en expressie teruggeven)
SpecificatieVan de woorden
Metamodel (uitspraak specificeren)
AssociatieIn de ervaring
Instructies voor associatie geven
Structuur van de ervaringElementen van de ervaring bewust maken
Structuur van de ervaring onderzoeken
Verfijning Van de structuur
Submodaliteiten onderzoeken
Wat - wanneerHulpbronnen oproepen Referentie ervaring Contrasteren Rolvoorbeeld (Oudere zelf, polariteit)
Ontbrekende hulpbronnen (algemeen)
Change personal history Rol van het verleden (bv onbegrepen gevoelens) Circle of excellence Meerdere hulpbronnen nodig. Andere emotionele toestand. Disney-strategie. Niet weten hoe het moet. Nieuw gedrag nodig. Communiceren met een gedeelte Innerlijk conflict (innerlijke weerstand) Onderhandelen tussen gedeelten Innerlijk conflict (50/50 dilemma) Swish ‘Dwangmatige’ beelden (geluiden/gevoelens) Metafoor of Batesonstrategie Meer creativiteit zoeken hulpbronnen Strategie veranderen Storende strategie of ontoereikende strategie Dubbele V/K dissociatie of doorverwijzen Heftige angst Reframing of doorverwijzen Ongunstige overtuigingen.
NLP techniekenMetamodel1) Ik moet X
Wat als je X niet doet2) Ik kan niet X
Wat weerhoudt je X te doen3) Vaag zelfstandig naamw. X
Welke X met name4) Vaag werkwoord X
X-en, hoe precies5) Weglating
Ontbrekende deel vragen6) Halve vergelijking
Andere helft vragen7) Nominalisatie (proces ding)
Hoe gaat dat proces precies8) Alles-of-niets uitspraak
Geen enkele uitzondering9) Oorzaak-gevolg stelling
Hoe veroorzaakt ‘t een ‘t ander10) Gedachten lezen
Hoe weet je dat11) Eeuwige waarheid
Wie beweert dat
Het NLP gesprek
Rapport-stijl
Metamodel- / Reframegesprek
IJken / Calibreren
Probleemstrategie modelleren
Persoonlijke tijdslijn
Sociaal panorama
Ongewenst gedrag van een gedeelte
Positieve intentie 1
Positieve intentie 3
Positieve intentie 4
Positieve intentie 5
Positieve intentie 2
Klank (melodie)Beeld (kleuren)
GebaarHouding
Naam (woord)
Kijk, met de kern-toestand, nog eensterug naar hetoorspronkelijke probleem
Kerntoestand
Probleem
Communiceren met gedeelte(werkoverleg met een deel van jezelf)
•Benoemen•Begroeten•Waarderen•Positieve intentie (vraag/benoem)•Bereidheid nieuw gedrag bespreken•Samenvatten•Afspraak voor toekomst
Techniek gedaanten•Vrije conversatie•Plaatsing op handpalm•Associatie bij toerbeurt (stoel)•Ja/Nee signalen•….
Blz 247-249 pract. 2003