Upload
martha-aerts
View
217
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Onderzoek naar indicatiestelling voor psychotherapie bij
persoonlijkheidsstoornissenJanine van Manen, Helene Andrea, Roel Verheul
Viersprong Institute for Studies on Personality Disorders (VISPD)
[email protected], www.vispd.nl
Stand van zaken• Wat weten we al?
– Vertommen en Audenhove (1998): overlegmodel– Castonguay & Beutler (2005): principles of therapeutic change– Handboeken, b.v Livesley (2003)
• Maar we weten ook dat indicaties gesteld worden op basis van:– availability of treatment facility (Chiesa et al., 2002)– personal experience and strong belief (or faith) (Beutler, 2000)– socio-demographically variables (income, insurance) (Rudolf, Manz,
1993)
empirisch ondersteunde richtlijnen ontbreken
Deze studie• Doel: Ontwikkeling van een evidence based instrument dat
de indicatiestelling kan ondersteunen
• Achtergrond: Optimaliseren van (kosten)effectiviteit van een behandeling door rationele indicatiestelling
• Methode: interviews, literatuurstudie, panel van experts, analyse SCEPTRE data
• V.b
Deze presentatieResultaten van 2 deelstudies
1. Overeenstemming bij intakers over indicatiestelling– Interviews bij ervaren intakers
2. Verschillen tussen patiënten die wel of niet in behandeling komen– Analyse van vragenlijsten in de intake
Overeenstemming intakers• Doel: systematisch inventariseren van klinische kennis over
indicatiestelling bij persoonlijkheidsstoornissen
• Gevraagd naar verbanden tussen patiënt kenmerken en dosis psychotherapie:
Severity Severity of symptomatology Type of personality disorder Treatment history Focal or broad problem(s Strength Ego strength Setting Psychological mindedness Duration Capacity to relate Intensity Motivation for change Theoretical orientation Quality Defense mechanism Capacity for therapeutic relation Social role Work Care responsibility
Overeenstemming intakers• Proefpersonen: 27 ervaren intakers
– Beroep:• 19 psychotherapeuten
• 6 psychiaters
• 2 psychotherapeuten in opleiding
– Locatie• in 5 verschillende instellingen in Nederland
– Setting• 4 poliklinisch
• 13 dagklinisch
• 8 klinisch
– Werkervaring: Years Median 18 Range 5 - 35 n = 27
Overeenstemming intakers
Treatment parameters Setting Duration Intensity Theoretical
orientation
Severity parameter + + ++ +
Strength parameter -- ++ ++ ++
Social role parameter ++ -- -- --
Note: ++ indicates high agreement across clinicians and variables; + indicates some agreement across clinicians and variables; -
indicates weak agreement across clinicians and variables; -- indicates no agreement whatsoever across clinicians and variables
Conclusie• De overeenstemming tussen intakers was redelijk: 29
matching relaties uit 48– Setting: social role
– Duration: severity and strength
– Intensity: severity and strength
– Theoretical Orientation: strength
• Over het algemeen zijn er geen specifieke relaties gevonden tussen patiënt kenmerk en dosisparameter
Verschil wel/niet in behandeling• Doel: onderzoek van verschillen tussen patiënten die wel of
niet in behandeling komen in de intake
• Methode: exploratieve analyse baseline data van SCEPTRE– Intakers vulden de reden in waarom patiënten niet in behandeling
kwamen (LGB-lijst)
– Proefpersonen: instroom patiënten in 5 instellingen in de ’03-’06 N=1940, gemeten concepten: Ernst
Lijdensdruk SCL-90 As II diagnose SIDP-IV Persoonlijkheidspathologie DAPP en SIPP Sterkte Vermogen tot psychologisch denken PMAP Motivatie AV_mot Kwaliteit van de afweer DSQ Sociale rol OQ Sociodemografische gegevens AV-lijst
ResultatenAs II diagnose bij wel/niet in behandeling
Variabele Niet in behandeling
Wel in behandeling
% % Chi Square df p Paranoide PD 38,50 61,50 0,74 1,00 0,39 Schizoide PD 56,30 43,80 0,00 1,00 0,96 Schizotypisch PD 68,80 31,30 4,46 1,00 0,04 Antisociaal PD 61,10 38,90 5,07 1,00 0,02 Borderline PD 43,80 56,20 0,19 1,00 0,66 Theatraal PD 31,00 69,00 2,47 1,00 0,12 Narcistsch PD 42,40 57,60 0,01 1,00 0,94 Vermijdend PD 36,40 63,60 10,08 1,00 0,00 Afhankelijk PD 39,00 61,00 1,05 1,00 0,31 Obsessief Compulsief 31,60 68,40 18,72 1,00 0,00 Eén of meer PD 39,80 60,20 29,04 1,00 0,00
Resultaten• Er worden veel statistisch significante verschillen gevonden
tussen patiënten die wel in behandeling komen en patiënten die niet in behandeling komen …….
• ….. maar de meeste verschillen zijn niet klinisch significant
Ernst Lijdensdruk SCL-90 * As II diagnose SIDP-IV * Persoonlijkheidspathologie DAPP en SIPP * Sterkte Vermogen tot psychologisch denken PMAP * Motivatie AV_mot Kwaliteit van de afweer DSQ * Sociale rol OQ * Sociodemografische gegevens AV-lijst * * significant verschil tussen wel en niet in behandeling
Resultaten • …… en daarom hebben we de groep wel in behandeling en de
groep niet in behandeling opgesplitst
– Wel in behandeling:• Poliklinisch
• Dagklinisch
• Klinisch
– Niet in behandeling:• hebben we opgesplitst volgens het volgende model
Resultaten INTAKE
Patiënt trekt zich terug
Voldoet patiënt aan exclusiecriteria?
Nee
JaGeen psychotherapie
mogelijk
Staat As I problematiek op de voorgrond?
Nee
JaEerst As I behandelen
Heeft patiënt voldoende motivatie en introspectie?
Ja
NeePretherapie
Is er een praktisch bezwaar (bv reisafstand)
Nee
JaEerst praktisch probleem
oplossen/verwijzen
Is er geschikt behandelaanbod in de
instelling?
Ja
NeeVerwijzen
BEHANDELING
SCL-90 en behandeltoewijzing
100
140
180
220
260
SC
L-9
0
Als we specifieker kijken: Welch’s F(8,424.3)=11.0 p<.00
Resultaten
Conclusies verschil wel/niet in behandeling
• Over het algemeen weinig verschil tussen patiënten die in behandeling komen en die niet in behandeling komen– Met uitzondering voor as II
• Als we de groepen wel/niet in behandeling in de subgroepen opdelen zien we wel verschillen
Verder?• Interviews: relaties tussen patiënt kenmerken en dosis
psychotherapie• Analyse baseline gegevens: verschillen tussen mensen die wel
of niet in behandeling komen• Literatuur onderzoek (naar predictie studies)• Concept Map
prototype beslisboom
• Toetsen en bijstellen van het prototype aan de hand van follow up data van SCEPTRE